Gd veterinair oktober 2015

Page 1

Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 21 • OKTOBER 2015

10

In 2014 werd in circa 7 procent van alle ingezonden gevallen van doodgeboren of verworpen vruchten, waarbij een diagnose werd gesteld, BVD aangetoond. Diagnostiek bij een primaire infectie met BVD is vaak lastig. In de tankmelk kun je deze met virusonderzoek missen en de tankmelk was mogelijk al positief op antistoffen of is dat juist nog niet. Ook bij het jongvee zijn vaak nog onvoldoende dieren met antistoffen aanwezig, afhankelijk van waar en hoe de infectie is binnengekomen. De koe onderzoeken door gepaarde sera is vaak ook niet sluitend omdat zij de infectie meestal al even bij zich heeft voordat de vrucht verworpen wordt. Naast productie-

daling, diarree en vage gezondheidsklachten kan verwerpen een van de eerste symptomen van BVD op een bedrijf zijn. Op het moment dat u op een bedrijf aan een primaire infectie met BVD denkt, is het zinvol om een verworpen vrucht voor sectie naar GD te sturen. Bij sectie wordt deze altijd onderzocht op BVD-virus. Drs. Linda van Duijn, dierenarts rundvee

Zorgvuldig onthoornen van geitenlammeren Een dierenarts van een melkgeitenbedrijf meldde onlangs problemen bij jonge lammeren in de opfok. De lammeren hadden pussende wonden op de kop ter plaatse van de onthoorning. Dit ging gepaard met neurologische verschijnselen en sterfte. Bij pathologisch onderzoek werd beiderzijds een gat in de schedel aangetroffen met een meer of minder uitgebreide necropurulente ontsteking in het aangrenzende hersenweefsel. Deze veranderingen zijn toegeschreven aan (thermisch) trauma door onthoornen. De dierenarts gaf aan dat bij eerdere groepen lammeren die hij had onthoornd geen problemen waren opgetreden en dat hij niet wist wat er in deze gevallen verkeerd was gegaan.

een onthoornapparaat wordt de hoornpit verwijderd, waardoor hoorngroei niet meer mogelijk is. Het onder anesthesie brengen en het onthoornen van geitenlammeren zijn handelingen die uitermate zorgvuldig moeten worden uitgevoerd. Het schedelbeen van lammeren is dun en de hersenen liggen hier direct onder. Het proces van onthoornen wordt bepaald door de temperatuur van het onthoornapparaat en de duur van branden ter plaatse van de hoornpit.

Op de meeste melkgeitenbedrijven worden lammeren op een leeftijd van drie à vier weken onthoornd onder algehele anesthesie na toediening van xylazine, ketamine en atropinesulfaat. Met

Dr. Klaas Peperkamp, patholoog en Dr. René van den Brom, dierenarts kleine herkauwers

Veterinair

Vermoedelijke oorzaak verwerpen BVD

Bijlage: Keuzetabel IBR-onderzoeken GD biedt veel verschillende bepalingen aan op het gebied van IBR. Om duidelijk te maken welk onderzoek voor welke situatie het meest geschikt is, ontvangt u als bijlage bij deze GD Veterinair de keuzetabel IBR-onderzoeken. Hierin vindt u alle mogelijke IBR-bepalingen van GD op een rij, voorzien van de reden van gebruik. GD Veterinair | oktober 2015 |

1


Dr. Kees van Maanen, specialist veterinaire microbiologie

Meer vlekziekte op varkensbedrijven? De Veekijker krijgt sinds begin 2015 geregeld vragen over vlekziekte op conventionele varkensbedrijven. Voorheen was dat een zeldzaamheid en betrof het vrijwel uitsluitend bedrijven met buitenuitloop.

Droes onder de loep De Helpdesk Paard voor en door dierenartsen is al ruim een jaar een feit. Deze is bedoeld voor vragen en meldingen over infectieuze, niet meldingsplichtige aandoeningen. De meer dan tweehonderd telefoontjes van het afgelopen jaar gingen vooral over rhinopneumonie, Lawsonia intracellularis, contagious equine metritis (CEM) en droes. In deze column wil ik aandacht vragen voor droes. Over deze ziekte bestaan nogal wat hardnekkige onjuiste opinies, zoals: ‘eenmaal droes is nooit meer droes’. Uit de helpdesktelefoontjes en diepteinterviews met paardenpractici en specialisten bleek dat, naast dat droes zeer besmettelijk is en dragers een belangrijke rol spelen, de indruk bestaat dat droes vaker dan voorheen gepaard gaat met aspecifieke klinische symptomen. Ook hebben we gekeken welke onderzoeken naar droes de afgelopen tien jaar zijn gedaan. Er zijn nauwe contacten met de Animal Health Trust (AHT) in Engeland en met de komst van een gevoelige real-time PCR is de diagnostiek aanzienlijk verbeterd. En binnenkort kunnen we waarschijnlijk onder licentie van AHT een gevoelige en specifieke ELISA voor het aantonen van antistoffen tegen S. equi aanbieden. We denken dat er op bedrijfsniveau zelfs mogelijkheden zijn voor beheersing, eradicatie en preventie. Daarom ga ik samen met GD-collega Linda van den Wollenberg en drie gerenommeerde dierenartsenpraktijken Masterclasses & workshops droes geven in het noorden, midden en zuiden van het land. Deze zijn praktisch van insteek en met een duidelijke plek voor discussie en overleg over (on)mogelijkheden in de dagelijkse praktijk. Wilt u zich daar ook voor aanmelden? Kijk dan op www.gddiergezondheid.nl/gdacademy

Afgelopen zomer was op een vleesvarkensbedrijf zelfs sprake van sterfte bij dieren van ongeveer 70 kilogram als gevolg van sepsis door infectie met Erysipelothrix rhusiopathiae. Sepsis door vlekziekte wordt bij vleesvarkens zelden gezien. In dit geval waren er twijfels over de kwaliteit van het management en de huisvesting op het betreffende bedrijf. Ook bleken de zeugen op het toeleverende vermeerderingsbedrijf niet tegen vlekziekte te worden gevaccineerd. De meeste besmettingen vinden oraal plaats, maar ook via huidwondjes of steekinsecten kan de bacterie verspreid worden. Het is bekend dat de pathogeniteit van subtypen kan variëren, maar onderzoek door de farmaceutische industrie naar het voorkomen van een ongebruikelijk type heeft vooralsnog niet aangetoond dat daar in Nederland sprake van is. Erysipelothrix rhusiopathiae komt ubiquitair voor en bij heel veel verschillende diersoorten, ook bij pluimvee en vissen. Humaan zijn bij bijvoorbeeld slachthuismedewerkers milde huidinfecties beschreven. Dergelijke infecties herstellen doorgaans spontaan binnen enkele weken. Bij sterfte van varkens die gepaard gaat met huidlaesies c.q. -bloedingen, is uiteraard uitsluitingsonderzoek naar varkenspest geïndiceerd. Dr. Theo Geudeke, dierenarts varken

Monitoringspilots pluimvee: nog ruimte voor deelname Binnen de diergezondheidsmonitoring is ruimte gecreëerd voor onderzoek naar gecompliceerde gezondheidsproblemen in de pluimveesector waarvan de oorzaak nog niet helder is. Voor vier monitoringspilots kan GD nog inzendingen gebruiken. 1. Leverafwijkingen in vleeskuikens Deze pilot is opgezet voor peildierenartsenpraktijken die vleeskuikenbedrijven begeleiden die herhaaldelijk een verhoogd percentage afkeur aan de slachtlijn hebben door hepatitis. 2. Productiedaling bij leg- en reproductiekoppels (vlees/leg) In het kader van de reguliere monitoring ontving GD in het laatste halfjaar van 2014 meerdere meldingen van forse eiproductiedalingen waarvoor geen eenduidige oorzaak aanwijsbaar was. Met deze pilot wil GD achterhalen welke aandoeningen in deze koppels voorkomen. 3. Optimaliseren overzicht landelijk antibiogram pluimvee (vleeskuikens en opfok vlees) Het doel van deze pilot is het leveren van actuele overzichten van de gevoeligheden van bacteriestammen voor antibiotica. Deze overzichten worden regelmatig gedeeld met de deelnemende dierenartsen. 4. Insturen bursa’s in het kader van Gumboro-onderzoek Bursa’s van koppels die verdacht worden van de ziekte van Gumboro kunnen ingestuurd worden voor nader onderzoek. Naast het aantonen van een daadwerkelijke Gumboro-uitbraak, levert deze pilot informatie op over de in Nederland circulerende Gumborovirussen. Wilt u deelnemen aan deze pilots of wilt u meer informatie? Dan kunt u contact opnemen met GD, 0900-1770 (optie 4, pluimvee) of pluimveeplanning@gddiergezondheid.nl. Momenteel zijn twee nieuwe monitoringspilots in ontwikkeling: ‘Botontwikkeling bij vleeskuikens’ en ‘Respiratoire aandoeningen bij vleeskuikens’. Nadere informatie daarover volgt. Drs. Jeanine Wiegel, dierenarts pluimvee

2


Uitbreiding onderzoek spoorelementen in bloed rundvee Recent onderzoek van GD maakt het nu mogelijk om op eenvoudige wijze in één keer inzicht te krijgen in de actuele opname van selenium, jodium, koper en zink bij niet-melkgevende dieren. Deze vier spoorelementen kunnen nu worden onderzocht in één bloedbuis tegen een scherp tarief. Het nieuwe bloedonderzoek (Pakket Spoorelementen Uitgebreid, artikelnummer 10311) sluit naadloos aan op het inmiddels bekende mineralenonderzoek in tankmelk (dé Mineralencheck) waarmee melkveehouders inzicht krijgen in de selenium-, koper-, zink- en jodiumopname bij hun lacterende koeien. Het succes van het onderzoek in tankmelk was aanleiding om te zoeken naar een uitbreiding van de mogelijkheden van bloedonderzoek. Inmiddels is dit onderzoek afgerond en is het dus mogelijk om vier spoorelementen (selenium, jodium, koper en zink) uit één bloedbuis (heparinebloed, plasma) te bepalen. Het Pakket Spoorelementen Uitgebreid geeft informatie over de actuele opname van de genoemde mineralen, speciaal over tekorten in het rantsoen. Voor selenium geldt dat het bloedonderzoek ook waardevolle informatie geeft over een te royale, actuele opname. Aanvullende informatie over de voorraad van selenium, opgebouwd in de laatste zes tot acht weken, kan eventueel in dezelfde buis worden aangevraagd (GSH-Px-onderzoek).

Het Pakket Spoorelementen Uitgebreid vervangt het huidige Pakket Spoorelementen (combinatie van koper en GSH-Px). Evenals het tankmelkonderzoek is het bloedonderzoek bedoeld om een eerste indicatie te krijgen van de voorziening van spoorelementen. Bij afwijkingen wordt geadviseerd het rantsoen grondig te bekijken in overleg met veehouder en voeradviseur. De veranderingen op een rij 1. M et één heparinebuis informatie over de actuele opname van vier spoorelementen: selenium, jodium, koper en zink. Aanvullende informatie over de voorraad van selenium (via GSH-Px) kan in dezelfde buis worden aangevraagd. 2. H et Pakket Spoorelementen Uitgebreid heeft een scherp tarief van 21,25 euro per monster (exclusief btw en basiskosten). Dit tarief ligt lager dan het tarief van het Pakket Spoorelementen (24,70 euro). 3. A l het onderzoek van spoorelementen wordt vanaf nu uitgevoerd in heparinebloed (plasma). Dit betekent dat voor zink geen zinkvrije buis meer gebruikt hoeft te worden. Voor plasma gelden andere referentiewaarden dan voor serum. Dr. Jan Veling, specialist rundergezondheidszorg

De 2/5-uitslagcombinatie in het BVD jongveevenster In de vorige GD Veterinair is de 1/5-uitslagcombinatie in het BVD jongveevenster besproken. De editie daarvoor werd duidelijk dat BVD-vrije bedrijven per jaar 6 procent kans hebben op een ongunstige uitslag in het jongveevenster. Dit in tegenstelling tot de bedrijven met een onbekende BVD-status, waar die kans 20 procent is. Deze keer aandacht voor de uitslagcombinatie 2/5 en de kans dat deze uitslag tot het vinden van een drager leidt. In de periode 2007 tot 2013 voerde GD de bewaking van het BVDvrij programma via ruim 31.000 complete jongveevensters uit. In 2 procent van die gevallen waren twee van de vijf dieren positief op antistoffen tegen BVD-virus. Binnen het programma worden deze twee positief geteste dieren en vijf nog niet onderzochte dieren vervolgens op antistoffen tegen BVD-virus onderzocht. Als drie of meer van deze zeven dieren BVD-antistoffen hebben, volgt het cohortonderzoek, waarbij alle dieren tussen de één en zestien maanden oud op BVD-virus onderzocht worden. In 5 procent van alle 2/5-uitslagcombinaties wordt in een eventueel cohortonderzoek bij één of meerdere dieren BVD-virus gevonden. Door de tussenstap, waarin het herhalingsonderzoek van de twee positieve dieren aangevuld wordt met onderzoek van vijf nieuwe kalveren, is echter bij slechts een kwart van de bedrijven cohortonderzoek nodig. Bij dit cohortonderzoek is in 19 procent van de gevallen een of meerdere dieren positief op BVD-virus. Deze tussenstap voorkomt dus onnodig cohortonderzoek bij een groot deel van de veehouders. Drs. Linda van Duijn, dierenarts rundvee

Informatiebijeenkomsten Bedrijfsantibiogram Mastitis Voor deelnemers aan Uiergezondheid Tankmelk lanceert GD eind dit jaar het Bedrijfsantibiogram Mastitis: een antibioticagevoeligheidsbepaling voor mastitiskiemen op bedrijfsniveau. Uiergezondheid Tankmelk-deelnemers die kiezen voor het Bedrijfsantibiogram Mastitis krijgen naast inzicht in de mastitiskiemen op het bedrijf, ook een goede indicatie van de antibioticagevoeligheid van deze kiemen. Om u als dierenarts goed op de hoogte te brengen van deze nieuwste innovatie van GD en van de mogelijkheden die de uitslag u biedt voor bijvoorbeeld het invullen van het BBP, organiseert het UGA Team van GD in oktober en november vijftien speciale informatiebijeenkomsten in de regio. Op het moment dat deze GD Veterinair verschijnt volgen nog bijeenkomsten in Waalwijk, Roosendaal, KelpenOler, Gemert, Deventer, Haaksbergen, Wolvega, Lemelerveld, Westerbork, Bodegraven en Alkmaar. Aanmelden kan eenvoudig via www.gddiergezondheid.nl/aanmelden

GD Veterinair | oktober 2015 |

3


Nieuws en mededelingen GD op Dermatology Day

Digitaal inschrijven

GD is de hele dag aanwezig op de zevende editie van Dermatology Day op vrijdag 6 november in conferentiecentrum De Kooi in Bunschoten. Dit symposium wordt georganiseerd door Proveto en is onmisbaar voor dierenartsen met belangstelling voor huidproblemen bij gezelschapsdieren. Bij de GD-stand kunt u terecht met al uw vragen over onze cel- en weefselpathologie. GD beschikt over een team van acht pathologen, waaronder veterinair patholoog Nadine Meertens. Zij heeft uitgebreide kennis over dermatopathologie.

Dierenartsenpraktijen die vanaf oktober 2015 deelnemen aan een onderzoek in het kader van specifieke monitoring, kunnen hun monsters via de digitale weg inschrijven. Dat betekent: ze hoeven geen inschrijfformulieren in te vullen en scannen hun monsters digitaal. Ook gaat de digitale declaratie gemakkelijk en snel. Dierenartsenpraktijken die zich al hebben aangemeld voor digitaal inschrijven en een aansturing voor de specifieke monitoring hebben ontvangen, krijgen binnenkort een handleiding over digitaal inschrijven. In de toekomst is het ook mogelijk om opdrachten in het kader van andere projecten digitaal in te schrijven.

Aanpassing naamgeving salmonellatesten pluimvee Voor een aantal salmonellatesten is de naamgeving op de uitslag aangepast. Reden hiervoor is dat de oude naamgeving onvoldoende informatie gaf over de exact uitgevoerde methode. De Salmonella Branche-methode heet nu Salmonella Ophoping MSRV / Biochemie (pluimvee) en de Salmonella GD Methode heet nu MSRV+RVS / Biochemie (pluimvee). Beide testen voldoen aan de wettelijke eisen voor salmonellaonderzoek, de tweede test bevat een extra ophopingsstap en is daardoor iets gevoeliger bij het aantonen van zoönotische salmonella’s. Voor de andere diersoorten worden nu de volgende naamgevingen gehanteerd: de Salmonella Kweek EU heet nu Salmonella Ophoping MSRV/MALDI-TOF en de Salmonellakweek direct heet nu Salmonella Directe kweek MSRV/ MALDI-TOF.

Redactie Guillaume Counotte Linda van Duijn Theo Geudeke Carlijn Kappert Yoni Pasman Helen de Roode Sylvia Greijdanus - van der Putten Jeanine Wiegel

Basisontwerp de PLOEG communicatie

ISSN 1388-4042

Uitgever GD Deventer

Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD.

Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Productiecoördinatie, prepress en drukwerk Senefelder Misset Doetinchem

Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar

Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 Voor veterinaire vragen: GD Veekijker, T. 0900-7100 000 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. Samen werken aan diergezondheid

Dierenartsensessie congres Gezonde Melkveehouderij Voorafgaand aan het congres Gezonde Melkveehouderij (10 november, Zwolle) organiseren Boerderij en GD een speciale ochtendsessie voor dierenartsen. Onderwerpen zijn de aanpak van Mycoplasma en het effect van BVD op de immuniteit. Bij het Kwaliteitsregister Dierenartsen is een aanvraag ingediend om nascholingspunten toe te kennen aan dit ochtendprogramma. Ga voor meer informatie en aanmelden naar: www.gezonde-melkveehouderij.nl

Najaarscampagne IBR en BVD Vanwege het succes van de campagne dit voorjaar, biedt GD melkveehouders dit najaar nogmaals de mogelijkheid om de tankmelk voor slechts 18,50 euro (exclusief btw en basiskosten) éénmalig te laten onderzoeken op IBR-antistoffen. Een grote groep melkveehouders ontvangt half oktober een antwoordkaart waarmee zij de IBR Tankmelkcheck eenvoudig kunnen bestellen. Via www.gddiergezondheid.nl/ibr kan dit ook. Melkmonsters worden automatisch genomen via de RMO. Uiteraard kunt u ook zelf tijdens een bedrijfsbezoek een tankmelkmonster nemen (vraag de veehouder dan wel van tevoren of hij zich niet al heeft aangemeld voor de actie, dit om dubbele kosten te voorkomen). Van uw GD-relatiebeheerder ontvangt u hiervoor een pakket met tankmelkbuisjes. Het voordelige tarief geldt tot 15 december 2015. Veehouders met een onbekende BVD-status ontvangen in dezelfde periode nogmaals informatie over de QuickScan BVD, inclusief een antwoordkaart om de QuickScan BVD te bestellen tegen het reguliere tarief. Veehouders met een onbekende IBR- én BVD-status informeren we in oktober over de mogelijkheid de QuickScan BVD te combineren met een tankmelkonderzoek op IBR-antistoffen. De veehouder betaalt dan maar één keer de basiskosten en profiteert tegelijk van het lagere tarief van het tankmelkonderzoek op IBR. Het combinatieonderzoek is te bestellen met een antwoordkaart of via www.gddiergezondheid.nl/bvd


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.