De Gezondheidsdienst voor Dieren
Nieuwsbrief voor practici • jaargang 18 • januari 2012
Nieuw BO Melk: sneller en specifieker Per 1 januari 2012 vernieuwt de GD het Bacteriologisch Onderzoek (BO) in melk voor mastitismonsters van individuele koeien. De nieuwe onderzoeksmethode, op basis van lasertechnieken, kan mastitisverwekkers in melkmonsters van individuele koeien sneller en specifieker aantonen tegen lagere kosten. Voorheen waren er veel verschillende aanvullende testen nodig om de bacteriën in de melk te determineren. Wat hetzelfde blijft, is dat de bacterie uit de melk eerst moet worden opgekweekt. Dat duurt, afhankelijk van de omstandigheden, 24 tot 48 uur. Vervolgens kan de nieuwe apparatuur veel sneller en specifieker bepalen om welke bacterie het gaat. Een belangrijk voordeel is dan ook dat meer bacteriesoorten en subtypen gedifferentieerd kunnen worden, zoals de coagulase negatieve stafylokokken (CNS). Hierdoor kan een beter onderscheid worden gemaakt tussen omgevings- en koegebonden mastitisverwekkers, wat een gerichtere aanpak op bedrijfsniveau mogelijk maakt. Met het nieuwe BO komt het huidige BO Celgetal en BO Klinisch te vervallen. Het nieuwe BO Melk is voor alle melkmonsters gelijk. Ook kan een gevoeligheidstest uitgevoerd worden, waarmee bepaald wordt voor
welk antibioticum de mastitisverwekker gevoelig is. Deze test wordt met ingang van januari niet meer standaard uitgevoerd. Op het aangepaste inzendformulier kunt u voortaan precies aangeven of en zo ja, welke gevoeligheidstest mag worden uitgevoerd. Zo is vooraf duidelijk waar de veehouder aan toe is en wat de kosten zijn. Voor het GD BO Melk zijn nieuwe melkbuizen met speciale flipdop nodig, die de monstername vergemakkelijken. Deze buizen zijn te bestellen via de webwinkel van de GD. Het nieuwe BO-melk kost € 11,- per monster voor deelnemers aan GD PlusZorg (€ 12,- voor niet-deelnemers). De kosten per gevoeligheidsbepaling zijn respectievelijk € 17,35 en € 18,75. Drs. Christian Scherpenzeel, rundveedierenarts
Voeding van invloed op OCD bij veulens Osteochondrose bij veulens is een groot probleem. Bij ongeveer 40 % van de veulens wordt deze gewrichtsaandoening met behulp van röntgenfoto’s vastgesteld. De GD heeft samen met Pavo, de Faculteit Diergeneeskunde en dierenartsen een tweejarig onderzoek gedaan naar de effecten van een mineralensupplement op de botontwikkeling en het voorkomen van osteochondrose. Daarbij zijn veulens gevolgd van hun geboorte tot de leeftijd van 12 maanden. De veulens waren ingedeeld in twee leeftijdsgroepen: 0 tot 5 maanden en 5 tot 12 maanden. Met behulp van bloedonderzoek zijn de botmarkers osteocalcine (botopbouw) en CTx (botafbraak) gemeten. Ook zijn van de botten van de veulens op de leeftijd van 5 en 12 maanden röntgenfoto’s gemaakt. Uit de resultaten blijkt dat botontwikkeling wel via het bloed te meten is, maar
Veterinair
01
dat de kans op osteochondrose niet kan worden vastgesteld. Uit het verloop van de botmarkers blijkt dat een veulen op de leeftijd van 12 maanden een botontwikkeling heeft die sterk overeenkomt met die van een volwassen paard. Wel bleek uit de proef dat het gebruik van een mineralensupplement de kans op osteochondrose met een factor 4 vermindert. Voeding is dus zeker van invloed op osteochondrose. Dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog P.S. Op 2 februari organiseert de GD samen met Pavo en Virbac een congres over OCD. Meer informatie hierover vindt u op onze website.
Nieuw op DAP Contact, de website voor dierenartsen Schmallenbergvirus: de actuele stand van zaken rond het Schmallenbergvirus. GD BO Labservice: de cursussen gaan in 2012 weer volop van start. De inhoud en data zijn bekend en staan op DAP Contact. E-mailnieuwsbrief DAP Contact: niet nieuw, wel handig. Op DAP Contact kunt u zich aanmelden voor GD DAP Contact Tips & Nieuws. GD Veterinair | januari 2012 |
1
Dr. Jobke van Hout, varkensdierenarts
Pak die kans! Beperking van het antibioticagebruik, resistentieontwikkeling en ‘2013’. Het is een kleine greep uit een groot aantal veranderingen die hun weerslag hebben op zowel de uitoefening van de diergeneeskunde als de varkenshouderij zelf. Er wordt druk gediscussieerd over de huidige, maar vooral ook de toekomstige, rol en positie van de dierenarts. Daarnaast vinden initiatieven voor onder meer het vastleggen en inzichtelijk maken van antibioticagebruik, het managen en transparant maken van de diergezondheidsstatus en het werken in ‘ketens’ hun weg naar de markt. Al deze ontwikkelingen bieden kansen en mogelijkheden voor de dierenarts. De nadruk ligt immers op het gezond houden van varkens en het verhogen van die gezondheidsstatus. Bovendien speelt niet alleen diergezondheid een rol, maar zijn en blijven ook dierwelzijn en volksgezondheid centrale aandachtspunten in de veterinaire professie. Bieden zaken als ‘onderbouwd inzetten van antibiotica’ - in die gevallen waarin het nodig is - en het monitoren van de diergezondheidsstatus op bedrijfsniveau ook niet juist onweerlegbare argumenten om meer diagnostiek uit te voeren? Op die manier kan meer informatie over de aanwezige ziekteverwekkers en eventuele resistentieproblemen worden vastgelegd in ‘bedrijfsprofielen’. En dat leidt weer tot meer kennis en inzicht. Welbeschouwd moeten we de term ‘diergeneeskunde’ op de lange termijn ter discussie stellen. Diergezondheidszorg heeft de toekomst.
Op bezoek bij de GD DAP Adviesraad Rund De GD heeft al sinds 2003 een DAP Adviesraad Rund, bestaande uit 12 runderpractici uit alle windstreken van Nederland. Deze adviesraad levert input en kijkt kritisch naar nieuwe ideeën, zodat de GD u optimaal van dienst kan zijn. Vier keer per jaar komt de raad in Deventer bijeen voor het uitbrengen van adviezen aan de GD-Divisie Herkauwers. Belangrijke thema’s hierbij zijn de veterinaire relevantie van productinnovaties, wijze van communicatie, benodigd kwalitatief marktonderzoek en de gewenste marktbewerking.
Breed scala aan onderwerpen In de laatste vergadering is onder andere gesproken over de recente ontwikkelingen rondom VeeOnline, zoals de implementatie van het Bedrijfsgezondheidsplan, digitale toepassingen van het Bedrijfsbehandelplan en vaccinatieregistratie. Ook het productportfolio voor uiergezondheid kwam aan bod, met speciale aandacht voor het vernieuwde Bacteriologisch Onderzoek (BO), de doelgroep, onderliggende doelstellingen en praktische toepassingen. Wat betreft VeeKompas 2.0 zijn de productvernieuwingen geëvalueerd die hebben plaatsgevonden in 2011 en is vooruitgekeken naar onderwerpen en de praktische invulling voor 2012. Besproken communicatiemiddelen zijn de laatste drie uitgaven van GD Veterinair en de toelichting bij uitslagen van GD TM Worminfecties. Dankzij de inbreng van diverse practici wordt de cursus ‘Interpretatie bloed bij infectieziekten’ geoptimaliseerd. Kortom: een breed scala aan onderwerpen passeerde de revue, met als belangrijk uitgangspunt: samen werken aan diergezondheid! Couzijn Bos, hoofd verkoop en marketing
Vereenvoudiging diergezondheidsprogramma’s Voor verschillende diergezondheidsprogramma’s gelden, na aanvoer van een rund van een bedrijf met een lagere status, verschillende onderzoekstermijnen. Dat hebben we, ook op verzoek van deelnemende veehouders, eenvoudiger gemaakt. Vanaf half februari is de systematiek voor alle programma’s gelijk: de onderzoekstermijn voor bloedonderzoek van aangevoerde runderen is tussen 0 en 8 weken na aanvoer. Dat betekent een verandering in de programma’s voor IBR, leptospirose en salmonella (daar was de onderzoekstermijn 4-8 weken na aanvoer). De verplichte wachttermijn van 28 dagen (0 tot 4 weken) had wel een duidelijke reden. Als de aangevoerde runderen kort na aankomst onderzocht worden, kan het zijn dat besmette runderen gemist worden, namelijk: die runderen die kort voor of tijdens transport zijn besmet. Een besmetting met IBR, leptospirose en salmonella laat gemiddeld pas na 3 weken afweerstoffen zien. De prevalentie van leptospirose in Nederland is zodanig laag dat de kans zeer klein is dat een rund wordt aangevoerd dat net rondom het transport besmet is geraakt. Bij IBR en salmonella is de kans op een uitbraak afhankelijk van het aantal runderen dat wordt aangevoerd van een bedrijf met een lagere gezondheidsstatus. Deze eventuele uitbraak wordt in geval van IBR, leptospirose en salmonella in een later stadium opgemerkt via het tankmelkonderzoek. Het risico op het missen van recente infecties (bijvoorbeeld door deelname aan een veekeuring) kan de veehouder oplossen door het onderzoek tussen 4 en 8 weken na aanvoer te blijven doen. Kortom: bloedonderzoek kan in alle gevallen tussen 0 en 8 weken na aanvoer plaatsvinden. In sommige gevallen blijft het beter het onderzoek tussen 4 en 8 weken na aanvoer te doen. Ir. Bert de Roo, hoofd binnendienst herkauwers
2
Labbepaling van de maand
App-serologie bij varkens Voor de diagnostiek van App bij varkens zijn naast pathologisch en bacteriologisch onderzoek diverse serologische testen beschikbaar. Deze testen kunnen àlle serotypen aantonen, een deel van de serotypen, of één serotype. Vanouds is bij de GD de CBR in gebruik voor het aantonen van antistoffen tegen de serotypen 2 en 9. De test is te gebruiken voor het aantonen van deze twee veel voorkomende serotypen, mits de dieren niet zijn gevaccineerd. In dat laatste geval kan titratie zinnig zijn aangezien veldinfecties titers tot >1280 opleveren en vaccinatietiters zelden hoger zijn dan 320. Anticomplementaire reactie maakt interpretatie soms onmogelijk. De oorzaak kan onder andere te maken hebben met het transport van het bloed of met de wijze van bloedtappen.
Binnenkort wordt de ApxIV ELISA opnieuw ingevoerd door de GD. Deze test toont het ApxIV toxine aan dat door alle App-serotypen wordt geproduceerd. App-bacteriën produceren Apx-toxinen, waarvan er 4 bekend zijn. Alleen ApxIV wordt door alle 15 Appserotypen geproduceerd. Antistoffen tegen dit toxine worden geproduceerd tijdens een veldinfectie maar na vaccinatie. De ApxIV ELISA toont derhalve antistoffen aan tegen alle serotypen, maar géén vaccinatietiters. In klinische situaties is de CBR waarschijnlijk ‘gevoeliger’ dan een ELISA, aangezien dieren eerder seroconverteren in de CBR. Andere in de markt beschikbare toxine ELISA’s tonen antistoffen aan tegen Apx-toxinen die niet bij alle serotypen voorkomen of ook door andere bacteriën geproduceerd worden. Indien uit een sectie App wordt gekweekt is het eveneens mogelijk (op verzoek) een typering uit te voeren. Vrijwel altijd blijkt in Nederland type 2 of 9 in het spel te zijn. drs. Tom Duinhof, drs. ing. Frits Bouwkamp, varkensdierenartsen en drs. Barbara Tempelmans Plat, wetenschappelijk staflid
Monitoring van circulerende IB-virustypen De GD voert IB-onderzoek uit op sectiemateriaal met behulp van de PCR-test en aansluitend sequencing. Bij vleeskuikens wordt de test ingezet wanneer er in de anamnese sprake is van respiratoire problemen. Bij leghennen wordt het onderzoek ook uitgevoerd bij eiproductieproblemen. In het derde kwartaal van 2011 zijn 137 inzendingen onderzocht op IB, waarbij in 94 monsters (69%) IB is aangetoond. Bij vleeskuikens werden IB-D388, 4/91, D1466 en de restgroep in relatief dezelfde aantallen aangetoond. In één geval werd de combinatie D1466/D388 gevonden. Opvallend was dat de IB-stam D274 zeven keer werd aangetroffen, waarvan zes keer op bedrijven met duidelijke IB-gerelateerde klachten. Twee keer konden de stammen niet worden getypeerd. Bij leghennen zien we een relatieve stijging van IB-D388 en IB-4/91. Stam D1466 laat vanaf het vierde kwartaal van 2010 een langzaam dalende tendens zien. In twee gevallen werd de combinatie D1466/D388 bij leghennen gevonden. De Xindadi-stam is één keer geïsoleerd, in combinatie met D1466. De restgroep bij leghennen bevat zes niet te typeren IBstammen. In het vierde kwartaal was sprake van een opvallende toename van het schijnlegsyndroom, zowel bij vleesreproductiedieren als bij leghennen. Schijnleggers zijn hennen die eruitzien als als normaal producerende hennen, maar die in
werkelijkheid nooit een ei kunnen leggen. De oorzaak is een niet goed of onvoldoende ontwikkeld legapparaat, meestal door een vroege infectie met een IB-virus zoals het D388-type. De GD zoekt naar de oorzaak voor het optreden van deze nieuwe gevallen van het schijnlegsyndroom. Drs. Jos Heijmans, pluimveedierenarts
Overzicht van de in Nederland gevonden IBV-stammen bij leghennen (periode: 1e kwartaal 2010 t/m 3e kwartaal 2011) (Bron: LIMS)
GD Veterinair | januari 2012 |
3
Nieuws en mededelingen Inzendformulieren voor laboratoriumonderzoeken aangepast Om u in de toekomst beter te kunnen bedienen gaat de GD per 1 januari 2012 over op een nieuw systeem voor het aansturen van laboratoriumonderzoeken en facturering. De invoering daarvan verloopt in fases, te beginnen met klinische chemie. Als gevolg van deze verandering hebben wij ook alle inzendformulieren aangepast. Wij vragen u dringend om vanaf 1 januari 2012 alleen nog gebruik te maken van de nieuwe inzendformulieren. De meest actuele versie van deze formulieren kunt u vinden op www.gddeventer.com.
