4 minute read

Mycoplasma gallisepticum: hoe zat dat

Mycoplasma gallisepticum: hoe zat dat ook alweer?

Uit het Early Warning System bleek dat het aantal Mycoplasma gallisepticum-uitbraken het afgelopen half jaar gestegen is. Hoe herkent u een besmetting en wat kunt u doen om het te voorkomen? We zetten het voor u op een rij.

In het afgelopen decennium was de preventie van Mycoplasma gallisepticum (Mg) in de Nederlandse pluimveesector laag en werden er nauwelijks Mg-uitbraken met ziekteverschijnselen gemeld. Afgelopen halfjaar was dit anders: vanaf oktober 2021 tot en met januari 2022 waren er meerdere uitbraken van de Mg-bacterie met duidelijke ziekteverschijnselen. Deze uitbraken zijn gemeld door middel van het Early Warning System (EWS). Het betrof een toename van Mg-uitbraken bij commercieel pluimvee (kalkoenen, legkippen en vleesvermeerdering) vooral in de pluimveedichte gebieden. Ook Mg-uitbraken met ziekteverschijnselen bij hobbypluimvee worden gemeld via het EWS (zie figuur 1).

Regelgeving

Mg is erg schadelijk voor de pluimveehouderij en om die reden wordt deze kiem al decennia georganiseerd aangepakt. De monitoring en preventie van Mg in de Nederlandse commerciële pluimveehouderij is vastgelegd in Europese en nationale regelgeving. Voor vermeerderingsdieren is dit vastgelegd in de EU-regelgeving ‘Animal Health Regulation’ in verordening (EU) 2019/35. Voor vleeskalkoenen en de legsector ligt dit vast in de nationale regelgeving ‘Regeling houders van dieren’. Bij vermeerderingsdieren zorgt een Mg-besmetting ervoor dat de eieren en de nakomelingen niet meer kunnen worden afgezet.

Symptomen

Bij de recente Mg-uitbraken bij leghennen werden vooral productiedalingen gemeld. Bij kalkoenen en vleesvermeerderingskoppels waren dat vooral ademhalingsproblemen. Tussen de verschillende Mg-bacteriën bestaan verschillen in het ziekmakende vermogen. Sommige stammen zijn zo mild dat de infectie pas opgespoord wordt bij het aantonen van antistoffen tegen Mg. Andere stammen zorgen voor legdalingen en/of ernstige luchtwegproblemen. In het laatste geval hoor je rochelen en proesten en zijn de kippen benauwd. Vaak hebben ze ook gezwollen koppen. De aanwezigheid van andere ziekteverwekkers (bijvoorbeeld E. coli of IB-virus) kan het beeld verergeren. De nakomelingen van een Mg-besmet koppel kunnen last krijgen van ernstige benauwdheid, wat gepaard gaat met hoge uitval. Het is dus belangrijk om bij ademhalingsproblemen en productieproblemen ook onderzoek te doen naar Mg zodat verspreiding binnen de sector kan worden voorkomen.

Pluimveetype

De typering (genetisch) van Mg-stammen heeft laten zien dat een stam zich niet beperkt tot één specifiek pluimveetype. Hierdoor verhoogt de toename van Mg in één pluimveetype het risico op besmettingen in de hele pluimveesector, waaronder ook de vermeerderingssector. Bij de recente uitbraken werd bij zowel kalkoenen als bij vleesvermeerdering (afkomstig uit dezelfde regio) dezelfde Mg-stam gevonden (zie groene pijl in figuur 2). Dit laatste onderbouwt de noodzaak van een sectorbrede aanpak van Mg en het nut van het monitoren van Mg, ook bij niet-commercieel pluimvee.

Overdracht en preventie

Mycoplasmabacteriën zijn gevoelig voor ontsmettingsmiddelen en uitdroging. In een lege, schone en droge stal overleven ze niet lang. In ei-resten of ander organisch materiaal kunnen ze echter dagen tot weken overleven. Een Mg-besmet koppel blijft

aantal EWS-meldingen

10

5

0 kwartaal 1 1 2 2 3 3 4 4 2019 1 1 2 2 3 3 4 4 2020 1 1 2 2 3 3 4 4 2021 1 1 2 2 3 3 4 4 2019 1 1 2 2 3 3 4 4 2020 1 1 2 2 3 3 4 4 2021

commercieel pluimvee niet-commercieel gevogelte

geen koppelbeeld bekend geen beeld van Mg Mg niet uit te sluiten beeld van Mg

levenslang besmet, ook na een antibioticumbehandeling. Op een bedrijf met koppels van verschillende leeftijden kan een Mg-infectie daarom blijven circuleren. De Mg-bacterie wordt via direct en indirect contact overgedragen door bijvoorbeeld het transport van dieren, materialen, personen, eiertrays of vrachtauto’s. Ook wordt de Mg-bacterie overgedragen van moederdieren op nakomelingen (verticale overdacht). Via deze route kan een besmetting zich snel verspreiden. Preventie van Mg bestaat uit het houden van dieren van één leeftijd (all-in all-out) en goede biosecurity. Daarnaast is het essentieel een Mg-besmetting zo snel mogelijk op te sporen en besmette moederdieren vervroegd te slachten.

Mg-vaccinatie bij leg

Voor de aanpak op Mg-besmette legbedrijven is vaccinatie een goede optie. Vaccinatie draagt bij aan de vermindering van de schade door Mg en zorgt ook voor een vermindering van uitscheiding van Mg-bacteriën. Onderzoek heeft uitgewezen dat het toepassen van een Mg-vaccinatie (tweemaal in de opfok) het aanslaan van de bacterie echter niet per definitie voorkomt. In combinatie met goede biosecurity kan een Mg-vaccinatie wel bijdragen aan een verlaging van de besmettingsdruk en daarmee bijdragen aan de beheersing van de infectiedruk in de regio.

Verhoogde waakzaamheid en adviezen

Naar aanleiding van de toename in klinische uitbraken van Mg in de Nederlandse pluimveesector zijn in samenwerking met de pluimveesector adviezen opgesteld om verspreiding van Mg te voorkomen. Sluit bij ademhalings- en/of productieproblemen altijd Mg uit. Dit kan door uw dierenarts swabs te laten nemen en deze middels PCR te laten onderzoeken op de aanwezigheid van Mg. In de PCR-test van GD ‘Respiratoir PCR pakket pluimvee’ is Mycoplasma gallisepticum opgenomen naast andere veel voorkomende respiratoire ziekteverwekkers (Mycoplasma synoviae, TRT, ILT, en IB en Avibacterium paragallinarum).

DIERZIEKTEPAGINA MET ADVIEZEN AVINED WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/MYCOPLASMA-PLUIMVEE Figuur 2. Fylogenetische boom van Mg-isolaten.

Kleur: locatie van Mg-isolaten

Buiten Nederland

Nederland 1999 - 2018

Nederland 2019 - 2022

Vorm: aantal Mg-isolaten (elke taartpunt = 1 isolaat)

1 isolaat

2 isolaten*

4 isolaten*

meer dan 4 isolaten*

This article is from: