De Gezondheidsdienst voor Dieren NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 19 • APRIL 2013
04
Omdat het gebruik van antibiotica aan banden is gelegd, gaan steeds meer veehouders over op de toepassing van ontsmettingsmiddelen om zo de infectiedruk te verlagen. Alle ontsmettingsmiddelen gaan per 1 september 2013 onder de nieuwe biocidenverordening vallen. Vanaf die datum mogen alleen toegelaten middelen worden gebruikt voor desinfectie en ontsmetting. Daarnaast moet ieder middel ook per toepassingsgebied geregistreerd zijn: middelen voor het ontsmetten van drinkwater mogen niet zomaar als box-ontsmettingsmiddel gebruikt worden. Zo is er een groep ‘biociden voor veterinaire hygiënedoeleinden’ (PT03) en een groep voor het ontsmetten van drinkwater (PT05). Op dit moment worden alle voorheen toegelaten middelen opnieuw beoordeeld. Ook wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘professioneel’ en ‘niet-professioneel’ gebruik. Veehouders worden als ‘professioneel’ beschouwd, waardoor zij met alle toegelaten middelen mogen werken. Het gebruik van ontsmettingsmiddelen dient net zo secuur te gebeuren als dat van antibiotica:
het is belangrijk de (vaak uitgebreide) gebruiksaanwijzing goed te lezen, het middel te gebruiken zoals voorgeschreven en het niet te mengen met andere middelen. Het gebeurt nog veel dat in water hypochloriet (algemene ontsmetting) samen wordt gebruikt met zuur (tegen salmonella): hierdoor ontstaat chloorgas, dat een risico vormt voor de gezondheid van dieren. Samen met andere organisaties en producenten wordt gewerkt aan betere opleiding en bijscholing voor gebruikers van biociden in de veehouderij. Alle informatie over biociden is terug te vinden op de site van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (www.ctgb.nl). Dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog
Toename E. coli-infecties bij biggen? Vanaf de tweede helft van 2012 lijken gezondheidsproblemen als gevolg van infecties met Escherichia coli bij biggen te zijn toegenomen. Het aantal secties waarbij een E. coli-infectie is vastgesteld is duidelijk hoger dan voorheen. Dat geldt voor geboortediarree, speendiarree én slingerziekte. Ook bij de vragen over specifieke ziektekiemen aan de GD Veekijker varken is het percentage voor E. coli duidelijk verhoogd. De toename van biggen met geboortediarree door E. coli is mogelijk te verklaren door een afname van het aantal bedrijven dat tegen geboortediarree vaccineert. Hiervoor zijn echter geen concrete aanwijzingen. Een deel van de verklaring voor de toename van E. coli-problemen bij gespeende biggen, kan liggen in de aanpassingen die gedaan worden in de speen- en startvoeders om meer tegemoet te komen aan de behoeften van beren en Piétrain-
varkens. Om de jeugdgroei bij deze categorieën ten volle te benutten en een optimaal aantal millimeters spier te bereiken bij de slacht, worden vaak fijngemalen speen- en startvoeders met een hoog (ruw) eiwitgehalte gebruikt. Maar dergelijke voeders zijn risicovol met betrekking tot E. coli-problemen, zeker als het eiwit van minder goede kwaliteit is. Bovendien is sprake van een toenemende terughoudendheid in de toepassing van antibiotica, waardoor tekortkomingen in de omstandigheden eerder tot problemen leiden.
Veterinair
Nieuwe biocidenverordening
Dr. Theo Geudeke, varkensdierenarts
Deelbare sticker op serumbuizen rundvee
Sinds maart levert de GD serumbuizen voor rundvee met deelbare sticker. Het onderste deel van de sticker kan direct op het digitale inzendformulier voor verwerpers worden geplakt. Dit is, met bijbehorend declaratieformulier, te downloaden via VeeOnline -> lab -> aanmaken inzendformulier -> verwerpers. U hoeft dan niks meer op de buis te schrijven. Wel zo handig. GD Veterinair | april 2013 |
1
Dr. Theo Geudeke Varkensdierenarts
Klinische Avonden Rund 2013 Begin juni vinden de Klinische Avonden Rund weer plaats. Tijdens deze bijeenkomsten, georganiseerd door de GD, ForFarmers Hendrix en Virbac Nederland, staat dit jaar het thema 'jongvee' centraal.
Het nuttige en het aangename Op het moment dat een collega afscheid neemt wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, blikken we graag terug op diens loopbaan. Maar om zo’n gebeurtenis in perspectief te plaatsen, kijken we ook onmiddellijk vooruit. Dat doen we ook bij het afscheid van varkensdierenarts Frits Bouwkamp die onlangs na 33 jaar en 3 maanden de GD heeft verlaten om zich na de varkens meer op vogels te gaan richten. De afdeling Varkensgezondheid grijpt deze gelegenheid aan om op 25 april a.s. vanaf 15.00 uur in Zaal Verploegen in Wijchen een minisymposium te organiseren. Tijdens het symposium besteden we aandacht aan enkele recente ontwikkelingen die de praktijk van de varkensgezondheidszorg vooruit kunnen helpen. De nadruk ligt daarbij op nieuwe diagnostische mogelijkheden, digitale hulpmiddelen en monitoring. Naast een korte terugblik op wat 10 jaar monitoring van de varkensgezondheid heeft opgeleverd, schetsen we het praktische perspectief van noviteiten zoals de MALDI-TOF, speekselonderzoek, MIC-bepalingen en het VeeOnline-portal van de GD. Velen hebben intussen een uitnodiging ontvangen. Zo dat niet het geval is en u toch het nuttige met het aangename wilt verenigen en dus het symposium wil bijwonen én het glas wil heffen bij het afscheid van Frits Bouwkamp, dan kunt u zich nog aanmelden per telefoon (0570-660339) of e-mail (I.horsman@gddeventer.com).
Als sprekers zijn Jan Lievaart, adjunct senior docent veterinaire epidemiologie aan de Charles Sturt University in Australië en Björn Eussen, secretaris van de FIDIN, uitgenodigd. Hiermee kunnen de deelnemers rekenen op een afwisselende combinatie van actualiteit, intervisie en kennis. Ook is er de gelegenheid om informeel bij te praten met collega’s tijdens een buffet en een borrel. Bijzondere locaties Voor de Klinische Avonden Rund zijn weer een aantal bijzondere locaties gevonden, waar u voor aanvang van de lezingen, een demonstratie of rondleiding kunt volgen. Dit jaar is gekozen voor de mengvoerfabriek Productiebedrijf Sloten, het laboratorium van Denkavit en het landgoed de Barendonk, waar melkvee-opfokbedrijf Barendonk-Holsteins een gloednieuwe jongveestal heeft gebouwd. De data zijn als volgt: • Woensdag 5 juni 2013 Productiebedrijf Sloten B.V., Sloten • Donderdag 6 juni 2013 Laboratoria Denkavit, Voorthuizen • Donderdag 12 juni 2013 Barendonk Holsteins, Beers Het programma start om 16:30 uur en wordt om 22:30 uur afgesloten met een borrel. Aanmelden kan binnenkort via www.virbac.nl. Jessica van Stek, marktmanager e-business
Nieuwsbrief Worminfecties bij rundvee Om rundveehouders erop te attenderen dat zij in het voorjaar tijdig aandacht besteden aan de preventie en behandeling van worminfecties, ontvangen zij deze maand bij hun kwartaalfactuur van de GD de nieuwsbrief ‘Worminfecties bij rundvee’. De nieuwsbrief bevat vooral praktische informatie en tips over longwormen, maagdarmwormen en leverbot en geeft ook een overzicht van de gebieden met een relatief hoge infectiedruk. Zo wordt o.a. duidelijk dat longworm (in het najaar van 2012 op 11% van de bedrijven veel gevonden) met name bij bedrijven in de provincies Utrecht, Noord- en Zuid-Holland voorkomt; hier was het percentage afweerstoffen in de tankmelk beduidend hoger dan in de overige gebieden. Naast bovengenoemde informatie en tips bevat de nieuwsbrief algemene adviezen over vaccineren, veilig weiden en het juiste moment om mest- en of bloedonderzoek te laten doen. Tarieven voor individueel en gepoold mestonderzoek vindt u in het kader bij dit artikel. De nieuwsbrief is te vinden op www.gddeventer.com onder ‘nieuws’. Tarieven onderzoek parasieten in mest Code
