GD
Nieuws en mededelingen Cursus Interpretatie bloeduitslagen paard voor dierenartsen Vanwege de grote interesse die er afgelopen jaar was voor de cursus ‘interpreta tie bloeduitslagen’ in Deventer organiseren wij in het najaar van 2020 deze cur sus nogmaals, maar nu op locatie, in samenwerking met de klinieken in Someren (5 november) en Emmeloord (10 november). Hierdoor is het ook voor collega’s uit het zuiden en noorden mogelijk laagdrempelig deel te nemen aan deze bijeen komst. Inhoud van de cursus Na een kort deel algemene kennis (o.a. wat en hoe stuur je aan bloedmonsters in naar het laboratorium om de kans op een bruikbare uitslag zo groot mogelijk te maken) volgen een aantal uitgebreide interactieve casuïstieken. Aan de hand van deze casuïstieken wordt er gestructureerd door de theorie heen gegaan en wordt besproken wat er aan relevante informatie te halen is uit bloeduitslagen voor het opstellen van een differentiaal diagnose en het uitwerken van een paarden patiënt. Na deze ‘case-based overview’ volgen meerdere losse cases met wisse lende insteek. De cursus is interactief: door middel van een online programma kan met behulp van een smartphone (anoniem) op de verschillende vragen beho rende bij de cases gestemd worden. De cursus wordt inhoudelijk verzorgd door drs. Mathijs Theelen (fD) en drs. Linda van den Wollenberg (GD). Wanneer en waar? Donderdag 5 november 2020, 16:00 - 20:00 uur, Veterinair Centrum Someren, Slievenstraat 16, 5711 PK Someren Dinsdag 10 november 2020, 16:00 - 20:00 uur, Dierenkliniek Emmeloord, Espe lerlaan 77, 8302 DC Emmeloord Vanwege de regelgeving rondom het coronavirus is het aantal plaatsen voor deze cursus beperkt. Verder is ook de datum onder voorbehoud van de situatie rondom het coronavirus. Mocht de cursus om die reden niet door kunnen gaan, wordt alles naar een later tijdstip verplaatst. Kijk voor meer informatie en om u aan te melden op www.gddiergezondheid.nl/ gdacademy.
Deze pagina’s zijn een bijdrage van Royal GD Postbus 9 7400 AA Deventer T. 0900-1770 E. redactie@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl Redactie: Kees van Maanen (deskundige infectieziekten paard) Emiel Schiphorst (businessmanager) Linda van den Wollenberg (paardeninternist) Anita Werkman (adviseur marketing & communicatie) Eindredactie: Anne Taverne Uw suggesties voor het katern zijn welkom via redactie@gddiergezondheid.nl
Veelgestelde vraag: WANNEER KAN IK MIJN PAARD HET BESTE LATEN TESTEN OP PPID? Maaike Lafeber, GD-klantcontact: “Dit kunt u het beste doen in het najaar. PPID is een hormoonstoring waarbij de hypofyse (pijnappelklier) te veel hormonen afgeeft, waaronder het hormoon ACTH. In het najaar is de productie van ACTH met name bij paarden met PPID het hoogst, waardoor zij dan beter te onderscheiden zijn van paarden die geen PPID hebben. PPID kan opvallende symptomen geven, zoals een lange krullende vacht en slecht verharen, maar ook minder specifieke symptomen zoals hoefbevangenheid, verminderde prestaties, sloomheid, spierverlies en hogere gevoeligheid voor infec ties. Het komt met name voor bij oudere paarden en pony's. Vermoedt u PPID en wilt u uw paard hierop laten testen? In samenwerking met Boehringer Ingelheim biedt GD van 1 september tot en met 31 oktober 2020 weer PPID-testen aan met ruim vijftig procent korting (exclusief btw en basiskosten). De materialen en voucher die nodig zijn voor een ACTH-bepaling kunnen door dierenartsen gratis worden aangevraagd via 0900-1770 optie 5 (paard) of via KCApaard@gddiergezondheid.nl. Digitaal inschrijven met gebruik van het actietarief is ook mogelijk."
DE HIPPISCHE ONDERNEMER 4/2020 | 13
Tekst: Deon van der Merwe, toxicoloog
Jacobskruiskruid Een toenemend risico Een veranderend klimaat, met in Nederland de verwachting dat er vaker hete en droge periodes voorkomen, is al realiteit en zal naar verwachting ook in de toekomst voortduren. Sommige planten profiteren hiervan. Het Jacobskruiskruid is daar één van.
W
ereldwijd bestaat er een groot aantal kruiskruidsoor ten. Ook in Nederland ko
men meerdere soorten voor, waaronder het klein kruiskruid (Senecio vulgare), het waterkruiskruid (Senecio aquaticus) en het Jacobskruiskruid (Senecio jacobaea of Jacobaea vulgaris). De laatste is het meest toxisch en daarmee ook het gevaarlijkst. Jacobskruiskruid is wijdverspreid en in sommige gebieden veelvuldig aanwezig. PROBLEMEN DOOR GIFTIG KRUID Jacobskruiskruid produceert giftige stoffen (toxines) die ook wel pyrrolizidi ne-alkaloïden worden genoemd. In de oorspronkelijke vorm zijn deze alkalo ïden niet giftig, maar als een dier ze opeet en opneemt worden ze geacti veerd door de enzymen in de lever. De lever is daarom het meest aangetaste orgaan en bij ernstige leverschade zijn de effecten vaak blijvend van aard. De klinische effecten zijn gerelateerd aan leverfalen, maar zijn niet gemakkelijk te onderscheiden van andere oorzaken van leverfalen. Bovendien zijn de klinische effecten meestal vertraagd, vaak tot weken en soms tot maanden na inname van de planten. Het is ook mogelijk dat
14 | DE HIPPISCHE ONDERNEMER 4/2020
GD
de effecten zich in de loop van de tijd
FACTOREN DIE VERGIFTIGINGSRISICO
ophopen als kleine hoeveelheden van
VERHOGEN
de planten gedurende een bepaalde
Verhoogt de eerder geschetste klimaats
periode worden geconsumeerd. Dit kan
verandering het risico op vergiftiging bij
het moeilijk maken om een definitieve
paarden die in de weiden grazen waar
diagnose te stellen. Het kan daarom zo
Jacobskruiskruid voorkomt? Het antwoord
zijn dat de gerapporteerde gevallen van
is in principe ja, maar het risico wordt beïn
vergiftiging de werkelijke vergiftigings
vloed door verschillende factoren.
frequentie onderschatten. Als een dier sterft en wordt aangeboden voor sectie,
Verse planten zijn onsmakelijk en worden
is de diagnose meestal gebaseerd op het
daarom onder normale weidecondities
optreden van typische leverbeschadigingen.
door grazers vermeden. Bij een goed weidemanagement is het vergiftigingsri sico dan dus laag. Het risico dat dieren planten in een weiland zullen consumeren neemt toe bij droogte, vooral als alternatief voedsel schaars wordt, en als dieren die niet bekend zijn met de planten worden vervoerd naar een nieuw gebied waar de planten voorkomen en ze daar met honger terechtkomen. Ook neemt het risico toe als planten in het hooi terechtkomen, omdat de planten dan hun onsmakelijke eigenschappen verliezen en het voor dieren moeilijker wordt ze te vermijden. Ditzelfde geldt voor planten die gedood worden met een herbicide; deze dode planten verliezen ook hun onsmakelijke eigenschappen en dit kan voor paarden die in een behandeld weiland grazen gedurende een paar weken
TWIJFELS OVER PLANTEN? Weet u niet zeker of de planten die u aantreft in uw weiland of ruwvoer giftig zijn? Dan bieden wij de mogelijkheid dit te laten onderzoeken in ons laboratorium. Verzamel de plantdelen die onderzocht moeten worden (bladeren, zaden en zaailingen). De identificatie van verschillende soorten is vaak gebaseerd op de vorm van de bladeren, de bloeiwijze en de vorm van de zaden, dus het is nuttig om verschillende delen van de verdachte planten in te sturen. Verpak het materiaal dat u instuurt in een doorzichtige, afsluitbare plastic zak. U kunt het materiaal als paardeneigenaar zelf insturen of u laat dit doen door uw dierenarts. In beide gevallen kiest u op het inzendformulier helemaal onderaan onder Klinische chemie/ toxicologie bij het kopje ‘toxicologisch’ voor de optie ‘10907 Giftige planten macroscopisch W1130A’.
een verhoogd risico vormen. CONTROLE EN BEHEERSING Hoe kan het risico worden beheerst?
omdat concurrerende planten worden
Het is mogelijk om verantwoord met de
begraasd, waardoor het kruid gemakkelij
planten om te gaan en het risico zo onder
ker kan groeien en vermenigvuldigen. Een
controle te houden. Als er weinig planten
langdurige beheersing van het risico hangt
aanwezig zijn en het gebied waarin ze
daarom af van continu goed weidebeheer,
groeien klein is, kan fysieke verwijdering
altijd voldoende toegang tot goed voer
van de planten een praktische controle
voor de paarden en het vermijden van het
methode zijn. Het Jacobskruiskruid zal
gebruik van hooi waarin Jacobskruiskruid
deze gebieden echter snel opnieuw kolo
zit vermengd.
niseren als de omstandigheden gunstig blijven. Zware graasdruk is ongunstig voor
Meer informatie vindt u op
de bestrijding van het Jacobskruiskruid,
www.gddiergezondheid.nl/giftigeplanten.
DE HIPPISCHE ONDERNEMER 4/2020 | 15
GD
Acute benauwdheid en sterfte bij paarden door nog onbekende oorzaak De laatste jaren wordt er in Nederland en in het buitenland op ver schillende bedrijven zogenaamde “groepsgewijze keelverlamming” gezien. De symptomen worden meestal bij in een groep gehouden jonge paarden (opfok) waargenomen, bij zowel hengsten als mer ries, maar ook bij oudere paarden. Het ziektebeeld wordt geken merkt door acute aanvallen van ernstige benauwdheid, snurken en schuim, al dan niet met bloedbijmenging uit de neus en/of mond met name bij inspanning. Onmiddellijke toediening van 0,06 mg/kg dexamethason i.v. lijkt in sommige gevallen (tijdelijk) te helpen. Een aantal van de dieren sterft acuut. Bij scopie van de keel worden in de groep verschillende gradaties
doening. Daarvoor is nu allereerst bekendheid van de problematiek
van één- of beiderzijdse verlamming van de stembanden gezien tot
en verder onderzoek noodzakelijk. De werkgroep heeft daarvoor o.a.
een complete keelverlamming. Stembandafwijkingen komen ook
een gedetailleerde vragenlijst en een uitgebreid sectieprotocol opge
voor bij dieren die geen acute symptomen vertonen. De inciden
steld. In september zal er een artikel worden gepubliceerd in Dier
tie van cornage is behoorlijk verhoogd in een dergelijke groep. In
en Arts met meer achtergrondinformatie en beschrijving van enkele
sommige gevallen wordt een (lichte) mate van ataxie gezien samen
recente casussen in en buiten Nederland. Richting de paardenhou
met de benauwdheid, maar ook bij paarden die geen benauwdheid
ders zullen er binnenkort berichten volgen om meer bekendheid te
hebben vertoond.
geven aan het probleem, omdat het nog niet altijd wordt onderkend. Neem bij verdenking of wanneer u meer informatie heeft (ook
Er is vanuit de GD Deventer en de faculteit Diergeneeskunde een
uit het verleden) a.u.b. contact op met dr. Kees van Maanen
werkgroep opgericht die dit ziektebeeld onderzoekt met als doel de
(c.v.maanen@gddiergezondheid.nl) of met prof.dr. Marianne
oorzaak te identificeren, zodat er daarna een advies opgesteld kan
Sloet (m.sloet@uu.nl). De werkgroep verwerkt gegevens na
worden m.b.t. management, behandeling en preventie van de aan
tuurlijk anoniem.
Linda van den Wollenberg, specialist inwendige ziekten
16 | DE HIPPISCHE ONDERNEMER 4/2020
Tara de Haan, project- en productmedewerker
Carlijn ter Bogt, project- en productmanager
Kees van Maanen, veterinair microbioloog
Emiel Schiphorst, businessmanager