Samen werken aan diergezondheid
GD-magazine - november 2018 - nummer 94
herkauwer
REPORTAGE
Vleesveehouder kreeg BVD op zijn bedrijf. Hoe pakte hij die ziekte aan?
UIT HET LAB
Samonella-onderzoek
MONITORING
Diergezondheid in Nederland
voorwoord
VOETENWERK Mastitisproblemen, niet drachtig willen worden en mankementen aan benen en klauwen: het is de bekende rij van belangrijkste redenen van gedwongen afvoer van melkkoeien. GD investeert daarom continu in de zoektocht naar producten en diensten die veehouders kunnen ondersteunen in het terugdringen van de genoemde problemen. Zeker waar het gaat om testen die inzicht geven in de klauwgezondheid blijkt dat niet eenvoudig. Toch boeken we progressie. Eerder dit jaar lanceerden we Klauwgezondheid Tankmelk. Hierbij meten we biotine, mangaan en zink, zodat bijgestuurd kan worden mochten de bijbehorende waarden daar aanleiding toe geven. De eerste ervaringen zijn ronduit positief en dat is een stimulans om verder te gaan. Zo hopen we dit onderzoek uit te kun-
nen breiden met informatie over een van de belangrijkste klauwziekten: Mortellaro. Tijdens de vakbeurzen in Hardenberg en Gorinchem geven we extra aandacht aan klauwgezondheid. Dat blijkt een schot in de roos, gezien de continue drukte op de stand en de vele vragen over eerdergenoemd tankmelkonderzoek. Overigens, die nieuwe test leverde GD zelfs een nominatie op voor de innovatieprijs die was uitgeschreven door de organisatoren van de vakbeurs in Hardenberg. Zo komen we - niet alleen figuurlijk, maar ook haast letterlijk stap voor stap verder in het optimaliseren van de klauwgezondheidsaanpak. De dagelijkse tocht van onze koeien in de wei en in de (melk)stal vraagt om sterk voetenwerk van onze dieren. Dat het van waarde mag zijn in het dagelijks werk, daarin investeren we graag. Bert de Lange, sectormanager rund
inhoud
04 Actueel 07 Kalender 08 Rundvee verplaatsen, waar moet je aan
Bereikbaarheid U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.
denken?
Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten. Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: via het aanmeldformulier op www.gddiergezondheid.nl of telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. colofon Herkauwer is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Bert de Lange, Jet Mars, Marjolijn Waanders, Anita ten WolthuisBronsvoort, Linda van Wuijckhuise | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Margreet Pasman | Redactieadres GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Marketing, Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Abonnementen Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (vier nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 19,20 euro (exclusief btw) | Advertenties Dock35 Media, T. 0314-35 58 52 | Verschijningsfrequentie vier keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, kunt u deze via redactie@gddiergezondheid.nl doorgeven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.
12 Reportage: BVD op op je bedrijf 300 - 370 cm
17 Tips voor doorloopvoetbaden 18 Uit het lab: salmonella-onderzoek
70º
20 Monitoring: inzicht in de
28 cm
50 - 60 cm
17
diergezondheidsstatus in Nederland
23 Robotmelken en uiergezondheid 25 Buitendienst ‘on the road’ 27 De boer op 28 Diergezondheid volgens Iris Kolkman
ISSN: 1875a-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770 (lokaal tarief) en vraag naar klantdatabeheer, of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.
11 VeeOnline-nieuws
08
23
Herkauwer, november 2018 - 3
Samen werken aan diergezondheid
Cowtrack stopt per 1 januari 2019 Met CowTrack, onderdeel van het I&Rmeldsysteem van CRV en GD, informeert u de handelaar over te verhandelen dieren of geeft u verplichte VKI-informatie door aan het slachthuis. CowTrack stopt per 1 januari 2019, omdat handelaren en veehouders er te weinig gebruik van maken. Daarnaast is het Kalf Volg Systeem (KVS) onlangs geïntroduceerd om het transport tussen melkveehouder en verzamelcentrum of kalverhouder te registreren. Als veehouder kunt u uw VKI-melding gewoon blijven doen via www.veeonline.nl of CRV.
FIT-special - november 2018
voeding
Gezonde voeding en vitale koeien Waarschijnlijk heeft u hem net al in de hand gehad: bij deze Herkauwer zit een speciale editie over voeding. Goede voeding is namelijk van groot belang voor de weerstand, vruchtbaarheid en algehele gezondheid van rundvee. In deze FIT-voedingsspecial krijgt u per leeftijdsfase van de koe praktische tips en informatie over voeding.
BEWAARPOSTER
Voedingsgerelateerde problemen, welk onderzoek kies ik?
CHECKLIST Kalverdiarree in eerste 14 dagen
MINERALEN BIJ PINKEN Koper en jodium voor ontwikkeling
02-11-18 10:48 001_HE2018S_cover.indd 1
MEER WETEN OVER VEEONLINE? GA NAAR WWW.VEEONLINE.NL
Wat is de fosforbehoefte van uw koppel? De fosfaatregelgeving heeft een grote impact op de Nederlandse melkveehouderij. Het is een uitdaging om uw koeien beter op de norm te voeren, zonder dat de diergezondheid en melkproductie door een mogelijk fosfortekort in gevaar komen. Vaak wordt er bij de rantsoenberekening vanuit gegaan dat een liter melk één gram fosfor bevat. In werkelijkheid blijkt het fosforgehalte in tankmelk tussen bedrijven sterk te variëren. Dat betekent dat ook de fosforbehoefte van koeien per bedrijf anders is. Met de Mineralencheck krijgt u inzicht in het werkelijke fosforgehalte in uw tankmelk. In de bijlage bij deze Herkauwer leest u wat u met dit ‘fosfortankmelkgetal’ kunt in uw rantsoenberekening. MEER INFORMATIE OVER FOSFOR WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/FOSFOR
4 - Herkauwer, november 2018
Slecht opstartende koeien begin lactatie? Rondom het afkalven wordt er veel van het lichaam van een koe gevraagd. In zeer korte tijd kalft de koe af, komt de melkproductie op gang en wisselt het dier van groep en rantsoen. De meeste gezondheidsproblemen zoals melkziekte, slepende melkziekte, baarmoederontsteking, aan de nageboorte staan en lebmaagverplaatsing treden dan ook op in deze periode. Veel van deze problemen kunnen voorkomen worden door de droogstand te optimaliseren. Controleer met de Droogstandscheck of de droogstand op uw bedrijf optimaal verloopt. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/DROOGSTANDSCHECK
actueel
Het boobytrap-
Rundvee & Mechanisatie Vakdagen (RMV) Tijdens de Rundvee & Mechanisatie Vakdagen in Hardenberg stond de GD-stand in het teken van klauwen. Ons nieuwe onderzoek Klauwgezondheid Tankmelk was onderdeel van de Innovatie-route en genomineerd voor de Innovatie Awards. Veel beursbezoekers wisten ons te vinden voor een gesprek over klauwgezondheid en Klauwgezondheid Tankmelk of voor een paar handige GD-werkhandschoenen. Ook nam een aantal moedige standbezoekers de uitdaging aan om de kracht van hun eigen beenwerk te testen met het boobytrap-spel. Deze beurs gemist? Van 27 t/m 29 november heeft u nog een kans om de Rundvee & Mechanisatie Vakdagen in Gorinchem te bezoeken. U vindt ons op standnummer 202.
Onderzoek naar bioveiligheid: doet u al mee? De universiteiten van Luik en Gent voeren een internationaal onderzoek uit naar bioveiligheid op rundveebedrijven. Bioveiligheid omvat alle maatregelen die worden genomen om insleep van dierziekten op een bedrijf of versleep binnen een bedrijf te voorkomen. GD draagt daar graag aan bij. Met uw hulp kan dit onderzoek ook in Nederland worden uitgevoerd. Het onderzoek bekijkt welke factoren voor veehouders bepalen of zij maatregelen toepassen ter preventie van dierziekten op hun rundveebedrijf. DOET U MEE? KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ONDERZOEK-BIOVEILIGHEID
spel in de stand van GD op de RMV
Rectificatie In de Herkauwer van september jongst leden is een artikel over de aanpak van Mortellaro gepubliceerd met als titel ‘Klauwgezondheid, daar moet je bovenop zitten’. Daarin heeft de redactie van GD nagelaten te vermelden dat de in het artikel genoemde ‘aspirinezalf’ in Nederland niet is geregistreerd voor rundvee en dat in landen waar dit middel wel is geregistreerd een wachttijd van één dag geldt voor zowel vlees als melk. Voor de behandeling van Mortellaro en voor het gebruik van diergeneesmiddelen in het algemeen verwijst GD veehouders altijd naar de eigen dierenarts. In Nederland geregistreerde middelen dienen altijd de eerste keus te zijn. Niet in Nederland geregistreerde middelen kunnen alleen op basis van de cascaderegeling worden voorgeschreven.
Herkauwer, november 2018 - 5
UBAC Subunit-vaccin tegen klinische mastitis veroorzaakt door Strep. uberis
NEEM CONTROLE OVER STREP. UBERIS www.mastitisvaccination.com
UBAC, emulsie voor injectie voor rundvee. SAMENSTELLING PER DOSERING: Lipoteichoisch zuur (LTA, Lipoteichoic Acid) van het biofilm hechtingscomponent (BAC, Biofilm Adhesion Component) van Streptococcus uberis, stam 5616 ≥ 1 RPU (Relative Potency Unit). Montanide ISA 907,1 mg. Monophosphoryl Lipide A (MPLA). INDICATIES: Voor actieve immunisatie van gezonde koeien en vaarzen ter vermindering van het optreden van klinische intramammaire infecties veroorzaakt door Streptococcus uberis, ter vermindering van het celgetal in melkmonsters van Streptococcus uberis-positieve kwartieren en ter vermindering van melkproductieverliezen als gevolg van intramammaire infecties met Streptococcus uberis. WIJZE VAN TOEDIENING: Intramusculair. Het vaccin vóór toediening op een temperatuur van +15 tot +25 ºC laten komen. Schudden voor gebruik. DOSERING: Dien een dosis (2 ml) toe middels diep intramusculaire injectie in de nekspieren volgens het volgende immunisatieprogramma: eerste dosis ongeveer 60 dagen vóór de verwachte afkalfdatum, tweede dosis ten minste 21 dagen vóór de verwachte afkalfdatum en een derde dosis HIPRA BENELUX dient ongeveer 15 dagen na het afkalven te worden toegediend. BIJWERKINGEN: Lokale zwelling met een diameter van meer dan 5 cm op de Nieuwewandeling 62 plaats van injectie is een veel voorkomende reactie na toediening van het vaccin. Deze zwelling zal 17 dagen na vaccinatie verdwenen zijn of duidelijk in omvang verminderd. In sommige gevallen kan de zwelling echter gedurende maximaal 4 weken aanhouden. In de eerste 24 uur na de 9000 Ghent injectie kan gewoonlijk een voorbijgaande stijging van de rectale temperatuur optreden (gemiddelde stijging van 1 °C, maar dit kan bij sommige Belgium dieren oplopen tot 2 °C). CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTERMIJN: Nul dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: Alleen gezonde dieren vaccineren. Kan tijdens dracht en lactatie worden gebruikt. Gekoeld (2 ºC – 8 ºC) en beschermd tegen licht bewaren en transporteren. Niet invriezen. Dit diergeneesmiddel bevat minerale olie. Accidentele injectie/zelf-injectie kan ernstige pijn en zwelling tot gevolg hebben, vooral in geval van injectie in een gewricht of vinger. Zonder spoedig medisch ingrijpen kan dit in zeldzame gevallen leiden tot verlies van de betrokken vinger. Tel. (+32) 9 296 44 64 VERPAKKING: Kartonnen doos met 20 glazen injectieflacons met elk 1 dosis (2 ml). Kartonnen doos met 1 PET injectieflacon met 5 doses (10 benelux@hipra.com ml). Kartonnen doos met 1 PET injectieflacon met 25 doses (50 ml). Kartonnen doos met 1 PET injectieflacon met 50 doses (100 ml). VERGUNwww.hipra.com NINGHOUDER: LABORATORIOS HIPRA S.A. Avda. la Selva 135. 17170 Amer (Girona) Spanje. Tel. (34)972430660. EU/2/18/227/001-004 UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. RU1807NLUBAC
kalender
NOVEMBER DECEMBER JANUARI Voorlopige leverbotprognose 2018-2019: door extreme droogte geen leverbotbesmetting De voorlopige leverbotprognose voor het najaar van 2018 is bekend. De Werkgroep Leverbotprognose verwacht nu geen leverbotbesmettingen. Door de langdurige droogte gedurende deze zomer zijn er nog nauwelijks leverbotslakken waargenomen en is de kans op een leverbotbesmetting zeer klein. De werkgroep adviseert om alleen te
behandelen als een diagnose is gesteld. De Werkgroep Leverbotprognose komt eind november met de definitieve leverbotprognose. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.LEVERBOT.NL
Voorkom luchtwegproblemen in de herfst In de herfst krijgen we vaak meer vragen over luchtwegproblemen. Luchtwegproblemen geven een groeiachterstand bij kalveren. Tijdig signaleren en behandelen is dus belangrijk, maar uiteraard is preventie het beste. Luchtwegproblemen ontstaan vaak door een combinatie van verschillende factoren, zoals infecties (bacteriën en virussen), de weerstand van het dier en klimaat en huisvesting. Bij de jongste kalveren is de weerstand onder meer afhankelijk van de opname van afweerstoffen uit de biest. Longspoeling geeft inzicht Hoe een ziek kalf behandeld moet worden hangt af van de ziekteverwekker. Bacteriën kunnen met antibiotica behandeld worden, virussen niet. Een longspoeling bij kalveren geeft inzicht of bepaalde virale of bacteriële verwekkers een rol spelen. De uitslag is een goed handvat om vaccinatie of een passend antibioticum in te zetten en eventueel het bedrijfsbehandelplan (BBP) bij te stellen. Bespreek de uitslag met uw dierenarts. Die kent uw bedrijfssituatie het best en kan een op maat gemaakt advies geven of een plan van aanpak bij longklachten opstellen. MEER OVER LUCHTWEGPROBLEMEN BIJ KALVEREN WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/LUCHTWEGPROBLEMEN
Wat zijn de looplijnen op uw bedrijf? De meeste dieren op het bedrijf staan inmiddels weer binnen, waardoor u vaker in de stal te vinden bent. Het kan dan goed zijn om de looplijnen op uw bedrijf weer eens door te lichten. Kijk behalve naar de efficiëntie dan ook naar besmettingsrisico’s. Probeer uw werkzaamheden zo in te richten dat de kans op besmet tingen zo klein mogelijk is. U kunt bijvoorbeeld eerst de kalveren verzorgen en daarna de koeien, uw laarzen spoelen als u van de roosters af komt en voor het jongvee en de melkkoeien apart gereedschap (kruiwagen, vork en bezem) gebruiken.
Herkauwer, november 2018 - 7
Ik wil mijn vee verplaatsen, waar moet ik aan denken? Regelmatig vragen veehouders aan GD wat ze moeten regelen als ze jongvee op een andere locatie gaan opfokken. Sommige veehouders stellen deze vraag pas achteraf. Ons advies is om de zaken goed te regelen vóórdat er runderen worden verplaatst.
zigheid van andere runderen en de gezondheidsstatus van de andere locatie. Als er andere runderen op die locatie staan, dan heeft een lege stal waar u als enige de beschikking over heeft de voorkeur. Waar moet u, met bovengenoemde factoren in het achterhoofd, nog meer aan denken voordat u dieren verplaatst?
Een gesloten bedrijfsvoering is de ideale situatie. Toch zijn er situaties te noemen waarin het praktisch anders geregeld moet worden, zoals het uitbesteden van jongveeopfok. Dit heeft effect op arbeid, voer, stalruimte, mestopslag en fosfaatrechten.
Stress Dieren kunnen door een verhuizing stress ervaren. Stress maakt dieren ook gevoeliger voor infecties. Laat daarom de stal eerst geruime tijd leegstaan. Wettelijk is hiervoor geen termijn vastgesteld, maar het advies is: hoe langer hoe beter. Houd daarnaast de koppels waar mogelijk bij elkaar en blijf vooral hetzelfde rantsoen aanbieden.
Het effect van verhuizen op diergezondheid mag niet worden onderschat. Denk aan de invloed van stal, mest, voer, de aanwe-
8 - Herkauwer, november 2018
Lammert de Vries, zoötechnisch specialist rund
Stal Stalhygiëne is erg belangrijk. Kijk daarom kritisch naar de tijdelijke verblijfplaats van uw runderen. Bij slechte hygiëne is de infectiedruk van veel dierziekten groter dan wanneer veel aandacht en zorg aan de hygiëne wordt besteed. Laat de stal daarom professioneel reinigen voordat u dieren verplaatst. Het grondig reinigen gevolgd door desinfectie verkleint de kans op infectieziektes. Na reinigen van de stal, is het drogen ervan belangrijk. Veel bacteriën kunnen het namelijk prima uithouden in een lege, maar vochtige omgeving. Sommige virussen, bacteriën en parasieten kunnen ook zonder de aanwezigheid van dieren lang in een stal overleven. IBR en BVD kunnen beide, afhankelijk van de temperatuur en luchtvochtigheid, tot enkele weken in de omgeving infectieus blijven. Met goed reinigen en drogen is de kans op besmetting met deze virussen te beperken. Dit geldt ook voor specifieke omgevingsgebonden kiemen, zoals infectieuze klauwaandoeningen (bijvoorbeeld Mortellaro) en mastitisverwekkers. Mest Voor paratbc en salmonellose zijn de risico’s vele malen groter, omdat mest hierin een bepalende factor speelt. Heeft de locatie voorheen problemen gekend met paratuberculose of salmonellose? Het is dan verstandig pas gebruik te maken van de stalruimte als de mestputten leeg zijn. De paratbc-bacterie kan tot meer dan een jaar overleven in de stal, in de omgeving en in kuilen. Van salmonella weten we dat het in de winter nog tot na dertig weken kan worden aangetoond in drijfmest. In vaste mest of in slootwater overleeft de bacterie bij gunstige omstandigheden zelfs nog langer dan in drijfmest. De concentratie salmonellabacteriën neemt echter wel af met de bewaartijd. Een bewaartijd van drijfmeest van ten minste drie of vier maanden geeft daarom een afname van het risico op besmetting. Ruwvoer Is er een besmetting met salmonella of paratbc geweest in de stal of is de situatie onbekend? Het is dan raadzaam om geen gebruik te maken van de percelen en aanwezige kuilen. Vraag dit dus goed na bij de eigenaar. Omdat de paratbc-bacterie meer dan een jaar in de bodem en in voordroogkuilen kan overleven,
praktisch
blijft het gebruik van percelen of voordroogkuil van een voorheen besmet bedrijf langdurig risicovol. De salmonellabacterie kan in bemeste bodem langdurig overleven, maar ook hier neemt de concentratie in de loop der tijd af. Beweiding op of stalvoedering van percelen die bemest zijn met besmette mest is in z’n geheel af te raden. Een maaisnede tussen het uitrijden van mest en beweiding of winning van vers gras versnelt wel de afdoding van de salmonellabacterie op het perceel. Het advies is daarom om na uitrijden van mest minimaal zes weken te wachten voordat het perceel wordt beweid, waarbij in de tussentijd een kuil- of hooisnede is gewonnen. Het conserveringsproces van kuilen verlaagt de concentratie salmonellabacteriën. Na elf weken is circa 90 procent van de salmonellabacteriën afgedood. Jonge kalveren Als u ook jonge kalveren op de extra locatie wilt huisvesten, dan is aandacht voor reinigen en leegstand nog belangrijker. Kalveren zijn de meest kwetsbare groep als het gaat om het oplopen van ziektes. Voor kalveren geldt namelijk ook nog het gevaar van diarreekiemen als crypto. Deze hardnekkige parasiet kan lang overleven in de omgeving. Met voldoende verplaatsbare hokjes van makkelijk te reinigen materiaal is het praktisch uitvoerbaar om de hokjes uit de stal naar de reinigingsplaats te rijden, te reinigen, goed te laten drogen en een lange tijd leeg te laten staan. Gezondheidsstatus van de locatie Vergeet, als u besluit gebruik te maken van een extra locatie, ook niet de administratieve afhandeling. Zorg ervoor dat de nevenlocatie vooraf dezelfde gezondheidsstatussen heeft als uw eigen locatie. Dit voorkomt aanvullende onderzoeken. GD kan dit, onder voorwaarden, voor u regelen door een Veterinaire Eenheid of Uitschaareenheid van de locaties te maken. Twijfelt u over het in gebruik nemen van een stal? Neem dan contact op met uw dierenarts of met de buitendienstmedewerker van GD om de situatie te bespreken. ADVIES OVER HET VERPLAATSEN VAN DIEREN? WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/BUITENDIENST
Herkauwer, november 2018 - 9
CHALLENGE ACCEPTED!
SPORTSMAN 570/570 EPS • • • • • •
BESTE PRIJS IN ZIJN KLASSE INCL. HOMOLOGATIE DIGITAAL DISPLAY 44 PK 2 JAAR GARANTIE DIFFERENTIEEL (L7E HOMOLOGATIE)
VANAF € 8390,00 INCL HOMOLOGATIE (AF FABRIEK) WWW.POLARISBENELUX.COM
haal meer uit VeeOnline
Wist u dat…
Wat is Teamviewer?
… er op uw homescherm van VeeOnline een tabel staat met geplande onderzoeken op uw bedrijf en geplande acties, zoals het nemen van een BVD-oorbiopt? Klikt u in de tabel op het cijfer, dan gaat u rechtstreeks naar het overzicht van uw openstaande opdrachten.
Met Teamviewer helpt onze klantenservice u op afstand. Handig voor vragen op het moment dat u met VeeOnline bezig bent. Met Teamviewer kunnen wij meekijken en aanwijzingen geven; wij kunnen niet in uw bestanden en nemen ook niet de computer over. Bel 09001770 en wacht op instructies van onze medewerkers om Teamviewer te downloaden.
www.veeonline.nl
Registratie Home
Attenties
Stallijst
Geplande onderzoeken
Aan- en afgevoerde dieren
Mijn profiel GD Relatienummer Praktijknummer
Bedrijfsgezondheidsplan
Naam
Bedrijfsbehandelplan
Geplande acties Veekijker
Labuitslagen
Datum laatste labuitslag 02 03 20
Zoek klant U kunt huer zoekcriterua invullen. Alle
UBN
Vaccinaties
Registreren
Rundgegevens
Overzicht
Gezondheidsstatussen CRA-VMP
Inschrijven oorbiopten; volg de juiste handleiding
www.veeonline.nl
Registratie Home
Oorbiopten kunt u heel eenvoudig zelf digitaal inschrijven. Het is daarbij wel van belang dat u ze op de juiste manier inschrijft, omdat GD anders niet kan herleiden dat het biopt van uw bedrijf afkomstig is en u geen uitslag ontvangt. Dit kan gevolgen hebben voor uw BVD-status. De handleiding ‘Digitaal inschrijven BVD Oorbiopten’ vindt u op www.gddiergezondheid.nl/veeonlinerund Neemt u een oorbiopt van een doodgeboren kalf of verworpen vrucht? Dan geldt de handleiding ‘Digitaal inschrijven BVD Oorbiopten doodgeboren kalveren’, die op dezelfde webpagina te vinden is. Alleen als u deze werkwijze volgt weten wij waar het monster vandaan komt en dat het een monster van een doodgeboren kalf of verworpen vrucht betreft. Gebruik bij doodgeboren kalveren of verworpen vruchten niet het levensnummer van het moederdier en stuur geen zelf afgeknipte stukjes oor in. Schrijft u de oorbiopten niet in via VeeOnline.nl, zorg er dan voor dat er altijd een inzendformulier is toegevoegd.
Attenties
Stallijst
Geplande onderzoeken
Aan- en afgevoerde dieren Bedrijfsgezondheidsplan Bedrijfsbehandelplan
Mijn profiel GD Relatienummer Praktijknummer Naam E-mail
Geplande acties Veekijker
Labuitslagen
Datum laatste labuitslag 02 03 20
Zoek klant U kunt huer zoekcriterua invullen. Alle
UBN
Vaccinaties
Registreren
Rundgegevens
Overzicht
Gezondheidsstatussen CRA-VMP
MEER OVER VEEONLINE VINDT U OP WWW.VEEONLINE.NL
Herkauwer, november 2018 - 11
Wiljan van de Kruijs: “Ik hoop dat heel Nederland snel BVD-vrij wordt�
Wiljan wil het meteen weten als een kalf drager is. Daarom kiest hij voor oorbiopten.
12 - Herkauwer, november 2018
Margreet Pasman, redacteur
reportage
VLEESVEEHOUDER WILJAN VAN DE KRUIJS LAAT ELK KALF ONDERZOEKEN
Altijd alert op BVD Hij werkt bewust aan een goede gezondheid en weerstand van zijn dieren. Toch kreeg vleesveehouder Wiljan van de Kruijs op een bepaald moment BVD op zijn bedrijf. Nu is zijn grote wens dat álle veehouders in Nederland mee gaan doen aan de BVD-bestrijding. “Diergezondheid is de basis van het dier en daarmee de basis van je bedrijf”, aldus Wiljan van de Kruijs (40), trotse eigenaar van Vleesveehouderij de Krakehoeve in Weert. “We proberen alles uit onze koeien te halen, maar dat kan alleen als ze gezond zijn.” De Limburger nam het bedrijf zo’n acht jaar geleden over van zijn ouders. Op het bedrijf staan 250 raszuivere Belgische witblauwe runderen, waaruit jaarlijks zo’n 110 kalveren worden geboren. Begaan met de dieren Wiljan heeft regelmatig en intensief contact met zijn dierenarts. “Zolang als ik de boerderij heb werk ik met Veterinair Centrum Someren. Onze dierenarts werkt met de dieren alsof ze van hemzelf zijn, dat vind ik een echte plus. Hij doet geen ‘kunstje’ zeg maar.” Met dit laatste doelt hij met name op de geboorte van de kalveren. “Als er daarbij iets mankeert of er iets afwijkt, dan heb ik er graag een dierenarts bij die echt begaan is met de dieren. Die paar procent meer aandacht maakt het verschil tussen levend- en doodgeboren worden”, aldus de vleesveehouder. Dat hij zelf ook erg betrokken is bij het welzijn van zijn veestapel blijkt onder meer uit het feit dat hij elke nacht om 03.00 uur zijn bed uitkomt om te kijken of er koeien zijn die bijna moeten afkalven. “Dat wil ik echt met mijn eigen ogen zien, een camerasysteem is niks voor mij.” Waar let hij dan op? “Het is een optelsom van dingen. Als van een koe de temperatuur ineens daalt, de banden los zijn en er ook nog wat melk komt, dan weet ik genoeg en bel ik de dierenarts.” Het lukt hem om op deze manier maar zo’n 5 procent van de kalveren in de nachturen ter wereld te laten komen, de rest komt overdag of ‘s avonds.
Herkauwer, november 2018 - 13
“Ik vind het belangrijk dat élk kalf direct na de geboorte wordt onderzocht op BVD” Ineens toch positieve kalveren Wiljan werkt bewust aan een goede diergezondheid op zijn bedrijf, waarbij hij één dierziekte extra goed in het vizier houdt: BVD. “BVD is een weerstand-sloper”, zegt hij, “een economische ziekte die niks oplevert en alleen maar veel geld kost.” Voor hem voldoende reden om jaren geleden al te beginnen met onderzoek op BVD. Wiljan: “Het idee was dat we een paar jaar lang alle kalveren zouden testen op BVD-virus zodat na verloop van tijd alle dieren op het bedrijf onderzocht zouden zijn. We namen niet deel aan het programma; het certificaat zei me toen nog niet zoveel.” Het eerste jaar dat alle kalveren werden getest werd er geen BVDvirus aangetoond. Maar het tweede jaar werden er ineens toch BVD-dragers gevonden. Op dat moment liep het ook wat minder. Wiljan: “Vooral de jonge dieren hadden meer longproblemen en diarree, en ze groeiden niet goed.” Een geluk bij een ongeluk was dat de vleesveehouder toen al wel veel dieren had onderzocht.
“We hadden op dat moment tegen de 300 stuks vee, waaronder zo’n 150 dieren waarvan we zeker wisten dat ze geen BVD-drager waren en die we dus niet opnieuw hoefden te testen.” Nadat de eerste positieve kalveren waren ontdekt, startte Wiljan ook meteen met vaccineren. “Zo wisten we dat er negen maanden later geen nieuwe dragers meer geboren zouden worden.” Niet wachten maar snel weten Wiljan heeft uiteindelijk toch voor deelname aan het programma en voor de BVD-vrijstatus gekozen. Ook omdat in de landen waarnaar hij dieren exporteert de regels voor import steeds strenger werden. “Daarom wilde ik dat papiertje op een gegeven moment toch hebben.” Na zijn negatieve ervaring neemt Wiljan die status nóg serieuzer dan voorheen en laat hij alle kalveren onderzoeken. “Ik vind het belangrijk dat élk kalf direct na de geboorte wordt onderzocht, want als een kalf drager is, wil ik dat meteen weten.
Tegemoetkoming zoogkoehouders bij deelname aan BVD-bestrijding Om zoogkoehouders te stimuleren de strijd aan te gaan met BVD, stelt ZuivelNL een tegemoetkoming beschikbaar van 25 euro per bedrijf per kwartaal. De regeling geldt voor maximaal 2.500 zoogkoebedrijven die voldoen aan bepaalde voorwaarden en loopt tot eind 2020. Zowel nieuwe als bestaande deelnemers aan een BVDroute kunnen zich aanmelden voor de tegemoetkoming. GD is uitvoerder van de BVD-routes en zal bij bedrijven die zich aanmelden en voldoen aan de voorwaarden 25 euro in mindering brengen op de kwartaalfactuur. Wilt u weten of u in aanmerking komt? Kijk dan op www.ibrbvd.nl.
14 - Herkauwer, november 2018
reportage
Margreet Pasman, redacteur
De vleeskoeien op het bedrijf van Wiljan doen het weer goed.
Daarom kies ik voor oorbiopten. Die kan ik zelf nemen en ik moet eerlijk zeggen dat het digitaal inschrijven van die oor biopten perfect gaat. Het is heel gemakkelijk, je hoeft geen computerman te zijn om dat te kunnen uitvogelen. En het scheelt ook nog een klein beetje in de kosten.”
Als iedereen meedoet, kan deze ziekte binnen een paar jaar helemaal verdwenen zijn.” Anderzijds denkt hij dat meer bewustwording ook helpt. “Misschien als meer vleesveehouders zich realiseren wat BVD op een bedrijf kan doen, ze ook eerder maatregelen willen nemen.”
Grote wens: heel Nederland snel BVD-vrij Kijkend naar de toekomst zegt Wiljan: “Mijn grote wens is dat alle rundveebedrijven in Nederland meedoen aan de BVDbestrijding en ik hoop dat heel Nederland snel BVD-vrij wordt. Want of je nu melk- of vleesveehouder bent; je kunt het op je eigen bedrijf nog zo goed op orde hebben, je loopt nog steeds risico als bedrijven in je omgeving er niets aan doen.” Toch wordt dat volgens hem lastig zolang deelname aan een bestrijdingsprogramma voor vleesveehouders vrijwillig blijft. “Vleesveehouders laten zich toch al niet zo gemakkelijk sturen, en ik kan het weten”, zegt hij lachend.
De vleeskoeien op de Krakehoeve doen het momenteel gelukkig weer goed, aldus Wiljan. “Ik ben blij dat het BVD-probleem is opgelost. We zijn door een diep dal gegaan, maar het had nog veel erger kunnen zijn. We hebben op ons bedrijf nog bloedlijnen uit mijn vaders tijd. Voor hetzelfde geld hadden we die allemaal op moeten ruimen, dat zou echt heel zuur zijn geweest.”
“Ik denk dat we als land naar een hoger niveau moeten willen komen”, gaat hij verder. “Omdat we in Nederland voor de import geen BVD-vrijstatus eisen en in steeds meer landen om ons heen wel, blijft het risico dat wij de zieke dieren ons land binnenhalen groot. Als een bedrijf in je omgeving op die manier dragerkalfjes ontvangt, dan is het een kwestie van wachten.
“Als iedereen meedoet, kan deze ziekte binnen een paar jaar helemaal verdwenen zijn”
Wiljan houdt één dierziekte extra goed in het vizier, en dat is BVD.
Herkauwer, november 2018 - 15
ADVERTORIAL
Rust bij de dieren door full spectrum zonlicht verlichting met ionisatie... Dat merken veehouders op met de producten van FreshlightAgri. Dit is een van de genoemde ervaringen wat de ledverlichting in combinatie met ionisatie doet bij dieren. Full spectrum zonlicht De ledverlichting van FreshlightAgri biedt het kleurenspectrum van het zonlicht aan, inclusief UV-A, UV-B en infrarood. Dit spectrum zorgt voor vorming van vitamine D. Vitamine D zorgt ervoor dat dieren sterkere botten hebben, zich vitaler voelen, minder vatbaar voor ziekten zijn en een betere spierfunctie ontwikkelen. De ledverlichting is zeer energiezuinig en geeft de hoogste lichtopbrengst per opgenomen Watt in de verlichtingsbranche.
A
®
A Schone lucht
Luchtzuiverende agrarische verlichting
GezondeAdieren
Luchtzuiverende agrarische verlichting
®
Luchtzuiverende agrarische verlichting
De ionisatie en het licht kan apart van elkaar aan- en uitgeschakeld worden. Wanneer in de avond de verlichting uitgaat, blijft de ionisatie zijn werk doen. Ervaringen Door de jaren heen heeft FreshlightAgri al vele diverse stallen mogen inrichten met de verlichting. Door navraag te doen bij een aantal melkveehouders en kalverhouders leert men dat de ervaringen positief zijn.
Luchtzuiverende verlichting A Top rendement
®
Ionisatie Aan de verlichting zitten koolstofborsteltjes. Deze koolstofborsteltjes stoten 24/7 negatief geladen ionen uit. De ionen verspreiden zich als een wolk door de stal en hechten zich aan stofdeeltjes. Door de ionisatie wordt fijnstof en de pathogene druk gereduceerd wat zorgt voor een gezonder stalklimaat en een betere werkomgeving voor de boer. Het resultaat is een reductie van minimaal 30%.
www.freshlightagri.com
Luchtzuiverende agrarische verlichting
®
Luchtzuiverende agrarische verlichting
Daarmee komt de verlichting in de juiste omstandigheden in aanmerking voor fiscale regelingen zoals de EIA en de MIA/Vamil.
A Minder antibioticum ®
A Vermindering van pathogenen ®
Luchtzuiverende agrarische verlichting
HDT1221
Door de verlichting met ionisatie van FreshlightAgri zijn de melkkoeien en kalveren rustiger. Het jongvee laat ook tochtigheid eerder en beter zien. Bij de kalveren zijn luchtwegproblemen verminderd. Daarnaast worden er ervaringen gedeeld dat het prettiger werken is met het full spectrum zonlicht en de controle op de dieren beter gaat.
Meer informatie over de producten van FreshlightAgri? Tel: 055 - 302 00 22 E-mail: info@freshlightagri.com Website: www.freshlightagri.com 055 - 302 00 22
Nagelpoelweg 86, 7333 NZ Apeldoorn
info@freshlightagri.com
Menno Holzhauer, rundveedierenarts
Tips voor doorloopvoetbaden Doorloopvoetbaden helpen bij het voorkomen van nieuwe actieve infectieuze klauwaandoeningen. Voor het gebruik van doorloopvoetbaden zijn verschillende mogelijkheden. Welk middel gebruik je het best, en waar moet je aan denken? Een voetbad is een preventieve maatregel en moet als zodanig ingezet worden. Heeft u koeien met actieve Mortellaro-plekken? Behandel die dan individueel in overleg met uw dierenarts. Eén week na individuele behandeling kunt u een voetbad toepassen. Gebruik in het voetbad een desinfectiemiddel dat het ontstaan van infecties en verspreiding kan voorkomen. Let erop dat u
hiervoor het juiste middel, in de juiste concentratie en met de juiste frequentie gebruikt. Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van het middel. Gebruikt u formaldehyde? Bij veel chronische laesies is het advies om één maand lang, gedurende drie dagen per week een 3%-oplossing formaline te gebruiken en daarna iedere twee weken twee maal per dag. Neem bij het gebruik van formaline passende maatregelen ter bescherming van uw eigen gezondheid. Andere toegestane middelen geven het beste resultaat als u ze de eerste twee tot drie maanden iedere week, drie dagen achtereen toepast. Antibiotica, koperen zinksulfaat mogen niet in een voetbad gebruikt worden.
300 - 370 cm
100 cm 70º 28 cm
50 - 60 cm Een goed voorbeeld van een voetbad, ontworpen in de Verenigde Staten (Cook et al.,
Voor het beste resultaat enkele tips 1. Het voetbad zelf moet lang genoeg zijn (bijvoorbeeld 3 meter) om ervoor te zorgen dat de koeien met alle poten minstens twee stappen in het bad kunnen zetten. Ideaal is een vloeistofniveau van 12-15 centimeter (tot aan de bijklauwtjes). 2. Koeien mogen het voetbad niet kunnen ontwijken of de poten op de rand kunnen zetten. Het normale koeverkeer mag niet gehinderd worden. 3. Het voetbad moet eenvoudig te vullen, te legen en schoon te maken zijn. 4. Het schoonmaken van de klauwen vóór de desinfectie zorgt ervoor dat het desinfectiemiddel de klauwhuid beter bereikt. 5. Houd rekening met voldoende inwerkingsduur ná het doorloopbad. Laat hiervoor de koeien op een schone vloer minimaal 20 minuten aan het voerhek staan. 6. Een laatste aandachtspunt is de bodem van het doorloopvoetbad, die soms harde richels heeft. Omdat koeien niet kunnen zien waar ze hun poten neerzetten, kunnen de richels leiden tot kneuzingen en beschadigingen van de poten. Een rubberen mat op de bodem van het voetbad kan dit voorkomen.
2012). In dit voetbad kunnen koeien door het brede gedeelte op buikhoogte het bad makkelijk passeren. Het enige nadeel is de hoge in- en uitstap.
MEER LEZEN OVER KLAUWGEZONDHEID? GA NAAR WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/KLAUW
Herkauwer, november 2018 - 17
Salmonella-onderzoek Als je een infectie met salmonella wilt aantonen kun je kiezen uit veel soorten onderzoek. Mest, bloed, melk, water en zelfs dode koeien: wanneer laat je welk monstermateriaal onderzoeken? En welk onderzoek hoort eigenlijk bij welk monstermateriaal? Elk melkveebedrijf heeft er wel eens mee te maken: een koe of kalf met diarree of hoge koorts. Als deze dieren doodziek worden en verschillende runderen deze verschijnselen vertonen, kan salmonella de boosdoener zijn. Dat veroorzaakt schade, en niet alleen aan het bedrijf. Uit onderzoek blijkt dat op twintig procent van de besmette bedrijven één of meerdere gezinsleden ziek worden. Het is dus best belangrijk te weten of salmonella op uw bedrijf een rol speelt. Om erachter te komen of dat zo is biedt het GD-laboratorium verschillende salmonella-onderzoeken aan. Bacteriën of antilichamen De salmonella-onderzoeken die GD uitvoert zijn op verschillende manieren in te delen. Zo kun je zoeken naar de aanwezigheid van antistoffen tegen salmonella. Dit kan in melk of bloed(serum). Er kan ook gezocht worden naar de aanwezigheid van de bacterie zelf. Dit kan in zo’n beetje alle plekken waar de bacterie wordt verwacht, maar in de praktijk is het vaak mest of water. Eén dier of de koppel Een andere indeling is of er een uitslag gewenst is op individueel of op koppelniveau. Voor een uitslag van een individueel dier is het nodig om monsters van het individuele dier te nemen. Voor een uitslag van een koppel kun je monsters nemen van verschillende dieren, van de omgeving, van de tankmelk of een combinatie daarvan. Zieke of dode dieren Zijn er dieren ziek, dan is het natuurlijk het efficiëntst om die te bemonsteren. Antistoffen verschijnen pas enige tijd na een infectie. In acute situaties heeft dus salmonella-kweek de voorkeur; hiermee wordt de salmonellabacterie aangetoond. Is er sprake van dode dieren of verwerpen, dan heeft sectie de voorkeur. Met sectie krijgt u voor relatief weinig geld veel informatie (ook over de gevoeligheid voor antobiotica).
18 - Herkauwer, november 2018
Monstermaterialen De materialen die u op kunt sturen voor het aantonen van salmonella zijn: bloed, melk, mest, omgevingsmonsters, water en dode dieren. Welke materialen zijn geschikt voor welk type onderzoek?
Water kan gebruikt worden voor salmonella-kweek. Via het drinkwater van de dieren kan een salmonellainfectie verspreiden. Denkt u dat dit het geval is, dan kunt u het water laten testen op salmonellabacteriën.
Omgevingsmonsters kunnen gebruikt worden voor salmonellakweek. Hiermee wordt de salmonellabacterie aangetoond. Er kan geen uitspraak worden gedaan over individuele dieren, maar wel over de koppel. Het is wel belangrijk om te beseffen dat het heel erg uitmaakt welk deel van de omgeving bemonsterd wordt. Het is in de praktijk het meest praktisch om een mestputmonster te nemen. Is de uitslag ongunstig, dan is er in de afgelopen periode door de dieren salmonella uitgescheiden.
uit het lab
Erik van Engelen, onderzoeker R&D
Bloed(serum) kan gebruikt worden voor ELISA-onderzoek. Met deze methode tonen we antistoffen tegen salmonella aan. Worden er antistoffen aangetoond, wil dat zeggen dat het dier nog niet zo
lang geleden contact met salmonella heeft gehad. Het dier kan een drager zijn, maar dat hoeft niet. Het dier kan ziek zijn geweest van salmonella, maar het hoeft niet. Als er antistoffen aanwe-
zig zijn, is salmonella aanwezig geweest. Bij verwerpen is bloedonderzoek op Brucella verplicht. Tegen kleine meerkosten kan dan ook ELISA-onderzoek voor salmonella worden uitgevoerd.
Mest kan gebruikt worden voor salmonella-kweek. Met een kweek wordt de salmonellabacterie zelf aangetoond. Mestkweek wordt uitgevoerd als u wilt weten of een dier salmonella uitscheidt (drager is) of in geval van acuut zieke dieren. Dragers scheiden in de mest vaak veel lagere aantallen salmonella’s uit dan acuut zieke dieren met diarree. Daarom wordt bij dragerschapsonderzoek de zeer gevoelige kweekmethode gebruikt, waarmee zelfs enkele bacteriën al worden gevonden. Bij acuut zieke dieren wordt daarnaast ook een snelle kweekmethode ingezet, voor een zo snel mogelijk resultaat.
Sectiemateriaal kan gebruikt worden voor salmonella-kweek. Als er dieren dood zijn gegaan of er hebben dieren verworpen en er wordt gedacht aan salmonella, dan is het zinvol om materiaal van een dier in te sturen voor sectie. Naast salmonellabacteriën, wordt het monster ook onderzocht op andere
relevante ziektekiemen. Bij sectie kan salmonella niet alleen aangetoond worden in de mest van het dier maar ook in de organen. Het is relevant om te weten of een dier aan salmonella is doodgegaan, want andere dieren in de koppel zijn dan waarschijnlijk ook besmet geraakt.
Melk kan gebruikt worden voor ELISA-onderzoek. Hiermee tonen we antistoffen tegen salmonella aan. Als individuele melk wordt getest, dan zegt dit wat over het individuele dier. Worden antistoffen aangetoond, dan is het dier recent met salmonella in contact geweest. Een uitslag van tankmelkonderzoek zegt iets over de koppel. Zijn er antistoffen, dan is een deel van de melkgevende koppel met salmonella in aanraking geweest.
KIJK VOOR DE KEUZETABEL SALMONELLAONDERZOEKEN OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/SALMONELLA
Herkauwer, november 2018 - 19
Inzicht in de diergezondheidsstatus van Nederland
Onderzoek in 2019-2020 In het stalseizoen van 2019 worden in het kader van de specifieke monitoring opnieuw veehouders benaderd voor deelname aan onderzoeken. Het is nog niet bekend voor welke ziekten dit zal zijn. Als u wordt benaderd voor deelname aan een onderzoek stellen we uw medewerking erg op prijs. Voor de door u geïnvesteerde tijd krijgt u inzicht in de situatie van een bepaalde ziekte op uw bedrijf en voor de sector levert het belangrijke informatie op.
20 - Herkauwer, november 2018
Veel veehouders weten heel goed welke dierziekten er wel of niet spelen op hun bedrijf en houden hun statussen nauwlettend in de gaten. Maar weet u ook hoe we er landelijk voor staan? GD onderzoekt eens per twee jaar de status van een aantal belangrijke infectieuze aandoeningen in de Nederlandse veehouderij. Wat houdt deze ‘specifieke monitoring’ in, en wat zijn de resultaten? Het doel van het onderzoek, dat gedaan wordt met financiering van ZuivelNL en de Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK), is om te bepalen op hoeveel procent van de Nederlandse melkleverende en niet-melkleverende rundveebedrijven een bepaalde infectieuze aandoening voorkomt. Op welke ziekten het onderzoek zich richt wordt bepaald door de sector. Hierbij spelen de hoeveelheid schade die een ziekte aanricht en of de ziekte van dier op mens overdraagbaar is (zoönose) een rol, maar er wordt ook gekeken naar de mogelijkheden die er zijn om een ziekte te bestrijden. Gedurende de afgelopen jaren is onder andere de landelijke status van salmonella, IBR, BVD en schmallenbergvirus onderzocht.
Lotte Roos, projectmanager, Manon Holstege en Anouk Veldhuis, onderzoekers epdemiologie
Willekeurige steekproeven Het onderzoek naar de mate waarin een bepaalde ziekte voorkomt gebeurt op basis van steekproeven van willekeurig geselecteerde melkleverende en niet-melkleverende bedrijven die, indien van toepassing, geen vrijstatus hebben als deelnemer aan een certificeringsprogramma voor de desbetreffende ziekte. In de uiteindelijke berekeningen wordt vervolgens rekening gehouden met het aantal bedrijven dat gecertificeerd vrij is van de ziekte, om zo tot een inschatting van het landelijk gemiddelde te komen. Op melkveebedrijven kan voor een aantal ziekten onderzoek worden gedaan met behulp van tankmelkmonsters. In de andere gevallen wordt (tijdens de stalperiode) bloedonderzoek gedaan, waarbij het aantal en de leeftijd van de te onderzoeken runderen per ziekte kan verschillen. Deelname is vrijwillig en de kosten van de dierenarts en de laboratoriumonderzoeken worden niet in rekening gebracht. Deelnemende veehouders ontvangen hun eigen uitslagen en krijgen zo inzicht in de situatie van de betreffende dierziekte op hun bedrijf. Trends zichtbaar maken GD voert de specifieke monitoring sinds 2003 om het jaar uit. Bij elke ronde worden resultaten van alle deelnemende bedrijven (anoniem) verwerkt tot een landelijke gemiddelde, waarin duidelijk wordt bij hoeveel procent van de rundveebedrijven in Nederland de betreffende ziekte voorkomt. Dit maakt het mogelijk om trends in de tijd inzichtelijk te maken. Komt een bepaalde ziekte meer of minder voor dan voorheen, of blijft de status ongeveer gelijk? En hoe verhoudt het voorkomen van de ziekte zich tussen melkleverende en niet-melkleverende bedrijven? Inzicht in deze ontwikkeling is voor de sector van belang. Zo is het bijvoorbeeld goed om te weten hoe de situatie in Nederland is als het gaat om salmonella bij jongveeopfokbedrijven, aangezien steeds meer melkveebedrijven de opfok van jongvee uitbesteden. Resultaten 2017-2018 Enkele resultaten van de specifieke monitoring over 2017-2018: Schmallenbergvirus Uit bloedonderzoek is gebleken dat het jongvee op 18 procent van de melkveebedrijven in Nederland antistoffen heeft tegen
monitoring
schmallenbergvirus. In 2015 was dit 6 procent. Van het jongvee op zoogkoebedrijven heeft 43 procent antistoffen tegen het virus. Dit was 12 procent in 2015. Bij beide sectoren heeft in de afgelopen twee jaar dus een verdrievoudiging plaatsgevonden van het aantal bedrijven met antistoffen. Dit onderschrijft de conclusie dat het virus in Nederland gecirculeerd heeft. Bij de Veekijker zijn in 2017, wat meer dan in voorgaande jaren, meldingen binnengekomen van afwijkende kalveren, passend bij een schmallenbergvirusinfectie. Salmonella Op basis van bloedonderzoek op jongveeopfokbedrijven is gebleken dat 8 procent van deze bedrijven in Nederland in 2017 jongvee had met antistoffen tegen salmonella. Daarnaast is in deze ronde voor het eerst onderzocht in welke mate salmonella voorkomt in de vleeskalversector. Op 18 procent van de vleeskalverbedrijven uit de steekproef werden antistoffen tegen salmonella aangetoond bij kalveren tussen de 3 en 6 maanden oud, wat een indicatie is voor circulatie van salmonella op het bedrijf. De verwachting is dat het aandeel jongveeopfokbedrijven en vleeskalverbedrijven met een salmonella-infectie zal afnemen wanneer de prevalentie in de melkveehouderij verder daalt.
Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.
Herkauwer, november 2018 - 21
n e h c n w e t r o e D rmes h C F
Fresh Cow De ideale start van lactatie
Fresh Cow Herstelt de vocht- en electrolytenbalans
Fresh Cow Stimuleert de penswerking
Fresh Cow Bevordert de weerstand en vruchtbaarheid
De combinatie van de Cow Drencher en Drenchvet Fresh Cow: Omdat resultaat telt!
Verkrijgbaar bij uw dierenarts of bestel op www.vetanimalcare.nl
Hans Miltenburg, zoötechnisch specialist rund
UIERGEZONDHEID
WAAR LET JE OP BIJ ROBOTMELKEN? Uiergezondheid wordt door veel factoren beïnvloed. Melkt u met een robot? Dan verdienen sommige factoren extra aandacht. Welke, dat leest u hier. Uierhygiëne Op robotbedrijven met uiergezondheidsklachten spelen de omgevingsgebonden mastitisverwekkers vaak een belangrijke rol. Dit heeft meerdere redenen. Bij de voorbehandeling van de melkrobot wordt geen onderscheid gemaakt tussen vuile en schone spenen. Bovendien is er geen controle op de effectiviteit van de voorbehandeling. Ook weten we uit onderzoek dat de spenen bij de melkrobot niet altijd optimaal worden gereinigd. Met name de bevuiling vóór de voorbehandeling heeft een negatieve invloed op de reiniging van de spenen. Daarom is het belangrijk extra aandacht te besteden aan de stal- en uierhygiëne. Melkfrequentie Regelmatig melken is gunstig voor de uiergezondheid en de melkproductie. Streef naar een koppelgemiddelde van meer dan twee en een halve melking per koe per dag en een beperkt aantal koeien met minder dan twee melkingen per dag. Er zijn veel factoren die invloed hebben op het robotbezoek, zoals de stalen robotbezetting, het koeverkeer, de instelling van de melktoestemming, het stalklimaat en de klauwgezondheid. Andere factoren die het robotbezoek beïnvloeden zijn de krachtvoergift in de melkbox, de interacties met krachtvoerboxen en het rantsoen aan het voerhek. Onvolkomenheden melkrobot Omdat robotmelken continu doorgaat is het belangrijk dat onvolkomenheden bij de melkrobot tijdig worden ontdekt. Deze zijn niet altijd zichtbaar op attentielijsten. Daarom is het belangrijk om de robot minimaal twee keer per dag te checken. De belangrijkste onvolkomenheden zijn: onvoldoende voorbehandeling, onvoldoende sprayen, lekke slangen en mislukte aansluitingen. Bij de laatste kunnen ook koefactoren een rol spelen, zoals onrustige koeien, te lang haar op de uier, te weinig melk of een suboptimale speenplaatsing.
Wilt u meer inzicht in de uiergezondheid van uw koppel? Mastitis Tankmelk ontmaskert de mastitiskiemen op uw bedrijf. Zo kunt u grote problemen voorkomen.
Opsporen mastitiskoeien en bacteriologisch onderzoek Koeien met (langdurig) verhoogde celgetallen staan niet altijd op de attentielijst van de melkrobot. Deze dieren verhogen het tankcelgetal en kunnen andere dieren besmetten. Ze zijn op te sporen via de MPR of de celgetalbepaling door de robot. Maak met uw dierenarts voor deze koeien een plan van aanpak. Let ook goed op (zieke) koeien met acute ernstige klinische mastitis, zij komen niet altijd in de robot. Voor het opsporen van deze dieren wordt steeds meer gebruik gemaakt van sensordata zoals activiteit, herkauwactiviteit en vreetgedrag. Indien u bacteriologisch onderzoek wilt doen is het belangrijk dat de monsters minimaal 6 uur na de laatste melking worden genomen. Gebeurt dat niet, dan is het celgetal vaak hoger en minder betrouwbaar. Ook de uitslag van het bacteriologisch onderzoek is dan minder betrouwbaar. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/UIERGEZONDHEID
Herkauwer, november 2018 - 23
Gun ieder kalf een Rotavec Corona start
Eén vaccinatie, drievoudige bescherming tegen E. coli, rota- en coronavirus.
Rotavec™ Corona, bevat per dosis (2 ml): Geïnactiveerd bovien rotavirus, UK-Compton-stam, serotype G6 P5: ¼ dosis vaccin stimuleert een virus neutraliserende antilichamen titer: ≥ 27,7/ml (cavia’s), Geïnactiveerd bovien coronavirus, Mebus stam: 1/20 dosis vaccin stimuleert een ELISA- antilichamen titer: ≥ 103,41/ml (cavia’s), Escherichia coli F5 (K99) aanhechtingsfactor: 1/20 dosis vaccin stimuleert een ELISA-antilichamen titer (OD492): > 0,64 (cavia’s). Doeldier: Rund. Indicaties: Actieve immunisatie van drachtige koeien en vaarzen om antilichamen aan te maken tegen het E. coli-aanhechtingsfactor F5 (K99) antigeen, het rotavirus en het coronavirus. Als kalveren gevoed worden met colostrum van gevaccineerde koeien tijdens de eerste twee tot vier levensweken, is aangetoond dat de antilichamen: de ernst van diarree veroorzaakt door E. coli F5 (K99), de incidentie van diarree veroorzaakt door rotavirus en de verspreiding van het rota-/coronavirus verminderen. Bijwerkingen: Incidenteel kan op de injectieplaats een lichte zwelling tot 1 cm worden waargenomen. Incidentele overgevoeligheidsreacties kunnen optreden. Toediening en dosering: Intramusculaire injectie van een dosis van 2 ml. De aanbevolen plaats is de zijde van de nek. Een enkele injectie moet worden toegediend tijdens iedere dracht tussen de 12 en 3 weken voor afkalven. Wachttermijn: 0 dagen. Waarschuwingen: Bijzonder strenge voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen tegen contaminatie van het vaccin. Raadpleeg in geval van accidentele injectie onmiddellijk een arts. REG NL 9696 UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter.
MSD Animal Health Postbus 50, 5830 AB Boxmeer www.msd-animal-health.nl
www.rundvee-msd-animal-health.nl/jongvee ©2017 MSD Animal Health B.V. Alle rechten voorbehouden.
Onverwachte verandering van uw status, verhuizing van uw bedrijf of het kiezen van een GD-programma: sommige situaties vragen om persoonlijk contact met GD. Bel dan rechtstreeks met de GD buitendienstmedewerker in uw regio.
LAMMERT DE VRIES Een onderdeel van het werk van de buitendienst is het organiseren van studiegroepen, bijvoorbeeld over mineralen, jongveeopfok, klauwen en water. Stuk voor stuk interessante thema’s die je als veehouder verder kunnen helpen bij het verbeteren van de diergezondheid op je bedrijf. Ook voor mij als buitendienstmedewerker is het boeiend om met een groep boeren te discussiëren over hoe je theorie kunt toepassen in de praktijk, met als doel een gezondere veestapel. Wat vaak terugkomt binnen de thema’s is bedrijfshygiëne. Iedereen kent het belang ervan wel, maar oude gewoontes blijven vaak de baas. Sta eens stil bij wat u doet. Waarom doet u werkzaamheden op een bepaalde manier? Zou het in dezelfde situatie anders kunnen en leidt dit tot verbetering? In een discussie met veel verschillende veehouders zijn er net zoveel verschillende werkwijzen. En zo leert iedereen van elkaar. Ik nodig u uit om uw buitendienstmedewerker te vragen naar de mogelijkheden voor een studiebijeenkomst bij u in de buurt!
JUDITH HEEREN VAN DIJK Afgelopen jaren ben ik bij veel veehouders op bezoek geweest, regelmatig op initiatief van mijn kant. Tijdens deze bezoeken hoorde ik graag wat er leeft bij de veehouders. Wat speelt er, wat zijn de plannen voor het bedrijf? Wat vinden ze van GD? Vaak namen we de programma’s van GD door. Wat houden deze programma’s in, waar doet het bedrijf aan mee? Past dit nog of zijn er wellicht andere programma’s die meer kunnen bijdragen op het bedrijf? Ook hadden de veehouders dan een gezicht bij hun relatiebeheerder, dat praatte wel zo makkelijk. Het grootste deel van mijn bezoeken was echter op initiatief van uw kant. U wist mij steeds beter te vinden met allerlei vragen en we probeerden dan samen een goede oplossing te vinden. Na bijna vier jaar heb ik nu afscheid genomen van GD, om mij volledig te kunnen richten op het melkveebedrijf thuis. Ik wil u allemaal hartelijk danken voor uw gastvrijheid, de goede gesprekken en de kritische vragen. Ik wens u veel gezondheid, plezier en natuurlijk een goede melkprijs! Wellicht tot ziens.
BUITENDIENSTMEDEWERKERS (netnummer 0570) Andreas Lameris Mike Weersink Anton Gosselink Chantal Winterman-Schrijver Frans Jansen Hans Miltenburg Heleen Worm Jan Strampel Andreas Lameris Lammert de Vries Renske van de Beek Sabine Tijs Sietske Haarman-Zantinge Theo Scheepens Toine van Erp Walter Schouten
66 02 83 66 03 51 66 04 98 66 04 79 66 05 44 66 03 32 66 03 75 66 04 64 66 02 83 66 04 39 66 05 55 66 03 67 66 03 61 66 04 61 66 03 94 66 04 62
Herkauwer, november 2018 - 25
Echografie
draminski-retail.eu BOX PELLETS
De volgende stroproducten zijn zeer aantrekkelijk in prijs-kwaliteitverhouding ten opzichte van andere strooisels. De producten nemen ook veel meer vocht op en hebben een zeer positieve uitwerking op de mest.
KALKSTROMATRAS pH 9+
Crush Lava 3 mix vanaf € 185 per ton • Rubbermatbedden • Diepstrooiselboxen • Pluimvee • Paardenboxen
BOXKALK pH 10+
Boxpellets vanaf € 165 per ton • Diepstrooiselboxen • Paardenboxen • Vrijloopstallen • Potstallen Boxcrush vanaf € 185 per ton • Pluimvee • Rubbermatbedden • Diepstrooiselboxen • Paardenboxen Guido Sinnige • tel. 06 - 215 84 212 • www.boxpellets.nl
BOXKALK pH 12
+31(0)6 - 24 69 70 90 +31(0)6 - 51 26 91 09
www.agrikal.nl www.kalkstromatras.nl
de boer op
200 liter
ZOVEEL WATER KAN EEN KOE PER DAG DRINKEN Een hoogproductieve koe drinkt wel 80 tot 200 liter water per dag. Een koe is een water-fijnproever dat komt onder meer door haar goede reuk. Als een koe het water niet smakelijk vindt, drinkt ze minder. Het water dat ze opneemt, is een essentieel onderdeel van haar voeding. Minder wateropname betekent minder drogestofopname, en vormt dus een risico op tegenvallende melkproductie.
drinken. Met de Drinkbakcheck kan GD het drinkwater voor u onderzoeken op de acht belangrijkste kenmerken van goed veedrinkwater.
Door goed te kijken en te ruiken kunt u een eerste indruk krijgen van de kwaliteit van het water dat uw dieren ZELF UW DRINKWATER BEOORDELEN? BEKIJK DE INSTRUCTIEVIDEO OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/WATER
vraag & antwoord
VRAAG: “MIJN TANKMELK UITSLAG TOONT GEEN MASTITISVERWEKKERS AAN. TOCH ZIJN ER UIER GEZONDHEIDSPROBLE MEN. HOE KAN DAT?” ANTWOORD: RYAN VAN EGMOND, RUNDVEEDIERENARTS
Tankmelkonderzoek is een ‘early warning systeem’ en bij uitstek geschikt voor melkveehouders die uiergezondheidsproblemen willen voorkómen en zeker willen weten dat ze de juiste injector gebruiken. In de meeste gevallen geeft de tankmelkuitslag een goed beeld van de mastitisverwekkers die op dat moment een belangrijke rol spelen op uw melkveebedrijf. Soms zitten er echter weinig mastitisverwekkers in de tankmelk, terwijl er toch uiergezondheidsproblemen zijn. Sommige mastitisverwekkers kunnen een gezonde koe met een laag celgetal binnen enkele uren ‘omtoveren’ tot een koe met (vaak ernstige) klinische mastitis. Denk aan mastitis veroorzaakt door E.coli. Tot heel kort voor de zichtbare verschijnselen is er geen uitscheiding van deze kiemen in de melk. Als er eenmaal zichtbare verschijnselen zijn, wordt de melk uit de tank gehouden.
Mocht dit op uw bedrijf het geval zijn bespreek dit dan met uw dierenarts. Voor vragen over een uitslag of een andere vraag over uiergezondheid kunt u ook altijd contact opnemen met het UGA Team, elke werkdag van 15.00 tot 17.00 uur bereikbaar via 0900-1770 (optie 1). Het UGA Team staat voor u klaar, om samen met u de uiergezondheid op uw bedrijf te helpen verbeteren. Met Mastitis Tankmelk onderzoekt GD tankmelk om de mastitisveroorzakers in uw koppel koeien te achterhalen en te bepalen voor welke antibiotica ze gevoelig zijn. De uitslag geeft u ook inzicht in de uier-en melkhygiëne en de reiniging van uw melkinstallatie én u weet welke mastitis- en droogzetinjector u het beste kunt gebruiken.
MEER OVER UIERGEZONDHEID LEEST U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/UGA
Herkauwer, november 2018 - 27
diergezondheid volgens Iris Kolkman “Het mooie aan rundvee vind ik de dynamiek in een koppel: hoe gedraagt het individu zich in de koppel en hoe heeft de koppel invloed op het individu.” Rundveedierenarts Iris Kolkman, werkzaam bij A7 Noord dierenartsen in Drachten, vindt ook de dynamiek van ziekten binnen een koppel erg boeiend. “Bedrijven worden groter, waardoor de infectiedynamiek verandert. Het antibioticagebruik moet omlaag, dus we moeten meer preventief gaan werken. Een interessante uitdaging!” Naast haar werk als dierenarts is Iris binnen de praktijk verantwoordelijk voor de studiegroepen, cursussen en workshops voor veehouders. “Erg leuk om te doen en ik krijg er veel energie van.” Deze bijeenkomsten gaan over verschillende onderwerpen. Soms krijgt zo’n bijeenkomst een vervolg. “Samen met ForFarmers organiseerden we twee jaar geleden een tweedaagse cursus voor boerinnen over jongveeopfok. Deze groep bleef daarna bij elkaar als studiegroep, die vier keer per jaar bij elkaar komt. We bespreken verschillende onderwerpen binnen jongveeopfok en gaan samen op bezoek bij bijvoorbeeld voerleveranciers.” Binnen zo’n studiegroep worden zaken echt tot in detail uitgelicht. “Omdat het een kleine groep is durven de deelnemers veel meer te vragen en dragen hun praktijkkennis echt naar elkaar over.” In het kader van jongveeopfok kwam ook de Vitaliteitscore aan bod. “Een student van Van Hall Larenstein onderzocht op de bedrijven van de boerinnen de invloed van het IgGgehalte in bloed en biest op de groei van kalveren”, vertelt Iris. “Met de Vitaliteitscore kun je de weerstand van kalveren goed in beeld brengen en hun vitaliteit verbeteren. Het is een goede graadmeter voor alle melkveehouders, of je nu wel of geen problemen hebt binnen jongveeopfok. GD kan in bloedmonsters van kalveren tussen twee en vijf dagen na de geboorte de IgG-waarde bepalen Daarmee kun je zien of ze genoeg weerstand hebben binnengekregen. Daarnaast geeft de informatie over de biestgift ons inzicht in het biestbeleid van de veehouder. Dat is nuttig, want biest is en blijft toch het allerbelangrijkste voor een goede start.” Volgens Iris zouden veehouders zich altijd kritisch moeten opstellen over de dagelijkse zaken binnen hun bedrijf, zéker voor wat betreft jongveeopfok. “Tijden veranderen. Als je optimaal wilt blijven presteren en met plezier wilt blijven werken is het noodzakelijk om je steeds te laten bijscholen. Stel je daarom open voor informatie, ga naar lezingen en workshops of sluit je aan bij een studiegroep. Dat is niet alleen leerzaam, het is ook nog eens leuk.”
Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl