GD Herkauwer 78

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

Herkauwer

Eric en Eefje Meihuizen-Kuyt:

“De koeien zijn reclame voor zichzelf” De dier­gezondheids­ status van Nederland

DNA van bacteriën ontleden

Dierenarts en veehouder over

Tankmelk Uiergezondheid

78 november 2014


U ziet mastitis U ziet het totaalplaatje U kiest bewust U gebruikt de UbroBox voor melkmonstername

Het UbroCare programma ondersteunt veehouder en dierenarts bij verantwoord antibiotica gebruik. Het nemen van melkmonsters wordt steeds belangrijker om gericht antibiotica in te zetten. Weten welke kiem op het bedrijf een rol speelt, helpt bij het maken van de juiste keuzes. Vraag ernaar bij uw dierenarts.

Meer informatie: www.ubrocare.nl


| Voorwoord

| INHOUD 04 Nieuws & Tips 08 Reportage: “Salmonella stond niet op zichzelf”

8

11 BVD Oorbiopten,

zo makkelijk werkt het

12 Vraag & Antwoord 13 Wegwijs op VeeOnline 14 Inzicht in de diergezond-

heidsstatus van Nederland

11

16 Uiergezondheid: “Iedere koe met uierontsteking is er één te veel”

19 DNA van bacteriën ontleden

16

21 Hoogcelgetalmelk voeren is een risico

23

Buitendienst ‘on the road’

24 Diergezondheid volgens: Tom Lammers

Bereikbaarheid U kunt de GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief BTW en € 9,60 basiskosten. Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

COLOFON

GD Herkauwer is een uitgave van de GD | Redactie Ria Huijben, Jet Mars, Helen de Roode, Linda van Wuijckhuise | Eindredactie Yoni Pasman | Redactieadres GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl Productiecoördinatie Senefelder Misset | basisontwerp Fokko-Ontwerp VORMGEVING X-Media Solutions Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem Abonnementen GD Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaar­ abonnement (4 nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 18,15 (excl. BTW) | Advertenties PSH Mediasales, T. 0314-35 58 00 Verschijningsfrequentie 4 keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, kunt u deze via redactie@gddiergezondheid.nl doorgeven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na t­oestemming van de uitgever.

Eeuwig leren De wetenschap ontwikkelt zich razendsnel, ook in ons vakgebied. De wereld verandert, dus kennis ook. Dat levert nieuwe inzichten op die u en uw bedrijf verder kunnen helpen. Ondernemers van de toekomst doen er goed aan mee te liften op deze ontwikkelingen, met actuele kennis en nieuwe inzichten kunt u namelijk geld verdienen. Als het gaat om bijvoorbeeld BVD, dan blijkt dat er voor een groot deel van de melkveehouders nog werk aan de winkel is (zie ook pagina 14 en 15 van deze GD Herkauwer). We zien dat veel veehouders de uitdaging aangaan en aan de slag gaan met deze ziekte. Met kennis van zaken staat u sterker in deze strijd. Zo kunt u leren hoe u deze ziekte aanpakt, maar nog belangrijker: hoe u die voorkomt. In een sector waar preventie en duurzaamheid steeds belangrijker worden, is kennis een investering in de toekomst van u en uw bedrijf. Want door gezondheidsproblemen te voorkomen gaan uw koeien langer mee. Dat alleen levert al geld op: denk bijvoorbeeld maar aan een hogere levensproductie, minder behandelkosten voor een zieke koe en/of lagere opfokkosten voor een vervangende vaars. U houdt nooit op met leren. Dus haal uw kennis op, bijvoorbeeld door het volgen van een cursus, het bezoeken van een congres, en het lezen van deze GD Herkauwer. IR. LIEUWE ROOSENSCHOON, SECTORMANAGER HERKAUWERS

ISSN: 1875a-2594 Adreswijzigingen: bel 0900 1770 (lokaal tarief)

GD Herkauwer | November 2014 |

3


NIEUWS & TIPS Nieuwe Neosporabordjes Steeds meer veehouders gebruiken het ‘Neospora-waarschuwingsbordje’ om wandelaars te attenderen op de risico’s van hondenpoep voor hun koeien. Het populaire bordje was tijdelijk uitverkocht maar ligt inmiddels, voorzien van een kleine restyle, weer volop bij de GD op voorraad. U kunt het degelijke, geëmailleerde bordje eenvoudig bevestigen bij de ingang van een perceel of op een plek waar een wandel- of fietspad aan de percelen grenst. Een Neospora-waarschuwingsbordje kost 9,75 euro (exclusief btw, inclusief verzendkosten) en is te bestellen via 0900-1770 (optie 1) of info@gddiergezondheid.nl.

Let op giftige planten Veel planten bevatten stoffen die giftig zijn voor uw koeien. Meestal ontstaan er geen gevaarlijke situaties, maar let op wanneer de dieren bij tuinafval kunnen komen, bij slootafval kunnen komen na het schonen van de sloten of in de wei lopen tijdens bijzondere omstandigheden, zoals een lange periode van droogte, sneeuw of weinig gras. Op www.gddiergezondheid.nl vindt u een uitgebreid overzicht van planten die giftig kunnen zijn voor runderen.

Ontmoet ons op de RMV Komt u ook naar de RMV Gorinchem dit najaar? Dan is een bezoekje aan de GDstand zeker de moeite waard. Onder het motto ‘Gezonde koeien. Meer weerstand’ dagen wij u onder andere uit de BVDdrager te vangen en/of een slagzin af te maken waarmee u kans maakt op een paar echte Viking-klapschaatsen. Onze BVD-deskundigen staan klaar om u al-

les te vertellen over een effectieve en ­efficiënte aanpak van BVD op uw bedrijf. Uiteraard kunt u ook bij ons terecht met al uw andere vragen rondom diergezondheid. De Rundvee- en Mechanisatievakdagen vinden plaats op 25, 26 en 27 november in de Evenementenhal Gorinchem. U vindt ons op stand 199. Meer informatie: www.evenementenhal.nl/gorinchem.

Leverbotprognose najaar en winter 2014/2015

Meer licht voor meer melk Licht heeft een positieve invloed op de melkproductie, de voeropname en de vruchtbaarheid. Vooral in de wintermaanden heeft extra licht in de stal een positief effect. Dit bereikt u door een combinatie van meer licht en de verhouding tussen uren licht en donker. Meer licht betekent ten minste 150 Lux licht op dierniveau, en dit gedurende minstens zestien uur en maximaal achttien uur per etmaal. Daarna volgt een donkere periode van zes tot acht uur. U kunt samen met een deskundige op het gebied van stalverlichting een plan van aanpak maken voor een optimaal resultaat.

4

De Werkgroep Leverbotprognose heeft de definitieve leverbot­prognose bekend­ gemaakt op www.gddiergezondheid.nl. Als u in een gebied woont waar leverbot eerder is aangetoond, kijk dan op de website voor advies. De Werkgroep Leverbotprognose bestaat uit specialisten uit het

veld en komt, in opdracht van de sector, ieder najaar met voorspellingen over de kans op leverbotinfecties. De werkgroep beoogt preventieve maatregelen en wil door het bevorderen van een strategische behandeling het geneesmiddelengebruik terugdringen.


tekst: redactie |

EFRO-project ‘Meer uit melk’ afgerond Recent is het EFRO-project ‘Meer uit melk’ afgerond. De GD heeft samen met Qlip technieken ontwikkeld om het DNA-profiel van mastitiskiemen te ontleden. Deze krachtige samenwerking op innovatief gebied heeft kennis opgeleverd die bruikbaar

is voor het terugdringen van antibioticaresistentie. De DNA-technieken brengen het genotype in beeld, waarmee vastgesteld kan worden om welke kiem het precies gaat en voor welke antibiotica de kiem eventueel resistent is. Deze inzichten bieden perspectief voor de ontwikkeling van in de praktijk bruikbare instrumenten. Het onderzoek van de GD en Qlip is gesubsidieerd en goedgekeurd door de Europese Unie. Lees meer over dit gezamenlijke project op pagina 19 van deze GD Herkauwer.

NIEUWS & TIPS

Gezonde Melkveehouderij Wat: congres Gezonde Melkveehouderij (voorheen Nationaal uiergezondheidscongres) Wanneer: 25 november 2014 Waar: IJsseldeltastadion (PEC Zwolle) Toegang: 75 euro (deelnemers aan Tankmelk Uiergezondheid of dé Mineralencheck en abonnees van Boerderij betalen 50 euro)

Theo Lam (GD) en Harry van den Bijgaart (Qlip) presenteerden onlangs samen de resultaten van het project ‘Meer uit melk’.

Masterclasses 2014: minder of meer mineralen? Wat is de rol van mineralen bij vruchtbaarheidsproblemen, mastitis en verminderde weerstand? Hoe weet ik zeker dat een aandoening veroorzaakt wordt door een verkeerd samengesteld rantsoen? Hoeveel mineralen heeft een koe werkelijk nodig en hoe kan ik die het beste toedienen? Deze en andere vragen omtrent mineralen staan centraal tijdens de masterclasses die de GD momenteel door het hele land organiseert. De interactieve bijeenkomsten worden verzorgd door de deskundigen van de GD op het gebied van voeding in

Schoon drinkwater Melkgevende runderen, met een melkproductie van 30 liter per dag, hebben een totale vochtbehoefte (inclusief voer) van 90 tot 150 liter per dag. Dit water moet schoon, beschikbaar, smakelijk en ziekte­k iemvrij zijn. Een lagere wateropname leidt tot minder melk of minder groei. Regelmatig de drinkbakken in de stal schoonmaken is een goedkope manier om de wateropname en daarmee de gezondheid te bevorderen. Doe geen ontsmettingsmiddelen in het drinkwater, omdat die de penswerking verstoren: ze veroorzaken slechtere voervertering en geven een grotere kans op pensverzuring.

relatie tot diergezondheid: dr. Jan Veling (specialist veterinaire diervoeding), dr. Jan Muskens (specialist rundergezondheid) en dr. Guillaume Counotte (toxicoloog). Bij de verschijning van deze GD Herkauwer zijn er inmiddels vier masterclasses geweest en nog acht te gaan. Kijk voor meer informatie, data en locaties op www.melkmeesters.nl. Hier kunt u zich ook eenvoudig aan­melden voor een masterclass bij u in de buurt.

Bij deze GD Herkauwer ontvangt u een bijlage over het congres Gezonde Melkveehouderij.

Na het succes van het Nationaal Uier­ gezondheidscongres vorig jaar organiseert de GD dit najaar het congres Gezonde Melkveehouderij. Het evenement wordt opnieuw georganiseerd in samenwerking met vakblad Boerderij en biedt een breed en spraakmakend programma. Na het plenaire deel, met onder andere een presentatie van een grote buitenlandse melkveehouder, kunt u uw eigen programma samenstellen. Hierbij kunt u kiezen uit 24 verschillende sessies rond de thema’s uiergezondheid, jongveeopfok, gezonde voeding en ruwvoerproductie. Een van de hoogtepunten is de uitreiking van de Uiergezondheid Awards aan melkveehouders die een uitzonderlijke prestatie hebben neergezet op het gebied van uiergezondheid. Benieuwd naar de genomineerden? Kijk op www.gddiergezondheid.nl. Meer informatie en aanmelden: www.gezonde-melkveehouderij.nl. Zie ook de bijlage bij deze GD Herkauwer.

GD Herkauwer | November 2014 |

5


25 november 2014 Locatie: IJsseldelta Stadion/PEC Zwolle

HĂŠt event voor de gehele melkveesector Stel uw eigen programma samen!

Kies uit sessies in 4 actuele deelthema’s:

Uiergezondheid Jongveeopfok Gezonde voeding Ruwvoerproductie

Meer informatie op: www.gezonde-melkveehouderij.nl Initiatiefnemers:

Premium partners: The Reference in Prevention for Animal Health


Vraag & Antwoord

In de rubriek ‘Vraag & Antwoord’ beantwoorden GD-dierenartsen vragen vanuit de praktijk die ons op één of andere manier bereiken.

?

?

Vraag: Ik merk niets aan de koeien, maar mijn IBR-tankmelkuitslag is omgeslagen van gunstig naar ongunstig, hoe kan dat?

Vraag: Wat is de wisselwerking tussen de energie­ voorziening en opstartproblemen bij melkkoeien?

Antwoord van rundveedierenarts Han Hage:

“Opstartproblemen worden vaak veroorzaakt door een verminderde energieopname aan het einde van de droogstand en begin van de lactatie. De verminderde energieopname, met als gevolg (subklinische) slepende melkziekte, is niet eenvoudig bij de koe waar te nemen. Sommige veehouders kunnen dieren met slepende melkziekte ruiken (aceton). De ziekte is goed vast te stellen door het meten van ketonlichamen (onder andere BHBZ) via melkcontrole of bloedonderzoek. Er is een aanwijzing voor een probleem als meer dan 10 procent van bemonsterde dieren een verhoogde waarde heeft, uitgaande van een steekproef van twaalf dieren tussen vijf en vijftig dagen na het afkalven. Bij een percentage van meer dan 25 procent is er een duidelijk probleem. Als de afwijkende dieren vooral voorkomen in de groep van vijf tot dertig dagen na afkalven dan moet de focus op de voeding in de droogstand liggen. Bij veel afwijkende dieren tussen dertig tot vijftig dagen na afkalven, is het met name belangrijk te kijken naar de energieopname van de dieren in relatie tot hun productie. Vaak betreft het dan een matige kwaliteit van de kuil, al dan niet in combinatie met een te langzaam opvoerschema. Overleg in dat geval met uw dierenarts en/of voeradviseur. Daarnaast is het van belang om de conditie bij afkalven scherp in de gaten te houden. Dieren met een royale conditie hebben meer kans op slepende melkziekte. Optimaal is een conditiescore tussen de 3.0 en 3.5 bij afkalven. Om deze conditie te bereiken is het van belang om de conditie van melkvee vanaf de tweede helft van de lactatie al in de gaten te houden.”

“Een met IBR besmette koe scheidt het IBR-virus gedurende een aantal dagen tot circa twee weken uit. De koe kan het virus via direct contact overdragen naar andere koeien, maar overdracht kan ook indirect verlopen, bijvoorbeeld via water, voer, handen, een overall of gebruikte materialen. Wanneer dat gebeurt op een bedrijf met een gunstige tankmelkuitslag voor IBR (de meeste of alle melkgevende dieren hebben niet eerder een IBR-infectie meegemaakt) wordt de tankmelk IBRpositief (antistoffen aangetoond). Uit onderzoek en praktijkervaring weten we dat het merendeel van deze nieuwe infecties op gevoelige bedrijven (niet eerder geïnfecteerde of gevaccineerde bedrijven) niet gepaard gaat met verschijnselen. Dat betekent wél een tankmelkomslag naar ongunstig maar géén snotneuzen, hoesten, vruchtbaarheidsstoornissen, verwerpers, melkgiftdaling of sterfte. We noemen dat een subklinische infectie. We schatten dat een omslag op ongeveer tien procent van de gevoelige bedrijven wél zorgt voor verschijnselen in meer of mindere mate. Een jaarlijkse vaccinatie van de veestapel tegen IBR beschermt in hoge mate tegen het optreden en de ernst van eerder genoemde verschijnselen. Een halfjaarlijkse vaccinatie vermindert ook de daadwerkelijk verspreiding van het IBR-virus tussen uw dieren.”

Antwoord van rundveedierenarts Jan Veling:

?

Vraag: Een pink heeft BVD-antistoffen en is geïnsemineerd. In het koppel is een drager. Kan de pink nu ook een drager ter wereld brengen of werken de antistoffen die de pink heeft aangemaakt als bescherming?

Antwoord van rundvee­ dierenarts Linda van Duijn: “Het gaat erom wannéér de pink antistoffen heeft ontwikkeld. Als dit vóór de inseminatie is gebeurd, dan heeft het dier de BVD-infectie vóór de inseminatie doorgemaakt en zijn er ten tijde van de risicovolle periode van de dracht voldoende antistoffen om de vrucht te beschermen tegen infectie en het worden van een drager. Vraag is dus wanneer er is getest op BVD-antistoffen. Zijn de antistoffen vóór de inseminatie aangetoond, dan is duidelijk dat het virus al vóór de inseminatie op zijn retour was; gemiddeld ontstaan tien tot veertien dagen na de infectie van het BVD-virus antistoffen. Vanaf dat moment wordt het BVD-virus opgeruimd.

Is in een later stadium getest op antistoffen, dan blijft onduidelijk wanneer het dier de infectie heeft doorgemaakt en of er op het moment van inseminatie (genoeg) antistoffen aanwezig waren om de vrucht te beschermen. De test die de GD gebruikt toont BVD-antistoffen aan zodra er antistoffen in het dier aanwezig zijn, ook al is dat in zeer lage hoeveelheden.”

Ook een vraag? Laat het ons weten en mail uw vraag naar redactie@gddiergezondheid.nl onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Herkauwer.

GD Herkauwer | November 2014 |

7


reportage | tekst: DRS. YONI PASMAN

Eric en Eefje Meihuizen-Kuyt:

“Salmonella stond niet op zichzelf”

Eric en Eefje Meihuizen-Kuyt volgden hun grote droom: de monumentale boerderij in de bosrijke omgeving van de Veluwe overnemen van Eefjes ouders. Maar vlak voor de overname bleek er Salmonella te spelen op het bedrijf. En tot hun grote schrik ook BVD en leverbot. Deze drie problemen waren alleen op te lossen door ze één voor één aan te pakken. Eric wilde altijd wel boer worden, maar zag geen mogelijkheid om voor zichzelf te beginnen. “En toen trouwde je een boerendochter”, lacht Eefje. Samen namen ze het bedrijf van Eefjes ouders over in 2012. Maar makkelijk zou het niet worden. Beiden hadden nog een parttime baan en waren niet van plan die op te geven. “Bovendien heb je dan bij overname veel meer mogelijkheden bij het pachtbedrijf.” Nu werken ze, naast op het melkveebedrijf, beiden nog twee dagen in de week: Eric in het onderwijs en Eefje in de PR en marketing.

8

Veel aan de wandel Met 32 losse percelen is het stel veel aan de wandel met hun 60 melkkoeien. “Ik voel me soms wel een schaapherder”, lacht Eric. Om elk perceel ligt een randje bos, langs sommige loopt een beekje, en voor één perceel moeten de koeien zelfs 400 meter over de openbare weg lopen. Het land dat het verst weg ligt is zonder koeien al zo’n kwartier lopen, dus het is soms een hele klus om ze te verplaatsen. “Het scheelt wel dat onze koeien vrij mak zijn. We zitten hier op een toeristische hotspot, dus we moeten er ook voor zor-

gen dat het vee er goed bij loopt. Eigenlijk is dat wandelen heel goede reclame voor onze koeien.”

Salmonelladragers opsporen Toen de twee in 2010 al bezig waren met de bedrijfsovername, besloten ze tankmelkonderzoek te laten doen op Salmonella, ook al was dat destijds nog niet verplicht. “De fabriek stimuleerde toen al om Salmonella Tankmelk Onverdacht te worden”, zegt Eefje. “De uitslag bleek ongunstig te zijn. Dus we zijn met onze dierenarts Marjan Nijhof aan de slag


gegaan om de dragers op te sporen. We lieten daarvoor van alle dieren bloed tappen. Na driekwart jaar mest-, bloed- en tankmelkonderzoek vonden we zes dragers, die hebben we allemaal geruimd. Dat was echt niet leuk.” Maar de maatschap was vervolgens wel Salmonella Tankmelk Onverdacht.

Toch weer ongunstig Via tankmelkonderzoek bleven ze daarna hun status in de gaten houden. Het duurde niet lang voordat een koe en twee kalfjes stierven en er kalfjes met diarree waren. En wat bleek: er kwam weer een ongunstige tankuitslag. “Dat was erg frustrerend”, zegt Eefje. “Je hebt alle stappen doorlopen en dan is het nog niet opgelost.” Hun dierenarts bracht ze in contact met GD-buitendienstmedewerker Chris Raatgever. “Hij adviseerde ons om ook eens te onderzoeken op BVD en leverbot, omdat deze infectieziekten de kans op Salmonella vergroten”, zegt Eefje. Het stel ging er meteen mee aan de gang. Ze lieten de QuickScan BVD doen en mestonderzoek moest uitwijzen of leverbot ook speelde. Voor beide infecties kregen ze ongunstige uitslagen. Er was jongvee met BVD-antistoffen en er was sprake van leverbot. Dat laatste was een verrassende uitslag: op de zandgronden van de Veluwe verwacht je leverbot niet zo snel. “Dat verklaarde ook waarom de Salmonella weer terugkwam. Het stond dus niet op zichzelf.”

Succesvol stappenplan Met de dierenarts maakten Eefje en Eric meteen een stappenplan om de salmonellaproblemen op te lossen. “Eerst behandelden we alle koeien in de droogstand

tegen leverbot en we zijn in de BVD-vrij Certificering gestapt.” Hiervoor lieten ze alle dieren tappen om te controleren op de aanwezigheid van het BVD-virus. “Dat was niet zo’n probleem, omdat we ook meedoen aan het CVI-onderzoek naar schmallenberg en knutten, daarvoor lieten we ook al bloed tappen. Dat kon dus net zo goed tegelijk, dat scheelt ook weer kosten.” Uit het bloedonderzoek kwam naar voren dat er geen BVD-dragers waren. Daarna kon het stel opnieuw salmonella-onderzoek doen om de dragers op te sporen en op te ruimen. “Sindsdien zijn alle uitslagen gunstig en zijn we Salmonella Tankmelk Onverdacht.”

Veiligheidsmaatregelen Om de gezondheid van hun dieren op peil te houden en zoveel mogelijk infecties te voorkomen volgen Eric en Eefje bepaalde veiligheidsmaatregelen. Zo kopen ze sinds 2007 geen vee meer aan. “Daarmee sluit je al veel mogelijke infecties uit. Daarnaast laten we de koeien niet weiden op grond dat aansluit op andere percelen, zodat er geen contact is met andere dieren.” En ze zijn voorzichtig met antibiotica, ook vanuit het oogpunt van mogelijke resistentie. Volgens Eefje kunnen koeien zelf ook een heleboel oplossen. “Alleen als een koe heel ziek is behandelen we, anders mag ze er op eigen kracht doorheen komen.”

“We zorgen ervoor dat onze koeien niet in contact komen met andere dieren”

Sinds 2013 is het bedrijf ook BVD-vrij en wordt er al een tijdje geen leverbot meer gevonden in de mest. Eefje: “We zijn daarom gestopt met het behandelen van de melkkoeien, op advies van de GD, maar het is hier wel noodzakelijk om in de gaten te houden.” Eric: “De leverbot zit waarschijnlijk in de natte percelen, waaronder die naast het beekje. Het advies is om de koeien daar niet meer te weiden, maar dat is voor ons heel lastig. Er staat gras op dat we er niet af krijgen met de machines vanwege de vochtigheid. Maar we hebben dat gras hard nodig. Nu heeft alleen het jongvee erop gelopen, dus we behandelen alleen die dieren.”

Verbouwing De veertig jaar oude stal wordt momenteel verbouwd om ruimte te maken voor meer koeien. Dat betekent niet meteen dat die er ook komen, zegt Eefje. “Maar we willen wel die mogelijkheid hebben. Nu wordt een deel van de stal gesloopt en op dezelfde plek een melkstal en apart tanklokaal gebouwd, met een machinekamer en een hygiënesluis. We gaan van een 2x4 melkstal naar 2x8.” Dat betekent sneller melken, en is dus een stuk praktischer voor het drukke stel. Net als de mestopslag, die ze nu elders huren. “Als we die zelf hebben kunnen we ook zelf bepalen wanneer we gaan uitrijden en zitten we niet vast aan een bepaalde datum.” Voor de veehouders betekent dat meer flexibiliteit: “Het bedrijf is na de verbouwing helemaal toekomstbestendig.”

De driehoek Salmonella, BVD en leverbot Wanneer Salmonella speelt op een bedrijf, is het verstandig ook te kijken naar andere aandoeningen. Van BVD en leverbot is bekend dat ze de kans op salmonella-infecties vergroten. Omdat BVD de weerstand vermindert, kan Salmonella eerder toeslaan. Let daarom, bij een ongunstige tankmelkuitslag, ook op symptomen van BVD, zoals productiedaling, verwerpen, vruchtbaarheidsstoornissen, geboorte van zwakke of afwijkende kalveren en weerstandsvermindering. Een BVD-infectie kan ook symptoomloos zijn. Leverbot veroorzaakt leverschade, waardoor Salmonella zich kan nestelen in de galgangen en de beschadigde lever. Ook in gebieden waar leverbot weinig lijkt voor te komen is het goed om tankmelk-, bloed- of mestonderzoek te laten uitvoeren.

Eric en Eefje Meihuizen-Kuyt wonen in de bosrijke omgeving van de Veluwe, waar zelden leverbot voorkomt. Toch zaten er leverboteieren in de mest van hun dieren.

GD Herkauwer | November 2014 |

9


STARTVAC

®

Polyvalent geïnactiveerd vaccin tegen rundermastitis, in emulsie voor injectie

Breek met het verleden

VACCINEER!

STARTVAC®, Polyvalent geïnactiveerd vaccin tegen rundermastitis, in emulsie voor injectie. Gehalte aan werkzame bestanddelen: samenstelling per dosis (2 ml): Escherichia coli J5, geïnactiveerd > 50 RED60 *; Staphylococcus aureus (CP8) stam SP 140, geïnactiveerd, die Slime Associated Antigenic Complex (SAAC) tot expressie brengt > 50 RED80 ** *RED60: Rabbit Effective Dose (effectieve dosis bij konijnen) bij 60% van de dieren (serologie). **RED80: Rabbit Effective Dose (effectieve dosis bij konijnen) bij 80% van de dieren (serologie). Doeldiersoort: rundvee: koeien en vaarzen. Indicaties: voor immunisatie van kuddes gezonde koeien en vaarzen, in kuddes melkrundvee met herhaalde mastitisproblemen, om het optreden van subklinische mastitis en het optreden en de ernst van de klinische verschijnselen van klinische mastitis veroorzaakt door Staphylococcus aureus, coliformen en coagulase-negatieve stafylokokken te verminderen. Het volledige immunisatieschema levert immuniteit op vanaf ongeveer dag 13 na de eerste injectie tot ongeveer dag 78 na de derde injectie (overeenkomend met 130 dagen post-partus). Dosering en wijze van toediening: intramusculair gebruik. De injecties dienen bij voorkeur afwisselend aan beide zijden van de nek gegeven te worden. Het vaccin vóór toediening op een temperatuur van +15 °C tot + 25 °C laten komen. Schudden voor gebruik. Dien één dosis (2 ml) toe door middel van een diepe intramusculaire injectie in de nekspieren en volgens het volgende schema: eerste injectie: 45 dagen voor de verwachte datum van de partus, tweede injectie: 35 dagen daarna (overeenkomend met 10 dagen vóór de verwachte datum van de partus), derde injectie: 62 dagen na de tweede injectie (overeenkomend met 52 dagen post-partus). Het volledige immunisatieprogramma dient bij elke dracht herhaald te worden. Contra-indicaties: geen. Bijwerkingen: er kunnen na toediening van één dosis vaccin lichte tot matige, voorbijgaande, plaatselijke reacties optreden. Dit zijn voornamelijk: zwelling (gemiddeld tot 5 cm2), die meestal binnen 1 of 2 weken verdwijnt. In sommige gevallen kan er ook pijn optreden op de plaats van de injectie, die spontaan in maximaal 4 dagen verdwijnt. Er kan in de eerste 24 uur na injectie een gemiddelde voorbijgaande stijging van de lichaamstemperatuur voorkomen van ongeveer 1 °C, bij sommige koeien tot 2 °C. Wachttijd: nul dagen. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant: LABORATORIOS HIPRA, S. A., Avda. La Selva 135, 17170 Amer (Girona), Spanje. Registratienummers: EU/2/08/092/003, EU/2/08/092/004 en EU/2/08/092/006. Op diergeneeskundig voorschrift. Verpakking: 20 x 1 dosis, 1 x 5 doses en 1 x 25 doses. Verdeler: HIPRA BENELUX NV, Adequat Business Center, Brusselsesteenweg, 159, 9090 Melle, België, e-mail: benelux@hipra.com

10

www.startvac.com

Hipra Benelux, N.V. Diakenweg 11 2033 AP Haarlem NEDERLAND Tel.: +31(0)235 332 526 Fax: +31(0)235 401 125 www.hipra.com


tekst: DRS. HELEN DE ROODE | oorbiopten

BVD Oorbiopten, zo makkelijk werkt het Steeds meer veehouders gebruiken oorbiopten om vrij te worden en blijven van BVD. Niet verwonderlijk, met oorbiopten is het mogelijk BVD-dragers er direct na de geboorte uit te pikken. En het nemen van een biopt kan in ĂŠĂŠn handeling met het oormerken. Hebt u al eens gezien hoe eenvoudig het werkt? Hierbij een beeldverslag.

Oorbiopt-oormerken en bijbehorende tang bestelt u gewoon bij uw eigen oormerkleverancier.

U brengt de oormerken aan in de tang...

...en knipt ze op de gebruikelijke manier in het oor.

In de holte van de bioptnaald zit nu het oorbiopt (een stukje weefsel).

Plaats het meegeleverde plastic buisje over de bioptnaald en druk goed aan.

U kunt het buisje met de naald erin nu van de tang halen.

Vul het levensnummer dat op het buisje staat in op het meegeleverde inzendformulier.

Verpak het buisje in de meegeleverde sealbag.

Gebruik de meegeleverde antwoordenvelop voor verzending.

In het laboratorium van de GD wordt het biopt uit de naald gedrukt...

...en met een ELISA-test onderzocht op BVD-virus.

De uitslag staat binnen 5 werkdagen op VeeOnline.

Meer informatie en een instructiefilmpje vindt u op www.gddiergezondheid.nl/bvd NB: in dit verslag is gebruikgemaakt van een van de beschikbare oormerktangen, andere tangen kunnen net iets anders werken.

GD Herkauwer | November 2014 |

11


REXTON W 4WD VANAF ¤ 23.999

excl BTW excl BPM op grijs kenteken*

Afgebeeld model: Rexton W Sapphire

met hoog aanhanggewicht voor de professional GRATIS ➔ Ombouw naar grijs kenteken standaard dak ➔ Elektrisch schuifdak ➔ Metallic lak

* Aanbod enkel geldig bij zakelijke aanschaf en gebruik. Meer info: surf naar www.ssangyong.nl

GARANTIE PECHHULP

DRIVEN BY YOU

7,3 - 7,8 l/100 KM. 193 - 206 G CO2/KM * Adviesprijs voor Rexton W 4WD MT Quartz incl ombouw grijs kenteken standaard dak, elektrisch schuifdak en metallic lak. Aanbod enkel geldig bij zakelijke aanschaf en gebruik.

NIEUW

Koeien zoeken wordt koeien vinden Nedap Koe Positiebepaling met geïntegreerde Tochtdetectie en Gezondheid Monitoring • Individuele dieren of attentiekoeien snel en moeiteloos lokaliseren in uw stal (tot op 1 meter nauwkeurig). • Eén Smarttag Hals voor alle toepassingen. Koe Positiebepaling met Tochtdetectie, Gezondheid Monitoring (vreetmonitoring) en ISO-herkenning. • Robuust en stabiel systeem, ongevoelig voor storingen vanuit de omgeving dankzij laagfrequent signaal. • Eenvoudig te installeren; onderhoudsvrij; lange levensduur. • Gebruiker kan zichzelf eenvoudig weergeven op de stalplattegrond door het gebruik van een extra Smarttag Hals.

Nedap Tochtdetectie

Verschillende leveranciers in de melkveehouderij gebruiken Nedap Tochtdetectie techniek. Vraag ernaar bij uw melkmachine dealer of veeverbeteraar. Voor meer informatie zie nedap.com/livestockmanagement


tekst: DRS. Jessica Hirsch-van Stek | VeeOnline

Wegwijs op

VeeOnline

Als veehouder bent u dagelijks bezig met diergezondheid. Daar kunt u VeeOnline goed bij gebruiken. Als u bent ingelogd en bovenaan de pagina klikt op Registratie, dan ziet u het onderstaande scherm. Door op het GD-logo of de link naast het logo te klikken, gaat u direct door naar de website van de GD. Deze wordt in een nieuw scherm geopend.

Welkom ‘Uw Naam’

Mijn bedrijf

Registratie

Home

Lab

Contact Geboortemelding

Oormerkbestelling

Geboorte vrij oormerk

Paspoortbestelling groep

0123456 012345 Uw naam

Aanvoermelding

Melding doen

Aanvoer op verklaringsnummer

Door op ‘Melding doen’ te klikken kunt u in het groene uitklapmenu aangeven welke melding u wilt doen.

Opvragen rund

GD Relatienummer

Meldoverzicht

Afvoermelding

Infoproducten I&R

Afvoer groep

Rundgegevens

Slachtmelding

Gezondheidsstatussen

Exportmelding

UBN Naam E-mail Contactgegevens

Melkveebedrijf

DA Praktijk

Doodmelding Gezondheidsdienst voor Dieren Contactgegevens

Tank

Nederlandse Melkleverancier

Gemiddeld aantal aanwezige runderen laatste jaar Volwassen Jongvee Totaal 0

0

Er bestaat 1 nog niet verwerkt gepland onderzoek rund voor de komende 100 dagen.

Status en deelname

Bedrijfsbehandelplan

Kip

Door op ‘Opvragen rund’ te klikken kunt u met behulp van een levensnummer van een rund de dierdetails zien bestaande uit: geslacht, haarkleur, geboortedatum, Contactgegevens levensnummer, levensnummer van de moeder, nakomelingen, UBN-houder van het rund en, indien van toepassing, gegevens uit het buitenland.

Infoproducten

Geplande onderzoeken

Leptospirose Leverbot Maagdarmwormen Neospora Paratuberculose Salmonella Uiergezondheid Worminfecties Bedrijfsbehandelplan

A

details

Attenties

Rund Kip Programma of product BVD IBR

A

Opvragen Rund

Importmelding

Naam

0

Rund

Export groep

Bedrijfstype Zuiverlfabriek

A

Doodgeboortemelding

Home

naam@mail.nl

( Uitloggen )

www.gddiergezondheid.nl

Melding doen

Paspoortbestelling

000000

Deelname

Via infoproducten I&R kunt u een bedrijfsregister bestellen. In het bedrijfsregister worden alle aan- en afvoeren van runderen op uw bedrijf bijgehouden. U kunt zelf de gewenste Status periode selecteren.

Rapportage

Gezondheidsstatussen Via gezondheidsstatussen kunt u kijken naar statussen van bedrijven die in het openbaar register staan*. Hierbij kunt u zoeken naar statussen op basis van een UBN of op basis van een levensnummer. Handig als u bijvoorbeeld een Deelnemer rund gaat aankopen om te zien of een bedrijf een gelijke gezondheidsstatus heeft. Deelnemer

23-06-2014 25-06-2014

Uw labuitslagen nu in één duidelijk overzicht! Ga naar Mijn labuitslagen >>

[Versie 3.4.1.6] Copyright

© De Gezondheidsdienst voor Dieren B.V. Alle rechten voorbehouden. Voorwaarden | Disclaimer |

Privacy

Volg ons op Twitter

* Hiervoor heeft u de betaalde module “Van en Naar de Stal”nodig. De kosten voor deze module zijn € 0,21 per aanwezig dier per jaar (tarief 2014).

GD Herkauwer | November 2014 |

13


monitoring | tekst: LOTTE ROOS MSc, ANOUK VELDHUIS MSc

Inzicht in de

van Nederland

diergezondheidsstatus Veel veehouders weten heel goed welke dierziekten er wel of niet spelen op hun bedrijf en houden hun statussen nauwlettend in de gaten. Maar weet u ook hoe we er landelijk voor staan? De GD onderzoekt eens per twee jaar de status van een aantal belangrijke infectieuze aandoeningen in de Nederlandse veehouderij. Wat houdt deze ‘specifieke monitoring’ in, en wat zijn de resultaten? Het doel van de onderzoeken, die gedaan worden met financiering van het Productschap Zuivel en het Productschap Vee en Vlees, is om te bepalen op hoeveel procent van de Nederlandse melkleverende en niet-melkleverende rundveebedrijven een bepaalde infectieuze aandoening voorkomt. Het gaat hierbij om ziekten als Neospora, Salmonella, IBR, BVD en leptospirose. De sector bepaalt op welke ziekten de onderzoeken zich richten. Hierbij speelt de hoeveelheid schade die een ziekte aanricht een rol en of de ziekte van dier op mens overdraagbaar is (zoönose), maar er wordt ook gekeken naar de mogelijkheden die er zijn om een ziekte te bestrijden. Afgelopen jaren is onder andere de landelijke status van ziekten als Salmonella, IBR, BVD, en leptospirose onderzocht.

verende en niet-melkleverende bedrijven die, indien van toepassing, een niet-vrije status hebben voor de desbetreffende ziekte. In de uiteindelijke berekeningen wordt vervolgens rekening gehouden met het aantal bedrijven dat gecertificeerd vrij is van de ziekte, om zo tot een landelijk gemiddelde te komen. Op melkveebedrijven kunnen veel onderzoeken worden gedaan in tankmelk. In de andere gevallen wordt bloedonderzoek gedaan, waarbij het aantal en de leeftijd van de te onderzoeken runderen per ziekte verschilt. Veehouders nemen vrijwillig deel en hoeven de kosten van de dierenarts en de laboratoriumonderzoeken niet te betalen. Deelnemers ontvangen hun eigen uitslagen en krijgen zo inzicht in de status van de betreffende dierziekte op hun bedrijf. De resultaten van alle deelnemende bedrijven worden uiteindelijk anoniem verwerkt tot een overzicht waarin duidelijk wordt bij hoeveel procent van de rundveebedrijven in Nederland de betreffende ziekte voorkomt.

Leverbot kwam voor op 49,7 procent van de zoogkoebedrijven

Willekeurige steekproeven Het onderzoek naar de mate waarin een bepaalde ziekte voorkomt gebeurt op basis van willekeurige steekproeven op melkle-

Trends zichtbaar maken De GD voert de specifieke monitoring al sinds 2002 uit. Hierdoor zijn ook trends in de tijd zichtbaar; komt een bepaalde ziekte meer of minder voor dan voorheen, of blijft de status ongeveer gelijk? Inzicht in deze ontwikkeling is voor de sector uiteraard van belang. Zo is het voor de sector goed om te weten hoe de situatie in Nederland is als het gaat om IBR en BVD, gezien de export naar omringende landen met verplichte bestrijdingsprogramma’s voor deze infectieziekten. De resultaten van de specifieke monitoring (dat wil zeggen, de landelijke gemiddelden) worden dan ook altijd bekendgemaakt aan de sector, zodat het beleid eventueel kan worden aangepast.

Resultaten 2013-2014 Enkele resultaten van de specifieke monitoring over 2013-2014:

Melkleverende bedrijven • BVD Landelijk gezien was er op basis van bloedonderzoek bij jongvee op 13,6 procent van de melkveebedrijven een indicatie van BVD-viruscirculatie. Dit percentage is vergelijkbaar met de pre-

Als sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij intensief samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van EZ, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

14


MONITORING

valentie die gevonden is in 2011. Uit tankmelkonderzoek is gebleken dat op 71,5 procent van de niet-BVDvrije bedrijven gemiddeld meer dan 30 procent van de melkgevende dieren antistoffen voor BVD heeft. Dit geeft aan dat een groot deel van de melkveebedrijven in Nederland te maken heeft gehad (of nog te maken heeft) met BVD. • S chmallenbergvirus Uit tankmelkonderzoek is gebleken dat op 95,8 procent van de melkveebedrijven in Nederland de melkkoeien nog steeds veel antistoffen hebben en goed beschermd waren tegen schmallenbergvirus. • Leverbot Uit tankmelkonderzoek op antistoffen is gebleken dat leverbot op 24,4 procent van de melkveebedrijven in Nederland voorkomt. Dit percentage is vergelijkbaar met voorgaande jaren.

Niet-melkleverende bedrijven • BVD Landelijk gezien was er op 19 procent van de niet-melkleverende bedrijven een indicatie van BVD-viruscirculatie op basis van bloedonderzoek bij jongvee. Dit percentage is vergelijkbaar met de prevalentie die gevonden is in 2011. • S almonella Salmonella kwam in 2013 op 9,5 procent van de niet-melkleverende bedrijven voor, op basis van bloedonderzoek bij jongvee. Dit percentage is vergelijkbaar met voorgaande jaren. • Leptospirose Landelijk komt leptospirose op slechts 0,8 procent van de niet-melkleverende bedrijven voor; dit percentage is stabiel. • L everbot Voor het onderzoek naar leverbot zijn van de onderzochte bedrijven de runderen op leverbot-­antistoffen

getest vanaf de leeftijd van twee jaar. ­Vanwege de rol van weidegang in leverbotinfecties zijn alleen zoogkoebedrijven in het onderzoek opgenomen. Leverbot kwam op 49,7 procent van de bedrijven voor.

Onderzoek in 2015-2016 Komend stalseizoen benaderen we opnieuw veehouders voor deelname aan onderzoeken in het kader van specifieke monitoring Als u in deze stalperiode wordt benaderd voor deelname aan een onderzoek, stellen we uw medewerking erg op prijs. Voor de door u geïnvesteerde tijd krijgt u inzicht in de status van een bepaalde ziekte op uw bedrijf en voor de sector levert het belangrijke informatie op.

GD Herkauwer | November 2014 |

15


UIERGEZONDHEID | tekst: DRS. YONI PASMAN

Melkveehouder Ton Captein en dierenarts Annemiek Veenkamp zijn scherp op de uiergezondheid:

“Iedere koe met uierontsteking is er

Ton Captein verhuisde drie jaar geleden met zijn hele bedrijf naar Bid-

en zijn bedrijf is BVD-vrij gecertificeerd en IBR Tankmelk Onverdacht.

naar gescheiden mest in de ligboxen en stapte over naar een ander voerysteem. En hoewel de aanpassingen verbeteringen waren, staat verandering meestal gelijk aan stress voor de dieren. Het was daarom essentieel om de gezondheid, waaronder de uiergezondheid van de dieren, goed in kaart te brengen en in de gaten te houden. Regelmatig bacteriologisch onderzoek van de tankmelk geeft een goed beeld van mastitisverwekkers op koppelniveau. Ton: “Rondom de verhuizing ben ik daarom begonnen met Tankmelk Uiergezondheid.”

Verhuizing

Lage weerstand

Hoewel het nieuwe bedrijf in Biddinghuizen niet zo ver van het oude in Zeewolde ligt, was de verhuizing een hele verandering. Ton paste namelijk zijn hele bedrijfsmanagement aan. Hij ging van melken in de melkput naar robotmelken, van een dun matje van zaagsel

Net na de verhuizing zag de veehouder ernstige mastitis bij zijn koeien en de uitslag van Tankmelk Uiergezondheid gaf aan dat er Klebsiella in de tankmelk zat. “De ernstige mastitisgevallen werden waarschijnlijk veroorzaakt door lagere weerstand van de koeien”, verklaart Ton. Daarom keken

dinghuizen, waar hij ongeveer alles aan zijn management veranderde. Een belangrijk moment dus om de weerstand en uiergezondheid van zijn dieren in de gaten te houden. Sindsdien doen zijn dierenarts Annemiek Veenkamp en hij niet anders. “Hij wil veel melk, maar ook zo min mogelijk problemen.” Dierenarts Annemiek Veenkamp en Ton Captein kennen elkaar goed en houden elkaar scherp. Het bedrijf is drie jaar geleden binnen het praktijkgebied van Dierenartsenpraktijk Flevoland verhuisd van Zeewolde naar Biddinghuizen, waar Ton 105 melkkoeien houdt en zo’n 90 stuks jongvee. De koppel heeft een hoge productie: gemiddeld 11.000 liter melk per koe per jaar. Ton is naast melkveehouder een topfokker met zijn Caps Mairy Family

Onderzoek op zeven mastitisverwekkers Tankmelk Uiergezondheid is onderzoek naar mastitisverwekkers via de tankmelk. Het tankmelkmonster dat door de RMO-chauffeur standaard wordt genomen wordt automatisch onderzocht in het laboratorium van de GD. U hoeft hier dus

16

zelf niets voor te doen. De zeven belangrijkste (groepen) mastitisverwekkers worden volledig automatisch in beeld gebracht, namelijk: Streptococcus agalactiae, Staphylococcus aureus, omgevingsstreptokokken, Streptococcus uberis Streptococcus dysgalactiae, coliformen en Klebsiella spp.

Er zijn twee soorten abonnementen: • T ankmelk Uiergezondheid Standaard Tien tankmelkuitslagen per jaar. • Tankmelk Uiergezondheid Basis Zes tankmelkuitslagen per jaar. Kijk voor meer informatie op onze website, www.gddiergezondheid.nl/uga


Annemiek en Ton samen naar manieren om de weerstand zo snel mogelijk weer te verhogen. En ze waren heel alert: “Als je zo’n tankmelkuitslag krijgt weet je dat je extra oplettend moet zijn als een koe verkeerd is. Je neemt dan ook sneller individuele melkmonsters”, zegt Annemiek.

één te veel” Maatregelen Ton nam snel maatregelen. De weerstand heeft hij geprobeerd te verhogen door de voeding te optimaliseren. “Ik geef relatief veel krachtvoer, maar zorg daarnaast voor een goede kwaliteit hooi. Dat is essentieel: als de pensgezondheid niet goed is, dan gaat de weerstand direct naar beneden.” Ton besteedt veel aandacht aan boxhygiëne: de boxen moeten goed schoon en droog zijn. Het klimaat in de nieuwe stal was al erg goed, maar om in de warme periodes extra ventilatie te krijgen werd alsnog een grote horizontale ventilator aangeschaft. “Dat is ook een voordeel van Tankmelk Uiergezondheid, áls een bepaalde mastitisverwekker een keer piekt, dan kan je ook snel praktische maatregelen nemen,” zegt Annemiek. “Aan de hand van de uitslag weet je al snel aan welke risicofactoren je moet denken. Zijn het de omgevingskiemen die de infectiedruk verhogen, dan moet je werken aan de hygiëne.”

te analyseren, maar Ton zeker wel. “Ik kijk elke dag naar het (bezoek)gedrag: gezonde dieren moeten goed actief zijn en vaak komen.”

Tankmelkonderzoek Elke keer bekijkt Ton de uitslag van het tankmelkonderzoek aandachtig. Vooral als er iets afwijkends uitkomt, bespreken Annemiek en Ton de laatste uitslag. “Dan heb ik de uitslag al klaarliggen voordat ze komt.” Annemiek vult aan: “Helemaal op een groter bedrijf is een accurate monitoring van de uiergezondheid belangrijk. Dit kan efficiënt via tankmelkonderzoek, je weet dan wat er speelt.” De uitslagen van Ton zijn de laatste tijd zeer gunstig geweest. Er zitten enkel coliformen in de tankmelk. Annemiek: “Je ziet dat de koeien mooie, schone uiers hebben.” Ook de koegebon-

den mastitisverwekker S. aureus wordt vanaf het begin van het abonnement al niet gevonden in de tankmelk van Ton. Hij beschikt dan ook over het S. aureusonverdacht Certificaat.

Gezonde dieren “Elke koe met uierontsteking is er één te veel”, vindt Ton. Gezonde uiers zijn voor zijn werkplezier én de melkproductie dan ook essentieel. Annemiek: “Hij wil veel melk, maar ook een goede diergezondheid en zo min mogelijk problemen.” De dierenarts hamert niet alleen bij Ton op het belang van tankmelkonderzoek. “Voor alle veehouders is het van toegevoegde waarde.” Ton is enthousiast over het tankmelkonderzoek. “Voor mij is het een nuttig, praktisch handvat om in de gaten te houden hoe het gaat. En ik hoef er niets voor te doen. Je bekijkt de uitslag en weet precies wat er speelt.”

“Je bekijkt de uitslag en weet precies wat er speelt.”

Melkrobot Voor Ton is de omschakeling naar een melkrobot een goede keuze geweest. “Het is veel flexibeler qua tijd en het is lichamelijk een stuk lichter.” Toch heeft hij het er niet minder druk door. “Ik kijk meerdere keren per dag of de melkrobot zijn werk nog goed doet. Een nadeel is wel dat ik nu niet meer elke dag met de uiers in de hand sta, dus ik moet de uiergezondheid op een andere manier controleren.” Voor een robotmelker is de informatie uit Tankmelk Uiergezondheid daarom van groot belang, zegt Annemiek. “Als blijkt dat er veel omgevingsstreptokokken of coliformen in de tankmelk aanwezig zijn, dan zou het zinvol zijn om met desinfectiedoekjes te werken in een reguliere melkstal. Dat kan niet met een robot, dus je moet zorgen dat de koeien nog schoner binnenkomen.” Naast het gebruik van SensOor levert de melkrobot veel data op. Niet iedereen houdt ervan om data

Omdat de melkrobot geen desinfectiedoekjes gebruikt, zoals een veehouder wel doet bij een reguliere melkput, moet Ton ervoor zorgen dat alle koeien helemaal schoon bij de melkmachine komen.

GD Herkauwer | November 2014 |

17


Immuunsysteem natuurlijk in balans AGRI SERVICE JEUKEN B.V. A

+ B

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

RISORSA®AGRI EASY SERVICE JEUKEN B.V. e Nieuw e! formul

Dip spray producten en te

gebruiken bij melkrobotsystemen Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1

RISORSA®EASY C

M

C

M

Y

CM

Y

CM

MY

CY CMY

+ Bim Milchroboter AEinsetzbar

® EUTERDeRISORSA oplossing PFLEGEMITTEL voor celgetal

ue l! N em e For

+ B

A

Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1

et ons Ontmoundvee R op de hanisatie en Medc agen in Vak em van Gorinch 25-27 er. b novem

K

MY

CY CMY

K

problemen + B

A

+ B

® ® RISORSARISORSA STRONGSTRONG Leichte Schutzfilmbildung Vormt een + B bescherming A lichte

e Nieuw e! formul

u e l! N em e For

® ® BARRIER RISORSARISORSA BARRIER Schutzfilmbildung e Vormt een extremeExtreme bescherming Nieuw e! formul

...natuurlijk gezonder! Aanvullend voeder ter ondersteuning van de algemene gezondheid van rundvee VetrinolTM bevat een gepatenteerd knoflookextract afgeleid van gestandaardiseerden gestabiliseerd allicine.

RISORSA® ist ein Zwei-Komponenten Pflegemittel, was bis zum nächsten Melken einen schützenden Film um die Zitzen bildet. Die Zitzen werden durch Glyzerin und Milchfett gepflegt. RISORSA® kann Bakterien in kurzer Zeit beseitigen. Konservierungsstoffe verhindern eine Keimübertragung durch die Diplösung von Kuh zu Kuh. RISORSA® ist Baua gemeldet. RISORSA® wird gemäß der ISO 9001 Norm und GMP produziert. RISORSA® bildet bis zum folgenden Melken einen sichtbaren Schutz. RISORSA® schützt das Euter zwischen den Milchvorgängen. RISORSA® sorgt durch Melkfett und Glyzerin als hautpflegende Komponenten für eine geschmeidige Zitzenhaut. RISORSA® Geprüfte Desinfektionswirkung innerhalb einer Minute gegen Staphylococcus aureus, Streptococcus agalactiae und Echerichia coli. Farma GMP.

u e l! N em e For

AGRI SERVICE JEUKEN B.V. HEERBAAN 114 6566 ET MILLINGEN A/D RIJN (NL) TEL: 0031 481 433661 • FAX 0031 481 432075 TEL.: +31 (0)6 53195804 • www.agriservicejeuken.nl

KLAVO RHENEN Kalverenhotel Kalverhokken op maat

KLAVO RHENEN het kalverenhotel is een jong bedrijf dat zich is de op een na heeft gespecialiseerd in beste opvang voor makkelijk verplaatsbare uw pas hokken voorgeboren jonge kalveren. kalf!

Voor informatie 0317-619918 of Voor meer meer informati e bel:bel: 0317-619918 of 06-27122638 06-27122638 Of kijk op: www.kalverenhotel.nl of kijk op: www.kalverenhotel.nl

InQpharm Animal Health Europe B.V. Bestellingen en klantenservice: 030 89 05 799 info-eu@inqpharm.com www.vetrinol.com Bekijk onze video

DE NIJBORG AGRI B.V. Voor levering en montage van: silo’s & vijzels voederinstallaties stalinrichtingen ventilatiegordijnen De Hooge Hoek 8 - 3927 GG Renswoude Tel. 0318-572923 – fax 0318-572725 www.nijborgagri.nl - info@nijborgagri.nl


tekst: ING. BERT DE LANGE | onderzoek

EFRO-project levert nieuwe inzichten over het testen op antibioticaresistentie

DNA van bacteriën ontleden Een sneltest die aantoont welke bacterie de mastitis veroorzaakt en voor welk antibioticum die bacterie resistent is: wie ziet daar niet de voordelen van in? Het klinkt als toekomstmuziek, en GD-onderzoekers Annet Heuvelink en Remco Dijkman werken er hard aan om dit soort instrumenten beschikbaar te maken in de melkstal. Het beleid is erop gericht om zo min mogelijk antibiotica te gebruiken, maar er zijn situaties waarin alleen anti­ biotica nog uitkomst bieden. Om het goed te doen is het zaak te weten met welk middel de bacterie het effectiefst wordt bestreden, voor een zo gepast mogelijke inzet van antibiotica. Bij het onderzoek naar de resistentie van bacteriën maakt het onderzoeksteam gebruik van DNA-technieken. Remco Dijkman, moleculair bioloog: “Het voordeel van deze techniek is de snelheid. Je hoeft niet, zoals nu, de kiem eerst op te kweken om de gevoeligheid te kunnen bepalen. Met DNA-technieken brengen we het genotype in beeld, waarmee we hopen vast te kunnen stellen om welke kiem het precies gaat en voor welke antibiotica de kiem eventueel resistent is.”

(EFRO) focust het onderzoek op nieuwe, op DNA gerichte technieken. “EFRO ging daarmee akkoord. Daardoor konden we door op het spoor van melk als kennisbron.” “Bovendien beperkt de inzet van deze techniek zich niet tot de ontleding van het DNA-profiel van mastitiskiemen”, schetst Lam in een breder perspectief. Dijkman vult aan: “In diverse projecten met onder andere het CVI, de Faculteit Diergeneeskunde en vleeskalverintegratie Van Drie kijken we of we via deze techniek meer inzicht kunnen krijgen in bijvoorbeeld de verspreiding en persistentie van ESBL-producerende bacteriën in de gehele keten. De techniek zou daarnaast kennis kunnen opleveren over de aanwezigheid van longpathogenen en antibioticaresistentie bij vleeskalveren.”

Vervolgtraject Hoewel nog verre van praktijkrijp, levert het onderzoek al inzichten op die van grote waarde zijn voor het vervolgtraject. Annet Heuvelink: “Het lijkt dat ieder melkveehouderijbedrijf eigen bedrijfsspecifieke kiemen heeft. Op zich is dat goed nieuws, je kunt dan gericht behandelen op basis van bedrijfsgegevens.” Bij het onderzoek is ook Qlip betrokken, vertelt Theo Lam, manager onderzoek bij de GD. “Qlip heeft in ditzelfde project technieken ontwikkeld om op een nieuwe manier boterzuurbacteriën op te sporen. Die technieken zijn ontwikkeld op basis van vluchtige metabolieten, en helpen de bacteriën te herkennen door geurpatronen. Qlip hoopt deze kennis te gebruiken voor de beoordeling van de melkkwaliteit”, vertelt Lam. “Overigens was het GD-deel van het onderzoek aanvankelijk op dezelfde techniek ingestoken. Het doel was om op basis van de geur van de melk het kiemenpatroon in beeld te brengen.”

Mogelijkheden Gedurende het project bleek dit een te gecompliceerde route voor het mastitisdeel. Het werkte wel, maar bleek te duur voor praktisch gebruik. Lam: “Na overleg met de subsidieverstrekker Europees Fonds Regionale Ontwikkeling

Zowel Lam als Dijkman is optimistisch over de mogelijkheden die DNA-typering biedt voor het terugdringen van de antibioticaresistentie. Tegelijkertijd past terughoudendheid: “We zitten nog in de fase van fundamenteel onderzoek. Voordat deze techniek praktijkrijp is, moeten we nog heel wat gegevens analyseren en verzamelen. Pas dan volgt de vertaalslag naar voor de praktijk bruikbare testen.” GD Herkauwer | November 2014 |

19


?

Op zoek naar

em b r y o ’ s

u i t d e b est e

koefami l i es

EMBRYO´S: De ideale manier om de beste koefamilies binnen uw bedrijf te krijgen zonder veterinaire risico’s!

R O P

ALH_2014-05_GezondheidsdienstDieren.indd 2

IV L

S

O

WWW.ALH-GENETICS.NL

E

S

Y R

T

B

M

E

experience

K

years

C

IM

T

R

25

O

DAMMELAAN 31 | 9104 GS DAMWOUDE | TEL.: 0511-424243

FAX:Plastic 0511-423525 HUT | INFO@ALH-GENETICS.NL Metal and 13-10-2014 | WWW.EMBRYOSALE.COM 15:36 Pagina 1

P

X

E

T

www.alh-genetics.nl O

www.embryosale.com

Like us at:

20-05-14 17:00

Oormerken aanbrengen =

BVD dragers opsporen Onderzoek op BVD via oorbiopten is de snelste manier om BVD-virusdragers op te sporen. U pikt verspreiders van het BVD-virus er direct na de geboorte uit. Bovendien combineert u het nemen van een monster met een handeling die u toch al doet: het oormerken.

De prijs voor de BVD-oormerken bedraagt: €3,05 per set. 1 set houdt in: 1x BVD-oormerk + visueel oormerk, 2x visueel oormerk. De tang die u nodig heeft om deze oormerken aan te kunnen brengen kost: €22,50. U kunt er uiteraard voor kiezen om de BVD-oormerken alleen te gebruiken voor uw vaarskalveren. Voor de stierkalveren kunt u uw standaard, visuele oormerken blijven gebruiken. Wilt u meer weten over deze oormerken? Bekijkt u het filmpje op onze website eens of neemt u contact met ons op, zodat we u alles rustig uit kunnen leggen.

Het nemen van een oorbiopt kan al op dag één gedaan worden, terwijl een veearts pas na een maand bloed kan aftappen. Onderzoek op BVD via oorbiopten is dus de snelste manier om dragers op te sporen. Wij leveren de Allflex BVD-oormerken sinds 2011 en horen zeer positieve geluiden van klanten die deze oormerken gebruiken. Als u bij ons uw bestelling plaatst voor de BVD-oormerken, ontvangt u de oormerken in combinatie met de inzendformulieren en monsterzakjes van de Gezondheidsdienst voor Dieren.

Contactgegevens

: www.hut.nl I E-mail: info@hut.nl | Tel.nr.: 0591 – 61 83 44.


tekst: DRS. ANJA SMOLENAARS | MONITORING

Vanuit de monitoring:

Hoogcelgetalmelk voeren is een risico Melk van koeien met uiergezondheidsproblemen kan een risico vormen voor jonge kalfjes. Bij de GD Veekijker zijn enkele gevallen gemeld van sterfte bij jonge kalveren, mogelijk als gevolg van infecties opgelopen via hoogcelgetal- of mastitismelk. Kalveren kunnen bij het drinken van mastitismelk grote hoeveelheden ziekteverwekkende bacteriën binnenkrijgen, daarom wordt deze melk in het algemeen niet gevoerd aan kalveren. Maar ook in melk van hoogcel­ getalkoeien kunnen bacteriën zitten die ziekte of sterfte kunnen veroorzaken bij kalfjes.

pathologisch onderzoek bij de GD, werd vastgesteld dat het een bloedvergiftiging had opgelopen door een infectie met Klebsiella pneumoniae. Op het bedrijf waren op dat moment geen zichtbare problemen met Klebsiella. Het is daarom onduidelijk of het kalf deze infectie daadwerkelijk heeft opgelopen via de biest.