Omschrijving
Materiaal
Tarief 2013 exclusief btw en € 9,40 basiskosten
P491 P492 P494 P212 P493 W721A W1404
Maagdarmwormen (individueel) Maagdarmwormen (gepoold) Coccidiën+ Giardia (individueel) Maagdarmwormen en coccidiën Coccidiën+ Giardia (gepoold) Cryptosporidium Leverbot via gemod. Dorsman
Rund Rund Rund Schaap Geit Rund Rund Schaap Geit Rund Schaap Geit
€ € € € € € €
Dr. Menno Holzhauer, specialist rundergezondheidszorg
2
19,25,25,19,31,25,24,-
Paarden ontwormen: nu de strategie bepalen Het voorjaar is ook voor paardenhouders het geschikte moment om de juiste strategie te bepalen voor effectieve wormbestrijding, met het hoogst haalbare rendement. Bij het verschijnen van deze GD Veterinair is het veulenseizoen in volle gang en ook dan zullen nog de meeste veulens langdurig opgestald staan, thuis en/of op het dekstation. De eerste wormen waar het veulen mee in aanraking komt zijn de veulenworm (Strongyloides westeri) en de spoelworm (Parascaris Equorum). Deze infecties zijn deels als stalinfecties te beschouwen. In eerste instantie is hier dan ook een goede stalhygiëne de belangrijkste preventieve maatregel. Het devies is: zo vroeg mogelijk naar buiten. Dat vermindert de infectiedruk. Beide wormen komen echter ook in het weiland voor. De veulens van het ene jaar dragen de spoelworm over op de veulens van het volgende jaar. Waakzaamheid (mestonderzoek) blijft dus geboden. In tegenstelling tot de stalinfecties zijn besmettingen met andere wormen, de Strongyliden, echte weide-infecties. Het zijn hierbij niet de volwassen wormen, maar juist de wormlarven die in het dier ernstige beschadigingen veroorzaken (wormaneurysma door Strongylus vulgaris; (fatale) dikke darmontsteking door Cyathostominae). Het is dan ook van belang dat de preventie
gericht is op het voorkomen van de opname van infectieuze larven. Dit is te bereiken door de ei-uitscheiding van de paarden te minimaliseren. Een (individueel) mestonderzoek en op basis daarvan een adequate behandeling is hier het meest doeltreffend. Dit onderzoek dient op gezette tijden te worden herhaald. Het loont de moeite om voldoende aandacht te besteden aan deze Strongylidenpreventie omdat klinische infecties niet zelden met omvangrijke blijvende weefselschade gepaard gaan. Tot slot is het goed om te weten dat het toepassen van vaccinaties (Influenza, Rhinopneumonie) een veel betere respons geeft, en dus een betere bescherming biedt, bij dieren die goed ontwormd zijn. Meer informatie is te vinden via de Parasietenwijzer van de Universiteit Utrecht: www.parasietenwijzer.nl. Drs. Thijs Roumen, veterinair patholoog
Spiertremoren en ataxie bij rosékalveren Onlangs werden twee 9 maanden oude slachtrijpe rosékalveren aangeboden voor sectie. De uitvoerige anamnese vermeldde dat op een groot kalverbedrijf in één afdeling veel acute sterfte optrad: dagelijks een of meerdere dieren. De symptomen waren: verhoogde ademfrequentie, hoge koorts, atactisch in de achterhand en spiertrillingen. Twee kalveren zijn geseceerd: het ene dier had een uitgebreide fibrineuze pleuropneumonie en leverabcessen, het andere (autolytisch) kalf toonde geen bijzonderheden. Het ingestelde (vervolg)onderzoek gericht op de opgegeven spiertrillingen leverde niets op. Twee dagen later had het ziektebeeld zich uitgebreid naar andere hokken; ook hier werden dieren erg ziek met hoge koorts en een hoge ademfrequentie. Bij longauscultatie waren echter slechts geringe bijgeluiden waarneembaar. Een derde kalf werd opgestuurd voor sectie. Dit had zeer lokaal spierveranderingen rond de lumbale wervelkolom: een dof donker aspect, bloedingen, geen gasvorming en een ranzige boterzure geur. Ook in de grote spieren van de achterhand waren in geringe mate bloedingen aanwezig. Verder was het myocard bont en de lever ernstig gezwollen. Bij microscopisch onderzoek bleek een massale degeneratie en ontsteking van skeletspieren en een ontsteking van de hartspier. Uit het bacteriologisch onderzoek van vier spiergroepen, de hartspier, de lever en de milt werd in reincultuur zonder uitzondering veel Clostridium chauvoei gevonden: de veroorzaker van boutvuur. Een dier infecteert zich meestal met boutvuur door opname van Cl. Chauvoei-sporen bij het grazen, maar ook door het eten van geconserveerd (ruw)voer dat met Cl. Chauvoei-sporen is besmet. Deze sporen passeren de darmwand en verspreiden zich in het lichaam. In macrofagen kunnen zij lange tijd verblijven. Sporen kunnen worden aangetroffen in veel weefsels; ook in spierweef-
sel van gezonde dieren. Boutvuur treedt op wanneer deze reeds in het spierweefsel aanwezige sporen worden geactiveerd tot het vegetatieve stadium en zich gaan vermenigvuldigen. Deze activatie wordt veroorzaakt door processen die met een locale verlaging van de zuurstofspanning (oxydatieve stress) gepaard gaan; pensacidose, spierbeschadigingen door trauma of vitamine E deficiëntie, stress, etc. Drs. Thijs Roumen, veterinair patholoog
Rondzendprocedures & cursussen BO Labservice In maart hebben 56 praktijken deelgenomen aan de reguliere rondzendprocedure van BO Labservice. Aan de nieuwe module ‘toetsing gevoeligheidstesten’ hebben 37 praktijken deelgenomen. De uitkomsten worden deze maand uitgebreid besproken tijdens de praktijkbijeenkomsten. Op 14 en 15 mei wordt in samenwerking met het CVI de Vervolgcursus I verzorgd. Deze richt zich op het uitvoeren van antibiogrammen. Aanmelden hiervoor kan via Marlies Grotenhuis: m.grotenhuis@gddeventer.com of telefonisch via tel. 0570 - 66 03 47. In oktober is de eerstvolgende rondzendprocedure voor BO Labservice en de module ‘toetsing gevoeligheidstesten’. Uw praktijk kan zich ook hiervoor direct aanmelden bij Marlies Grotenhuis. Voor meer informatie, zie GD DAP Contact.
GD Veterinair | april 2013 |
3
Nieuws en mededelingen Gratis tankmelkonderzoek voor GD Melkmeesters
E. coli O78-typering voor de productie van autovaccins
Deelnemers aan GD Melkmeesters hebben eind maart een antwoordkaart per post ontvangen waarmee zij zich kunnen aanmelden voor éénmalig gratis tankmelkonderzoek. Dit jaar kan gekozen worden uit onderzoek naar IBR-afweerstoffen, BVD-afweerstoffen, neospora, leverbot en schmallenbergvirus. Aanmelden kan tot 30 april, via de antwoordkaart of www.melkmeesters.nl. De monsters worden in mei via RMO genomen en in juni zullen de uitslagen verstuurd worden. Het gratis éénmalig tankmelkonderzoek zou u kunnen helpen om veehouders te stimuleren een start te maken met het in kaart brengen van één van de genoemde aandoeningen op het bedrijf. Op basis van de uitslag kan eventueel gericht vervolgonderzoek plaatsvinden.
De GD produceert al jaren autovaccins tegen een aantal ziekteverwekkers waarvoor geen geregistreerde vaccins beschikbaar zijn. Zo ook voor Escherichia coli bij pluimvee, waarvan recent de effectiviteit onder experimentele omstandigheden is aangetoond (zie GD Pluimvee juli 2011, p. 14-16). In september 2012 is er een geregistreerd vaccin op de markt gekomen voor E. coli bij pluimvee. Vanwege dit vaccin produceert de GD nu alleen nog E. coli autovaccin voor ziekteuitbraken waarbij ook niet E. coli type O78-stammen (die niet in het geregistreerde vaccin zitten) betrokken zijn. Bij het aanvragen van autovaccin voor E. coli dient daarom, indien onbekend is of het O78-stammen betreft, eerst een typering te worden gedaan voordat het vaccin geproduceerd wordt. De kosten van deze typering (W1406) zijn € 22,50 (excl. btw en basiskosten). De doorlooptijd voor de test is 3 werkdagen. Informatie: Annemiek Kolkman, a.kolkman@gddeventer.com.
Cursus varkensdierenartsen Op dinsdag 11 juni aanstaande van 13.00 tot 20.00 organiseert de afdeling Varkensgezondheidszorg van de GD weer een eendaagse cursus voor varkensdierenartsen. De cursus vindt plaats bij de GD in Deventer. Thema dit keer is antibiotica, met aandacht voor een doordacht gebruik van antibiotica, de gevolgen van het Formularium Varkens 2012 en de laatste ontwikkelingen in het onderzoek naar de gevoeligheid van bacteriën. Nadere details volgen, maar noteer de datum alvast in uw agenda.
Redactie Guillaume Counotte Linda van Duijn Theo Geudeke Catholine Koster Helen de Roode Thijs Roumen Christiaan ter Veen Erik de Vries ISSN 1388-4042 Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.
Prepress en productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem Basisontwerp de PLOEG communicatie Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Drukwerk Senefelder Misset Doetinchem Uitgever GD Deventer Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar
Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddeventer.com, info@gddeventer.com Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. De Gezondheidsdienst voor Dieren
Neospora-waarschuwingsbordjes Bij mooi voorjaarsweer zal er weer volop gewandeld en gefietst worden, al dan niet met de hond. Daarmee neemt de kans op een Neospora-infectie onder koeien toe. Veehouders die recreanten willen attenderen op de risico’s van hondenpoep in de wei kunnen Neospora-waarschuwingsbordjes bestellen via het nummer 0900-1770. Deze duurzame, emaillen bordjes kosten € 9,40 per stuk (incl. verzendkosten, excl. btw) en kunnen eenvoudig op een paal of hek worden bevestigd.
VeeKompas workshops: alles uit melkrobotdata halen Weet u wat kengetallen en attentielijsten u vertellen over de gezondheid van melkvee? VeeKompas organiseert in samenwerking met DeLaval praktische trainingen die uw adviesmogelijkheden op het gebied van data-analyse van de melkrobot verbreden. In kleine groepen (10 tot 20 personen) gaat u aan de slag met praktische vaardigheden, waarbij we ook aandacht besteden aan de wijze waarop u uw kennis omzet in betaalde advisering. Nieuwsgierig? Uw relatiebeheerder of Ineke Horsman van het secretariaat VeeKompas helpt u graag verder (i.horsman@gddeventer.com, telefoon 0900-1770).