GD Veterinair oktober 2014

Page 1

Samen werken aan diergezondheid Nieuwsbrief voor practici • jaargang 20 • oktober 2014

10

Op één, of mogelijk twee schapenbedrijven in Nederland blijkt sprake van resistentie voor het middel monepantel van de parasiet Haemonchus contortus. Dit is opmerkelijk omdat het middel pas sinds 2011 op de markt is. De resistentie kwam aan het licht nadat een schapenhouder afgelopen juli de Veekijker benaderde omdat een behandeling met Zolvix® (monepantel, Novartis Animal Health) onvoldoende effect leek te hebben. Omdat resistentie voor dit middel niet direct aannemelijk was, is een mengmonster feces van de lammeren onderzocht. In dit monster vond de GD hoge EPG’s van het type strongylus-eieren. Op basis van deze gegevens is een faecal egg count reduction test (FECRT) uitgevoerd. De effectiviteit van de behandeling met monepantel bleek nul procent te zijn. Op basis van mestkweek bleek zowel vóór als na de behandeling honderd procent van de

geïdentificeerde larven H. contortus te zijn. Dit onderzoek beschrijft, naar ons beste weten, het eerste geval in de wereld van resistentie van H. contortus voor monepantel. Inmiddels heeft de GD ook onderzoek gedaan op een tweede schapenbedrijf waar mogelijk sprake is van resistentie voor monepantel. Het is in dit stadium nog niet duidelijk hoe resistentie is ontstaan, waarom dit zo snel optreedt en wat de consequenties daarvan zijn. Zodra er meer informatie beschikbaar is, stelt de GD u daarvan op de hoogte. Drs. René van den Brom, dierenarts kleine herkauwers

Aanpassingen regelgeving pluimvee Met het verdwijnen van de productschappen wordt een deel van de productschapsregelgeving, en de controle hierop, overgenomen door het Ministerie van Economische Zaken en de NVWA. Dat houdt enkele veranderingen in. Hoewel de overname in principe één op één gebeurt ten opzichte van de huidige PPEregelgeving zijn er toch enkele veranderingen in de interpretatie. De belangrijkste is dat waar een bepaald aantal monsters is vereist, ook daadwerkelijk wordt gecontroleerd op het aantal monsters met een geldige uitslag. Een monster dat aspecifiek reageert telt hierbij mee, een monster met te weinig serum niet. Het AI-onderzoek bij vleeskuikens met uitloop dient ieder kwartaal plaats te vinden. De NCDregelgeving verandert voor vleeskuikens die meer dan 70 dagen oud worden. Deze koppels dienen naast de standaardcontrole tussen 28 en

42 dagen leeftijd ook op 70 dagen leeftijd te worden gecontroleerd, tenzij de dieren iedere zes weken tegen NCD zijn gevaccineerd (levend vaccin, spray of aerosol). Voor het eerste onderzoek geldt de lage titereis, indien hieraan wordt voldaan geldt dezelfde eis voor het tweede onderzoek of anders de hoge titereis. De onderzoeken worden bij de betreffende koppels iedere opzet aangevoerd, ook indien dit niet noodzakelijk is. Houd hier bij het vaccinatieschema en bloedtappen rekening mee.

Veterinair

Eerste bewezen geval van mone­pantel­resistentie van Haemonchus contortus op schapenbedrijf

Drs. Christiaan ter Veen, pluimveedierenarts

QuickScan BVD in de spotlights

‘Snel weten hoe het zit’, dat is de slogan waarmee de GD momenteel melkveehouders stimuleert om de BVD-situatie op hun bedrijf in beeld te brengen. Verschillende melkveehouders hebben de afgelopen weken een folder ontvangen waarin de voordelen van de QuickScan BVD onder de aandacht worden gebracht. Via een afscheurbaar antwoordformulier of via www.gddiergezondheid.nl/bvd kunnen zij de QuickScan BVD eenvoudig bestellen. Het pakket met daarin alle benodigde materialen wordt als gebruikelijk naar de dierenartspraktijk van de betreffende veehouders gestuurd. Dit pakket is overigens in een nieuw ‘fris’ jasje gestoken en voorzien van nieuw, nog beter beschermend, inzendmateriaal. GD Veterinair | oktober 2014 |

1


Drs. Merlijn Kense pluimveedierenarts

Opsporen van salmonelladragers bij melkvee Om Salmonella terug te dringen is het belangrijk om dragers op te sporen en af te voeren. Hiermee wordt voorkomen dat dieren de kiem blijven uitscheiden op het bedrijf. Daarnaast is het van belang om managementmaatregelen te nemen.

Over welke enterokok gaat het? In het veld wordt met enige regelmaat gesproken over een enterokokkenprobleem. De eerste vraag die hierbij gesteld dient te worden is: over welke enterokok hebben we het? Het spreken over een enterokokkenprobleem is te eenvoudig voor het gevarieerde beeld aan infecties die ze veroorzaken. Enterokokken zijn, net als E. coli, normale darmbewoners. Sommige kunnen ziekte veroorzaken. Deze geven bij pluimvee specifieke klinische beelden. Tevens kunnen de verschillende enterokokken op verschillende leeftijden problemen veroorzaken. E. faecalis is bijvoorbeeld een enterokok die veel in broederijen wordt gevonden en met name in de eerste week. Deze veroorzaakt dooierrestontsteking en bloedvergiftiging, met verhoogde uitval ten gevolg. Op latere leeftijd wordt E. faecalis ook gevonden als een oorzaak van gewrichtsontstekingen. E. cecorum is met name bekend als veroorzaker van kreupelheid en verlamming bij moederdieren en bij vleeskuikens vanaf ongeveer twee weken leeftijd. Bij sectie zien we meestal afgebroken heupkoppen, pericarditis en abcessen in het wervellichaam van de thoracale wervel T6-7. E. hirae is vooral bekend door het veroorzaken van hartklepontsteking. Daarnaast kan deze enterokok ook hersenverschijnselen geven. Uit deze voorbeelden wordt duidelijk dat er niet één enterokokkenprobleem of -beeld bestaat. Het klinische beeld, de leeftijd van het dier en de bron van de infectie kunnen verschillend zijn. Het is daarom van belang om aanvullende diagnostiek in te zetten om het probleem goed te definiëren. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen gebruikt worden voor de juiste behandeling en (preventieve) maatregelen in de huidige koppel en in toekomstige koppels.

2

De meeste runderen die een salmonella-infectie doormaken, scheiden de kiem korte tijd uit en ontwikkelen na een dag of tien afweerstoffen, die na zes tot negen maanden weer verdwijnen. Een klein deel (zo’n 5 procent) van de besmette runderen wordt drager en kan daarmee de infectie op een bedrijf in stand houden. Dragers spoort u op door de dieren eerst te screenen op afweerstoffen met de B/D ELISA in melk of serum (allebei laten doen is niet nodig). Dieren die afweerstoffen hebben kunnen actieve dragers zijn; dit kunt u aantonen door middel van mestkweek (salmonella­k week voor opsporen dragers, P495). Een dier dat blijvend afweerstoffen heeft, maar waarbij mestonderzoek geen Salmonella aantoont, kan een latente drager zijn. De aanpak van salmonellose op melkveebedrijven is gebaseerd op integrale managementmaatregelen in combinatie met het opsporen van dragers. De managementmaatregelen bestaan onder meer uit het scheiden van leeftijdsgroepen, het toepassen van hygiënedrempels, reiniging en desinfectie, en hygiënische voer- en water­verstrekking. Drs. Jet Mars, rundveedierenarts

Lezingen over tandheelkunde tijdens eerste Dental Day Omdat de vraag naar kennis op tandheelkundig gebied groeit, start Proveto op dinsdag 28 oktober met het nieuwe initiatief Dental Day voor gezelschapsdierenartsen. Een deskundig sprekerspanel praat deelnemers bij over de nieuwste ontwikkelingen op tandheelkundig gebied. Het sprekerspanel bestaat uit tandheelkundig specialisten Cecilia Gorrel (Groot-Brittanië), Philippe Hennet (Frankrijk), Sara van Cauwelaert (België) en Frans Knaake (Nederland). Het programma van Dental Day start met de lezing Dental Developments over de nieuwste ontwikkelingen op tandheelkundig gebied. Daarna wordt chronische gingivostomatitis besproken, nog altijd een onderwerp dat menig dierenarts aan het twijfelen brengt over de in te stellen behandeling. Lokale anesthesie én het antibioticumgebruik komen aan bod tijdens de lezing Dentale Randverschijnselen. Tijdens de Into the Deep Sessies maken deelnemers een keuze uit verschillende lezingen over de volgende onderwerpen: dentale röntgen, dentale fracturen en kaakfracturen. De dag wordt afgesloten met een aantal interactieve casusbesprekingen. Speciaal voor assistenten en paraveterinairen is er de Dental Day Assistentendag. Onderwerpen die hierbij besproken worden zijn onder andere paradontis en de rol van de assistent, de uitvoering van een professionele gebitssanering en preventie en homecare. De GD is een van de partners tijdens Dental Day. Kijk voor meer informatie op www.proveto.nl. Judith Hofland, marktmanager gezelschapsdieren


Geen aanwijzingen voor ‘chronisch botulisme’ bij melkkoeien De resultaten van het Duitse onderzoek naar ‘chronisch botulisme’ wijzen erop dat Clostridium botulinum geen rol van betekenis speelt bij langdurige gezondheidsproblemen op melkveebedrijven. Dat heeft onderzoeksleider Martina Hoedemaker op 12 september bekendgemaakt.

Sinds een aantal jaren wordt melding gemaakt van zogenaamd ‘chronisch’ botulisme bij melkvee, waarbij C. botulinum de darm zou koloniseren en langdurig lage concentraties neurotoxines (BoNT) zou produceren, leidend tot chronische gezondheidsklachten. Omdat een goede wetenschappelijke onderbouwing van deze hypothese ontbrak, heeft de Duitse overheid onderzoek laten uitvoeren. De onderzoekers hebben tweeënhalf jaar lang 139 Noord-Duitse melkveebedrijven (92 probleembedrijven en 47 controlebedrijven) onderzocht. Daarbij zijn tien runderen per bedrijf aan een uitgebreid klinisch en laboratoriumonderzoek onderworpen. Behalve naar C. botulinum en BoNT is gekeken naar mogelijke differentiaaldiagnoses en naar voedings-, huisvestings- en managementfactoren op de bedrijven. Op 12 september zijn de resultaten gepresenteerd, met als belangrijkste conclusie dat er geen relatie kon worden aangetoond tussen chronische ziekteproblemen en de aanwezigheid van C. botulinum of BoNT. In geen van de 1.388 onderzochte fecesmonsters werden

neurotoxines aangetoond, wat een belangrijke aanwijzing zou zijn voor endogeen gevormd BoNT en daarmee voor ‘chronisch botulisme’. Op probleembedrijven was relatief vaker sprake van een slechtere klauwgezondheid, mindere kwaliteit kuilvoer, een lager energiegehalte van het rantsoen, of minder koe-ligcomfort. Verder is niet gebleken dat het gebruik van glyfosaat en biogasinstallaties leidt tot meer C. botulinum in het milieu zoals in de media is gesuggereerd. De algehele conclusie is dat bij de chronische gezondheidsproblemen op melkveebedrijven in dit onderzoek meerdere bekende factoren een aanwijsbare rol spelen. Bij de aanpak van de problemen is het advies om eerst nauwgezet na te gaan in hoeverre die bekende risicofactoren aanwezig zijn en daarop een plan van aanpak te baseren. Drs. Hilmar Weering, rundveedierenarts

Uit het klinisch-chemisch laboratorium: Pakket rode en witte bloedbeeld melkvee (P1018) De GD heeft voor het rund verschillende pakketten voor klinisch chemisch onderzoek beschikbaar. De pakketten zijn zodanig samengesteld dat ze snel inzicht geven in welk onderzoek bij welke klacht relevant is. In deze rubriek bespreken we elke maand één van de acht pakketten. Waarvoor bedoeld en wanneer te gebruiken? Bestaat het vermoeden dat een groep runderen aan anemie lijdt of wilt u informatie over het verloop en prognose van een individueel dier met duidelijk anemie, dan kan pakket 1018 inzicht verschaffen. Het pakket rode en witte bloedbeeld wordt ingezet ter beoordeling van de aard en mate van anemie (het rode bloedbeeld), aangevuld met het witte bloedbeeld voor ondersteunende informatie. Van anemie spreekt men als het Hb-gehalte < 5 mmol/L bij volwassen runderen. De soort anemie geeft inzicht in de oorzaak en de mogelijke therapie.

Interpretatie van de uitslag Hb

Pakket Het pakket rode en witte bloedbeeld (P1018, EDTA) omvat de volgende bepalingen: Hb (concentratie hemoglobine in bloed), Ht (volume van het bloed dat door erytrocyten wordt ingenomen), erytrocyten (aantal erytrocyten per liter bloed), MCV (grootte erytrocyten), MCHC (hoeveelheid hemoglobine per erytrocyt), MCH (gemiddelde gehalte hemoglobine per erytrocyt) en trombocyten. Daarnaast worden leucocyten en de differentiatie witte bloedbeeld bepaald (lymfocyten, monocyten, eosinofiele, basofiele en neutrofiele granulocyten).

nierbeschadiging

Hoe te gebruiken? Voor koppeldiagnostiek op minimaal vijf dieren, maar ook inzetbaar voor een individueel geval.

Ht

MCV

MCHC

MCH

=

=

=

=

=

=

bloedingen

-

-

=

ijzertekort

-

-

-

chron ontst

=

kopergebrek vit B12 gebrek parasieten

=

energie tekort =

= =

=

=

=

Toelichting Naast de meer bekende oorzaken zijn er ook minder bekende oorzaken voor anemie. Zo speelt koper een rol bij het transport en de inbouw van ijzer in hemoglobine. Kobalttekort of -overmaat en langdurig glucosetekort verminderen de levensduur van erytrocyten. Bloedparasieten zoals Babesia zorgen voor versnelde afbraak van erytrocyten. Onderzoek naar bloedparasieten is wel mogelijk, maar dient specifiek te worden aangevraagd. Nierbeschadiging leidt tot onvoldoende aanmaak van erytropoëtine en dus van erytrocyten. Daarnaast kunnen bepaalde chemicaliën (zoals lood, chlooramfenicol en sulfa-verbindingen), planten (eikels, adelaarsvaren) en tumoren anemie veroorzaken. Drs. Sanne Carp-van Dijken, rundveedierenarts

GD Veterinair | oktober 2014 |

3


Nieuws en mededelingen Congres Gezonde Melkveehouderij

Workshops VeeKompas

De GD organiseert dit najaar samen met vakblad Boerderij het congres Gezonde Melkveehouderij (voorheen: Nationaal Uiergezondheidscongres). Naast het plenaire programma kunnen bezoekers kiezen uit 24 verschillende sessies rond de thema's uiergezondheid, jongveeopfok, gezonde voeding en ruwvoerproductie. Een van de hoogtepunten is de uitreiking van de uiergezondheidsawards. De dag wordt afgesloten met een netwerkdiner. Uiteraard zijn dierenartsen ook van harte welkom! Wat: congres Gezonde Melkveehouderij Wanneer: 25 november 2014 Waar: IJsseldeltastadion (PEC Zwolle) Toegang: €75,- (deelnemers aan Tankmelk Uiergezondheid of dé Mineralencheck en abonnees van Boerderij betalen €50,-) Meer informatie & aanmelden: www.gezonde-melkveehouderij.nl

Meld u nu aan voor de VeeKompas workshop 'Melkwinning in relatie tot uiergezondheid'. De workshop steekt in op de praktische vertaling van observaties van de melktechniek (natte meting) naar uiergezondheidsproblemen. Het doel is om melkveehouders goed te kunnen adviseren over het opstellen van een efficiënt melkersprotocol. Hans Miltenburg (buitendienstmedewerker) en Christian Scherpenzeel (rundveedierenarts) begeleiden deze interactieve sessie. We beperken de groepen tot 15 à 20 personen (minimaal 10). De workshops zijn op 5, 11 en 20 november in respectievelijk regio noord, midden en zuid. Meld u dus vandaag nog aan via www.gddiergezondheid.nl/agenda.

Cursus fertiliteit voor varkensdierenartsen De GD organiseert een eendaagse cursus voor varkensdierenartsen over reproductie, op woensdag 5 november van 13.00 tot 20.00 uur. Aan de orde komen onder meer de (patho)fysiologie van de dracht, diagnostiek van verwerpers, onderzoek van biestvoorziening en casuïstieken. Sprekers zijn dr. Ilse Declerck (Universiteit Gent), dr. Theo Geudeke (GD), Ir. René Bonekamp (ForFarmers) en dr. Peter Langendijk. (Nutreco). Aanmelden kan bij Ineke Horsman (i.horsman@gddiergezondheid.nl of 0570-66 03 39) De cursusdag kost 445 euro (exclusief btw) per persoon, waarbij een dinerbuffet is inbegrepen. De cursus wordt aangemeld bij het CKRD voor accreditatie.

Redactie Guillaume Counotte Linda van Duijn Theo Geudeke Yoni Pasman Helen de Roode Sylvia Greijdanus - van der Putten Christiaan ter Veen ISSN 1388-4042 Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.

Prepress en productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem Basisontwerp de PLOEG communicatie Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Drukwerk Senefelder Misset Doetinchem Uitgever GD Deventer Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar

Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 Voor veterinaire vragen: GD Veekijker, T. 0900-7100 000 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. Samen werken aan diergezondheid

Boerenavond BVD/IBR organiseren? Op zoek naar een goede invulling voor een boerenavond op uw praktijk? De GD levert graag een bijdrage. In het kader van de actualiteit rond IBR en BVD kunt u in de maanden oktober en november een BVD- en/of IBR-lezing laten verzorgen door dé GD-experts op dit gebied. Daarnaast biedt de GD ook graag ondersteuning bij een praktijkgerichte aanpak van BVD en IBR. Meer weten? Neem contact op met uw GD-relatiebeheerder en informeer naar de mogelijkheden.

Nieuwe Neospora-waarschuwingsbordjes De ‘Waakt u met ons mee?’-bordjes zijn weer leverbaar. De bordjes, die veel veehouders langs hun perceel hebben hangen om wandelaars te attenderen op de risico's van hondenpoep voor koeien, waren tijdelijk uitverkocht, maar inmiddels ligt bij de GD weer een nieuwe, gerestylde lichting klaar. Een Neospora-waarschuwingsbordje kost 9,75 euro (exclusief btw, inclusief verzendkosten) en is te bestellen via info@gddiergezondheid.nl of 0900-1770 (optie 1).

Lawsonia bij veulens: alertheid geboden Wanneer veulens worden afgespeend kunnen ziekteverwekkers problemen veroorzaken. Dat komt mede door de stress die het afspenen veroorzaakt en het feit dat de afweerstoffen vanuit de moedermelk afnemen en de eigen afweer nog moet worden opgebouwd. Lawsonia intracelllularis (veroorzaker van PIA bij varkens) wordt in toenemende mate gediagnosticeerd bij veulens. In dat geval heet de aandoening equine proliferatieve enteritis (EPE). Om een diagnose te bevestigen kan de GD twee soorten onderzoeken uitvoeren: serologisch onderzoek (dit toont aan dat het veulen met de kiem in contact is geweest) en PCR-onderzoek op mest (dit toont aan dat de kiem, op het moment van onderzoek, zich daadwerkelijk in het lichaam bevindt).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.