Samen werken aan diergezondheid
FIT-special - november 2018
voeding
BEWAARPOSTER
Voedingsgerelateerde problemen, welk onderzoek kies ik? CHECKLIST Kalverdiarree in eerste 14 dagen
MINERALEN BIJ PINKEN Koper en jodium voor ontwikkeling
HIPRABOVIS SOMNI/Lkt HIPRABOVIS SOMNI/Lkt
Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia ® haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare emulsie voor runderen. Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare emulsie voor runderen.
PREVENTIE LONGONTSTEKING VANDAAG PREVENTIE LONGONTSTEKING VANDAAG MELKPRODUCTIE VAN DE TOEKOMST MELKPRODUCTIE VAN DE TOEKOMST dairyvet43 dairyvet43
likes 860860 likes dairyvet43 Net gevaccineerd
HERMING T ESC EG B T
HERMING T ESC EG B T
EN
ME
EN
ME
dairyvet43 Net gevaccineerd tegen longontsteking met tegen longontsteking met Hiprabovis SOMNI/Lkt! Hiprabovis SOMNI/Lkt! #gezondgroeien #gezondgroeien #toekomstigemelk #toekomstigemelk #leukotoxinenstrijd #BRDpreventie #leukotoxinenstrijd #BRDpreventie
LEUKOTOXINE
zeldzame gevallen kan dit leiden tot verlies van de aangetaste vinger als er niet onmiddellijk medische hulp wordt verleend. Gekoeld bewaren en transporteren bij (+2 tot +8°C) en beschermd tegen licht. Niet in de vriezer bewaren. VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 doses per flacon (20 ml) en 50
an
ol
nhe
ca
M
i m ia h ae m
ol
yti
nhe
yti
an
ca
LEUKOTOXINE M van
: geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïd in injecteerbare emulsie voorrunderen.SAMENSTELLINGPERDOSIS(2ml):MannheimiahaemolyticabiotypeAserotypeA1,geïnactiveerdecelvrijesuspensiemetleukotoxoïdELISA > 2,8 (*) en geïnactiveerde Histophilus somni Bailie-stam MAT > 3,3 (**). (*) Ten minste 80% van de gevaccineerde konijnen heeft een ELISA-waarde ® gemiddelde/ van > 2,0; de 2,8. (**) Ten minste 80% van de gevaccineerde konijnen heeft een log2 MAT-waarde van ≥ 3,0; de gemiddelde HIPRABOVIS SOMNI ELISA Lktis >geïnactiveerd met Histophilus somni Mannheimia haemolytica leukotoxoïd haemolytica in injecteerbare emulsie log2 MAT > 3,3. INDICATIES: Voor:de verminderingvaccin van klinische verschijnselen enen longlaesies veroorzaakt door Mannheimia serotype voorrunderen. SAMENSTELLING PER DOSIS (2ml): haemolytica biotypeAserotype A1,geïnactiveerde celvrijesuspensie met leukotoxoïd ELISA A1 en Histophilus somni bij kalveren vanaf Mannheimia 2 maanden oud. TOEDIENINGSWEG: Voor subcutaan gebruik. DOSERING: 2 ml/kalf van 2 maanden > 2,8 (*) en geïnactiveerde somni Bailie-stam > 3,3Vaccineer (**). (*)kalveren Ten minste 80% van de gevaccineerde konijnen heeft eenToediening ELISA-waarde oud. Deze dosis vanHistophilus 2 ml moet na 21 dagen worden MAT herhaald. via een subcutane injectie in het prescapulaire gebied. van > 2,0;van de de gemiddelde is > 2,8. (**)heeft Ten de minste 80%BIJWERKINGEN: van de gevaccineerde een log2 MAT-waarde van ≥ 3,0; de (tot gemiddelde dosis aan ELISA afwisselende zijden voorkeur. Na elkekonijnen vaccinatieheeft kan er een tijdelijke temperatuurverhoging 2ºC) maar deze verdwijnt na 4 dagen. Gevaccineerde kunnen naentoediening van veroorzaakt het vaccin opdoor de injectieplaats lokale zwelling log2 MAT optreden, > 3,3. INDICATIES: Voor de vermindering van klinischedieren verschijnselen longlaesies Mannheimia een haemolytica serotype hebben van 1 totbij7 kalveren cm. Dezevanaf zwelling kan 14 dagen de vaccinatie verdwenen of duidelijk gebruik. in omvang afgenomen 2zijn, maar van in sommige A1 en Histophilus somni 2 maanden oud. na TOEDIENINGSWEG: Voor subcutaan DOSERING: ml/kalf 2 maanden na 2demltweede toediening totworden wel 4 weken aanhouden. CONTRA-INDICATIES: Vaccineerinjectie geen zieke dieren en vaccineer niet bij een oud. Dezegevallen dosis van moet na 21 dagen herhaald. Vaccineer kalveren via een subcutane in het prescapulaire gebied. Toediening overgevoeligheid voor dezijden actieve bestanddelen, hetBIJWERKINGEN: adjuvans of hulpstoffen. 0 dagen. van de dosis aan afwisselende heeft de voorkeur. Na elkeWACHTTIJD: vaccinatie kan er eenSPECIALE tijdelijke VOORZORGSMAATREGELEN: temperatuurverhoging (tot 2ºC) Alleen gezonde dieren mogen gevaccineerd worden. Laat het vaccin voordat het wordt toegediend op een temperatuur van +15 tot +25°C komen. optreden, maar deze verdwijnt na 4 dagen. Gevaccineerde dieren kunnen na toediening van het vaccin op de injectieplaats een lokale zwelling Schudden voor gebruik. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, te nemen door degene die het diergeneesmiddel toedient: Dit product bevat hebben van 1 tot 7 cm. Deze zwelling kan 14 dagen na de vaccinatie verdwenen of duidelijk in omvang afgenomen zijn, maar in sommige minerale olie. Onbedoelde injectie/zelfinjectie kan pijn en zwelling veroorzaken, vooral als de injectie in een gewricht of vinger plaatsvindt. In gevallen na de tweede toediening tot tot welverlies 4 weken aanhouden. Vaccineer geen en Gekoeld vaccineer niet bij zeldzame gevallen kan dit leiden van de aangetaste CONTRA-INDICATIES: vinger als er niet onmiddellijk medische hulpzieke wordtdieren verleend. bewaren en een overgevoeligheid voor bij de(+2 actieve bestanddelen, adjuvans WACHTTIJD: 0 dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: transporteren tot +8°C) en beschermdhet tegen licht. Nietofinhulpstoffen. de vriezer bewaren. VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 doses per flacon (20 ml) en 50 Alleen gezonde dieren gevaccineerd worden. Laat het vaccin voordatofhet toegediend op een temperatuur vanREG +15NL tot10460 +25°CUDD. komen. doses per fles mogen (100 ml). OVERIGE INFORMATIE: raadpleeg de bijsluiter kijkwordt op www.hipra.com. REGISTRATIENUMMER: SchuddenVERGUNNINGHOUDER: voor gebruik. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, te nemen door degene die hetSpanje. diergeneesmiddel LABORATORIOS HIPRA, S.A. Avda. la Selva, 135. 17170 Amer (Girona) Tel. +34(972)toedient: 430660 –Dit faxproduct +34(972)bevat Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. minerale 430661. olie. Onbedoelde injectie/zelfinjectie kan pijn en zwelling veroorzaken, vooral als de injectie in een gewricht of vinger plaatsvindt. In
van
HIPRABOVIS® SOMNI/Lkt
i m ia h ae m HIPRA BENELUX Nieuwewandeling 62 9000 Gent België
HIPRA BENELUX Nieuwewandeling 62 9000235 Gent Tel. (+31) - 332526 België235 - 401125 Fax. (+31) benelux@hipra.com www.hipra.com
Tel. (+31) 235 - 332526 Fax. (+31) 235 - 401125 benelux@hipra.com
voorwoord
NIKS VERANDERLIJKER DAN HET WEER Als melkveehouder heeft u een heleboel zaken prima in de hand. Het weer blijft echter een moeilijk te sturen variabele, dat hebben we de afgelopen zomer aan den lijve ondervonden. Op veel bedrijven is door een tekort aan neerslag minder ruwvoer gewonnen dan in andere jaren. Dit vraagt soms om creatieve oplossingen. Deze speciale FIT-editie over voeding in relatie tot diergezondheid komt dus op het juiste moment. We geven u hierin per leeftijdsfase van de koe praktische tips en informatie over voeding. Om het tekort aan ruwvoer aan te vullen zijn er veehouders die uitwijken naar wat ongebruikelijkere voedermiddelen. Aan het voeren van bijproducten zitten ook risico’s. Wat die risico’s zijn en hoeveel u maximaal kunt bijvoeren leest u in het artikel over het voeren van bijproducten. Een ander fenomeen waar u als individuele veehouder weinig invloed op heeft is wetgeving. De nieuwe ‘fosfaat-spelregels’ zorgen voor nieuwe afwegingen om uw bedrijf rendabel te houden. Op veel bedrijven is de hoeveelheid jongvee tot een minimum
Het FIT-team van GD
teruggebracht, zodat er zoveel mogelijk koeien gemolken kunnen worden. Hierdoor is het nóg belangrijker om gedwongen afvoer te voorkomen. Een manier om dit te doen, is zorgen dat er minder koeien ziek worden rond het afkalven. In het artikel over de Droogstandscheck leest u hoe u hier grip op houdt. Als veehouder heeft u niet alle zaken in de hand, maar door te focussen op de dingen die u kunt managen blijft er gelukkig genoeg over waar u wél invloed op heeft. Ryan van Egmond, rundveedierenarts FIT-team
inhoud KALF
04 Eerstejaarskalveren weiden 04 Normen veedrinkwater 05 Checklist Kalverdiarree
Bereikbaarheid U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten.
04
07 Mineralen voor groei en ontwikkeling
FIT: de voedingsaanpak van GD Met FIT, de voedingsaanpak van GD, krijgt u grip op wat u voert en kunt u bijsturen waar nodig. Informatie over onze onderzoeken vindt u op www.gddiergezondheid.nl/fit
10 Bewaarposter: Voedingsgerelateerde
colofon Deze voedingsspecial is een eenmalige uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren, behorende bij het magazine Herkauwer. Redactie Martine Olthof-Verwoerd, Sietske Haarman, Marjolijn Waanders, Ryan van Egmond | Beeldredactie Wendy van de Streek | Redactieadres GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Marketing, Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Advertenties Dock35 Media, T. 0314-35 58 52
problemen, welk onderzoek kies ik?
10
Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875a-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770 (lokaal tarief) en vraag naar klantdatabeheer, of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.
PINK
MELKGEVENDE KOE
13 Bijproducten voeren, waar let je op? 14 Voeding en klauwgezondheid 15 Veelgestelde vragen over voeding DROOGSTAANDE KOE
13
16 Terugblik Droogstandscheck 19 Vitamines voor goede weerstand
Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018 - 3
KALF
KALVEREN WEIDEN IN HET EERSTE LEVENSJAAR:
WAAR MOET JE OP LETTEN? Wanneer kalveren geweid worden tijdens hun eerste levensjaar kunnen ze alvast weerstand opbouwen tegen maagdarmwormen en eventueel op het bedrijf aanwezige longwormen. Ook leren ze al gras vreten. Het is daarbij wel belangrijk dat ze in die periode ook goed blijven doorgroeien. Voor een goede groei tijdens het eerste levensjaar is het belangrijk dat een kalf voldoende energie, eiwit, mineralen en vitaminen opneemt en dat de groei niet wordt geremd door een ernstige infectie met bijvoorbeeld maagdarmwormen, longwormen of coccidiën. Daarom de volgende adviezen: • Beperk het weideseizoen tot drie à vier maanden. Afhankelijk van het weer is het vaak aan te raden de kalveren begin september op te stallen. • Met name de jongste kalveren hebben behoefte aan het bijvoeren van krachtvoer. De hoeveelheid en samenstelling hangt af van de leeftijd van de kalveren en de kwaliteit van het gras. • Weid de kalveren niet op percelen waarop in hetzelfde jaar mest van oudere runderen is gekomen als het bedrijf besmet is met paratbc.
Normen veedrinkwater strenger voor kalf
• Zorg dat de kalveren op stal voldoende mineralen krijgen, zodat ze met een ‘voorraad’ de weide ingaan. • Geef de dieren altijd voldoende, schoon drinkwater. • Op met longwormen besmette bedrijven is een longwormvaccinatie voor de start van het weideseizoen aan te raden. • Bij opstallen kan door middel van bloedonderzoek gecontroleerd worden of er schade is door maagdarmwormen en dus of behandeling zinvol is. Ook is bij opstallen de ‘mineralenstatus’ in het bloed te meten. Weiden van jongvee tijdens het eerste levensjaar is dus een goede optie, mits voldaan wordt aan een aantal randvoorwaarden.
Om dieren gezond te houden, is goed drinkwater heel belangrijk. Maar wat is goed? GD heeft normen opgesteld waaraan drinkwater voor rundvee moet voldoen. Voor kalveren gelden soms andere normen dan voor volwassen runderen. Uitgangspunt van goed drinkwater voor rundvee is dat het water smakelijk, beschikbaar en niet schadelijk is. Kalveren gevoeliger voor matige waterkwaliteit Wist u dat kalveren gevoeliger zijn voor een matig of slechte waterkwaliteit? Dat komt doordat zij nog geen beschermende penswerking hebben. Mede daarom zijn voor kalveren de normen voor ammonium, natrium, ijzer, mangaan en mest- en bacteriologische verontreiniging scherper dan die voor volwassen runderen. Op www.gddiergezondheid.nl/rundveedrinkwater vindt u een tabel met alle normen voor geschikt veedrinkwater. Hierin kunt u voor zowel runderen als kalveren aflezen welke waarden ‘goed’ (veilig) en welke waarden ‘afwijkend’ (ernstig, risicovol) zijn.
4 - Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018
KALF
CHECKLIST
Kalverdiarree in de eerste veertien levensdagen Kalverdiarree kan vele oorzaken hebben, dus het is altijd goed om naar meerdere factoren te kijken. Denk bijvoorbeeld ook aan biestmanagement, voeding en huisvesting van het kalf. Een checklist kan helpen bij het vinden van de oorzaak en dus bij het oplossen van het probleem. Onderstaande vragenlijst bevat factoren die van invloed kunnen zijn op het voorkomen van kalverdiarree in de eerste veertien levensdagen, maar is niet volledig. Ja
Matig/ soms
Nee
Afkalven Komen er ook zieke koeien in de afkalfstal? Wordt de afkalfstal na elke afkalving voorzien van voldoende verse bodembedekking? Wordt de achterhand van de koe gereinigd vóór het kalveren en gebruikt u schone hulpmiddelen bij het afkalfproces? Wordt het kalf meteen na geboorte gehuisvest in een eenlingbox/iglo? Biestmanagement Zorgt u voor een optimale hygiëne bij het winnen van de biest? Test u de biest vóór gebruik op hoeveelheid antistoffen? Krijgt een kalf direct na de geboorte minimaal 2 liter, en de eerste 6 uur in totaal minimaal 4 liter, eerste biest van de eigen moeder? Krijgt een kalf in totaal minimaal 6 liter eerste biest op de eerste dag? Krijgt het kalf de tweede en derde levensdag tweede- en derdedaagsbiest? Wordt de koe na kalven helemaal uitgemolken en wordt alle eerste biest (gekoeld) bewaard en gevoerd? Heeft u via de Biestopnamecheck weleens gecontroleerd hoeveel antistoffen (IgG) uw kalveren opnemen uit biest? Huisvesting Zijn de kalverboxen/iglo’s schoon voor gebruik? Heeft elk kalf een eigen emmer? Worden de (speen)emmers dagelijks goed schoongemaakt? Worden kalveren minimaal twee weken in een eenlingbox/iglo gehuisvest? Liggen alle jonge kalveren schoon, droog en vrij van tocht? Zijn de kalveren op leeftijd gehuisvest? Melkperiode Voert u de kalveren in volgorde van jong naar oud, en bij ziekte, van gezond naar ziek? Krijgen de kalveren kunstmelk? Hanteert u de advieshoeveelheid (concentratie, hoeveelheid) op de melkpoederverpakking of van uw jongveespecialist? Maakt u de kunstmelk aan met water van 45-50 ºC en heeft de melk bij verstrekking een temperatuur van 39-40 ºC? Hebben de kalveren ook altijd beschikking over vers water? Wordt het water regelmatig onderzocht op geschiktheid voor het verstrekken aan jonge kalveren? Bij diarree Past u het voerschema aan (bijvoorbeeld naast melk extra elektrolyten, vaker melk verstrekken in kleinere hoeveelheden, et cetera)? Heeft u onderzoek gedaan naar de verwekker van de diarree? Evalueert u de behandeling regelmatig met uw dierenarts? Houd altijd rekening met de mogelijke rol van infectieziekten als BVD, IBR, salmonella of schmallenbergvirus.
KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN ADVIEZEN OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/CHECKLISTKALVERDIARREE
Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018 - 5
Uw kalveren verdienen onze zorg!
‘Ook dit seizoen staan wij weer voor u klaar.’ Vragen over uw kalveropfok? Bel +31 (0)577 408 111
De specialist in kalveropfok
PINK Jan Muskens, rundveedierenarts
MINERALENVOORZIENING BIJ PINKEN
Koper en jodium voor groei en ontwikkeling
Spoorelementen zijn mineralen die mens en dier maar in kleine hoeveelheden nodig hebben, maar die essentieel zijn voor een goede gezondheid. Neem nu koper en jodium. Deze spelen een belangrijke rol bij de groei en ontwikkeling van pinken. Hoe zorg je dat de pinken voldoende van deze spoorelementen binnenkrijgen, en hoe controleer je of dat ook echt zo is? Niet alleen een tekort, ook een overmaat van de elementen koper en jodium is onwenselijk. Daarom is het van belang om de juiste hoeveelheid te verstrekken.
KOPER Koper speelt een rol bij de vorming van botten, pezen, bloed(vaten) en haren, en ook bij de vruchtbaarheid en de weerstand. Het is dus een essentieel spoorelement voor de ontwikkeling van pinken. Runderen kunnen een voorraad koper opbouwen in de lever, waardoor een beperkte periode met een verminderde koperopname geen probleem hoeft te zijn. Bij een kopertekort zijn de verschijnselen in eerste instantie onduidelijk en niet specifiek, bijvoorbeeld verminderde groei. Indien het tekort groter is, kunnen ĂŠĂŠn of meer van de volgende afwijkingen optreden: dof haarkleed, bloedarmoede, verdikte kogels
Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018 - 7
PINK Jan Muskens, rundveedierenarts
door afwijkingen groeischijven, verminderde vruchtbaarheid, diarree en depigmentering van de haren, met als gevolg onder andere een ‘koperbril’ (verlies van pigment rond de ogen). Een koperovermaat is ook schadelijk; dit kan leverschade veroorzaken. Koperopname Hoeveel koper een dier opneemt hangt niet alleen af van de koperhoeveelheid in het voer. Het hangt ook af van de opname van andere mineralen, zoals molybdeen (Mo) en zwavel (S), die de koperopname remmen. Als de grond van één of beide elementen een verhoogde hoeveelheid bevat, heeft het rund méér koper per kilo droge stof nodig. Dit is regelmatig het geval in veenweidegebieden, maar ook bij andere grondsoorten kan één of beide mineralen in hogere mate aanwezig zijn. Koper verstrekken Als een pink alleen vers gras of kuilgras krijgt gevoerd, krijgt het vaak onvoldoende koper binnen. Zo heeft een pink van 16 maanden in het voer 18,1 milligram koper per kilo droge stof nodig (de norm van het Centraal Veevoederbureau, uitgaande van 2,8 gram S en 2,1 milligram Mo per kilo droge stof). Het gehalte in gras is vaak maar circa 7 tot 8 milligram per kilo droge stof. Het is in veel gevallen dus goed om extra koper te geven. Tijdens het stalseizoen kan dit door jongveemineralen over het rantsoen te verstrekken, bij weidegang door middel van bijvoorbeeld mineralenbolussen. Algemene tips • Twijfelt u of uw weidegras mogelijk te weinig mineralen bevat? Laat dan uw graskuilen nader analyseren op alle spoorelementen. • Laat het stalrantsoen specifiek voor uw jongvee doorrekenen door uw voeradviseur en neem daarin ook de vitaminen- en mineralenvoorziening mee. • Wilt u weten hoeveel mineralen en vitaminen uw jongvee daadwerkelijk opneemt? Laat uw dierenarts dan bij vijf dieren uit dezelfde groep een bloedje tappen en laat dit onderzoeken met het Pakket Spoorelementen of het Pakket Vitaminen.
8 - Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018
Hoe weet je nu of een dier een kopertekort heeft? Hiervoor is het wel of niet aanwezig zijn van een ‘koperbril’ een onbetrouwbare indicator. De hoeveelheid koper in het lichaam is alleen goed vast te stellen door onderzoek op een stukje lever. Een ernstig tekort is aan te tonen met bloedonderzoek. Het Pakket Spoorelementen is een bloedonderzoek dat inzicht geeft in de opname van koper, zink, selenium en jodium. Het meest geschikte moment voor bloedonderzoek is aan het einde van het weideseizoen. Het advies is dan om vijf pinken te onderzoeken, nog voordat ze een winterrantsoen krijgen. JODIUM Jodium is een essentieel component voor de werking van schildklierhormonen, die een belangrijke rol spelen bij de stofwisseling. Bij een jodiumtekort zijn de verschijnselen in eerste instantie vaak niet specifiek, zoals verminderde groei en vruchtbaarheid. Bij langdurige tekorten van het moederdier kunnen kalveren dood of slap ter wereld komen. Soms is dan ook meteen na de geboorte een sterke verdikking van de keelstreek te zien bij het kalf door een zwelling van de schildklier. Een jodiumovermaat treedt niet vaak op. Mogelijke verschijnselen daarbij zijn een overmatige traan- en speekselproductie en verminderde groei. Een tekort is te voorkomen of op te heffen door het voeren van een mineralenmengsel met voldoende jodium. Of een dier voldoende jodium opneemt is te achterhalen met het bloedonderzoek Pakket Spoorelementen (zie hierboven bij koper).
Blokvoetjes als gevolg van een kopertekort bij pinken.
(advertorial)
Negatieve Energiebalans te lijf Hoeveel van uw koeien hebben een negatieve energiebalans? Vanaf een aantal weken voor afkalven tot 100 dagen erna, is het risico hierop het grootst. Enerzijds door een verminderde eetlust aan het einde van de dracht, anderzijds door de enorme stijging van de ener energiebehoefte door de gestarte lactatie. Dit brengt risico’s met zich mee.
Toxische vetzuren De koe compenseert het energietekort namelijk door energie uit vetweefsel te halen. Hierdoor neemt de concentratie toxische vrije vetzuren (Nefa) toe.
Nefa heeft een negatief effect op de kwaliteit van de eicellen.
Dit herken je door: • Een stijging van de embryonale sterfte; • Verminderde tochtverschijnselen; • Een cyclus die minder goed op gang komt; • Lange tussenkalftijd; • Laag drachtigheidspercentage; • Scheve vet-/eiwitverhouding in de melk.
Verhoog 4x eenvoudig de energieopname Door het rantsoen nauwkeurig af te stemmen op de behoeften van de koe, kun je het energietekort beperken. Helaas lukt het niet altijd om voldoende energie binnen te krijgen via het rantsoen. Snoepsiroop Premium kan je ondersteunen. Koeien vinden Snoepsiroop Premium namelijk erg lekker. Met Snoepsiroop Premium als dressing maak je het rantsoen niet alleen smakelijker maar ook energierijker. Je verhoogt zo in één keer zowel de drogestof- als de energieopname!
Voermengwagen
Multidos
Aan het voerhek
Zeg dag tegen een negatieve energiebalans Ga voor dealerinformatie naar www.snoepsiroop.nl Vind je dealer en bestel.
Koedrank
Welk onderzoek is relevant Als u denkt dat er op uw bedrijf sprake kan zijn van een voedingsgerelateerd probleem op koppelniveau, dan kunt u gebruikmaken van een groot aantal laboratoriumonderzoeken binnen FIT, de voedingsaanpak van GD. Op deze pagina vindt u per klacht de meest relevante onderzoeken. Biestmanagement
Luchtwegproblemen Tocht- of ventilatieproblemen
Kalveren 0 tot 6 maanden Voor een gezonde start van een kalf zijn hygiĂŤne rondom het kalven, biestmanagement en huisvesting erg belangrijk. Daarnaast is onder meer een goed voermanagement, aanmaak van de melk, type melkpoeder en open afbouw van krachtvoer van belang. Kijk voor meer informatie en de checklist kalverdiarree in de eerste veertien levensdagen op www.gddiergezondheid.nl/jongvee Relevante onderzoeken kalveren Biestopnamecheck Pakket Kalverdiarree
Diarree*
Mestonderzoek coccidiose/giardia Longspoeling/neusswab Beoordeling van het klimaat en de huisvesting door GD-specialist
Transitiekoe 8 weken voor t/m 6 weken na kalven De transitieperiode is een cruciale periode voor de koe. Veel problemen vlak na afkalven zijn te herleiden naar suboptimale voeding, huisvesting of management voor afkalven. Relevante onderzoeken transitiekoe
(Acute) baarmoederontsteking Aan de nageboorte staan
Slecht opstartende melkproductie
Droogstandscheck
Te veel mastitis vlak na afkalven
Pakket Spoorelementen aangevuld met GSH-Px (voorraad selenium)
Kalfkoe 0 t/m 2 dagen na kalven
Pakket Vitaminen Pakket energiestatus verse koe Pakket liggende koe Pakket leverfunctie
10 - Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018
Te veel conditieverlies start lactatie
Liggende koe, melkziekte Dood- en zwakgeboren kalveren*
Wilt u weten welk onderzoek het meest relevant is in uw situatie en op welk moment u deze
voor mijn koppel? Slecht tochtig/ drachtig worden Terugkomers Te hoge ALVA*
Te veel conditie tot 6 weken voor afkalven
Slechte groei/ ontwikkeling*
Luchtwegproblemen**
Jongvee 6 tot 24 maanden Een goede groei en vruchtbaarheid van jongvee zijn essentieel voor een goede opfok en optimale afkalfleeftijd als vaars. Hierbij spelen gezonde voeding en een goede beschikbaarheid en kwaliteit van water een belangrijke rol. Relevante onderzoeken jongvee Pakket Spoorelementen Pakket Vitaminen Ureum Pakket leverfunctie Longspoeling/neusswab Vitamine B12
Slecht opstartende melkproductie vaars
Melkgevende koe 6 weken na start lactatie Goede voeding is belangrijk voor de weerstand, vruchtbaarheid en algehele gezondheid van uw vee. Ook zijn een goede beschikbaarheid en kwaliteit van water, beperking van hittestress en geschikte huisvesting van groot belang.
Droogstandscheck Pakket Energiestatus verse koe
Veel koeien mager, een doffe vacht**
Slecht tochtig of drachtig worden, terugkomers*
Witvuilers
Relevante onderzoeken melkgevende koe Mineralencheck Pakket Spoorelementen aangevuld met GSH-Px (voorraad selenium) Pakket Vitaminen Vitamine B12 Uiergezondheid Tankmelk Klauwgezondheid Tankmelk Pakket leverfunctie Droogstandscheck Pakket energiestatus verse koe
Veel mastitis
Diarree*/** Veel klauwproblemen
het beste uit kunt voeren? Kijk dan op www.gddiergezondheid.nl/fit.
* Sluit eerst infectieziekten als BVD, IBR, salmonella of schmallenbergvirus uit. Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018 - 11 ** Sluit eerst worminfecties als leverbot, maagdarmwormen of longwormen uit.
VOORKOM KETOSE BIJ
3de KALFSKOEIEN EN OUDER Kexxtone®: een preventief diergeneesmiddel Meer energie en 74% minder verborgen ketose4 3de KALFSKOE EN OUDER HEEFT TOT 2X HOGERE KANS OP KETOSE*1-3
VANAF 3de KALF
*Gemiddeld loopt 30% van uw veestapel risico op het krijgen van verborgen ketose1-3
Vraag bij uw dierenarts om advies over subklinische ketose en Kexxtone®. REFERENTIES 1 Berge en Vertenten 2014 2 T. Vanholder ,*1 J. Papen ,† R. Bemers ,† G. Vertenten ,* and A. C. B. Berge ‡2015 3 Santschi 2011 4 Vertenten 2013. The effect of the monensin controlled release capsule (CRC) on the reduction of ketosis under European farm conditions (T1FGB130007). Data on file. Benaming: Kexxtone 32,4 g intraruminaal hulpmiddel met continue afgifte voor runderen. Monensin Werkzaam bestanddeel: Monensin 32,4 g (overeenkomend met 35,2 g monensin-natrium). Doeldiersoorten: Rund (melkkoeien en vaarzen). Indicatie(s): Ter vermindering van het voorkomen van ketose rond het afkalven bij melkkoeien/vaarzen waarvan wordt verwacht dat ze ketose krijgen. Contra-indicaties: Niet gebruiken bij dieren met een lichaamsgewicht van minder dan 300 kg. Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of één van de hulpstoffen. Bijwerkingen: Spijsverteringsstoornissen (zoals diarree, maagaandoening bij herkauwers) werden zelden waargenomen. Slokdarmobstructie werd zeer zelden waargenomen. Indien u bijwerkingen vaststelt, zelfs wanneer die niet in deze bijsluiter worden vermeld, of u vermoedt dat het diergeneesmiddel niet werkzaam is, wordt u verzocht uw dierenarts hiervan in kennis te stellen. Wachttijden: (Orgaan)vlees: nul dagen. Melk: nul dagen. Dosering voor elke doeldiersoort, toedieninsweg(en) en wijze van gebruik: Intraruminaal gebruik. Eén enkel intraruminaal hulpmiddel dient 3-4 weken vóór de verwachte kalfdatum bij een melkkoe/vaars te worden toegediend door middel van een geschikt toedieningsinstrument. Kexxtone geeft bij benadering een gemiddelde dosis van 335 mg monensin per dag af gedurende ongeveer 95 dagen. Volg de instructies nauwgezet. Het dier moet op de juiste manier worden vastgezet om het intraruminaal hulpmiddel goed te kunnen toedienen. Bij het vastzetten moet de voor- en achterwaartse beweging worden beperkt en het hoofd in een naar voren gestrekte positie worden gehouden, zonder druk op de nek om stikken te voorkomen. 1. Elk intraruminaal hulpmiddel heeft een eigen nummer op de cilinder. Dit moet genoteerd worden samen met het bijbehorende identificatienummer van het dier, zodat het dier in geval van regurgitatie kan worden geïdentificeerd. 2. Vouw de vleugels langs de kern van het intraruminaal hulpmiddel en stop het hulpmiddel in een geschikt toedieningsinstrument, het uiteinde met de opening eerst. 3. Sta aan één zijde van het dier, zet het vast met het hoofd en de nek naar voren gestrekt en stevig tegen uw zij. Pak het dier met één hand in de hoek van de bek. Voer het toedieningsinstrument in de bek zonder daarbij de voortanden te raken. Gebruik niet te veel kracht, om trauma en letsel aan de keelholte en slokdarm te vermijden. 4. Breng het toedieningsinstrument voorbij de tongbasis en vermijd daarbij de kiezen. Wanneer het dier slikt, beweegt het toedieningsinstrument gemakkelijk over de tongbasis. GEBRUIK GEEN OVERMATIGE KRACHT. Trek bij weerstand het instrument wat terug en herhaal de procedure. 5. Zorg ervoor dat het uiteinde van het toedieningsinstrument de tongbasis is gepasseerd. Schiet het intraruminaal hulpmiddel uit het toedieningsinstrument wanneer het dier slikt. Reg.: EU/2/12/145/001-003 REG NL 110814 UDA UITSLUITEND VOOR DIERGENEESKUNDIG GEBRUIK – UITSLUITEND OP DIERGENEESKUNDIG VOORSCHRIFT Verantwoordelijke Onderneming: Eli Lilly and Company Limited Elanco Animal Health Priestley Road Basingstoke Hampshire RG24 9NL Verenigd Koninkrijk Verdere informatie is beschikbaar op aanvraag. December 2017
Elanco Animal Health Papendorpseweg 83, 3528 BJ Utrecht, Nederland I benelux@elanco.com I +31 (0)30 60 25 952 I www.elanco.nl NLDRYKXT00056
MELKGEVENDE KOE Sanne Carp-van Dijken, rundveedierenarts en Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog
BIJPRODUCTEN VOEREN, WAAR LET JE OP? Alternatieve bijproducten zijn dit jaar extra actueel, omdat er door de droogte schaarste is ontstaan aan ruwvoer (gras en maïs). Bijproducten voeren is niet altijd zonder risico. Niet alle bijproducten zijn (in grotere hoeveelheden) gezond voor uw koeien. Hoe ‘gezond’ zijn deze bijproducten voor uw vee? In de afgelopen jaren, maar ook recent nog, kreeg GD meldingen van zieke en dode koeien na het voeren van bijproducten. De oorzaak hiervan zit vaak in het verkeerd of te veel voeren van bijproducten of het voeren van ongeschikte bijproducten. Verkeerd voeren Bijproducten kun je op twee manieren verkeerd voeren: 1. door te snel overschakelen, waardoor de stofwisseling van het dier niet genoeg kan wennen; 2. door te veel voeren van een bijproduct (totaal aantal kilogrammen per dier per dag). Ongeschikte bijproducten Veel bijproducten bevatten goed verteerbare suikers of zetmeel. Hiervan kunnen dieren pensverzuring krijgen, met als gevolg een flinke daling van de melkproductie. Zoete aardappelen bevatten bijvoorbeeld erg veel zetmeel. Zoete aardappelen kunnen ook een andere nare eigenschap hebben: als ze ‘aangevallen’ worden door schimmels, verdedigen zij zich door het aanmaken van 4-ipomeanol, een gifstof die dodelijk is voor koeien. Ziet u dus zoete aardappelen die zacht zijn en schimmelplekken vertonen? Voer deze nóóit aan koeien. Een ander bijproduct waarin schadelijke stoffen kunnen voorkomen is de ui. Uien zijn erg smakelijk voor rundvee, maar ze kunnen schadelijke zwavelverbindingen bevatten, zoals propyl disulfide. Deze stof is schadelijk voor veel diersoorten, waaronder runderen en kan leiden tot beschadiging van rode bloedcellen. Hierdoor krijgen koeien zwarte mest en rode urine, en ze kunnen sterven aan bloedarmoede.
Praktische lijst bijproducten Het gebruik van voedermiddelen, waaronder bijproducten, wordt gereguleerd door GMP+. In een hiervoor opgestelde verordening* staat (onder meer) een lijst met producten en bijproducten die als diervoeder gebruikt mogen worden. De verordening bevat géén aanwijzingen over hoe snel u naar een bijproduct kunt overschakelen en hoeveel (bij)product u per dag mag voeren. Ook staat er niets vermeld over eventuele verschijnselen bij te snel of te veel voeren van een bijproduct. Mocht u besluiten om uw rundvee wat ‘onbekendere’ bijproducten te gaan voeren, kijk dan eens op www.gddiergezondheid.nl/bijproducten-voeren. Daar vindt u een praktische lijst van bijproducten, met per product de hoeveelheid die u maximaal per dier per dag kunt voeren. Daarnaast vindt u daar per product de risico’s van het te snel verhogen van de te voeren hoeveelheid en van het voeren van een teveel. * V erordening (EU) 2017/1017 van de Commissie van 15 juni 2017, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 68/2013 betreffende de catalogus van voedermiddelen.
Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018 - 13
MELKGEVENDE KOE Ryan van Egmond en Menno Holzhauer, dierenartsen rund
Sterke klauwen door goede voeding Voeding is misschien niet het eerste waar u aan denkt als een koe klauwproblemen heeft. Maar ook via voer kunt u de klauwgezondheid verbeteren. En dat is belangrijk, want goede benen en klauwen zijn de basis voor het goed functioneren van koeien. Een goed uitgebalanceerde voeding zorgt ervoor dat er kwalitatief beter klauwhoorn wordt gevormd en dat er een betere huidweerstand is tegen infectieuze klauwaandoeningen zoals de ziekte van Mortellaro. De klauwgezondheid kan beĂŻnvloed worden door goede voeding met de juiste balans in energie, eiwitten, vetten, macromineralen, spoorelementen en vitaminen. Zowel een tekort als een overmaat aan spoorelementen en vitaminen kan schadelijk zijn voor de hoorn- en huidkwaliteit. Het is dus belangrijk om niet te veel, maar ook niet te weinig te voeren. Zink, mangaan en biotine De spoorelementen zink en mangaan en de vitamine biotine spelen een sleutelrol bij de vorming een goede kwaliteit klauwhoorn en een goede huidweerstand. Biotine is belangrijk voor de hoornvorming en de vorming van cement tussen de hoornen huidcellen, die daaroor steviger aan elkaar vast zitten. Daarnaast draagt biotine bij aan het herstel van beschadigd hoorn zoals bij wittelijnproblemen en zoolzweren.
14 - Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018
Mangaan is van belang voor de activatie van enkele kritische enzymen en andere essentiĂŤle componenten voor de vorming van goed hoorn voor de hoornschoen. Zink is het zogeheten sleutelspoorelement in de klauwhoornvorming en heeft een stimulerende rol bij verschillende enzymsystemen. Die enzymsystemen hebben een positief effect op de huid- en hoornvorming, waardoor er een goede hechting tussen huid- en hoorncellen optreedt. Dit zorgt ervoor dat de klauw en de huid beter bestand zijn tegen beschadigingen en daarmee tegen klauwaandoeningen. Meten is weten Het is lastig om in te schatten of de koeien te veel, genoeg of te weinig spoorelementen en vitaminen opnemen. U kunt het rantsoen doorrekenen en op koppelniveau controleren of de opname overeenkomt met de berekende hoeveelheid.
Tip: Wilt u meten of de opname van biotine, zink en mangaan bij uw koppel melkkoeien optimaal is? Kijk dan voor meer informatie op www.gddiergezondheid.nl/kga
MELKGEVENDE KOE
VEELGESTELDE VRAGEN OVER VOEDING BIJ MELKVEE Heeft u een vraag over de relatie tussen voeding, water en diergezondheid? Het FIT-team staat klaar om uw vragen te beantwoorden.
VRAAG: WINTERDIARREE, WAT IS HET EN WAT KUN JE DOEN? ANTWOORD RUNDVEEDIERENARTS JAN MUSKENS: Diarree bij melkkoeien kan veel oorzaken hebben. Een infectie bijvoorbeeld. Bekende infectieuze oorzaken van diarree zijn BVD, salmonella, het schmallenbergvirus, maagdarmworminfecties en leverbot. Het kan ook zijn dat de diarree wordt veroorzaakt door een afwijkende voeding. Denk hierbij aan beschimmeld voer, snelle voerovergangen, ‘snelle’ rantsoenen of onvoldoende structuur. Een combinatie van een infectie en afwijkende voeding is ook mogelijk. Indien in een periode van enkele dagen tot een week veel dieren (melkgevend, droogstaand, jongvee) te dunne tot waterdunne mest hebben, en bovenstaande mogelijke oorzaken zijn uitgesloten of minder waarschijnlijk, dan is er mogelijk sprake van winterdiarree. Het kan overigens niet alleen in de winter, maar ook in andere perioden van het jaar optreden. De ontstaanswijze van winterdiarree is nog onduidelijk; mogelijk speelt een coronavirus een rol. Diagnostiek is niet beschikbaar. Meestal verdwijnt de diarree binnen twee tot drie weken. Advies is om bij aanvang van de diarree bij de melkgevende groep voldoende structuur te voeren en de krachtvoergift tijdelijk wat te verlagen.
VRAAG: WAT MOET IK DOEN BIJ MEERDERE AFWIJKENDE UITSLAGEN VOOR SELENIUM BIJ DE MINERALENCHECK? ANTWOORD BUITEN DIENSTMEDEWERKER SIETSKE HAARMAN Welke stappen u het beste kunt nemen als u bij opeenvolgende tankmelkuitslagen voor selenium een afwijkende uitslag heeft, is onder meer afhankelijk van de ligging van het bedrijf en de grondsoort. Mijn advies is daarom om altijd te kijken naar uitslagen van kuilanalyses. Laat kuilen analyseren op alle spoorelementen, zeker ook als u extra bemesting met spoorelementen hebt toegepast. Reken met uw adviseur de rantsoenen door en neem daarin ook de spoorelementen mee. Veel mineralenproducten claimen de uiergezondheid of klauwgezondheid te verbeteren. Overweegt u (extra) mineralen te voeren? Vaar dan niet blind op die gezondheidsclaims, maar reken samen met uw voeradviseur door of hier echt de hoeveelheid mineralen in zitten die uw koppel koeien dagelijks nodig heeft. Neem in deze berekening ook de analyses van kuilen, verstrekte brok en eventuele andere verstrekte supplementen mee. Pas op basis hiervan de mineralengift aan en meet via de Mineralen check of het het gewenste effect heeft. Let op: het kan enkele maanden duren voordat u het gewenste effect van de minder of meer gevoerde mineralen daadwerkelijk terugziet in de koppel. HEEFT U OOK EEN VRAAG OVER VOEDING? KIJK DAN IN ONZE VRAAGBAAK OF NEEM CONTACT OP VIA WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/FITTEAM
Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018 - 15
DROOGSTAANDE KOE
Terugblik op twee jaar Droogstandscheck Dat de droogstand een heel belangrijke periode is voor koeien, is voor u ongetwijfeld geen nieuws. Gezonde, goed vretende droge koeien in de juiste conditie, dat is het ideale plaatje. In de praktijk is het alleen soms lastig om voldoende tijd voor de droge koeien te vinden. En ook niet elke aanpak werkt goed voor elk bedrijf. Hoe bepaal je dan of de droge koeien op het bedrijf er goed voor staan? Met dat idee in het achterhoofd is GD enkele jaren geleden begonnen met de ontwikkeling van de Droogstandscheck. Een test die meer inzicht geeft in hoe het management van de droogstand verloopt en welke dieren meer risico lopen om na het kalven ziek te worden. Inmiddels ‘draait’ de Droogstandscheck al meer dan twee jaar en hebben aardig wat veehouders van deze test gebruikgemaakt. Een mooie gelegenheid om weer eens stil te staan bij de droogstand en een samenvatting te geven van alle uitslagen die de afgelopen twee jaar aan veehouders zijn verstuurd. Wat is de Droogstandscheck? Bij de Droogstandcheck wordt op basis van bloedanalyse van vier tot tien droge koeien een bedrijfsuitslag gemaakt die een indicatie geeft van de energie-, eiwit- en magnesiumvoorziening. Ook bepalen we bij alle koeien de concentratie van het ontstekingseiwit haptoglobine in het bloed. Energie- en eiwitvoorziening Om een indruk te krijgen van de energievoorziening wordt de concentratie vrije vetzuren (NEFA) en het ketonlichaam BHBZ in het bloed gemeten. Een verhoogde NEFA-waarde geeft aan
16 - Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018
dat er afbraak van vetten vanuit de vetreserves plaatsvindt als gevolg van een negatieve energiebalans. De lever kan de vrijgemaakte vetzuren omzetten in ketonlichamen zoals BHBZ en deze afgeven aan het bloed. Voor de eiwitvoorziening wordt de concentratie ureum gemeten. Lage ureumgehaltes geven aan dat er sprake kan zijn van een te lage eiwitvoorziening. Bij een eiwittekort kunnen koeien in de droogstand hun spierreserves gaan aanspreken, wat ongewenst is. Daarnaast heeft zo’n eiwittekort een negatief effect op de vitaliteit van het kalf en de biestkwaliteit. In de afgelopen twee jaar kwamen regelmatig aanwijzingen voor een afwijkende energievoorziening (ruim 40 procent van de bedrijven) of eiwitvoorziening (ruim 30 procent van de bedrijven) naar voren (zie Figuur 1). Bij een afwijkende eiwitvoorziening was er meestal sprake van te lage ureumgehaltes in het bloed (27,3 procent van de bedrijven). Bij 5,2 procent van de bedrijven was er sprake van te veel hoge ureumgehaltes. Deze resultaten laten zien dat er op veel bedrijven nog verbetering van het management, de huisvesting en het rantsoen van de droge koeien mogelijk is.
DROOGSTAANDE KOE Saskia van der Drift, onderzoeker en Sanne Carp-van Dijken, rundveedierenarts
100% eiwitvoorziening
energievoorziening
90% 80%
% bedrijven
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
< 25%
25% - 50% afwijkende dieren
> 50%
Figuur 1: Percentage bedrijven met een afwijkende energievoorziening
Haptoglobine Het ontstekingseiwit haptoglobine komt vrij wanneer er schade in het lichaam ontstaat door bijvoorbeeld een infectieziekte of een ontsteking. We zien in de uitslagen dat een verhoogd haptoglobinegehalte op de meeste bedrijven niet of maar bij een enkel dier in de droogstand voorkomt. Slechts bij 4,6 procent van de bedrijven had meer dan een kwart van de droge koeien een verhoogde waarde van dit ontstekingseiwit in het bloed. Een verhoogd haptoglobinegehalte voor een individueel dier is een belangrijk alarmsignaal: het risico op gezondheidsproblemen rondom het afkalven, zoals baarmoederontsteking, neemt dan toe. Een verhoogd haptoglobinegehalte kwam bij 6,3 procent van de individuele dieren voor. Uitbreiding met magnesium De Droogstandscheck is afgelopen voorjaar uitgebreid met de bepaling van magnesium. Dit hebben we gedaan omdat koeien die in de droogstand te weinig magnesium opnemen, een grotere kans hebben om na het afkalven melkziekte te krijgen. Wanneer we voldoende resultaten van het magnesiumgehalte verzameld hebben, zullen we ook deze gegevens op een rij zetten. Tot die tijd blijven we de wetenschappelijke ontwikkelingen volgen om producten zoals de Droogstandscheck verder te kunnen ontwikkelen en uitbreiden. Want droge koeien verdienen onze aandacht.
(blauwe balken) of eiwitvoorziening (groene balken) bij maximaal 25% van de koeien, bij 25 – 50% van de koeien of bij meer dan 50% van de koeien.
METEN OF DE DROOGSTAND OP UW BEDRIJF GOED VERLOOPT? WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/DROOGSTANDSCHECK
Aandachtspunten droogstand op een rij: • Zorg dat de koeien met de juiste conditie de droogstand ingaan. • Voer geen restvoer van de melkkoeien. • Laat de kuilen die u aan de droge koeien voert analyseren. • Laat het rantsoen doorrekenen en optimaliseren. • Besteed aandacht aan de eiwitvoorziening. • Verstrek dagelijks een vers rantsoen. • Verstrek vitamines en mineralen op maat. • Let op voldoende ruimte in de stal met genoeg plaatsen aan het voerhek.
Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018 - 17
Surecheck-4
Kruidenrijk zaaizaad voor blijvend grasland • Droogteresistentie • Diep wortelend • Zeer smakelijk en gezond • Zonder kunstmest • Kostenbesparend
• Hoge productie • Hoge biodiversiteit • Werkt tegen maag-darmwormen • Bio verkrijgbaar • Grassen, klavers en kruiden
Kalverdiarree, meten is weten !
Surecheck-4
is een eenvoudige sneltest waarmee de vier meest voorkomende oorzaken van kalverdiarree snel en betrouwbaar kan worden vastgesteld. Surecheck-4 voor meer zekerheid in de behandeling en preventie bij kalverdiarree!
Testresultaat in 10 minuten
CORONA VIRUS CRYPTOSPORIDIUM E-(SCHERICHIA) COLI ROTAVIRUS Surecheck 4 is een geregistreed handelsmerk van Nimrod Veterinary Producs Ltd. Distribiteur Benelux VeeService IDAC.
WWW.PUREGRAZE.COM INFO@PUREGRAZE.COM BEL ONS VOOR EEN GOED ADVIES: 0546-624005
Biopect
AGRI SERVICE JEUKEN B.V. A
+ B
C
M
Y
CM
CY CMY
K
RISORSA®AGRI EASY SERVICE JEUKEN B.V. Nieuwee! formul
Dip spray producten en te
‘S Werelds meest gebruikt product bij kalverdiarree !
MY
gebruiken bij melkrobotsystemen Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1 C
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
C
M
Y
CM
MY
CY CMY
K
+ Bim Milchroboter AEinsetzbar
DeRISORSA oplossing ® EUTERPFLEGEMITTEL voor celgetal
u e l! N em e For
Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1
+ B
A
problemen
+ B
Heerbaan 114, 6566 ET Millingen a/d Rijn (nl) RISORSALeichte STRONG Schutzfilmbildung e Tel: +31 481 433661 Vormt een lichte bescherming u e we N m e l! A + B Nieu e! formul For Fax: +31 481 432075 Farma GMP. ® ® Mob: +31 (0)6 53195804 BARRIER RISORSARISORSA BARRIER e Schutzfilmbildung Vormt een extremeExtreme bescherming Nieuwe N e u ewww.agriservicejeuken.nl l! ule! ®
Biopect is een uniek snelwerkend middel met speciale pectinen die de darmwand beschermen. Biopect beperkt het antibioticagebruik, en kan via de melk of drinkwater worden verstrekt.
form
For
m
ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? bij afname van 2x biopect 2.5kg*
GRATIS
Boer Boer boxershort Biopect is een aanvullend diervoeder. Aktie geldig zolang de voorraad strekt tot uiterlijk 30-12-2018 . Design cow, bull, klomp, horse, chicken, pork, tractor en sheep. Boxer short of hipster.
Neem contact op met: Marcel Koot T+31 (0)314 - 355 852 E marcel.koot@dock35media.nl I www.dock35media.nl
DROOGSTAANDE KOE Sietske Haarman, zoötechnisch specialist en Ryan van Egmond, rundveedierenarts
Betere weerstand in de droogstand Vitamines spelen een belangrijke rol bij de weerstand van koeien. Het lijkt logisch om daarom vitamines bij te voeren, maar dat gaat niet altijd op. Veel vitamines worden door het lichaam aangemaakt. Bovendien kan een overmaat aan vitamines ook schadelijk zijn voor het dier. Hoe zit het precies met vitamines? Bij runderen met een goed functionerende pens worden vitamines B, C en K in de pens gemaakt door bacteriën en vitamine D wordt via direct zonlicht in de huid aangemaakt. Vitamine A en E worden niet in de pens gemaakt; daar heeft een koe dus in ieder geval extra van nodig. Vitamine A wordt gemaakt uit β-caroteen: dat zit in vers gras, maar wordt afgebroken tijdens bewaring. Een tekort aan β-caroteen kan leiden tot een verminderde vruchtbaarheid en een verminderde weerstand. Koeien met een te laag gehalte β-caroteen in het bloed hebben een grotere kans om aan de nageboorte te blijven staan. Bovendien speelt β-caroteen, net als vitamine E, een rol bij het goed functioneren van de witte bloedcellen als ziekteverwekkers de koe belagen.
zodat de koe niet ziek wordt. In de droogstandsperiode is onder andere een goede vitaminevoorziening van belang om problemen als mastitis vlak na afkalven en aan de nageboorte blijven staan na afkalven te voorkomen. Te veel vitamine E werkt echter averechts en kan juist meer problemen in de hand werken. Er is namelijk een beperkte hoeveelheid vrije radicalen nodig om binnendringende ziekmakende bacteriën op te ruimen. Daarom is het zo belangrijk een goede rantsoenberekening te maken, óók voor droge koeien. Bij twijfel of klachten over de weerstand kan bloedonderzoek via het Pakket Vitaminen een duidelijk beeld geven of de vitaminevoorziening voldoende is en de oorzaak van de verminderde weerstand misschien ergens anders ligt. Meten is weten!
Vitamine E Vrije radicalen zitten in de cellen en kunnen indringers, zoals ziekteverwekkende bacteriën, opruimen. Als deze vrije radicalen klaar zijn met hun werk, moeten ook deze opgeruimd worden, om aantasting van de eigen gezonde cellen te voorkomen (zogeheten oxidatieve schade). Vitamine E speelt een belangrijke rol bij het verwijderen van deze vrije radicalen. Bij een te laag gehalte aan vitamine E heeft een koe een groter risico op mastitis, aan de nageboorte te blijven staan en heeft de koe een minder goede weerstand tegen ziektes. Vitaminevoorziening droogstaande koeien Als het gehalte vitamine E en β-caroteen op peil is, heeft een koe minder kans om ziek te worden. De cellen zijn dan beter in staat om binnendringende ziekteverwekkers zelf op te ruimen,
Herkauwer FIT Voedingsspecial, november 2018 - 19
GEZONDE VOEDING. VITALE KOEIEN.
Minder of meer mineralen voeren?
Met de Mineralencheck meet u wat uw koppel melkkoeien daadwerkelijk opneemt aan jodium, selenium, zink en koper. Daarnaast krijgt u inzicht in de fosforuitscheiding van uw koppel,
Doe de Mineralencheck www.mineralencheck.nl
eenvoudig via tankmelkonderzoek.
Kies voor de FIT-aanpak van GD: Gezonde voeding. Vitale koeien. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl/fit