Even voorstellen: Eva Dieterman als nieuwe dierenarts Team Paard
Team Paard van Royal GD heeft op 2 september versterking gekregen van dierenarts Eva Dieterman. Eva groeide op in de paardenwereld en nam, voordat ze ging studeren, fanatiek deel aan de dressuur- en springsport. Ook deed ze de ORUNopleiding tot instructrice. Tijdens haar studie in Utrecht kwam het paardrijden op een wat lager pitje te staan, maar gaf ze in de avonduren les aan verschillende privé-klanten en groepslessen op de Faculteit Diergeneeskunde.
Eva studeerde in 2016 af in Utrecht. Ze draaide een voortplantingseizoen op een renpaardenstoeterij in Australië en werkte vervolgens als eerstelijns practicus in Venlo en Weesp. Daarna werkte ze op verschillende afdelingen op de Universiteitskliniek Paard in Utrecht en als docent op de afdeling
Klinische Infectiologie. Bij GD zullen voor haar de belangrijkste werkzaamheden op het gebied van Paard liggen bij de monitoring van diergezondheid
Paard (Helpdesk, bedrijfsbezoeken, pathologie, data-analyse en pilots), participatie in projecten en het ondersteunen van de producten en diensten.
“Als paardendierenarts wil ik graag mijn passie voor infectieziekten en diagnostiek inzetten om bij te dragen aan dierwelzijn en diergezondheid.
Het voelt bijzonder om deel uit te maken van dit team en samen dezelfde doelen na te streven.”
Veelgestelde vraag:
DE PAARDEN STAAN OP STAL TE SNOTTEREN, HOE WEET IK WAT ER AAN DE HAND IS?
Deze pagina's zijn een bijdrage van:
Royal GD Postbus 9 7400 AA Deventer 088 20 25 500 (optie 5) redactie@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl
Redactie: Kees van Maanen specialist veterinaire microbiologie
Linda van den Wollenberg specialist inwendige ziekten paard
Emiel Schiphorst businessmanager
Marije Stomps eindredacteur
Onze experts zijn bereikbaar voor vragen van practici over paardengezondheid, interpretatie van uitslagen en in te zetten onderzoeken. Ook geven zij graag informatie over nieuwe testen, pakketten en actuele zaken. Tips voor dit katern zijn natuurlijk ook van harte welkom.
Kees van Maanen, GD-dierenarts Team Paard: “In najaar en winter komen luchtwegproblemen bij paarden en mensen meer voor. Bijvoorbeeld op opfokbedrijven waar de veulens en de jaarlingen op stal komen wordt dit regelmatig gezien. Vergelijk het maar met een kinderdagverblijf. Vertonen dieren verschijnselen als koorts, snotneus, hoesten en/of benauwdheid en dikke benen, dan kan het verstandig zijn om te onderzoeken of, en welke, bacterie of virus hier een rol in speelt. Met die kennis kan de dierenarts gericht behandelen, kunnen maatregelen worden getroffen om besmetting van andere paarden tegen te gaan en kunnen vaccinatieadviezen worden gegeven om dergelijke problemen in de toekomst te voorkomen. Bij een respiratoir onderzoek neemt je dierenarts meestal met een swab een monster uit de neus van je paard. In het GD laboratorium onderzoeken we dat monster op bekende ziekteverwekkers, zoals droes, rhinopneumonie en influenza en indien gewenst ook op een aantal andere mogelijke ziekteverwekkers. De dierenarts kan er ook voor kiezen om een BAL-spoeling (longspoeling) te nemen en in te sturen voor ons uitgebreide pakket. Binnen twee werkdagen volgt de uitslag".
Stress meten via paardenspeeksel
Paarden kunnen, net als mensen stress ervaren. Hoe waardevol zou het zijn als, met het oog op paardenwelzijn, stress bij paarden objectief gemeten kan worden? Met behulp van Pavo is het Royal GD gelukt om een betrouwbare bepaling te maken om het stresshormoon cortisol te meten in paardenspeeksel.
Spannende situaties, zoals trailerladen/vervoer, scheren, een dierenartsbehandeling, wedstrijd of een nieuwe omgeving, kunnen triggers voor stress bij paarden zijn. Dit gaat vaak gepaard met een verhoogde hartslag en gedragsveranderingen, maar niet elk paard ervaart evenveel stress in een bepaalde situatie en niet elk paard uit deze stress vervolgens uitwendig op dezelfde manier. Dat maakt het lastig om objectief vast te stellen in hoeverre een paard stress ervaart. Maar als reactie op stress gebeurt er ook het één en ander in het lichaam van het paard. Tijdens een stressreactie wordt namelijk cortisol aangemaakt. En dit hormoon is nu juist wel objectief te meten!
HET ‘STRESSHORMOON’ CORTISOL
Cortisol wordt aangemaakt door de bijnier, een orgaan dat een belangrijke rol speelt in de aanmaak van verschillende hormonen. Dit cortisol circuleert vervolgens in de bloedbaan, gebonden (aan eiwit) maar ook ongebonden. Het ongebonden cortisol wordt via speeksel en urine uitgescheiden. Dit is de biologisch actieve variant (die de effecten op het lichaam heeft), deze variant willen we dus meten.
Cortisol speelt een rol bij stress, maar heeft daarnaast onder ‘gewone’ omstandigheden ook invloed op onder meer het immuunsysteem en de eiwitomzettingen, en op het slaap- en waakritme. In de ochtend is de concentratie cortisol in het lichaam normaal gesproken het hoogst. Het neemt gedurende de dag af tot het laagste niveau in de avond. Een stressreactie bij paarden zorgt ervoor dat de bijnieren extra veel cortisol aanmaken. In studies is aangetoond dat de piek van de cortisoltoename op ongeveer twintig minuten na de stressreactie te verwachten is.
TESTEN SPEEKSELMONSTER
Er is voor gekozen om het cortisol in het speeksel te bepalen, omdat speeksel makkelijker te verkrijgen is dan bloed of urine. Daarnaast wordt in het speeksel de ongebonden variant van het cortisol, dat we willen meten, uitgescheiden. De speekselmonsters worden genomen met salivettes. Dit zijn plastic buisjes met een staafvormig watje. Met een langwerpige, smalle klem wordt het watje een minuut lang in de mond van het paard onder de tong (daar zitten de speekselklieren) gehouden en vervolgens weer terug in het buisje gestopt. Heel eenvoudig en niet vervelend voor het paard.
In het lab wordt het buisje gecentrifugeerd, waarna het speeksel onderin kan worden opgevangen. Hierin wordt vervolgens het cortisolgehalte getest.
INTERESSANTE VELDSTUDIE
In 2023 voerde GD in samenwerking met Pavo een onderzoek uit waarbij een test is gevalideerd (de betrouwbaarheid aangetoond) voor het meten van cortisol in paardenspeeksel. Paarden werden vervolgens in een veldstudie onder verschillende omstandigheden bemonsterd. We hebben daarbij een aantal interessante bevindingen gedaan:
Ochtend versus middag
Er werden bij 135 paarden speekselmonsters genomen in de ochtend tussen 8:00 uur en 12:00 uur, deze werden vergeleken met monsters genomen tussen 14:00 uur en 18:00 uur in de middag. In dit geval ging het om paarden onder rustige omstandigheden in hun vertrouwde stal, zonder waarneembare stresssignalen. We zagen hierbij dat in een normale situatie ochtendmonsters inderdaad van nature meer cortisol bevatten dan monsters die in de middag genomen werden, hetgeen klopte met de verwachting vanuit onze literatuurstudie vooraf. Rustig versus gestrest
Tekst: Tara de Haan, Pleun Broeren en Linda van den Wollenberg
Het nemen van het speekselmonster onder de tong van het paard is heel eenvoudig en niet vervelend voor een paard.
Vervolgens vergeleken we paarden die zichtbaar stress ervaarden met paarden die uiterlijk rustig bleven. Om stress op te roepen werden er bij 25 paarden, die niet gewend waren aan scheren, met een draaiende scheermachine enige tijd over hun lijf bewogen (zonder daadwerkelijk te scheren), waarna op verschillende tijden erna speekselmonsters werden genomen. Tegelijkertijd werden ook de uiterlijke reacties geobserveerd en genoteerd en werd de hartslag gemeten. Paarden die op basis van hun reactie als
‘zeer gestrest’ werden beoordeeld, bleken ook de hoogste cortisolconcentraties in het speeksel te hebben. Daarna kwamen de paarden uit de categorie ‘matig gestrest’. De ‘niet-gestreste’ paarden hadden de laagste cortisolconcentraties. Hetzelfde verloop zagen we terug in de hartslagmeting, waarbij de ‘zeer gestreste’ paarden ook de hoogste hartslag hadden.
Koudbloed versus warmbloed
Deze metingen van de veldproef zijn uitgevoerd bij 25 paarden van twee verschillende stallen, waarna deze met elkaar vergeleken zijn. Eén van deze stallen was een sportstal met voornamelijk sportpaarden en fokmerries. De andere stal had vooral koudbloedrassen. Hier hebben we aangetoond dat de
paarden op de sportstal gemiddeld hogere cortisolconcentraties hadden dan de paarden van de koudbloedstal. Dit was zowel in rust als tijdens een stresspiek het geval. De koudbloedpaarden doen hiermee hun naam dus echt eer aan.
OBJECTIEF METEN
Er is toenemende aandacht voor paardenwelzijn. Hiermee ontstaat logischerwijs de vraag naar een manier om objectief te kunnen meten of een paard in een bepaalde situatie (te veel) stress ervaart. Aan het gedrag is dit namelijk niet eenvoudig en objectief en eenduidig te meten. Met de cortisoltest in speeksel kan dit wel. De test is vooral goed bruikbaar om groepen paarden in verschillende situaties met elkaar te vergelijken, zoals wij in onze veldstudie ook hebben gedaan.
Een speekselmonster.
ONDER DE LOEP:
PathoSense: Nieuwekijkopdiagnostiek van infectieziekten
In het laboratorium van Royal GD worden sinds februari 2024 voor verschillende diersoorten PathoSense-analyses uitgevoerd. Bij PathoSense-analyse wordt er niet gericht gezocht naar een bepaalde ziekteverwekker, maar kunnen allerlei mogelijke ziekteverwekkers aangetoond worden. Het níet gericht zoeken naar een bepaalde ziekteverwekker vergt een nieuwe kijk op diagnostiek van infectieziekten. Tot nu toe is de techniek het meest toegepast bij koppeldiagnostiek van varkens, pluimvee en runderen.
ONVERWACHTE ZIEKTEVERWEKKERS
Voor paarden biedt PathoSense ook mogelijkheden. Bijvoorbeeld bij een acuut ziek paard met een klinisch probleem waarbij er geen link kan worden gelegd met een bepaalde ziekteverwekker. Ook bij een aanhoudend koppelprobleem, waarbij de oorzaak van de klachten onduidelijk blijft en gerichte diagnostiek geen diagnose heeft opgeleverd, kan een PathoSense-analyse uitkomst bieden. Hoewel PathoSense-analyses minder gevoelig zijn dan gangbare PCR-analyses, biedt deze techniek als voordeel dat er ook onverwachte ziekteverwekkers kunnen worden aangetoond. Deze nieuwe techniek vergt ook een nieuwe kijk op interpretatie. Een belangrijke taak voor de dierenarts bij klinische interpretatie van de uitslag is of de eventueel aangetoonde virussen en/of bacteriën de oorzaak zijn van de ziekteverschijnselen van het paard, of dat het een toevalsbevinding betreft?
MONSTERNAME
Heel belangrijk voor een goede PathoSense-analyse is correcte monstername op de plek waar het probleem zit en op het goede tijdstip. Verschillende monstertypes komen in aanmerking voor de PathoSense-analyse, zoals een neusswab van de bovenste luchtwegen, longspoelingen van de diepere luchtwegen, serum, een swab van de darminhoud of aangetaste weefsels van bijvoorbeeld een geaborteerde foetus.
INTERPRETATIE UITSLAG
De dierenarts ontvangt een semi-kwantitatieve uitslag van de aangetoonde virussen en bacteriën in het monster. Per mogelijke ziekteverwekker wordt weergegeven of de aangetroffen hoeveelheid hoog, medium, of laag is. Dit is belangrijk bij interpretatie van de uitslag. Van aangetoonde virussen of bacteriën kan, indien gewenst, het hele erfelijke materiaal in kaart worden gebracht. Dit biedt de mogelijkheid om te onderzoeken of een virusstam in een vaccin overeenkomt met de stam die de klachten bij paard/koppel veroorzaakt. Ook kunnen zo stammen van verschillende (nabijgelegen) bedrijven vergeleken worden in het kader van bron- en contactonderzoek.
Meer informatie over PathoSense, bestelmogelijkheden, monstername en verzending: www.gddiergezondheid/pathosense
Linda van den Wollenberg, specialist inwendige ziekten