Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 21 • NOVEMBER 2015
11
Veterinair
Bedrijfsantibiogram Mastitis: inzicht in antibioticagevoeligheid
Voor deelnemers aan Uiergezondheid Tankmelk is vanaf deze maand het Bedrijfsantibiogram Mastitis beschikbaar: een antibioticagevoeligheidsbepaling voor mastitiskiemen op bedrijfsniveau. De afgelopen weken heeft het UGA Team van GD verschillende informatiebijeenkomsten voor dierenartsen georganiseerd om deze noviteit onder de aandacht te brengen. Het Bedrijfsantibiogram Mastitis biedt melkveehouders die deelnemen aan Uiergezondheid Tankmelk op eenvoudige wijze de mogelijkheid om naast inzicht in de mastitiskiemen op het bedrijf, ook inzicht te krijgen in de actuele antibioticagevoeligheid van deze kiemen. De uitslag geeft een goede indicatie van de antibioticagevoeligheid in de komende zes maanden: per gevonden kiem ziet u of de gevoeligheid voor een bepaald antibioticum goed, matig of slecht is. Als dierenarts ontvangt u de uitslagen van het bedrijfsantibiogram ook. Deze informatie is, samen met de bedrijfsspecifieke informatie, waardevol voor het formuleren van het advies over de
uiergezondheidsstrategie. Het geeft u inzicht in de antibioticumongevoeligheid die in de koppel voorkomt en in de komende zes maanden kan worden verwacht bij mastitiskiemen. Hiermee levert het Bedrijfsantibiogram Mastitis ook waardevolle input voor uw bedrijfsbehandelplan (BBP). Melkveehouders die deelnemen aan Uiergezondheid Tankmelk ontvangen rond 20 november meer informatie over het Bedrijfsantibiogram Mastitis. Aanmelden kan eenvoudig via www.bedrijfsantibiogram.nl. Hier kunt u ook terecht voor meer informatie. Drs. Christian Scherpenzeel, rundveedierenarts
Combinatietest voor leververvetting pluimvee Omdat niet alle kleurveranderingen in de lever van pluimvee duiden op een vroeg stadium van leververvetting, heeft GD de Leververvetting Combinatietest ontwikkeld. Hiermee kunt u eenvoudig zelf de normale levers van Fatty Liver Hemorrhagic Syndrome (FLHS) levers onderscheiden. Met behulp van de Leververvetting Combinatietest kunt u, samen met de veehouder, vroegtijdig een gerichte aanpak voor koppels met mogelijke leververvetting bepalen. Tussen het normale beeld en FLHS-levers is een traject aanwezig van ontwikkelende vervetting met een omslagpunt waar een preventieve behandeling ingesteld kan worden om de ontwikkeling van FLHS binnen de koppel te voorkomen. Dit omslagpunt is bepaald op basis van de leverkleur en triglyceridenbepalingen (TG) in een groot aantal dieren uit diverse praktijkkoppels. Met de test kunt u bepalen of het dier in een voorstadium van FLHS zit. Is dit niet het geval, dan is een preventieve behandeling tegen leververvetting niet zinvol en is het
koppel meer gebaat bij een gericht onderzoek naar andere aandoeningen die een afwijkende leverkleur kunnen veroorzaken. De test bestaat uit twee onderdelen; een beoordeling van de leverkleur aan de hand van een kleurenkaart en het advies om wel of geen bepaling van het TG-gehalte uit te laten voeren. Bepaling van het TG-gehalte kan door drie tot vijf levers (minimaal 10 gram, vers of ingevroren, zonder galblaas) in te sturen naar GD. Een informatieboekje met kleurenkaart kunt u opvragen bij GD via 0900-1770 (optie 4). Drs. Naomi de Bruijn, dierenarts pluimvee
Eenvoudig overzicht wateronderzoeken rund FIT, de voedingsaanpak van GD, biedt onder andere een breed pakket aan wateronderzoeken voor rundveebedrijven. Om rundveehouders duidelijk te maken welk wateronderzoek in welke situatie van toepassing is, is er nu een overzichtelijke folder beschikbaar waarin in één oogopslag duidelijk wordt wanneer welk onderzoek van toepassing is. U kunt de folder aanvragen bij uw relatiebeheerder of downloaden via www.gddiergezondheid.nl/rundveedrinkwater GD Veterinair | november 2015 |
1
Dr. Theo Geudeke, dierenarts varken
BVD-vrij programma goed te combineren met vaccinatie GD krijgt geregeld vragen over de mogelijkheden die er zijn om BVD-vaccinatie te combineren met de bewaking binnen het BVD-vrij programma. Bewaking is goed mogelijk, mits u bloed tapt vóór vaccinatie.
Online Monitor: wat haalt u eruit? De Online Monitor varkensgezondheid is op gang. De eerste resultaten zijn ondertussen naar de praktijken gestuurd. Wat kan de Online Monitor opleveren? Voor de dierenarts geeft deze, wereldwijd toch wel unieke, methodiek een representatiever beeld van de gezondheidssituatie van de varkensstapel dan andere systemen. Omdat ook de afwezigheid van problemen wordt geregistreerd, kan het relatieve belang van bepaalde gezondheidsproblemen nu veel beter worden ingeschat. Inzicht in trends en regionale verschillen geven de practicus de mogelijkheid nog beter bedrijfsspecifiek te adviseren. De Online Monitor kan zelfs een bron zijn voor intercollegiale toetsing. Voor de varkenshouder levert de Online Monitor informatie op over regionale problemen en de verspreiding daarvan. Hoe meer het gegevensbestand gevuld wordt, des te adequater wordt de informatie. Voor de varkenssector kan het systeem informatie opleveren ter onderbouwing van ontwikkelingen in het antibioticumgebruik of om de noodzaak van het gebruik van bepaalde tweedekeusmiddelen te verantwoorden. De Online Monitor is op gang. Samen met de gebruikers wordt geschaafd aan gebruiksvriendelijkheid en efficiëntie van de methodiek. En de verwachting is dat het meerwaarde oplevert voor iedereen in de varkenssector.
De BVD-vrijstatus kan bewaakt worden via een halfjaarlijkse steekproef van vijf stuks jongvee op BVD-antistoffen óf via BVD-virusonderzoek bij alle aangehouden kalveren. Voor het antistoffenonderzoek geldt dat de test na vaccinatie antistoffen kan aantonen. Het vervelende is dat een veldvirusinfectie met BVD-virus op dat moment niet uit te sluiten is. Advies is dus om voor dit onderzoek altijd ongevaccineerde dieren te selecteren. Om bloedtappen en vaccineren eenvoudig te kunnen combineren tijdens hetzelfde bedrijfsbezoek, kunt u GD vragen de ritmiek van het bewakingsonderzoek aan te passen aan de ritmiek van het vaccineren. Neem hiervoor tijdig contact op met GD zodat de bloedmonsters door ons ‘herkend’ worden als monsters voor het bewakingsonderzoek. Voor bewaking op BVD-virus geldt bij vaccinatie met levend vaccin ook dat het advies is bloedmonsters te nemen vóór vaccinatie. Dieren kunnen na vaccinatie met levend vaccin namelijk gedurende circa veertien dagen een viraemie hebben, waardoor vaccinvirus kan worden aangetoond dat met reguliere testen niet te onderscheiden is van BVD-veldvirus. Onderzoek op BVD-virus via oorbiopten kan een goede manier van bewaking zijn op bedrijven waar men de dieren al op jonge leeftijd wil vaccineren. Drs. Linda van Duijn, rundveedierenarts
Jaren vrij van CAE, CL of zwoegerziekte en toch een tegenvaller? Wanneer CAE, CL of zwoegerziekte wordt aangetoond op bedrijven die daarvoor jaren vrij zijn gecertificeerd, dan is dat een tegenvaller. Ook als de tweejaarlijkse steekproeven steeds gunstig uitvallen, is oplettendheid geboden. Als er slechts één of enkele ongunstige testuitslagen zijn, dan kan het meevallen. Deze kunnen vals-positief zijn. Afhankelijk van de grootte van de koppel en de aandoening waarop wordt getest, is dan een hertap nodig. Geeft dit geen uitsluitsel, dan kunt u de dieren eventueel inzenden voor sectie. In het ergste geval is er sprake van een tegenvaller en is een infectie het bedrijf binnengekomen. Als dierenarts heeft u een cruciale rol bij het betrouwbaar nemen van de steekproef (zie hiervoor de beschrijving bij de aansturing). Ook bij de identificatie van bemonsterde dieren en het versturen van monsters speelt u een belangrijke rol. Dit geldt ook voor het uitvoeren van de klinische inspectie, het identificeren van mogelijke risicofactoren en de vroege detectie van mogelijke besmettingen. GD controleert gemelde dierbewegingen bij de centrale I&R-database (RVO). We kijken bij elke aankoop naar de compatibiliteit, ofwel: of het verkopende bedrijf minimaal dezelfde gezondheidsstatus heeft als het ontvangende bedrijf. Is dit niet het geval, dan nemen we contact op om te kijken of de melding klopt en of passende maatregelen nodig zijn. Ook bij keuringen worden aangemelde deelnemers gescreend op status van het bedrijf. Uiteraard zien we niet alles, daarom is bij een in- of uitbraak contact met GD gewenst, zodat we de houder passend advies kunnen geven. Dr. Karianne Lievaart-Peterson, dierenarts kleine herkauwers
2
De 3/5, 4/5 en 5/5-uitslagcombinatie in het BVD jongveevenster Als er bij het BVD jongveevenster bij drie of meer van de vijf kalveren antistoffen tegen BVD-virus zijn aangetoond, volgt er een cohortonderzoek. In de periode van 2007 tot 2013 gebeurde dit bij 3,5 procent van alle gevallen. In de periode 2007 tot 2013 voerde GD de bewaking uit van het BVD-vrij programma via ruim 31.000 complete jongveevensters. Het jongveevenster bestaat uit bloedonderzoek op antistoffen bij vijf kalveren in de leeftijd van acht en twaalf maanden. In 3,5 procent van deze gevallen zijn bij drie of meer van de vijf dieren antistoffen tegen BVD-virus aangetoond (dus uitslagcombinaties 3/5, 4/5 en 5/5). In het cohortonderzoek dat volgt, worden alle dieren tussen één en zestien maanden oud op BVD-virus onderzocht. Met het cohortonderzoek wordt gekeken naar de aanwezigheid van BVD-viruspositieve dieren. De uitslagcombinatie 3/5 kwam in deze periode bij 1 procent voor en leidde in 30 procent van de gevallen tot het vinden van een of
meer BVD-viruspositieve dieren. De uitslagcombinatie 4/5 kwam bij 0,9 procent voor en leidde in ongeveer de helft van de gevallen tot het vinden van een of meerdere viruspositieve dieren. De uitslagcombinatie 5/5 kwam in 1,6 procent van de gevallen voor en leidde bij circa 70 procent tot het vinden van één of meer BVD-viruspositieve dieren. Conclusie is dus dat hoe meer dieren in het jongveevenster antistoffen hebben, hoe groter de kans om in het cohortonderzoek een of meerdere BVD-viruspositieve dieren te vinden. Bij de uitslagcombinatie 5/5 is die kans zelfs circa 70 procent. Drs. Linda van Duijn, dierenarts rundvee
Mineralen in bloed van paarden: nu alles uit één buis Het huidige pakket Paard - Mineralen (10283) is vervangen door een nieuw Pakket Spoorelementen Uitgebreid (10311). Onderzoek op de vier spoor-elementen selenium, jodium, koper en zink geeft namelijk meer inzicht in de actuele opname, zo blijkt uit onderzoek van GD. De gehalten van deze elementen geeft meer inzicht in de actuele mineralenopname dan de gehalten van calcium, magnesium en fosfor. Het gehalte van laatstgenoemde mineralen in bloed (serum) wordt soms meer bepaald door het gehalte in het rantsoen en minder door de daadwerkelijke opname. Bovendien is de regulatie van calcium en fosfor in serum erg strikt en verandert deze pas als er echt wat aan de hand is. Functies van spoorelementen Selenium werkt (via GSH-Px) als anti-oxidant: een tekort zorgt voor myopathie bij veulens, en zwakke spieren bij volwassen paarden. Ook de weerstand kan worden aangetast. Bij een verhoogd seleniumgehalte werken de witte bloedcellen niet meer goed en is er ook sprake van een verstoorde weerstand. Selenium is ook nodig voor een goede schildklierwerking, en die is weer nodig om jodium in te bouwen in hormonen. Een verstoorde jodiumhuishouding zorgt voor een verstoord basaal-metabolisme. Koper is be-
langrijk in een aantal eiwitten: onder andere voor de opname van ijzer uit de darmen, de kleuren van de haren en de weerstand. Zink is van belang voor goede celfuncties, bijvoorbeeld de omzetting van eiwitten en suikers en het herstel van beschadigde huid. Het zinkgehalte in plasma wordt beïnvloed door infecties: als het paard een (acute) infectie doormaakt, is het zinkgehalte verlaagd zonder dat er sprake hoeft te zijn van een tekort in het rantsoen. Bepaling Omdat voor paarden vooral selenium en jodium van belang zijn (niet te veel en niet te weinig), is het nieuwe pakket ‘Spoorelementen’ uitgebreid met deze elementen. De vier elementen worden bepaald uit een heparinebuis (plasma). Er is dus geen zinkvrije buis meer nodig voor de bepaling van zink. Dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog
Digitaal inschrijven voor specifieke monitoring De eerste monsters voor de specifieke monitoring komen inmiddels bij GD binnen. Dierenartsen kunnen deze tot eind 2015 insturen. Praktijken die zich hebben aangemeld voor digitaal inschrijven hoeven geen inschrijfformulieren in te vullen, zij kunnen de monsters digitaal scannen. Ook gaat de digitale declaratie gemakkelijk en snel.
