GD Schaap Geit 2

Page 1

De Gezondheidsdienst voor Dieren

schaap Geit

02

JUNI 2013

Blijven fokken op sCRAPIe-ResIsteNtIe BRONtRACeRING eN DIAGNOstIeK bij listeriose Melkschapenhouder Herman van Assen: “VeRANtWOORD OPeN”


5

01_Cover_2011 23-05-11 12:24 Pagina 1

35e jaargang mei 2011

4 ang 36e jaarg april 2012

D L A K B V A

V A K B L A D

V O O R

D E

S C H A P E N H O U D E R

6 7 &

O R V O

D E

36e jaarg ang juni/ juli 2012

R D E O U N H P E H A S C

V A K B L A D

V O O R

D E

S C H A P E N H O U D E R

DE WAARDE VAN WOL

laar eisworden Texete rg stal gro euwe

3 nummers voor slechts € 16,50

ni rtage pen repo scha Foto voor alen Miner

Beursnummer Dag van het Schaap Stap voor stap kaas maken

FR AN HOL S NATUU LA R

S NDS Nieu E PO CHAAP IN w: Sc haap LDER Actu met alitei een t ziek Verh te C aal L

Het Schaap is hét gespecialiseerde vakblad voor de schapenhouderij. Vraag uw vrijblijvende kennismaking aan via 088-2266648 of www.hetschaap.nl/abonneren

De Gezondheidsdienst voor Dieren

SG-Online: handig, overzichtelijk en snel Alles gemakkelijk op één plek registreren www.sg-online.nl


06 11

04

Nieuws & Tips

06

Herman van Assen: ”Ook als er ziekte is staan wij voor openheid”

09

Vraag & Antwoord

11

Blijven fokken op scrapie­resistentie

12

De passie van Piet van Haperen

Bereikbaarheid U kunt de GD telefonisch bereiken via 0900­1770, optie 3. Van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

GD Veekijker De GD Veekijker Schaap Geit (voor veterinaire vragen) is iedere werkdag te bereiken tussen 15.00 en 17.00 uur via 0900­7100 000. Voor spoedgevallen is de gehele dag één dienst­ doende dierenarts/zoötechnisch deskundige beschikbaar.

tarieven Alle genoemde GD­tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en € 9,40 basiskosten.

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900­202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie­ en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

CoLoFoN

GD Schaap Geit is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren | ReDACtIe René van den Brom, Catholine Koster, Maaike leistra, Karianne lievaart­ Peterson, Eva Onis, Piet Vellema | eINDReDACtIe Helen de Roode | ReDACtIeADRes GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900­ 1770, F. 0570­63 41 04, redactie@gddeventer.com, www.gddeventer.com | PRODUCtIeCOÖRDINAtIe Senefelder Misset Doetinchem | BAsIsONtWeRP Fokko­Ontwerp | VORMGeVING X­Media Solutions Doetinchem | DRUK Senefelder Misset Doetinchem | ABONNeMeNteN GD Schaap Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaarabonnement (3 nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 16,75 (excl. btw en verzendkosten) | ADVeRteNtIes PSH Mediasales, T. 026­750 18 00 | VeRsCHIJNINGsFReQUeNtIe 3 keer per jaar | sUGGestIes Als u suggesties heeft voor dit blad, kunt u deze doorgeven aan

| VooRwooRd

| INHoUd

Ouderwets? In De bekwame veearts, volledig handboek der Geneesen Verloskunde van het vee uit 1913 worden leverbot en het ongans of de galligheid beschreven als twee ver­ schillende maar aan elkaar verwante ziekten. “Omtrent de oorzaken der leverbotziekte weet men tot hiertoe nog niets zekers.” Precies een eeuw later weten we heel veel over leverbot, over de behandeling daarvan maar ook over de preventie. Toch was het afgelopen najaar en winter weer raak: op veel bedrijven stierven onnodig veel schapen. Ook van andere parasieten bij kleine herkauwers weten we veel meer dan honderd jaar ge­ leden, maar ondanks dat is haemonchose een jaarlijks terugkerend probleem. Na een koude en lange winter zorgt nematodirose nog steeds voor diarree en sterfte bij jonge lammeren. luizen, mijten en de larven van vliegen zorgen nog elk jaar voor ongerief. Wat hebben bovengenoemde aandoeningen gemeen? Het zijn parasitaire aandoeningen waar veel van be­ kend is en die zijn te voorkomen. Mocht preventie niet helemaal lukken, dan zijn er goede geneesmiddelen, maar hoe lang nog? Net als honderd jaar geleden is preventie het sleutelwoord als het gaat om parasitaire aandoeningen. Ouderwets? Nee, met de kennis die we in honderd jaar hebben verzameld is preventie beter mogelijk dan ooit tevoren. Met het toepassen daarvan willen we u graag helpen. Op www.capraovis.nl vindt u onder ‘nieuws’ o.a. tien tips in de strijd tegen lever­ bot en maagdarmwormen, maar kunt u nog veel meer informatie vinden. Samen werken we aan een betere diergezondheid, we hopen dat ook deze GD Schaap Geit daar weer aan bij­ draagt. Mist u iets, heeft u een vraag of een suggestie? We horen het graag via redactie@gddeventer.com. Veel leesplezier!

de redactie via redactie@gddeventer.com. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.

IssN: 2214-1707

PIet VeLLeMA, SECTORMANAGER KlEINE HERKAUWERS

ADResWIJZIGINGeN: bel 0900 1770, kies 3 (lokaal tarief)

GD Schaap Geit | Juni 2013 |

3


NIeUwS & tIpS analyse antibioticumgebruik

Brontracering en diagnostiek bij listeriose

De GD is, met financiering van het minis­ terie van Economische Zaken (EZ), gestart met een eerste analyse van het antibio­ ticumgebruik in de schapen­ en geiten­ houderij. De komende maanden zullen we de gegevens van twaalf dierenartsen­ praktijken analyseren en combineren met de cijfers van de faculteit Diergenees­ kunde in Utrecht, die voor elk antibioti­ cum bijhoudt hoeveel kilogram dier ermee behandeld kan worden. De dierdagdosering per dierjaar (DD/DJ) is te berekenen door de hoeveelheid gebruikte antibiotica te delen door het aantal kilogram dier aanwezig op het bedrijf in een bepaalde periode. Veel hangt af van een goede registratie bij de dierenartsenpraktijk en natuurlijk een correcte registratie door de veehouder van de dierbewegingen op zijn bedrijf. Voorlopig gaan we uit van een gemiddeld laag antibioticumbruik in de schapen­ en geitenhouderij. We houden u op de hoogte of de resultaten uit dit project deze indruk bevestigen.

Nieuwsbrief ontvangen? Wilt u ook op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen rond schapen­ en geitengezondheid? Dan is de e­mailnieuwsbrief GD Actueel Schaap Geit wellicht iets voor u. Aanmelden kan via www.capraovis.nl. De nieuws­ brief is gratis en verschijnt negen keer per jaar.

4

De listeria-bacterie leeft onder andere in de aarde en dringt meestal via wondjes in de bek het lichaam binnen. Naar aanleiding van een listeriose­uitslag van bijvoorbeeld een geitenbedrijf, wordt de GD regelmatig gevraagd om een uitspraak te doen over mogelijke oorza­ ken. Bij een besmetting met de listeria­ bacterie is het altijd van groot belang om snel de bron te traceren. Dit om grotere problemen te voorkomen, maar in enkele gevallen ook om de aansprakelijkheid van de gevolgen helder te krijgen. Het opspo­ ren van de bron is behalve een kostbare ook een ingewikkelde zaak omdat meer­ dere bronnen de listeria­bacterie kunnen bevatten (de bacterie komt in de aarde én in het grondwater voor) en er verschil­ lende listeria­soorten en subtypes zijn. Als de listeria­bacterie in een bepaalde bron wordt aangetoond moet dus ook worden onderzocht of deze bacterie van hetzelfde soort en type is als de kiem die de listeriose bij het dier heeft veroor­ zaakt. Pas als er een ‘match’ is tussen de kiem in de bron en die in de hersenen of geaborteerde vruchten van het dier, is de oorzaak gevonden.

De listeria­bacterie dringt meestal via wondjes in de bek het lichaam binnen. Via deze wondjes bereikt de bacterie de kopzenuw en eventueel het hersenvlies om daar typische zenuwverschijnselen te veroorzaken. Wanneer de bacterie via het maagdamkanaal in de bloedbaan terecht komt kan er bloedvergiftiging maar ook abortus optreden. listeria kan ook ziekte bij de mens veroorzaken. Tips: • Geiten die hun snijtanden wisselen zijn extra gevoelig om listeriose te krijgen; • Bestrijd mollen in uw land in verband met de extra grond die in de kuil of het hooi terecht kan komen; • Voer het slootafval af; • Voer geen beschimmeld voer omdat de listeria­bacterie hierin goed kan gedijen; • Laat uw dieren niet op te schrale percelen grazen in verband met grondopname.


Rotkreupelproblemen vaak in het voor- en najaar Rotkreupel is een besmettelijke tussen­ klauwhuidaandoening bij schapen en geiten die gepaard gaat met ondermij­ ning van het klauwhoorn. De aandoening wordt veroorzaakt door een samenspel van de bacteriën Dichelobacter nodosus en Fusobacterium necrophorum. Dichelobacter nodosus is de eigenlijke rotkreupelbacte­ rie die zich alleen kan vermenigvuldigen onder zuurstofarme omstandigheden op de klauwhuid. Fusobacterium necrophorum behoort tot de normale darmflora en is dus altijd aanwezig in de omgeving. De factoren vocht, temperatuur (>10˚C) en klauwverzorging spelen een belangrijke rol

in de ontwikkeling van rotkreupel. Daarom zien we rotkreupelpieken vaak in het vooren najaar. Tips in de strijd tegen rotkreupel: • Bekap alle dieren minimaal 2 keer per jaar; • Start de behandeling meteen bij een beginnende infectie; • Een goed uitgevoerde behandeling kost, behalve inspanning en geld, vooral veel doorzettingsvermogen, stiptheid en tijd; • Volg bij hardnekkige gevallen het rot­ kreupelprotocol op (www.capraovis.nl/ nieuws/rotkreupel).

De factoren vocht, temperatuur en klauwverzorging spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van rotkreupel.

Coccidiose aan te tonen via mestonderzoek De GD ontvangt momenteel veel telefoni­ sche vragen over coccidiose. Veel schapenen geitenlammeren zijn op dit moment nog geen twaalf weken waardoor ze extra ge­ voelig zijn om deze besmettelijke darmaan­ doening op te lopen. De ziekte wordt veroorzaakt door (diersoortspecifieke) een­

cellige parasieten van het geslacht Eimeria. Belangrijk om te weten is dat slechts enkele eimeriasoorten ziekteverwekkend zijn. Als er sprake is van coccidiose, treden er na twee à drie weken ziekteverschijn­ selen op. Verschillende lammeren worden ongeveer tegelijkertijd ziek en zijn vaak sloom en lusteloos. Ze hebben diarree, eventueel met bloed gemengd of zwart van kleur, persen op de ontlasting, hebben verschijnselen van buikpijn, een gebrekkige eetlust en geen zin in drinken. Ook kunnen ze uitdrogen, bloedarmoede hebben en zelfs sterven. Slechte hygiëne, stress, een worminfectie en voerveranderingen kunnen de ernst van de klinische verschijnselen beïnvloeden. Via een eimeriatypering kunt u bij de GD laten onderzoeken of u met een ziekteverwekkende variant te maken hebt. Kosten voor dit onderzoek bedragen € 36,(exclusief btw en inzendkosten). Geiten- en schapenlammeren tot ongeveer 12 weken zijn gevoelig voor coccidiose.

CCN bij opgroeiende lammeren In de afgelopen periode is de diag­ nose cerebrocorticale necrose (CCN) meerdere malen bij opgroeiende lam­ meren gesteld. CCN, ook wel hersen­ schorsversterf genoemd, is een met uitvalsverschijnselen gepaard gaande, acuut verlopende, niet besmettelijke aandoening van het centrale zenuw­ stelsel. Aangedane lammeren kunnen sloom en suf zijn, nerveuze verschijn­ selen/afwijkend gedrag vertonen, ook kan het gezichtsvermogen zijn aangetast. CCN komt vooral voor bij opgroeiende lammeren, maar kan op alle leeftijden optreden. De oorzaak van CCN is niet altijd dui­ delijk. Er is een verband gelegd met een tekort aan vitamine B1. Thiamine (vitamine B1) wordt normaal ge­ sproken in de pens aangemaakt en is nodig voor de koolhydraatstofwisse­ ling. Pensverzuring door opname van onvoldoende ruwvoer, volop kracht­ voer, koolhydraatrijk rantsoen en stoffen die de aanmaak van vitamine B1 tegengaan, kunnen de oorzaak zijn van onvoldoende aanmaak. De behan­ deling bestaat uit het toedienen van vitamine B1 en het aanpassen van het rantsoen.

De behandeling van CNN bestaat uit het toedienen van vitamine B1 en het aanpassen van het rantsoen.

GD Schaap Geit | Juni 2013 |

5


Reportage | tekst: drs. Helen de Roode

De Vreugdehoeve: biologische melkschapenboerderij met een publieksfunctie

“Ook als er ziekte is staan wij voor openheid”

GD Keurmerk Zoönosen Schapen- of geitenbedrijven met een publieksfunctie krijgen nogal eens vragen over het risico dat zij vormen m.b.t. zoönosen. Voor bedrijven die hun gasten graag willen laten zien dat ze de juiste maatregelen heb­ ben genomen om zoönosen zoveel mogelijk te voorkomen en de kans op besmetting te beperken, is er het GD Keurmerk Zoönosen. Met een speciale checklist brengt u jaarlijks, samen met uw dierenarts, de risico’s van mogelijk voorkomende zoönosen op uw bedrijf in beeld. Bij een voldoende score ont­ vangt u een stalbordje met daarop het keurmerk voor het betreffende jaar. Voor meer informatie en aanmelden, zie www.capraovis.nl.

6


“We hebben het roer helemaal omgegooid en doen er alles aan om niet

veel meer dan alleen een biologische melkschapenboerderij. Kernwoorden:

tieve invloed op de voeropname en de pro­ ductie. In het algemeen merk ik gewoon dat de dieren zich heel prettig voelen bij het goede klimaat van de serrestal en dat het een gunstige invloed heeft op de totale gezondheid, dus bijvoorbeeld ook op de vruchtbaarheid.”

transparant en gastvrij. Op een verantwoorde manier, en niet alleen voor de

Verantwoord gastvrij

in het ‘oude’ te vervallen.” Aan het woord is Herman van Assen. Samen met zijn vrouw Marianne opende hij in oktober 2012 ‘De Vreugdehoeve’,

mooie plaatjes. “Ook een ziek of een dood lammetje mag gezien worden.” Herman en Marianne houden ongeveer 240 Friese Melkschapen. Hun bedrijf staat in de Vreugderijkerwaard, net buiten Zwolle, waar ze zo’n 40 hectare grond (35 gras / 5 graan) tot hun beschikking hebben. Vorig jaar woonden ze nog geen kilometer ver­ derop. “We moesten letterlijk wijken voor de IJssel; in verband met de veiligheid moet er meer ruimte worden gemaakt voor de rivier.”, vertelt Herman. De mogelijk­ heid om nieuw te gaan bouwen greep het echtpaar aan om het helemaal anders te gaan doen. Herman: “We zagen het als een mooie kans om een totaalconcept neer te zetten waarbij we onze commerciële mogelijkheden veel breder benutten.”

Eigen productlijn Zelf een deel van de melk verwerken, dat was het eerste dat Herman in gedachten had. “Ik heb tegen Marianne gezegd: we gaan alleen verder als we ook wat van de melk kunnen maken. We hebben diverse cursussen gevolgd en al op de oude locatie zijn we gaan experimenteren met een kleine zuivelinstallatie. Dit heeft bijzon­ der goed uitgepakt want Marianne heeft het echt in de vingers.” De zelfgemaakte yoghurt en kaas worden in een winkeltje op het bedrijf verkocht. Ook kunnen gasten op De Vreugdehoeve terecht voor een schapenmelk-schepijsje en op het terras kan o.a. cappuccino met schapenmelk worden gedronken. In het winkeltje worden overigens nog tal van andere producten verkocht, denk onder

andere aan chocolade en schapen­knuffels: “We hebben gezocht naar unieke, kleine hebbedingetjes, die je zo in de fiets­ tas mee kan nemen.” Wat groter zijn de schapenvachten, die als decoratie in huis kunnen dienen: “Van de schapen die naar de slacht gaan, vragen we de huiden terug; die brengen we naar de looier. Zo benutten we echt alles van de dieren.”

Activiteiten Alles inderdaad. Want ook een deel van het vlees wordt door Herman en Marianne zelf gebruikt. “We ontvangen hier regel­ matig groepen waarvoor we een buffet verzorgen waar veel lamsvlees in is ver­ werkt.” Ook worden er op De Vreugdehoeve geregeld workshops (vilten, bloemschik­ ken), brunches en high tea’s georgani­ seerd. Aandacht hiervoor creëren Herman en Marianne o.a. via Facebook, Twitter en een eigen e-mailnieuwsbrief. “Ja, je kunt wel zeggen dat we een veel ‘breder’ beroep hebben gekregen, maar je moet ook wel; van alleen de literprijs van schapenmelk kun je niet leven. Om hier te komen heb ik zelf een innovatiecursus gevolgd, momen­ teel ben ik ook zoiets aan het opzetten voor andere melkschapenhouders.”

Dagelijks komen er mensen kijken naar het melken en het voeren van de dieren. “Men kan overal bij meekijken. We hebben de stap naar de consument gemaakt, dan moet je ook wat te bieden hebben vind ik. Omdat we natuurlijk wel staan voor veiligheid, komen de mensen niet in de stal; ze kunnen alles bekijken vanachter glas. Ja, ze zien het ook als er bijvoor­ beeld een lammetje ziek is of dood, maar dat hoort erbij vind ik, daar doen we niet geheimzinnig over.” Er is een apart hoekje gemaakt waar een paar kleine lammetjes lopen. Kinderen mogen hier bij in het hok. “Deze lammetjes worden gescheiden opgefokt en de kinderen moeten allemaal blauwe overschoentjes aan.”

Open over schmallenbergvirus Openheid, ook over zieke dieren, daar hebben Herman en Marianne altijd al voor gestaan. De vorige locatie was er niet op gebouwd om consumenten te ontvangen, maar toen het bedrijf in 2011 werd getrof­ fen door het schmallenbergvirus, vond het echtpaar het geen probleem om toenma­ lig staatssecretaris Henk Bleker op hun bedrijf te ontvangen. “Je weet dan ook dat alles gefilmd wordt en dat iedereen je ellende kan zien, maar we houden niet van geheimzinnigheid en vinden het belangrijk om ook deze kant van de veehouderij te laten zien.”

Licht en lucht

Meewerken aan onderzoek

Wat meteen opvalt op De Vreugdehoeve is de mooie ruime serrestal waar je, vanuit de ontvangstruimte direct in kan kijken. “We hebben bewust weer gekozen voor een serrestal. Licht en lucht hebben een posi­

Ook aan het onderzoek dat de GD destijds naar het schmallenbergvirus deed, werkten Herman en Marianne graag mee: “Omdat de GD wilde onderzoeken hoeveel dieren op het bedrijf daadwerkelijk met het virus in aanraking waren geweest, hebben we van alle dieren bloed laten tappen. Ook zijn alle misvormde lammeren door de GD onderzocht. Wij staan voor duurzame re­ laties, ook met de GD. Je hebt een zekere verantwoordelijkheid ten opzichte van de sector. Een andere keer werkt een ander weer mee, en daar kan ik dan weer wat aan hebben, zo werkt het vind ik. Ook hier staan wij voor openheid; het gaat om het algemeen belang.”

De spiksplinternieuwe Vreugdehoeve staat in de Vreugderijkerwaard, net buiten Zwolle.

GD Schaap Geit | Juni 2013 |

7


200 SCH APEN BEHAND ELEN MET 1 LI TER*

Zolvix® • Werkt tegen alle belangrijke rondwormen. • Pakt ook larvale stadia van Haemonchus (rode lebmaagworm) en Nematodirus succesvol aan.

Ontwormingsadvies • Ontworm bij voorkeur als noodzaak hiertoe via mestonderzoek is aangetoond. • Beperk resistentieontwikkeling tegen andere middelen door minstens één keer per jaar met Zolvix® te ontwormen. • Voorkom insleep van resistente wormen door bij aanvoer van dieren deze direct met Zolvix® te behandelen.

‘HÉT ONTWORMINGSMIDDEL ZONDER RESISTENTIE’ Kees van de Nieuwenhof Stamboekfokker Blauwe Texelaars

*Met één literfles Zolvix® kunt u 200 schapen van 50 kg ontwormen. BENAMING: ZOLVIX® 25 mg/ml orale oplossing voor schapen WERKZAME STOF: Monepantel 25 mg/ml WACHTTERMIJN: 7 dagen. Niet toegestaan voor gebruik bij lacterende dieren die melk produceren voor humane consumptie. KANALISATIE: URA, REG NL 103481, EU/2/09/101/006. VERANTWOORDELIJKE FIRMA: Novartis Consumer Health BU Animal Health, Postbus 3025, 4800 DA Breda +31 (0) 76 533 00 20. Verdere informatie is op aanvraag beschikbaar.

De Gezondheidsdienst voor Dieren

Melkgeitenbedrijven gezocht! De GD wil graag onderzoeken of het mogelijk is de mineralenvoorziening van uw dieren ook via tankmelk te laten bepalen. Hiervoor zoeken wij 20 melkgeitenbedrijven die aan dit onderzoek willen meedoen.

Interesse?

Ki

WWW j k o p .CAP vo RAOVIS.N

or infor meer matie !

L


In de rubriek “Vraag & Antwoord” beantwoorden GD-medewerkers vragen vanuit de praktijk.

?

raag: Wat kan ik zwangeren adviseren die bij mij V op lammetjesdag zijn geweest?

?

Vraag & Antwoord

raag: Hoe kan ik de scrapie-resistentstatus V verkrijgen?

Antwoord dierenarts Karianne Lievaart-Peterson:

Antwoord zoötechnisch mede­ werker Herman Scholten:

De GD krijgt met enige regelmaat vragen van/over zwangeren die een kinderboerderij of zogenaamde lam­ metjesdagen bezocht hebben. Vaak begint er bij de zwangere pas na het bezoek iets te dagen over ziektes die van dier op mens over kunnen gaan met gevaar voor het ongeboren kind. Vragen over de gezondheid/diagnostiek van mensen horen echter niet bij de GD thuis. Advies is de vrouw in kwestie door te verwij­ zen naar de huisarts, de plaatselijke GGD of het RIVM; zij houden zich bezig met humane gezondheidszorg. De GD blijft adviseren dat zwangeren contact met lam­ merende schapen en geiten dienen te vermijden.

Of een schaap scrapie krijgt is erfelijk bepaald. Dieren met het genotype ARR/ARR zijn ongevoelig voor de ziekte. Om voor de scrapieresistentstatus in aanmerking te ko­ men is het nodig dat alle schapen op het bedrijf het genotype ARR/ARR hebben. Het is belangrijk dat rammen die deze geneti­ sche samenstelling niet hebben, een half jaar voordat het aflamseizoen begint zijn afgevoerd, voor ooien geldt een termijn van een maand. U kunt de status scrapie-resistent aanvragen bij de diergezondheidsadministratie (DGA) van de GD via 0900-1770 (optie 3). U krijgt vervolgens een bevestiging van uw opgave en informatie over de verdere gang van zaken. Voor de GD de scrapie-resistentstatus toekent, wordt het bedrijf door of namens de GD bezocht om te controleren of de situatie op papier overeenkomt met de werkelijkheid. Tijdens het bezoek wordt ook de datum van afvoer van het laatste niet-ARR/ARR schaap vastgelegd; dit is tevens de ingangsdatum van de scrapieresistentstatus. Het grote voordeel van de resistentstatus is dat bloedonderzoek in de toekomst meestal niet meer nodig is. Zie voor meer informatie over scrapie pagina 11 van deze GD Schaap Geit.

?

raag: Wij hebben een camping met een aantal V geiten. Is deelname aan het GD Keurmerk Zoönosen verplicht?

Antwoord van binnendienst­ medewerker Inga Hovenkamp: Nee, het Keurmerk Zoönosen is een vrijwillig abonnement. Voor bedrij­ ven met een publieke functie is het wel een middel waarmee zij kunnen laten zien er alles aan te doen om ziektes die van dier op mens kunnen overgaan, te voorkomen. De rol van de eigen dierenarts is erg belangrijk bij het toekennen van het keurmerk. De Federatie Landbouw en Zorg heeft het GD Keurmerk Zoönosen wel als voorwaarde opgenomen in haar certificering van zorgboerderijen.

Ook een vraag? Laat het ons weten en mail uw vraag naar redactie@gddeventer.com onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Schaap Geit.

?

raag: Onlangs heb ik meerdere van mijn V melkgeiten verloren door een ‘blauw uier’. Hoe kan dit en wat kan ik er aan doen?

Antwoord van dierenarts René van den Brom: Met ‘blauw uier’ wordt een zeer ernstige, acute en extreem pijnlijke uierontsteking bedoeld, waarbij het dier ernstig ziek is en snel kan ster­ ven. Wanneer een geit de acute fase overleeft, zal het dode uierweefsel worden afgestoten. De totale her­ stelfase duurt lang en kan samengaan met complicaties als myiasis (huidmadenziekte). In geval van een ‘blauw uier’ moet in het acute stadium van de ziekte euthanasie worden overwogen. Een ‘blauw uier’ kan door verschil­ lende kiemen worden veroorzaakt. Wanneer in een koppel meerdere gevallen optreden is de eerste stap om aan te tonen welke kiem verantwoordelijk is voor de problemen. Controle van melkmachine en melktechniek kunnen ver­ volgens bijdragen aan het inzichtelijk maken en oplossen van het probleem. GD Schaap Geit | Juni 2013 |

9


Diagonaal voerhek compleet

Kraamhokken in verschillende variaties mogelijk

Creepfeeder 2,50mtr of 1,25mtr

WEKA levert complete stalinrichting voor schapen. WEKA levert hooiruiven, voor schapen, geiten en grootvee. WEKA levert verschillende voersystemen. WEKA levert alles voor in en om de kraamhokken. WEKA levert diverse hekwerken. WEKA levert diverse klauwbehandelingssystemen. WEKA levert Mineralen en vitamine emmers en ontsmettingsmiddelen voor klauwproblemen. WEKA verbouwt en herbouwt Schapenstalinrchting.

Bescherm uwschapen schapen Bescherm Beschermuw schapen 16 weken langtegen tegen 16 16weken wekenlang tegen madenziekte! madenziekte! madenziekte! Bestel Bestelvia viawww.beljaarsschapen.eu www.beljaarsschapen.eu Bestel via www.beljaarsschapen.eu 2309671 2309671 2309671

Clik Clik Pour-on Pour-on 5%, 5%, 2,2 2,2 ltr ltr Clik Pour-on 5%, 2,2 ltr

Elders Elders goedkoper? goedkoper? Elders goedkoper? Wij Wij betalen betalen uu u het het Wij betalen het verschil verschil terug! terug! verschil terug! PrijzenPrijzen zijn excl. zijn BTW. excl. BTW. Actie Actie is geldig is geldig t/m 30-06-2013 t/m 30-06-2013 Prijzen zijn excl. BTW. Actie is geldig t/m 30-06-2013

50 50 E99, E99, E99,50

B.a.v. B.a.v. 1 flacon 1 flacon B.a.v. 1 flacon 5050

E94, E94,/stuk /stuk 50 E94, /stuk B.a.v. B.a.v. 6 flacons 6 flacons B.a.v. 6 flacons 5050 E89, E89, /stuk /stuk E89,50/stuk


tekst: REDACTIE | SCRAPIE

Blijven fokken op

Lammert Moll, zoötechnisch deskundige bij de GD

scrapie-resistentie

In 1998 is er in de Nederlandse schapenhouderij een scrapiebestrijdingsprogramma van start gegaan. Hoewel er in 2012 voor het eerst geen klassieke scrapie is aangetoond, zien we wel weer een toename van het aantal schapen dat genetisch gezien gevoeliger is voor scrapie. Alertheid blijft dus geboden. GD-zoötechnisch deskundige Lammert Moll was vanaf het begin betrokken bij het programma. Hij beantwoordt een aantal veelgestelde vragen. Wat is scrapie? Scrapie is een dodelijke, besmettelijke aandoening van het zenuwstelsel bij schapen en geiten. De verschijnselen treden in de regel op vanaf een leeftijd van anderhalf jaar. Dromen, smakken en afzonderen van het koppel zijn de eerste verschijnselen. Daarna zien we vaak jeuk (krab­ ben), trillingen aan de kop, schrikgedrag en vermagering. Kunnen alle schapen scrapie krijgen? Of een schaap scrapie krijgt is erfelijk bepaald. Dieren met het genotype ARR/ARR krijgen geen scrapie en dieren met het genotype VRQ/VRQ zijn het meest gevoelig om scrapie te krijgen. Alle nakomelingen van resistente ram­ men (genotype ARR/ARR) hebben minimaal éénmaal ARR in de genen. Wat was het doel van het scrapiebestrijdingsprogramma? Het doel van de bestrijding was om zoveel scrapieongevoelige fokrammen te telen dat alle schapenhouders in Nederland een scrapieresistente fokram konden inzet­ ten. Vanaf 2004 mochten volgens de rammenverordening alleen fokrammen worden ingezet die erfelijk ongevoelig zijn voor scrapie. In 2007 is de rammenverordening komen te vervallen en is het scrapie­b estrijdingsprogramma een vrijwillig GD-programma geworden (zie ook pagina 9). Is scrapiebestrijding succesvol? De sectorbrede inzet van ARR/ARR-dekrammen heeft zeker

zijn vruchten afgeworpen. In 2012 is er geen klassieke scrapie meer aangetoond tijdens het hersenonderzoek bij geslachte en gestorven dieren. In 2002 waren dit bijna 2 gevallen per duizend geteste dieren. In 2009, 2010 en 2011 werden er in totaal in Nederland respectievelijk maar 3, 2 en 1 bevestigde gevallen gevonden. Hoe is het genotypeverloop door de jaren heen? De GD onderzoekt jaarlijks de genotypeverdeling per geboortejaar om zo het effect van de scrapiebestrijding te volgen. In 1997 was het percentage schapen met het scrapieongevoelige ARR/ARR-genotype maar 15%, terwijl in 2012 het percentage is gestegen tot 99,5%. Waarbij het belangrijk is te realiseren dat het in 2012 genoemde per­ centage voor ca. 97% is gebaseerd op nakomelingen van ARR/ARR-ouders van scrapieresistente bedrijven. Bij de in 2012 door de GD onderzochte bloedmonsters had 81,7% het ARR/ARR-genotype, maar neemt ook het percentage met het scrapiegevoelige VRQ-genotype (0,6%) toe. Bij het onderzoek op geslachte en gestorven dieren in 2012 bleek maar 48,4% van de dieren genotype ARR/ARR te hebben. Wat is uw advies aan de schapenhouder? Het blijft voor iedere schapenhouder van belang om een scrapie-resistente ram in te zetten. De scrapiebestrijding in Nederland is tot nu toe succesvol gebleken, laten we dat ook zo houden. GD Schaap Geit | Juni 2013 |

11


De Gezondheidsdienst voor Dieren

De passie van Piet van Haperen “Op de boerderij waar ik ben op­ gegroeid hadden we witte melkgeiten. Daar is mijn grote passie voor dit ras ontstaan.”

Fanatiek “In 1975 ben ik begonnen met het fokken van stamboekdieren. Toen ben ik de hobby fanatiek gaan oppakken. Samen met mijn vrouw Clasien heb ik vele liters geitenmelk verwerkt tot geitenproducten. En samen met mijn kameraad Kees van Dongen hebben we ook een aantal jaren op commerciële basis geiten gehouden. Maar begin jaren ‘90 zijn we weer als hobby­ houder verdergegaan. Sinds 1979 ben ik secretaris van geitenfokvereniging St. Anna, die dit jaar 100 jaar be­ staat. Ook ben ik sinds die tijd actief als keurmeester en inspecteur van het stamboek voor de N.O.G. Daarnaast verzorg ik vanaf begin jaren ‘80 het stamboeksecretariaat van NoordBrabant, nadien Zuid-Nederland, Zuid-Holland en Overijssel. Mijn interesse gaat uit naar alle vier de erkende Nederlandse melkgeiten­ rassen en naar de boergeit, het erkende vleesras in ons land. Maar de Nederlandse witte melkgeit spreekt mij het meest aan, vooral omdat ik daar op jonge leeftijd mee begonnen ben.”

Vier aandachtspunten “Mijn streven is om geiten te fokken die melkkracht uitstralen en die de juiste balans weergeven in hun gehele voorkomen. Met vooral aandacht voor rastype, melktype, uier en benen. Zonder de details uit het oog te verliezen.”

Fijn karakter “Een voor mij belangrijk bijkomend aspect is dat de Marijkes -de foklijn waar ik al vele jaren mee fok- een bijzonder fijn karakter hebben.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.