4 minute read

GD in Afrika: alles over het impact cluster ‘Kukua na kuku’

IMPACTCLUSTER ‘KUKUA NA KUKU’

‘Opgroeien met kippen’ in Afrika

Samenwerking is belangrijk voor GD, zowel in Nederland als daarbuiten. We gaan dan ook regelmatig de grens over voor interessante en belangrijke samenwerkingen. Het delen van kennis en expertise staat centraal, maar zelf leren we ook veel. Zo ook bij het ‘Kukua na kuku’-project in Tanzania waar we actief bij betrokken zijn.

De pluimveesector in Tanzania ontwikkelt zich gestaag en heeft een groot potentieel. De afgelopen jaren is de bevolking van Tanzania snel gegroeid, waardoor de vraag naar dierlijke eiwitten toeneemt. De opkomende pluimveesector opent kansen voor investeringen. ‘Kukua na kuku’ vertaalt zich als ‘opgroeien met kippen’ en laat zien waarom het zo belangrijk is dat mensen echt zien wat de mogelijkheden zijn en hoe je kansen kunt benutten. Het project zet zich in om van deze pluimveesector een dynamische, levendige en rendabele sector te maken.

Het impactcluster

Nederlandse bedrijven brengen gezamenlijk hun landbouwexpertise en ervaringen naar Tanzania. Daarbij wordt ieders kennis benut om boeren en dierenartsen daar te ondersteunen en onderwijzen. Het achterliggende doel is om de hele keten te versterken, de efficiëntie en kwaliteit van de productie te verbeteren en de vraag naar pluimveeproducten te vergroten. NABC (the Netherlands-African Business Council) denkt dat het belangrijk is om op verschillende vlakken te investeren. “Van het management van de boerderij en diergezondheid tot de marketing en beschikbaarheid van goed voer en apparatuur. Door te investeren in de hele keten, kan de sector pas echt opbloeien.” GD doet ook mee aan dit project en leidt dierenartsen op in heel Tanzania. De groeiende pluimveesector heeft behoefte aan verdere ontwikkeling. Daarom is in Moshi een demonstratie- en trainingsboerderij opgezet. Het personeel dat deze boerderij beheert is getraind door de deelnemers van het cluster. Daarnaast worden er trainingen aangeboden aan diverse doelgroepen; van techniek en bedrijfsmanagement tot voedselveiligheid en diergezondheid.

Krachten bundelen

In de trainingsfaciliteit leidt GD verschillende dierenartsen op uit heel Tanzania. “We geven hen de belangrijkste basiskennis mee”, vertelt pluimveespecialist Robert Jan Molenaar. “Als zij deze basis vast weten te houden, lopen ze voor op het gemiddelde van het land. Het uiteindelijke doel is dat ze deze kennis op hun beurt doorgeven aan dierenartsen die ze kennen.” Robert Jan blikt terug op zijn eerste training. “Die richtte zich op de dierziekteaandoeningen, ziekteverschijnselen en pathologie. Samen met veertien Tanzaniaanse pluimveedierenartsen heb ik interessante casussen besproken. Met elke training die volgde ben ik dieper op de onderwerpen ingegaan. Interessant om te doen en mooi om te zien hoe leergierig iedereen is.”

Ook Hendrix Genetics is aangehaakt bij het cluster. Peter Arts, Area Manager Africa, vertelt wat zij daar doen. “Naast het leveren van een paar duizend leghennen via een van onze distribiteurs in Tanzania, leveren we ook technische service. Dit deden we door middel van seminars, maar bijvoorbeeld ook toen ik aanwezig was bij de levering van de kuikens. Zo laat elk bedrijf een beetje van zijn kennis achter.”

De trainings- en demonstratieboerderij in Moshi, Tanzania.

Peter Arts Het mooie aan het bundelen van de krachten is volgens Peter dat het een project naar een hoger plan tilt. “Alle Nederlandse partners hebben hun eigen expertise en vaak ook kennis van de Afrikaanse markt. Dit project is bijvoorbeeld echt gericht op het verbeteren van de lokale pluimveehouderij en daar is niet alleen veterinaire, maar zeker ook technische kennis voor nodig. Dat we dit kunnen bieden, vind ik een mooie vorm van samenwerken.”

Kennis delen

Hoewel het niet direct rendabel is, haalt zowel GD als Hendrix Genetics veel uit dit soort projecten. “Het project is geslaagd als we kennis op het gebied van leghennen kunnen vergroten. Het gebrek aan fundamentele kennis is vaak het grootste probleem in Afrika. Door daarin te investeren weten we dat houders beter omgaan met het genetische materiaal dat wij leveren. Dit zorgt voor een inkomsten- en productiestijging voor pluimveehouders”, legt Peter uit. “Zulke positieve veranderingen komen de voedselvoorziening in het land ten goede en dit hopen we dan terug te zien in een toename van handel tussen Nederland en Tanzania.”

Nederlandse bedrijven zijn al jaren internationaal actief in de pluimveehouderij. “Internationalisering is wat mij betreft niet de toekomst, dat was het al. We mogen in onze handen wrijven met de kennis die in Nederland aanwezig is. De kennis van de pluimveehouderij in Afrika staat nog ver van die in Nederland, maar de kennisoverdracht die wij in dit cluster hebben gerealiseerd was niet mogelijk zonder de Nederlandse markt. Dit is hoe wij onze kennis hebben opgebouwd”, concludeert Arts.

De groeiende pluimveesector in Tanzania maakt het voor de clusterdeelnemers, waaronder GD, een heel interessante en uitdagende markt om kennis te delen. Het is niet het eerste land waar we met een soortgelijk project bezig zijn, ook in Ethiopië en Oekraïne hebben we de krachten al eens gebundeld met externe partijen in een overkoepelend project. Door dit soort projecten samen met een groep grote kennispartners op te pakken halen we er het maximale uit. Molenaar: “Als iedereen doet waar hij of zij goed in is, kom je samen een heel stuk verder. En dat is het mooie aan samenwerken. Of dat nu in Nederland of over de grens is.”

“Internationalisering is wat mij betreft niet de toekomst, dat was het al”

This article is from: