GD Herkauwer februari 2013

Page 1

De gezondheidsdienst voor dieren

herkauwer

71

FEBRUARI 2013

10 jaar diergezondheidsMonitoring de gd Mineralencheck: “weinig Moeite voor veeL inzicht� Meer Leverbotresistentie voor middelen met triclabendazol


Hoeveel verjaardagen vieren uw koeien? De levensduur van melkkoeien is een belangrijke factor in het bedrijfsresultaat. Nieuw onderzoek toont aan dat als Novem 20 al bij milde mastitis naast een antibioticum wordt ingezet, het risico op afvoer met 43% wordt verlaagd1.

• Langwerkende ontstekingsremmer en pijnstiller • 1 injectie werkt 3 dagen2 • Versnelt de genezing en herstelt de eetlust • Lager celgetal én lager afvoerpercentage1

Novem® 20 De herstelversneller

1) McDougall S. et al.(2009) Effect of treatment with the nonsteroidal anti-inflammatory meloxicam on milk production, somatic cell count, probability of re-treatment, and culling of dairy cows with mild clinical mastitis. J.Dairy Sci.92-4421-4431 2) K. Okkinga et al. (1998) Productnaam: Novem 20. Regnr./Kan.status: REG NL 10219 URA. Werkzame bestanddelen: Meloxicam 20mg/ml. Indicaties bij rundvee: Acute respiratoire infecties in combinatie met geschikte antibiotica. Diarree in combinatie met orale rehydratietherapie. Aanvullende therapie bij acute mastitis, in combinatie met een antibioticum therapie. Voor de verlichting van post-operatieve pijn bij kalveren na het onthoornen. Doeldier: Rundvee en varkens. Voornaamste bijwerking(en): Een geringe kortdurende zwelling op de plaats van injectie na subcutane toediening wordt in minder dan 10% van het rundvee, behandeld in het klinisch onderzoek, gezien. Indien u andere bijwerkingen vaststelt, gelieve uw dierenarts hiervan in kennis te stellen. Contra-indicatie(s): Niet gebruiken bij dieren die lijden aan een verminderde lever-, hart- of nierfunctie en hemorragische aandoeningen, of als er aanwijzingen zijn voor ulcerogene gastro-intestinale lesies of individuele overgevoeligheid voor het product. Bij rundvee niet gebruiken bij dieren met diarree jonger dan één week. Dosering: Rundvee: Een éénmalige subcutane injectie van 0,5 mg meloxicam/kg lichaamsgewicht (dat wil zeggen 2,5 ml/100 kg lichaamsgewicht), in combinatie met een geschikte antibioticum therapie of orale rehydratie therapie, indien passend. Wachttijd rundvee: vlees 15 dg, melk 5 dg. Boehringer Ingelheim bv - Telefoon: +31 (0)72 5662411 - E-mail: vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com - Verdere informatie is op aanvraag beschikbaar.


| Voorwoord

| INHOUD 04 Nieuws & Tips 07 Onderzoek: Oorzaken van

07

mastitisverwekkers in tankmelk

08 Veehouders enthousiast over GD Masterclasses

11 Vraag & Antwoord 12 De GD Mineralencheck: meten is weten

08

15 Nieuw BGP in VeeOnline 16 Interview aanpak

Salmonella: “Achteraf zien we de problemen pas”

19 Monitoring: Meer IBR-

uitbraken in Nederland

16

20 10 jaar diergezondheidsmonitoring: uniek én effectief!

23 Meer leverbotresistentie voor middelen met triclabendazol

20

24 Buitenbeeld

COLOFON

GD Herkauwer is een uitgave van de GD | Uitgever GD Deventer Redactie Ria Huijben, Jet Mars, Linda van Wuijckhuise, Erik de Vries | Eindredactie Helen de Roode | Redactieadres GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddeventer.com, www.gddeventer.com | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem basisontwerp Fokko-Ontwerp | VORMGEVING X-Media Solutions Doetinchem Druk Senefelder Misset Doetinchem | Abonnementen GD Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaar­abonnement (4 nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 16,00 (excl. BTW) | Advertenties PSH Mediasales, T. 026-750 18 00 | Verschijningsfrequentie 4 keer per jaar Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, kunt u deze doorgeven aan de redactie via redactie@gddeventer.com. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na t­ oestemming van de uitgever.

ISSN: 1875a-2594 Adreswijzigingen: bel 0900 1770 (10 cent/min.)

Goede voornemens Gezonder eten, stoppen met roken, zuiniger leven, meer traplopen, het zijn zomaar wat ‘goede voornemens’ die ik begin januari voorbij hoorde komen. Aan het einde van de maand zag ik al heel wat minder bakjes rauwkost in de kantine en was het toch weer aardig druk in de lift. Niet zo vreemd: uit onderzoek blijkt dat de meeste goede voornemens al na één week stranden. Ook de GD heeft goede voornemens. Hoog op de agenda: u ontzorgen. En omdat de plannen die we hiervoor gemaakt hebben ook óns ontzorgen, zijn ze wél goed vol te houden. Een goed voorbeeld van zo’n plan is de eenvoudige tariefstelling die we per 1 januari 2013 hebben doorgevoerd: niet meer twee en soms drie verschillende prijzen voor één product, maar één tarief per product. Wel zo overzichtelijk, voor u én voor ons. En als u gebruik maakt van automatische incasso, ontvangt u automatisch 1% korting (zie pagina 5). Ons ‘ontzorgplan’ is natuurlijk al eerder ingezet. Denk aan de lancering van VeeOnline eind 2011. Hierin bieden we niet alleen steeds meer gegevens over uw dieren digitaal aan (wat de papierstroom vermindert), we bewaren en ordenen ze nu ook voor u. Onlangs is de BGP-module in het programma compleet vernieuwd, waardoor deze gebruiksvriendelijker, overzichtelijker en informatiever is geworden (zie pagina 15). ‘Ontzorgen’ is een woord dat ook perfect past bij de tankmelkabonnementen die de GD al een aantal jaar aanbiedt en waarmee u eenvoudig dierziekten op uw bedrijf kunt monitoren. De GD zorgt er voor dat de monsters automatisch worden genomen en onderzocht: u heeft er geen omkijken naar. In het kader van ons goede voornemen zal het aantal tankmelk­ abonnementen alleen maar verder worden uitgebreid. We beginnen dit jaar dan ook met een compleet nieuwe telg in de tankmelkfamilie: GD Tankmelk Mineralen. Meer weten? Blader snel naar pagina 12 en 13, en vergeet vooral niet www.mineralencheck.nl te checken. IR. LIEUWE ROOSENSCHOON, SECTORMANAGER HERKAUWERS

GD Herkauwer | Februari 2013 |

3


NIEUWS & TIPS Nieuwe gezichten Vorig jaar zijn rundveedierenartsen Sanne Carp-van Dijken (35) en Jantijn Swinkels (51) in dienst getreden bij de GD. Sanne is onder andere betrokken bij het onderzoek naar de achtergronden van de schmallenberg­ problematiek. Daarnaast doet ze bedrijfsbezoeken voor het project ‘Weerbaar vee’ en maakt ze deel uit van de Veekijker Rund. Jantijn houdt zich voornamelijk bezig met onderzoek, monitoring en productontwikkeling op het gebied van uiergezondheid. Daarnaast werkt hij aan zijn proefschrift over de verlengde behandeling van mastitis. Sanne Carp-van Dijken

Één keer tappen, drie keer onderzoek In het eerste kwartaal van 2013 houdt de GD speciaal voor vleesveehouders een actie waarbij zij voor €14,95 op één bloedmonster drie onderzoeken kunnen laten uitvoeren. Zij hebben de keuze uit bloedonderzoek naar: IBR, salmonella, paratbc, leptospirose, schmallenbergvirus, BVD en neospora. De actie is ontstaan naar aanleiding van suggesties die gedaan zijn tijdens de GD Masterclass voor vleesveehouders in 2012. Behalve voordelig is de aanbieding ook praktisch: u hoeft het vee maar één keer vast te zetten, de dierenarts hoeft maar één keer bloed te tappen en indien u (in overleg met uw dierenarts) een juiste steekproef neemt, kan een beperkt aantal monsters een goed inzicht geven in de status van uw bedrijf op het gebied van drie verschillende dierziekten. Wilt u gebruik maken van de actie? Neem dan contact op met uw dierenarts; hij of zij kan een speciaal voor deze actie aangemaakt inzendformulier aanvragen. De actie loopt t/m 31 maart 2013.

Nieuw blad: GD Schaap Geit Om schapen- en geitenhouders die klant zijn van de GD nog beter en gerichter te informeren, wordt in maart 2013 de GD Schaap Geit gelanceerd. Het nieuwe blad zal 3 keer per jaar verschijnen en is 8 pagina’s dik. Daarnaast is de e-mailnieuwsbrief, die voortaan GD Actueel Schaap Geit heet, volledig vernieuwd. Deze nieuwsbrief wordt 9 keer per jaar verstuurd. Aanmelden hiervoor kan via www.gddeventer.com.

4

Jantijn Swinkels

GD PlusZorg Extra wordt GD Melkmeesters GD PlusZorg Extra-leden heten sinds 1 januari 2013 GD Melkmeesters. Behalve de naam is ook de prijs (€ 64,95 i.p.v. € 129,50) en de inhoud van het lidmaatschap veranderd. Voormalig GD PlusZorg Extra-leden zijn over de details inmiddels per brief geïnformeerd. Met GD Melkmeesters wil de GD een pakket voorwaarden aanbieden waarbij optimale omstandigheden worden gecreëerd voor het uitwisselen van kennis omtrent diergezondheid. Zo hebben GD Melkmeesters gratis toegang tot de jaarlijkse GD Masterclasses, waarvan in november en december 2012 weer 12 succesvolle edities gehouden zijn (zie pagina 8 en 9). Daarnaast staan de studiegroepen op het punt van beginnen, waarbij maximaal 15 melkveehouders onder leiding van een GD-buitendienstmedewerker op

een gastbedrijf de theorie van de GD Masterclasses naar de praktijk vertalen. Ook krijgen GD Melkmeesters ieder jaar de mogelijkheid om een gratis bepaling te laten doen (bijvoorbeeld éénmalig tankmelkonderzoek op afweerstoffen tegen BVD). Om er voor te zorgen dat de kennis bewaard blijft en snel te raadplegen is, ontvangt iedere GD Melkmeester na afloop van het seizoen de “kennis­ wijzer”; een bundeling van alle informatie van het afgelopen seizoen, zodat u uw eigen database met diergezondheidsinformatie kunt aanleggen.

5.000ste deelnemer GD BVD-virusvrij Melkveehouder Beeftink uit Zelhem is de 5000ste deelnemer in het GD BVD-virusvrij programma. Om dat te vieren werden Herbert, zijn vrouw Jolanda en hun dochters Femke en Lisanne maandag 24 december door GD-buitendienstmedewerker Toine van Erp verrast met een bloemetje en een mooie bodywarmer. Herbert en Jolanda hebben samen 50 melkkoeien en 50 stuks jongvee. Daarnaast verhuurt het echtpaar vakantiehuizen. Deelnemen aan het programma BVD-virusvrij is volgens Herbert een belangrijke stap als het gaat om de diergezondheid op zijn bedrijf: “Omdat alle vaarskalveren worden aangehouden, zijn er regelmatig vaarzen en hoogdrachtige pinken voor de verkoop. Als deze dieren met een BVD-virusvrij certificaat te koop worden aangeboden, biedt dat betere verkoopkansen en

het is daarnaast erg belangrijk om BVD op het bedrijf te monitoren.” Tot nu toe zijn er op het bedrijf geen BVD-dragers aangetoond en loopt het certificeringstraject volgens planning.


Tekort aan mineralen bij opstallen Uit bloedonderzoek dat veehouders in 2012 bij de GD hebben laten uitvoeren blijkt dat, evenals voorgaande jaren, bij het opstallen van jongvee regelmatig mineralentekorten worden gesignaleerd. In een aantal gevallen betrof het tekorten aan koper en selenium bij bedrijven op zandgrond.

In Nederland worden bij jongvee vooral tekorten aan selenium, koper en kobalt vastgesteld. Het gras bevat regionaal onvoldoende van deze spoorelementen, waardoor bij jongvee met volop weidegang (en geen supplementen) de voorziening van deze mineralen in de loop van het weideseizoen afneemt. De voorraad

Neospora opgenomen in aankoopprotocol België In België is sinds 1 maart 2012 Neospora opgenomen in het aankoopprotocol. Dit houdt in dat de koop vernietigd wordt wanneer er bij een vrouwelijk rund binnen 30 dagen na aankoop afweerstoffen voor Neospora worden aangetoond. Dit aankoopprotocol is ingesteld door de Belgische diergezondheidsdienst en geldt ook voor aankoop van Nederlandse runderen. De belangrijkste besmettingsroute van Neospora is van moeder op kalf. Kalveren die vóór de geboorte besmet raken, zijn levenslang besmet. Runderen die ná de geboorte zijn besmet, kunnen de besmetting weer kwijtraken. Omdat niet is aangetoond dat stieren Neospora overbrengen, vallen stieren niet onder de koopvernietiging. Van de 18.500 aankoopkeuringen in België bleek 11% een ongunstige uitslag te hebben. Dit percentage komt overeen met de Nederlandse situatie. Het is dus aanbevolen om bij aankoop op onder andere Neospora te onderzoeken en bij verkoop naar België met de koop­ vernietiging rekening te houden.

Sneller en voor­ deliger telefonisch contact met de GD

Bij het opstallen van jongvee wordt regelmatig een tekort aan seleen, koper en kobalt gesignaleerd.

Nieuwe tarief­stelling 2013 Per 2013 zijn de tarieven van de producten en diensten van de GD aangepast. Dierenartsen hebben onlangs de brochure ‘Producten en tarieven 2013’ ontvangen. De tarieven in de GD webwinkel zijn aangepast. Wie gebruik maakt van automatische incasso ontvangt vanaf 1 januari 2013 1% korting op het netto factuurbedrag. Het formulier waarmee u zich kunt aanmelden voor automatische incasso is te vinden op www.gddeventer.com onder ‘formulieren’.

waarmee de dieren naar buiten gaan heeft invloed op het verloop van de voorziening in de weideperiode. Bloedonderzoek van het jongvee bij opstallen levert goede informatie voor de noodzaak tot bijsturing in de stalperiode. Ook kan op basis hiervan bepaald worden of het wenselijk is in de volgende weideperiode extra mineralen te verstrekken, bijvoorbeeld met bolussen. Na het bijvoeren van mineralen duurt het zes weken voordat de mineralengehalten weer op pijl zijn. Haal jongvee dat moet afkalven dus tijdig op stal om te beginnen met bijvoeren.

De GD is nu sneller en voordeliger te bereiken via haar algemene telefoonnummer 0900 – 1770. De entree-boodschap is ingekort waardoor u vrijwel direct voor de gewenste diersoort kunt kiezen. Daardoor bereikt u sneller de juiste GD-medewerker. Ook belt u het algemene nummer voortaan tegen het doorgaans voordelige lokale tarief.

GD Herkauwer | Februari 2013 |

5


KWALITEIT WINT ALTIJD! Boxcompost© is een droog en fijn product (0-10 mm) en heeft een droge stof gehalte van ongeveer 75%, PH van ongeveer 7,2 en is geënt met ‘positieve bacteriën’. Het is fijn afgezeefd en opgeschoond van metalen

en andere vervuiling. Boxcompost© is ook vrij van onkruidzaden. Alle partijen worden onderzocht door de Gezondheidsdienst.

Boxcompost© is zeker geen gewone compost Boxcompost© in diepstrooiselboxen geeft:

Waarom gebruiken veehouders Boxcompost©?

• Optimaal koecomfort

Bjinse Laverman, Hiaure: ‘Het scheelt ons enorm aan strooiselkosten’

• Een betere uiergezondheid • Lagere strooiselkosten • Minder arbeid • Verrijking van de mest • Minder klauwproblemen

Fam. van der Kolk, Wierden (UCGN-genomineerd) ‘Zeer tevreden met het lage celgetal’

W. van Wijhe, Oosterwold: ‘We hebben veel minder last van stinkpoot en mortellaro’ John Wester, Opmeer: ‘Onze mest is veel homogener’ Klaas Reitsma, Broeksterwoude: ‘We hebben duidelijk minder klauwproblemen’ Fam. Verbruggen, Afferden: ‘Onze koeien liggen veel comfortabeler’

Kijk op www.boxcompost.nl of bel voor meer informatie Guido Sinnige: 06-21584212 Nedap Lactivator RealTime De Lactivator RealTime heeft alle tocht in zicht: altijd en overal. Dat levert u veel op: minder inseminatiekosten, kortere tussenkalftijd en meer kalfjes.

• 24/7 Tochtigheidsdetectie • Lactivator RealTime met detectie tot minstens 50 meter (optioneel zelfs tot 1000 meter) rondom antenne • Verminderde activiteit toont mogelijke gezondheidsproblemen

NEDAP LACTIVATOR BY FAR THE BEST IN HEAT DETECTION

Verschillende leveranciers in de melkveehouderij gebruiken Nedap tochtdetectie techniek. Meer informatie op nedap-lactivator.com

• 90% Detectiepercentage • Optioneel identificatie voor managementtoepassingen (ISO) • Meer rendement en winst: snelle terugverdientijd www.nedap-lactivator.com Dealer Lactivator RealTime Scholtens Melkmachines +31 (0)318 571911 H.A. de Bruijn LMB BV +31 (0)76 5985651 Wopereis Melksystemen BV +31 (0)314 335941 F.H. Loohuis BV +31 (0)546 697772 Bedrijfstechniek BV +31 (0)342 404850 Limko NV België +32 (0)2 395 8500

LACTOLY TE, EERSTE HULP BIJ KALVERDIARREE Lactolyte orale rehydratietherapie met Lactoserum • • • •

Snel herstel van de waterhuishouding én bestrijding van metabole accidose Betere energievoorziening waardoor minder gewichtsverlies Goede acceptatie en probleemloze overgang naar de melk Verpakkingen: 8 sachets of een pot van 900 gram

www.virbac.nl Lactolyte® REG NL 2393. Samenstelling: elektolyten, suikers en mineralen. Indicatie: elektrolytentekort en dehydratie. Doeldier: kalf. Kanalisatie: vrij. Voor meer informatie: Virbac Nederland BV, Postbus 313, 3770 AH Barneveld, Tel 0342-427127, e-mail info@virbac.nl


tekst: ING. HANS MILTENBURG | ONDErZOEK

Oorzaken van

mastitisverwekkers in tankmelk

Bijna 3.000 melkveebedrijven laten hun tankmelk 10 keer per jaar door de GD onderzoeken op 7 verschillende (groepen) mastitisverwekkers. Zij maken gebruik van het GD Tankmelkabonnement Uiergezondheid (TMU). Op bijna 900 van deze bedrijven is een enquête gehouden. Wat doen bedrijven die beter ‘scoren’ goed? Om te ontdekken welke maatregelen leiden tot gunstige TMU-uitslagen, is in de enquête gevraagd naar de belangrijkste managementmaatregelen op het bedrijf. Per mastitisverwekker is onderzocht welke maatregelen veel voorkomen op bedrijven met gunstige uitslagen. Twee Wageningse studenten, Silke Jansen-Venneboer en Sanne Nieveld, hebben het onderzoek voor de GD uitgevoerd. Alleen de mastitisverwekkers die veel voorkwamen (Staphylococcus aureus, omgevingsstreptokokken, coliformen inclusief Klebsiella) konden betrouwbaar worden onderzocht.

staphylococcus aureus S. aureus in de tankmelk geeft een beeld van het aantal dieren in de koppel dat met S. aureus geïnfecteerd is. Indien deze dieren tijdig worden opgespoord en aangepakt, zal S. aureus en het celgetal in de tankmelk dalen. De besmette dieren kunnen ook infecties overdragen naar andere dieren, met name tijdens het melken. Uit het onderzoek bleek dat melkveehouders die meer maatregelen nemen om overdracht te voorkomen tijdens het melken (bijvoorbeeld het uitspuiten van de melkstellen van besmette koeien met heet water), minder S. aureus in de tankmelk hebben.

omgevingsstreptokokken Omgevingsgebonden streptokokken kunnen niet alleen in de tankmelk terechtkomen via geïnfecteerde dieren maar ook direct vanuit de omgeving. Met het opsporen en aanpakken van geïnfecteerde dieren zal het aantal

Melkveehouders die meer maatregelen nemen om overdracht te voorkomen tijdens het melken, blijken minder S. aureus in de tankmelk hebben.

omgevingsstreptokokken en het celgetal in de tankmelk dalen. Bij een matige stalhygiëne is de kans groter op uierinfecties met omgevingsstreptokokken. Melkveehouders die meer aandacht besteden aan de hygiëne van de ligplaatsen en bedrijven met veel strooisel in de ligboxen bleken minder omgevingsstreptokokken in de tankmelk te hebben. Bedrijven met zaagsel op de ligplaatsen hadden minder last van omgevingsstreptokokken dan bedrijven die stro gebruikten. Afkalfstallen met vervuild stro zijn ook een risicofactor.

coliformen Uit onderzoek is gebleken dat coliformen ook bij stal- en melkhygiëne een belangrijke rol spelen. Indien het aantal coliformen in de tankmelk langdurig verhoogd is, kan de oorzaak liggen in onvoldoende reiniging van de installatie of onvoldoende koeling van de melk. Een verhoogd aantal coliformen in de tankmelk kan een voorbode zijn van een verhoogd kiemgetal, maar dat hoeft niet. Als het aantal coliformen zo nu en dan verhoogd is, is het waarschijnlijker dat er sprake is van een incident waarbij vuil vanuit de omgeving in de melk terecht is gekomen. Dit kan via vuile spenen en via vuilopzuigende melkstellen. Het is ook mogelijk, maar minder waarschijnlijk, dat het aantal coliformen in de melk verhoogd wordt door geïnfecteerde koeien. Belangrijke mastitisverwekkers bij de coliformen zijn Escherichia coli en Klebsiella. Melk van koeien met E. coli komt echter zelden in de tank terecht want meestal hebben deze dieren duidelijk zichtbare mastitis. Bij Klebsiellakoeien is geregelder sprake van dragers van onzichtbare infecties, waardoor de kans dat deze koeien het aantal coliformen in de tankmelk verhogen, groter is dan bij E. coli. De belangrijkste bron van E. coli is mest. De belangrijkste bronnen van Klebsiella zijn zaagsel, mest en grond. Vooral onder warme en vochtige omstandigheden kunnen coliformen zich zeer snel vermenigvuldigen in de stal.

U kunt zich aanmelden voor GD Tankmelk Uiergezondheid via de GDwebwinkel (www.gd-winkel.nl), door te mailen naar info@gddeventer.com of te bellen met 0900 – 1770. Voor meer informatie zie www.gddeventer. com (Rund voor dierhouders > Producten en diensten > Uiergezondheid).

GD Herkauwer | Februari 2013 |

7


GD MASTERCLASSES | tekst: DRS. HELEN DE ROODE

Veehouders enthousiast over

Christian Scherpenzeel vertelde tijdens de Masterclasses o.a. uitgebreid over de proef ‘Selectief droogzetten’.

Dat het thema ‘antibiotica’ vandaag de dag zorgt voor beweging in de veehouderij, bleek opnieuw toen eind vorig jaar de GD Masterclasses ‘Een gerichte en gereduceerde inzet van medicijngebruik’ werden gehouden. De bijeenkomsten, op 12 locaties in het land, trokken veel geïnteresseerde veehouders. GD Herkauwer was aanwezig bij de Masterclass in Zegveld. “Wie weet wat zijn gemiddelde dierdagdosering is?” vraagt GD-dierenarts Han Hage aan het begin van zijn ‘college’ over de werking van antibiotica en het ontstaan van antibioticaresistentie. Een enkele aanwezige weet het niet, wellicht omdat de dierenarts zijn software pas laat heeft kunnen koppelen aan die van MediRund. “Bij sommige softwareprogramma’s van dierenartspraktijken blijkt dat inderdaad ingewikkeld te zijn”, weet Hage. “Maar uiteindelijk zal iedere dierenarts zijn programma moeten kunnen koppelen. MediRund rekent automatisch je dierdagdosering uit en geeft een waarschuwing als je

8

in de gevarenzone zit. De streefwaarde bij rundveebedrijven is een dierdagdosering van 4,6. Zit je boven de 8, dan verdient je antibioticagebruik nadere aandacht en boven de 11,5 zijn direct maatregelen noodzakelijk. In de melkveehouderij is een dierdagdosering van 6 gemiddeld; een koe wordt dan gemiddeld zes dagen per jaar met antibiotica behandeld.”

Zwarte piet Behalve een aantal interessante feiten over de enorme stijging in het gebruik van antibiotica (tussen 1999 en 2007 van 300.000 naar 550.000 kilogram per jaar)

Melkveehouder Kees v.d. Linden (46) uit Breukelen: “Ik vond het fijn dat Han en Christian heel realistisch waren, ook over het goede dat antibiotica ons heeft gebracht.” en de toename van de antibioticaresistentie (“in de Verenigde Staten overlijden op jaarbasis circa 25.000 mensen ten gevolge van een infectie met een bacterie die


GD Masterclasses resistent is voor de beschikbare antibiotica”), wil Han Hage zijn toehoorders ook meegeven dat ze niet dé veroorzaker van antibioticaresistentie zijn: “Wereldwijd wordt er te veel, vaak onnodig, onjuist, te lang of in een te lage dosering antibiotica gebruikt bij mensen. Ja, de veehouderij draagt bij aan resistentie en we hebben dus ook een verantwoordelijkheid, maar laat je niet de hele zwarte piet toespelen.”

Discussie over formularium Één van de momenten waarop er discussie in de zaal ontstaat is wanneer Hage ingaat op het formularium melkvee van de KNMvD, waarin eerste-, tweede- en derdekeusmiddelen zijn vastgelegd. Antibiotica die vallen onder tweede- of derdekeusmiddelen mogen vanaf 2013 alleen nog worden toegepast wanneer op basis van een antibiogram kan worden aangetoond dat er geen andere optie is. “Maar als een koe goed ziek is, is er helemaal geen tijd om te wachten op de uitslag voor je met Melkveehouder Hans van Rooijen (41) uit Cothen: “Ik ben nu 15 jaar boer en op een gegeven moment krijg je toch last van een zekere bedrijfsblindheid. Ik zie dit als een opfriscursus waardoor ik weer wat alerter word.” de behandeling begint”, klinkt het uit de zaal. Een terechte opmerking, aldus Hage: “Hier komt ongetwijfeld nog een staartje aan want het wordt in de praktijk heel lastig. Deze regelgeving moet verder uitgewerkt worden; ik verwacht dat er rechtsgang nodig is om hier meer helderheid over te krijgen.”

Hoe ver kunnen we verminderen? Behalve over de uitvoerbaarheid van nieuwe regels, zijn er ook zorgen over de vraag hoeveel antibioticareductie het ministerie in de toekomst nog gaat vragen. Uit de meest recente cijfers blijkt dat het antibioticagebruik in de totale Nederlandse

Melkveehouder Jan de With (46) uit Lexmond: “Ik ben blij met het overzicht dat Han Hage heeft gemaakt van de diverse merken antibiotica, waarbij aangegeven wordt in welke groep (eerste, tweede of derdekeusmiddelen) bepaalde antibiotica vallen.” veehouderij in 2011 al is afgenomen met 51% (t.o.v. 2009), waarmee de doelstelling (-50% in 2013) vroegtijdig is gehaald. Worden we in de toekomst gevraagd nog verder te zakken, en kan dat wel? “Er is natuurlijk een ondergrens”, aldus Hage. “Je kunt niet eindeloos blijven verlagen zonder dat het effect heeft op diergezondheid en dierwelzijn.”

Selectief droogzetten GD-dierenarts Christian Scherpenzeel ging tijdens zijn presentatie uitgebreid in op het inmiddels in diverse media uitvoerig besproken onderzoek ‘selectief droogzetten’ (zie ook www.gddeventer.com onder ‘nieuws’). Uit het onderzoek blijkt kort gezegd dat de negatieve gevolgen van selectief droogzetten zonder antibiotica minder zijn wanneer je de juiste managementmaatregelen neemt en de juiste dieren selecteert. “Maar”, benadrukt Scherpenzeel. “uit het onderzoek kwam duidelijk naar voren dat droogzetantibiotica een gunstig effect hebben; dat hebben we de afgelopen 50 jaar dus goed gezien.”

je bewust te worden van de signalen die een koe afgeeft bij pijn. “Die zijn niet zo opvallend als bij mensen. Koeien zijn van nature prooidieren; je gaat voor de bijl als je op de savanne laat zien dat je pijn hebt.” Uit onderzoek van praktijknetwerk ‘De Pijnpoli’ van het UGCN blijkt dat wanneer veehouders zich bewust zijn van de pijnsignalen bij koeien (ingevallen ogen, minder pensvulling, kwijlen, hangende Student Berry Kemp (19) uit Kortenhoef (volgt de opleiding Melkveehouderij in Barneveld): “Mij is weer duidelijk geworden hoe belangrijk schone en droge ligboxen zijn, vooral bij droge koeien.” oren, kop naar voren/gestrekte strot), ze eerder genegen zijn een pijnstiller te geven. “En dat werkt niet alleen pijnstillend, maar ook ontstekingsremmend en koortsverlagend. Het nut van de pijnstiller wordt nog wel eens onderschat.”

Pijnstillers Ook hield Scherpenzeel de aanwezigen voor dat er meer wegen zijn die naar gezonde koeien leiden dan de weg van de antibiotica. Buiten het feit dat voorkomen (de infectiedruk laag en de weerstand hoog houden) natuurlijk beter is dan genezen, zijn er nog vele andere manieren van behandelen. “Denk bijvoorbeeld aan de inzet van een pijnstiller/ontstekingsremmer wanneer een koe last heeft van mastitis.” Zaak is volgens Scherpenzeel

Behalve uit een theoretisch deel, bestond de Masterclass in Zegveld ook uit een praktijkdeel. GD Herkauwer | Februari 2013 |

9


A SANOFI COMPANY

16274_Ketofen NL Rnd Brd Indctgbd 184x130.indd 1

KALVERENHOTEL

09-01-13 13:00

DE NIJBORG AGRI B.V. Voor levering en montage van: silo’s & vijzels voederinstallaties ventilatiegordijnen stalinrichtingen De Hooge Hoek 8 - 3927 GG Renswoude Tel. 0318-572923 - fax 0318-572725 www.nijborgagri.nl - info@nijborgagri.nl

Het kalverenhotel is de op een na beste opvang voor uw pas geboren kalf! Voor meer informatie bel: 0317-619918 of 06-27122638 Of kijk op: www.kalverenhotel.nl


In de rubriek “Vraag & Antwoord” beantwoorden GD-medewerkers vragen vanuit de praktijk.

?

raag: Deze stalperiode zijn er te veel kalveren met luchtwegproblemen; wat kan ik doen om dit probleem aan te V pakken?

Antwoord van GD-huisvesting/ ventilatiedeskundige Toine van Erp: In de herfst- en winterperiode komt het veel voor dat kalveren luchtwegproblemen hebben. Dit kan met meerdere (vaak gecombineerde) factoren te maken hebben: huisvesting, ventilatie, voeding, infecties, etc. Vochtige en koude weersomstandigheden in combinatie met een slecht regelbaar klimaatsysteem in de stal, spelen een belangrijke rol. Met name de jongste kalveren zijn hier gevoelig voor. Tot een leeftijd van 3-4 maanden hebben kalveren behoefte aan een goed regelbaar stalklimaat. Lage temperaturen met daarbij hoge luchtsnelheden zijn voor

?

Vraag & Antwoord

Vraag: Kunnen spenen bevriezen?

Antwoord van GD-uiergezondheidsspecialist Sabine Tijs: Bij zeer koude omstandigheden kunnen spenen bevriezen (frostbite). Spenen bevriezen eerder wanneer ze nat zijn, bijvoorbeeld door een speendesinfectiemiddel of een druppel melk die aan de speenuiteinden hangt. Ook spenen die worden blootgesteld aan een natte en bevroren ondergrond of aan wind en koude temperaturen na het melken kunnen bevriezen. Denk aan dieren die in een zeer open stal staan of die vanuit de melkstal door de buitenlucht naar de stal moeten waarin ze zijn gehuisvest. Dieren met zucht in de spenen en uier zijn ook meer gevoelig voor bevriezing. Een bevroren huid zwelt op, verkleurt, ontwikkelt soms blaren en krijgt een leerachtige structuur. Op beschadigingen van de speenhuid koloniseren mastitisverwekkers zich makkelijk. Een schrale of bevroren speen is dan ook gevoeliger voor het ontwikkelen van een uierinfectie. Gebruikt u een waterige dip (bijvoorbeeld een dip die u zelf met water aanlengt), dan hebt u bij een open stal met nachttemperaturen onder de -10 graden Celsius kans op frostbite.

Ook een vraag? Laat het ons weten en mail uw vraag naar redactie@gddeventer.com onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Herkauwer.

deze diergroep niet wenselijk. Worden de kalveren onder dergelijke omstandigheden gehuisvest en zijn op praktische wijze niet snel verbeteringen mogelijk, dan is het belangrijk deze kalveren extra energie te verstrekken zodat ze zichzelf warm kunnen houden en hun afweersysteem goed blijft werken. Hierbij kan worden gedacht aan meer melk voeren met een extra voerbeurt, een hogere concentratie van melkpoeder in de dagelijkse melkgift en de mogelijkheid om onbeperkt krachtvoer op te nemen. Per bedrijfssituatie zijn aanpassingen mogelijk die leiden tot verbeteringen in huisvesting en ventilatie. Schakel deskundige hulp in als u twijfelt over de bedrijfsomstandigheden bij uw kalveren en de eventueel te nemen maatregelen om deze situatie te verbeteren.

?

raag: Welke boxbedekking kan ik het beste V gebruiken?

Antwoord van GD-rundvee­ dierenarts Jantijn Swinkels: Materialen voor de bedekking van de boxen zijn zand, stro, zaagsel en droge mestfractie. De kwaliteit van de boxbedekking wordt bepaald door de mate waarin bacteriën zich erin kunnen vermenigvuldigen, het ligcomfort, de prijs en het gemak. Zand lijkt de ideale boxbedekking omdat bacteriën er niet goed kunnen groeien en het comfortabel is, zeker bij diepstrooiselboxen. Bovendien is zand redelijk goedkoop. De reden dat toch weinig veehouders zand gebruiken is het ongemak; zand in mestkelders is erg lastig te managen. Stro, zaagsel en droge mestfractie zijn comfortabel en makkelijker in gebruik, maar bacteriën kunnen in al deze bedekkingen goed groeien. Omdat droge mestfractie goedkoper is dan zaagsel en stro, is deze bedekking in opkomst. Wat u ook kiest, het is belangrijk de bedekking vooral droog en schoon te houden, of kalk (calciumcarbonaat) te strooien (1 kg / 10 kg zaagsel) want daar houden bacteriën niet van omdat het de zuurtegraad verhoogt. Als dat niet goed lukt, neemt het aantal bacteriën snel toe, wat het risico op mastitis vergroot. Een belangrijk onderdeel van mastitispreventie is het beperken van de aantallen bacteriën in de boxen. Als u niet zeker bent of dat lukt, kunt u altijd bij de GD het strooisel laten onderzoeken op soorten en aantallen bacteriën. GD Herkauwer | Februari 2013 |

11


GD PRODUCTEN | tekst: ERIK DE VRIES

De GD Mineralencheck:

meten is weten

De GD begon 2013 met een volledig nieuw product: GD Tankmelk Mineralen. Een tankmelkabonnement waarmee melkveehouders snel en eenvoudig een actueel inzicht krijgen in de selenium- en jodium­ voorziening van hun melkvee. Het nieuwe product, en de bijbehorende website www.mineralencheck.nl, is door veehouders, dierenartsen en voerspecialisten enthousiast ontvangen. Mineralen in veevoer zijn een ‘hot topic’. De GD wordt regelmatig benaderd met vragen over de relatie tussen mineralen en diergezondheid. Met name de spoorelementen selenium en jodium staan volop in de belangstelling. De focus op de kostprijs leidt ertoe dat melkveehouders steeds vaker willen weten of ze niet te veel of te weinig mineralen voeren.

“Kostenbesparend en betrouwbaar” “Gemiddeld wordt er €1.000 tot €3.000 besteed aan mineralensupplementen”, zo vertelde GD-toxicoloog Guillaume Counotte al in de vorige editie van de GD Herkauwer. En dus is het volgens hem heel logisch dat melkveehouders willen weten of wat zij bijvoeren ook daadwerkelijk

Jasper Hofman, melkveehouder in Schoonebeek:

“Weinig moeite voor veel inzicht, dat wil toch iedere veehouder?”

12

zinvol is. En dan gaat het niet alleen om de kosten: “Zowel een tekort als een overschot van jodium en/of selenium kan zorgen voor gezondheidsproblemen, waarbij een tekort ook nog eens dezelfde klachten kan geven als een overschot.” Daarom zou het voor veel veehouders een uitkomst zijn als ze een goed beeld krijgen van de hoeveelheid jodium en selenium die hun melkvee werkelijk binnenkrijgt. Tot nu toe was dat niet zo eenvoudig: “Selenium kon gemeten worden via bloed, jodium via een dure methode of indirect, via het schildklierhormoon. Bovendien gaven de resultaten geen actueel beeld. Meten via melk is niet alleen makkelijker, goedkoper en sneller, het geeft ook een actueel en betrouwbaar beeld.”

“Makkelijk en direct” “Melk is erg gemakkelijk om te onderzoeken en een tankmelkuitslag geeft een directe aanwijzing over de situatie op een bedrijf”, zegt ook Dick de Lange van DAP Horst. Hij is een van de rundveedierenartsen die aanwezig waren bij de presentatie die de GD in december 2012 gaf over GD Tankmelk Mineralen. “In bloed zie je problemen vaak pas weken later. Als je tankmelkuitslag goed is, dan heb je zekerheid dat je het ook echt goed doet. Als de uitslag niet goed is, dan weet je daarentegen ook zeker dat er iets niet functioneert. Je moet dan verder kijken, per groep, wat er is. Je hoeft niet wekelijks de tankmelk te onderzoeken, zo snel verandert het rantsoen niet, maar wel bijvoorbeeld elk seizoen.” In de regio van DAP Horst hebben veel melkveebedrijven te maken met mineralentekorten. “Dat heeft onder andere te maken met het feit dat de grond hier ‘arm’ is; met weinig selenium, koper en jodium. Als de mineralenvoorziening niet goed is, dan zie je niet goed functionerende koeien: verminderde vruchtbaarheid, minder productie en meer uiergezondheids- en klauwproblemen.”

Dick de Lange, rundvee­dierenarts bij DAP Horst:

“Een tankmelkuitslag geeft een directe aanwijzing over de situatie op een bedrijf.”


Het GD Mineralenteam. Van links naar rechts: Dr. Jan Muskens (rundveedierenarts), ing. Sietske Zantinge (zoötechnisch specialist), dr. Jan Veling (rundveedierenarts) en dr. Guillaume Counotte (toxicoloog).

“Een extra check” Dat een goed uitgebalanceerde mineralen­ voorziening de kans op gezondheids­ problemen verkleint, weet ook Karst Mulder, hoofd nutritie en innovatie rundvee bij Agrifirm. “Wij krijgen veel vragen uit de praktijk over mineralen, het heeft dan ook continu onze aandacht. Elk rantsoen wordt ook op mineralen uitgebalanceerd. Als je daar niet goed op let, dan heb je meer kans op gezondheidsproblemen. Seleniumtekorten komen nogal eens voor, maar ook een overdaad is mogelijk: teveel selenium is giftig.

Karst Mulder, hoofd nutritie en innovatie rundvee bij Agrifirm:

“Zo’n onderzoek geeft meer management­informatie.”

Tankmelkonderzoek op selenium en jodium lijkt me zinvol. Zo’n onderzoek geeft meer managementinformatie en hoe meer informatie, hoe beter. Het is een extra check en je kunt er echt iets mee.”

“Een fluitje van een cent” De melkveehouders die de GD tot nu toe gesproken heeft over de mogelijkheid om een mineralencheck te doen via de tankmelk zijn erg enthousiast. “Monsters nemen uit de tankmelk is een fluitje van een cent. Weinig moeite voor veel inzicht, dat wil toch iedere veehouder?”, zegt

bijvoorbeeld Jasper Hofman, melkveehouder in Schoonebeek. “Ik voer dagelijks mineralenbrokken, zodat ik kan zien dat ze het vreten. Maar als de penswerking niet optimaal is, worden de mineralen niet opgenomen. Ik heb er zelfs uitval door gehad. Nu gaat het weer de goede kant op. Om te kunnen bijsturen blijft ondersteunend onderzoek nodig. Selenium is voor mij extra interessant vanwege de lichtere dalgrond die wij hier hebben. Als dit via de tankmelk getest kan worden, wil ik hier zeker aan meedoen.”

GD Tankmelk Mineralen Pakket Basis: € 69,95 (2 metingen per jaar) Pakket Standaard: € 119,95 (4 metingen per jaar)* Pakket Uitgebreid: € 164,95 (6 metingen per jaar) *Meest gekozen optie

Voor meer informatie en aanmelden zie: www.mineralencheck.nl. Hier vindt u ook de complete interviews met Jasper Hofman, Dick de Lange en Kars Mulder.

GD Herkauwer | Februari 2013 |

13


Calcium Bolus Gold

Nieuw

Calcium booster ter voorkoming en / of nabehandeling van melkziekte. Voordelen Calcium Bolus Gold: * Gemakkelijk en snel toe te dienen. * Breedspectrum (snel en lang effectief) calciumsupplement. * Snelle opname in pensvloeistof. * Géén irritatie van slokdarm en voormagen. * Géén risico op verslikken en/of longbeschadiging. * Wordt niet Introductie aanbieding uitgespuugd.

t/m 28 februari 2013

Van € 77,40

Voor € 59,50

Slechts € 4,96 per bolus (in

cl. btw)

Reduceer nog vandaag het gebruik van Antibiotica met Ice Mint! Ice Mint bevat: Pepermuntolie:

Optimaliseerd de bloedcirculatie.

Eucalyptusolie:

Huidverzorgend en bacterie dodend.

Tea tree-olie:

Ontstekingsremmende werking.

Kastanje& Arnica:

Optimaliseerd de bloedcirculatie in de uier en helpt bij zwellingen en blauwe plekken.

Menthol:

Koelend effect.

Voordelen Ice Mint:

UNIEKE 1000 ml hangtube!

2013

b * Makkelijk in gebruik. Aanbieding t/m 28 fe * Unieke samenstelling. € 27,50 Van € 34,50 Voorr 500 ml (incl. btw) * Trekt supersnel in de uier. pe Dit is slechts € 13,75 * Plakt niet! * Gemakkelijk in te masseren. * Optimaliseerd de natuurlijke weerstand en herstel. * Prijsgunstig. * Bevat géén antibiotica * Natuurlijk effectief. Informeer vandaag nog bij uw dierenarts naar de bovenstaande producten en aanbiedingen of bestel op www.boerenwinkel.nl


tekst: IR. ANNE-MARIE RITSKES | GD PrODUCTEN

nieuw bgP in veeonline Het is nu nog gemakkelijker om samen met uw dierenarts een nieuw BGP in VeeOnline te maken. De BGP-module in het online programma van de GD is vernieuwd en daardoor gebruiksvriendelijker, overzichtelijker en informatiever. Sinds de invoering van de PPV-verordening ‘registratie en verantwoording antibioticagebruik’ wordt van dierenartsen en rundveehouders met vijf of meer dieren verwacht dat zij jaarlijks een bedrijfsgezondheidsplan (BGP) en bedrijfsbehandelplan (BBP) opstellen, evalueren en bijstellen voor het nieuwe jaar. De vernieuwde BGP-module in VeeOnline ondersteunt daarbij en maakt het nog makkelijker om aan de verordening te voldoen.

handig evalueren Een van de verbeteringen in de nieuwe BGP-module is dat bij de aanmaak van een nieuw plan het oude plan automatisch wordt getoond, direct naast het nieuwe plan. Handig bij het evalueren. Bovendien is tijdens het invullen bij elk onderdeel ruimte voor het benoemen van aandachtspunten, die aan het eind keurig op een rij worden gezet. Ook kunt u er nu voor kiezen om de landelijke streefwaarden over te nemen en zijn de dierdagdoseringen automatisch in te lezen vanuit MediRund. Met uw digitale handtekening maakt u het plan direct helemaal af.

de gd ondersteunt veehouders met hun BGP en BBP in VeeOnline. In november 2012 zijn een aantal belangrijke verbeteringen in het BGP doorgevoerd. We zetten de belangrijkste ontwikkelingen op een rij:

al 11.000 plannen in veeonline Tot nu toe hebben ruim 11.000 rundveehouders samen met hun dierenarts een BGP en/of BBP in VeeOnline aangemaakt. Behalve hun BGP en BBP vinden zij hier ook hun diergezondheidsstatussen, laboratoriumuitslagen en te onderzoeken dieren. De stallijst is eenvoudig te raadplegen; handig bij het selecteren van dieren voor onderzoek. Met internet en een eigen login zijn de plannen overal beschikbaar en gemakkelijk terug te vinden.

gratis inloggen Inloggen op VeeOnline is gratis, evenals de meeste modules. Waarom? Omdat de GD veehouders en dierenartsen wil ontzorgen, haar dienstverlening wil versnellen en minder post wil versturen. Met VeeOnline slaan we drie vliegen in één klap. Om in te loggen gaat u naar www.veeonline.nl. Login vergeten of nog geen login? Via de linkjes onder het inlogscherm zijn eenvoudig nieuwe of vergeten logingegevens aan te vragen. U ontvangt deze binnen een minuut per e-mail, wel zo makkelijk. Nog geen plannen in VeeOnline? Informeer bij uw dierenarts naar de mogelijkheden.

Met het nieuwe bgP kunt u samen met uw dierenarts: • Gemakkelijk uw BGP evalueren en vernieuwen; • Landelijke streefwaarden overnemen of uw eigen waarden kiezen; • Uw oude plan naast het nieuwe zien; • Bij elk onderdeel aandachtspunten noteren; • Dierdagdosering automatisch inlezen (via machtiging MediRund).

en wegens succes herhaald: • • • •

Dieraantallen en statussen automatisch ingevuld; Printoptie voor stalkaarten; BGP-app voor aanmaken een BGP zonder internet; Plannen inzichtelijk en erkend door controlerende instanties; • Plannen digitaal te ondertekenen.

veeonline gaat verder • Naast bedrijfsgezondheidsplannen biedt VeeOnline steeds meer informatie over diergezondheid: - Statussen en deelnames - Labuitslagen - Attenties gepland onderzoek - Tankmelkrapportages - Stallijsten en dieraantallen - Registratie blauwtongvaccinatie • Verwacht in 2013 zijn: - Vernieuwd BBP - Lab uitgebreid - Vaccinatiemodule - BGP Varken Met VeeOnline werken wij samen met u aan diergezondheid.

GD Herkauwer | Februari 2013 |

15


REPORTAGE | tekst: DRS. HELEN DE ROODE

“Achteraf zien we

Het melkveebedrijf van Wernjan en Janet Aalberts staat in Vorchten, vlak achter de IJsseldijk. Een leverbotgebied, zo ontdekten ze 7 jaar geleden ‘per toeval’ toen ze kampten met een salmonellaprobleem. De leverbot maakte, samen met een BVDinfectie, dat salmonella makkelijker de kop op kon steken. Inmiddels is het bedrijf sinds 2010 ‘salmonella onverdacht’ en is ook BVD overwonnen. “Als je er vanaf bent, zie je pas Janet, Wernjan en hun kinderen Natan en Juliët

16

waar je last van had.”


de problemen pas” Het is de dag na Kerst als we bij Wernjan (33), Janet (31) en hun drie kinderen Natan (6), Juliët (4) en Emmelie (6 maanden) aan de keukentafel schuiven. “Als alles goed gaat, was dit onze laatste Kerst hier”, vertelt Janet. “We gaan volgend jaar verhuizen naar Dronten.” Blijven in Vorchten was geen optie; er moet ruimte gemaakt worden voor de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld. “We zijn de laatsten die hier nog zitten, de rest is allemaal al weg.” Momenteel is het bedrijf (220 runderen, waarvan 125 melkkoeien met een productie van 8.700 kilo melk per koe per jaar) nog een maatschap van Wernjan en zijn ouders, maar deze wordt in april 2013 ontbonden. “Als wij straks gaan verhuizen, blijven mijn ouders hier; zij wonen een kilometer verderop en vallen net buiten de geul. Ze helpen ons nog veel, dat gaan we straks wel missen als we in Dronten zitten. Maar als het goed is wordt de werklast daar ook iets lager. We melken nu 2 x 6, daar gaan we 2 x 14 melken, dat scheelt me al gauw 2 uur op een dag. Bovendien gaat Janet, als de kleine iets groter is, weer wat meer meehelpen op het bedrijf.”

Van deze 21 dieren is de mest onderzocht om te kijken of het ging om actieve dragers (die constant de salmonellabacterie uitscheiden en zodoende een permanente bron van besmetting zijn). Er werd één actieve drager gevonden, die meteen is afgevoerd naar het slachthuis. Toen na een aantal maanden bij de dieren opnieuw individueel bloedonderzoek werd gedaan, bleken 8 runderen nog steeds afweerstoffen te hebben. Omdat deze 8 dieren hierdoor verdacht waren van latent dragerschap (latente dragers scheiden de bacterie met tussenpozen uit, afhankelijk van de mate waarin ze dit doen zullen ze besmettingsbronnen blijven), werden ook deze runderen afgevoerd naar het slachthuis.

“De percelen bleken vol te zitten met besmette leverbotslakken”

Salmonelladrager-project In 2005 deed de maatschap van Wernjan en zijn ouders mee aan het ‘salmonelladragerproject’, waarbij de GD onderzocht wat de meest effectieve manier is om salmonella op een bedrijf aan te pakken. “We kwamen hiervoor in aanmerking omdat er al langer dan een jaar afweerstoffen tegen salmonella in onze tankmelk werden gevonden.” Om de salmonelladragers op het bedrijf op te sporen werd bij alle runderen, inclusief het jongvee, het bloed onderzocht op afweerstoffen tegen salmonella. In het geval van Wernjan en zijn ouders ging het om 171 dieren, waarvan er 21 afweerstoffen bleken te hebben.

Voor het onderzoeksproject werden twee van de afgevoerde runderen verder onderzocht op het slachthuis. Wernjan: “Hierbij kwam de leverbot aan het licht. Ik kon het nauwelijks geloven; ik had geen idee dat leverbot hier speelde. Maar het bleek een groot probleem en een belangrijke oorzaak van het feit dat salmonella de kop op kon steken. Lammert Moll (buitendienstmedewerker van de GD, red.) heeft de percelen hier onderzocht en die bleken vol te zitten met besmette leverbotslakken.”

Nóg een probleem “Later bleken we ook BVD op ons bedrijf te hebben”, gaat Wernjan verder. “Dat moesten we dus ook aanpakken, des te meer omdat BVD, net als leverbot, maakt dat de dieren gevoeliger zijn voor een salmonella-infectie.” Het bedrijf stapte in het GD BVD-virusvrij programma, waarmee systematisch alle BVD-dragers werden opgespoord en afgevoerd. In totaal ging het om 6 kalveren.

“Het liep niet lekker” “Het kostte heel wat tijd en moeite om van salmonella en BVD af te komen, maar het heeft ons erg veel opgeleverd. Beiden zijn sluimerende ziektes die je op den duur behoorlijk wat centen gaan kosten. Het bijzondere is dat we achteraf pas kunnen zeggen dat we er last van hadden. Als je terug kijkt, besef je dat de koeien toen een doffere vacht hadden en dat de vruchtbaarheid en de productie minder waren. Het liep net niet lekker, toch modderden we langere tijd maar wat door. Dat constateer je dan later eigenlijk pas.” Het melkveebedrijf van Wernjan en zijn ouders is inmiddels al een aantal jaar “salmonella onverdacht” en BVD-virusvrij. Het leverbotprobleem speelt nog steeds. “Op advies van Lammert Moll werken we met een beweidingsplan en behandelen we de droge koeien. Ook letten we goed op de hygiëne. Dat moet ook wel, want we hebben de stal goed vol. Maar we zitten nu eenmaal in een leverbotgebied en dan is het, als je weidegang toepast, bijna niet te voorkomen dat je dieren besmet raken.” Na de verhuizing is Wernjan van plan de dieren binnen te houden. “De stal in Dronten is mooi hoog en goed geventileerd, dus prima geschikt om de dieren binnen te houden. Weiden is leuk hoor, en een koe hoort wat mij betreft ook in de wei, maar binnen geven ze wel veel constanter melk. Misschien dat we later, als de prijs van de weidemelk omhoog gaat, weer overgaan op weiden. De ruimte is er wel en het risico op leverbot is daar veel kleiner, dus het zou kunnen.” “We gaan in Dronten een mooie nieuwe start maken”, besluit Wernjan. “We zitten nu toch al een aantal jaar tegen die verhuizing aan te hikken en als je weet dat je weggaat, investeer je niet echt meer in je huidige locatie. Straks beginnen we in een nieuwe boerderij en het plan is over een aantal jaar ook een nieuwe stal erbij te bouwen, genoeg om naar uit te kijken dus.” GD Herkauwer | Februari 2013 |

17


De beste manier om mastitis te voorkomen is allereerst om het niet binnen te laten....

J Tot 50% van de spenen vormt geen natuurlijke keratine plug1

Infecties tijdens de droogstand leiden vaak tot mastitis in de volgende lactatie En gemiddeld kost een geval van mastitis € 2102

Bescherm uw koeien met OrbeSeal tijdens de droogstand*… dat verlaagt het risico op mastitis in de volgende lactatie!

* Bij koeien die verdacht worden van subklinische mastitis dient OrbeSeal gecombineerd te worden met een antibioticumdroogstandinjector. Vraag uw dierenarts om advies. OrbeSeal is uitsluitend verkrijgbaar bij uw dierenarts. 1. Dingwell, R.T., et al. Association of cow and quarter-level factors at drying-off with new intramammary infections during the dry period. Preventive Veterinary Medicine 63 (2004) 75-89. 2. Huijps, K., Lam, T.J.G.M., Hogeveen, H. 2008. Cost of mastitis: facts and perception. J. Dairy Res. 75: 113-120.

Pfizer Animal Health b.v., Postbus 37, 2900 AA Capelle a/d IJssel www.pfizerah.nl - info@pfizerah.nl © 2012 Pfizer Animal Health b.v. ®Merknaam van Pfizer Inc., N.Y., U.S.A.

OrbeSeal®, Suspensie voor intramammaire toediening bij het rund (melkkoeien) bij droogzetten. Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik. - REG NL 10082 –UDA •Werkzaam bestanddeel: Elke injector bevat 4 g pasta welke 65% bismuth subnitraat bevat, in een minerale olie als drager. •Doeldier: rund (melkkoeien) •Indicaties: Preventie van nieuwe intramammaire infecties gedurende de gehele droogstandperiode. Bij koeien die beschouwd worden als zijnde vrij van subklinische mastitis kan OrbeSeal op zichzelf gebruikt worden voor droogzetmanagement en mastitiscontrole. Selectie van de koeien voor behandeling met OrbeSeal dient gebaseerd te zijn op veterinaire klinische beoordeling. Selectiecriteria kunnen gebaseerd zijn op het mastitis- en celgetal-verleden van de individuele koeien of erkende testen voor het aantonen van subklinische mastitis of bacteriologische monstername. Zie bijsluiter. •Dosering en toedieningswijze: Dosering: Breng de inhoud van één injector OrbeSeal in de speen van elk kwartier in, direct na de laatste melkbeurt van de lactatieperiode (bij het droogzetten). Speen of uier na het inbrengen van het product niet masseren.Toediening: Er dient voor gezorgd te worden dat er geen pathogenen ingebracht worden in de speen. Daar OrbeSeal geen antimicrobiële werking heeft, is het essentieel dat er bij het inbrengen een strikt aseptische techniek toegepast wordt. Lees vóór gebruik de bijsluiter. •Wijze van gebruik / Aanwijzingen voor een juiste toediening: zie bijsluiter •Contra-indicaties: Gebruik niet alleen dit product bij koeien met subklinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij koeien met klinische mastitis op het moment van droogzetten. Niet gebruiken bij lacterende koeien. Indien per ongeluk ingebracht bij een lacterende koe, kan er een kleine (tot tweevoudige) tijdelijke verhoging van het somatische celgetal waargenomen worden, maar de seal kan er handmatig uit gestript te worden en er zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Pas geen ander intramammair product toe ná de toepassing van Orbeseal. •Wachttermijn: (Orgaan)vlees en melk: nul dagen. •Bijwerkingen, speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen: zie bijsluiter. •Bewaren: Geen speciale voorzorgen voor de bewaring. Buiten het bereik en zicht van kinderen bewaren. •Verdere informatie: zie verpakking/bijsluiter of op aanvraag beschikbaar bij de registratiehouder: Pfizer Animal Health BV- Postbus 37 - 2900 AA Capelle a/d IJssel, Nederland (e-mail: info@pfizerah.nl).


tekst: DRS. LINDA VAN DUIJN | MONITOrING

Meer ibr-uitbraken in Nederland In de tweede helft van 2012 zijn er meer IBR-uitbraken geweest dan normaal gesproken in dezelfde tijd van het jaar. Van 18 bedrijven die in de maand juli neusswabs hebben ingezonden voor het aantonen van IBR-virus (met de PCR), bleek op de helft sprake te zijn van een IBR-uitbraak. Opvallend is dat 6 van deze uitbraken in Friesland plaatsvonden. Over het hele 3e kwartaal van 2012 zijn van 77 bedrijven neusswabs ingestuurd. In 24 (= 31%) van deze neusswabs werd IBR-virus gevonden. Normaal gesproken wordt er in ongeveer een kwart van de ingezonden neusswabs IBR-virus gevonden (waarbij de meeste uitbraken in de winter plaatsvinden). Ter vergelijking: in het 3e kwartaal van 2011 zijn van 88 bedrijven neusswabs ingestuurd, toen werd in 14 (= 16%) swabs IBR-virus aangetoond. IBR Swabs Uitslag NTB: 1 VNA: 52 VVA: 24 ©2012

Geografische spreiding van ingestuurde neusswabs voor onderzoek op het IBR-veldvirus in het derde kwartaal van 2012 (VVA = veldvirus aangetoond, VNA = veldvirus niet aangetoond, NTB = niet te beoordelen).

typische ibr-verschijnselen De verschijnselen die genoemd werden waren typische IBR-verschijnselen: neus- en ooguitvloeiing, snotteren, ademhalingsproblemen, koorts, soms productieproblemen en eenmaal zelfs plotselinge sterfte. Het is belangrijk om het hele jaar door alert te zijn op deze verschijnselen. Maar geregeld komen er ook IBR-uitbraken voor zonder of met heel weinig verschijnselen. Dergelijke uitbraken zijn o.a. vast te stellen door de tankmelk regelmatig op IBRafweerstoffen te laten onderzoeken.

diagnose & behandeling Wanneer u denkt dat IBR op uw bedrijf speelt, kunt u uw dierenarts, het liefst dezelfde dag, van dieren die acuut ziek zijn een neusslijmmonster laten nemen. Bij een klassieke, zichtbare uitbraak van IBR kan verdere schade door de uitbraak worden beperkt door het koppel zo snel mogelijk in de neus te vaccineren met levend vaccin. Nog niet besmette groepen runderen die in een andere ruimte staan kunnen mogelijk beschermd worden door extra hygiënemaatregelen en vaccinatie.

actie gd ibr-tankmelkabonnement

aanpak ibr in europa

Gedurende het tweede kwartaal van 2013 (april t/m juni) kunt u voor slechts € 44,95 (excl. btw) vrijblijvend kennismaken met het GD IBR-tankmelkabonnement. Wie gebruik maakt van deze actie kan in dezelfde periode gratis het bloed van verwerpers laten onderzoeken op afweerstoffen tegen IBR. Daarnaast ontvangen deelnemers kosteloos de IBRchecklist om risicofactoren op hun bedrijf in beeld te brengen. Mocht u besluiten om IBR blijvend onder controle te houden op uw bedrijf, dan kan deelname aan het IBR-tankmelkabonnement dienen als opstap naar vrij-certificering. Na twee jaar kunt u op deze manier het certificaat behalen voor ongeveer een derde van de kosten van certificeren via bloedonderzoek. Tankmelkonderzoek op afweerstoffen tegen IBR is interessant voor zowel bedrijven die vaccineren als bedrijven die niet vaccineren. Er wordt namelijk alleen onderzocht op afweerstoffen tegen het veldvirus en niet op afweerstoffen van vaccin.

In Nederland geldt voor IBR een vrijwillige bestrijding. Melkveehouders die IBR willen bestrijden kunnen kiezen uit een IBR-vrij certificering, IBR monitoren door tankmelkonderzoeken en/of vaccineren. Steeds meer landen om ons heen hebben een artikel 9- of een artikel 10-status voor IBR: bij een artikel 9-status werkt de regio of de lidstaat met een door de EU erkend bestrijdingsplan, bij een artikel 10-status is de regio of het land officieel vrij van een bepaalde dierziekte. In beide gevallen kunnen eisen worden gesteld aan dieren die die landen importeren.

IBR aanpak in Europa Verplicht programma sinds januari 2012 Artikel 10-status Artikel 9-status: Verplicht programma Vrijwillig programma 0

1.000 km

Na drie maanden wordt het abonnement automatisch stopgezet en na aanmelding hoeft u verder niets te doen; de melkmonsters worden automatisch genomen via de RMO. Aanmelden kan online via de GD-webwinkel (www.gd-winkel.nl) of telefonisch via 0900-1770.

GD Herkauwer | Februari 2013 |

19


Monitoring | tekst: ALICE BOOIJ

10 jaar diergezondheidsmonitoring:

uniek én effectief!

2002 was niet alleen het jaar van de euro en van Willem Alexander en Maxima; het was ook het jaar waarin gestart is met het landelijke systeem voor de diergezondheidsmonitoring, op verzoek van de overheid en het agrarisch bedrijfsleven. Eind vorig jaar werd stilgestaan bij het feit dat de GD deze monitoring inmiddels al tien jaar uitvoert.

De samenwerking van de GD met diverse partijen binnen en buiten de sector heeft zeker zijn vruchten afgeworpen, zo bleek wel tijdens de twee bijeenkomsten die de GD in november organiseerde. Tijdens het seminar voor dierenartsen in Apeldoorn en het symposium voor het bedrijfsleven in Amersfoort spraken onder andere Anton Pijpers (Universiteit Utrecht), Christianne Bruschke (Ministerie EZ), Stephanie Wiessenhaan (Ministerie VWS), Simone Hertzberger (Ahold) en Toon van Hoof

Petra Kock, manager monitoring bij de GD: “Het is bijzonder waardevol om samen te werken aan een betere diergezondheid. Het is dé weg om te gaan.”

20

De monitoring is de plek waar alle informatie bij elkaar komt, legt Kock uit: “Het begint altijd bij veehouders en dierenartsen die bijzonderheden signaleren en melden. Zij zijn dan ook van essentieel belang. Daarbij komt informatie uit de sectiezaal, het laboratorium en de dataanalyse. Gecombineerd met de expertise uit binnen- en buitenland, werken we zo gestructureerd aan het verbeteren van de diergezondheid in Nederland.“

(LTO Nederland) over het nut en de waarde van diergezondheidsmonitoring. Uiteraard blikte Petra Kock, manager monitoring bij de GD, ook terug op de afgelopen 10 jaar. “Met Q koorts, Bluetongue en het schmallenbergvirus als voorbeelden, is na 10 jaar het belang van de diergezondheidsmonitoring in Nederland nog steeds groot”, aldus Kock. “Met het snel signaleren van bekende en onbekende dierziekten en het zicht houden op trends en ontwikkelingen, wordt de volks- en diergezondheid beschermd, de voedselveiligheid en de export bewaakt en zo het bedrijfseconomisch rendement verhoogd.”

Filosoof Bas Haring was de dagvoorzitter van het symposium in Amersfoort.

Vertrouwelijk en vrijwillig

Overheid en bedrijfsleven

De basis van het succes van de diergezondheidsmonitoring ligt volgens Kock in de vertrouwelijkheid en vrijwilligheid waarmee dierenartsen en veehouders vanuit hun dagelijkse praktijk bijzonderheden rondom diergezondheid signaleren. “Elk jaar krijgen we zo’n 9.000 telefoontjes met vragen en komen er 9.000 verschillende landbouwhuisdieren op de sectietafel te liggen. De monitoring zorgt voor analyses om zo inzicht te geven in trends en ontwikkelingen. Ook het snel detecteren van nieuwe aandoeningen is een belangrijke taak.”

“Dat bedrijfsleven en overheid samenwerken aan de bewaking van de diergezondheid is uniek en bijzonder effectief”, aldus Anton Pijpers van de Universiteit Utrecht. Gezond vee levert gezond voedsel en daarmee gezonde mensen, zo onderstrepen ook andere belanghebbende partijen zoals VION, FrieslandCampina, LTO, GGD en PVE. Ook bij internationale contacten is men enthousiast, zoals verwoord door een rijksdierenarts uit Schotland: “Ik wou dat we in het Verenigd Koninkrijk zo’n monitoring hadden.”


MONITOrING

Toon van Hoof (LTO Nederland), Simone Hertzberger (Ahold) en dagvoorzitter filosoof Bas Haring op het podium tijdens het symposium in Amersfoort.

Jan Jansen (directeur GD) overhandigt het eerste exemplaar van het boek ‘Samen voor gezondheid’ over 10 jaar diergezondheidsmonitoring aan Christianne Bruschke (Ministerie EZ).

humane gezondheidszorg

uitwisseling met een aantal landen om ons heen structureel op, wat ons betreft mogen nog meer landen aansluiten.” In het buitenland is men enthousiast over de werkwijze van de Nederlandse diergezondheidmonitoring en een aantal landen nemen het systeem ook over. “Het is uniek doordat het privaat georganiseerd is vanuit de productschappen én het ministerie”, weet Pijpers. “Het gaat veel verder dan de wettelijk geregelde aangifteplichtige zieken, want veehouders en dierenartsen werken actief mee met het signaleren.”

Christianne Bruschke van het ministerie van EZ benadrukt het nut van diergezondheidsmonitoring in een dichtbevolkt land als Nederland (16,7 miljoen mensen en 100 miljoen dieren). “Met de GD als spin in het web hebben we één organisatie met gespecialiseerde deskundigen die haar tentakels door heel Nederland heeft en prima kan samenwerken.”

Stephanie Wiessenhaan van het ministerie van VWS ziet dat de samenhang tussen diergezondheid en humane gezondheid groeit. “Door onder andere verstedelijking en toenemende welvaart krijgen we in de toekomst steeds vaker te maken met infectieuze ziekten.”