Nieuw! Bedrijfsbehandelplan in VeeOnline Het Bedrijfsbehandelplan in VeeOnline is sinds kort live en werkt heel eenvoudig. De eerste keer maakt u een sjabloon aan met als het ware uw 'standaardplan'. Deze persoonlijke template maakt u aan door vooraf de middelen die u adviseert in te voeren. Vervolgens hoeft u bij uw veehouder niet nogmaals dit proces uit te voeren, zodat u gemakkelijk aan de slag kan met uw Bedrijfsbehandelplan. Per geselecteerde veehouder kunt u dit sjabloon raadplegen en waar nodig bedrijfsspecifiek maken. Zo kunt u snel en gemakkelijk een Bedrijfsbehandelplan maken dat door u en uw veehouders eenvoudig is te raadplegen op VeeOnline.
Klinische Avonden Rund in 2012 Praktijkcongres Osteochondrose Op donderdag 2 februari 2012 organiseren Pavo, Virbac en de GD samen met de GGP en KWPN een praktijkcongres Osteochondrose. Een vijftal zeer deskundige sprekers, waaronder Dr. L. Bramlage, Dipl. ACVS uit Amerika, presenteren u nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van fragmentatie, genetica en voeding. Het congres vindt plaats in de Brabanthallen in Den Bosch waar tegelijkertijd ook de KWPN Hengstenkeuring plaatsvindt. Na afloop van het congres heeft u vrij toegang tot het avondprogramma van de hengstenkeuring. U kunt zich aanmelden voor dit congres via uw relatiebeheerder paard of via www.gddeventer.com.
In juni 2012 organiseren de GD, Hendrix UTD en Virbac Klinische Avonden Rund (KAR) voor rundveedierenartsen. Op drie interessante rundveelocaties wordt u door gerenommeerde sprekers verrast met actualiteiten en innovaties op het gebied van selectief droogzetten, voeding in de droogstand en bedrijfsbegeleiding. De bijeenkomsten zijn interactief en de informatie is direct toepasbaar in de praktijk. Bovendien ontmoet u collega’s op een unieke locatie. U wilt de KAR toch zeker niet missen?
Thema’s VeeKompas in 2012 VeeKompas gaat in 2012 van start met symposia rondom de volgende thema’s: - voorjaar: duurzaamheid, weidegang, parasieten en gezonde klauwen. - najaar: stalsignalen, huisvesting, stalklimaat en uiergezondheid.
Redactie Couzijn Bos Guillaume Counotte Theo Geudeke Jos Heijmans Catholine Koster Eva Onis Thijs Roumen ISSN 1388-4042 Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.
Prepress en productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem
Basisontwerp
de PLOEG communicatie Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Drukwerk Senefelder Misset Doetinchem
Data en locaties vindt u op www.dapcontact.nl. Als deelnemer ontvangt u een jaaroverzicht zodat u en uw collega's zich kunnen inschrijven. De onderwerpen voor de studiegroepen van VeeKompas zijn jongveeopfok en mineralen in veevoeding. Aanmelding voor VeeKompas kan via uw relatiebeheerder of via i.horsman@gddeventer.com.
Uitgever GD Deventer Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar
Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddeventer.com, info@gddeventer.com Alle genoemde tarieven zijn exclusief BTW en basiskosten.
De Gezondheidsdienst voor Dieren
Cursus luchtwegaandoeningen bij varkens Ook in 2012 organiseert de GD een aantal cursussen voor varkenspractici. De eerstvolgende cursus gaat over luchtwegaandoeningen en zal plaatsvinden op 15 februari van 13.00 tot 20.00 uur. Reserveer deze datum alvast in uw agenda. U ontvangt binnenkort meer informatie over deze cursus.