Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 20 • SEPTEMBER 2014
09
Veterinair
Schade door PRRS en andere longziekten
De gevolgen van PRRS-infecties op varkensbedrijven in Nederland zijn groot. Daarnaast veroorzaken luchtwegklachten bij gespeende biggen of vleesvarkens veel schade. Onderzoek toont aan dat een combinatie van infecties de economische schade fors verhoogt. PRRS-uitbraken onder zeugen kosten in Nederland gemiddeld 126 euro per zeug. In Amerika en Denemarken komen de berekeningen uit op ongeveer 200 euro per zeug. Het is veel minder duidelijk wat het effect van PRRS-infecties is op de economische schade bij varkens met luchtwegaandoeningen. Amerikaans onderzoek uit 2005 had al aangetoond dat de schade door PRRS bij biggen na spenen en in de vleesvarkensfase in totaal bijna 10 euro bedraagt. Maar welke schade levert een combinatie van PRRS met Mycoplasma hyopneumoniae (M. hyo) of Infl uenza op? Cijfers uit 2012 geven het volgende beeld (zie tabel). De extra kosten van een infectie met alleen M. hyopneumoniae of Infl uenza zijn opgeteld 2,88 euro ten opzichte van varkens zonder ziekteverschijnselen door deze kiemen. Maar de combinatie veroorzaakt al meer dan een schadeverdubbeling, namelijk 7,56 euro. PRRS en M. hyopneumoniae
leidt tot een anderhalf keer grotere schade. De berekening is gebaseerd op groei per dag en uitval. De cijfers zijn vergeleken met groepen varkens binnen hetzelfde productiebedrijf die een hogere gezondheidsstatus hadden. Infectie
Opbrengstverlies per vleesvarken
M. hyopneumoniae
€ 0,47
PRRS
€ 4,16
Infl uenza
€ 2,41
PRRS + M. hyopneumoniae
€ 7,24
PRRS + Infl uenza
€ 7,78
Infl uenza + M. hyopneumoniae
€ 7,56
Tabel: Economische invloed van Influenza, PRRS en Mycoplasma hyopneumoniae, alleen of in combinatie (Dykhuis-Haden, AASV 2012)
Drs. Tom Duinhof, varkensdierenarts
Enkele gevallen van kippengriep Recent zijn er weer enkele gevallen van ‘kippengriep’ gezien. Hierbij kan een behoorlijk deel van de kippen ziek worden. De aandoening wordt veroorzaakt door het avian metapneumovirus (AMPV), beter bekend als TRT. Kippengriep is een ziektebeeld dat we tegenwoordig zelden nog zien. Het werd veel gezien bij nog ongevaccineerde bruine leghennen en vleesvermeerderingsdieren, toen het virus begin jaren ‘90 Nederland binnenkwam. AMPV is een virus dat geregeld leg- en vermeerderingskoppels en kalkoenen besmet. Besmettingen bij kippen zijn meestal zonder verschijnselen, mede omdat deze dieren vaak gevaccineerd zijn. In andere gevallen kan een productiedaling optreden. Witte leghennen vertonen zelden verschijnselen, bruine leghennen en vleesvermeerderingsdieren zijn gevoeliger. Bij kippengriep kunnen de kippen ziek worden,
snotterij vertonen en dikke koppen krijgen. Een deel van deze dieren kan daarna een middenoorontsteking ontwikkelen, waardoor ze draainekken krijgen. Mede door secundaire infecties met E. coli kan de uitval oplopen tot 10 procent of meer. Goed gevaccineerde dieren vertonen dit beeld doorgaans niet. Wanneer er echter meerdere infecties tegelijk optreden (bijvoorbeeld samen met IB of LPAI) neemt het risico op ernstigere kliniek toe. Daarom is bij verdenkingen op AMPV het advies de diagnostiek breder in te zetten dan op AMPV alleen. Dr. Sjaak de Wit, pluimveedierenarts
Tankmelk Uiergezondheid op VeeOnline
Wist u dat u ook de rapportages Tankmelk Uiergezondheid op VeeOnline staan? Als dierenarts kunt u deze op twee manieren inzien: • via het homescherm van de veehouder (onder 'Statussen en deelnames', via de link 'Rapportage'); • via het klantenoverzicht 'Deelnames', onderaan uw klantenlijst (in het tabblad 'Deelnames'). GD Veterinair | september 2014 |
1
Dr. Karianne Lievaart-Peterson Dierenarts kleine herkauwers
Door het oog van de patholoog: Grass sickness Bij de afdeling pathologie van de GD werd een tweejarig paard aangeboden met bij leven ernstige koliek. Differentiaal diagnostisch dacht de dierenarts aan grass sickness, botulisme en intoxicatie.
Alpaca's en kangoeroes Het kan zomaar gebeuren dat uw hulp wordt ingeroepen voor minder alledaagse diersoorten. Hierover hebben we weinig tot niets geleerd in Utrecht. Wanneer is iets afwijkend? En als afwijkende symptomen zijn vastgesteld, wat is de differentiaal diagnose? Welke bevestigings- of uitsluitingsdiagnostiek kan worden toegepast? Veel diagnostische testen zijn diersoortspecifiek. Zo kunnen de meeste ELISA’s alleen diersoortspecifieke antilichamen aantonen: deze testen maken bijvoorbeeld gebruik van anti-rund- of anti-herkauwerconjugaten, bedoeld voor rund, schaap en geit. Het is maar de vraag of deze de waterbuffelantilichamen herkennen. Ook alpaca’s en lama’s hebben andersgevormde antilichamen. Meer ‘klassieke’ serologische testen zijn technisch vaak wel mogelijk, zoals agglutinatietesten en complementbindingstesten. Maar aangezien deze testen niet gevalideerd zijn voor bijzondere diersoorten, is het onduidelijk of de testeigenschappen bij die dieren voldoen. Technische mogelijkheden zitten eerder in directe diagnostiek zoals (histo) pathologie en algemeen bacteriologisch onderzoek. Houd er rekening mee dat monitoringssubsidies hierop niet van toepassing zijn. Van veel verschillende dieren kan bloed wel klinisch chemisch onderzocht worden, maar voor minder alledaagse diersoorten worden de geanalyseerde waarden weergegeven zonder referentiewaarden of conclusies. Indien u oog in oog komt te staan met andersoortige dieren, en u heeft vragen over testmogelijkheden, bel dan bij twijfel met de GD (klantenservice of Veekijker) om teleurstellingen te voorkomen. Waar mogelijk helpen we u graag verder, maar wij kunnen helaas niet in alle gevallen helpen.