“Dierziekten stoppen niet bij de grens”

Ook vanuit de retail wordt het werk binnen de diergezondheidsmonitoring geroemd. Simone Hertzberger van Ahold geeft aan dat productveiligheid het allerhoogste risico vormt voor haar organisatie. “Een staking of vijf dagen sneeuw staat in geen verhouding met de discussie over voedselveiligheid. Consumenten moeten blindelings kunnen vertrouwen op hun aankopen.” Om antwoord te geven op de vraag ‘is het veilig om te eten?’ is de monitoring van groot belang, zo geeft Hertzberger aan. “We varen blind op alles wat de monitoring doet, nu en in de toekomst.”

voorbeeld voor buitenland Trendwatcher Adjiedj Bakas voorspelde tijdens het seminar in Apeldoorn een ´supercomputer´ die alle data kan analyseren om zo de diagnostiek te stellen. ”Ik geloof zelfs in zelfdiagnostiek bij dieren dankzij een slimme chip.”

Het delen van kennis en informatie over diergezondheid gaat ook over landsgrenzen heen, vertelt Kock met als voorbeelden het erfelijk gebrek Brachyspina en het schmallenbergvirus. “We pakken de

En de toekomst van de diergezondheidsmonitoring? Kock ziet voor de huidige monitoring nog een mooie toekomst weggelegd. “Ik hoop dat het op deze manier door kan gaan. Het is bijzonder waardevol om sámen te werken aan een betere dieren volksgezondheid. Het is dé weg om te gaan.” Toon van Hoof van LTO Nederland wil nog wel een stapje verder gaan. “Ik pleit voor een diergezondheidsmonitoring over landsgrenzen heen. Dierziekten stoppen niet bij de grens. Wanneer onze buurlanden ook zo’n diergezondheidsmonitoring hebben, werkt het streven naar gezonde dieren, gezond voedsel en gezonde mensen nog beter.”

Met haar monitoringsactivitetien waakt GD over de diergezondheid in Nederland. Onder andere via GD Veekijker, waar vragen van dierenartsen en veehouders binnenkomen. Naast de helpdesk functie is GD Veekijker hét centrale verzamelpunt voor alles rondom diergezondheid, in het belang van veehouder en sector. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de dierenartsen oplevert. De GD-Veekijker wordt gefinancierd door het Ministerie van EZ, PVV en PZ.

GD Herkauwer | Februari 2013 |

21


Kennismakingsaanbieding! Duurzaam zachte corduroy kraag – klassieke vorm, aangenaam op de huid

U bespaart meer dan :

180,–!

Marine blauw

Verticale insteekzakjes vlak onder de borst

5 drukknopen aan de voorkant

Made in England

Bruin

Korting Groen

i.p.v. 279,00* Personalshopprijs

Afgedekte ritssluiting tegen wind

:

De origineel Engelse waxjas is een klassieker uit Groot-Brittannië. Met deze Royal Spencer jas “made in England” kiest u voor een hoogwaardig origineel product.

Topkwaliteit bij model en materiaal

Geen chemische reiniging, niet met de wasmachine wassen, geen was- of reinigingsmiddel gebruiken zodat de geïmpregneerde waslaag behouden blijft.

Personalshop bestelformulier met 30 dagen omruil- en retourrecht Bestelmaat

Prijs per stuk of set: :

Artikelbeschrijving

Een goede waxjas herkent men aan het typische model en aan het onmiskenbare karakter van het materiaal. Klassieke waxjassen zijn recht en lang van model want bij regenachtig weer moet deze droog, warm en behaaglijk zijn. Het buitenmateriaal van de jas wordt met een speciale behandeling geïmpregneerd en behoudt desondanks zijn zachte greep en de karakteristieke geur.

“Waxjas Royal Spencer Classic” Groen Art.nr. 98.204.907 Marine blauw Art.nr. 98.204.910 Bruin Art.nr. 98.204.923

5-sterren Personalshop garantie

Afzender (AUB in blokletters invullen): P Mevrouw P Heer

Verwerking- en verzendkosten à : 5,90

Achternaam, Voornaam Straat en huisnr. Postcode en plaatsnaam Geboortedatum

Art.nr. zie tekst

Traditie met stijl

Robuuste ritssluiting in praktische 2-wegs uitvoering

Art.nr.

98.

00

Authentiek tot in het kleinste detail

2 insteekzakken aan de voorkant, beide met 2 drukknopen te sluiten

Aantal

–64%

Aanbieding alleen geldig voor de lezers van dit magazine

Actie nr. 3005

Levering gebeurt op rekening in de volgorde van de ontvangen bestellingen. Alstublieft geen betaalmiddelen meezenden. Aanbiedingen gelden alleen in Nederland en zolang de voorraad strekt.

H 2 jaar garantie zonder “maar” H Hoogste kwaliteitsgarantie H Laagste prijs garantie H Snelle levering H 30 dagen niet goed, geld terug garantie

u

versturen aan:

Bestelmaten: S M L XL

XXL XXXL

Persoonlijk voor u aanwezig

0 800 / 020 33 77 FAX 0 341 / 390 007 GRATIS

Veiligheidscode

N3005L

www.personalshop.com Personalshop

Postbus 16 7030 AA Wehl

* i.p.v.-prijzen hebben betrekking op de fabrikantenprijslijst of de verkoopadviesprijzen van de fabrikant


tekst: LAMMERT MOLL MSc | DIErZIEKTEN

Meer leverbotresistentie voor middel met triclabendazol

Zoals al via verschillende media gemeld, is de leverbotbesmetting die afgelopen najaar en deze winter is afgezet op het gras, ernstiger dan afgelopen jaren. Tijdens een periode met ernstige infecties komt duidelijker naar voren dat op steeds meer bedrijven dieren niet meer kunnen worden behandeld met een leverbotmiddel dat triclabendazol bevat. Lange tijd (vanaf 1986) werden in Nederland voor de bestrijding van de leverbotziekte bijna uitsluitend middelen gebruikt met als werkzame stof triclabendazol (Fasinex, Endex, Tribex en Cydectin-TriclaMox). Het grote voordeel van deze middelen is dat het al enkele dagen na besmetting werkzaam is en werkt tegen de zeer jonge stadia van de leverbot. De meeste andere leverbotmiddelen zijn pas 2 tot 3 maanden na infectie voldoende werkzaam om de leverbot te bestrijden.

zorgelijke ontwikkeling

eerste gevallen resistentie

Leverbot voorkomen

In 1998 kreeg een bedrijf in de regio ten noorden van Amsterdam voor het eerst te maken met resistentie van de leverbot voor triclabendazol. In de jaren daarna kwamen er uit die regio steeds meer berichten van vooral schapenbedrijven met resistentie. In dit gebied, waar veel leverbot voorkomt, is het nauwelijks mogelijk om schapen te houden als er geen leverbotmiddel gebruikt kan worden dat ook de jonge leverbotstadia bestrijdt.

Omdat het bestrijden van leverbot met de huidige middelen lastiger wordt, zal in de toekomst het accent meer komen te liggen op het voork贸men van een leverbotbesmetting. Een belangrijke stap hierbij is het maken van een goed beweidingsplan. Ook is het noodzakelijk om onnodig behandelen tegen te gaan. Door middel van onderzoek van bloed, melk en/of mest is aan te tonen of een behandeling tegen leverbot werkelijk noodzakelijk is.

niet alleen schapen

80% geeft te lage dosis

De problemen in de schapenhouderij in West-Nederland deden de vraag rijzen of op bedrijven met leverbotresistentie voor triclabendazol bij schapen, ook bij rundvee resistentie kon worden aangetoond. In 2006 en 2007 bleek na GD-onderzoek dat op de meeste bedrijven waar bij schapen leverbotresistentie was aangetoond, ook de leverbot bij het rundvee resistent was.

Indien een behandeling nodig is, let dan op de werkzaamheid van het leverbotmiddel en zorg dat de dieren de juiste hoeveelheid toegediend krijgen. Uit een onderzoek van de GD is gebleken dat ongeveer 80% van de veehouders hun dieren onderdoseren omdat ze niet het juiste gewicht schatten. Daarom wordt elke veehouder aangeraden v贸贸r het behandelen de juiste gewichten van de te behandelen dieren te bepalen door middel van wegen of meten (meetband). Om te controleren of de behandeling tegen leverbot effect heeft gehad kunt u vanaf 14 dagen na behandeling een mestonderzoek laten uitvoeren.

1

2

In de jaren daarna is het aantal bedrijven met leverbotresistentie voor triclabendazol gestaag uitgebreid en de laatste jaren blijkt de resistentie ook vaker voor te komen in andere gebieden in Nederland. Dit baart zorgen. In de gebieden met het grootste risico op leverbotziekte en waar ook resistentie is geconstateerd, wordt het zeer lastig om met de huidige geregistreerde leverbotmiddelen de leverbotziekte goed te bestrijden.

3

Ontwikkeling leverbotresistentie voor triclabendazol. Van links naar rechts: gevallen van leverbotresistentie tot en met 2001(1), tot en met 2007(2) en tot en met 2013(3).

GD Herkauwer | Februari 2013 |

23


De Gezondheidsdienst voor Dieren

Buitenbeeld Koeienritje Toen Anouk en Matthijs Zonderland uit Espel afgelopen zomer samen met hun vader Herman de koeien gingen ophalen, vroegen zij zich af of hun vader op een koe kon zitten. Nadat vader Herman een korte demonstratie had gegeven, wilden Anouk en Matthijs elke dag wel een koeienritje maken. Ze vonden het zó leuk dat de TV en de computer in de vergetelheid raakten. Want rijden op een koe is zo stoer, het liefst maken zij elke dag een mooie koeientoer!

Bereikbaarheid U kunt de GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en € 9,20 basiskosten.

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddeventer.com info@gddeventer.com

Buitenbeeld: De familie Zonderland krijgt een ingelijste uitvergroting van hun inzending. Hebt u zelf ook een foto die niet ‘buiten beeld’ mag blijven? Stuur deze dan (onverkleind) met uw naam en een originele toelichting naar redactie@gddeventer.com.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.