Kalfjes met diarree

Achtergrond

Bij een van de bedrijven die problemen hadden gemeld bij de GD Veekijker, kregen drie kalveren biest en melk van eenzelfde koe. Deze vierdekalfskoe had vanaf afkalven vlokjes in de biest en vervolgens ook in de melk. Omdat de melk na vier dagen weer normaal was, is de koe niet behandeld voor mastitis. De kalveren kregen diarree, maar herstelden daar weer van. Toen ze bijna hersteld waren, ging de gezondheid van de kalfjes echter alsnog achteruit. Ondanks behandeling door de dierenarts zijn twee kalfjes uiteindelijk gestorven. Het derde kalf is wel hersteld. Eén van de gestorven kalfjes is voor pathologisch onderzoek aangeboden bij de GD. Tijdens dit onderzoek werd een ernstige ontsteking van de hartspier en bloedvergiftiging door Staphylococcus aureus vastgesteld. Het is aannemelijk dat het kalf deze infectie heeft opgelopen via de verstrekte mastitismelk.

De risico’s van het voeren van mastitismelk en hoogcelgetalmelk is verschillende malen onderzocht. Uit één onderzoek bleek dat het voeren van E. coli-mastitismelk geen invloed had op de groei en sterfte van de kalveren. Ook bleek dat het toedienen van S. aureus in melk aan gezonde kalveren geen invloed had op hun gezondheid. In een ander onderzoek werden kalveren wel ziek na het voeren van mastitismelk (E. coli en stafylokokken). Ze ontwikkelden een maagdarmstoornis en enkele dieren stierven. Uit de mestmonsters van deze kalveren werden dezelfde stafylokokken en E. coli-stammen gekweekt als de stammen die waren geïsoleerd uit de mastitismelk. In dit onderzoek werd tevens aangegeven dat het risico het grootst is op de eerste dag: dan staat de darm nog ‘open’ zodat grote eiwitten (antistoffen) kunnen worden opgenomen. Bacteriën kunnen dan echter ook gemakkelijker worden opgenomen.

Kalf met huidbloedingen Bij een ander bedrijf kreeg een gezond geboren kalfje na enkele dagen huidbloedingen en werd sloom. De lichaamstemperatuur van het kalf was op de derde dag 36 graden Celsius. Uiteindelijk is het kalf gestorven na drie dagen. Dit kalf had deze drie dagen biest en melk gehad. De koe waarvan de melk afkomstig was had op dat moment geen zichtbare mastitis. Nadat het kalf werd aangeboden voor

Advies Deze onderzoeken en de beschreven gevallen tonen aan dat het risico op het ontstaan van ziekte bij kalveren na het voeren van hoogcelgetal- of mastitismelk wel aanwezig is. Het advies is dan ook om, als er koemelk gevoerd wordt, alleen melk te verstrekken van koeien zonder uiergezondheidsproblemen. GD Herkauwer | November 2014 |

21


Onze melktechniek

Uw succes

Snel en comfortabel melken Wim Kenis uit Viersel (BE) “Snelheid en rust, dat typeert het melken in onze GEA draaistal. De snelle in- en uitgang, het snel onderhangen van de melkstellen middels EasyStart en het snel kunnen separeren van aandachtskoeien, zorgen ervoor dat ik een hoge capaciteit haal. Per uur melk ik alleen 135 koeien�. Als u kiest voor een GEA installatie kunt u snel en comfortabel

Tijdsbesparing per koe in seconden

melken en dus veel arbeid te besparen. De tabel geeft duidelijk weer hoeveel tijd u per koe per melking kunt besparen. Kiest u bijvoorbeeld voor de unieke IQ melkstellen dan betekent dit sneller aansluiten en minder belasting voor de melker. Indien u kiest voor IQ melkstellen, dan kiest u voor arbeidsverlichting en arbeidsbesparing.

o

ing

ar

sp

g

g

rin

oe

din

lei

be

ge

ale

t To

oll

Ap

ng

Sla

rt

l

elv

tep

Sta

sy

Ea

A

ste

ls

Pu

elk

M

GE

IQ

mo

Sti

Kijk en luister naar de interessante ervaringen van collega veehouders op www.gea-farmtechnologies.com

engineering for a better world

GEA Farm Technologies


tekst: redactie | GD BUITENDIENST

Buitendienst ‘on

the road’

Samen werken aan diergezondheid. Dat is de missie van de GD. Daarom zijn de zestien buitendienstmedewerkers van de GD rechtstreeks bereikbaar voor melkveehouders. Ze krijgen te maken met allerlei vragen.

Nico Konijn

Mark van Raalte

Walter

Sietske Zantinge

Jan Strampel

Nico Konijn

Sabine Tijs Anton Gosselink

Chantal Winterman Schrijver

Walter Schouten

Anita Wolthuis Bronsvoort Walter Schouten

Sietske Zantinge

Chris Raatgever Petra Reijnen

Heleen Worm

Toine van Erp Theo

Theo Scheepens Hans Miltenburg

Theo Frans

Walter Schouten “Een veehouder die met zijn bedrijf vanuit Zuid-Holland naar de Flevopolder ging verhuizen benaderde mij met de vraag hoe hij dit moest aanpakken. Ik ben als buitendienstmedewerker actief in beide regio’s en kon hem dus goed helpen. Hij had een akkerbouwbedrijf aangekocht waar hij een stal en huis had laten bouwen. Ik heb aangegeven dat hij eerst contact kon opnemen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om een nieuw UBN op deze

locatie aan te vragen. Toen dit nieuwe UBN bekend was belde hij mij weer om de deelname aan de diergezondheidsprogramma’s op het nieuwe UBN te laten zetten, zodat die gewoon doorliepen. Omdat het nieuwe bedrijf ook in een regio ligt waar ik werk, heb ik de veehouder een maand na zijn verhuizing nogmaals bezocht. De overgang en alles rond de diergezondheidsstatussen is zonder problemen verlopen. En uiteraard heb ik een rondleiding op zijn nieuwe bedrijf gekregen.”

“De laatste tijd krijg ik erg veel vragen van veehouders die hun jongvee elders willen opfokken. Vaak is de melkveekoppel gegroeid richting 2015, met een uitbreiding van de melkveestal, maar is de jongveehuisvesting gelijk gebleven. In die situatie wordt er vaak gekeken naar een andere stal voor de opfok van jongvee. Soms bij iemand die het mooi vindt om zich actief bezig te houden met de opfok, of soms gaat het om de huur van een stal en doet de melkveehouder het voeren en dergelijke zelf. In beide gevallen is een Veterinaire Eenheid vaak een prima oplossing om de statussen gelijk te krijgen. Als we samen om tafel zitten bespreken we de situatie, met de toekomstige opfokker erbij. We kijken ook verder. Wat heeft er hiervoor bijvoorbeeld in de stal gezeten? Gaat het opfokbedrijf nog ander vee houden en welke risico’s brengt dit met zich mee? En zit er nog mest van het vorige vee in de put? Samen kijken we naar de beste en meest praktische oplossing.”

Ook een vraag? Kijk op www.gddiergezondheid.nl/ contact voor meer informatie en voor de buitendienstmedewerkers bij u in de regio!

GD Herkauwer | November 2014 |

23


Diergezondheid volgens: Tom Lammers Het melkveebedrijf ‘de Olde Poll’ van de familie Lammers was met 185 stuks melkvee en 175 stuks bijbehorend jongvee wel toe aan een nieuwe stal. Na een brede oriëntatie koos de oudste zoon Tom (23) samen met zijn ouders voor een duurzame stal voor het melkvee.

Duurzaam “Mijn ouders en ik waren al vijf jaar bezig met een nieuwe stal voor onze tweede locatie, waar het melkvee staat. De oude was veel te vol en de melkstal had gebreken. Je zag het ook aan de koeien: er waren meer tussenklauwontstekingen en dikke hakken en de vaarsjes kwamen minder aan bod. We wilden zelf al grote strohokken, een melkrobot en zonnepanelen. We hoefden maar weinig extra te investeren om een duurzame stal te bouwen. Bovendien kregen we er subsidie voor.”

Meer koecomfort “De koeien vinden het geweldig. Met een geïsoleerd dak, mestrobots, een brede lichtstraat in het dak en een luchtinlaat van 4 meter, is er meer koecomfort. We hadden wel ingeschat dat het moeilijk zou worden om de koeien te verplaatsen. Daarom gaven we ze rondom de verhuizing extra structuur, zodat de pens van de koeien in ieder geval gezond bleef. Maar na twee dagen waren ze al supertevreden. We hebben bijna niets gemerkt van stress.”

Open dag “We krijgen zoveel reacties op de nieuwe stal, dat we iedereen graag kennis willen laten maken. Op 28 november houden we daarom een open dag in de stal, voor zowel buurtbewoners als collega-veehouders.” Uiteraard zijn ook de lezers van de GD Herkauwer welkom. De open dag is aan de Marsstraat 5 in Wilp, op vrijdag 28 november van 12.00 tot 21.00 uur.

GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.