2
Bij het klinisch onderzoek had de dierenarts vastgesteld dat het dier trilde, kwijlde en dat de darmen stillagen, zonder duidelijke verschijnselen van obstipatie. Postmortaal bleek de complete digestietractus, van oesophagus tot rectum, overvuld met dunne inhoud. Dit beeld kan passen bij de acute vorm van grass sickness, een functionele stenose van het darmkanaal. Om deze diagnose met zekerheid te stellen is histologisch onderzoek van de autonome ganglia noodzakelijk. Het ganglion mesentericus cranialis kan worden gevonden in het niervet; het ganglion cervico-thoracicum bevindt zich onder de eerste rib, tussen de grote vaten richting de hals. Eventueel kan ook nog het ganglion cervico-craniale, dat juist achter de luchtzakken gelegen is, worden meegenomen. Bij het histologische onderzoek werden gedegenereerde of necrotische neuronen aangetroffen, omgeven door geringe lymfocytaire infiltraten. Dit beeld past bij de diagnose grass sickness. Er worden in de literatuur verschillende oorzaken voor grass sickness genoemd, zoals lage antistoftiters tegen Clostridium botulinum toxine en bepaalde toxinen uit boterbloem- of klaverachtigen. Hard bewijs is er echter nog niet. Dieren die volledig met gras worden gevoerd, blijken meer risico te lopen; vandaar de naam. Behandeling van de aandoening heeft alleen kans van slagen bij de chronische vorm en is zeer intensief. Bij de peracute vorm wordt het dier dood gevonden, bij de acute vorm van grass sickness wordt meestal besloten tot euthanasie. Drs. Sylvia Greijdanus-Van der Putten, veterinair patholoog
Progesteronuitslagen per e-mail De GD stuurt sinds begin juli uitslagen van progesteronbepalingen direct per e-mail. Bovendien vindt u de uitslagen, direct als ze zijn afgerond, in uw overzicht op VeeOnline. De GD is druk bezig met de digitalisering van alle processen. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop de uitslagen van progesteronbepalingen worden doorgegeven. In het verleden gaf de GD deze uitslagen altijd telefonisch aan u door. Sinds begin juli wordt de uitslag van een progesteronbepaling, zodra deze bekend is, u direct via e-mail toegezonden. Daarnaast is het nu mogelijk om al uw uitslagen van de GD, dus ook voor gezelschapsdieren, online te bekijken. Dit kan eenvoudig vanaf elke locatie door in te loggen op www.VeeOnline.nl. Zodra een laboratorium onderzoek is afgerond, komt de uitslag direct in uw overzicht te staan (onder het kopje Lab > Mijn uitslagen). Op de website vindt u een pdf met daarin instructies voor het inloggen op VeeOnline en het raadplegen van uw uitslagen, zie www.gddiergezondheid.nl/veeonline. Mocht u hier nog vragen over hebben, dan kunt u natuurlijk contact opnemen met de klantenservice van de GD via telefoonnummer 0900-1770 (optie 5). Judith Hofl and, marktmanager gezelschapsdieren
Uit het klinisch-chemisch laboratorium: ontsteking en rode bloedbeeld De GD heeft voor het rund verschillende pakketten voor klinisch chemisch onderzoek beschikbaar. De pakketten zijn zodanig samengesteld dat ze snel inzicht geven in welk onderzoek bij welke klacht relevant is. In deze rubriek bespreken we elke maand één van de acht pakketten. Het pakket ontsteking en rode bloedbeeld (P226) is een breed georiënteerd pakket dat kan worden ingezet bij onbegrepen problemen bij rundvee die gepaard gaan met koorts. Het pakket is bedoeld om een indruk te krijgen in de richting waarin de oorzaak van de problemen gezocht moet worden. U krijgt meer informatie over de aard van de problemen: is het wel of niet infectieus, viraal of bacterieel, acuut of chronisch. Daarnaast kan u op basis van dit pakket een indruk krijgen over de mate van schade en de prognose. Pakket Het pakket ontsteking en rode bloedbeeld (P226, serum+ EDTA) bestaat uit een combinatie van de volgende bepalingen: totaal eiwit en electroforese (alfa-, bèta- en gammaglobuline), acute fase eiwitten (haptoglobine), witte bloedbeeld inclusief differentiatie, rode bloedbeeld inclusief bloedparasieten en de enzymen (ALP en LDH). Hoe te gebruiken? Het pakket is in te zetten op zowel individueel als op koppelniveau. Interpretatie van de uitslag De bepalingen haptoglobine en differentiatie witte bloedbeeld
geven informatie over de aard van het proces: acuut of chronisch; bacteriëel (haptoglobine en neutrofielen verhoogd) of viraal (lymfocyten verhoogd in chronisch stadium, verlaagd in acuut stadium). In de acute fase van infecties kunnen neutrofielen en lymfocyten nog juist verlaagd zijn. De bepalingen totaal eiwit, albumine, alfa-, beta- en gamma-globuline en eventuele linksverschuiving van het witte bloedbeeld geven informatie over de fase van de ontsteking/infectie. Alfa-globuline is in de acute fase verhoogd. Albumine blijft twee weken stabiel om pas daarna te dalen en kan alleen in de hele acute fase tijdelijk verlaagd zijn. Bij een langdurig probleem is er linksverschuiving van het witte bloedbeeld, en is het albuminegehalte verlaagd. Wanneer een infectie nog langer aanhoudt, gaat het TE stijgen doordat gamma-globuline stijgt. De bepaling rode bloedbeeld (Hb, Ht) geeft informatie over een eventuele anemie en de aanwezigheid van eventuele bloedparasieten wordt gecontroleerd. De bepaling enzymen (ALP,LDH) geeft informatie over de ernst van de schade. Drs. Sanne Carp-van Dijken, rundveedierenarts
Autovaccins breder inzetbaar Tot voor kort werden autovaccins alleen toegepast op dezelfde bedrijfslocatie als waar de ziekteverwekker was geïsoleerd. Na overleg met de verantwoordelijke instanties levert de GD nu ook autovaccins aan andere bedrijven die tot dezelfde ‘epidemiologische eenheid’ behoren. Een epidemiologische eenheid is een groep dieren van eenzelfde (sub)species, die een vergelijkbaar risico lopen om besmet te raken met dezelfde specifieke pathogenen. Dit houdt in: eenzelfde afkomst of herkomst, geografische huisvestingslocatie en/of eenzelfde huisvesting(type) en bedrijfsmanagement. Dit betekent dat een autovaccin op meerdere UBN’s mag worden ingezet, zolang deze tot dezelfde epidemiologische eenheid behoren. De GD beschikt over de nieuwste technieken (MALDI-TOF MS, PCR en waar nodig sequentie-analyse) om tot een juiste identificatie en typering van de stammen te komen. Dit is noodzakelijk om te kunnen beoordelen of aan de cascaderegeling is voldaan en of een autovaccin dus mag worden toegepast. Uiteraard is een accurate species-typering ook essentieel om er zeker van te zijn dat de juiste ziekteverwekker wordt gebruikt bij het bereiden van het autovaccin. U kunt een autovaccin aanvragen door het aanvraagformulier 'Autovaccin' volledig ingevuld en voorzien van handtekening naar ons op te sturen. Dit kan per e-mail via autovaccin@gddiergezondheid.nl of per post.
De overheid hanteert strenge regels als het gaat om de productie en inzet van autovaccins. Deze regels zijn vastgelegd in de Wet Dieren, het Besluit diergeneesmiddelen en de Regeling Diergeneesmiddelen (www.wetten.overheid.nl). Andere praktische wijzigingen • P roductietijd voor bacteriële autovaccins verlaagd van 22 naar 15 werkdagen, mits er geen herhaling van de steriliteitscontrole gedaan moet worden. • Nieuw aanvraagformulier Autovaccins, beschikbaar op www.gddiergezondheid.nl, onder 'Formulieren' • Uw aanvraag nu ook per email via autovaccin@gddiergezondheid.nl. • Aanvraag per fax is niet meer mogelijk. • Voor een aanvraag is alleen nog de handtekening van de dierenarts nodig. • Naast dieren voor sectie mag ook ander materiaal opgestuurd worden. De GD voert in dit geval wel identificatie en typering uit. De kosten hiervoor worden doorbelast aan de dierenarts. • Er is een nieuwe flyer over autovaccins beschikbaar op de website. Annemiek Kolkman, accountmanager
GD Veterinair | september 2014 |
3
Nieuws en mededelingen Gepoold pepsinogeenonderzoek
Meer dan 12.000 BGP’s in VeeOnline
Het einde van het eerste weideseizoen is het beste moment voor pepsinogeenonderzoek bij kalveren. Het blijkt nog niet altijd duidelijk dat dit ook mogelijk is door middel van gepoold bloedonderzoek (van vier tot zes dieren). Pepsinogeenonderzoek dient binnen zeven tot tien dagen na opstallen te worden uitgevoerd en geeft inzicht in de acute parasitaire belasting van de lebmaagwand en de noodzaak van ontwormen. Het gepoolde pepsinogeenonderzoek kost 35 euro (exclusief btw en basiskosten). Het tarief voor individueel pepsinogeenonderzoek is 21,30 euro (exclusief btw en basiskosten). De uitslag van het pepsinogeenonderzoek geeft u handvatten om uw keuze voor het wel of niet inzetten van medicijnen goed te kunnen onderbouwen.
Steeds meer veehouders en dierenartsen hebben de weg naar VeeOnline gevonden. Inmiddels zijn er ruim 12.000 bedrijfsgezondheidsplannen (BGP’s) ingevuld op het online platform. De plannen kunnen volledig digitaal worden aangemaakt en ondertekend door dierenarts en veehouder. De digitale handtekening is goedgekeurd door de controlerende instanties (zoals VERIN) en de plannen voldoen aan de eisen van het productschap. Bij het aanmaken van een nieuw BGP wordt het oude plan naast het nieuwe plan getoond; handig bij evaluaties. U betaalt per UBN per jaar, hierdoor is het voor 6,95 euro mogelijk om meerdere plannen aan te maken voor hetzelfde UBN. Geen internet? Met de speciale BGP-app voor op de Ipad (enkel rund) kunt u ook BGP’s offline invullen. Meer informatie: www.veeonline.nl
Sticker voor snellere uitslagen De GD heeft afspraken gemaakt met TNT Innight om monsters in een aparte stroom aan te leveren. Hiermee kunnen we nog beter waarborgen dat u de uitslagen van onderzoeken klinische chemie snel en binnen de aangegeven doorlooptijd ontvangt. Het is hiervoor wel belangrijk dat de monsters goed herkenbaar zijn. Naast de gebruikelijke gele TNT Innight sticker dient u daartoe een speciale, oranje KLC-sticker op de zending te plakken. U kunt deze stickers opvragen via de klantcontactadministratie, telefoonnummer 0900-1770.
Redactie Guillaume Counotte Linda van Duijn Theo Geudeke Yoni Pasman Helen de Roode Sylvia Greijdanus - van der Putten Christiaan ter Veen ISSN 1388-4042 Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.
Prepress en productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem Basisontwerp de PLOEG communicatie Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Drukwerk Senefelder Misset Doetinchem Uitgever GD Deventer Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar
Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 Voor veterinaire vragen: GD Veekijker, T. 0900-7100 000 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. Samen werken aan diergezondheid
Wie verdient dit jaar de Uiergezondheid Award? Het UGA-team van de GD reikt ook dit jaar de Uiergezondheid Awards uit aan melkveehouders die een bijzondere prestatie hebben neergezet op het gebied van uiergezondheid. Kent u een veehouder die in 2013: • het tankmelkcelgetal flink heeft laten dalen; • het aantal gevallen van klinische mastitis drastisch heeft weten terug te dringen; • succesvolle resultaten heeft geboekt met selectief droogzetten; • een bepaalde mastitisverwekker onder controle heeft gekregen; • of op een innovatieve manier aan uiergezondheid heeft gewerkt? En is de uiergezondheid halverwege 2014 nog steeds goed? Draag hem of haar dan nu voor voor de Uiergezondheid Awards 2014. Meer informatie en het voordrachtformulier vindt u op www.gddiergezondheid.nl/uga. Voordragen kan tot uiterlijk 5 oktober 2014. De Uiergezondheid Awards worden 25 november 2014 uitgereikt tijdens het congres Gezonde Melkveehouderij in Zwolle, (voorheen: het Nationaal Uiergezondheidscongres) dat de GD organiseert samen met vakblad Boerderij.