GD Veterinair februari 2013

Page 1

De Gezondheidsdienst voor Dieren Nieuwsbrief voor practici • jaargang 19 • Februari 2013

02

Veterinair

Graszaadhooi meestal niet geschikt als diervoeder!

Voor de productie van graszaad wordt vaak gebruik gemaakt van gras dat met zogenaamde endofyten is besmet. Hierdoor is het gras beter beschermd tegen vraat, stoelt het beter uit en is het sterker. Maar deze endofyten produceren ook lolitrem: een mycotoxine. Dit is schadelijk voor graseters zoals paarden, koeien en schapen. Lolitrem veroorzaakt neurologische verschijn­ selen zoals incoördinatie, een stijve, atactische tot hypermetrische gang, gevolgd door omvallen met krampen en fietsbewegingen, vooral na opjagen/opwinding van de dieren. Bij rust herstellen de krampen weer en kunnen de dieren weer overeind komen. Dit wordt raaigraskramp genoemd (rye grass staggers). Lolitrem kan van nature voorkomen op wei­ landen die in de late zomer of het najaar besmet raken met de schimmel Neotyphodium (Acremonium) lolii, maar dat komt slechts sporadisch voor in Europa. In Nederland is het grootste risico op raaigraskramp het gebruik van hooi afkomstig

van graszaadbedrijven. In de wetgeving is nog geen norm opgenomen voor lolitrem in graszaadhooi. Wel staat er natuurlijk dat veevoeder veilig moet zijn, maar aan de buitenkant van het hooi is niet te zien of dit is behandeld met endofyten/lolitrem. Wanneer een veehouder toch graszaadhooi gebruikt, zorg er dan voor dat de verkoper garandeert dat er geen endofyten zijn gebruikt bij de teelt en dat het hooi ook niet afkomstig is van raaigras. Drs. Linda van Wuyckhuise, rundveedierenarts en dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog

PRRS: actualiteiten uit Europa, China en de VS Het PRRS-virus, veroorzaker van de varkensziekte PRRS, blijft onderzoekers verrassen. Bijdragen op congressen in St. Paul en Budapest in het najaar van 2012 geven weer voldoende stof tot nadenken. Sloveens onderzoek op 218 veldstammen met zes verschillende PCR’s leverde niet alleen nieuwe stammen op met een grote genetische diversiteit, ook bleek dat niet alle PCR-testen de stammen detecteerden. In ander onderzoek zijn sterk afwijkende type 2 (US-) stammen gevonden in Polen en Hongarije. Waarschijnlijk zijn er meerdere introducties van type 2 geweest, aangezien deze type 2 stammen te ver van de vaccinstammen afstaan. In Europa is nu ook een tweede type 1 (EU-) stam gevonden die erg pathogeen blijkt te zijn, conform de eigenschappen die de eerder gevonden Lena-stam vertoont. In China staat PRRS bovenaan de lijst van ziekten met de grootste impact. Van de geïsoleerde stammen was in 2009 86% hoogpathogeen en in 2010-2011 89%. Alle klinische uitbraken zijn veroorzaakt door hoogpathogene stammen. Volgens

de Chinese onderzoekers komt het hoogpathogene virus voort uit een vaccinstam (ATP). Uit de VS wordt gemeld dat enkele bekende virusstammen in één jaar tijd 5-8% genetische verandering hebben ondergaan (tegen 1% normaal) en in hoge aantallen woden uitgescheiden. Deze stammen lijken een rol te spelen bij doorbraken op vier varkensbedrijven die van luchtfiltering waren voorzien! Het onderhoud van de filters speelt daarbij ook een rol: het filtermateriaal zat in enkele gevallen los in het raamwerk, door inwerking van grote temperatuurverschillen. In de VS wordt verder gewezen op het verschil in mechanische en elektrostatische luchtfilters. De laatsten zullen, bij verlies van lading in de tijd, niet meer voldoende effectief zijn. Drs. Tom Duinhof, varkensdierenarts

Toelichting uitslagen GD Tankmelk Mineralen

Wanneer deze GD Veterinair bij u op de deurmat valt, hebben GD Tankmelk Mineralen-abonnees de uitslag van hun eerste tankmelk­ onderzoek ontvangen. Om u als practicus te helpen bij het interpreteren van de uitslag, ontvangt u als bijlage bij deze GD Veterinair de 'Toelichting op uitslagen GD Tankmelk Mineralen'. Meer weten over dit nieuwe abonnement van de GD? Ga naar www.mineralencheck.nl. GD Veterinair | februari 2013 |

1


Suzan Megens Medewerker marktaangelegenheden varken

Paratuberculose-onderzoek bij geiten De vraag naar paratuberculose-onderzoek bij geiten neemt toe. Deze toename is deels gebaseerd op initiatieven vanuit het project “Paratuberculose in de melkgeitenhouderij”, maar ook andere (melk)geitenhouders doen onderzoek, met name door middel van de gemakkelijke en goedkope melktest. Naar aanleiding van diverse vragen, hierbij meer informatie over testmethoden en monstername.

Varkens in VeeOnline! Het is zover. Het voor de varkenshouderij cruciale jaar 2013 is begonnen. Zal de sector een sprong voorwaarts maken naar een nog verdere profes­ sio­nalisering? Wellicht. De eisen vanuit de samenleving nopen hiertoe: beter welzijn, minder antibiotica, frissere buitenlucht, meer openheid…. Een van de taken die de GD zich stelt is dat we het voor veehouders en dierenartsen makkelijker willen maken om aan de (wettelijke) eisen te kunnen voldoen. Ons online programma VeeOnline speelt daarin een belangrijke rol. In navolging van de rundersector gaat de GD in 2013 informatie voor varkenshouders en hun dierenartsen via VeeOnline ontsluiten en daarmee ook de hoeveelheid post verminderen. Al enige tijd kunt u op VeeOnline (www.veeonline.nl) in één oogopslag uw klantenoverzicht zien en een bedrijfsgezondheidsplan (BGP) en bedrijfsbehandelplan (BBP) voor uw varkenshouders invullen. Binnenkort komen daar de lab­ uitslagen bij. In de rundersector is VeeOnline al een groot succes met meer dan 12.000 ingevulde BGP’s! Een belangrijk doel van het BGP is om het antibioticumgebruik op varkensbedrijven te verminderen. U vult samen met de varkenshouder zaken in omtrent bedrijfsbegeleiding, kengetallen, antibioticum­ gebruik en managementmaatregelen, waarna u actiepunten benoemt voor het komende jaar. Het BGP wordt opgeslagen in VeeOnline, waarin de plannen altijd snel en gemakkelijk kunnen worden geraadpleegd. Houd onze nieuwsbrieven in de gaten om te weten wanneer u aan de slag kunt met het BGP Varken op VeeOnline!

2

Bij geiten kan Paratbc aangetoond worden bij sectie, door mestkweek gevolgd door de Ziehl-Nielsen-kleuring, met een mest-PCR en door middel van bloed- of melkonderzoek op antilichamen in individuele monsters. Mestmonsters voor kweek of PCR dienen bij voorkeur rectaal afgenomen en vervolgens gekoeld te worden. Voor bloedmonsters is een serumbuis nodig. Melkmonsters dienen zo schoon mogelijk genomen te worden, waarbij het gebruik van handschoenen sterk wordt aangeraden. Ook het schoonmaken van de speen is van belang, zodat er niet onbedoeld mestresten in de melk terechtkomen. Het is technisch onmogelijk afwijkende melk (mastitis of biest) te testen en bovendien zou de uitslag onbetrouwbaar zijn. Voor grote aantallen te testen dieren is het verzoek stickers aan te vragen bij de GD. Melkbuisjes met conserveringsmiddel en schroefdop kunnen via de GD Webwinkel (www.gddeventer.com) besteld worden. DAP’s, maar ook veehouders, kunnen hier na aanvraag van een login terecht. De melkbuisjes (artikelcode: VLVOE021) kosten € 0,65 per buis. Paratbc-antistoffen testen voor geiten kost € 7,13 in serum en € 2,79 in melk. Dr. Karianne Lievaart-Peterson, dierenarts kleine herkauwers

Vaccinatie IBR en virustransmissie Een rundveekoppel kan worden gevaccineerd ter voorkoming van klinische IBRverschijnselen bij gevoelige (seronegatieve) dieren. Ook het beperken van de kans op reactivatie en verspreiding van BHV1-virus (veroorzaker van IBR) is een reden om dieren te vaccineren. Wanneer is levend vaccin en wanneer is geïnactiveerd vaccin effectiever? De Animal Science Group (ASG) Wageningen UR heeft berekend dat vaccinatie van besmette (seropositieve) runderen met geïnactiveerd vaccin leidt tot een daling van de reactivatie-rate met 27% ten opzichte van ongevaccineerde, seropositieve runderen. Vaccinatie van reeds besmette runderen met levend vaccin leidt daarentegen nauwelijks tot een lagere reactivatie-rate. Kijken we naar het effect van de vaccins bij onbesmette runderen, dan is juist het levende vaccin het meest effectief, omdat dat zorgt voor een sterke reductie van de transmissie van het virus. Bij toepassing van geïnactiveerd vaccin bij seronegatieve runderen is het effect op de reductie van de transmissie kleiner dan bij levend vaccin. Voor preventie van klinische symptomen van IBR zijn zowel levende als geïnactiveerde vaccins goed bruikbaar. Per saldo is op langere termijn een bedrijfsenting met levend vaccin effectiever. Tankmelkmonitoring detecteert een grote uitbraak zowel op bedrijven die niet vaccineren als op bedrijven die wel vaccineren. Dr. Han Hage, rundveedierenarts

Actie GD Tankmelk IBR Gedurende het tweede kwartaal van 2013 wordt melkveehouders geheel vrijblijvend de mogelijkheid geboden om voor € 44.95 (ca. 25% korting t.o.v. standaardtarief) gedurende 3 maanden deel te nemen aan GD Tankmelk IBR.


Labbepaling van de maand

Rantsoen koe mogelijke oorzaak perinatale sterfte kalf Voor het onderzoek naar de oorzaak van verwerpen bij rundvee wordt binnen de afdeling pathologie van de GD gewerkt volgens een vast protocol waarin voor monitoringsdoeleinden gezocht wordt naar besmettelijke oorzaken van verwerpen. Echter, ook niet-infectieuze achtergronden kunnen leiden tot abortus en perinatale sterfte. Mogelijk speelt het rantsoen van de moederkoe hierbij een rol. Het komt regelmatig voor dat bij perinatale sterfte geen infectie wordt aangetoond en ook geen andere etiologische verklaring voor de dood wordt gevonden. Een aantal voorbeelden van de GDafdeling pathologie: • Een fors gespierd kalf ging 10 uur en een ander kalf 1 uur na de geboorte dood. Bij deze kalveren bleek sprake van een uitgebreide skeletspierdegeneratie. Bij een ander aan de tijd dood geboren kalf was sprake van hartspiernecrose. Vitamine-E/ Se-bepalingen zijn hier (nog) niet uitgevoerd. Bij een ouder plotseling dood kalf werden histologisch dezelfde (hart) spierveranderingen gezien; bij dit dier is een sterk verlaagd vitamine-E-gehalte gevonden. • E en kalf van 12 dagen dat sloom was, slecht dronk en cachectisch stierf, had in de lever een zinkgehalte van 1.480 mg/kg d.s.; dubbel zoveel als een normaal zinkgehalte. Een ander kalf van een week oud ging dood en had in de lever een ijzergehalte van meer dan 2.000 mg/kg d.s.; een toxicologisch relevante waarde. Een pathomorfologische doodsoorzaak is bij deze kalveren niet vastgesteld.

• E en kalf van twee weken komt voor sectie en blijkt een ernstige levercirrose te hebben zoals bij een Jacobskruiskruid­ vergiftiging kan worden aangetroffen. Biest en melk zijn arm aan vitaminen, mineralen (behalve kalk) en spoorelementen. Voor zijn eerste levensmaanden is het kalf aangewezen op de daarvan in de lever aangelegde voorraden. Een tekort dan wel een overmaat van deze elementen bij het neonatale kalf houdt verband met het rantsoen van de (hoog)drachtige moederkoe, die haar ongeboren vrucht gewild en ongewild (JKKtoxinen!) daarvan voorziet. Of de behoefte aan en de normaalwaarden van vitaminen, mineralen en spoorelementen bij foeten, neonaten en nog jonge kalveren dezelfde zijn als die bij oudere dieren worden gehanteerd, is momenteel niet zo goed bekend. Dit dient nader te worden onderzocht. Vooruitlopend op dergelijk onderzoek lijkt het toch nu al wenselijk, ook in het kader van perinatale aandoeningen, het drinkwater en het voer van drachtige dieren te analyseren en de dekkingsgraad aan nutriënten te berekenen alsmede toxische componenten op te sporen. Drs. Thijs Roumen, veterinair patholoog

Kwaliteitscontrole gevoeligheidstesten De GD en het CVI gaan een nieuwe service leveren aan dierenartspraktijken. Het betreft een rondzendprocedure die de deelnemende dierenartspraktijken in staat stelt om de kwaliteit van hun gevoeligheidstesten te toetsen. Vanaf 1 januari 2013 is het verplicht een gevoeligheidstest uit te voeren voordat derdekeusmiddelen bij dieren mogen worden gebruikt. De overheid laat het borgen van de kwaliteit van deze gevoeligheidstesten over aan zelfregulering. In dat kader wordt, onder verantwoordelijkheid van het CVI, een kwaliteitscontrolesystematiek opgezet. De GD is door het CVI gevraagd om hiervoor de logistiek te verzorgen. Het doel van de nieuwe module is om dierenartsenpraktijken de mogelijkheid te bieden om naast het bacteriologisch onderzoek, ook de kwaliteit van gevoeligheidsbepalingen te toetsen, waardoor resultaten van dierenartsenpraktijken geharmoniseerd worden. Ook kunnen op deze manier eventuele knelpunten opgelost worden. De systematiek is gebaseerd op een rondzendprocedure waarbij periodiek een aantal stammen met bekende gevoeligheid naar deelnemende praktijken wordt gestuurd. Het verzoek hierbij is om met de routinematig gebruikte methode de gevoeligheid voor een aantal antibiotica te bepalen. Omdat van deze stammen met de referentiemethode de gevoeligheid bepaald is, kan iedere praktijk de kwaliteit van de eigen uitslagen toetsen. Inhoud module kwaliteitscontrole gevoeligheidstesten De rondzending van deze stammen vormt een separate module van BO-Labservice. Tweemaal per jaar wordt een viertal gevriesdroogde mastitisstammen naar deelnemende praktijken gestuurd.

Ook niet-BO-Labservice-deelnemers kunnen aan deze module deelnemen. Omdat goede gevoeligheidsdiagnostiek alleen mogelijk is als eerst de juiste kiem is geïdentificeerd, wordt echter sterk aangeraden de module gevoeligheidsbepaling te combineren met deelname aan BO-Labservice. De analyse van de uitkomsten van de gevoeligheidstesten voert het CVI uit. De resultaten van deze module worden twee keer per jaar tijdens een aparte bijeenkomst, waarin zowel de GD als het CVI participeren, besproken. De GD verzorgt de organisatie en logistiek van de rondzendprocedure. Het CVI is als referentie-instituut verantwoordelijk voor de onafhankelijke beoordeling van de resultaten, een geanonimiseerde rapportage aan de participerende praktijken en een jaarlijkse samenvatting in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde. Aanpassingen BO-Labservice De nieuwe kwaliteitssystematiek leidt tot een aanpassing van BO-Labservice. Bij de huidige rondzending, waarbij tweemaal per jaar vijf gevriesdroogde kiemen worden rondgezonden, wordt niet meer gevraagd om gevoeligheidsbepalingen uit te voeren. Aanmelden voor de module “Kwaliteitscontrole gevoeligheidstesten” kan via m.grotenhuis@gddeventer.com (tel 0570-660347). Dr. ir. A.E. Heuvelink, Bacterioloog (GD) en Prof. Dr. D. Mevius, Hoofd NRL voor antibioticumresistentie in dieren (CVI) GD Veterinair | februari 2013 |

3


Nieuws en mededelingen Onderzoeksprotocol klachtenbedrijf De flyer 'Onderzoeksprotocol klachtenbedrijf' is sinds kort te downloaden vanaf www.gddeventer.com (bij 'Rund voor dierenarts' onder 'nieuws'). De flyer bevat een overzicht van laboratoriumonderzoeken die als leidraad kunnen dienen bij een bepaald koppelprobleem op een rundveebedrijf.

Vernieuwde BBP-module VeeOnline In de eerste week van maart komt er een nieuwe BBP-module rund in VeeOnline beschikbaar. Een van de voordelen van de nieuwe module is de koppeling met het medicijnregister (FIDIN). Wij zullen u t.z.t. vragen om een nieuw template aan te maken. Uiteraard ontvangt u tijdig duidelijke instructies.

Winteractie bloedonderzoek In het eerste kwartaal van 2013 houdt de GD een actie voor vleesveehouders waarbij zij voor € 14,95 op één bloedmonster drie onderzoeken kunnen laten uitvoeren. Zij hebben de keuze uit bloedonderzoek naar: IBR, salmonella, paratbc, leptospirose, schmallenbergvirus, BVD en neospora. Wanneer een veehouder gebruik wil maken van de actie, kunt u als dierenarts het speciaal voor de actie aangemaakte inzendformulier gebruiken ('winteractie laboratoriumpakket'). Dit is o.a. te downloaden via www.gddeventer.com (kijk onder 'nieuws'). De actie loopt t/m 31 maart 2013 en geldt ook voor melkveehouders.

Redactie Guillaume Counotte Linda van Duijn Theo Geudeke Catholine Koster Helen de Roode Thijs Roumen Christiaan ter Veen Erik de Vries ISSN 1388-4042 Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.

Prepress en productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem Basisontwerp de PLOEG communicatie Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Drukwerk Senefelder Misset Doetinchem Uitgever GD Deventer Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar

Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddeventer.com, info@gddeventer.com Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. De Gezondheidsdienst voor Dieren

Varkensdierenarts Frits Bouwkamp met pensioen Na 33 jaar als dierenarts varkensgezondheidszorg bij de GD te hebben gewerkt, is onlangs Frits Bouwkamp met pensioen gegaan. Het officiële afscheid zal plaatsvinden op donderdagmiddag 25 april 2013 in combinatie met een varkensgezondheidssymposium waarin, in historisch perspectief, de nieuwste (diagnostische) ontwikkelingen worden gepresenteerd. Nadere informatie volgt, maar noteer de datum vast in uw agenda.

Onjuiste vermelding wormonderzoek in tarievenbrochure In de tarievenbrochure die u van ons heeft ontvangen staat per abuis dat de pakketten P491 en P492 ook het onderzoek op coccidiën bevatten; dit is onjuist. Pakket P491 omvat enkel het individuele mestonderzoek op maagdarmwormen. Pakket P492 bestaat uit gepoold mestonderzoek op maagdarmwormen (max. 5 dieren).

GD QuickScan in prijs verlaagd De GD QuickScan Uiergezondheid is in prijs verlaagd naar € 150. Dit is enerzijds te danken aan een aantal verbeteringen op logistiek vlak, anderzijds maakt de telefonische toelichting op de uitslag geen onderdeel meer uit van het tarief. Met dit scherpe tarief hopen we de GD Quick Scan Uiergezondheid voor een breder publiek aantrekkelijk te maken.

Vervanging serumbuizen De komende maanden vervangt de GD haar serumbuizen door nieuwe buizen met dubbele stickers. Dit als aanloop naar het digitaal inschrijven van monsters via VeeOnline, een nieuwe werkwijze die de GD vanaf 2013 stapsgewijs zal invoeren. De buizen worden uitgeleverd per 100 stuks in een deelbare piepschuimen tray.

QuickScan Salmonella en QuickScan BVD Vleesvee uit assortiment Per 1 januari 2013 zijn de GD QuickScan Salmonella (PASAL) en de GD QuickScan BVD Vleesvee (P394) uit het assortiment. Mochten er nog pakketten op uw praktijk aanwezig zijn, dan kunt u de materialen die in het pakket zitten gewoon gebruiken, maar het pakket zelf niet meer insturen. U vindt deze pakketten ook niet meer op de prijslijst 2013.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.