Aan het eind van de inschrijving verschijnt er namelijk een popup waar de gegevens voor de declaratie eenvoudig ingevuld kunnen worden. In de toekomst is het mogelijk om opdrachten voor andere projecten ook digitaal in te schrijven.
GD Veterinair | november 2015 |
3
Nieuws en mededelingen Feestdagenplanning ophalen monstermateriaal 2015 Tijdens de feestdagen wordt er op minder momenten monstermateriaal opgehaald. Onder andere op eerste en tweede kerstdag vindt er geen distributie plaats. In het overzicht hiernaast kunt u de uitvoering van de ophaaldienst tijdens de feestdagen terugvinden. Daarnaast kunnen bepaalde evenementen lokaal de uitvoering beïnvloeden.
Feestdag Eerste kerstdag Tweede kerstdag
Oudjaarsdag Nieuwjaarsdag
IBR-campagne vleesveehouders Ook steeds meer vleesveehouders willen werk maken van hun IBR-status. Daarom heeft een grote groep vleesveehouders afgelopen maand informatie van GD ontvangen over de voordelen van IBR-vrij Certificering. Via een brief zijn zij onder andere gewezen op het gemak van IBR-bewaking via de slachtlijn. Vleesveehouders die nog niet leptospirose-vrij zijn gecertificeerd, zijn tevens geïnformeerd over de mogelijkheid om de intake en de bewaking van IBR te combineren met de intake en de bewaking voor lepto. Wie zich vóór 15 december aanmeldt voor IBR- of Leptospirosevrij Certificering Vleesvee betaalt geen abonnementskosten in 2015. Aanmelden kan eenvoudig via www.gddiergezondheid.nl/ibr en www.gddiergezondheid.nl/lepto
Datum 24 december 25 december 26 december 27 december
Dag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
30 december 31 december 1 januari 4 januari
Woensdag Donderdag Vrijdag Maandag
Distributie Normale dienstverlening Geen dienstverlening Geen dienstverlening Dienstverlening verschoven naar 28 december Normale dienstverlening Normale dienstverlening Geen dienstverlening Geen dienstverlening
KI67 en AgNor-kleuringen bij mestceltumoren Wanneer een mestceltumor van de hond als graad 2-tumor wordt geclassificeerd, adviseren we voortaan geen AGNORkleuring meer te doen. Eerder deden we in zo’n geval zowel een Ki-67- als een AGNOR-kleuring, maar inmiddels is duidelijk dat de AGNOR geen meerwaarde levert aan de resultaten van de KI-67-immuunhistochemische kleuring. In tegenstelling tot de graad 1- en 3-tumoren, blijkt het biologische gedrag van graad 2-mestceltumoren sterk wisselend te zijn. Om hiervan een betere inschatting te krijgen, hebben we in het verleden gebruik gemaakt van de resultaten van Ki-67- en AgNOR-(immuun)histochemische kleuringen. Nu dus alleen nog de KI-67-kleuring. Op aanvraag kan de AgNOR kleuring natuurlijk nog uitgevoerd worden.
Allergie thema bij Klinische Avonden Paard Redactie Guillaume Counotte Linda van Duijn Theo Geudeke Carlijn Kappert Yoni Pasman Helen de Roode Sylvia Greijdanus - van der Putten Jeanine Wiegel
Basisontwerp de PLOEG communicatie
ISSN 1388-4042
Uitgever GD Deventer
Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD.
Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Productiecoördinatie, prepress en drukwerk Senefelder Misset Doetinchem
Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar
Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 Voor veterinaire vragen: GD Veekijker, T. 0900-7100 000 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. Samen werken aan diergezondheid
‘Allergie bij het Paard’: dat is het thema van de tiende editie van de Klinische Avonden Paard, georganiseerd door GD, Pavo en Virbac. De jubileumeditie, op 4 februari, is bij de KWPN Hengstenkeuring in Den Bosch, dé locatie om bij te zijn! Topsprekers van internationale faam behandelen gedegen vakinhoudelijke onderwerpen. En ook in 2016 ondersteunen de Groep Geneeskunde Paard en het KWPN de Klinische Avonden Paard. Marianne Sloet, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en Nadine Meertens, veterinair patholoog bij GD geven vakinhoudelijke presentaties bij het thema ‘Allergie bij het Paard’. Alison Lambert uit Groot-Brittanië, dierenarts en gastdocent Veterinary Business aan de Faculteit Diergeneeskunde van Nottingham, neemt u mee in de wereld van ‘Veterinary Behaviour Changing Market Intelligence’. Hoe kunt u praktisch uw rendement van uw praktijk optimaliseren? Aansluitend is er het inmiddels traditionele stamppotbuffet en bieden wij u gratis toegang tot het avondshowprogramma van de Hengstenkeuring. Inschrijven kan via www.virbac.nl/inschrijven. Uiteraard is er formele accreditatie aangevraagd.