GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN
Nieuws en mededelingen Deze pagina’s zijn een bijdrage van Gezondheidsdienst voor Dieren Postbus 9 7400 AA Deventer T. 0900-1770 E. redactie@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl
RESERVEER IN UW AGENDA KLINISCHE AVONDEN PAARD 2018 GD, Pavo en Virbac organiseren voor de twaalfde keer op rij de Klinische Avonden Paard voor paardendierenartsen. Op 13, 14 en 15 februari 2018 wordt u verrast door actuele en innovatieve onderwerpen gepresenteerd door drie topsprekers!
REDACTIE: Kees van Maanen (deskundige infectieziekten paard) Emiel Schiphorst (marktmanager paard) Linda van den Wollenberg (paardeninternist) Anita Werkman (adviseur marketing & communicatie) EINDREDACTIE: Anne Taverne
Uw suggesties voor het katern zijn welkom via redactie@gddiergezondheid.nl
Nathan Wiggers, dierenarts Eqmove, neemt u in ‘Oog van de meesters vs. techniek’ mee in de toekomst op het gebied van kreupelheidsdiagnostiek. Arjan Ausma, sectormanager paard bij Rabobank, geeft u inzichten in financiering van de dierenartsenpraktijk en cijfers uit de hippische sector. Tot slot geeft Veerle Vandendriessche, nutritionist bij Pavo, u handvatten om eigenaren van dikke paarden te helpen hun paard verantwoordelijk te laten afvallen. Op 13 februari zijn we bij Manege en vierspanteam Chardon in Den Hoorn, op 14 februari bij Equestrian Centre de Peelbergen in Kronenberg en op 15 februari verwelkomen we u bij Stal Jede in Vledder. De Klinische Avonden Paard worden ondersteund door de Groep Geneeskunde Paard. Inschrijven voor de Klinische Avonden Paard 2018 kan via www.icovet.nl/partners-agenda.
VEELGESTELDE VRAAG: Ik heb een merrie op stal staan die heeft verworpen en nu wil ik graag op rhinopneumonie laten onderzoeken. Is dit mogelijk? Het is zeker mogelijk om te testen of rhino een rol heeft gespeeld bij het aborteren. Als dit het geval is, is het in 96 procent van de gevallen EHV1. EHV4 wordt in 4 procent van de verworpen veulens gevonden. Door middel van een PCR-test kun je vaststellen of EHV het probleem is en van welke variant er sprake is. Voor abortusdiagnostiek adviseren we om een vaginaalswab van de merrie en een longaspiratiebiopt van het veulen in te sturen. Er bestaat de mogelijkheid om de test op EHV-1 met spoed aan te vragen. Dit houdt in dat, als de monsters ’s ochtends voor 9.00 uur bij ons in het laboratorium zijn, we dezelfde werkdag de uitslag hebben. De kosten voor de PCR-test bedragen 75 euro per monster. Daarnaast is er ook een mogelijkheid om de onderzoeken zonder spoed aan te vragen. Hierbij hanteren we een maximale doorlooptijd van 3 werkdagen en de kosten hiervoor bedragen 34,50 euro per monster. Er is ook een mogelijkheid om monsters (neusswabs) gepoold in te zenden in een maximale pool van drie monsters. Tevens kunt u indien het om abortusdiagnostiek gaat het volledige veulen ter sectie insturen, de kosten hiervoor bedragen 372,75 euro, exclusief btw en ophaalkosten.
HO6 / 2017
41
GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN
Tekst: Anne Taverne
Rhinopneumonie: een ziekte met impact Rhinopneumonie, een virusziekte waar menig paardenhouder weleens mee te maken krijgt. Er is een wirwar aan informatie beschikbaar, maar wat zijn nou eigenlijk de do’s en don’ts? Tijdens de cursus ‘Rhinopneumonie voor dierenartsen’, georganiseerd door GD in samenwerking met de Faculteit Diergeneeskunde en Zoetis, kregen de deelnemers hier een antwoord op. Drs. Linda van den Wollenberg (GD), dr. Kees van Maanen (GD) en prof. dr. Marianne Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan (Universiteit Utrecht) namen de aanwezigen mee in de wereld van rhinopneumonie: een ziekte met grote impact. Vanuit het hele land zijn er dertig paardendierenartsen naar Deventer gekomen om een antwoord te krijgen op hun vragen.
VERSCHILLENDE VORMEN “Van de negen verschillende types zijn EHV-1 en EHV-4 de belangrijkste voor onze paarden”, begint drs. van den Wollenberg. Het virus komt wereldwijd in bijna alle paardenpopulaties voor en is soms lastig in de hand te houden. “Het kan zich als het ware verstoppen in het lichaam van een paard en zodra het paard een mindere weerstand heeft, komt het uit deze sluimerstand en kan het paard weer besmettelijk zijn.” De paarden worden vaak in de eerste weken of maanden van hun leven geïnfecteerd en blijven daarna waarschijnlijk levenslang drager. De impact van een infectie wisselt. Het paard kan klinische verschijnselen van de voorste luchtwegen hebben (koorts, dikke benen, neusuitvloeiing, soms hoesten). Dit wordt met name bij jonge paarden gezien. Drachtige merries kunnen na een infectie met dit virus verwerpen. “Dit gebeurt vaak in het laatste deel van de dracht en is gevaarlijk, want het veulen, de nageboorte en het vruchtwater zitten dan vol virus”, vertelt van den Wollenberg. Met name de neurologische vorm (EHM) is voor paarden en hun eigenaren erg vervelend. “Dit kan gaan van lichte ataxie tot volledige verlamming en wordt
42
HO6 / 2017
vaak voorafgegaan door koorts en dikke benen.” Paarden met EHM scheiden het virus relatief lang uit en zijn dus een gevaarlijke infectiebron voor koppelgenoten.
DUIDELIJKE DIAGNOSTIEK “Het is eigenlijk echt een beetje de vrees van elke paardenhouder”, vult dr. van Maanen aan. “Daarom is het belangrijk om goed te onderzoeken wat er speelt en wat je als dierenarts op zo’n moment kunt doen.” Spontaan ontpopt hij zich als ware quizmaster en stelt hij het publiek een aantal vragen om te kijken of de aanwezige
dierenartsen de juiste keuzes maken bij een verdenking. Op het gebied van diagnostiek is vooral de PCR-test een goed hulpmiddel. Dit is een zeer gevoelige methode waarbij specifiek het DNA van dit virus wordt aangetoond tussen al het andere DNA in een monster. Kort samengevat: het zoeken naar een speld in een hooiberg en vervolgens een hooiberg van spelden maken. Bij respiratoire klachten, zoals hoesten en snot, kan de dierenarts volgens van Maanen het beste de grote, lange neusswab gebruiken.
GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN EN DAN? Rhinopneumonie is geen aangifteplichtige ziekte, maar EHM (de neurologische vorm) melden bij de Sectorraad Paarden is wel verstandig. Zodra er op het bedrijf een probleem is, is het belangrijk om de diagnose te stellen en direct alle dieren tweemaal daags te temperaturen. Ook isolatie is zeer aan te raden. “Dit is niet altijd even makkelijk”, vertelt prof. dr. Sloet, “want veel bedrijven hebben geen isolatie, toch kunnen vaak wel bepaalde stallen of staldelen worden gescheiden.”
Dit zorgt voor een mooi monster met meer trefkans. “Gaat het om een bedrijfsprobleem? Dan kan de dierenarts van drie acute patiënten (paarden met koorts die pas enkele dagen ziek zijn) neusswabs nemen en ons laboratorium vragen die te poolen. Op deze manier betaalt de eigenaar maar voor één PCR en heb je de meeste kans op een bedrijfsdiagnose”, legt hij uit. Daarnaast kan een geaborteerd of doodgeboren veulen ook ter sectie worden aangeboden. “Bij dit soort onderzoek werd door ons over een periode van tien jaar gemiddeld bij 36 procent van de gevallen EHV-1 of -4 als oorzaak gevonden.” Omdat dit onderzoek nogal prijzig is, wordt er vaak gekozen voor bemonstering van het veulen. “Met dit alternatief wordt er door de dierenarts met een naald en spuit wat vocht uit de longen gehaald zonder het verworpen veulen open te maken. Voor een compleet beeld wordt dit gecombineerd met een vaginaalswab van de merrie.”
Er zijn volgens Sloet verschillende manieren om de insleep van EHV te beperken. Denk aan het niet meer accepteren van nieuwe paarden, het weigeren van bezoekers, het stressniveau voor de paarden zo laag mogelijk houden en het zorgen voor optimale voeding en verzorging. Dat is natuurlijk niet realistisch: “Als je echt geen risico op rhinopneumonie wilt hebben, moet je geen paarden houden”, grapt ze. “Veel paarden zijn immers drager. Hygiëne is belangrijk, daarbij is huishoudelijk schoon het allerbelangrijkst, daarna komt pas ontsmetten. Ontsmetten werkt namelijk niet in een vuile omgeving.” Bij de neurologische vorm is het volgens prof. dr. Sloet verstandig als de houder vrijwillig het bedrijf tot vier weken na het laatste koortsgeval gesloten houdt. “Bij abortus is het belangrijk om het bedrijf minstens net zo lang gesloten te houden en alert te blijven tot alle merries hebben geveulend”, vult ze aan. Een paard met een neurologische vorm van rhinopneumonie wordt in principe niet aangenomen in de Universiteitskliniek voor Paarden (UKP). “Dit is onder meer omdat het vervoeren van de paarden hun kansen verslechtert en omdat in onze isolatiestallen geen zachte bodem is en niet kan worden getakeld. Daarom is het belangrijk dat er op het bedrijf oplossingen worden gevonden. Er kan bijvoorbeeld wél een specialist van de UKP helpen op het bedrijf.”
EVENTUELE THERAPIE “Er is geen ‘echte’ therapie”, stelt Sloet. Er zijn diverse medicijnen waaruit de dierenarts kan kiezen, zoals ontstekingsremmers, virusremmers en antistolling, maar aan alle keuzes kleven
voor- en nadelen. “Het is belangrijk dat de blaas ten minste tweemaal daags wordt gekatheteriseerd (urine eruit laten lopen).” Licht atactische paarden kunnen worden gestapt met steun en dit kan de prognose verbeteren”, legt ze uit. “Ook kan er zo nodig worden getakeld (zie foto), maar dit vergt ervaring, want een paard kan snel in paniek raken.”
VACCINATIE: VOOR VS. TEGEN “Ook vaccinaties staan natuurlijk ook in het rijtje van mogelijke oplossingen”, vertelt dr. van Maanen, die vlak voor de pauze nog even het woord heeft genomen. Een vaccinatie tegen rhino vermindert verkoudheidsverschijnselen en virusuitscheiding, maar verhindert de infectie en het opleven van latente infecties voor zover we weten niet of nauwelijks. Verder verminderen sommige vaccins ook de tijd en hoeveelheid van de virus circulatie in het bloed en dat is weer van belang voor het verminderen van de kans op verwerpen of het krijgen van neurologische verschijnselen. “Je kunt het eigenlijk zien als een soort ‘verzekeringspolis’ tegen grote uitbraken.” Volgens van Maanen kan vaccinatie helpen, maar dan wel in combinatie met goed management en het vaccineren van de hele stal volgens instructies van de fabrikant. Het wel of niet vaccineren is in de zaal reden tot discussie. Tijdens de soep en de broodjes werd daarom niet alleen gezellig gekletst als oude bekenden, ook de besproken stof werd grondig doorgesproken. Dit komt goed uit, want zo is iedereen al een beetje voorbereid op het volgende onderdeel: de casussen.
CASUSSEN Na de pauze is het door middel van een aantal interessante casussen tijd om te kijken of de deelnemers goed hebben opgelet. De waargebeurde casussen zorgden voor een zucht van herkenning en flink wat rumoer in de zaal, want wat doe je als het paard positief test, maar de eigenaar eigenlijk snel weer open wil? En wat doe je als er geen ruimte is voor isolatie? En dan toch ook weer de hamvraag: wel of niet vaccineren? Sloet onderbreekt deze discussie: “Het gaat vooral om verwachtingsmanagement. Dat moet goed zitten.”
HO6 / 2017
43
GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN
Pakket Respiratoir veulen Bij een veulen dat respiratoire problemen vertoont (met verschijnselen zoals koorts, vergrote lymfeknopen, neusuitvloeiing, hoesten en/of benauwdheid) is het soms lastig de oorzaak te achterhalen. Vaak speelt bij deze leeftijd een bacteriële of virale infectie een rol.
(1-3) niet individueel te laten bepalen, maar bij elkaar te voegen in een pool. U betaalt dan één keer de kosten van het pakket, maar heeft wel drie keer zoveel kans de veroorzaker van
de problemen in het koppel veulens te kunnen opsporen. Wilt u meer weten? Bel dan met Klantcontact Paard 0900-1700 (optie 5).
GD heeft hiervoor het Pakket Respiratoir veulen ontwikkeld waarin de vijf meest voorkomende en belangrijke ziekteverwekkers op dit gebied bij veulens zijn opgenomen, namelijk EHV-1, EHV-4, influenza, Streptococcus equi subsp. equi en Rhodococcus equi. Met dit betaalbare en praktijkgerichte pakket maken we het makkelijker te kiezen voor relevante diagnostiek. U kunt het zieke veulen met de bevindingen uit deze diagnostiek gericht ondersteunen (of de eigenaar geruststellen als er geen van deze significante pathogenen wordt aangetoond). Ook is het mogelijk, als u met een probleem onder een groep veulens wordt geconfronteerd, om de swabs van meerdere veulens
HELPDESK PAARD VOOR DIERENARTSEN Bent u dierenarts en wilt u graag advies of acute informatie over infectieziekten bij paarden? Neem dan contact op met de Helpdesk Paard via 0900-7100 000 (optie 5). Dit centrale telefoonnummer is opgezet voor en door dierenartsen. Het biedt de sector tevens de mogelijkheid om informatie uit het veld snel te bundelen en, indien nodig, direct stappen te ondernemen. Bij verdenkingen van aangifteplichtige infectieziekten (zoals opgenomen in art. 15), dient u primair contact op te nemen met de NVWA. De Helpdesk Paard is bereikbaar op werkdagen tussen 15.00 en 17.00 uur. U krijgt dan direct een specialist van GD of de Faculteit Diergeneeskunde (FD) aan de lijn.
44
HO6 / 2017
Linda van den Wollenberg, Guillaume Counotte, internist toxicoloog
Kees van Maanen, viroloog
Emiel Schiphorst, accountmanager