De Gezondheidsdienst voor Dieren
NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 18 • SEPTEMBER 2012
Uitslagen éénmalig tankmelkonderzoek afweerstoffen schmallenbergvirus In de afgelopen twee maanden werd melkveehouders de mogelijkheid geboden om éénmalig tankmelkonderzoek op afweerstoffen tegen het schmallenbergvirus uit te laten voeren. De eerste veehouders die van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt, hebben onlangs de uitslagen per post ontvangen. De uitslagen van veehouders uit uw praktijk worden ook naar u verzonden. Eind september hopen we de laatste uitslagen te kunnen versturen. Mogelijke uitslagen van het tankmelkonderzoek zijn: negatief, laag positief, hoog positief. Met de uitslag kan een inschatting worden gemaakt van de gevoeligheid van melkgevende dieren voor een eventueel nieuwe infectie. De verdeling op basis van de verzonden uitslagen is als volgt: in de tankmelkmonsters van 92% van de bedrijven werden veel afweerstoffen aangetoond, op 6% van de bedrijven zijn weinig afweerstoffen aangetoond en 2% van de deelnemende bedrijven heeft de uitslag “geen afweerstoffen aangetoond” ontvangen. Om inzichtelijk te krijgen wat de situatie van zowel melkvee als jongvee is, kunt u adviseren om naast het tankmelkonderzoek ook bij vijf dieren in de leeftijd van acht tot twaalf maanden bloed te laten tappen
voor onderzoek op afweerstoffen tegen het schmallenbergvirus. Dit kan met name zinvol zijn om risico’s op afwijkende kalveren bij te insemineren pinken in kaart te brengen. Ook bij embryotransplantatie kan het nuttig zijn om vooraf bloed te tappen bij de ontvangers van de embryo’s om te kunnen bepalen of er afweerstoffen tegen het schmallenbergvirus aanwezig zijn. Worden afweerstoffen aangetoond, dan is er geen risico op misvormde kalveren door het schmallenbergvirus bij een nieuwe uitbraak van de infectie. Worden er geen afweerstoffen tegen het schmallenbergvirus aangetoond, dan is er een risico op misvormde kalveren bij een nieuwe uitbraak van de infectie. Individueel onderzoek op afweerstoffen tegen het schmallenbergvirus in bloed kost € 6,50 (excl. btw en basiskosten). Henry Visscher, marktmanager infectieziekten
Nieuwe labtesten voor App en Hps Per 1 september worden de testmogelijkheden voor varken uitgebreid. De volgende testen kunnen op het aanvraagformulier, te downloaden via de website van de GD, aangevraagd worden: App (eenzijdige longontsteking): Er is een indirecte ELISA gevalideerd voor het screenen van serum op App voor diagnostiek en monitoring. Deze test kan ook gebruikt worden voor confirmatie van de ApxIV ELISA vanwege de grote overlap in de aantoonbare typen. Daarnaast zijn er 3 App typering ELISA’s gevalideerd, waardoor het mogelijk is om serologische typering te doen voor de in Nederland meest voorkomende en meest pathogene App-typen: type 2, type 5a/5b en type 1,9,11. Deze testen worden uitgevoerd op serum. Hps (Glässerse ziekte): De GD heeft twee PCR-testen gevalideerd waarmee aangetoond kan worden of een kolonie de Hps-bac-
Veterinair
09
terie mét virulentiefactor bevat. De testen moeten na elkaar uitgevoerd worden. De eerste PCR is voor het aantonen van alle typen Hps. Indien positief, dan wordt een PCR gedaan voor het aantonen van het virulentiegen. Deze test wordt uitgevoerd op meerdere materialen, maar pas nadat er door middel van kweek op een specifiek medium kolonies zijn gevonden. Via de GD servicemail Varken, speciaal bedoeld voor varkensdierenartsen, zult u uitgebreider geïnformeerd worden over deze nieuwe testmogelijkheden. Aanmelden voor deze servicemail kan via redactie@gddeventer.com. Drs. Paul Franssen, dierenarts varkensgezondheidszorg
Nieuw op gddeventer.com • Studiegroepen & themasymposia VeeKompas: overzicht van alle data en locaties. • 10 jaar Monitoring: lees alles over 10 jaar diergezondheidsmonitoring in Nederland en meld u aan voor het seminar 'Samen voor gezondheid' op dinsdag 13 november 2012 in De St@art in Apeldoorn. GD Veterinair | september 2012 |
1
Drs. Petra Kock manager monitoring
10 jaar Monitoring 2002. Introductie van de euro. Memorabel verkiezingsjaar. Willem Alexander en Máxima trouwen. WK zonder Oranje. Maar ook: de start van het landelijke systeem voor diergezondheidsmonitoring. Ten behoeve van dier- èn volksgezondheid kreeg de GD van overheid èn agrarisch bedrijfsleven gezamenlijk het verzoek de systematiek te ontwikkelen en vervolgens uit te voeren. In het eerste jaar, het jaar na de MKZuitbraak, boog de schapensector zich over een aangeboren afwijking bij lammeren, kregen enkele rundveebedrijven te maken met vergiftigingen door Jacobskruiskruid, onderzocht de varkenssector problemen door MPA en verdeelden de pluimvee specialisten hun aandacht over Angara disease, Mycoplasma gallisepticum bij kalkoenen en hysterie bij legkippen. In de nieuwe monitoringsopzet werd de sleutelrol van practici onderkend. De GDVeekijker werd ingericht als verbindingscentrum. Hoe belangrijk deze twee keuzes waren is de afgelopen 10 jaar meermaals gebleken. De rol van practici onderscheidt de Nederlandse monitoringssystematiek van die in andere landen, we gooien er internationaal hoge ogen mee en de werkwijze vindt steeds meer navolging. Het belang van een goede signalering is sinds 2002 alleen maar duidelijker geworden. Het principe “ten behoeve van dier- en volksgezondheid” kennen we nu als “One Health”, en vertegenwoordigt een breed gedragen visie. Dit jaar bestaat de diergezondheids monitoring in Nederland 10 jaar; een jubileum dat het waard is om gevierd te worden. Dat doen we tijdens het seminar ‘10 jaar diergezondheidsmonitoring’ speciaal voor dierenartsen op dinsdag 13 november 2012 in De Staart te Apeldoorn. Zie www.gddeventer.com voor meer informatie.
2
Plan van aanpak Neospora U heeft bloed- of melkmonsters ingestuurd of in laten sturen voor onderzoek op Neospora caninum. Hoe interpreteert u de uitslag en, indien er afweerstoffen zijn aangetoond, over welke bestrijdingsstrategieën beschikt u? Er is nu een overzichtelijke brochure beschikbaar waarmee u, samen met uw melkveehouder, stap voor stap de besmetting op een bedrijf kunt opsporen en aanpakken. Op 80% van de Nederlandse melkveebedrijven komt Neospora in meer of mindere mate voor. De insteek van het onderzoek op bedrijfsniveau is afhankelijk van de aanwijzing en die u kunt opmaken uit individueel onderzochte dieren en/of tankmelkonderzoek. Onderzoek in melkmonsters en bloedonderzoek van individuele dieren op afweerstoffen tegen Neospora kunnen drie uitslagen opleveren: niet(s) aangetoond, laag positief of hoog positief. De nieuwe brochure helpt u bij het interpreteren van deze uitslagen en geeft een duidelijk overzicht van de te nemen vervolgstappen. Zo wordt duidelijk wanneer een familielijnonderzoek, een bedrijfsscreening of het insturen van meerdere verwerpers zinvol is. M.b.t. de bedrijfsaanpak kunt u lezen dat de keuze van aan te houden kalveren vooral bepaald wordt door de aanwezige selectieruimte op het bedrijf. Ook maatregelen ten aanzien van een hond op het bedrijf worden nog eens kort samengevat. Uw relatiebeheerder zal bij het eerstvolgende bezoek een exemplaar van de folder meenemen. U kunt de folder ook downloaden via www.gddeventer.com. Ir. Bert de Roo, hoofd binnendienst
Nieuwe ACTH-bepaling voor Cushing bij paarden Per 1 oktober 2012 kunt u de directe bepaling van ACTH in bloed van paarden bij de GD aanvragen. Deze test maakt het mogelijk om snel en zonder extra handelingen de Ziekte van Cushing bij paarden (PPID: equine pituitary pars intermedia dysfunction) te diagnosticeren en/of te controleren of medicatie goed werkt. Tot nu toe kon u bij de GD alleen de ACTH-stimulatietest of een Dexamethasonsuppressietest aanvragen om PPID te onderzoeken. Bij deze testen werd twee keer cortisol bepaald. Daarmee werd indirect bepaald of er sprake was van PPID of niet. De meest betrouwbare methode om deze diagnose te stellen is echter een directe bepaling van ACTH. Dat werd tot nu toe niet gedaan omdat men ervan uitging, op basis van de ervaring bij mensen en honden, dat ACTH ook in het bloed van paarden onvoldoende stabiel is (het gaat om de stabiliteit van de stof (ACTH) zelf: deze wordt gemetaboliseerd en is daarom minder stabiel. Het niveau in het bloed is in principe wel stabiel). Maar recente literatuur laat zien dat het paard een uitzondering is: ACTH in bloed van paarden is redelijk stabiel. Daarom kunt u binnenkort ook de directe bepaling van ACTH in bloed van paarden bij de GD aanvragen. De bepaling kan alleen worden uitgevoerd in EDTA-bloed (buis met paarse dop). Dit bloed kan met TNT Innight en het liefst met een koelelement worden verzonden naar het laboratorium. Deze werkwijze is vergelijkbaar met de gang van zaken rond het pakket insulineresistentie. De referentiewaarden zijn afhankelijk van het seizoen: in de winter en vroege zomer (november tot juli) is de bovengrens 6,7 pmol/L, terwijl in de periode augustus tot oktober de waarden iets hoger liggen (tot 10,5 pmol/L) bij gezonde paarden. Drs. Bram van Schaik, dierenarts paardengezondheid en Dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog
LABBEPALING VAN DE MAAND
Respiratoir Pakket en individuele PCR-bepalingen paard Er zijn veel verschillende ziekteverwekkers die Acute Upper Respiratory Tract Disease (AURD) kunnen veroorzaken. Om snel vast te stellen om welke ziekteverwekker(s) het in een bepaald geval gaat, is er het GD Respiratoir Pakket Paard. De belangrijkste real-time PCR-bepalingen uit dit pakket zijn nu ook individueel beschikbaar. Wie gebruik wil maken van het pakket kan van maximaal drie paarden per bedrijf neusswabs insturen voor onderzoek. Hieruit wordt het DNA en RNA gezuiverd en onderzocht met zeven verschillende real-time PCR’s die specifiek zijn voor de equine herpesvirussen type 1 en 4, equine influenzavirus, equine arteritis virus, equine rhinitisvirus type B, Streptococcus equi subsp. equi en pathogene stammen van Rhodococcus equi. De Multi-PCR is geschikt voor neusswabs, neusspoelingen en longspoelingen. Een analyse over de afgelopen 2,5 jaar laat zien dat bij ongeveer 40% van de inzendingen voor het Respiratoir Pakket één of meer pathogenen werden aangetoond. Met stip bovenaan staat Streptococcus equi, gevolgd door EHV4, EHV1, Rhodococcus equi, equine rhinitis virus en influenzavirus. EAV werd sinds het beschikbaar komen van het pakket niet aangetoond als oorzaak van AURD. Het is van groot belang om bewust paarden te selecteren die slechts één tot enkele dagen respiratoire symptomen hebben laten zien. Ook is het belangrijk drie swabs per uitbraak in te sturen. Veel inzendingen bestonden uit slechts één swab, terwijl er drie kunnen worden ingestuurd. Deze
swabs worden (indien u dit aankruist op het inzend formulier) als een gepoold monster onderzocht, waardoor de kans op een diagnose toeneemt. Als gezegd zijn de belangrijkste real-time PCRbepalingen uit het Respiratoir Pakket (EHV1, EHV4, S. equi, R. equi, influenzavirus) nu ook individueel beschikbaar. Deze worden frequent (drie keer per week) uitgevoerd. Het afgelopen jaar zijn er bijvoorbeeld rond de uitbraken van de neurologische vorm van rhinopneumonie en door de introductie van het abortuspakket veel meer bepalingen voor EHV1 en EHV4 uitgevoerd. De kosten voor het pakket en de individuele bepalingen bedragen respectievelijk € 157,60 en € 35,- (excl. btw en basiskosten). Ook voor de individuele bepalingen kunnen maximaal drie swabs per bedrijf ingezonden en gepoold getest worden. Dr. Kees van Maanen, viroloog
Coccidiose op het rundveebedrijf Zeer resistente oöcysten worden overal in de omgeving van rundvee gevonden en veroorzaken vooral bij jongvee problemen. Sporulatie van oöcysten vindt (afhankelijk van de species) plaats in de dunne en de dikke darm, waarna tienduizenden ongesporuleerde oöcysten worden uitgescheiden via de feces. Van de verschillende species zijn Eimeria bovis en Eimeria zuernii (in de dikke darm) verantwoordelijk voor het optreden van ernstige klinische problemen als bloederige diarree en persen op de mest. Eimeria alabamensis (dunne darm) veroorzaakt heftige diarree en uitdroging, met soms ook sterfte tot gevolg. Daarnaast veroorzaken subklinische infecties ongemerkt veel groeivertraging, vaak bij een groter aantal dieren dan de klinische infecties. Species specifieke immuniteit ontwikkelt zich snel na een eerste contact met antigeen, echter de intensiteit is daarbij wel afhankelijk van het aantal opgenomen oöcysten. Voor een efficiënte bestrijding zijn een juiste diagnose (incl. speciestypering) en een regelmatige evaluatie van de managementmaatregelen op het bedrijf belangrijk. Veel infecties zijn menginfecties. De diagnostiek is gebaseerd op de aanwezigheid van typische klinische symptomen en het aantonen van pathogene species. Vanwege de darmschade bij pathogene infecties is het huidige advies om op (probleem-) bedrijven een metaphylactische therapie toe te passen in een vroeg stadium van de infectie bij nog niet zieke dieren. Het optimale behandelmoment wordt dan bepaald aan de hand van de aangetoonde Eimeriasoorten.
Bij recent onderzoek (2012) in Duitsland is op 65 melkvee bedrijven gekeken naar de prevalentie en risicofactoren voor coccidiose en oöcysten per gram feces (OPG) voor E. bovis en E. zuernii, gerelateerd aan de mestconsistentie op dat moment. De bedrijfsprevalentie voor Eimeria oöcysten was 95.4% en de prevalentie voor E. bovis en E. zuernii was resp. 76.9% en 83.1%. Het OPG was afhankelijk van het vloertype en de leeftijd van de kalveren en gerelateerd aan het verplaatsen van de kalveren naar de roosters (kan endemisch evenwicht verstoren). Daarnaast werd voor beide infecties (maar met name voor E. zuernii) een positieve correlatie gevonden tussen de OPG en de ernst van de diarree. Deze studie bevestigt o.a. dat het huidige bedrijfsmanagement niet kan voorkomen dat coccidiose op een hoog percentage van de bedrijven voorkomt. Dr. Menno Holzhauer, specialist rundergezondheid
GD Veterinair | september 2012 |
3
Nieuws en mededelingen Zevende GD Geitenstudiedag
Vaccinatie tegen blauwtong weer toegestaan
Op donderdag 11 oktober vindt de zevende GD Geitenstudiedag plaats in Wijchen. De onderwerpen van het ochtendprogramma zijn: 'Wie betaalt de prijs van Q-koorts?' (de economische gevolgen van Q-koorts, onderzoek drs. Maaike Gonggrijp), 'Help! De pers...' (crisis- en reputatiemanagement bij calamiteiten zoals Q-koorts, door Michiel Krom) en 'Van de Ven bokken om te smullen' (een kijkje in de keuken van het bedrijf van Jeannette van de Ven). In het middagprogramma wordt uw mening gevraagd tijdens groepsdiscussies over paratbc, chlamydia abortus en uiergezondheid. Meer informatie en aanmelden: www.gddeventer.com.
Dieren mogen sinds 1 augustus 2012 weer gevaccineerd worden tegen blauwtong. Sinds februari 2012 heeft Nederland de blauwtongvrijstatus. Bij een vrijstatus was vaccinatie tot nu toe niet toegestaan, maar omdat de Brusselse regels zijn aangepast mag het nu wel weer. De GD adviseert om de vaccinaties te registreren in VeeOnline. De gegevens worden dan goed bewaard en zijn toegankelijk voor veehouder, exporteurs en handelaren.
Vervanging singlesample naalden voor landbouwhuisdieren De GD vervangt de korte en lange singlesample naalden voor landbouwhuisdieren door een nieuwe multisample naald (18G x 1.5) VDNAA041 met bijpassende naaldhouder VDNAA0042GD van Sarstedt. De nieuwe naald ‘met rubber hoesje’ tapt sneller en makkelijker, knoeit niet bij het wisselen van buis en geeft geen etiketvervuiling en contaminatie. U kunt de nieuwe naald op de voor u gebruikelijke wijze bestellen. De naalden worden geleverd in handzame verpakkingen á € 14,70 per 100 stuks. De naaldhouders kosten € 3,00 per 100 stuks. Voor gezelschapsdieren blijft de VDNAA019 gehandhaafd.
Redactie Guillaume Counotte Theo Geudeke Catholine Koster Helen de Roode Thijs Roumen Jessica van Stek Christiaan ter Veen ISSN 1388-4042 Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.
Prepress en productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem
Basisontwerp
de PLOEG communicatie Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Drukwerk Senefelder Misset Doetinchem Uitgever GD Deventer Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar
Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddeventer.com, info@gddeventer.com Alle genoemde tarieven zijn exclusief BTW en basiskosten.
De Gezondheidsdienst voor Dieren
Nieuwe functionaliteiten in VeeOnline Sinds kort zijn in VeeOnline ingeplande onderzoeken ten behoeve van certificeringsprogramma's en specifieke monitoring terug te vinden. In uw klantenoverzicht kunt u onder het tabblad “attenties” zien bij welke veehouders nog onderzoeken nodig zijn. Als u in deze lijst op een cijfer in de kolom “geplande onderzoeken” klikt, krijgt u een overzicht van het betreffende onderzoek. Hier vindt u onder “informatie” de dieren die getapt kunnen worden. Deze extra informatie zal stap voor stap uitgebreid worden. Ook werken we aan de mogelijkheid om van hieruit direct een bijhorend monsternameformulier te kunnen maken. Ook nieuw in VeeOnline: tankmelkrapportages. Naast de CDMrapportages van FrieslandCampina staan nu rapportages vermeld van Leverbot, maagdarmwormen, Neospora, uiergezondheid en tankmelk worminfecties. In een handig overzicht ziet u de behaalde punten en of er een verandering heeft plaatsgevonden ten opzichte van de vorige tankmelkbepaling. Op www.veeonline.nl kunt u handige handleidingen vinden voor de nieuwe onderdelen. In oktober starten we met het geven van workshops VeeOnline op de praktijken. Indien u interesse heeft kunt u mailen naar j.v.stek@gddeventer.com of contact opnemen met uw relatiebeheerder.
Najaar goed moment voor mestonderzoek Het najaar kan een goed moment zijn om bij paarden mestonderzoek op (spoel)wormen uit te voeren. Zo kunt u bepalen of de dieren 'schoon' (genoeg) op stal gaan. De GD stimuleert deze aanpak met fors lagere prijzen voor mestonderzoek. Tot 1 januari 2013 betalen dierenartsen bij de GD voor mestonderzoek paard inclusief inzendkosten slechts € 17,65 per monster. Dit tarief geldt zowel voor individuele monsters als voor gepoold aangeleverde mestmonsters van paarden.
Werkwijze aanvraag individueel melkonderzoek De GD onderzoekt zowel individuele melkmonsters als tankmelkmonsters op afweerstoffen tegen paratuberculose, salmonellose, leptospirose, neosporose en/of IBR. Een instructie en formulier voor het aanvragen van individueel melkonderzoek voor alle melkgevende runderen vindt u op www.gddeventer.com onder 'nieuws'. Wij adviseren u deze instructie te volgen, om teleurstellingen te voorkomen.