GD Veterinair mei 2014

Page 1

Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 20 • MEI 2014

05

Veterinair

PED-virus bij varkens: hoe zat het ook alweer?

In Amerika is een epidemie uitgebroken van het PED-virus. Hoewel het virus sinds 2006 niet meer in Europa is aangetoond, is voorzichtigheid geboden. PED is op meer dan 3.000 Amerikaanse varkensbedrijven geconstateerd. Het virus gaat gepaard met ernstige diarree en sterfte en wordt veroorzaakt door een α-coronavirus. Verwante virussen zijn het TGEV en PRC (α-corona 1) virus en het Vomiting & Wasting Disease (VWD) virus, dat net als het SARS-virus een β-coronavirus is. Verder zijn in Amerika op enkele varkensbedrijven op PED lijkende problemen vastgesteld die worden veroorzaakt door een ∂-coronavirus. Het PED-virus is sinds 2006 niet meer in Europa aangetoond. Veel Europese varkens zouden ten opzichte van TGE en PRCV wel seropositief zijn, maar recent onderzoek is daar niet naar gedaan.

Of er kruis immuniteit is met PED door PRCVantistoffen is niet bekend. De PED-stam die op dit moment in Amerika rondwaart veroorzaakt diarree bij alle leeftijdscategorieën, maar veroorzaakt vooral onder zuigende biggen veel uitval. Hele weekgroepen gaan verloren. Preventie van insleep in en verspreiding tussen bedrijven is bovenal een kwestie van zeer rigoureuze biosecurity maatregelen. In Amerika is daarnaast discussie over de vraag of het voeren van varkensbloedplasma een verspreidingsbron is. Dr. Theo Geudeke, varkensdierenarts

Belang van spoorelementen bij runderen Een goede balans van spoorelementen in het voer en het dier is van groot belang, omdat zowel een tekort als een overmaat slecht is voor de diergezondheid. Recentelijk is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om diverse spoorelementen in serum te meten om de voorziening vast te stellen. Bloedonderzoek op kobalt, zink, selenium en koper zijn bij het onderzoek opnieuw bekeken. Daaruit bleek dat GSH-px in rode bloedcellen de beste biomarker is om de selenium-status te meten. Zink en kobalt zijn goed te meten in bloed, maar de waarden hiervan zeggen helaas weinig over de voorziening van deze twee elementen. De waarde van zink gemeten in bloed zegt wel iets over een ontsteking, zink is dan namelijk verlaagd in serum. Vitamine B12 in serum (W1150C) is daarom nog steeds de biomarker om de kobaltvoorziening te meten. Koper in serum is wel indicatief voor de opname van koper door het rund. Daarom is het ‘spoorelementenpakket’

(P232: een serumbuis en een heparinebuis) nog steeds het aangewezen pakket om een indruk te krijgen van de status en opname van spoorelementen door runderen. Voor melkvee is dé Mineralencheck een goede methode, die de koper-, jodium- en seleniumvoorziening van de koppel via tankmelkonderzoek meet. Aanvullend onderzoek in serum meet de spoorelementenstatus en kan een mogelijke overmaat of tekort in individuele dieren bevestigen of uitsluiten. Dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog

Binnenkort al uw labuitslagen digitaal De GD is momenteel bezig om alle labuitslagen digitaal beschikbaar te maken op VeeOnline. Vanaf juni zijn alle labuitslagen, behalve van pluimvee, terug te vinden in een handig online overzicht. Houd voor de actuele stand van zaken de pagina van VeeOnline in de gaten: www.gddiergezondheid.nl/veeonline GD Veterinair | mei 2014 |

1


Dr. Karianne Lievaart-Peterson Veterinair specialist kleine herkauwers

Binnenkort S.aureus-onverdacht status Bedrijven die weinig S. aureus in de tankmelk hebben, krijgen binnenkort een S.aureus-onverdacht status. Doel van het certificaat is om de veehouderij als geheel te motiveren het aantal S. aureus-gevallen terug te dringen.

Terugblik lammerseizoen 2014 Terugkijkend op het lammerseizoen 2014 valt het op dat er verschillende misvormde lammeren zijn gemeld bij de Veekijker Kleine Herkauwers. In vrijwel alle gevallen betreft het schapenlammeren. Met enige regelmaat kregen we wederom meldingen en inzendingen van mogelijke schmallenberginfecties, maar in geen van deze gevallen is de infectie ook daadwerkelijk vastgesteld. Er zijn lammeren zonder kop geboren en een dierenarts heeft een lam van onvoorstelbaar groot formaat ter wereld geholpen. De hairy shakers zijn weer van de partij. En opvallend is dat er enkele Zwartbles lammeren waren met aangeboren struma. Er zijn niet veel dierenartsen die opkijken van een enkel geval van congenitale afwijkingen. Bij een ernstig misvormd lam wordt soms uw hulp ingeroepen, bijvoorbeeld als het lam niet zelfstandig ter wereld wil komen. De meesten van u maken dit jaarlijks mee, ook in de jaren voordat het schmallenbergvirus uitbrak. Blijft het bij een enkel geval, dan is het opgelucht ademhalen. Toch is het fijn dat u ook dán contact opneemt met de GD Veekijker. U hoort dan of we dit vaker zien en of er wellicht meer over het verschijnsel bekend is, en de Veekijker kan informatie bundelen en rapporteren aan uw vakgenoten, de veehouders en de begeleidingscommissie monitoring.

De S. aureus-onverdacht status gaat naar veehouders die hun melkvee controleren met GD Tankmelk Uiergezondheid en bij de tien meest recente uitslagen (een jaar) heel weinig S. aureus in de tank hebben (maximaal vijf punten) krijgen binnenkort een ‘S. aureus-onverdacht status’. Omdat de hoeveelheid S. aureus in de tank gerelateerd is aan het aantal geïnfecteerde kwartieren, betekent de status dat er weinig S. aureus geïnfecteerde koeien op het bedrijf zijn. Omdat S. aureus relatief veel voorkomt (bij 72 procent van de bedrijven is de bacterie in 2013 aangetoond), is ervan onverdacht zijn dus een prestatie op zich. Ongeveer tweehonderd melkveebedrijven die meedoen aan TMU krijgen binnenkort een certificaat voor hun S. aureus-onverdacht status. Daarnaast bekijken we na elke drie uitslagen opnieuw wie in aanmerking komt. Doel van het certificaat is vooral om de veehouderij als geheel te motiveren het aantal S. aureus-gevallen terug te dringen en daarmee een hogere levensproductie en dus meer duurzaamheid te bereiken. Preventief werken en koppeldiagnostiek worden daarin steeds belangrijker. Dat biedt namelijk ook mogelijkheden voor verantwoorder antibioticumgebruik. Drs. Jantijn Swinkels, rundveedierenarts

PCR voor diagnostiek lymfoproliferatieve aandoeningen bij de hond De GD beschikt over een PCR-test (PARR) voor de hond, die het mogelijk maakt om onderscheid te maken tussen neoplastische en reactieve lymfoïde proliferaties. Deze PCR-test is afgeleid van een uniek fenomeen in de maturatie en differentiatie van B- en T-lymfocyten. Tijdens de maturatie van deze afweercellen vinden uitgebreide rearrangements plaats in de genen die coderen voor de antigeenreceptoren in deze cellen. De biologische achtergrond is dat door deze rearrangements elk individu beschikt over lymfocytenpopulaties die tegen een enorme diversiteit aan antigenen een immuunrespons kunnen opbouwen. Bij een lymfoproliferatieve conditie, die optreedt bij een ontsteking, zullen de lymfocyten deze rearrangements vertonen. Dit kan door middel van een PCR worden vastgesteld. Bij een tumoreuze/neoplastische lymfoproliferatieve aandoening, waarbij de tumorcellen ontstaan vanuit een klonale expansie van één tumorcel, zal de PCR alleen deze ene specifieke rearrangement vaststellen. Hierdoor kan niet alleen een lymfoïde ontsteking onderscheiden worden van een lymfoom, maar kan tevens worden vastgesteld of het een B-cel- of een T-cellymfoom betreft. De uitvoering van deze PCR kan op zowel uitstrijkjes als op gefixeerd weefsel. Momenteel is er voor de kat nog geen betrouwbare PARR beschikbaar. Het toepassingsgebied van de PARR vormen vooral de kleincellige lymfoïde proliferaties met een lage mitose-index. Ook bij indolente lymfomen kan het moeilijk zijn om door middel van histopathologisch en aanvullend immuunhistochemisch onderzoek onderscheid te maken tussen een neoplastische of een reactieve lymfoïde proliferatie. In dergelijke gevallen biedt deze technologie uitkomst. Judith Hofl and, marktmanager gezelschapsdieren

2


Atypische myopathie bij paarden: blijf ook in de lente opletten! Hoewel atypische myopathie vaak wordt geassocieerd met de herfst, kunnen in het voorjaar ook gevallen voorkomen. Het advies is om paarden het hele jaar door weg te houden van weilanden waar esdoorn groeit. Voorheen werd aangenomen dat de schimmel Rhytisma acerinum die voorkomt op esdoornbladeren, atypische myopathie (AM) kan veroorzaken. Recent onderzoek, gecoördineerd vanuit de Universiteit van Luik, heeft de verdenking echter verschoven naar een toxische metaboliet van hypoglycine A, dat voorkomt in zaden en bladeren van de esdoorn. Het advies is daarom het hele jaar door paarden weg te houden van weilanden waar esdoorn groeit. Hierdoor wordt voorkomen dat de paarden esdoornzaden en bladeren kunnen eten. Voorkom overigens ook dat de paarden hooi van dit land eten. De klachten die wijzen op AM zoals verminderde eetlust, stijfheid, koliek- of verlammingsverschijnselen ontstaan vaak acuut. Typisch is vooral de rode, donkere urine. Paarden die verschijnselen van AM vertonen, moeten rustig worden gehouden. Het is een ernstige aandoening die makkelijk tot de dood van het paard kan leiden. Laat het paard daarom niet bewegen of vervoeren.

Controleer de waarden van de spierenzymen in het bloed (dit kan met het GD-pakket P297): dit is een indicatie voor de ernst van de aandoening. Vaak is het paard onderkoeld: de rectale temperatuur kan dalen tot 35/36 °C. Leg het paard dan dus een deken op. Het paard heeft energie nodig: geef kleine porties krachtvoer en suikerwater als het paard kan slikken. Daarnaast is het aangewezen het paard infuus met toegevoegde glucose en carnitine te geven en NSAID’s toe te dienen. Vitamine E en B2 kunnen behulpzaam zijn bij herstel en preventie. Ook in het voorjaar kan AM dus toeslaan. Wees daarvan bewust en let op esdoornbomen in de buurt van paarden. Dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog Drs. Linda van den Wollenberg, paardeninternist

Door het oog van de patholoog In de GD Veterinair van april heeft Thijs Roumen met zijn stuk over pathofysiologie zijn laatste bijdrage vanuit de groep pathologen geleverd. Vanaf heden neem Sylvia Greijdanus het stokje van hem over. Sylvia Greijdanus is inmiddels meer dan twintig jaar werkzaam als veterinair patholoog, onder andere bij de voormalige GD te Boxtel, bij Organon, Schering Plough en Merck. Zij maakt alweer drie jaar deel uit van de groep pathologen van de GD Deventer en heeft als speciaal aandachtsveld botpathologie. In deze vaste rubriek van de GD Veterinair zal zij u een inkijkje geven in de dagelijkse gang van zaken met betrekking tot de postmortale diagnostiek van landbouwhuisdieren en bijzondere gevallen met u bespreken. “Zelfs na al die jaren zijn er nog bevindingen waar ik van opkijk. Zo kan de sectie op een koe met een lebmaagdislocatie , die na een goed verlopen operatie toch doodgaat, een verrassende doodsoorzaak opleveren: het ene dier blijkt in zo’n geval een traumatische reticulitis te hebben (met een scherp stuk draad als boosdoener), het andere dier heeft een enorme leververvetting met alle problemen van dien, of een tot sepsis leidende ontsteking elders in het lichaam (uier, baarmoeder). Ook het omgekeerde komen we tegen. Bij verdenking van primaire longproblemen bij een groep koeien, toont sectie op een dier aan dat het secundair een verslikpneunomie heeft gekregen na behandeling van een lebmaagdisclocatie. Zowel de patholoog als de practicus wordt op haar of zijn beurt met verrassende of onverwachte bevindingen geconfronteerd, die niet altijd overeenkomen met de verwachtingen. Middels onafhankelijk postmortaal onderzoek proberen we problemen te

verklaren en komen we, door interpretatie van elkaars bevindingen, steeds een stapje verder.” Drs. Sylvia Greijdanus-van der Putten, veterinair patholoog

Monitoring en helpdesk Paard De GD doet momenteel een voorstudie naar de randvoorwaarden voor de monitor die de SectorRaad (SRP) Paarden en het ministerie van Economische Zaken (EZ) gaan opzetten. De monitor is bedoeld voor infectieuze ziekten bij paarden. Daarnaast is de GD, samen met de Groep Geneeskunde Paard, nauw betrokken bij de opzet en uitvoering van de helpdesk voor en door dierenartsen. Inmiddels zijn daar de eerste stappen voor gezet. De SRP en het EZ maakten in december bekend een samenwerking aan te gaan voor de opzet van de monitor. Ook komt er dus een helpdesk en een gezondheidsoverleg voor paardendierenartsen. We houden u op de hoogte van alle ontwikkelingen via www.gddiergezondheid.nl

GD Veterinair | mei 2014 |

3


Nieuws en mededelingen Neospora-waarschuwingsbordjes Het wandelseizoen is weer aangebroken. Om mensen bewust te maken van de risico’s van hondenpoep in of langs de wei, heeft de GD speciale Neospora-waarschuwingsbordjes. Veehouders kunnen de geëmailleerde, metalen bordjes plaatsen bij de ingang van een perceel of op een plek waar een wandel- of fietspad aan de percelen grenst. De bordjes kosten 9,75 euro (exclusief btw, inclusief verzendkosten) en zijn te bestellen via info@gddiergezondheid.nl of 0900-1770 (optie 1).

Actie: gecombineerd tankmelkonderzoek infectieziekten Om melkveehouders die niet meedoen aan de GD-infectieziekteprogramma’s de mogelijkheid te bieden éénmalig en vrijblijvend een beeld te krijgen van de rol die infectieziekten mogelijk spelen op hun bedrijf, biedt de GD nu tijdelijk extra voordelig een gecombineerd tankmelkonderzoek aan. Tot en met 31 mei is het mogelijk om voor een vast bedrag van 59,95 euro (exclusief btw) de tankmelk te laten onderzoeken op afweerstoffen tegen BVD, IBR en Neospora. De tankmelkmonsters worden automatisch via de RMO genomen. Diverse veehouders hebben een brief inclusief antwoordkaart van de GD ontvangen. Aanmelden voor de actie kan ook via www.gddiergezondheid.nl/rund.

Aanvullend onderzoek op reeds ingestuurde serummonsters Het is mogelijk om extra onderzoek uit te voeren op reeds ingestuurde bloedmonsters, als dat wenselijk is. Bloedmonsters ingestuurd voor klinisch chemisch onderzoek slaat de GD standaard drie weken op, monsters voor serologisch onderzoek standaard twee maanden. Zijn de monsters al in behandeling genomen, dan worden ze voor de extra onderzoeken opnieuw ingeschreven en worden hiervoor opnieuw basiskosten gerekend.

Redactie Guillaume Counotte Linda van Duijn Theo Geudeke Sylvia Greijdanus Carlijn Kappert Yoni Pasman Helen de Roode Christiaan ter Veen ISSN 1388-4042 Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.

Prepress en productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem

Lenteactie gecombineerd bloedonderzoek De lenteactie gecombineerd bloedonderzoek loopt nog tot en met 30 mei. Voor een vaste prijs van 15,90 euro per monster (exclusief btw en basiskosten) voeren we op één bloedmonster drie bepalingen uit. Per inzending is er de keuze tussen IBR-afweerstoffen, BVD-virus, Salmonella-afweerstoffen, Neospora-afweerstoffen, Paratbc-afweerstoffen en Leptospirose-afweerstoffen. Gemiddeld bedraagt de korting 25 procent ten opzichte van de prijs van de losse bepalingen. Voordeel is bovendien dat de veehouder maar één keer bloed hoeft te tappen en maar één keer tap- en basiskosten betaalt voor drie uitslagen. Voor een meerprijs van 5,30 euro kan een vierde en vijfde bepaling op hetzelfde monster worden aangevraagd. De speciale inzendformulieren (‘Inzendformulier lenteactie laboratoriumpakket’) zijn te downloaden via www.gddiergezondheid.nl

Basisontwerp de PLOEG communicatie Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Drukwerk Senefelder Misset Doetinchem Uitgever GD Deventer Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar

Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 Voor veterinaire vragen: GD Veekijker, T. 0900-7100 000 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. Samen werken aan diergezondheid

Uitscharen zonder statuswijzigingen Veehouders die hun jongvee of droogstaande koeien dit weideseizoen tijdelijk elders laten grazen, kunnen gebruik maken van de zogenaamde Uitschaar Eenheid. Dit is een eenvoudige manier om statuswijzigingen en extra onderzoeken bij terugkomst van het vee op het bedrijf te voorkomen. Alle runderen op de betrokken locaties worden voor de GD-programma’s namelijk tijdelijk aangemerkt als één zogenoemd ‘rundveebeslag’. De Uitschaar Eenheid loopt van 1 april tot 1 december. Het bedrag voor het abonnement wordt jaarlijks in rekening gebracht bij de ondernemer van de melkleverende locatie. Aanmelden voor de Uitschaar Eenheid kan via telefoonnummer 0900-1770 (optie 1).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.