GD-katern Hippische Ondernemer - augustus 2014

Page 1

DE GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

Nieuws en mededelingen Deze pagina’s zijn een bijdrage van

PAARDENGRIEPVIRUSSEN NIET ALLEEN BESMETTELIJK VOOR PAARDEN Influenza of griep wordt veroorzaakt door een virus dat in allerlei varianten bij de mens en bij veel vogel- en zoogdiersoorten voorkomt. Omdat het virus continu verandert, dienen vaccins voor mensen elk jaar bijgesteld te worden, zodat ze de virusstammen bevatten die het meest lijken op de op dat moment circulerende stammen. Ook paarden kunnen griep krijgen en daar flink ziek van worden, zeker als ze nooit of lange tijd niet gevaccineerd zijn. De belangrijkste verschijnselen zijn sloomheid, slecht eten, hoge koorts, een droge diepe hoest en eventueel wat neusuitvloeiing. Het virus is erg besmettelijk en verspreidt zich vaak snel. De laatste decennia wordt nog maar één subtype bij paarden aangetroffen, het H3N8-virus, maar daarbinnen hebben zich weer allerlei lijnen ontwikkeld.

De Gezondheidsdienst voor Dieren Postbus 9 7400 AA Deventer T. 0900-1770 E. redactie@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl REDACTIE: Kees van Maanen (deskundige infectieziekten paard), Emiel Schiphorst (marktmanager paard), Linda van den Wollenberg (paardeninternist), Petra Reijnen (relatiebeheer dierenartspraktijken), Mark de Witte (adviseur marketing & communicatie), EINDREDACTIE: Eva Onis Uw suggesties voor het katern zijn welkom via redactie@gddiergezondheid.nl

Iedereen heeft wel eens over vogelgriep gehoord: het H5N1-virus dat van pluimvee op mensen kan worden overgedragen. Wat betreft paardengriepvirussen waren er tot 2004 geen aanwijzingen dat andere diersoorten daar ook gevoelig voor konden zijn. In dat jaar stierven echter ineens racehonden in Florida aan een ernstige longontsteking, waaruit het H3N8-virus werd geïsoleerd. Inmiddels is dat virus ook gevonden bij uitbraken van ademhalingsproblemen bij Foxhounds in Engeland en is ook aangetoond dat het van paard op hond overdraagbaar is. Het virus lijkt overigens in Europa niet wijdverspreid voor te komen en in de Verenigde Staten is inmiddels een vaccin voor honden beschikbaar. Recent is in Mongolië voor het eerst een paardengriepvirus aangetoond bij kamelen. In dit grote land grazen meer dan twee miljoen paarden vaak samen met kamelen. Of dit virus erin zal slagen zich wijd te verspreiden in de kamelenpopulatie valt nog te bezien. Ook sprong in 2007 in Mongolië een andere H3N8stam rechtstreeks over van vogels op paarden met 460.000 zieke en bijna 25.000 dode paarden als gevolg. Gelukkig heeft dit virus zich toen niet naar andere landen verspreid. Ook bij paarden is het dus belangrijk om de ontwikkeling en verspreiding van griepvirussen nauwlettend te volgen.

WERKZAAMHEID IVERMECTINE EN MOXIDECTINE In een studie (Geurden et al, 2014) werd op 17 van de in totaal 32 bedrijven, in België, Italië en Nederland, vastgesteld dat de werkzaamheid van de ontwormingsmiddelen ivermectine en/of moxidectine verkort is. De term die hiervoor gebruikt wordt is ‘verkorte ei-uitscheidingsperiode’. Bij introductie van de stof ivermectine (bijvoorbeeld Eqvalan en Eraquell) was de werkzame periode acht weken en bij moxidectine (Equest) twaalf weken. Volgens deze studie is de werkzame periode op sommige bedrijven inmiddels nog maar vier à vijf weken voor ivermectine en acht weken voor moxidectine. Een goede reden om de werkzaamheid van de ontwormingsmiddelen die u gebruikt, bijvoorbeeld eens per jaar, te laten controleren (vijf of acht weken na ontworming) via mestonderzoek. De ei-uitscheiding kan anders al vroeg weer tot hoge aantallen stijgen, terwijl u er misschien van uit gaat dat de behandeling nog effectief is. Frequenter blind (zonder diagnostiek) behandelen lijkt dan misschien aangewezen, maar bij (over)behandelen blijft de resistentieontwikkeling tegen ontwormingsmiddelen toenemen.

HO4 / 2014

17


DE GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

Tekst: dr. Thomas Dijkstra

Nieuw certificaat voor spermakwaliteit De certificering Hengstenhouderij, waar ook sperma- en CEM-onderzoek onder valt, stond jarenlang onder toezicht van het Productschap Vee en Vlees (PVV). Per 1 januari 2015 wijzigt deze situatie. Vanaf dan worden geen wettelijke eisen meer gesteld aan de kwaliteit van sperma. In plaats daarvan komt er een onafhankelijk certificaat voor spermakwaliteit, waarmee hengstenhouders garanties kunnen afgeven. De GD voert het daarvoor benodigde onderzoek uit. De situatie wijzigt omdat de Certificering Hengstenhouderij na een overgangsjaar volledig komt te vervallen. Naast sperma- en CEMonderzoek betreft dit ook de administratie, huisvesting, verzorging, gezondheidszorg en veterinaire begeleiding. Al deze publieke taken van het PVV vallen per 1 januari 2015 volledig onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken (EZ). De regelgeving voor EU-stations viel al onder EZ, daar komt nu ook het toezicht op nationale winstations bij met een controlerende taak voor de NVWA in plaats van CoMore Bedrijfsdiensten (CBD). De eisen ten aanzien van ziektes worden aangescherpt, maar aan spermakwaliteit zullen niet langer wettelijke eisen gesteld worden. Voor goede vruchtbaarheid is het van belang dat sperma geen ziekteverwekkers (waaronder bacteriën en schimmels) bevat en een goede kwaliteit heeft. Daarom komt er per 1 januari 2015 een certificaat voor spermakwaliteit. Het daarvoor benodigde onderzoek vindt plaats in het onafhankelijke GD-laboratorium dat daarvoor ISO 17025-geaccrediteerd is (registratienummer L120). Het hengstensperma is dan als kwaliteitsproduct door zowel de hengstenhouder als de GD geborgd. Het certificaat is gebaseerd op het spermarapport. De morfologie (vorm van de zaadcellen) die in het spermarapport wordt beschreven, kan tevens gebruikt worden voor de berekening van het TNB-getal (Totaal Normaal Bewegende spermacellen) van de spermadosis. Ook worden de namen van de hengsten met sperma van goede kwaliteit gepubliceerd.

18

HO4 / 2014

GD-ONDERZOEKSCENTRUM Het centrum van de GD voor vruchtbaarheidsonderzoek bij hengsten is gevestigd in het Friese Oldeholtpade. Hengstenhouders kunnen hier niet alleen terecht voor onderzoek voor certificering, maar ook voor keuringen voor stamboeken, bij de ver- of aankoop van een hengst, voor een second opinion, ter oriëntatie op de dekdienst, bij problemen met de vruchtbaarheid of voor kwaliteitsbeoordeling van diepvriessperma. Het onderzoek kan worden uitgevoerd op zowel vers, verdund als diepvriessperma. De GD geeft altijd een onafhankelijk oordeel. De GD onderzoekt het sperma op beweeglijkheid, houdbaarheid, concentratie, levende/dode cellen,

morfologie en de aanwezigheid van bacteriën en schimmels. Ook wordt een TNB-berekening uitgevoerd. Bij diepvriessperma wordt tevens het aantal benodigde rietjes per inseminatie bepaald. Hierdoor kunnen hengstenhouders vooraf garanties geven over de spermakwaliteit. Daarnaast kan de GD een compleet vruchtbaarheidsonderzoek uitvoeren, inclusief het tweemaal (met een tussenperiode van een uur) laten springen van de hengst en klinisch onderzoek van het geslachtsapparaat. Dit complete vruchtbaarheidsonderzoek vindt plaats op afspraak. Voor meer informatie en afspraken kunt u contact opnemen met de GD via 0561-68 94 76.


DE GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

Tekst: drs. Linda van den Wollenberg

PPID eenvoudig te onderzoeken Voorheen werd gedacht dat PPID (vroeger ‘Ziekte van Cushing’ genoemd) vooral oudere paarden treft. Volgens Brits en Australisch onderzoek heeft 20 tot 30% van de paarden ouder dan 15 jaar deze ziekte. Maar sinds paarden vaker en ook jonger onderzocht worden op PPID, wordt steeds duidelijker dat het ook bij jongere paarden (vanaf ongeveer zeven jaar) kan voorkomen. niveau waarop het sprong (1.30 meter) niet meer goed aankon. Andere mogelijke eerste symptomen zijn: veel drinken en plassen, gevoeliger voor infecties, onvruchtbaarheid, spierverlies, een ‘buikig’ model en abnormaal zweten.

BLOEDMONSTER

Een paard met PPID heeft in een gevorderd stadium vaak een lange krullerige vacht.

Kort gezegd is PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction) een storing in het hersenaanhangsel (hypofyse), waarbij te veel hormonen afgegeven worden. Dit kan diverse symptomen geven. Het bekendst zijn de lange, krullerige vacht en slecht verharen; hieraan is de ziekte in een gevorderd stadium gemakkelijk te herkennen. Maar in de fase daarvoor, waarin PPID zich langzaam ontwikkelt, komen zeker nog andere symptomen voor. Deze klachten worden, juist bij jongere paarden, misschien wat minder snel aan PPID gerelateerd. Een voorbeeld daarvan is hoefbevangenheid; inmiddels is gebleken dat PPID in het najaar zelfs in zo’n 70% van de gevallen de oorzaak is van deze ernstige voetaandoening. Wordt een paard hoefbevangen zonder een andere aanwijsbare oorzaak, zoals losbreken en veel krachtvoer eten, dan is het verstandig het dier op PPID te laten onderzoeken. Ook verminderd presteren kan op PPID wijzen. Recent heeft de GD via bloedonderzoek bij een achtjarig springpaard PPID aangetoond. De enige klacht was dat het dier wat slomer was en het

Sinds enkele jaren is het veel makkelijker om paarden te onderzoeken op PPID. Een bloedmonster genomen met een EDTA-buis (met paarse dop) is al voldoende om een bepaling te doen van het hormoon ACTH, wat een betrouwbare diagnose oplevert. Voorwaarde is wel dat het monster snel gekoeld wordt. Het beste moment voor PPIDonderzoek is het najaar (augustus tot en met oktober). Paarden met PPID hebben dan een relatief veel hogere bloedspiegel van ACTH dan paarden die de ziekte niet hebben (zie figuur).

het dier last krijgt van de complicaties van PPID. Daarnaast zijn managementaanpassingen belangrijk. Denk hierbij vooral aan het aanpassen van de voeding (niet te suikerrijk) en de weidegang, want door een verstoorde suikerstofwisseling zijn paarden met PPID extra gevoelig voor suikers (dus ook fructaan uit gras) en raken zij sneller hoefbevangen. In voer speciaal voor oudere paarden wordt hier vaak al rekening mee gehouden. Verder is het van belang dat wondjes snel behandeld worden en dat gebits- en hoefverzorging op tijd plaatsvindt.

GRATIS PPID-ONDERZOEK Seizoensvariatie in concentratie van ACTH in het bloed.

BEHANDELING PPID is nog niet te genezen, maar met medicatie (pergolide: Prascend®) is de ziekte wel te behandelen en kunnen de negatieve gevolgen langdurig worden voorkomen. Pergolide remt de hormoonproductie in de hypofyse en voorkomt dat

In samenwerking met Boehringer Ingelheim loopt een speciale actie: tot en met oktober is het mogelijk om gratis PPID-onderzoek bij de GD te laten doen. Ook een pakket met de benodigde materialen, het inzendformulier en de instructies zijn gratis aan te vragen als u als dierenarts GD-klant bent. Dit kan via relatiebeheerder Petra Reijnen (p.reijnen@ gdddiergezondheid.nl / 0570 - 66 05 55) of de klantenservice (kcapaard@ gddiergezondheid.nl / 0900-1770, optie 5).

HO4 / 2014

19


DE GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

Tekst: ing. Bert de Lange

GD-DIRECTEUR YNTE SCHUKKEN:

“Goede diergezondheid ook Ongeveer een jaar geleden kwam hij terug uit de Verenigde Staten om aan de slag te gaan bij de GD. Tijd voor een nadere kennismaking met een veelzijdig man die hamert op het belang van een hoge diergezondheidstatus van Nederland, in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Ynte Schukken, GD-directeur Diergezondheid: “We werken intensief samen met dierenartsen om de paardenhouders van dienst te zijn.”

Een ding heeft hij wel geleerd: de GD is een organisatie die de kunst van het balanceren verstaat, maar die ook moet verstaan gezien de aard van het werk. Ynte Schukken: “We werken als GD voor de dierhouders. Tegelijkertijd moeten de overheid en de samenleving de overtuiging hebben dat ons werk betrouwbare resultaten oplevert. Onze monitoringsopdracht is daar een

20

HO4 / 2014

mooi voorbeeld van. Om die taak goed uit te voeren is het cruciaal dat we midden in de sector staan omdat we daardoor signalen over ziekten snel binnen krijgen. Diezelfde sector en de samenleving willen er vervolgens op kunnen bouwen dat bevindingen die de dier- en volksgezondheid raken direct teruggekoppeld worden. Uiteraard kunnen we dit alleen doen als

we het vertrouwen in de GD waarmaken.” Het lukt de GD om die balans te vinden, zegt Schukken, en dat is mede te danken aan de transparante werkwijze. “We laten alles zien wat we doen. Als GD zijn we objectief en kennisgedreven. We baseren ons niet op gevoel maar zijn daarmee niet gevoelloos. Noem het ingebouwde objectiviteit. Als we uitspraken doen dan baseren we die


DE GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

in belang van samenleving” op bevindingen zoals we die in de praktijk doen of die we ontdekken via toegepast onderzoek. Ik merk dat onze klant deze manier van werken steeds meer herkent en waardeert.”

VIS IN HET WATER Schukken voelt zich inmiddels als een vis in het water bij de GD. Ruim een jaar geleden trad hij aan als directeur Diergezondheid. Daarvoor werkte hij vijftien jaar in de Verenigde Staten aan de Cornell Universiteit, waar hij aan verbonden was als hoogleraar en waar hij leiding gaf aan Quality Milk Production Services, een dochteronderneming van de universiteit met vijftig medewerkers. Daarvoor was hij in Nederland actief als onderzoeker, dierenarts en universitair docent. Hij promoveerde op een onderzoek naar het verloop van klinische mastitis op bedrijven met een laag tankcelgetal. De GD is van oudsher gegroeid vanuit de rundveesector, maar het gaat inmiddels om meer dan rundvee. Schukken ziet dat als een verrijking. Door tal van bedrijfsbezoeken heeft hij zich snel ingewerkt in de wereld van varkens, pluimvee, schapen, geiten, paarden en gezelschapsdieren. Maar er is altijd een noodzaak om te blijven leren en te blijven luisteren.

VEEL BELANGEN Dat de GD zich bewust is van de veelheid aan belangen die er spelen blijkt ook uit de missie, zo vindt Schukken. Die luidt ‘Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving’. De GD-directeur: “Op korte termijn kunnen de belangen van bijvoorbeeld de dierhouder en de samenleving op gespannen voet staan maar op lange termijn stemmen ze overeen. In de discussie over de reductie van antibioticumgebruik komt dat goed naar voren. Iedereen is het er wel over eens dat het onontkoombaar en zinvol is om zo min mogelijk antibiotica te gebruiken om resistentie tegen te gaan. Maar, op korte termijn kan dat op bedrijven pijnpunten geven omdat je een bepaald

antibioticum niet meer mag toedienen of omdat een andere werkwijze wordt gevraagd.” Het is volgens hem aan organisaties als de GD om altijd oplossingen te zoeken. Schukken is ervan overtuigd dat de Nederlandse dierhouderij er baat bij heeft om tijdig op dit soort ontwikkelingen in te spelen.

KRACHT VAN PROGRAMMA’S Schukken hecht sterk aan een goede relatie met de dierenartsenpraktijken. “Je ziet dat we elkaar nodig hebben, willen we de paardenhouders goed van dienst zijn. Steeds meer dierenartsenpraktijken kunnen zelf bepaalde testen uitvoeren.” Toch ziet hij dat niet als een bedreiging. “Nee, dat is een verschuiving die al enige tijd gaande is en altijd door zal gaan. En dan niet alleen van de GD naar de dierenarts, ook van universiteit naar GD en zeker ook van

de dierenarts naar de paardenhouder die via allerlei nieuwe technieken in staat is om bepalingen zelf op het eigen bedrijf uit te voeren. Als GD spelen we hier op in door fors te investeren in innovatie. Daardoor blijken we in staat iedere keer nieuwe, betere testen te ontwikkelen waardoor we ook dit jaar weer in ons laboratorium vier miljoen bepalingen uit zullen voeren.” Bovendien is de GD meer dan een veterinair laboratorium. “We doen veel voor de praktijk direct bruikbaar onderzoek. En de GD is heel sterk in het uitvoeren van diergezondheidsprogramma’s. Dat vraagt veel meer kennis en werk dan ik had gedacht, maar deze programma’s zijn essentieel voor het diergezondheidsmanagement op de bedrijven en voor de diergezondheidsstatus van Nederland.”

VROEGER HEFFINGEN, NU VOLLEDIG BETAALDE DIENSTVERLENING Als directeur Diergezondheid bezoekt Ynte Schukken veel klanten en daarbij heeft hij ervaren dat het beeld van de GD als een overheidsgerelateerde ‘dienst’ nog leeft. “Vanuit de historie is dat goed verklaarbaar, maar de GD heeft in de afgelopen jaren grote veranderingen ondergaan. We verdienen ons geld niet meer met heffingen of subsidies maar volledig via betaalde dienstverlening.” Het uitvoeren van labonderzoek is een belangrijke inkomstenbron, de diverse diergezondheidsprogramma’s dragen bij aan het resultaat en de GD voert tal van projecten uit voor het bedrijfsleven. Daarnaast vervult de GD een spilfunctie in de Monitoring Diergezondheid dat als doel heeft om tijdig dierziekten of onbekende aandoeningen te signaleren. En de GD is nog volop in beweging. “We blijven investeren in nieuwe producten en diensten. Verder zijn we volop bezig met een grote digitaliseringslag; denk aan de ontwikkeling van Veeonline waar onze klant zijn labuitslagen, gezondheidsstatussen en bedrijfsgezondheidsplannen kan vinden. Ook zal het veterinaire laboratorium, één van de grootste ter wereld, binnenkort een metamorfose ondergaan met als doel om de prijs-kwaliteitverhouding en de doorlooptijden verder aan te scherpen.”

HO4 / 2014

21


DE GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN

Nieuws en mededelingen LONGONTSTEKING DOOR RHODOCOCCUS EQUI Rhodococcus equi is een belangrijke veroorzaker van longontsteking bij veulens van een tot zes maanden oud. Deze bacterie kan abcessen in de longen veroorzaken, wat incidenteel bij een flink deel van de veulens op een bedrijf tot ziekteproblemen kan leiden. Deze veulens hoesten, hebben wisselend koorts en een snotneus, slijten en reageren bovendien over het algemeen slecht op de standaard antibioticumkuren. De GD kan de bacterie met een PCR-test aantonen. Daarvoor zijn monsters nodig die worden verkregen bij longspoeling, van neusswabs, uit abcesinhoud of eventueel uit de mest van een ziek veulen. Deze test kan voor een individueel dier worden aangevraagd ten behoeve van de diagnose en het behandelplan. Daarnaast kan een gepoold monster (van drie veulens tegelijkertijd) onderzocht worden, wat de kosten aanzienlijk beperkt. Dit kan een goede indicatie gegeven over de aanwezigheid van Rhodococcus equi op een bedrijf met hardnekkige luchtwegproblemen bij veulens in de genoemde leeftijdscategorie. Op zo’n bedrijf is het essentieel om te weten of deze bacterie een rol speelt, omdat er dan een aangepast soort medicatie nodig is. Ook dienen dan op bedrijfsniveau maatregelen te worden genomen om verdere verspreiding onder de veulens te voorkomen. De PCR-test is zeer gevoelig en heeft een doorlooptijd van twee tot drie dagen, waardoor een snelle uitslag mogelijk is.

DOOR HET OOG VAN DE PATHOLOOG: GRASS SICKNESS Bij de afdeling pathologie werd een pony aangeboden met bij leven ernstige koliek. De dierenarts had bij opvoelen stilliggende darmen zonder obstipatie aangetroffen. Bij het autopsie-onderzoek bleken zowel de dunne als de dikke darm overvuld met dunne inhoud. Dit beeld past bij grass sickness, waarbij het functioneren van het maagdarmkanaal door aantasting van de zenuwvoorziening ernstig belemmerd wordt. Om deze diagnose met zekerheid te stellen, is weefselonderzoek van bepaalde zenuwknopen noodzakelijk. Deze zenuwknopen worden niet routinematig onderzocht, dus elk geval is een nieuwe uitdaging voor de patholoog. Eén van de knopen kan worden gevonden in het niervet, een bleek stukje weefsel in bleekgekleurd vet. De andere belangrijke knoop bevindt zich onder de eerste rib. Bij weefselonderzoek worden vervallen of afgestorven zenuwcellen aangetroffen, die de aansturing van de darmen verstoren. Grass sickness treedt vaker op bij dieren die in de wei lopen (vandaar de naam). Over de oorzaak is nog steeds niets zeker. In het verleden zijn diverse toxinen uit bacteriën en planten genoemd. Steeds vaker denkt men dat vooral de bacterie Clostridium botulinum (type C) een belangrijke rol speelt.

VEEONLINE VOOR PAARDENDIERENARTSEN Dierenartsen zijn dagelijks bezig met diergezondheid, en daar kunnen zij VeeOnline goed bij gebruiken. Alle laboratoriumuitslagen van de GD, inclusief de uitslagen voor paarden, staan op VeeOnline in één handig overzicht. Zodra het GD-laboratorium een uitslag heeft, is deze direct online beschikbaar. VeeOnline werkt gemakkelijk, is overzichtelijk, actueel en volop in ontwikkeling. Ga nu naar www.veeonline.nl en log in met uw Z-login. Heeft u nog geen Z-login? Dan kunt u deze via dezelfde website eenvoudig aanvragen.

22

HO4 / 2014


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.