Katern Hippische Ondernemer augustus 2018

Page 1

GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

Nieuws en mededelingen Deze pagina’s zijn een bijdrage van Gezondheidsdienst voor Dieren Postbus 9 7400 AA Deventer T. 0900-1770 E. redactie@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl REDACTIE: Kees van Maanen (deskundige infectieziekten paard) Emiel Schiphorst (marktmanager paard) Linda van den Wollenberg (paardeninternist) Anita Werkman (adviseur marketing & communicatie) EINDREDACTIE: Tanja Slagter

Uw suggesties voor het katern zijn welkom via redactie@gddiergezondheid.nl

TEST PAARDEN GRATIS OP PPID In samenwerking met Boehringer Ingelheim biedt GD in september en oktober gratis PPID-testen aan. PPID is een storing in de hormoonafgifte in de hypofyse en kan onder andere hoefbevangenheid, vermagering, verminderd presteren en vachtveranderingen veroorzaken. Met name hoefbevangenheid is een ernstige aandoening. Over het ontstaan, de symptomen en de behandeling komen in de praktijk regelmatig vragen. Oorzaken Hoefbevangenheid kan diverse oorzaken hebben. We kunnen ze globaal onderverdelen in een probleem in de hormoonhuishouding, een verkeerd dieet, een ernstige ziekte (diarree of koliek) of overbelasting. Bij meer dan 70 procent van de paarden met hoefbevangenheid in het najaar blijkt PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction) de oorzaak. PPID stond vroeger bekend als de ziekte van Cushing. Grofweg zien we PPID vaker bij paarden en pony’s die ouder zijn dan 15 jaar, maar het wordt steeds duidelijker dat het ook bij jongere paarden kan voorkomen. Het is daarom verstandig dieren die hoefbevangen worden zonder duidelijke aanleiding, of die andere verschijnselen vertonen passend bij PPID, hierop te laten testen bij GD. PPID-materialen nodig voor inzending naar GD? Vraag ze aan bij onze klantenservice 0900-1770 optie 5 of bij Maaike Lafeber (KCApaard@gddiergezondheid.nl). U ontvangt dan gratis monstermateriaal voor vijf tot tien monsters uit uw praktijk.

VEELGESTELDE VRAAG: Als ik een mestmonster instuur voor parasitologisch onderzoek, aan welke voorwaarden moet dat dan dan voldoen? GD-klantcontactmedewerker Maaike Lafeber: “Betrouwbaar onderzoek op wormeieren en dus een betrouwbare uitslag van parasitologisch mestonderzoek start met het besef dat een goede monstername en verzending essentiële onderdelen zijn van het onderzoek. Ter illustratie: maagdarmwormen kunnen zich onder gunstige omstandigheden na 24 uur al ontwikkelen tot larve, en feces die langere tijd op de grond liggen, kunnen worden geïnfecteerd met bodemnematoden. Dit kan dus respectievelijk fout-negatieve en fout-positieve uitslagen opleveren. Wat betekent dit concreet voor je aanpak? • Mest voor onderzoek dient zo snel mogelijk van de grond geraapt te worden (bovenste deel van een verse mesthoop) of eventueel rectaal afgenomen te worden door de dierenarts. • Als de mest naar GD wordt opgestuurd voor onderzoek is het raadzaam

het monster, indien mogelijk, te verzamelen en te versturen op een moment dat het bij aankomst op het laboratorium vlot onderzocht kan worden (dat wil zeggen bij voorkeur niet op vrijdag of voor feestdagen verzenden). Daarnaast is gekoeld verzenden (ongeveer 2 tot 8ºC) nog een goede optie om voortijdig uitkomen van wormeieren tegen te gaan. • Vul op het inzendformulier parasietenonderzoek paard (via www.gddiergezondheid.nl/formulieren) duidelijk in welk onderzoek je uitgevoerd wil hebben en zorg voor een goede identificatie op het formulier en het monster. • Verpak het monster volgens de richtlijnen van de transporteur (bijvoorbeeld TNT-innight/NOX NightTimeExpress).” Het inzendformulier vindt u via www.gddiergezondheid.nl/formulieren.

HO4 / 2018

37


GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

Tekst: Kees van Maanen

EQUINE CORONAVIRUS EN RHODOCOCCUS EQUI

Een nieuwe ster aan het firmament en een oude bekende Sinds enkele jaren worden er, met name in de Verenigde Staten van Amerika, bij volwassen paarden infecties gerapporteerd met het equine coronavirus (ECoV). Daarbij worden als symptomen met name koorts, lusteloosheid, gebrek aan eetlust, soms diarree of te zachte ontlasting en incidenteel neurologische symptomen beschreven. Soortgelijke symptomen worden in Nederland ook regelmatig gerapporteerd (de dierenarts zegt dat er een virus door de stal gaat), waarbij regelmatig geen oorzaak kan worden aangetoond.

Drs. Lotte Kooijman vertelt over equine coronavirusinfecties.

38

HO4 / 2018


GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

Rhodococcus equi is een bacterie die wereldwijd in de bodem wordt gevonden en zich binnen cellen vermeerdert. R. equi kan met name bij veulens heftige infecties veroorzaken. De ziekte wordt gekenmerkt door ernstige longontsteking met vorming van abcessen, soms darmontsteking en sterfte onder veulens van één tot vier maanden oud. Hoewel R. equi ook bij andere zoogdieren (zoals varkens, katten en honden) gevonden wordt, zijn dergelijke infecties ongewoon. Het inhaleren van stofdeeltjes besmet met R. equi vormt, naast opname van grond en mest bij het grazen, de voornaamste bron van besmetting. Rhodococcose is elk jaar weer een probleem op bepaalde bedrijven. Voornamelijk grote stoeterijen met een (te) hoge populatiedichtheid kampen hiermee.

BIJSCHOLING Reden genoeg voor GD om hier in samenwerking met de Faculteit Diergeneeskunde (fD) een cursus voor op te zetten. Op 27 juni was het zo ver en kwamen 25 geïnteresseerde dierenartsen naar Deventer om zich door drs. Lotte Kooijman, prof. Marianne Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan en dr. Kees van Maanen te laten bijscholen op het gebied van deze infectieziekten. Hierbij werd actuele en praktische informatie over onder meer diagnostiek, behandeling en management en preventie van deze infectieziekten, mede aan de hand van casussen uit binnen- en buitenland, gedeeld.

Lotte Kooijman opende de avond met een uitgebreid verhaal over equine coronavirusinfecties. Tijdens haar verblijf in Californië heeft zij diverse uitbraken kunnen volgen en ook diagnostiek helpen ontwikkelen voor het aantonen van het virus zelf en antistoffen tegen dit virus. Sinds 2010 is het aantal uitbraken bij volwassen paarden duidelijk toegenomen, waarbij met name trekpaarden getroffen werden.

DIAGNOSTIEK Kees van Maanen nam hierna het stokje over van Lotte en ging in op de diagnostiek van deze infecties. In Nederland wordt door fD en GD samen equine coronavirus diagnostiek opgezet en verder verbeterd, zodat op korte termijn het voorkomen van deze virusinfectie in Nederland en het belang ervan nader onderzocht kan worden. Aan de hand van een casus werd verder gediscussieerd over de mogelijkheden voor behandeling en management van deze nieuwe virusziekte.

diagnostiek en correcte monstername werden uitgebreid besproken. Zorgvuldig antibioticumgebruik is bij deze aandoening ook van groot belang: vaak moeten langdurig antibiotica gegeven worden en die periode kan vaak korter zijn als de ziekte in een vroeg stadium ontdekt wordt. Daarnaast is de keuze van de antibioticacombinatie van groot belang, zowel voor het veulen als voor de merrie, en werden de voor- en nadelen van diverse antibioticacombinaties besproken. Na een plenaire discussie en het beantwoorden van een aantal vooraf ingediende vragen ging iedereen tevreden naar huis. We hopen in de nabije toekomst u meer te kunnen melden over het onderzoek naar equine coronavirusinfecties in Nederland.

DIAGNOSTIEK RHODOCOCCUS EQUI

FORSE PROBLEMEN Marianne Sloet besteedde veel aandacht aan een oude bekende: Rhodococcus equi, een bacterie die nog steeds forse problemen kan veroorzaken op bepaalde bedrijven en die soms ook bij volwassen paarden tot onverwachte ziektebeelden kan leiden. Met name een vroege diagnose draagt bij aan een betere prognose en alle aspecten van de

HO4 / 2018

39


GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

CASUS UIT DE PRAKTIJK

Pijnlijke voeten… Een 12 jaar oude Welsh Cob merrie had last van gevoelige voeten, waardoor ze niet lang kon lopen. De eigenaar belde de dierenarts en die constateerde beginnende hoefbevangenheid. Er werd een behandeling gestart met pijnstillers en aangepast beslag. De dierenarts constateerde ook dat de merrie veel te dik was. Ondanks dat zij niet heel intensief werd gereden (twee à drie keer per week recreatief) werd ze flink gevoerd (twee keer per dag 1 kilo basisbrok, ’s ochtends gedurende vier uur weidegang op goed grasland en ’s avonds nog een portie hooi van circa tweeënhalve kilo). De merrie woog op dat moment 485 kilo. Omdat bekend is dat bij paarden met overgewicht en hoefbevangenheid insulineresistentie (ofwel dysregulatie) een belangrijke rol kan spelen, is de merrie hierop getest met een EMSpakket. Uit de test bleek overtuigend dat er inderdaad sprake was van insulineresistentie. Er is toen met de eigenaar een uitgebreider plan van aanpak opgesteld: naast de behandeling

HELPDESK PAARD VOOR DIERENARTSEN Bent u dierenarts en wilt u graag advies of informatie over infectieziekten bij paarden? Neem dan contact op met de Helpdesk Paard via 0900-7100 000 (optie 5). Dit centrale telefoonnummer is opgezet voor en door dierenartsen. Het biedt de sector tevens de mogelijkheid om informatie uit het veld snel te bundelen en, indien nodig, direct stappen te ondernemen. Bij verdenkingen van aangifteplichtige infectieziekten (zoals opgenomen in art. 15), dient u primair contact op te nemen met de NVWA. De Helpdesk Paard is bereikbaar op werkdagen tussen 15.00 en 17.00 uur. U krijgt dan direct een specialist van GD of de Faculteit Diergeneeskunde (fD) aan de lijn.

40

HO4 / 2018

van de hoefbevangenheid is er een aangepast voedings- en bewegingsvoorschrift voor de merrie gemaakt. Dit hield onder andere in dat ze niet meer op de wei mocht en dat ze in plaats van de flinke hoeveelheid krachtvoer een vitamine-mineralensupplement en geweekt hooi kreeg. Verder was het advies het paard het liefst dagelijks beweging te geven en de tijdsduur daarvan geleidelijk op te voeren. Na ruim drie maanden is de merrie 70 kilo lichaamsgewicht kwijt en is in het bloed het insulinegehalte weer normaal. Doordat deze dierenarts het zo grondig heeft aangepakt, is het risico op complicaties danig verminderd, hoewel het gewicht van deze merrie wel een aandachtspunt zal moeten blijven.

SAMEN WERKEN AAN DIERGEZONDHEID

Linda van den Wollenberg, Guillaume Counotte, internist toxicoloog

Kees van Maanen, viroloog

Emiel Schiphorst, accountmanager


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.