Samen werken aan diergezondheid
GD-magazine - februari 2016 - nummer 83
herkauwer
REPORTAGE
BVD ijlt nog lang na
GEZONDE MELKVEEHOUDERIJ
Groot bedrijf, strakker management
RUNDERTBC
Testen voor collectief belang
Maak van BVD geschiedenis EEN EPISCHE OPLOSSING IS BINNEN HANDBEREIK
Met Bovela heeft BVD eindelijk zijn meerdere gevonden. Met dank aan het innovatieve L2D (live double deleted) design biedt Bovela bescherming tegen zowel BVD type 1 als type 2. Bovela biedt 12 maanden bescherming na eenmalige vaccinatie en kan vanaf 3 maanden worden ingezet. Het vaccin voorkomt het ontstaan van dragers. Dus met Bovela, kunt u van BVD geschiedenis maken! Vraag uw dierenarts om meer informatie.
Maakt bescherming makkelijk
Productnaam: Bovela, bevat per dosis (2 ml): levend verzwakt BVDV-1, ncp stam KE-9 en levend verzwakt BVDV-2, ncp stam NY-93. Doeldier: Rund Indicatie: Voor de actieve immunisatie vanaf een leeftijd van 3 maanden om hyperthermie te beperken en de reductie van leukocyten veroorzaakt door BVDV-1 en BVDV-2 te minimaliseren, en om de virusuitscheiding en viremie veroorzaakt door BVDV-2 te verminderen. Voor de actieve immunisatie van runderen tegen BVDV-1 en BVDV-2 om de geboorte van persistent geïnfecteerde kalveren te voorkomen. Duur van de immuniteit: 1 jaar Contra-indicatie: Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen. Toediening: 2ml Intramusculair. Het wordt aanbevolen om rundvee tenminste drie weken vóór inseminatie/dekking te vaccineren voor foetale bescherming vanaf de eerste dag van conceptie. Dieren die later dan 3 weken vóór de dracht of tijdens de vroege dracht gevaccineerd worden zijn mogelijk niet beschermd tegen foetale infectie. Dit dient in overweging genomen te worden bij koppelvaccinatie. Hoewel persisterende infectie van de foetus door vaccinatie niet is aangetoond, kan transmissie naar de foetus niet worden uitgesloten. Daarom dient gebruik tijdens de dracht per geval beoordeeld te worden door de behandeld dierenarts, rekening houdend met bijvoorbeeld de immunologische BVD status van het dier, de duur tussen vaccinatie en dekking/inseminatie, het stadium van de dracht en het risico op infectie. Voornaamste bijwerkingen: een milde zwelling en noduli tot 3 cm diameter werden waargenomen op de plaats van injectie en verdwenen binnen 4 dagen na de vaccinatie. Een verhoging van de lichaamstemperatuur binnen de fysiologische marge komt vaak voor binnen 4 uur na vaccinatie en verdwijnt spontaan binnen 24 uur. Wachttijden: Nul dagen. REG NL 114058 Kanalisatie: UDD voor overige informatie zie bijsluiter of raadpleeg onze website boehringer-ingelheim-ah.nl. Juni 2015.
voorwoord
IN BEWEGING Het jaar van beweging. Zo mogen we het jaar dat achter ons ligt wel karakteriseren. De afschaffing van de quotering zette de gehele rundveehouderij in beweging, met de ambitie om te groeien en investeringen te verzilveren. Het dak dat quotering heette ging eraf, maar maakte al snel plaats voor een andere groeibegrenzer, het fosfaatplafond. De effecten daarvan, zowel sectoraal als voor het individuele bedrijf, zijn nog niet duidelijk. De roep om die duidelijkheid zal in de komende periode alleen maar aanzwellen. Als logisch gevolg van deze ontwikkelingen kwamen ook de melkkoeien volop in beweging. Om de beschikbare stalruimte optimaal te benutten kochten melkveehouders veel koeien aan, zowel in binnen- als buitenland. Deze dierbewegingen zijn niet zonder risico. Dat is geen nieuws, maar zorgde soms voor onaangename verrassingen.
In deze editie van de Herkauwer staan we daar in diverse artikelen bij stil. Zo blijkt dat er relatief veel dieren zijn gekocht van bedrijven met een onbekende of lagere diergezondheidsstatus. Ook werden we, door import van koeien, geconfronteerd met bijvoorbeeld leptospirose, een ziekte die in Nederland succesvol bestreden is, maar in het buitenland nog om aandacht vraagt. De verschillen in statussen tussen bedrijven en landen vraagt om waakzaamheid. Vandaar ook meer achtergronden bij rundertbc, waar Nederland al jaren vrij van is, maar die in sommige regio’s in Europa nog rondwaart. Beweging is gezond. Daarover is iedereen het wel eens. Zonder beweging geen verandering, zonder verandering geen (bedrijfs)ontwikkeling. In 2016 zal beweging nodig blijven. De manier waarop zal veel van de inventiviteit en ondernemersgeest van de sector vragen. Graag wensen we u daarbij alle wijsheid en een goede gezondheid (ook voor uw dieren) in het nieuwe jaar. Bert de Lange, sectormanager rund
inhoud
04 Actueel 07 Kalender 09 De rol van de hond bij Neospora
Bereikbaarheid U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.
Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten.
10 Serie FIT door voeding 10
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal
17 Haal meer uit VeeOnline
Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
20 Uit het lab: BO Melk
COLOFON Herkauwer is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Sietske Haarman, Bert de Lange, Jet Mars, Helen de Roode, Linda van Wuijckhuise | Eindredactie Yoni Pasman | Redactieadres GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | ProductiecoĂśrdinatie Senefelder Misset | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Studio Kaap Druk Senefelder Misset Doetinchem | Abonnementen GD Herkauwer worden gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (vier nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 19,20 euro (exclusief btw) | Advertenties PSH Mediasales, T. 0314-35 58 00 | Verschijningsfrequentie 4 keer per jaar Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, kunt u deze via redactie@gddiergezondheid.nl doorgeven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875a-2594 Adreswijzigingen: bel 0900 1770 (lokaal tarief)
12 Geen antistoffen, wel BVD-virus
22 Testen op rundertbc voor het collectief belang
21
25 Hoe voorkom je ziekte-insleep? 26 Jan Veling en Han Hage: twee dierenartsen met een drijfveer
29 Buitendienst on the road 31 De boer op 26
32 Diergezondheid volgens Edwin Keuper
Herkauwer, februari 2016 - 3
Verwerpersprotocol Omdat verwerpen voor rundveebedrijven een lastig en kostbaar bedrijfsprobleem kan zijn, heeft GD met financiering van de Zuivel in 2014 een verwerpers protocol ontwikkeld. Het is vooral geschikt voor bedrijven waar te veel dieren verwerpen door andere dan de bekendste infectieuze oorzaken. Als op een melkveebedrijf in korte tijd meerdere dieren verwerpen, of wanneer het percentage abortus langere tijd aan de hoge kant is (meer dan 3 procent van de runderen verwerpt in een jaar), is het belangrijk te weten wat hiervan de oorzaak is en wat u hieraan kunt doen. Samen met uw dierenarts kunt u in dit geval het verwerpersprotocol doorlopen. Hiermee gaat u samen stapsgewijs langs alle mogelijke oorzaken van verwerpen.
Beter kunstmelk dan koemelk Het voeren van koemelk aan uw opfokkalveren brengt risico’s met zich mee. Koeien die een infectie hebben, zoals met paratbc, salmonella, Mycoplasma of stafylokokken, kunnen deze kiemen namelijk uitscheiden in de melk. Als het gaat om paratbc is het zelfs op status A-bedrijven af te raden om koemelk te voeren. Wilt u overdracht van ziektekiemen voorkomen, voer dan na de biest periode kunstmelk in plaats van koemelk.
Meer dan 50% deelname IBR-programma’s Steeds meer melkveehouders maken werk van IBR. Begin dit jaar werd de 50 procentgrens gepasseerd, wat betekent dat de meerderheid van de melkveehouders in Nederland nu deelneemt aan het programma IBR-vrij Certificering of IBR Tankmelk Onverdacht. Een mooie mijlpaal in de strijd tegen IBR.
HET PROTOCOL IS TE VINDEN OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/VERWERPERS
Rectificatie In het artikel ‘Grip op mineralen’, in de Herkauwer 82, is een fout geslopen. In het onderschrift van de tabel waarin de normen per mineraal en spoorelement stonden vermeld, stond ten onrechte dat de waarden het aantal gram per kilogram drogestof weergaven. Dat is juist voor de mineralen calcium en magnesium, maar voor spoorelementen geldt dat het in milligram per kilogram drogestof moet worden berekend. Voor koper geldt dus de norm van 11,1 milligram, voor selenium 0,18 milligram en voor jodium 0,5 milligram per kilogram drogestof.
Zo’n 5.500 melkveehouders (31 procent) in Nederland zijn IBR-vrij gecertificeerd, 3.800 melkveehouders (22 procent) hebben de status IBR Tankmelk Onverdacht. Vooral de interesse voor de Onverdacht-status is de afgelopen maanden flink gestegen; een status die al na één gunstige tankmelkuitslag behaald kan worden. Zo’n tweederde van de melkveebedrijven met een onbekende IBR-status blijkt na onderzoek een gunstige tankmelkuitslag voor IBR te hebben, zo werd vorig jaar ook duidelijk tijdens de actie ‘Weten hoe het zit met IBR’ (eenmalig tankmelkonderzoek op IBR-antistoffen). Deze melkveehouders kunnen dus eenvoudig deelnemen aan IBR Tankmelk Onverdacht, een abonnement waarmee de tankmelk maandelijks automatisch wordt onderzocht op IBR-antistoffen. Na twee jaar kan eventueel via een vereenvoudigde, voordelige route, IBR-vrij worden gecertificeerd.
GD-facturen nu ook digitaal U kunt uw GD-factuur vanaf nu ook digitaal ontvangen. Dit is niet alleen eenvoudig en snel, maar hiermee heeft u altijd een compleet overzicht. Zo hoeft u geen papieren archief meer bij te houden, en worden uw facturen zeven jaar bewaard. STAP DUS NU OVER OP DIGITAAL WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/VOORKEUREN
4 - Herkauwer, februari 2016
actueel zone sectortypen F
8
G
1, 2, 4,16
I
1, 4
J
1
T
1, 2, 4, 8, 16
X
4, 16
Z
1, 16
A2 1, 2, 16 A3 4 A4 1, 4, 8, 16 A6 1, 4, 16
Bluetongue-uitbraken in Europa Infecties met het bluetonguevirus zijn in 2015 op verschillende plekken in Europa vastgesteld bij runderen. In Frankrijk ging het om 143 gevallen van serotype 8. Ook in Zuidoost-Europa waart het virus rond, hier gaat het om serotype 4. Eind 2015 was de infectie het oosten van Oostenrijk genaderd. Er zijn in totaal 27 serotypen, die onderling beperkt kruisimmuniteit geven. Dat wil zeggen dat wanneer het dier bijvoorbeeld geïnfecteerd is geweest met serotype 4, het niet immuun is voor andere serotypen. Tussen 2006 en 2008 is in Nederland een infectie geweest met het serotype 8. Destijds is hiertegen een geïnactiveerd vaccin gemaakt en geregistreerd. Na een basisvaccinatie (rund en geit tweemaal; schaap eenmaal), moet de vaccinatie jaarlijks worden herhaald. Levende vaccins uit tropische landen, die werken tegen meerdere serotypen, zijn verboden. Het virus uit deze vaccins kan na enting namelijk spreiden naar niet-gevaccineerde dieren, en kan bij drachtige dieren verwerpen veroorzaken of leiden tot aangeboren afwijkingen bij de kalveren of lammeren. Bluetongue, ook wel blauwtong genoemd, wordt vooral door knutten overgebracht. Runderen worden meestal niet ziek van een infectie, maar dieren die dat wel worden hebben onder andere koorts, ontstoken slijmvliezen, zweertjes aan de uier en zwelling van de kroonranden. Het is een meldingsplichtige ziekte volgens artikel 15 van de Gezondheidsen Welzijnswet voor Dieren. Elke verdenking van de ziekte dient te worden gemeld bij de NVWA, via het landelijk meldpunt voor dierziekten: (045) 546 31 88.
Mineralencheck eenmalig proberen Deze maand vindt u bij de Herkauwer een antwoordkaart waarmee u voor 33,75 euro (exclusief btw) een eenmalig tankmelkonderzoek op mineralen (Mineralencheck) kunt bestellen. Stuur de antwoordkaart vóór 4 april ingevuld naar GD, dan wordt uw tankmelk automatisch onderzocht op jodium, selenium, koper en zink. Zo krijgt u eenvoudig inzicht in de mineralenopname op koppelniveau en weet u snel of u niet te veel of juist te weinig mineralen voert.
MEER INFORMATIE EN BESTELLEN OP WWW.MINERALENCHECK.NL
Wat veroorzaakt ‘melk lekken’? Koeien die melk lekken of melk uitliggen hebben een grotere kans op uierontsteking. Melk lekken kan door verschillende factoren worden veroorzaakt: De bouw van het tepelkanaal. Dieren die melk lekken hebben vaak een korter tepelkanaal met een grotere diameter. Deze dieren hebben ook een hoge (maximale) melksnelheid. Dit is sterk genetisch bepaald. Dochters van stieren die een hoge melksnelheid vererven hebben een grotere kans op melk lekken en uierontsteking. Een hoge melkdruk in de uier. Dit wordt beïnvloed door de melkproductie en de melkintervallen. Voorkom te lange melkintervallen. Onvolledig uitmelken. De melkmethode en de melkinstallatie spelen hierbij een belangrijke rol. Opvallend is dat koeien die de melk slecht laten schieten, ook al korte tijd na het melken de melk laten lopen. Het niet goed sluiten van het tepelkanaal. Speenbeschadigingen veroorzaakt door bijvoorbeeld betrappingen of de melkmachine, kunnen de oorzaak zijn van melk lekken. Calcium en zink zijn ook van invloed op het sluiten van het tepelkanaal. Een calcium- of zinktekort kan de kans op melk lekken vergroten. Mislukte aansluitingen. Op een robotbedrijf kunnen mislukte aansluitingen ook de oorzaak zijn van melk lekken.
Herkauwer, februari 2016 - 5
Op een modern melkveebedrijf horen BVD en IBR niet thuis.
Combivaccinatie
Bovilis BVD en Bovilis IBR marker live. Één vaccinatie. Dubbele bescherming.
Vraag uw dierenarts om advies.
Bovilis® BVD, bevat per dosis (2 ml) geïnactiveerd antigeen van het cytopathogene BVD virus, stam C-86: 50 EU minstens 24,6 VN eenheden inducerend. Doeldier: Rund. Indicatie: Actieve immunisatie van koeien en vaarzen vanaf 8 maanden ter bescherming van de foetus tegen transplacentaire infectie met BVD virus. Bijwerkingen: In zeer zeldzame gevallen kan een lichte zwelling op de injectieplaats en een geringe voorbijgaande temperatuurverhoging voorkomen. Toediening en dosering: Intramusculaire injectie met 1 dosis (2 ml) vanaf de leeftijd van 8 maanden. Voor de halfjaarlijkse herhalingsvaccinatie vanaf de leeftijd van 15 maanden kan het vaccin gereconstitueerd worden in Bovilis IBR Marker Live. Wachttijd: 0 dagen. Waarschuwingen: De productinformatie van Bovilis IBR Marker Live dient te worden geraadpleegd voordat de gemengde vaccins worden toegediend. REG NL 9587 UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter. Bovilis® IBR Marker Live, bevat per dosis (2 ml) gereconstitueerd vaccin 105,7-107,3 TCID50 Bovine Herpesvirus type-1, stam GK/D (gE-). Doeldier: Rund. Indicatie: Actieve immunisatie van runderen ter vermindering van de intensiteit en de duur van de klinische respiratoire verschijnselen veroorzaakt door een infectie met BHV-1 en ter vermindering van de nasale uitscheiding van veldvirus. Bijwerking: Een geringe voorbijgaande temperatuurverhoging (1°C), na intranasale vaccinatie kan een toename van de neusuitvloeiing worden waargenomen. Toediening en dosering: Intranasale (IN) of IM toediening van 1 dosis (2 ml) gereconstitueerd vaccin. Voor de halfjaarlijkse herhalingsvaccinatie vanaf de leeftijd van 15 maanden kan het vaccin gereconstitueerd worden in Bovilis BVD. Wachttijd: 0 dagen. Waarschuwing: Dieren op een leeftijd tussen 2 weken en 3 maanden alleen intranasaal vaccineren. Deze dieren dienen een IN of IM herhalingsvaccinatie te krijgen op de leeftijd van 3-4 maanden. De productinformatie van Bovilis BVD dient te worden geraadpleegd voordat de gemengde vaccins worden toegediend. REG NL 9675 UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter.
MSD Animal Health Postbus 50, 5830 AB Boxmeer www.rundvee-msd-animal-health.nl
©2016 MSD Animal Health B.V. Alle rechten voorbehouden.
kalender
Kalveren buiten huisvesten in de winter Zelfs de jongste kalveren kunnen in de winterperiode buiten worden gehuisvest. Het is wel belangrijk om rekening te Zelfs de jongste kalveren kunt u in de winter buiten huisvesten.
houden met de interne kachel van de jonge dieren. Tot een leeftijd van 3 à 4 maanden zijn het nog geen echte herkauwers, waardoor ze inwendig nog maar weinig warmte aanmaken. Als de omgevingstemperatuur onder de 10 graden Celsius zakt, vraagt een kalf per graad lager 2 procent extra energie om een optimale groei te bereiken. Om de kalveren goed te laten groeien, kunt u ze meer, of hoger geconcentreerde melk geven. Daarnaast zijn beschutting tegen hoge luchtsnelheden en een goed droog ligbed natuurlijk ook zaken waar u aan denkt als u uw kalveren gezond en wel wilt laten groeien.
Voorkom Mortellaro bij jongvee Veehouders die veel problemen hebben met de ziekte van Mortellaro bij melkkoeien doen er goed aan om te controleren of deze infectie al bij de pinken voorkomt. Het blijkt namelijk dat eerstekalfskoeien die als pink de ziekte van Mortellaro hebben gehad, een sterk verhoogde kans hebben de ziekte als vaars nogmaals te krijgen. Bovendien is het ongunstig voor de melkproductie en de vruchtbaarheid. Komt de infectie al bij het jongvee voor, dan adviseert GD de volgende preventieve maatregelen: • voorkom overbezetting; • zorg voor schone roosters;
• z org voor aparte laarzen voor de jongveestal (of spoel in ieder geval de laarzen af en ontsmet ze voor u bij het jongvee op de roosters komt, bijvoorbeeld met ontsmettingsmat of rugspuit met halamidoplossing); • z org voor de juiste mineralenvoorziening (een goede mineralenvoorziening geeft een betere weerstand van de huid); • s puit regelmatig (één tot twee keer per week) de onderpoten af, onder de bijklauwtjes met de rugspuit. GD adviseert om hierin geen formaline te gebruiken omdat dit middel schadelijk is voor de gezondheid van de veehouder.
FEBRUARI, MAART EN APRIL
Enting voorkomt longwormproblemen Longwormen veroorzaken schade aan de longen, waardoor de dieren hoesten, minder groeien of zelfs vermageren. De melkproductie kan lager zijn en in enkele gevallen kan ook sterfte optreden. Bovendien kan de schade in de longen aanleiding zijn tot het aanslaan van andere infecties (BVD, IBR, Mannheimia of pinkengriep). Als longworm op uw bedrijf voorkomt, kunt u de dieren die voor het eerst naar buiten gaan ter preventie het beste vaccineren: twee keer met vier weken tussentijd. Dat kunnen dus ook melkvaarzen zijn. Voor voldoende effect moeten de dieren vervolgens een longworminfectie opdoen, daarvoor moeten ze twee weken na de tweede vaccinatie voor het eerst de weide in. Met de GD Wormsleutel, te vinden op onze website, komt u stapsgewijs tot een advies over een worm aanpak op uw bedrijf.
Schone roosters helpen bij het voorkomen van klauwproblemen, zoals Mortellaro.
ZIE WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ WORMINFECTIES
Herkauwer, februari 2016 - 7
Immuunsysteem natuurlijk in balans
ons Bezoek ndvee u R e d p o anisatie & Mechagen in Vakd van 23 Venray februari t/m 25016. 2
PLUS
Voor hygiëne in uw stal
pH 10+
pH 9+
• Hoge pH van 10 draagt bij aan maximale hygiëne • Zeer krachtige, drogende werking • O.a. geschikt voor gebruik op matten/matrassen • Ook geschikt voor de kalverbox • Geen schrale spenen
• Hoge pH van 9 draagt bij aan maximale hygiëne • Droog ligbed met maximaal comfort • Geschikt voor diepstrooiselboxen • Zorgt voor stabiele matras • Geen schrale spenen
DEKAMIX STALHYGIËNEKALK
VITAKAL EF KALKSTROMATRAS
www.agrikal.nl www.kalkstromatras.nl info@agrikal.nl
Aanvullend voeder ter ondersteuning van de algemene gezondheid van rundvee
Bekijk onze video
Naast Vetrinol™ Plus voor uw melkvee, hebben we nu ook Vetrinol™ Neo voor uw kalveren.
InQpharm Animal Health Europe B.V. Bestellingen en klantenservice: 030 89 05 799 info-eu@inqpharm.com www.vetrinol.com
+ B
C
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
RISORSA®AGRI EASY SERVICE JEUKEN B.V. Nieuwee! formul
Dip spray producten en te
gebruiken bij melkrobotsystemen Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1 C
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
C
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
+ Bim Milchroboter AEinsetzbar
DeRISORSA oplossing ® EUTERPFLEGEMITTEL voor celgetal
u e l! N em e For
Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1
+ B
Vetrinol™ Plus bevat een gepatenteerd knoflookextract afgeleid van gestandaardiseerd en gestabiliseerd allicine.
+31(0)6 - 24 69 70 90 +31(0)6 - 51 26 91 09
AGRI SERVICE JEUKEN B.V. A
...natuurlijk gezonder!
Agrikal Hoevensestraat 4 6595 ME Ottersum
A
problemen
+ B
Heerbaan 114, 6566 ET Millingen a/d Rijn (nl) RISORSALeichte STRONG Schutzfilmbildung e Tel: +31 481 433661 Vormt een lichte bescherming u e we N m e l! A + B Nieu e! formul For Fax: +31 481 432075 Farma GMP. ® ® Mob: +31 (0)6 53195804 BARRIER RISORSARISORSA BARRIER e Schutzfilmbildung Vormt een extremeExtreme bescherming Nieuwe N e u ewww.agriservicejeuken.nl l! ule! ®
form
For
m
Thomas Dijkstra, rundveedierenarts
NEOSPOROSE RUND: Zichtbare symptomen: Verwerpen, onregelmatige opbrekers en steenvruchten Behandeling: Geen medicijn beschikbaar Preventie: Geen kalveren aanhouden uit besmette moeders Maatregelen hond
neospora
DE ROL VAN DE HOND BIJ NEOSPORA De kans is groot dat er Neospora is op uw bedrijf: op maar liefst 80 procent van de Nederlandse melkveebedrijven en bij ongeveer 10 procent van de koeien komt het voor. De parasiet is de meest gevonden oorzaak van verwerpen. De belangrijkste besmettingsroute van Neospora is van koe op nakomeling (verticale besmetting): 80 procent van de nakomelingen van met Neospora besmette koeien is ook besmet. Koeien kunnen ook ‘horizontaal’ worden besmet (zie afbeelding). Hierin speelt de hond de belangrijkste rol: honden scheiden een week na het eten van nageboortes, vruchtwater of rauw vlees van besmette koeien, drie weken lang besmettelijke eitjes uit via de ontlasting. Als een koe deze besmette hondenpoep binnenkrijgt via het voer, raakt ook zij besmet. En sommige honden die Neospora via de ontlasting hebben uitgescheiden kunnen dit weer opnieuw doen. Besmette eitjes (oöcysten) kunnen waarschijnlijk maandenlang overleven. Op bedrijven met een abortusstorm door Neospora speelt de hond een belangrijke rol, maar ook op niet-probleembedrijven zorgen honden voor één tot twee nieuwe infecties per jaar.
Bij besmetting via de hond spreken we van ‘horizontale besmetting’
SPEELT NEOSPORA BIJ U EEN ROL? Neospora wordt binnengehaald op een bedrijf door de aankoop van besmette koeien. Laat dieren die u aanvoert daarom altijd onderzoeken op Neosporaantistoffen. De parasiet is vaak lang onopgemerkt aanwezig omdat hij meestal niet zorgt voor een abortusstorm, maar voor een lichte stijging in het aantal verwerpers. Wilt u weten of Neospora een rol speelt op uw bedrijf? U kunt bij GD tijdelijk een eenmalige, vrijblijvende check bestellen. Ga voor meer informatie en aanmelden naar www.gddiergezondheid.nl/neospora.
Jonge of oude honden Zowel jonge als oude honden kunnen een infectie veroorzaken. Omdat een Neosporainfectie vaak volgt na de introductie van een nieuwe, jonge hond op het bedrijf, wordt vaak onterecht gedacht dat vooral jonge honden de boosdoener zijn. Het is wel zo dat een oude besmette hond minder oöcysten uitscheidt dan een jonge besmette hond, maar een oude hond is en blijft ook een risicofactor. Aanpak Bestrijding van Neospora heeft dus alleen zin als ook de hond in het plan van aanpak wordt meegenomen. Maatregelen kunnen zijn om geen hond toe te laten in de afkalfstal en op de roosters van de ligboxstal en de hond te leren om op een vaste plek de ontlasting te doen, zodat geen ontlasting in voer of drinkwater van de koeien terechtkomt. Bestrijding blijkt effectief als daarnaast bij de koeien alleen niet-besmette nakomelingen aan worden gehouden. Probleembedrijven die zulke maatregelen namen boekten duidelijk resultaat: het aantal besmette koeien daalde hier van 36 naar 8 procent in acht jaar tijd. Dit in tegenstelling tot de bedrijven zonder maatregelen.
Herkauwer, februari 2016 - 9
SERIE FIT DOOR VOEDING
Aandacht voor droge koeien Voor het lichaam van de koe is de droogstand zeker geen rustperiode. Juist in de droogstand legt ze de basis voor de volgende lactatie. Uw droge koeien verdienen daarom de beste aandacht en zorg. Helaas komen we in de praktijk nog regelmatig tegen dat de zorg voor de droge koeien een sluitpost is. En dat terwijl we weten dat veel ziekten aan het begin van de lactatie zijn terug te voeren op een suboptimale droogstand. Tijd en energie steken in deze kwetsbare groep op uw bedrijf betaalt zich in de volgende lactatie terug. Daarom geven we u graag een paar praktische handvatten om met een frisse blik naar het management van uw droge koeien te kijken.
Droogstaande koeien maken in korte tijd veel veranderingen door. Om ze zo goed mogelijk door de transitieperiode te loodsen, is een goed droogstandsrantsoen, met vers en smakelijk voer, erg belangrijk.
10 - Herkauwer, februari 2016
Veel veranderingen Het is belangrijk dat we ons realiseren dat droge, hoogdrachtige koeien in korte tijd veel veranderingen doormaken. Zo wisselen de dieren een aantal keer van groep en rantsoen, en verandert de voedingsbehoefte door het wegvallen van de melkproductie. In het lichaam vraagt de groei van het kalf echter wel de nodige energie. Bovendien is dit de periode dat het uierweefsel zich herstelt en klaarmaakt voor de volgende lactatie. Al deze veranderingen hebben invloed op de energiestofwisseling en hormoonhuishouding van de dieren: die moeten zich hieraan aanpassen. Daar komt bij dat de voeropname rondom het afkalven doorgaans daalt. Wanneer de melkproductie dan op gang komt, is de energieopname onvoldoende om de behoefte te
FIT-serie
Saskia van der Drift, onderzoeker en Sanne Carp-van Dijken, rundveedierenarts
dekken. Hierdoor ontstaat er een negatieve energiebalans. Voor de gezondheid van de dieren is het belangrijk om ervoor te zorgen dat deze negatieve energiebalans zo klein mogelijk is en zo kort mogelijk duurt. Hiervoor is een optimaal (voer)management in de droogstand essentieel. Vers en smakelijk Hét ideale droogstandsrantsoen dat op elk bedrijf en onder alle omstandigheden werkt, bestaat niet. Er zijn wel een aantal belangrijke voorwaarden voor een goed rantsoen voor droogstaande koeien. Allereerst dient het rantsoen geoptimaliseerd te zijn voor droogstaande koeien. Deze hebben een lagere energiebehoefte dan melkkoeien, maar moeten wel op maat worden gevoerd. Verstrek dagelijks vers klaargemaakt rantsoen, zodat er continu goed en smakelijk voer voor de dieren aan het voerhek ligt. Het verstrekken van restvoer van de melkkoeien mag een aantrekkelijke optie lijken, maar dit is geen goed voer voor droge koeien. Het is niet vers en smakelijk meer en heeft niet de goede samenstelling. Droge koeien zullen daarnaast gedurende de dag op restvoer gaan wachten, waardoor ze over de hele dag genomen minder voer opnemen. Niet te veel, niet te weinig Het is belangrijk dat droge koeien de juiste hoeveelheid energie opnemen, zodat ze niet vervetten in deze periode. Regelmatig worden droge koeien te rijk gevoerd. Het is echter ook niet de bedoeling dat ze in conditie afnemen. Vaak wordt stro door droogstandsrantsoen gemengd om de hoeveelheid energie erin te ‘verdunnen’. Een vers en goed gemengd rantsoen is daarbij weer de sleutel tot een goede opname. Bij alle rantsoenen – maar specifiek de rantsoenen met relatief veel stro – is het daarnaast heel belangrijk om te controleren of de eiwitbehoefte van de dieren met het rantsoen wordt gedekt. Wilt u weten of uw droge koeien ook daadwerkelijk voldoende rantsoen opnemen? Let dan goed op de vulling van de pens (linkerzijde van het dier, achter de ribben) en weeg gedurende tien tot veertien dagen eens hoeveel rantsoen u op een dag aan de dieren verstrekt en hoeveel restvoer er overblijft. Volg daarnaast het conditieverloop van de dieren gedurende de lactatie en de droogstand. Niet alleen voer Een goed droogstandsrantsoen is dus een absolute voorwaarde voor een goede start van de lactatie. Daarbij is het belangrijk dat de dieren dit rantsoen ook in alle rust kunnen opnemen en verwerken. Voldoende ruimte in de stal met voldoende plaatsen aan het voerhek is essentieel. Een hoogdrachtige koe neemt aan het voerhek een breedte in van maar liefst 80 centimeter en dat is meer dan een gemiddelde koe in lactatie. Probeer stress in de stal zoveel mogelijk te voorkomen. Denk daarbij
aan factoren als groepsovergangen, voercompetitie, te kleine ligplaatsen en onvoldoende uitwijkruimte. Plan van aanpak Een goed startpunt voor het verbeteren van de droogstand is het maken van een plan van aanpak in samenspraak met uw dierenarts en uw voervoorlichter. Bespreek met elkaar wat de kritische punten zijn op uw bedrijf, wat u wilt bereiken en hoe jullie dit gaan evalueren. Zet de droogstand als een vast punt op de agenda van de bedrijfsbegeleiding en geef uw droge koeien daarmee de aandacht die ze hard nodig hebben. De droogstand vormt de basis voor een goede lactatie!
GEZONDE VOEDING. VITALE KOEIEN.
FIT DOOR VOEDING FIT, de voedingsaanpak van GD, geeft u inzicht in wat dieren daadwerkelijk opnemen aan bijvoorbeeld mineralen of vitaminen via het rantsoen. Ook wanneer zich op het bedrijf specifieke problemen voordoen die mogelijk te maken hebben met voeding, helpt FIT met deskundig advies, de juiste onderzoeken en praktische tips. Binnen FIT zijn diverse onderzoeken beschikbaar op het gebied van voeding, zoals de Mineralencheck en het Pakket Spoorelementen Uitgebreid. Maar er is ook onderzoek op vitaminen mogelijk, namelijk op vitamine B12 of vitamine E. Zo werken we samen aan gezonde voeding en vitale koeien. VOOR MEER INFORMATIE OVER ONZE FIT-PRODUCTEN, GA NAAR WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/FIT
Herkauwer, februari 2016 - 11
De gevolgen van de BVD-uitbraak ijlen nog lang na. Zo dreigt er over twee jaar een tekort aan vaarzen.
BEDRIJFSGEGEVENS MTS Kea René en Adrie Kea ’t Veld, Noord-Holland OMVANG 70 melkkoeien en 60 stuks jongvee
12 - Herkauwer, februari 2016
reportage
MAATSCHAP KEA ONDERVINDT NOG DAGELIJKS DE GEVOLGEN VAN EEN BESMETTING
BVD ijlt nog lang na De bedrijfsvoering van René en Adrie Kea was al jaren zo goed als gesloten en bij meerdere tankmelkonderzoeken waren geen BVD-antistoffen aangetoond. Plotseling ontstonden er toch klachten die deden denken aan BVD. De QuickScan BVD die vervolgens werd gedaan, gaf een uitslag die maar zeer zelden voorkomt. Een uitbraak van BVD leidde op hun bedrijf tot veel ellende. De veehouders pakken de bestrijding van het virus nu grondig aan. Maar de gevolgen van de besmetting ijlen nog lang na. Het begon ongeveer een jaar geleden met drie hoogproductieve koeien die op drie maanden na afkalven plotseling plat lagen met melkziekte. “Dat had ik nog nooit meegemaakt”, vertelt de 60-jarige René Kea. In het Noord-Hollandse ’t Veld (tussen Alkmaar en Schagen) heeft hij samen met zijn vrouw Adrie een melkveebedrijf met 70 koeien en 60 stuks jongvee. “Onze dierenarts vermoedde al dat hier wel eens BVD zou kunnen spelen”, vervolgt de veehouder zijn verhaal. “We besloten dan ook direct een QuickScan BVD op de aanwezigheid van virus en antistoffen uit te voeren.” De uitslag maakte ondubbelzinnig duidelijk dat er op dat moment op het bedrijf een uitbraak van BVD gaande was (zie kader).
Herkauwer, februari 2016 - 13
Stel risicoprofiel op met dierenarts “Hoewel we niet BVD-vrij gecertificeerd waren, hebben we er nooit rekening mee gehouden dat het op ons bedrijf zou kunnen gebeuren”, bekent René. “We kochten wel eens een pinkenstier aan maar altijd van een BVD-vrij bedrijf. Verder hadden we in geen jaren meer vee aangevoerd. Bovendien waren er in eerdere onderzoeken nooit antistoffen of virus aangetoond. We gingen er dan ook van uit dat onze veestapel niet eerder besmet was geweest met BVD.”
FREDERIK WALDECK (GD): “Bij de uitslag van MTS Kea gingen de alarmbellen rinkelen” Als specialist op het gebied van de infectieziekten IBR en BVD ziet Frederik Waldeck regelmatig rapportages van QuickScans BVD voorbij komen. Maar bij de uitslag van de maatschap Kea gingen bij de GD-dierenarts direct alle alarmbellen rinkelen. Op het bedrijf werden zowel in de tankmelk als in de bloedmonsters van het jongvee geen antistoffen gevonden. Maar de test op virus gaf wel een ongunstige uitslag. “Die combinatie zien we maar heel zelden”, vertelt Frederik. “Er ging op dat moment virus rond op het bedrijf maar de infectie was nog maar zo kort aanwezig dat de dieren nog geen antistoffen hadden opgebouwd.” De afwezigheid van antistoffen wees er bovendien op dat de koppel hoogstwaarschijnlijk niet eerder een BVD-infectie had doorgemaakt. De dieren waren dus gevoelig voor het virus. “BVD kan in een gevoelige koppel inslaan als een bom met veel ellende en grote schade tot gevolg”, weet Frederik uit ervaring. “Voor veel veehouders die met een uitbraak te maken krijgen, is het meestal een groot vraagteken hoe de ziekte hun bedrijf is binnen geslopen. Daar komen we maar zelden achter”, geeft de specialist aan. “BVD-dragers scheiden continu grote hoeveelheden virus uit en dit virus is zeer besmettelijk. Zo kan het zich behalve via diercontacten onder andere via mensen, andere diersoorten en materialen verplaatsen van het ene naar het andere bedrijf.”
Volgens GD-dierenarts Frederik Waldeck (rechts) is de uitslag van de QuickScan BVD van MTS Kea heel zeldzaam.
14 - Herkauwer, februari 2016
Wichert Koopman, freelance redacteur
reportage
Bij de familie Kea worden nog steeds kalveren geboren die drager zijn van het virus. De uitslag van de QuickScan bevestigde dat dit laatste vermoeden van de veehouders juist was. Zowel in het tankmelkmonster als in de bloedjes van het jongvee werden geen antistoffen aangetoond. De koppel was dus nooit in aanraking geweest met BVD. In de tankmelk werd echter wel virus gevonden. En juist dat gegeven maakte de situatie op het Noord-Hollandse bedrijf zo explosief. “Zo lang Nederland nog niet vrij is van BVD blijft er een risico bestaan op verspreiding van het virus”, geeft GD-dierenarts Frederik Waldeck aan. Hij schat dat 1 tot 2 procent van alle geboren vaarskalveren in ons land nog BVD-drager is. “Jaarlijks krijgt ongeveer één op de twintig BVD-vrij gecertificeerde bedrijven te maken met een besmetting. Op bedrijven zonder status is dit ongeveer één op vijf”, zegt Frederik. Veehouders met een veestapel met geen of weinig antistoffen tegen BVD geeft hij het advies om een risicoprofiel op te stellen met de eigen dierenarts. Diarree, productieverlies en uierontsteking Bij drie zieke koeien zou het niet blijven. Er volgden meer gevallen van melkziekte in een later stadium van de lactatie, een groot aantal dieren kreeg acuut diarree met productieverlies en waar de uiergezondheid op het bedrijf tot de uitbraak nooit problemen gaf –de dierdagdosering lag op 1,3- kregen de veehouders nu wel te maken met meerdere dieren met uierontsteking. Toch waren deze directe symptomen niet de grootste schadepost. “Onze dierenarts had ons al gewaarschuwd. Jullie gaan nog een zwaar jaar tegemoet”, herinnert René zich. “We hebben uiteindelijk zeker vijftien koeien af moeten voeren die hebben verworpen”, vertelt hij. “En van de kalveren die wel bleven zitten werd een groot aantal te vroeg, dood, misvormd of slap geboren.” Bijna een jaar na het begin van de uitbraak moeten nog steeds vaarskalveren worden afgevoerd omdat ze BVDdrager blijken te zijn, ook al lijken ze op het eerste gezicht gezond. Over twee jaar dreigt er dan ook een tekort aan vaarzen op het bedrijf.
Zo snel mogelijk vrij worden De schade becijferd hebben René en Adrie Kea nooit. Bewust niet. Maar dat deze in de tienduizenden euro’s loopt is zeker. “Nu we weten wat de gevolgen kunnen zijn, zijn we ons veel meer bewust van de risico’s van BVD. We willen het virus zo snel mogelijk weer kwijt en ons bedrijf officieel gecertificeerd BVD-vrij maken”, zo geeft René aan. BVD Oorbiopten Alle vaarskalveren worden nu op virus onderzocht en blijven in eenlingboxjes gehuisvest totdat de uitslag bekend is. Om de dragers sneller in beeld te krijgen gaan de veehouders werken met onderzoek op zogenaamde oorbiopten die worden verzameld bij het inbrengen van de oormerken. Door de dragers consequent af te voeren zal uiteindelijk ook de besmetting van het bedrijf verdwijnen. Dan groeit er een nieuwe generatie dieren op die nooit met BVD in aanraking is geweest. “We zullen daarna ook starten met vaccineren”, zo geven de veehouders aan. “De ellende die we het afgelopen jaar hebben gehad willen we niet nog eens mee maken.”
Herkauwer, februari 2016 - 15
STARTVAC STARTVAC STARTVAC
® ®®
Polyvalent Polyvalent Polyvalent geïnactiveerd geïnactiveerd geïnactiveerd vaccin vaccin vaccin tegen tegen tegen rundermastitis, rundermastitis, rundermastitis, in emulsie ininemulsie emulsie voorvoor injectie voorinjectie injectie
Breek Breek Breek met met met hethet het verleden verleden verleden
VACCINEER! VACCINEER! VACCINEER!
STARTVAC®,STARTVAC®, Polyvalent STARTVAC®, geïnactiveerd Polyvalent Polyvalent geïnactiveerd vaccin geïnactiveerd tegen rundermastitis, vaccin vaccin tegentegen rundermastitis, in emulsie rundermastitis, voor in injectie. emulsie in emulsie Gehalte voor voor injectie. aan injectie. werkzame Gehalte Gehalte aan bestanddelen: werkzame aan werkzame bestanddelen: samenstelling bestanddelen: samenstelling per samenstelling dosis (2 ml): per Escherichia dosis per dosis (2 ml): (2 coli Escherichia ml): J5,Escherichia geïnactiveerd coli J5, coligeïnactiveerd >J5, 50geïnactiveerd > 50> 50 RED60 *; Staphylococcus RED60RED *; 60 Staphylococcus *; aureus Staphylococcus (CP8) aureus stamaureus SP (CP8) 140, (CP8) stam geïnactiveerd, stam SP 140, SP 140, geïnactiveerd, die Slime geïnactiveerd, Associated die Slime die Antigenic Slime Associated Associated Complex Antigenic Antigenic (SAAC) Complex totComplex expressie (SAAC) (SAAC) tot brengt expressie tot>expressie 50 RED brengt brengt ** > 50 *RED >RED 50 : RED Rabbit **80*RED ** Effective *RED : Rabbit Dose : Rabbit Effective (effectieve Effective Dose dosis Dose (effectieve (effectieve dosisdosis 80 60 80 60 60 bij konijnen) bij bij60% konijnen) bijvan konijnen) debijdieren 60% bij 60% van (serologie). de vandieren de dieren **RED (serologie). (serologie). **RED **RED : Rabbit Effective : Rabbit Dose : Rabbit Effective (effectieve Effective Dose dosis Dose (effectieve bij(effectieve konijnen) dosisdosis bij bij80% konijnen) bijvan konijnen) debijdieren 80% bij 80% van (serologie). de vandieren de dieren Doeldiersoort: (serologie). (serologie). Doeldiersoort: rundvee: Doeldiersoort: koeien rundvee: enrundvee: vaarzen. koeien koeien Indicaties: en vaarzen. en vaarzen. voor Indicaties: Indicaties: voor voor 80 80 80 immunisatie van immunisatie kuddes immunisatie gezonde van kuddes vankoeien kuddes gezonde engezonde vaarzen, koeien koeien inen kuddes vaarzen, en vaarzen, melkrundvee in kuddes in kuddes met melkrundvee herhaalde melkrundvee met mastitisproblemen, herhaalde met herhaalde mastitisproblemen, mastitisproblemen, om het optreden om van het omoptreden subklinische het optreden van mastitis subklinische van subklinische en het mastitis optreden mastitis en en het ende optreden het ernst optreden van en de deenklinische ernst de ernst van de vanklinische de klinische verschijnselenverschijnselen van verschijnselen klinische mastitis van klinische vanveroorzaakt klinische mastitis mastitis door veroorzaakt Staphylococcus veroorzaakt door door Staphylococcus aureus, Staphylococcus coliformen aureus, aureus, en coliformen coagulase-negatieve coliformen en coagulase-negatieve en coagulase-negatieve stafylokokkenstafylokokken te verminderen. stafylokokken te Het verminderen. tevolledige verminderen. immunisatieschema Het volledige Het volledige immunisatieschema immunisatieschema levert immuniteit levert oplevert immuniteit vanafimmuniteit op vanaf op vanaf ongeveer dag ongeveer 13 na ongeveer de dag eerste 13 dag injectie na13 dena eerste tot deongeveer eerste injectie injectie dag tot ongeveer 78 totna ongeveer de dag derde 78 dag injectie na78 dena derde (overeenkomend de derde injectie injectie (overeenkomend met (overeenkomend 130 dagen met post-partus). 130 met dagen 130 dagen Dosering post-partus). post-partus). en wijze Dosering van Dosering toediening: en wijze en wijze vanintramusculair toediening: van toediening: intramusculair gebruik. intramusculair De injecties gebruik. gebruik. dienen De injecties De injecties dienen dienen bij voorkeur afwisselend bij voorkeur bij voorkeur aan afwisselend beide afwisselend zijden aanvan beide aan debeide nek zijden gegeven zijden van de van te nek de worden. gegeven nek gegeven Hettevaccin worden. te worden. vóór Het toediening vaccin Het vaccin vóór op toediening vóór een temperatuur toediening op een opvan temperatuur een+15 temperatuur °C totvan + 25 +15 van °C°C +15 laten tot°C+komen. tot 25+°C25 Schudden laten °C laten komen. komen. voorSchudden gebruik. Schudden Dien voor gebruik. één voor dosis gebruik. Dien (2 ml) Dien één dosis één dosis (2 ml)(2 ml) toe door middel toevan door toe een door middel diepe middel van intramusculaire een vandiepe een diepe intramusculaire injectie intramusculaire in de nekspieren injectie injectie in de enin nekspieren volgens de nekspieren heten volgende volgens en volgens schema: het volgende het eerste volgende schema: injectie: schema: eerste 45 dagen eerste injectie: voor injectie: 45 dedagen verwachte 45 dagen voor datum de voor verwachte devan verwachte de datum partus, datum van tweede de van partus, injectie: de partus, tweede 35tweede dagen injectie: daarna injectie: 35 dagen 35 dagen daarna daarna (overeenkomend (overeenkomend met (overeenkomend 10 dagenmet vóór10 met dedagen verwachte 10 dagen vóór de vóór datum verwachte devan verwachte dedatum partus), datum van derde de vanpartus), injectie: de partus), derde 62 dagen derde injectie: na injectie: de 62tweede dagen 62 dagen na injectie denatweede de (overeenkomend tweede injectie injectie (overeenkomend met (overeenkomend 52 dagenmet post-partus). 52 metdagen 52 dagen Het post-partus). volledige post-partus). immunisatieprogramma Het volledige Het volledige immunisatieprogramma immunisatieprogramma dient bij elke dracht dientdient bij herhaald elke bij dracht elke te dracht worden. herhaald herhaald Contra-indicaties: te worden. te worden. Contra-indicaties: Contra-indicaties: geen. Bijwerkingen: geen.geen. Bijwerkingen: er kunnen Bijwerkingen: na er toediening kunnen er kunnen na vantoediening één na toediening dosisvan vaccin één vanlichte dosis één dosis tot vaccin matige, vaccin lichte voorbijgaande, lichte tot matige, tot matige, voorbijgaande, plaatselijke voorbijgaande, reacties plaatselijke plaatselijke optreden. reacties reacties Dit optreden. zijn vooroptreden. Dit zijn Ditvoorzijn voor2 2 namelijk: zwelling namelijk: (gemiddeld namelijk: zwelling zwelling tot(gemiddeld 5 cm (gemiddeld 5 cm tot 5 cm ), dietot meestal ),binnen die2),meestal die 1 of meestal 2 binnen weken binnen verdwijnt. 1 of 21 weken of 2Inweken sommige verdwijnt. verdwijnt. gevallen In sommige In kan sommige er gevallen ookgevallen pijnkan optreden er kan ook erop pijn ook de optreden pijn plaats optreden van op de deopplaats injectie, de plaats van diede van spontaan injectie, de injectie, in diemaximaal spontaan die spontaan 4indagen maximaal in maximaal verdwijnt. 4 dagen 4 dagen verdwijnt. verdwijnt. Er kan in de eerste Er kan Er24 inkan uur deineerste na deinjectie eerste 24 uur een 24na uur gemiddelde injectie na injectie eenvoorbijgaande gemiddelde een gemiddelde voorbijgaande stijging voorbijgaande van destijging lichaamstemperatuur stijging van de vanlichaamstemperatuur de lichaamstemperatuur voorkomen van voorkomen ongeveer voorkomen van 1 °C,ongeveer van bij sommige ongeveer 1 °C,koeien 1bij°C, sommige bijtot sommige 2 °C. koeien Wachttijd: koeien tot 2 tot °C. nul 2Wachttijd: dagen. °C. Wachttijd: Houder nul dagen. nul vandagen. deHouder Houder van de van de vergunning voor vergunning het vergunning in devoor handel voor het brengen inhet deinhandel de enhandel fabrikant: brengen brengen en LABORATORIOS fabrikant: en fabrikant: LABORATORIOS HIPRA, LABORATORIOS S. A., Avda. HIPRA, HIPRA, LaS.Selva A.,S.Avda. A., 135, Avda. La 17170 Selva La Selva Amer 135,135, (Girona), 17170 17170 Amer Spanje. Amer (Girona), Registratienummers: (Girona), Spanje. Spanje. Registratienummers: Registratienummers: EU/2/08/092/003, EU/2/08/092/003, EU/2/08/092/003, EU/2/08/092/004 EU/2/08/092/004 EU/2/08/092/004 en EU/2/08/092/006. en EU/2/08/092/006. en EU/2/08/092/006. Op diergeneeskundig Op diergeneeskundig Op diergeneeskundig voorschrift. Verpakking: voorschrift. voorschrift. 20 Verpakking: x 1Verpakking: dosis, 1 20x x520 1doses dosis, x 1 dosis, en 11 x5 x125 doses x 5doses. doses en 1Verdeler: en x 25 1 xdoses. 25 HIPRA doses. Verdeler: BENELUX Verdeler: HIPRA NV, HIPRA Adequat BENELUX BENELUX Business NV, Adequat NV, Adequat Center, Business Brusselsesteenweg, Business Center, Center, Brusselsesteenweg, Brusselsesteenweg, 159, 9090 159,159, 90909090 Melle, België, Melle, e-mail: Melle, België, benelux@hipra.com België, e-mail: e-mail: benelux@hipra.com benelux@hipra.com
www.startvac.com www.startvac.com www.startvac.com
Hipra Benelux, Hipra Hipra Benelux, N.V.Benelux, N.V.N.V. Diakenweg Diakenweg 11 Diakenweg 11 11 2033 AP 2033 Haarlem 2033 AP Haarlem AP Haarlem NEDERLAND NEDERLAND NEDERLAND Tel.: +31(0)235 Tel.:Tel.: +31(0)235 332 +31(0)235 526 332332 526526 Fax: +31(0)235 Fax:Fax: +31(0)235 401 +31(0)235 125 401401 125125 www.hipra.com www.hipra.com www.hipra.com
tekst: auteur
HAALMEER MEER UIT UIT HAAL VEEONLINE VEEONLINE veehouderbent bentuu dagelijks dagelijks bezig AlsAlsveehouder bezigmet metdier de gezondheid. Daar kunt u VeeOnline goed bij gezondheid van uw dieren. VeeOnline kan u daargebruiken. Op VeeOnline Rundveedierenartsen vindt u de labuitslagen bij goed ondersteunen. terug vanaf Hieronder leest u nieuws, kunnen vanafjuni dit 2014. jaar digitaal inschrijven met gebruikerservaringen en handige tips om nog meer VeeOnline. Zo verloopt de inschrijving nog uit VeeOnline te halen! completer en efficiënter. Waardoor we nog meer uit VeeOnline halen!
VEEONLINE VAN PIETER FEENSTRA, AUTEUR DIERENARTS VAN DIERENARTSENPRAKTIJK BOLSWARD
tekst “We schrijven alles voor rund digitaal in op onze praktijk. Het scheelt tijd, omdat het apparaat direct het juiste nummer van het bloedmonster scant en dit koppelt aan het dier. Eerst ging dat allemaal op papier. Ons werk gaat zo sneller en het schrijfwerk is veel minder. De veehouders die ik spreek zijn ook positief. Het werkt goed!” Voordelen: • Volledig papierloos werken • De dierenarts heeft altijd alles digitaal bij de hand • Actueel en snel • De dierenarts heeft altijd de juiste diergegevens beschikbaar GA NAAR
Hoe schrijven rundveedierenartsen HOE WERKT HET digitaal in? Wanneer een dierenarts monsters neemt, kan hij deze monsters digitaal inschrijven. In plaats van het invullen van het tekst inzendformulier, gaat de diepapieren renarts naar www.veeonline.nl. In VeeOnline scant hij de monsters. Dit kan op het bedrijf of op de praktijk. Tijdens hettekst scannen wordt het buisje gekoppeld aan het juiste dier en onderzoek. Na het scannen worden de buisjes opgestuurd naar GD. Er is geen papieren inzendfortekstmeer nodig! mulier
Stap 1: Stap 2: Stap 3:
GA NAAR
WWW.VEEONLINE.NL WWW.VEEONLINE.NL
Herkauwer, februari 2016 - 17
‘GROEI’ HET THEMA OP CONGRES GEZONDE MELKVEEHOUDERIJ
Groot bedrijf, strakker management Melkveebedrijven groeien en automatiseren meer. Zo startte GD-directeur Ynte Schukken zijn lezing tijdens het symposium ‘Gezonde Melkveehouderij’ op dinsdag 10 november. “Deze ontwikkelingen vragen een scherper diergezondheidsmanagement.” Er waren nog meer boeiende sprekers en workshops voor de tweehonderd bezoekers aan het IJsseldeltastadion in Zwolle. Ook werden de UGA Uiergezondheid Awards 2015 uitgereikt. Is vierhonderd hetzelfde als acht maal vijftig? Deze vraag stelde Schukken tijdens zijn inleiding en hij gaf ook antwoord: niet als het gaat over koeien. Vierhonderd koeien melken en verzorgen is niet gelijk aan acht koppels van vijftig koeien. “Een groot bedrijf biedt sociaal, economisch en duurzaam kansen, maar infecties handhaven zich gemakkelijker. Door het schaalvoordeel nemen de kosten per kilo melk af, maar met diergezondheid is het net omgekeerd”, citeerde Schukken uit Amerikaans onderzoek en noemde meteen drie redenen waarom infectieziekten zoals salmonella, paratbc, BVD, maar ook Mycoplasma in een grote koppel sneller en langer voor problemen kunnen zorgen. “Wanneer een koe in een grote koppel loopt kan ze meer ‘neuzen’ en dus infecties overdragen, er zijn meer gevoelige dieren in een grote koppel en er is een continue stroom van gevoelig jongvee dat in de veestapel wordt geïntroduceerd.” Is de kans dat een drager een infectie in stand houdt bij vijftig melkkoeien slechts 5 procent, bij tweehonderd koeien is dat percentage gestegen naar 18 procent. Langer programma’s De vraag dringt zich op welke strategie deze bedrijven kunnen toepassen om niet in de problemen te komen. “Het vraagt meer bewustzijn en sneller actie”, antwoordde Schukken. “Er is meer inspanning nodig met controleprogramma’s, en het is vaak nodig langer door te gaan met deze programma’s, wel tientallen jaren.” Hij benadrukte nog maar eens het belang van snel diagnosticeren. “Op een groter bedrijf moet je sneller zijn dan op een klei-
18 - Herkauwer, februari 2016
Tijdens het congres vertelt Ynte Schukken, directeur diergezondheid bij GD, over de uitdagingen op een groeiend bedrijf: “Dat biedt sociaal, economisch en duurzaam kansen, maar infecties handhaven zich makkelijker.”
Alice Booij, freelance redacteur
congres
UIERGEZONDHEID AWARDS 2015: THEO EN HANNY POUWELS, LEO EN MARIANNE LOUWS EN EDWIN EN MARIEKE KEUPER De Uiergezondheid Awards 2015 zijn gewonnen door Theo en Hanny Pouwels uit Weert, Leo en Marianne Louws uit Rilland en Edwin en Marieke Keuper uit Netterden. Bijna tweehonderd bezoekers kenden via sms de familie Pouwels de publieksprijs toe. De awards werden voor de negende keer uitgereikt, waarbij het aantal inzendingen de verwachtingen overtrof. Theo en Hanny Pouwels uit Weert werden opgegeven door hun dochter Gerie in samenspraak met Rik Hendriks, dierenarts van de dierenartsenpraktijk uit Ell. “Onze koeien krijgen een viersterrenverzorging”, zo verklaarden de veehouders hun V.l.n.r: Marieke en Edwin Keuper, Theo en Hanny Pouwels, Leo en Marianne Louws en hun dochter.
ner bedrijf. De kans op problemen door de bedrijfsgrootte stijgt lineair met de toename van aantallen dieren.” Het vakmanschap stelt hogere eisen, evenals de hygiëne tijdens het melken, biest verstrekken en werken aan de immuniteit van de veestapel. “Daarom zijn goede protocollen van groot belang.” Weerstand erfelijk De weerstand van de veestapel is in dit verhaal ook een belangrijke basisvoorwaarde voor een hoge diergezondheid. GD-dierenarts Sanne Carp vertelde hierover aan hand van de resultaten uit het project Weerbaar Vee. Daarbij bleken dieren met hoge waarden aan Nab’s (natuurlijke antilichamen) vatbaarder voor opstartproblemen. “De erfelijkheid van de natuur-
prachtige prestaties van een heel laag celgetal en minder dan 10 procent klinische mastitis. Het afgelopen jaar werd niet één koe afgevoerd vanwege uiergezondheid. Met Leo en Marianne Louws uit Rilland was er ook een robotmelker bij de prijswinnaars, zij werden voorgedragen door Martijn Muskens van ForFarmers. Hun 160 melkkoeien produceren maar liefst 11.000 liter melk per lactatie. De helft van de koeien zetten ze selectief droog en daarmee haalden ze een tankmelkcelgetal van 85.000. “Blijven controleren en direct actie ondernemen”, noemen zij als succesfactoren. Ook bij de derde prijswinnaars, Edwin en Marieke Keuper uit Netterden, is het leveren van de hoogste kwaliteit melk helemaal ingebed in de bedrijfsvoering. Dat signaleerden ook Roy Berentsen van ForFarmers en Fieke van Genugten van de dierenartsenpraktijk Doetinchem-Zeddam die de melkveehouders voordroegen. Met een tankmelkcelgetal van 67.000, minder dan 5 procent klinische mastitis en een dierdagdosering lager dan één horen ze bij de top. Benieuwd naar Edwins kijk op diergezondheid? Blader dan door naar de achterkant van deze Herkauwer.
lijke weerstand ligt op 23 procent en is hiermee vergelijkbaar met uiergezondheid”, lichtte Carp toe, en ze noemde dat rondom het management vooral de transitieperiode van belang is (zie pagina 10 en 11, red.). Bedrijven die gemonitord werden en verbeteringen lieten zien met minder stofwisselingsziekten, pasten met name op drie verschillende punten hun management aan. “Meer voeropname bij de droge koeien door minimaal één keer per dag te voeren, het verschralen van het droogstandrantsoen en geen restvoer van de melkkoeien voeren aan de droge koeien”, somde Carp op. Deze bedrijven hadden 30 procent minder opstartproblemen en de Nab’s waren gedaald. “We kunnen de natuurlijke weerstand beïnvloeden door te optimaliseren en zo de levensduur van koeien verlengen.”
Herkauwer, februari 2016 - 19
Annet Heuvelink, onderzoeker R&D en Yoni Pasman, redacteur
BO Melk: van kweek naar MALDI-TOF Bent u benieuwd naar de oorzaak van mastitis bij die ene koe? Dan kunt u een individueel melkmonster nemen en laten onderzoeken in het GD-lab, een zogeheten BO Melk. Het onderzoek maakt onderscheid tussen verschillende bacterie soorten en of de bacterie omgevings- of koegebonden is. Het onderzoek kan snel, tussen de 24 en 48 uur na binnenkomst krijgt u al de uitslag. Wat gebeurt er in de tussentijd? Voordat u een monster neemt, is het belangrijk dat u de juiste buizen in huis hebt. Voor BO Melk zijn dat buizen met een speciale flipdop. Via uw dierenarts, of rechtstreeks bij GD, kunt u een pakket BO Melk bestellen. Hierin zitten alle materialen die u nodig hebt voor monstername en verzenden van de monsters. Hebt u de juiste buizen, dan kunt u een monster nemen van een kwartier met klinische verschijnselen van mastitis of van een kwartier met een verhoogd celgetal, eventueel na voorselectie aan de hand van de MPR-uitslag en bijvoorbeeld de CMTtest (vierkwartierschaaltje). Het monster stuurt u vervolgens, samen met het inzendformulier naar ons lab. Op het formulier kunt u ook aangeven of u een antibioticagevoeligheidsbepaling wil laten doen om te achterhalen welk antibioticum het beste ingezet kan worden. Eenmaal binnen bij GD, wordt het monster allereerst ingeschreven zodat de juiste uitslag bij de juiste koe komt te staan. Stap 1: celgetalbepaling Nadat het monster is ingeschreven doet de analist eerst een celgetalbepaling. Hieruit volgt een getal dat het aantal cellen, voornamelijk witte bloedlichamen, per milliliter melk aangeeft, en dat geeft een indicatie van de ernst van de problemen. Is het celgetal hoog, dan is de kans groot dat er iets met de koe aan de hand is.
20 - GD Herkauwer, Herkauwer, februari xxx 2015 2016
Stap 2: kweek Daarna wordt het monster op kweek gezet. Met een entoog – een plastic stokje met een rondje eraan (zie afbeelding) – wordt precies 10 milliliter melk uit het monster opgenomen. Vervolgens strijkt de analist dat uit over een voedingsbodem waarop bacteriën goed kunnen groeien. Na een dag wegzetten van de plaat bij een temperatuur van 37 graden zijn losliggende zogenaamde bacteriekolonies zichtbaar, zoals in het midden van de afbeelding te zien. Sommige bacteriesoorten groeien langzamer, deze vertonen pas na 48 of 72 uur zichtbare groei.
uit het lab
HOE WERKT DE MALDI-TOF? Versnelling
Reistijd
De MALDI-plaat wordt hier beschoten met laser.
Elektrisch veld: hier worden de eiwitten versneld.
Na 24 uur beoordeelt de analist de groei op de voedingsbodem: zijn er kolonies zichtbaar? Zo ja, hoe zien ze er dan uit? Hierbij is ervaring van groot belang. Ervaren analisten kunnen vaak al snel aan bepaalde kenmerken zien dat het bijvoorbeeld om Klebsiella of S. aureus gaat. Dit geeft de analist al een eerste aanwijzing. Deze kenmerken noemen we de koloniemorfologie. Stap 3: de MALDI-TOF Om het helemaal zeker te weten gaat een beetje materiaal van de verdachte kolonies in de MALDI-TOF. Daarvoor worden de kolonies met een soort tandenstoker aangetipt en uitgesmeerd op een gemarkeerd spotje op een roestvrijstalen MALDI-plaat, met in totaal 96 spotjes. In de illustratie is dit het roze plaatje aan de linkerkant. Dat laat de analist even drogen en dan gaat er een goedje overheen, de zogenaamde matrix. Deze zorgt in de MALDI-TOF voor een goede warmteoverdracht naar het bacteriemateriaal als het wordt beschoten met laserlicht. In de MALDI-TOF barsten de bacteriecellen open, en komen de eiwitten naar vrij. Die worden positief geladen, vervolgens komen ze in de gasfase. In het apparaat worden ze versneld in een elektrisch veld, en in een vacuĂźmbuis schieten ze dan omhoog. De lichtere eiwitten zijn eerder aan het eind dan de zwaardere. De tijd die een molecuul nodig heeft om de detector te bereiken, is dus een maat voor de massa van het molecuul. Die informatie is belangrijk voor het identificeren van de bacterie.
Detector: de snelheid waarmee de eiwitten boven komen zegt iets over de bacterie.
De detector aan het einde van de buis registreert het als er een eiwitmolecuul aan het eind is. Welke pieken kenmerkend zijn voor elke bacteriesoort staat genoteerd in een bibliotheek, die de fabrikant van de MALDI-TOF zorgvuldig heeft samengesteld. De software bepaalt aan de hand hiervan binnen enkele seconden om welke bacteriesoort het gaat. Het hele proces, van begin tot eind, duurt niet langer dan tien minuten. Stap 4: de uitslag De uitslag van de MALDI-TOF is de definitieve uitslag die u krijgt. Meestal ontvangt u een (deel)uitslag tussen de 24 en 48 uur per mail. Wanneer u ook een antibioticagevoeligheidsbepaling heeft aangevraagd, dan ontvangt u de uitslag van het bacteriologisch onderzoek, mĂŠt daarbij de uitslag van de gevoeligheidsbepaling (in de regel) na 48 tot 72 uur. In dit geval is dit uw einduitslag. Uitslagen De uitslag(en) kunt u bespreken met uw eigen dierenarts. Daarnaast staat het UGA-team van GD dagelijks voor u klaar. Wilt u sparren over een plan van aanpak of de beste maatregelen op uw bedrijf om nieuwe gevallen van mastitis te voorkomen? Neem dan gerust contact op. Ontvangt u uw GD-uitslagen nog niet per mail? Geef dan meteen uw emailadres aan ons door. Informatie over het UGA-team en uiergezondheidsonderzoeken van GD vindt u op www.gddiergezondheid.nl/uga
Herkauwer, GD Herkauwer, februari xxx 2016 2015 - 21
Testen op rundertbc voor het collectief belang Dat rundertbc nog steeds kan toeslaan, ook in officieel vrije landen, bleek afgelopen zomer nog maar eens. In België was een melkveebedrijf zwaar besmet. Gelukkig bleven Nederlandse contactbedrijven buiten schot. Maar hoe kan een ziekte in landen als België en Frankrijk, die al jaren vrij zijn, toch voor problemen zorgen? En hoe voorkom je dit? Clazien de Vos en Ad Koets van het Central Veterinary Institute (CVI), onderdeel van Wageningen UR: “Test na import, voor het collectief belang.” “Je ziet dat een aantal lidstaten die vrij zijn, wel rundertbcuitbraken hebben. Zo zijn enkele regio’s in Frankrijk volgens de norm niet vrij”, zegt Koets. De norm is dat maximaal 0,1 procent van de rundveebedrijven besmet mag zijn met rundertbc. “Sommige Franse regio’s halen dit niet, maar het land als geheel is nog wel vrij omdat alles bij elkaar niet boven de norm uit komt”, vult De Vos aan. Hoe rundertbc precies kan toeslaan
22 - Herkauwer, februari 2016
Rundertbc is een meldings- en bestrijdingsplichtige ziekte. Van klinische verschijnselen van rundertbc dient altijd melding te worden gemaakt bij de NVWA. In dat geval is testen op eigen initiatief niet toegestaan. Is een dier vanuit het buitenland aangevoerd op een bedrijf (zonder klinische verschijnselen van rundertbc) en wil men weten of het dier een rundertbc-besmetting in het buitenland heeft opgelopen, dan mag wel getest worden door de dierenarts. Ongunstige uitslagen moeten te allen tijde gemeld worden bij de NVWA, waarna NVWA vervolgonderzoek doet. Voor meer informatie over het draaiboek rundertbc kunt u terecht bij de NVWA (www.nvwa.nl).
in officieel vrije landen is onbekend, maar de belangrijkste oorzaken zijn vermoedelijk handel tussen bedrijven en contact met besmette wilde dieren. “De situatie lijkt redelijk stabiel, maar rundertbc zou meer aandacht moeten krijgen bij import”, aldus Koets. Lastig op te sporen Het grootste risico voor Nederland ligt bij de import van gebruiksvee, zo bleek uit recent gepubliceerd onderzoek van De Vos en anderen. De Vos: “Besmette kalveren die binnen acht maanden naar de slacht gaan veroorzaken geen grote problemen. Het gaat vooral om fokvee dat wordt geïmporteerd uit risicogebieden. Een infectie is bijna niet te zien aan het dier en lastig op te sporen.” Jarenlang vrij zijn van rundertbc heeft wat dat betreft ook een nadeel: veehouders in Nederland zijn niet meer bekend met de aandoening en herkennen deze minder snel (zie kader ‘Symptomen van rundertbc’). Testen na import is (onder voorwaarden, zie bovenstaand kader) een mogelijkheid om te achterhalen of een rund tbc heeft, zegt Koets. “Het alternatief is wachten op de klinische verschijnselen.” En dan is het vaak al te laat, omdat dieren de infectie dan al verspreid kunnen hebben naar andere dieren, andere bedrijven en mogelijk ook mensen. Testen is niet duur en kan op termijn een hoop ellende besparen, als een bedrijfsruiming zoals die in België. Maar er zijn ook nadelen. “De test is niet heel gevoelig en niet volledig specifiek. Een dier met bijvoorbeeld paratbc kan ook een ongunstige uitslag voor run-
interview
Anja de Bont-Smolenaars, veterinair manager monitoring rund en Yoni Pasman, redacteur
dertbc krijgen, de zogenoemde vals-positieven. Die kans is 1 procent.” Maar het tegenovergestelde kan ook gebeuren wanneer het dier te snel wordt getest. Door de stress die een dier kan ervaren tijdens het transport kan het immuunsysteem onderdrukt worden en kan de reactie op de test uitblijven, de zogenaamde vals-negatieven. “Daarom is het verstandig om na import even te wachten met testen, ongeveer drie tot zes weken. En het dier in de tussentijd in quarantaine te zetten, maar dat is sowieso verstandig”, adviseert Koets.
Koets is het hoofd van het Nationaal Referentie Laboratorium voor mycobacteriële infecties en tuberculose bij Central Veterinary Institute, onderdeel van Wageningen UR.
De Vos werkt als risicoanalist bij Central Veterinary Institute, onderdeel van Wageningen UR, en deed onderzoek naar de importrisico’s van rundertbc voor Nederland.
Huidtest: zwelling is infectie Het testen van de aangevoerde dieren gaat in stappen: allereerst bestelt de dierenarts bij CVI VZ-tuberculines (VZ staat voor ‘vogel’ en ‘zoogdieren’). Deze bestaan uit twee mengsels van bacteriedelen die, wanneer ze geïnjecteerd worden op de juiste plekken in de halshuid van het dier, een reactie oproepen
Symptomen van rundertbc • Meestal een chronische ziekte • Verloop kan meerdere maanden tot jaren duren. Achter nieuwe bullet zetten • Geringe en fluctuerende verhoging van de lichaamstemperatuur • Gewichtsverlies • Hoesten.
als de koe geïnfecteerd is met rundertbc. Drie dagen na de injectie controleert de dierenarts of de plekken zijn gaan zwellen. Is de uitslag ongunstig, dan moet dit gemeld worden bij de NVWA (zie kader). Collectief belang Er is een kleine kans dat rundertbc wordt gevonden, maar het is beter om het zekere voor het onzekere te nemen, vindt De Vos. “Hoewel er nadelen zitten aan de test, waaronder de kans op valspositieven of valsnegatieven, is het altijd beter dan de huidige situatie. Nu weten we niks. Als een dier met tbc langere tijd op een bedrijf aanwezig is, kan de infectie zich ongemerkt verspreiden.” Testen is bovendien niet alleen in het belang van het eigen bedrijf. “Doe het voor het collectief belang”, zegt Koets, “al is het maar om als land de vrije status te behouden en niet met restricties voor export te maken te krijgen.” En ook handelaars hebben een belangrijke rol: zij kunnen beter letten op het gebied waar de importdieren vandaan komen. “Vooral Ierland en Zuid-Engeland zijn risicogebieden. Maar in het verleden zijn ook besmette dieren geïmporteerd uit landen die officieel vrij zijn, zoals Polen, België en Duitsland. Ook bepaalde regio’s in Frankrijk vormen momenteel dus een risico. Je hebt meer zekerheid met dieren uit Denemarken, Noorwegen en Zweden”, zegt Koets. Wil je helemaal zeker zijn dat je geen rundertbc op het bedrijf introduceert, dan is er maar één oplossing, zeggen De Vos en Koets allebei: “Gewoon geen vee aankopen uit het buitenland.”
Herkauwer, februari 2016 - 23
Gezocht: ondernemende jonge melkveeboeren! BEN JIJ KLAAR VOOR HET LEIDEN VAN HET BEDRIJF VAN DE TOEKOMST?
: NIEUW r jaa 1 nu ook ! jk li moge
e M et d ez elslfdo n s voo rd e le n gara m m a! 2-j a rig e p ro
Wil jij leren en geld verdienen door te werken met 500+ koeien in Nieuw-Zeeland? New Zealand Dairy Careers vergroot jouw perspectief met een werk & studie programma op maat! Een uitstekend salaris, introductieprogramma en lokale ondersteuning door NZDC. Voor meer informatie: sjoerd@nzdairycareers.nl 06-28343207
GD_herkauwer.indd 1
BOX PELLETS
01-02-16 11:55
De volgende stroproducten zijn zeer aantrekkelijk in prijs-kwaliteitverhouding ten opzichte van andere strooisels. De producten nemen ook veel meer vocht op en hebben een zeer positieve uitwerking op de mest. Crush Lava 3 mix vanaf € 185 per ton • Rubbermatbedden • Diepstrooiselboxen • Pluimvee • Paardenboxen Boxpellets vanaf € 155 per ton • Diepstrooiselboxen • Paardenboxen • Vrijloopstallen • Potstallen Boxcrush vanaf € 185 per ton • Pluimvee • Rubbermatbedden • Diepstrooiselboxen • Paardenboxen
Guido Sinnige • tel. 06 - 215 84 212 • www.boxpellets.nl
ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE?
Neem contact op met: Misha Stork T 0314-35 58 32 E misha.stork@pshmediasales.nl I www.pshmediasales.nl
monitoring
Linda van Wuijckhuise, dierenarts rundvee
Hoe voorkom je ziekte-insleep? Jaarlijks veranderen tienduizenden runderen van eigenaar, en dan rekenen we kalveren voor de vleeskalverhouderij nog niet mee. De aankoop van een rund is een risico op ziekte-insleep op het rundveebedrijf, dit kan grote economische verliezen met zich meebrengen. Door rekening te houden met de gezondheidsstatus van de verkoper kan al een hoop leed gespaard blijven. Op jaarbasis voert 47 procent van de melkveebedrijven één of meerdere dieren aan, 34 procent zelfs meer dan twee runderen per jaar. Iedere aankoop is een risico op ziekte-insleep, tenzij de ziekte al op het bedrijf voorkomt en de dieren dus antistoffen hebben. Dieren hoeven op het moment van verhandelen geen ziektebeelden te vertonen, terwijl ze wel drager kunnen zijn van infecties, bijvoorbeeld IBR, BVD, salmonella, paratbc, leptospirose, Neospora, Mortellaro, huidschimmel of schurftmijten. Aansturing Als u deelneemt aan GD-diergezondheidsprogramma’s, bijvoorbeeld IBR-vrij, of Salmonella Programma Onverdacht, en u voert dieren aan van een bedrijf met een lagere status, dan krijgt u van ons een aansturing om de aangevoerde dieren te onderzoeken op dragerschap. Dit om te voorkomen dat u ziekten insleept. Onderstaande tabel laat zien welk percentage veehouders per diergezondheidsprogramma dieren aanvoert met een onbekende gezondheidsstatus. Opvallend hierbij is dat juist bedrijven met een ’Tankmelk Onverdacht’-status – en dus een groot aantal dieren zonder antistoffen voor die ziekte – aankoopt, en daarmee het risico neemt op een ziekte-uitbraak en schade. Ziekte
percentage bedrijven dat aanvoerde van een bedrijf met lagere status in 2e kwartaal 2015
Leptospirose
6%
Salmonella
24%
Paratbc
6%
IBR-vrij
7%
IBR Tankmelk Onverdacht
19%
BVD-vrij
22%
BVD Tankmelk Onverdacht
28%
Aanvoer met hogere status Veehouders die niet aan diergezondheidsprogramma’s deelnemen en ziekte-insleep willen voorkomen, kunnen overwegen om alleen dieren aan te voeren van een bedrijf met een hogere status. Een andere preventieve maatregel is onderzoek te doen na aanvoer. In België heeft men hiervoor – met subsidie vanuit hun Sanitair fonds – een aankoopprotocolonderzoek, waarbij aangetoonde infecties met paratbc, BVD-virus en Neospora koopvernietigend zijn. Dat wil zeggen dat wanneer een veehouder een rund aankoopt en het dier geïnfecteerd is, de koop teruggedraaid kan worden. Aanvoer vormt bovendien niet alleen een risico voor individuele bedrijven. Zo is de Nederlandse veehouderij bijna vrij van leptospirose, maar zien we dat sinds het vierde kwartaal van 2014 leptospirose-vrije bedrijven twee tot vijf keer zo veel dieren aanvoeren, die – bij gebrek aan voldoende gebruiksvee in eigen land – deels werden geïmporteerd. Bij het verplichte aanvoeronderzoek bleken besmette dieren te zitten, die moesten worden afgevoerd. Helaas blijkt dat de aanvoer op drie melkveebedrijven toch al tot een uitbraak van de ziekte heeft geleid.
Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de dier gezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van EZ, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.
Herkauwer, februari 2016 - 25
GD NEEMT AFSCHEID VAN RUNDVEEDIERENARTSEN JAN VELING EN HAN HAGE
Aangezien Han in Maastricht woont en Jan in Heerenveen, zien de twee elkaar alleen als ze tegelijkertijd ‘op kantoor’ in Deventer zijn. Het fotomoment grijpen ze dan ook aan om even bij te praten.
Twee dierenartsen met een drijfveer Vlak voordat de basis werd gelegd voor een groot aantal infectieziekteprogramma’s, begonnen twee rundveedierenartsen bij GD. Het was 1991 en Jan Veling werd aangenomen bij GD in Gouda en Han Hage in Drachten. Nu, na bijna 25 jaar, vertrekken ze. Van toen tot nu hebben beide heren wetenschappelijk én praktisch meegebouwd aan de bestrijding van dierziekten, elk op hun eigen terrein. Het klimaat waarin Jan en Han bij GD begonnen was er één van investeren in de toekomst. Vanuit de melkveesector kwam meer animo voor landelijke bestrijdingsprogramma’s, zoals voor IBR en BVD. Veel dierenartsen mochten promotieonderzoek doen, zo ook Han en Jan. Han: “In de jaren 90 ontstond een klimaat vanuit de veehouders en de zuivel, dat men kwaliteit wilde leveren. We wilden vooroplopen in de wereld als het gaat om diergezondheid. Men had ervoor gekozen om IBR te gaan bestrijden, eigenlijk was het toen dezelfde tijd als nu.”
26 - Herkauwer, februari 2016
Jan: “Ik begon bij GD met voeding en gezondheid. En omdat zich destijds een salmonellaprobleem voordeed in Nederland dat toenam, en het vermoeden was dat dat met voeding te maken had, werd mij gevraagd daar iets mee te gaan doen. Zo ben ik eigenlijk in de infectieziekten gerold, en dat heeft uiteindelijk geleid tot een promotietraject.” Hoewel beiden zich veel hebben begeven op het wetenschappelijke veld, is dat niet wat hen het meest aan dit werk heeft getrokken. Jan zag bij Han een vlam ontbranden toen hij zich bezighield met een proef omtrent IBR op Ameland. Het doel was om te kijken of het eiland IBR-vrij te krijgen was. Jan: “Daar kon je heel blij van worden. Je had een bepaald idee dat het zou moeten lukken om iets vrij te krijgen en dat wilde je gewoon gaan doen. Daar stond niet zozeer het ónderzoek centraal, maar meer de drive om die sector en je werk te verbinden. Zeg ik dat goed?”
interview
Yoni Pasman, redacteur
Han: “Jazeker, ik sta ook graag aan de frontlinie, en er juist ook een beetje overheen.” Jan: “Voor mij is het dat één en één soms drie is. Dat je je eigen expertise inbrengt en dat anderen weer iets heel anders in kunnen brengen.” Samenwerken is dus het toverwoord. Han: “Ik realiseer me heel goed dat ik een van de schakeltjes ben binnen de hele GD. Dat ik dit met plezier heb mogen doen en dat er zoveel mooie dingen uit gekomen zijn is dankzij al die andere mensen met specialistische kennis met wie ik heb mogen samenwerken.” Jan: “Mee eens. Nog zo’n voorbeeld van een goede samenwerking is wat we voor het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren hebben neergezet. Daarvoor is in 2012 financiering gekomen voor vier sociaalmaatschappelijk werkers. Als iemand depressief is, dan kan ik daar als dierenarts niets mee. Maar er zíjn wel mensen die daarbij kunnen helpen. En deze veehouders móeten ook geholpen worden, anders worden de dieren niet goed verzorgd. In die ontwikkeling was ik een schakeltje in het geheel en dat heb ik heel plezierig gevonden. Een stap vooruit.” Eén van de recentste successen op het gebied van antibioticabeheersing is het Bedrijfsantibiogram Mastitis, dat GD onlangs als product beschikbaar heeft gemaakt. Een grote rol in de ontwikkeling van dit product was weggelegd voor Han. Han: “GD heeft daar echt innovatief onderzoek gedaan. Samen met de afdeling R&D hebben we een product ontwikkeld waarmee melkveehouders inzicht krijgen in de antibioticagevoelig-
Jan Veling: “Door samenwerking is één en één soms drie”
Han Hage: “Sector verdient een pluim voor de daling van antibioticumgebruik”
heid van mastitiskiemen op bedrijfsniveau. Dat is heel bijzonder. Het zegt ook iets over het bedrijf GD, dat het zo’n onderzoek aandurft. Het antibioticumgebruik is in de melkveehouderij enorm gedaald, door de ontzettend enthousiaste aanpak van de sector. Het is zelfs zo laag dat het Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDA) nu zegt dat we meer het accent moeten plaatsen bij het voorkomen van resistentie. Ik wil met name een pluim geven aan de rundveehouders en hun sector, die dit zelf hebben opgepakt.” Op het punt van infectieziekte hebben Jan en Han elkaar vakmatig even ontmoet, maar verder hebben ze hun eigen weg gevolgd bij GD, en aan veel verschillende projecten en programma’s mogen werken. Han: “We vertegenwoordigen allebei de diversiteit van het werk van GD. En dat is het interessante van dit bedrijf ook. Dat er zo veel verschillende vlakken op het gebied van diergezondheid zijn waarop je zelfs actief móét zijn.” Jan: “Diversiteit is misschien niet altijd een kracht, want je raakt daardoor versnipperd, maar anderzijds is het dat ook wél, want als het ene niet goed loopt binnen een organisatie, dan loopt er iets anders financieel wel goed. Dus daarmee kunnen we ook als bedrijf overleven.”
Herkauwer, februari 2016 - 27
Samen werken aan diergezondheid
Waak voor Neospora
Speelt Neospora een rol op uw bedrijf?
Tijdel ijke actie
Elk melkveebedrijf heeft wel eens een verwerper. Vaak wordt dit gezien als iets dat ‘erbij hoort’, maar wist u dat Neospora de belangrijkste gevonden oorzaak is van verwerpen? Check nu vrijblijvend de Neospora-situatie op uw bedrijf voor slechts € 47,50 (excl. btw) en ontvang gratis het ‘Waakt u met ons mee’-bordje. Ga voor meer informatie en aanmelden naar www.gddiergezondheid.nl/neospora. De actie loopt tot 15 maart. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl
CHRIS RAATGEVER
WALTER SCHOUTEN “Als buitendienstmedewerker sta ik graag klaar voor veehouders met vragen over van alles en nog wat. Maar tijdens klantenbezoek krijg ik geregeld te horen dat ze mijn telefoonnummer moeilijk kunnen vinden. Dat is erg vervelend, want we willen natuurlijk dat iedereen ons makkelijk kan bereiken. Via www.gddiergezondheid.nl/buitendienst komt u rechtstreeks op de contactpagina van de buitendienst. Hier vindt u een overzicht van de verzorgingsgebieden per buitendienstmedewerker. Rechts in het scherm ziet u onze namen, als u daarop klikt vindt u het telefoonnummer en het e-mailadres van de betreffende buitendienstmedewerker. En om het voor iedereen makkelijker te maken, ook de mensen die digitaal minder bedreven zijn, hebben we op deze pagina in de Herkauwer ook alle telefoonnummers vermeld. Zo vindt u altijd de juiste buitendienstmedewerker!”
“Een boer belde mij omdat zijn bedrijf zou worden verplaatst naar een plek 30 kilometer verderop. Hij zou ook 75 melkkoeien overnemen van de vorige eigenaar en zijn eigen 60 melkkoeien meenemen. De grootste opgave was in dit geval het gelijktrekken van de diergezondheidsstatussen. De oude locatie met zijn 60 koeien had een BVD-vrij status, maar de nieuwe locatie met de 75 melkkoeien niet. Zodra de vorige eigenaar vertrok hebben we daarom een QuickScan BVD gedaan van de melkgevende dieren (het jongvee was door de vorige eigenaar meegenomen). Die uitslag bij de melkgevende dieren pakte gunstig uit, dus konden de koppels worden geïntegreerd op de nieuwe locatie. We hebben gekozen voor een bewakingsonderzoek op virus bij alle kalveren die geboren worden. De salmonella-onverdacht status werd op de nieuwe locatie voortgezet. De oude locatie dient momenteel nog als opfoklocatie, daarvoor heb ik een Veterinaire Eenheid geregeld, zodat daar ook de statussen behouden bleven.”
DIENSTMEDEWERKERS Nico Konijn Walter Schouten Chris Raatgever Theo Scheepens Frans Jansen Hans Miltenburg Toine van Erp Heleen Worm Sietske Haarman - Zantinge Chantal Winterman - Schrijver Anita ten Wolthuis - Bronsvoort Anton Gosselink Sabine Tijs Lammert de Vries Jan Strampel
0570 - 66 03 07 0570 - 66 04 62 0570 - 66 04 58 0570 - 66 04 61 0570 - 66 05 44 0570 - 66 03 32 0570 - 66 03 94 0570 - 66 03 75 0570 - 66 03 61 0570 - 66 04 79 0570 - 66 04 32 0570 - 66 04 98 0570 - 66 03 67 0570 - 66 04 39 0570 - 66 04 64
Nico Konijn
Lammert de Vries
Jan Strampel
Nico Konijn
Sabine Tijs Chantal WintermanSchrijver
Anton Gosselink Anita ten WolthuisBronsvoort Sietske Zantinge
Heleen Worm
Theo Scheepens
Toine van Erp
Theo Scheepens Hans Miltenburg Frans Jansen
Herkauwer, februari 2016 - 29
Ziet u door de bomen het bos niet meer bij het kiezen van een langwerkende mineralenbolus? Kiezen is nog nooit zo eenvoudig geweest! Namelijk Uno bolussen!
Hieronder vindt u vier factoren die u helpen om een juiste keuze te maken bij uw aankoop:
Bezit de bolus een GMP+ logo?
Volledig GMP+ erkend.
Bezit de bolus naast micro mineralen tevens belangrijke vitaminen, zoals Vitamine E?
Bevatten naast micro mineralen tevens vitaminen, zoals vitamine E.
Is de bolus die u wordt aangeboden onderzocht?
Volledig onderzocht.
Bezit de bolus over een DCD keurmerk? Dagelijks gecontroleerde afgifte!
Beschikken over een DCD keurmerk .
Wij introduceren 3 Uno bolussen! (Uno Grow Calf, Uno Grow en Uno Dry) Groei % ontwikkeling jongvee
Droogstand melkvee
Uno Grow Bolus
Uno Dry Bolus
Voor opgroeiende kalveren de beste bolus. Te verstrekken al vanaf de 6e week na de geboorte. (Praktijk speenleeftijd ca. 12 weken) Bevat: Koper, zink, jodium, kobalt, selenium, mangaan, Vitamine A, Vit. D3 en Vit. E. Werkingsduur: 6 maanden (= 180 dagen) Gecontroleerde gift en dosering per dier per dag. Onderzocht en bewezen in de praktijk. Uw voordeel: optimale groei en ontwikkeling van uw toekomstige melk- / fokvee.
Voor opgroeiend jongvee (vanaf 6 maand (150 kg) de beste keus. Bevat: Koper, zink, mangaan, jodium, kobalt, selenium, Vit. B2, Vit. B6, Vit. B12 en Vit. E. Werkingsduur: 6 maanden (= 180 dagen) Gecontroleerde gift en dosering per dier per dag. Onderzocht en bewezen in de praktijk. Uw voordeel: optimale groei en ontwikkeling van uw toekomstige melk- / fokvee.
Uno Dry (droogstand bolus ook wel afkalfbolus genoemd). Voor droogstaand vee. (Speciale droogstand formule) Bevat: Biotine, jodium, koper, kobalt, mangaan, selenium, zink, Vit. A, Vit. D3 en Vit. E. Werkingsduur: 4 maanden (=120 dagen) Gecontroleerde dosering per dier per dag Onderzocht en bewezen in de praktijk. Uw voordelen: Hardere klauwen, meer melk, optimale vruchtbaarheid, soepel afkalven.
De Uno bolus is de bolus die zich zelf terug verdient!
700
700
600
600
500
500
400
400
300
300
200
200
100
100
Groei jongvee:
0
Met Uno Grow
0
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18 20 22 24 LEEFTIJD IN MAANDEN
GEWICHT IN KILO
GEWICHT IN KILO
Uno Grow Calf bolus
Kijk voor meer informatie op
www.boerenwinkel.nl
Zonder Uno Grow
de boer op
65% … MEER BVDOORBIOPTEN KREEG HET GD-LAB IN 2015 BINNEN, IN VERGELIJKING MET 2014
ZONDER BVD EEN RUSTIG KOPJE KOFFIE Het kopje koffie van Raymond Tijs en Cristie Hegeman uit Luttenberg én dat van Teus, Gerie en Gwendolyn Verboom uit Streefkerk smaakt sinds kort extra lekker. Beide wonnen namelijk met hun -bijna identieke- slagzin een luxe espressomachine op de RMV in respectievelijk Hardenberg en Gorinchem. De winnende zinnen? ‘Wie weet hoe het zit met BVD op zijn bedrijf drinkt rustiger zijn kopje koffie’ (familie TijsHegeman) en ‘Wie weet hoe het zit
met BVD op zijn bedrijf kan met een gerust hart een GD-mokje koffie drinken’ (familie Verboom). Beide gezinnen hebben ervaring met BVD op hun bedrijf en de aanpak ervan: allebei hebben ze dragers afgevoerd. Zowel de familie Tijs als Verboom wil naar BVD-vrij. Zodat ze nóg rustiger een kopje koffie kunnen drinken uit hun nieuwe espressomachine!
vraag & antwoord
VRAAG: IS BRONWATER ALTIJD GESCHIKT ALS DRINKWATER? ANTWOORD: TOINE VAN ERP
Niet altijd. Het lijkt logisch dat wanneer onderzoek op het bronwater gunstige uitslagen geeft, het water geschikt is als drinkwater in de drinkbakken. Helaas blijkt dat in de praktijk vaak anders te zijn. Goede kwaliteit bronwater kan via de leidingen en in de waterbakken sterk worden verontreinigd. Zo kan methaan en zwavelwaterstof, dat altijd aanwezig is in het bronwater, alleen weg als het water wordt belucht en ontgast. Deze stoffen blijven bij de ‘gesloten’ systemen dus aanwezig. Mangaan en ijzer worden in de gangbare systemen verwijderd, maar tijdens piekmomenten van waterbehoefte is de capaciteit van de meeste systemen ontoereikend. Mangaan en ijzerdelen worden dan afgezet aan de binnenzijde
van de leidingen en samen met het methaangas vormt dat een ideale voedingsbodem voor bacteriën en andere micro-organismen. In de waterbakken is er continu sprake van verontreiniging vanuit de omgeving; mest- en urinespetters en voerresten die via de bek van de koeien in de bakken belanden, kunnen het kiemgetal van het water enorm verhogen. Tijdens warmere perioden wordt dit effect nog eens versterkt vanwege de hogere watertemperaturen. Het is dan ook belangrijk om de waterleidingen te controleren op afzetting van ijzer, mangaan en slijmvorming en indien nodig te reinigen met de daarvoor geschikte middelen. Daarnaast is frequent reinigen van de waterbakken (één à twee keer per week ) noodzakelijk om de koeien schoon en smakelijk drinkwater te bieden.
Herkauwer, GD Herkauwer, februari xxx 2016 2015 - 31
Diergezondheid volgens Edwin Keuper Dat zijn uiergezondheid wel op orde is, bleek al uit het feit dat Edwin Keuper en zijn vrouw Marieke uit Netterden afgelopen november een Uiergezondheid Award wonnen (zie pagina 18 en 19). Uitzonderlijk goed was bijvoorbeeld de BSK, die een aantal keer hoger was dan het celgetal (een BSK van 48 tegenover een celgetal van 38(.000)). Afgelopen jaar was er slechts 1,5 procent klinische mastitis. “Een laag celgetal is voor mij geen doel op zich. Ik werk gewoon graag met koeien die gezond en fit zijn.” Selectief droogzetten Edwin werd door zijn dierenarts en voeradviseur genomineerd, elk met een eigen reden. “Blijkbaar doe ik een paar dingen goed. Je hebt dat zelf niet eens zo door.” Bijzonder is bijvoorbeeld dat Edwin zijn 145 melkkoeien al zo’n veertien jaar selectief droogzet. “De dierenarts vroeg me destijds om mee te doen met een proef met Orbeseal. Dat ging prima, dus ben ik ermee doorgegaan. Ik doe nu alleen wel aan dubbeltherapie, dus Orbeseal en alleen als het echt nodig is antibiotica.” En met succes: het celgetal blijft continu onder de 100. Verkouden Edwin blijft bescheiden. “Ik wil niet zeggen dat hier nooit iets misgaat. Als een koe een keer een vlokje heeft doe ik niet zoveel, als de weerstand goed is geneest ze vanzelf. Sommigen zeggen dat een hoger celgetal nodig is voor een betere weerstand, maar dat vind ik onzin. Ik wil ook niet de hele tijd verkouden zijn om maar niet ziek te worden.” Droogstand Voor de voeradviseur was de opstart na de droogstand één van de redenen om Edwin te nomineren voor de prijs. “Gezonde koeien hebben alles met goed voeren te maken.” Hij geeft de dieren geen gemengd voer, alleen gras, maïs en natuurlijk krachtvoer. En in de transitieperiode besteedt de melkveehouder extra aandacht aan het voer van de droge koeien. “Die periode is cruciaal. Als je daar goed doorheen komt kan er niet meer zo veel fout gaan. Het blijkt soms ook een kwestie van geluk: je kunt er heel veel aan doen en dan lukt het toch niet. En soms heb je er weinig aandacht voor en lukt het wel.”
Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl