Samen werken aan diergezondheid
GD-magazine - november 2016 - nummer 86
herkauwer
REPORTAGE
Dierenarts Arie Dirk Trappenburg: “Met onderzoek kun je finetunen”
DIEREN AANVOEREN Dubbelcheck de status
KNOPVELSIEKTE
Zou u het herkennen?
Elke koe verdient bescherming Eénmalige BVD vaccinatie, 1 jaar bescherming • bescherming tegen type 1 en 2 • maakt bescherming eenvoudig • maak een bewuste keuze, gebruik het nieuwste BVD vaccin! Vraag uw dierenarts om meer informatie.
Bovela, bevat per dosis (2 ml): levend verzwakt BVDV-1, ncp stam KE-9 en levend verzwakt BVDV-2, ncp stam NY-93. Doeldier: Rund. Indicatie: Voor de actieve immunisatie vanaf een leeftijd van 3 maanden om hyperthermie te beperken en de reductie van leukocyten veroorzaakt door BVDV-1 en BVDV-2 te minimaliseren, en om de virusuitscheiding en viremie veroorzaakt door BVDV-2 te verminderen. Voor de actieve immunisatie van runderen tegen BVDV-1 en BVDV-2 om de geboorte van persistent geïnfecteerde kalveren te voorkomen. Duur van de immuniteit: 1 jaar. Contra-indicatie: Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of één van de hulpstoffen. Toediening: 2ml Intramusculair. Het wordt aanbevolen om rundvee tenminste drie weken vóór inseminatie/dekking te vaccineren voor foetale bescherming vanaf de eerste dag van conceptie. Dieren die later dan 3 weken vóór de dracht of tijdens de vroege dracht gevaccineerd worden zijn mogelijk niet beschermd tegen foetale infectie. Dit dient in overweging genomen te worden bij koppelvaccinatie. Hoewel persisterende infectie van de foetus door vaccinatie niet is aangetoond, kan transmissie naar de foetus niet worden uitgesloten. Daarom dient gebruik tijdens de dracht per geval beoordeeld te worden door de behandeld dierenarts, rekening houdend met bijvoorbeeld de immunologische BVD status van het dier, de duur tussen vaccinatie en dekking/ inseminatie, het stadium van de dracht en het risico op infectie. Voornaamste bijwerkingen: een milde zwelling en noduli tot 3 cm diameter werden waargenomen op de plaats van injectie en verdwenen binnen 4 dagen na de vaccinatie. Een verhoging van de lichaamstemperatuur binnen de fysiologische marge komt vaak voor binnen 4 uur na vaccinatie en verdwijnt spontaan binnen 24 uur. Wachttijden: Nul dagen. REG NL 114058. Duur van de immuniteit: 1 jaar. Kanalisatie: UDD. Voor meer informatie: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com, www.boehringer-ingelheim-ah.nl, +31(0)725662411. Oktober 2016
voorwoord
DATEN EN MATCHEN Nee, GD gaat zich niet begeven op de bloeiende relatiemarkt met een spannende datingsite. Er zijn ook geen ambities voor een runderequivalent daarvan, zoals de al bestaande talloze stieradvies- of paringsprogramma’s. Toch beweegt GD zich op de datingmarkt, door zich te richten op het matchen van gezondheidsstatussen tussen rundveebedrijven. Elk bedrijf kent een status voor het scala aan dierziekten die we in Nederland hebben uitgeroeid, onder controle hebben of collectief uit willen bannen. Bij de gang van het ene naar het andere bedrijf is de status van de bedrijven van belang. Immers, een lagere status vergroot de kans dat een ziekte opnieuw geïntroduceerd wordt op het aanvoerende bedrijf. In deze editie van de Herkauwer besteden we hier specifiek aandacht aan. Kernvraag bij iedere aankoop is: matchen de statussen? De vraag stellen is vaak al voldoende om problemen te voorkomen,
er is voldoende diagnostiek om de aan te voeren dieren te screenen op antistoffen of ziektekiemen. Blijft er reden tot twijfel? Dan niet oversteken luidt het aloude devies. Als Nederland zijn we ook zuinig op onze gezondheidsstatus en willen die op een hoger niveau brengen. Denk aan de voorbereidingen om IBR en BVD collectief te bestrijden. Maar ook is het zaak alert te zijn op nieuwe bedreigingen. Lumpy skin disease, of knopvelsiekte, is daarvan een voorbeeld. Duikt dit hier onverhoopt op, dan is het essentieel om die signalen ogenblikkelijk op te pikken. Een instrument als de Veekijker, onderdeel van de diergezondheidsmonitoring, blijkt hierbij van onschatbare waarde. Dat beschrijft Anouk Veldhuis in haar promotieonderzoek over de schmallenbergepidemie. Zeker, melkproductiegegevens blijken een belangrijke vingerwijzing, maar telefoontjes naar de Veekijker deden snel de alarmbellen afgaan. Kijken, vertellen, luisteren. Signalen afgeven en opvangen: tijdig matchen ervan is de crux en ja, best spannend op z’n tijd. Bert de Lange, sectormanager rund
04 Actueel 07 Kalender 09 Onderzoek: Veekijker onvervangbaar bij
Bereikbaarheid U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.
uitbraken
Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten.
10 Biest: de basis voor gezonde opfok 13 Pilot digitaal inschrijven BVD Oorbiopten 14 Reportage MTS Van Schip en Arie Dirk
10
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: via het aanmeldformulier op www.gddiergezondheid.nl en telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
Trappenburg: “Met tankmelkonderzoek kun je finetunen”
colofon Herkauwer is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Sietske Haarman, Bert de Lange, Jet Mars, Helen de Roode, Linda van Wuijckhuise | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Yoni Pasman | Redactieadres GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Bosnië Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, en HerzeServië redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie govina Senefelder Misset | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Abonnementen Herkauwer Montenegro wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (vier nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 19,20 euro (exclusief btw) | Advertenties PSH Media Sales, T. 0314-35 58 00 | Verschijningsfrequentie vier keer per jaar Macedonië Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, kunt u deze via redactie@gddiergezondheid.nl doorgeven aan de redactie. Overname van Albanië artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875a-2594 Adreswijzigingen: bel 0900 1770 (lokaal tarief)
inhoud
19 Automatische incasso: lekker makkelijk 20 Uit het lab: Wel of geen antistoffen? 22 Drinkwatermonsters nemen en 14
beoordelen Roemenië
23 Gerdien van Schaik:”Veemarkt is symbool voor Nederland”
24 Aanvoeren? Dubbelcheck de status 26 Monitoring: Knopvelsiekte, zou u het
Bulgarije
Turkije
Limnos
Griekenland
26
Lesbos
herkennen?
29 Buitendienst ‘on the road’ 31 De boer op 32 Diergezondheid volgens Suzanne Ruesink
Herkauwer, november 2016 - 3
Last call: profiteer nu nog van de ZuivelNLsubsidie voor IBR en BVD
Nieuw: QuickScan Neospora Voor wie snel een beeld wil van de neosporasituatie op zijn bedrijf, biedt GD een nuttige en bruikbare combinatie van onderzoeken aan in één pakket: de QuickScan Neospora. Het QuickScan Neospora-pakket bestaat uit een eenmalig tankmelkonderzoek én bloedonderzoek bij vijf specifiek geselecteerde dieren. Door deze combinatie van tests weet u snel hoe u ervoor staat als het gaat om neospora, zonder dat u direct een complete bedrijfsscreening hoeft te doen. Bestel de QuickScan Neospora van 72 euro nu voor 59,95 euro (excl. btw en basiskosten) via www.gddiergezondheid.nl/neospora. Let op: het actietarief geldt wanneer de monsters vóór 15 december 2016 worden opgestuurd naar GD. GA NAAR WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ NEOSPORA
4 - Herkauwer, november 2016
Melkveehouders kunnen nog tot 31 december gebruik maken van de subsidie van ZuivelNL voor de aanpak van BVD en IBR. Samengevat gelden voor GD-labonderzoeken en GD-programma’s op het moment dat deze Herkauwer verschijnt, nog de volgende subsidies: • 110 euro subsidie op de onderzoekskosten van de QuickScan BVD (inzenden van volledig pakket), de QuickScan BVD kost dan dus 27,25 euro*; • 3 euro subsidie (per biopt) op de onderzoekskosten voor het BVDoorbioptonderzoek bij GD, de prijs is dan dus 5,15 euro* per biopt; • een tegemoetkoming van 200 euro op de kosten voor het uitvoeren van diagnostiek die nodig is om, of direct de eerste stap te zetten naar BVD-vrij Certificering, of om de overstap te maken van BVD Tankmelk Onverdacht
naar BVD-vrij Certificering; • 25 euro subsidie op een eenmalig tankmelkonderzoek naar IBRantistoffen, dit tankmelkonderzoek kost dan dus 3,50 euro*; • een tegemoetkoming van 200 euro op diagnostiek die ingezet wordt om, of direct de stap te zetten naar IBR-vrij Certificering, dan wel om de overstap te maken van IBR Tankmelk Onverdacht naar IBR-vrij Certificering; *Tarief excl. basiskosten en excl. btw. NB: Zorg ervoor dat de monsters uiterlijk twee weken voor het einde van het jaar worden ingestuurd naar GD om er zeker van te zijn dat de monsters daadwerkelijk op 31 december zijn ingeschreven en de subsidie kan worden verrekend. ALLE INFORMATIE EN VOORWAARDEN OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/RUND
Wat vindt u van de Herkauwer? Rundveehouders hebben bij deze Herkauwer een brief ontvangen met een uitnodiging om mee te doen aan ons lezersonderzoek. Laat ons weten wat u van ons blad vindt! Zo kunnen wij het continu verbeteren. Onder de melkveehoudende deelnemers verloten we 25 keer een tankmelkonderzoek naar keuze (IBR, Neospora, Leverbot, Mineralen, Uiergezondheid of Salmonella), vleesveehouders maken kans op een neosporawaarschuwingsbordje. Ga naar www.gddiergezondheid.nl/ lezersonderzoek om uw mening te geven. Meedoen kan tot 23 december. Bent u dierenarts? Dan hopen we dat u binnenkort deelneemt aan het lezersonderzoek voor dierenartsen. Informatie hierover ontvangt u met de nieuwsbrief Veterinair. Uiteraard mag u ook beide enquêtes invullen.
Samen werken aan diergezondheid
GD-magazine - november 2016 - nummer
herkauwer
86
REPORTAGE
Dierenarts Arie Dirk Trappenburg: “Met onderzoek kun je finetunen”
DIEREN AANVOEREN
Dubbelcheck de status
KNOPVELSIEKTE
Zou u het herkennen?
HE86_cover.indd 1 27-10-16 16:21
HET LEZERSONDERZOEK VINDT U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ LEZERSONDERZOEK
actueel
Vijfstappenplan om Mortellaro te beheersen Mortellaro is een probleem met meerdere oorzaken. Voor de beheersing ervan is dus niet één behandeling beschikbaar waarna je er voorgoed vanaf bent. Daarom heeft GD samen met DeLaval een vijfstappenplan opgesteld waarmee u Mortellaro via een geïntegreerde aanpak kunt beheersen.
Bezoek ons op RMV Gorinchem! Gezonde voeding, vitale koeien. Dat is het thema op de GD-stand tijdens de Rundvee & Mechanisatie Vakdagen (RMV) in Gorinchem op 22, 23 en 24 november. De spotlights staan op een innovatief en inmiddels zeer succesvol tankmelkonderzoek van GD: de Mineralencheck. De Mineralencheck is onderdeel van FIT, de voedingsaanpak van GD, geeft u eenvoudig inzicht wat uw koeien daadwerkelijk opnemen aan jodium, zink, selenium en koper. Zo kunt u gemakkelijk bijsturen en werken aan een optimale mineralensamenstelling voor de gezondheid van uw koeien én voor uw portemonnee. Meer weten? Kom gerust langs bij onze stand, er ligt een mooie FIT-voerschep voor u klaar!
Het begint met hygiënemaatregelen om de ziekte buiten het bedrijf te houden. Daaropvolgend hygiënemaatregelen op het bedrijf die de infectiedruk bij de runderen minimaliseren, waaronder preventieve klauwverzorging. Wanneer er al klauwproblemen zijn werkt frequente klauwontsmetting om nieuwe gevallen te beperken, en dienen kreupele dieren zo snel mogelijk behandeld te worden. De laatste stap is het definiëren van uw klauwgezondheidsdoelstellingen (ook voor jongvee) en deze te evalueren met uw adviseurs.
Hoe is de energie- en eiwitvoorziening van uw droge koeien? Droge koeien krijgen de laatste jaren steeds meer de aandacht die ze nodig hebben. Het zijn tenslotte ook de koeien die het de komende periode voor u moeten verdienen. Als zij goed opstarten, hebt u er het minste werk mee. Maar welk rantsoen werkt nu het beste? Krijgen de koeien genoeg energie en eiwit binnen? Hoe doet die kuil het daadwerkelijk bij de koeien? Om snel in beeld te krijgen hoe het is gesteld met de energie- en eiwitvoorziening en het haptoglobinegehalte van uw droge koeien, ontwikkelde GD de Droogstandscheck. Voor de Droogstandscheck zijn vier tot tien bloedmonsters nodig van droogstaande koeien in de periode van 21 tot 2 dagen voor het afkalven. Bij de uitslag krijgt u een praktische uitleg met een koppeladvies. MEER OVER DE DROOGSTANDSCHECK WWW.DROOGSTANDSCHECK.NL
GA NAAR HET VIJFSTAPPENPLAN VIA WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ VIJFSTAPPENPLAN
Herkauwer, november 2016 - 5
kalender
NOVEMBER DECEMBER JANUARI
Meer melk met schone koeien Onderzoek toont aan dat bedrijven met koeien die minder goed scoren op hygiĂŤne, standaard een hoger tankcelgetal hebben. Dus schonere koeien loont: het resulteert in een lagere infectiedruk, lager tankcelgetal, minder mastitis en meer melk in de tank. Met het naderende stalseizoen is het een goed moment om te bekijken hoe de koeien eruit zien als ze op stal staan. De UGA HygiĂŤne Scorekaart is hiervoor een handig hulpmiddel. Deze kunt u vinden op www.gddiergezondheid.nl/ ugatools. Neem ook eens een rolmaat mee de stal in en meet de boxen op. Een paar centimeter meer of minder kan u al werk schelen in het uitkrabben van de boxen en betekent schonere koeien. Op www.gddiergezondheid.nl/stalklimaat staan de maten voor boxafstelling vermeld. Ga daarbij uit van de gemiddelde koe. Past u punten in het management aan, dan ziet u dat terug in de uitslagen van Uiergezondheid Tankmelk. Lage kiemtellingen betekent een lagere infectiedruk vanuit de omgeving en de ligboxen en minder kans op bacterieoverdracht tijdens het melken. Verandert de infectiedruk, dan ziet u dat terug in de tankmelk en kunt u tijdig ingrijpen. Op die manier houdt u de vinger aan de pols. MEER OVER UIERGEZONDHEID WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/UGA
totale aantal bedrijven = 1.565 29-79 bedrijven 12-28 bedrijven 6-11 bedrijven 1-5 bedrijven 0 bedrijven
Definitieve leverbotprognose binnenkort bekend De definitieve leverbotprognose vindt u een dezer dagen op de GD website. Als u woont in een gebied waar leverbot eerder is aangetoond (zie kaartje), kijk dan even op de website voor het advies. < Aantal besmette bedrijven per tweecijferige postcode (2011-2015)
Positief effect van licht Licht kan een positieve invloed hebben op de melkproductie, de voeropname en de vruchtbaarheid. Vooral in de wintermaanden heeft extra licht in de stal een positief effect. Niet alleen de lengte van de lichtperiode is van belang, ook de intensiteit. Voldoende licht is er als op koeniveau een lichtsterkte van 150 lux wordt gehaald. De positieve effecten merkt u als die sterkte minimaal 16 uur per dag wordt gehaald. Een donkere periode van zes uur is wel aan te raden. Gebruik daarom een tijdklok voor het inen uitschakelen van de verlichting.
Herkauwer, november 2016 - 7
Op een modern melkveebedrijf horen BVD en IBR niet thuis. Bovilis IBR Marker Live en Bovilis BVD kunnen gecombineerd worden toegediend.*
Vraag uw dierenarts om advies.
Bovilis® BVD, bevat per dosis (2 ml) geïnactiveerd antigeen van het cytopathogene BVD virus, stam C-86: 50 EU minstens 24,6 VN eenheden inducerend. Doeldier: Rund. Indicatie: Actieve immunisatie van koeien en vaarzen vanaf 8 maanden ter bescherming van de foetus tegen transplacentaire infectie met BVD virus. Bijwerkingen: In zeer zeldzame gevallen kan een lichte zwelling op de injectieplaats en een geringe voorbijgaande temperatuurverhoging voorkomen. Toediening en dosering: Intramusculaire injectie met 1 dosis (2 ml) vanaf de leeftijd van 8 maanden. Basisvaccinatie: twee vaccinaties met een interval van 4 weken, de tweede niet later dan 4 weken voor de dracht of tijdens de vroege dracht om foetale bescherming te mogen verwachten. *Voor de halfjaarlijkse herhalingsvaccinatie vanaf de leeftijd van 15 maanden kan het vaccin gereconstitueerd worden in Bovilis IBR Marker Live. Wachttermijn: 0 dagen. Waarschuwingen: De productinformatie van Bovilis IBR Marker Live dient te worden geraadpleegd voordat de gemengde vaccins worden toegediend. REG NL 9587 UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter. Bovilis® IBR Marker Live, bevat per dosis (2 ml) gereconstitueerd vaccin 105,7-107,3 TCID50 Bovine Herpesvirus type-1, stam GK/D (gE-). Doeldier: Rund. Indicatie: Actieve immunisatie van runderen ter vermindering van de intensiteit en de duur van de klinische respiratoire verschijnselen veroorzaakt door een infectie met BHV-1 en ter vermindering van de nasale uitscheiding van veldvirus. Bijwerking: Een geringe voorbijgaande temperatuurverhoging (1°C), na intranasale vaccinatie kan een toename van de neusuitvloeiing worden waargenomen. Toediening en dosering: Intranasale (IN) of IM toediening van 1 dosis (2 ml) gereconstitueerd vaccin. Dieren op een leeftijd tussen 2 weken en 3 maanden alleen intranasaal vaccineren. Deze dieren dienen een IN of IM herhalingsvaccinatie te krijgen op de leeftijd van 3-4 maanden, daarna halfjaarlijks. *Voor de halfjaarlijkse herhalingsvaccinatie vanaf de leeftijd van 15 maanden kan het vaccin gereconstitueerd worden in Bovilis BVD. Wachttermijn: 0 dagen. Waarschuwing: De productinformatie van Bovilis BVD dient te worden geraadpleegd voordat de gemengde vaccins worden toegediend. REG NL 9675 UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter.
MSD Animal Health Postbus 50, 5830 AB Boxmeer www.rundvee-msd-animal-health.nl
©2016 MSD Animal Health B.V. Alle rechten voorbehouden.
onderzoek
Yoni Pasman, redacteur
Veekijker onmisbaar bij uitbraak
samen te nemen was er in augustus 2011 een duidelijke dip in de melkproductie te zien. Ook bleken de koeien net iets eerder af te kalven dan normaal.” Die gegevens gebruikte ze ook om te kijken of ze kunnen bijdragen aan de vroege detectie van ziekteuitbraken. “De gedachte was dat we misschien wel een algoritme kunnen ontwikkelen dat die signalen kan oppikken, ter ondersteuning van de monitoring.” Het blijkt inderdaad zo te werken, maar er is één kanttekening: het signaal dat al die gegevens afgeven is er niet eerder dan het signaal via veehouders en dierenartsen naar de Veekijker. Op z’n vroegst tegelijk. “Het blijkt dus dat we de Veekijker niet kunnen vervangen door een slim algoritme.” Maar Veldhuis onderkent de waarde ervan: “Als we zo’n systeem hadden gehad tijdens de schmallenbergvirusuitbraak dan had het zeker bijgedragen aan het idee dat er écht iets aan de hand was bij de koeien”.
Metadata, zoals melkproductiegegevens, kunnen helpen ziekten in een vroeg stadium op te sporen. Dat ontdekte GD-onderzoeker Anouk Veldhuis met haar promotieonderzoek over de schmallenbergvirusepidemie.
Veekijker Bij plots opduikende ziekten moet je zorgen dat je het signaal zo snel mogelijk oppikt, vertelt Veldhuis. “Hoe eerder we in de gaten hebben dat er iets gaande is, hoe eerder je in actie kunt komen.” De signalen die bij de Veekijker binnenkwamen zijn dan ook enorm waardevol. “Er kwamen in een week tijd veel vragen binnen van veehouders en dierenartsen die klaagden over diarree, koorts en melkproductiedaling bij de koeien. Door die informatie konden we snel schakelen.” De Veekijker is een belangrijk instrument van de diergezondheidsmonitoring, vertelt Veldhuis. “Zo’n signaleringssysteem is in veel andere landen niet beschikbaar. De monitoring is van onschatbare waarde. Ons systeem moet uitbraken van virussen zoals het schmallenbergvirus oppikken, en het blijkt dat het dat doet: het functioneert.”
Ze onderzocht de totstandkoming van de bestrijdings- en bewakingsstrategie en ontdekte dat melkproductie- en vruchtbaarheidsgegevens aanwijzingen kunnen geven over een ziekteuitbraak. Maar, zegt ze, die gegevens kunnen de Veekijker niet vervangen. In haar onderzoek maakte Veldhuis gebruik van de geanonimiseerde gegevens die ze van FrieslandCampina, PartiCo, CRV en Rendac kreeg. “Terugkijkend kunnen we aan de melkproductieen vruchtbaarheidsgegevens van koeien zien dat er wat aan de hand was. Door de gegevens van vrijwel alle melkveehouderijen
Aantal contacten met GD Veekijker
40
Melkproductie Diarree Koorts
30 20 10 0
jan
feb mrt apr mei jun
jul
aug sept okt nov dec
jan
feb mrt apr mei jun
2009
jul
aug sept okt nov dec
2010
jan
feb mrt apr mei jun
jul
aug sept okt nov dec
2011
Het aantal contacten met de Veekijker over problemen met de melkproductie, diarree en koorts. Met een duidelijke piek in het najaar van 2011, tijdens de schmallenbergepidemie.
Herkauwer, november 2016 - 9
SERIE FIT DOOR VOEDING
Biest: de basis voor gezonde opfok Tijdige en voldoende opname van goede biest is essentieel voor de afweer van het pasgeboren kalf. Het kalf wordt namelijk geboren zonder antistoffen en tijdens de eerste levensweken werkt het eigen immuunsysteem onvoldoende om infecties van darmen of longen effectief te bestrijden. Daarnaast bevat biest energie, mineralen en vitaminen. Een goed biestmanagement begint al in de droogstand. Een goed droogstandsrantsoen heeft voldoende mineralen, spoorelementen en vitaminen, en niet te veel energie. Een kalf heeft bij geboorte bijvoorbeeld nauwelijks vitamine E, daarvoor is het vooral afhankelijk van opname via de biest. Het vitamine E-gehalte van de biest wordt bepaald door het droogstandsrantsoen. 60% 50%
absorpties
40% 30% 20% 10% 0%
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 uren
Absorptie van IgG stopt compleet 24 uur na geboorte
10 - Herkauwer, november 2016
Samenstelling biest Biest bevat veel voedingsstoffen, zoals hoge concentraties antistoffen (IgG), energie, eiwit, mineralen, vitaminen en stoffen die een positieve invloed hebben op de ontwikkeling van de dunne darm. Goede biest bevat ten minste 50 gram IgG per liter, en het streven is dat het kalf de eerste levensdag ten minste 250 gram IgG opneemt. Dit is erg belangrijk voor de weerstand. De eerste biest bevat de hoogste IgG-concentratie, bij de tweede biest is deze concentratie al gehalveerd. Biest melken en verstrekken Tijdens de eerste levensuren kan het kalf de antistoffen uit de biest goed opnemen vanuit de darm naar de bloedbaan. Vanaf het vierde levensuur daalt deze opnamemogelijkheid sterk en na 24 uur is de darm geheel gesloten voor opname van antistoffen in het bloed (zie figuur). Daarna is het geven van biest nog wel zinvol, maar werken de antistoffen alleen nog op darmniveau, oftewel binnen de darm. Advies is om het kalf direct na geboorte van de koe te scheiden, de koe geheel uit te melken en het kalf meteen 2 tot 2,5 liter met een speenemmer of fles met speen te voeren. Geef het kalf zes tot acht uur later nog 1,5 tot 2 liter eerste biest, zodat het kalf dan in totaal ten minste 4 liter eerste biest heeft gehad (bij voorkeur 5 liter). Na de derde voeding (1,5 liter eerste biest) op de eerste levensdag heeft het kalf dan 5 Ă 6 liter eerste biest gehad.
biest
Jan Muskens, dierenarts rundvee
Het beste is om alleen biest van de eigen koe te geven. Is deze biest van onvoldoende kwaliteit, of geeft de koe te weinig biest, geef dan biest van een andere koe. Het is dus handig altijd een voorraadje goede biest in de diepvries te hebben. Geef op de tweede dag driemaal daags 1,5 liter tweededaags biest van de eigen koe.
stoffen in de biest. Dit kan wel bepaald worden door biestmeters (op basis van soortgelijk gewicht) of refractometers. Een biestmeter is alleen betrouwbaar bij biest van ongeveer 20 graden Celsius, een refractometer bij elke temperatuur. Biestmeters geven inzicht in de biestkwaliteit, maar niet in de hoeveelheid antistoffen die het kalf daadwerkelijk zal opnemen.
Voeding met een sonde Als een kalf niet wil drinken, kan de biest de eerste keer met een sonde verstrekt worden. Hier prevaleert het belang van het krijgen van afweer boven de stress van de ingreep. Bij een normaal lichaamsgewicht is 4 liter eerste biest gewenst. Omdat een deel van deze biest dan pas drie uur later vanuit de pens in de lebmaag komt en daarna pas naar de darm gaat, moet het kalf de eerste biest meteen na geboorte krijgen. Na de eerste voeding met de sonde kan bij de volgende voedingen een speen of speenemmer worden gebruikt (afhankelijk van het voersysteem dat daarna wordt gebruikt).
Biestopname kalf meten Met bloedonderzoek op IgG is na te gaan hoeveel antistoffen het kalf heeft opgenomen uit de biest. Het onderzoek geeft inzicht of het kalf tijdig voldoende biest van een goede kwaliteit heeft opgenomen. Per koppel kalveren wordt een steekproef van vijf kalveren in de leeftijd van twee tot vijf dagen geadviseerd.
Kiemgetal De kwaliteit van de biest is ook afhankelijk van de hoogte van het kiemgetal. HygiĂŤnisch melken is erg belangrijk en biest die niet direct aan het kalf wordt gegeven, dient in de koelkast te worden bewaard. Uit praktijkonderzoek blijkt dat een behoorlijk deel van de biest te hoge kiemgetallen bevat. Deze kiemen zijn in de darm van het kalf zeer ongewenst: ze zorgen voor remming van de opname van antistoffen. Bewaren Biest kan een jaar bij -21 graden Celsius bewaard worden. Bij het opwarmen van de biest is het belangrijk dat dit langzaam gebeurt, en niet in een magnetron of dompelaar die biest snel verhit. Boven een temperatuur van 60 graden worden antistoffen onwerkzaam. Soms wordt de vraag gesteld of het kalf voor een voldoende biestopname ook bij de koe kan blijven kort na de geboorte. Het is beter van niet, omdat de biestopname per kalf dan behoorlijk wisselt en een deel van de kalveren zal pas voldoende biest gaan drinken als de darm al geheel of gedeeltelijk gesloten is voor opname van antistoffen. Daarnaast is er een groter risico dat mestoverdraagbare ziektekiemen worden ingeslikt door het pasgeboren kalf. Biestkwaliteit meten Het is niet mogelijk om op basis van de hoeveelheid eerste biest (aantal liters) die de koe of vaars heeft gegeven of op basis van andere uitwendige criteria van de biest (kleur, dikte) een betrouwbare schatting te maken van de hoeveelheid anti-
GEZONDE VOEDING. VITALE KOEIEN.
FIT DOOR VOEDING FIT, de voedingsaanpak van GD, geeft u inzicht in wat dieren daadwerkelijk opnemen aan bijvoorbeeld mineralen, vitaminen, of, zoals in dit artikel beschreven, antistoffen uit biest. Ook wanneer zich op het bedrijf specifieke problemen voordoen die mogelijk te maken hebben met voeding, helpt FIT met deskundig advies, de juiste onderzoeken en praktische tips. Binnen FIT zijn diverse onderzoeken beschikbaar op het gebied van voeding, zoals de Mineralencheck, de Droogstandscheck, het Pakket Spoorelementen en het Pakket Vitaminen. Zo werken we samen aan gezonde voeding en vitale koeien. VOOR MEER INFORMATIE OVER ONZE FIT-PRODUCTEN, GA NAAR WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/FIT
Herkauwer, november 2016 - 11
De Droogstandscheck Voor een optimale opstart
De Droogstandscheck geeft via bloedonderzoek vóór het afkalven een goed beeld van de kans op problemen ná het afkalven. De uitslag helpt u bij te sturen in uw droogstandsmanagement om zo de prestaties van uw verse koeien te verbeteren. Zo werken we samen aan gezonde koeien en een optimale opstart.
Doe de Droogstandscheck
www.droogstandscheck.nl
Kies voor de FIT-aanpak van GD: Gezonde voeding. Vitale koeien. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl/fit
digitaal inschrijven
Henry Visscher, marktmanager
Pilot digitaal inschrijven BVD Oorbiopten Onderzoek op BVD via oorbiopten is de snelste en efficiëntste manier om BVD-virusdragers op uw bedrijf op te sporen. Om het insturen van oorbiopten nog eenvoudiger én voordeliger te laten verlopen, is GD gestart met de pilot ‘digitaal inschrijven BVD Oorbiopten’. Steeds meer veehouders ontdekken het gemak van BVD Oorbiopten. Ook dit jaar is het aantal inzendingen weer fors toegenomen (zie kader). Veel veehouders zien het als een groot voordeel dat je de monsters zelf kunt nemen, gelijk met het oormerken. Bovendien kunnen kalfjes op deze manier direct na de geboorte worden onderzocht op BVD-dragerschap. Digitaal gemak Op het moment dat deze Herkauwer verschijnt, is een kleine groep melkveehouders gestart met het digitaal inschrijven van oorbiopten via VeeOnline. Doel is te testen of het systeem duidelijk is en optimaal functioneert. Voor het digitaal inschrijven zijn geen papieren inschrijfformulieren meer nodig, alleen de kokertjes met de oorbiopten hoeven nog ingestuurd te worden. Alle gegevens die verder nodig zijn gaan via de digitale weg naar GD. Ook DNA-onderzoek Sinds kort kunt u oorbiopten waarop u én BVD-onderzoek én DNA-onderzoek wilt laten uitvoeren, ook inzenden naar GD. Ook deze biopten, te herkennen aan de kokertjes met conserveringsvloeistof, kunnen digitaal worden ingeschreven via VeeOnline. Het gaat dus om de biopten waarbij beide onderzoeken moeten worden uitgevoerd in één biopt. Nadat het BVD-onderzoek bij GD heeft plaatsgevonden, wordt hetzelfde oorbiopt naar CRV doorgestuurd voor DNA-onderzoek.
De helft minder basiskosten Dankzij digitaal inschrijven verloopt het proces van inschrijven efficiënter. Het GD-lab hoeft geen gegevens meer handmatig in te voeren; zodra we het kokertje scannen, verschijnen alle gegevens in beeld. Hierdoor zijn de basiskosten per inzending slechts 4,95 euro in plaats van 9,95 euro. Dat scheelt. Benieuwd hoe het allemaal precies werkt? Interesse om mee te doen met de pilot? Neem dan gerust contact op met onze klantenservice via 0900-1770 (optie 1).
Wist u dat... Steeds meer veehouders gebruiken BVD Oorbiopten om hun bedrijf vrij te krijgen en te houden van BVD-dragers. Wist u dat in 2016... ... 35 procent meer oorbiopten zijn ingestuurd naar GD dan vorig jaar (tot nu toe)? In 2015 steeg het aantal oor bioptinzendingen ook al met 65 procent, ook in 2014 was een stijging te zien van 65 procent; ... 15 procent van de inzenders vleesveehouder was? ... in 1,2 procent van de monsters het BVD-virus is aangetoond en het dus een virusdrager betrof? ... bij de snelste inzending al twee dagen na de geboorte van het kalf bekend was dat het een BVD-drager was? ... slechts 0,8 procent van de ingezonden monsters niet geschikt was voor het BVD-onderzoek, doordat bijvoorbeeld het buisje leeg is ontvangen? ... in de periode van 1 april tot 31 december, 3 euro subsidie per ingezonden oorbiopt wordt toegekend door ZuivelNL?
Herkauwer, november 2016 - 13
â&#x20AC;&#x153;Onderzoek is als een warmtemeter van de motor. Je houdt een vinger aan de polsâ&#x20AC;? 14 - Herkauwer, november 2016
reportage
VOOR MTS VAN SCHIP MOET DE UIERGEZONDHEID OP EN TOP
“Met onderzoek kun je finetunen” Ze zitten er bovenop. Samen met dierenarts Arie Dirk Trappenburg werken Berrie en Henk van Schip aan de optimale gezondheid van hun 145 melkkoeien. Sinds ze gebruikmaken van Uiergezondheid Tankmelk houden ze een vinger aan de pols. Met gerichte maatregelen verbeterden ze het celgetal aanzienlijk. Volgens Arie Dirk vanwege de preventieve waarde van het onderzoek. “Het helpt mee als je weet dat bepaalde bacteriën meer voorkomen.” Voor de gelegenheid schuift Arie Dirk van Dierenzorggroep Giessenlanden aan aan de keukentafel. “Normaal zitten we niet, maar lopen we over het bedrijf.” De boerderij met 85 hectare grond, een productie van zo’n 9.300 liter per koe per jaar en een celgetal van rond de 100.000, liet vader Henk van Schip in 1995 bouwen in Rhenoy. Vanuit Utrecht verhuisden ze naar het dorp in de gemeente Geldermalsen. Vader deed in 2012 een stapje terug voor zoon Berrie en schoondochter Renate, maar helpt nog een behoorlijk handje mee. Piekend celgetal Een paar jaar terug hadden ze het nog behoorlijk druk met mastitis, vertelt vader Henk. “Het ging een periode niet zo lekker met de uiergezondheid. Het celgetal piekte weleens tot de 300.000.” Dat zagen de melkveehouders ook aan de koeien. “We hadden vaker last van uierontstekingen en we wisten niet precies waar het aan lag. Als je niet weet waar je het zoeken moet weet je ook niet hoe je moet behandelen.” Om erachter te komen wat er speelde deed Arie Dirk weleens individueel melk-
onderzoek voor ze. “Maar daar kwam vaak uit dat de oorzaak onbekend was, dat er geen groei was, of dat het monster vervuild was”, vertelt de dierenarts. Toen Uiergezondheid Tankmelk werd gelanceerd zagen Henk en Berrie hierin een mooie kans. Hiermee wordt de tankmelk periodiek automatisch onderzocht op de belangrijkste mastitisverwekkers. “Het geeft een indruk van de koppel, en niet alleen van de individuele koe.” Ze namen zelf het initiatief en kozen voor een abonnement. Het is een goed middel bij het voorkomen van uiergezondheidsproblemen, vertelt de dierenarts. “Vooral als je ze ziet jojoën. Het helpt mee als je weet dat bepaalde bacteriën meer voorkomen. Eigenlijk werkt het tankmelkonderzoek als een soort warmtemeter van de motor”, zegt Arie Dirk. “Je kunt ermee finetunen en je houdt een vinger aan de pols.” En dat is het mooie van dit product, vindt hij. “Het onderzoek geeft een uitslag die richting geeft aan preventieve maatregelen. Alleen al dat je weet of het om een omgevingsgebonden of koegebonden bacterie gaat.” S. aureus Wat het destijds was? Dat weten de veehouders niet precies. “We hadden destijds wel problemen met S. uberis, maar ook met S. aureus. Misschien was het een combinatie van beide.” Volgens Arie Dirk is het met S. aureus sowieso lastig geweest. “Dat heeft hier altijd geschommeld, tot een tijdje terug. Ze zijn
Herkauwer, november 2016 - 15
De dochters van Berrie en kleindochters van Henk hebben hun eigen favoriete dieren.
nu al een hele tijd onverdacht. Maar nu is het er bij de laatste uitslag toch weer uit gekomen.” Jammer, vindt de dierenarts, want het ging hartstikke goed. Ze gaan er nu weer mee aan de slag. Hetzij met hygiënemaatregelen, of het opsporen en afvoeren van de dragers. Daar zijn ze overigens heel strikt in. Als een koe vaak ziek is, moet ze weg. “Je kent de terugkomers wel. Natuurlijk behandelen we eerst, maar als een koe voor de tweede keer mastitis krijgt ruimen we meestal.” Dat is wel anders dan hoe hij het vroeger deed, vertelt Henk. “We bleven altijd maar behandelen. En soms denk ik nog steeds weleens dat het beter is om te behandelen, maar Berrie is daar veel strenger in. En dat moet ook wel, want anders kom je nooit op zo’n hoog uiergezondheidsniveau.” Alles heeft een reden, legt zijn zoon uit. Want hoewel het tegenstrijdig lijkt met het streven om zo min mogelijk jongvee op te fokken is het wel degelijk duurzaam. “Als de infectiedruk laag is worden koeien ouder.” Gericht behandelen Arie Dirk is het daarmee eens. “Het wordt nu niet meer gepropageerd om maar te blijven behandelen. Daarom is het ook belangrijk om eerder het juiste middel te kiezen, daarbij helpt het Bedrijfsantibiogram Mastitis.” Deelnemers aan Uiergezondheid Tankmelk kunnen aanvullend kiezen voor het Bedrijfsantibiogram Mastitis. Dit vertelt voor welke antibiotica de in tankmelk gevonden mastitiskiemen wel of niet gevoelig zijn. Je kunt dan gerichter behandelen, legt hij uit. Momenteel heeft MTS Van Schip nog geen uitslag ontvangen van het Bedrijfsantibiogram. De eerste uitslag verwachten ze binnenkort. Niet meer blind werken Uiergezondheid Tankmelk in combinatie met het Bedrijfsantibiogram is praktisch, zegt Berrie. “Het Bedrijfsantibiogram is heel zinvol als je ziet dat een kwartier niet goed is. Je wil toch alvast behandelen.” Met de uitslag hoeven dierenartsen en veehouders niet meer ‘blind’ te werken, legt Arie Dirk uit. “Dat deden we nog te veel. Je blijft maar
“Als de infectiedruk laag is, worden koeien ouder” 16 - Herkauwer, november 2016
reportage
Yoni Pasman, redacteur
“Bij elk bedrijf is weer een andere bacterie verantwoordelijk voor uiergezondheidsproblemen”
middelen proberen, en na een tijdje heb je er vier geprobeerd en is het nog niet opgelost. Het onderzoek geeft handvatten om advies te geven.” Bijvoorbeeld bij het opstellen van het Bedrijfsbehandelplan (BBP). De uitslag kan dan gebruikt worden om vast te stellen welke middelen voor welke bacteriën gebruikt kunnen worden. En voor de veehouder loont het ook. “Je weet wat de oorzaak is en hoe je die kunt aanpakken. Je hoeft niet blindelings te behandelen.”
Volgens Arie Dirk Trappenburg wordt er nog altijd te veel ‘blind’ gewerkt. Het Bedrijfsantibiogram geeft dan richting.
Kritisch kijken Inmiddels is de uiergezondheid een stuk beter. Waar dat concreet aan ligt weten ze niet. “We hebben destijds een combinatie aan maatregelen doorgevoerd”, vertelt Henk. “Maar we vermoeden dat het komt doordat we de tepelbekers hebben vervangen door bekers met luchtgaatjes.” Arie Dirk vult aan: “Jullie zijn kritisch gaan kijken naar wat er beter kon. Is het beter om te gaan voorwassen? Welke doekjes zijn het best?” Alcoholdoekjes zijn het geworden, vertelt Berrie. En een duurdere, verzorgende dip op jodiumbasis. “Dat bevalt ons goed. Het kost misschien iets meer, maar het werkt wel.”
Berrie is heel strikt als het gaat om afvoeren. Als een koe vaak ziek is moet ze weg.
Hoe belangrijk diergezondheid voor ze is? “Heel belangrijk”, zegt Berrie. “Anders heb je er weinig plezier in. De uiergezondheid en levensduur is het belangrijkste waar we op selecteren bij de stierkeuze. Belangrijker dan de productie. Als het dier gezond is, dan komt de productie vanzelf.” En productie is ook niet alles, benadrukt de veehouder. “We hoeven niet zo nodig steeds maar hoger. Naar 10.000 is mooi, maar daarboven hoeft niet, dat is in ieder geval geen streven.” Daar is vader Henk het mee eens. “Het arbeidsproces is nu in evenwicht. Van een hogere productie word je alleen maar drukker.” En je gaat er ook niet meer door verdienen, zegt Berrie. “We zijn blij met hoe het nu gaat. Het is nu vooral de puntjes op de i.”
Herkauwer, november 2016 - 17
BOX PELLETS
De volgende stroproducten zijn zeer aantrekkelijk in prijs-kwaliteitverhouding ten opzichte van andere strooisels. De producten nemen ook veel meer vocht op en hebben een zeer positieve uitwerking op de mest. Crush Lava 3 mix vanaf € 185 per ton • Rubbermatbedden • Diepstrooiselboxen • Pluimvee • Paardenboxen
Voor hygiëne in uw stal
pH 10+
pH 9+
• Hoge pH van 10 draagt bij aan maximale hygiëne • Zeer krachtige, drogende werking • O.a. geschikt voor gebruik op matten/matrassen • Ook geschikt voor de kalverbox • Geen schrale spenen
• Hoge pH van 9 draagt bij aan maximale hygiëne • Droog ligbed met maximaal comfort • Geschikt voor diepstrooiselboxen • Zorgt voor stabiele matras • Geen schrale spenen
DEKAMIX STALHYGIËNEKALK
VITAKAL EF KALKSTROMATRAS
Boxpellets vanaf € 155 per ton • Diepstrooiselboxen • Paardenboxen • Vrijloopstallen • Potstallen Boxcrush vanaf € 185 per ton • Pluimvee • Rubbermatbedden • Diepstrooiselboxen • Paardenboxen Guido Sinnige • tel. 06 - 215 84 212 • www.boxpellets.nl
www.agrikal.nl www.kalkstromatras.nl info@agrikal.nl
Agrikal Hoevensestraat 4 6595 ME Ottersum
+31(0)6 - 24 69 70 90 +31(0)6 - 51 26 91 09
AGRI SERVICE JEUKEN B.V. A
Klauwverzorgingsgereedschappen en -boxen
+ B
C
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
RISORSA®AGRI EASY SERVICE JEUKEN B.V. Nieuwee! formul
Dip spray producten en te
gebruiken bij melkrobotsystemen Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1 C
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
C
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
+ Bim Milchroboter AEinsetzbar
DeRISORSA oplossing ® EUTERPFLEGEMITTEL voor celgetal
u e l! N em e For
Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1
Rector Hulshofstraat 10 7135 JV Harreveld Tel.: (0544) 37 24 15 Fax: (0544) 37 24 45 Internet: www.wopa.com E-mail: info@wopa.com
+ B
A
problemen
+ B
Heerbaan 114, 6566 ET Millingen a/d Rijn (nl) RISORSALeichte STRONG Schutzfilmbildung e Tel: +31 481 433661 Vormt een lichte bescherming u e we N m e l! A + B Nieu e! formul For Fax: +31 481 432075 Farma GMP. ® ® Mob: +31 (0)6 53195804 BARRIER RISORSARISORSA BARRIER e Schutzfilmbildung Vormt een extremeExtreme bescherming Nieuwe N e u ewww.agriservicejeuken.nl l! ule! ®
w.o. hydraulische klauwverzorgingsbox
form
For
m
ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? Bel met: Misha Stork T 0314-35 58 32 E misha.stork@pshmediasales.nl I www.pshmediasales.nl
drinkwater
Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog en Wendy van de Streek, beeldredacteur
Goed drinkwater is een essentieel onderdeel van gezonde voeding. Een koe vreet immers minder als zij geen, een matige of slechte kwaliteit water tot haar beschikking heeft. Om ervoor te zorgen dat een koe voldoende water opneemt, is het belangrijk dat het water smakelijk, beschikbaar en van goede kwaliteit is. Of wateronderzoek nodig is, kunt u zelf beoordelen.
DRINKWATERMONSTERS NEMEN
20 min
20 min
DRINKWATERMONSTERS BEOORDELEN U beoordeelt de watermonsters op de volgende vijf kenmerken: geur, kleur, helder20 min heid, bezinksel en ijzer. Voor elk kenmerk kunt u 0, 1 of 2 punten behalen. Als u klaar bent met beoordelen, telt u de punten van de vijf kenmerken bij elkaar op. Het water is geschikt als veedrinkwater indien: het totaal aantal punten per potje minimaal 7 bedraagt en het totaal aantal punten per potje niet lager is dan het puntenaantal van de vorige beoordeling. Voldoet u hier niet aan, laat dan uw water onderzoeken om te bepalen wat er aan de hand is. Zo kunt u tijdig de juiste maatregelen nemen. 20 min
Referentiepotje Vul een doorzichtig potje, dat met water en zeep is schoongemaakt, met leidingwater uit uw keukenkraan. Geur Draai de dop los en ruik aan het potje. Goed drinkwater is geurloos. Laat bij twijfel ook andere personen ruiken.
Kleur Het water heeft totaal geen kleur Het water is licht gekleurd Het water heeft een duidelijke kleur
20 min
Watermonsters vullen Vul per drinkbak voorzichtig een potje met water. Bij open drinkbakken moet u ongeveer 5 tot 7 centimeter onder het water scheppen.
Helderheid Het water is geheel helder Het water is niet helemaal helder Het water is ondoorzichtig
Bezinksel Het water bevat geen deeltjes Het water bevat een kleine hoeveelheid deeltjes (modder) Deeltjes op de bodem Kenmerk
20 min
Punten
Geur Watermonsters Sluit de potjes, schud even goed en laat ze ongeveer 20 minuten staan. Plaats de potjes in goed licht tegen een witte achtergrond. MEER INFORMATIE OP
Kleur Helderheid IJzer Het water bevat geen ijzervlokken Het water bevat een kleine hoeveelheid ijzervlokken De bodem is bedekt met ijzervlokken
Bezinksel IJzer Totaal aantal punten 2 punten
1 punt
0 punten
WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/RUNDVEEDRINKWATER
Herkauwer, november 2016 - 19
UIT HET LAB
Wel of geen antistoffen? Het naar binnen halen van de koeien is voor veel veehouders het moment om te controleren op worminfecties. GD heeft daarvoor het abonnement Worminfecties Tankmelk. Daarmee is eenvoudig te zien of de koeien op uw bedrijf een worminfectie hebben opgelopen. Als u dit jaar heeft meegedaan, heeft u onlangs de uitslag ontvangen. Maar wat betekent die uitslag eigenlijk? Tankmelkonderzoek kan de hoeveelheid antistoffen in de melk aantonen. Dit zegt iets over de hele koppel, en niet over de individuele dieren. Voor het abonnement Worminfecties Tankmelk onderzoeken we de tankmelk op antistoffen tegen longwormen, maagdarmwormen en leverbot (zie kader ‘Worminfecties Tankmelk’). De uitslag van longwormen en leverbot wordt weergegeven als ‘geen’ , ‘weinig’ en ‘veel’ antistoffen. Bij maagdarmwormen komt daar nog de kwalificatie ‘zeer veel’ antistoffen bij. In de grafieken op deze pagina’s ziet u de geanonimiseerde tankmelkuitslagen over heel 2015.
Vernieuwde toelichting uitslag Voor deelnemers aan Worminfecties Tankmelk heeft GD een nieuwe, overzichtelijke toelichting op de uitslag gemaakt. Hierop ziet u per uitslagcategorie wat de uitslag zegt over het melkvee en het jongvee, welk vervolgonderzoek u eventueel kunt doen en welke maatregelen zinvol zijn. Deelnemers ontvangen de uitgebreide toelichting eenmalig per post. U kunt de digitale versie downloaden op www.gddiergezondheid.nl/worminfecties.
20 - Herkauwer, november 2016
Wat betekent dat voor de koppel? Leverbot Wanneer er bij leverbot veel antistoffen worden aangetoond betekent dat dat gemiddeld 60 procent van de dieren antistoffen heeft. De spreiding is echter groot: 10 tot 100 procent. Er kunnen dus ook al antistoffen worden aangetoond in de tankmelk als 10 procent van de koeien antistoffen heeft. Na besmetting kunnen dieren nog minimaal achttien maanden antistoffen hebben. Een ongunstige uitslag kan dus ook het gevolg zijn van infecties in het voorgaande jaar. 5% Uitslagen tankmelk leverbot 201513% 28%
Veel afweerstoffen 67% Weinig afweerstoffen Geen afweerstoffen
25%
26% 37%
63%
12%
24%
Longworm De uitslag veel antistoffen tegen longworm betekent dat meer dan 20 procent van de dieren besmet is. Het daadwerkelijke percentage zit meestal tussen de 25 en 50 procent. Bij ‘weinig antistoffen’ is over het algemeen minder dan 20 procent van de dieren besmet. Bij de meeste dieren zijn de antistoffen vier tot zes maanden aan te tonen. Het gaat dus altijd om een infectie van afgelopen weideseizoen. Uitslagen tankmelk longworm 2015 Veel afweerstoffen Weinig afweerstoffen Geen afweerstoffen
5%
1 28%
26%
67% 24%
uit het lab
Marian Aalbers, onderzoeker en Debora Smits, dierenarts rundvee
Maagdarmwormen Bij veel antistoffen tegen maagdarmwormen kan er sprake zijn van productiedaling en bij zeer veel antistoffen kan die zelfs oplopen tot meer dan een liter per koe per dag. Welk percentage er dan precies is besmet is niet bekend. Antistoffen tegen maagdarmwormen zijn meestal het gevolg van infecties in het laatste weideseizoen.
Worminfecties Tankmelk Het abonnement Worminfecties Tankmelk is bedoeld voor melkveebedrijven met weidegang. Bij deelnemers wordt de tankmelk jaarlijks twee keer getest op antistoffen tegen longwormen en ĂŠĂŠn keer (aan het einde van de weideperiode) op antistoffen tegen maagdarmwormen en leverbot. De uitslag helpt u om het weide- en wormmanagement van het jongvee en melkkoeien te evalueren en waar nodig bij te stellen en om, samen met uw dierenarts, te beslissen over een eventuele behandeling of vaccinatie.
Uitslagen tankmelk maagdarmwormen 2015 5%
Zeer veel afweerstoffen Veel afweerstoffen Weinig afweerstoffen Geen afweerstoffen
13% 28%
25%
26%
67%
37% 24%
Behandelen of niet? De hoeveelheid antistoffen zegt iets over het percentage dieren dat de infectie heeft (gehad) en bij maagdarmwormen ook iets over de ernst van de infectie in de koppel. Als uit het tankmelkonderzoek blijkt dat de melkveekoppel veel of zeer veel antistoffen heeft aangemaakt tegen maagdarm- of longwormen, dan
63%
12%
heeft de koppel als jongvee waarschijnlijk te weinig weerstand opgebouwd. Het is belangrijk dat bij een ongunstige uitslag goed afgewogen wordt of een behandeling nodig is en dat er preventieve maatregelen voor het volgende weideseizoen worden ingesteld. MEER OVER WORMINFECTIES WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/WORMINFECTIES
Herkauwer, november 2016 - 21
automatische incasso
Ingeborg Bonekamp, financieel medewerker en Daphne de Leeuw, communicatieadviseur
Automatische incasso: lekker makkelijk 1%
kortin op deg factuu r!
Wilt u geld en tijd besparen op uw GD-facturen? Maak dan gebruik van automatische incasso en ontvang 1 procent korting op het netto factuurbedrag. Makkelijker kan haast niet: als u GD automatisch laat incasseren heeft u minder administratie, bespaart u tijd ĂŠn geld en betaalt u niet te vroeg en nooit te laat. Aanmelden Aanmelden voor uw automatische incasso is eenvoudig. Heeft u al een Z login? Ga naar www.gddiergezondheid.nl/voorkeuren en log direct in om uw voorkeur aan te passen. Heeft u nog geen Z login? Via hetzelfde scherm kunt u deze direct aanvragen. Houd daarvoor uw relatienummer, dat op uw factuur staat, bij de hand. Z factuur U kunt uw GD-factuur ook digitaal ontvangen, duizenden relaties
22 - Herkauwer, november 2016
gingen u al voor. Uw GD-facturen worden elektronisch aan u ter beschikking gesteld via Z factuur in de online facturenservice. Uw facturen worden daar gearchiveerd. U kunt de facturen ook automatisch laten doorsturen naar uw boekhoudpakket of accountant. U krijgt altijd een melding per e-mail als er facturen in Z factuur zijn afgeleverd. Via www.zfactuur.nl of de GD-website kunt u altijd uw digitale facturen raadplegen. U krijgt toegang tot Z factuur met uw Z login. Betaling facturen Heeft u geen automatische incasso en betaalt u de facturen zelf, wilt u dan bij omschrijving uw relatie- en factuurnummer vermelden? Wij kunnen dan uw betalingen snel en juist verwerken. Heeft u nog vragen? Neem dan gerust contact op met onze klantenservice: bel 0900-1770 of stuur een e-mail naar info@gddiergezondheid.nl met uw GD-relatienummer en IBAN-nummer.
Yoni Pasman, redacteur
interview
“Veemarkt symbool voor Nederland” Hoe belangrijk is dat? “Heel belangrijk. Signalen uit het veld krijgen we van de dierenartsen en veehouders via de telefonische helpdesk Veekijker. Als ze niet meer bellen hebben we een probleem. Voor de dierenarts of veehouder is het vaak vooral fijn om advies te krijgen, maar het heeft ook een neveneffect. Hun meldingen dragen bij aan de monitoring van dierziekten in Nederland. Het is dus goed dat ze weten dat ze niet moeten aarzelen om te bellen. Liever te veel dan te weinig.”
Over veemarkten en vrijwaren, dat is de titel van de oratie van Gerdien van Schaik. Op 11 oktober droeg ze hem voor bij het aanvaarden van haar hoogleraarschap aan de Faculteit Diergeneeskunde aan de Universiteit van Utrecht. De veemarkt staat symbool voor Nederland, zegt ze. “Zo veel dieren in zo’n klein landje met zo veel handel.” Wat houdt dat in, hoogleraar zijn? “Het onderzoek dat ik doe als hoogleraar staat niet los van mijn werk bij GD. De dingen die we hier doen kan ik zo beter onderbouwen. We zeggen hier weleens dat de Veekijker zo’n goed systeem is. Als hoogleraar vraag ik me dan af: kunnen we dat kwantificeren? En vergelijken met andere systemen? Zodat de dingen die wij doen ook een wetenschappelijke basis krijgen.” En wat doe je dan in de praktijk? “Ik zet me in om onderzoeksprojecten te verkrijgen en onderzoekers die op die projecten willen promoveren. Ik moet ervoor zorgen dat mijn projectvoorstellen worden aangenomen. Daarnaast ga ik lesgeven aan dierenartsen aan het einde van hun opleiding, en aan al afgestudeerde epidemiologen over diergezondheidsmonitoring.”
Wat voor onderzoek ga je precies doen? “Er zijn drie onderzoeksthema’s waar ik me mee bezig wil gaan houden. Het eerste is een evaluatie van het monitoringssysteem in Nederland. Is dat zo efficiënt en gevoelig mogelijk? Daarnaast ga ik me richten op het gebruik van bestaande data voor monitoringsdoeleinden. Dat houdt concreet in dat we, in plaats van gaan wachten op telefoontjes van de Veekijker, we zelf bijvoorbeeld melkproductiegegevens in de gaten houden en daarop actie ondernemen als we iets afwijkends zien. Je gaat dan van passief naar actief monitoren. Tot slot wil ik kijken naar risico-gebaseerde monitoring. Dat gaat over het intensiever monitoren in groepen die een hoger risico hebben voor bijvoorbeeld insleep van een ziekte.” Gaat monitoring ook over koehandel in het groot? “Ik noemde de veemarkt in mijn oratie omdat ik die symbool vind staan voor Nederland. Zo’n drukke plek met zo veel dieren en zo veel handel. Net als Nederland: we houden veel dieren en we handelen veel. Ik vind dan ook dat je als bedrijf moet proberen gesloten te zijn, dus niet aan te voeren. En als je dat wel doet, dat je dat bewust doet. Er is altijd handel, dat kun je nooit voorkomen. Dat is voor een deel ook het bestaansrecht van de Nederlandse veehouderij. Maar je kunt wel maatregelen nemen, en het helpt als handelspartners in Europa dat ook doen. Maar het geldt ook andersom. Als je nu kijkt naar Nederland en de IBR- en BVD-bestrijding dan blijven we achter bij de rest van Europa. Een heleboel zijn al begonnen met een landelijke bestrijding. We moeten meegaan, dat is ook beter voor onze handelspositie en ons imago.”
Herkauwer, november 2016 - 23
Aanvoeren? Dubbelcheck de status Ieder jaar veranderen tienduizenden runderen van houder. De aanvoer van elk rund brengt risico’s met zich mee voor de insleep van infectieziekten en kan van invloed zijn op de statussen van onder andere salmonella, paratuberculose, leptospirose, BVD en IBR. Bent u van plan runderen aan te voeren? Voorkom dat u voor verrassingen komt te staan en dubbelcheck de statussen. Door rekening te houden met de gezondheidsstatus kan u al een hoop leed bespaard blijven. Dat begint bij kennis van de eigen status, voor zowel de aanvoerende partij als de afvoerende partij. De actuele statussen van uw bedrijf zijn te zien in het statusoverzicht op VeeOnline. Kennis over de status is van groot belang. Voor de aanvoerende partij om rekening te houden met de risico’s op insleep van dierziekten en eventueel bloedonderzoek. Voor de afvoerende partij om niet voor verrassingen te komen staan. Een tijdelijk verlaagde status komt soms voor en kan ervoor zorgen dat het aanvoerende bedrijf in de status ‘in observatie’ krijgt, met de bijbehorende extra onderzoekskosten. Dus je kunt het maar beter van tevoren weten. Eigen verklaring Bij aanvoer is het daarnaast verstandig een actuele eigen verklaring bij de runderen te vragen van de afvoerende partij. Hierdoor is er geen misverstand over de statussen.
24 - Herkauwer, november 2016
Status op het bedrijf van herkomst op moment van aanvoer runderen Programma
Onderzoek niet nodig
Bloedonderzoek nodig
BVD
vrij
in onderzoek, observatie, onverdacht, deelnemer
IBR
vrij
in onderzoek, observatie, onverdacht
Leptospirose
vrij
in onderzoek, observatie, verdacht/behandeld
Paratbc (PPN)*
status A, status 6 t/m 10
status B, C of status 3 t/m 5
Salmonella
onverdacht
in onderzoek, observatie
* voor Paratbc Programma Intensief geldt alleen aanvoer van dezelfde status of hoger.
Bert de Roo, hoofd binnendienst sector rund
Vind uw match Is de status bekend, dan is het goed om eerst te controleren of het afvoerende bedrijf matcht met uw statussen. Bij een lagere status is immers bloedonderzoek nodig bij aanvoer (zie tabel). Voorscreening Kiest u er toch voor dieren met een lagere status aan te voeren, dan is een voorscreening te adviseren. U doet dan bloedonderzoek op het bedrijf van herkomst, zodat u de risico’s op de insleep van ziekten kunt inschatten vóórdat de dieren naar het eigen bedrijf komen. Dit onderzoek vervangt overigens niet het verplichte bloedonderzoek na aanvoer van lagere statusdieren.* De uitslag van een voorscreening zegt iets over al doorgemaakte infecties. Daarnaast verkleint u de kans op insleep van
aanvoeren
acute infecties door het dier in quarantaine te zetten tot de uitslag van het bloedonderzoek bekend is. Onthoud dat er met de aanvoer van nieuwe dieren altijd een risico is op ziekte-insleep. Wilt u zeker zijn dat u geen ziekten insleept en uw status behoudt, kies dan voor dieren uit eigen opfok of van een vaste opfokpartner waar u een een-op-eenrelatie mee heeft. * BVD-virusonderzoek vormt hierop een uitzondering. Als een dier na bloedonderzoek op het bedrijf van herkomst geen BVD-virusdrager blijkt te zijn, hoeft het na aankomst op uw bedrijf niet opnieuw te worden getest. Een kalf dat geen drager is kan namelijk niet alsnog een drager worden. Voor het bloedonderzoek op BVD-virus dient het kalf wel minimaal 1 maand oud te zijn.
Herkauwer, november 2016 - 25
INFECTIE TREFT BALKANLANDEN
Knopvelsiekte: zou u het herkennen? De spelling van de knopvelsiekte verraadt al dat de ziekte niet uit Nederland komt. Aan de Afrikaanse naam zien we dat de ziekte, veroorzaakt door een pox-virus, van het Afrikaanse continent komt. Aanvankelijk kwam het alleen daar voor, maar de laatste tien jaar komt de ziekte via het Midden-Oosten steeds dichterbij. En sinds 2015 verspreidt de ziekte zich in de Balkanlanden. Zou u de ziekte herkennen als ze op uw bedrijf optrad? Knopvelsiekte, ook wel nodulaire dermatose of lumpy skin disease, is meldings- en bestrijdingsplichtig. Nederland is er momenteel vrij van, maar als het virus ons land binnenkomt is het zaak hem zo snel mogelijk te herkennen. Zichtbare symptomen De infectie begint met een slechte eetlust, speekselen en koorts, tot boven 41 graden Celsius, die een week kan aanhouden. De melkproductie daalt sterk en er is een etterige oog- en neusuitvloeiing. Soms gaat het hoornvlies van het oog ontsteken. Daarna ontstaan knobbels van 1 tot 4 centimeter in de huid. Ze verschijnen over het hele lichaam, maar vooral op de kop, de nek, de uier en de melkspiegel. De knobbels ontstaan ook inwendig in de bek, slokdarm, luchtpijp, lebmaag en in de spieren en longen. Dit kan slik- en ademhalingsproblemen geven. De lymfeklieren onder de huid zijn vergroot, de poten gezwollen (zucht) en het zieke dier loopt daardoor slecht. Koeien gaan verwerpen en stieren worden nogal eens onvruchtbaar. Het herstel is traag en duurt vier tot twaalf weken. Geïnfecteerde dieren vermageren sterk en krijgen daarnaast vaak longontsteking en mastitis door speenbeschadigingen. De ontstane huidknobbels sterven af.
26 - Herkauwer, november 2016
Ernstige ziektebeelden Een uitbraak van knopvelsiekte gaat vaak gepaard met ernstige ziektebeelden. Als de dieren nog nooit in aanraking zijn geweest met het virus kan tot 80 procent van de dieren de ziekte krijgen. In gebieden waar de ziekte al langer voorkomt, en de dieren dus minder gevoelig zijn, krijgt alsnog tot 20 procent van de dieren verschijnselen. Bij ernstige uitbraken kan de sterfte hoog zijn, maar gemiddeld is dit 2 procent.
Ziekten die een vergelijkbaar ziektebeeld kunnen geven • Pseudo-knopvelsiekte/pseudolumpy skin disease (virusinfectie; BHV-2) • Bovine herpes mammilitis (virusinfectie) • Dermatophilose (bacteriële infectie) • Ringschurft/ringworm (schimmelinfectie) • Insecten beten • Demodex (parasiet) • Runderhorzel (parasiet) • Zonnebrand (huid gevoelig voor uv-licht) • Bovine papilaire stomatitis (virusinfectie) • Allergie • Huidtbc (Nederland is rundertbc-vrij)
monitoring
Linda van Wuijckhuise, rundveedierenarts
Links: Verspreiding van de knopvelsiekte, in OostEuropa. In het lichtrode gebied is de ziekte
Roemenië
Bosnië en Herzegovina
gevonden, de rode stippen zijn uitbraken. Onder: Runderen met knopvelsiekte. Bron: Dr. Sameeh M. Abutarbush (smabutarbush@just.edu.jo)
Servië
Montenegro Bulgarije
Macedonië
Turkije
Albanië
Limnos
Griekenland Lesbos
Verspreiding Knopvelsiekte wordt veroorzaakt door een virus uit de familie van de pokkenvirussen. Uitbraken komen vooral voor tijdens het insectenseizoen, aan het einde van de zomer en het begin van de herfst. Het virus wordt vooral overgebracht door stekende vliegen, die in Noordwest-Europa voorkomen. Ook andere insecten, zoals muggen en teken, kunnen de infectie overbrengen. Daarnaast kan het virus worden overgebracht via besmette naalden. Het kan in de omgeving (huidschilvers, huiden, wol) tot 28 dagen overleven, in insecten tot vier dagen. Zieke dieren scheiden het virus uit in neusuitvloeiing, speeksel, melk en sperma. Of er dragerdieren kunnen ontstaan na infectie is onbekend. De ziekte is sinds 2015 in Europa vastgesteld in Griekenland, Bulgarije, Macedonië, Servië, Kosovo en Albanië. Bestrijding Knopvelsiekte is bestrijdingsplichtig en meldingsplichtig, dus elke verdenking dient gemeld te worden bij Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Op dit moment is Nederland vrij van deze veewetziekte en organiseert de NVWA vooral maatregelen om insleep van de ziekte te voorkomen, met
een verbod op import van dieren, huiden en wol uit besmette gebieden. Als de ziekte uitbreekt worden besmette dieren geruimd. In de omliggende vrije regio’s kan besloten worden tot enten met een dood vaccin. Mensen zijn niet gevoelig voor de ziekte.
Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van EZ, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.
Herkauwer, november 2016 - 27
Haal meer uit VeeOnline
ALTIJD EN OVERAL UW UITSLAGEN Als veehouder bent u dagelijks bezig met diergezondheid. Daar kunt u VeeOnline goed bij gebruiken. Op VeeOnline vindt u de labuitslagen terug vanaf juni 2014. Hieronder leest u nieuws, gebruikerservaringen en handige tips om nog meer uit VeeOnline te halen!
www.veeonline.nl
Geplande onderzoeken
U logt in op VeeOnline en ziet dat er geplande onderzoeken zijn. U belt uw dierenarts om een monster te laten nemen.
De dierenarts neemt het monster, scant de barcode en schrijft het digitaal in op VeeOnline.
www.veeonline.nl
Digitaal inschrijven
Belt Dierenarts..
1
www.veeonline.nl
Uitslag invoeren
Het monster wordt opgestuurd naar GD en onderzocht. De uitslag wordt direct ingevoerd op VeeOnline.
2 U logt in op VeeOnline en kunt uw labuitslag bekijken.
www.veeonline.nl
Uitslag bekijken
4
3 GA NAAR WWW.VEEONLINE.NL
28 - Herkauwer, november 2016
LAMMERT DE VRIES
ANITA TEN WOLTHUIS - BRONSVOORT “Boeren, burgers en buitenlui. Laatst sprak ik ze allemaal, op een open dag ter gelegenheid van een schitterende nieuwgebouwde ligboxenstal. Wat een mooie manier om mensen te informeren. En ik mocht er ook een klein steentje aan bijdragen. Ik sprak met melkveehouders die ideeën kwamen opdoen voor hun eigen bouwplannen en zich heel bewust bezighouden met diergezondheid. Ik sprak met buitenlui die hobbymatig een aantal zoogkoeien houden, maar ik sprak ook burgers die hun kans pakten om eens een kijkje in een stal te nemen en te zien hoe de melkveehouderij anno 2016 reilt en zeilt. Opmerkingen als “Wat goed dat u uw koeien vrij in de stal laat rondlopen” en “Waar is dat ding voor?” (wijzend naar een koe met een anti-drinkring in de neus) bevestigen maar weer eens dat we als sector de dialoog moeten onderhouden met de burgers en de buitenlui. Er wordt vaak genoeg over geschreven; ook hier weer, maar ik kon dit keer ook een klein steentje bijdragen. Welk steentje draagt u vandaag bij?”
“In mijn werkgebied kom ik regelmatig samenwerkingen tegen tussen meerdere melkveehouders. Praktisch gezien heeft dit een aantal voordelen, maar er zijn ook nadelen die voor problemen, kosten en schade kunnen zorgen. Indien u overweegt om een samenwerking aan te gaan met meerdere partijen, bespreek dan vooraf hoe het zit met de verschillende diergezondheidsstatussen. En doe dit bij voorkeur in het bijzijn van uw dierenarts of de GD-buitendienstmedewerker. Zo ben ik in mijn gebied een voorval tegengekomen waar op het gezamenlijke opfokbedrijf een BVDbesmetting had plaatsgevonden. Voor alle melkveehouders had dit vervelende gevolgen. Met de eigen dierenarts is een plan opgesteld waarin alleen dieren met een gunstige uitslag op BVD-virus naar het opfokbedrijf werden gebracht. Bovendien werden ze voor insemineren geënt om te voorkomen dat er ongeboren dragerkalveren mee terug werden genomen. Inmiddels is de situatie nu zo stabiel dat alle bedrijven BVD-vrij gecertificeerd Walter zijn.”
BUITENDIENSTMEDEWERKERS Anita Anton Chantal Frans Hans Heleen Jan Judith Lammert Nico Renske Sabine Sietske Theo Toine Walter
0570 - 66 04 32 0570 - 66 04 98 0570 - 66 04 79 0570 - 66 05 44 0570 - 66 03 32 0570 - 66 03 75 0570 - 66 04 64 0570 - 66 02 80 0570 - 66 04 39 0570 - 66 03 07 0570 - 66 05 55 0570 - 66 03 67 0570 - 66 03 61 0570 - 66 04 61 0570 - 66 03 94 0570 - 66 04 62
Nico Lammert Jan Judith Nico
Sabine Walter
Anton
Chantal
Anita Sietske
Renske
Heleen Toine
Theo
Theo Hans Frans
Herkauwer, november 2016 - 29
GEZONDE KOEIEN. MEER WEERSTAND.
Een goede start Oren merken = BVD-dragers opsporen
Verzeker uzelf ervan dat BVD niet (weer) de kop opsteekt op uw bedrijf door de geboorte van BVD-virusdragers. Met BVD Oorbiopten spoort u dragers zo snel mogelijk op, namelijk direct na de geboorte. Bovendien combineert u het nemen van het oorbiopt met een handeling die u toch al doet: het oormerken van het kalf. Zo werkt u eenvoudig aan een BVD-vrij bedrijf. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/bvd *Genoemde korting geldt in de periode 1 april - 31 december 2016 2016.en is van toepassing op oorbiopten die zijn onderzocht door GD.
Kies voor de BVD-aanpak van GD: Gezonde koeien. Meer weerstand. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl/bvd
Subsidie ZuivelNL: tijdelijk â&#x201A;Ź 3,- korting per ingezonden oorbiopt*
de boer op
12
MASTERCLASSES ‘TOPKLAUWEN VOOR TOPSPORTERS’ ORGANISEERT GD ACADEMY DIT JAAR
MASTERCLASS TOPKLAUWEN VOOR TOPSPORTERS Een goede klauwgezondheid is een essentiële basis voor een gezonde, fitte melkveestapel. Koeien zijn immers letterlijk en figuurlijk afhankelijk van hun benen en klauwen om zich goed staande te kunnen houden. Hoe houdt u het beenwerk van uw topsporters optimaal? Dat is de vraag die centraal staat tijdens de masterclasses ‘Topklauwen voor topsporters’ die GD Academy dit najaar door het hele land organiseert. GD-rundveedierenarts Debora Smits is GD-deskundige op het gebied van klauwgezondheid en zal u tijdens de masterclass meenemen langs de do’s en don’ts als het gaat om het voorkómen en aanpakken van klauwproblemen. Ryan van Egmond, voedingsdeskundige binnen het FIT-team van GD, focust zich op de relatie tussen rantsoen en klauwgezondheid. Komt u ook? Deelnemers aan Melkmeesters bezoeken de masterclass kosteloos. Nietdeelnemers betalen eenmalig 24,95 euro (exclusief btw). AANMELDEN EN MEER INFORMATIE WWW.MELKMEESTERS.NL
vraag & antwoord
VRAAG: IS EEN GOEDE UITSLAG VAN HET BRONWATERONDERZOEK GARANTIE VOOR GOED DRINKWATER? ANTWOORD VAN TOINE VAN ERP
Nee, dat is geen garantie. Er kleven meerdere risico’s aan. Het water kan bijvoorbeeld ongeschikt zijn omdat het door een sterk vervuild leidingensysteem gaat. Bij oudere watervoorzieningssystemen, waarbij de waterbakken onderling met elkaar in verbinding staan, is het water sterk vervuild vanwege voer- en mestresten die er permanent aanwezig zijn. Hierdoor heeft het water een hoog kiemgetal. De enige structurele oplossing is het systeem te vervangen door een rondpompsysteem, waarbij iedere waterbak zich afzonderlijk vult vanuit de waterleiding of bron. Het drinkwatersysteem kan ook sterk verouderd zijn. Een biofilm in de leidingen verhoogt het kiemgetal. Deze ontstaat altijd na verloop van tijd, maar kan ook ontstaan doordat het water niet belucht en niet ontgast wordt. Grondwater bevat bijna altijd methaangas en kooldioxide, en die vormen een voedingsbodem voor bacteriën en andere
micro-organismen. Met een goede beluchting worden deze gassen verwijderd, maar met ‘gesloten’ waterbehandelingssystemen gebeurt dit niet. Deze gassen komen vrij in de waterbakken en de aftappunten of kranen. Bespreek dit met uw waterbehandelingsbedrijf voordat u een systeem aanschaft. Biofilm kan ook ontstaan in tyleenleidingen. Tyleen laat ammoniak door en dat bevordert de groei van micro-organismen. Het water kan ook zodanig zijn behandeld dat de smakelijkheid is verminderd. Beluchten en ontgassen verbetert de smaak van het water, omdat daarbij de schadelijke gassen verwijderd worden. Goed en smakelijk water behoort ten minste 2 milligram zuurstof per liter te bevatten en een hardheid van 1 mmol (5,6 Duitse graden). Met ionenwisselaars wordt dit helaas maar zelden gehaald. De wateruitslagen voor KKM geven dan gunstige resultaten, maar de geschiktheid voor rundvee laat te wensen over.
Herkauwer, november 2016 - 31
diergezondheid volgens Suzanne Ruesink Niet iedereen krijgt de kans om te kijken hoe melkveehouders het in het buitenland doen. Melkveehouder Suzanne Ruesink uit het Gelderse Aalten mocht in tweeënhalve maand zelfs de hele wereld over. Van Nuffield Farming Scholarschips kreeg ze een fonds om, samen met negen andere mensen, de wereld rond te reizen. “In het buitenland zijn ze trots op Nederland.” Ze reisde naar Ierland, Frankrijk, België, Engeland, de Verenigde Staten, Mexico, Brazilië, Nieuw-Zeeland en Australië. “Ik vertrok begin dit jaar, in een periode dat de boeren in Nederland in een mineurstemming waren vanwege de melkprijzen en de fosfaatrechten.” Zelf twijfelde ze ook. “Zijn we niet veel te intensief?” Superintensief Tijdens haar reis merkte ze dat agrarisch Nederland hoog in aanzien staat. “Iedereen kent Nederland en weet wat we doen. Ze zeggen: jullie doen het daar superintensief en hebben toch hoogwaardige producten met heel hoge opbrengsten.” In veel dingen zijn we voorlopers, vertelt de boerin. “Zoals de Food Valley in Wageningen. Daar zijn ze nu in Nieuw-Zeeland ook mee bezig, dat hebben ze hier afgekeken.” Maar de strenge hygiënemaatregelen die wij hier voeren, die kennen ze in het buitenland veel minder. “Als ik vertel dat we op varkensbedrijven zelfs douchen na het werk staan ze wel even te kijken.” Efficiënter weiden Zelf deed ze ook inspiratie op voor haar bedrijf met 160 melkkoeien. “Ik heb in Ierland geleerd dat ik efficiënter kan weiden. Zo heb ik de weiden kleiner gemaakt, zodat de koeien minder vertrappen.” In Ierland en Nieuw-Zeeland zag ze bovendien betere kavelpaden. “Die heb ik ook meteen aangelegd, zodat ze minder door de modder hoeven te lopen. Ik merk nu al dat het beter is voor de klauwgezondheid, we hebben veel minder Mortellaro.” Tijdens haar reis ‘paste’ iemand op haar bedrijf. “Je hebt honderdduizend ideeën opgedaan, maar ondertussen is je bedrijf gewoon doorgegaan. Dat is ook wel confronterend eigenlijk.” Boer-burgerverbinding In het buitenland wordt heel positief over ‘ons’ gepraat zegt ze. “Eenmaal terug vond ik Nederland het mooiste land dat er is. We zijn heel intensief, maar dat heeft ook veel sociale kanten. Je hebt dat nodig voor de boerburgerverbinding, je zit dicht bij elkaar. Boeren mogen trots zijn op de agrarische sector in Nederland, en dat mag ook wel meer uitgedragen worden.”
Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl