Pluimvee 66 - december 2017

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

GD-magazine - december 2017 - nummer 66

pluimvee

BRAM BEVELANDER HOUDT ZIJN VLEESKUIKENS IN EEN PATIOSTAL “Ze hebben heel weinig stress” INTERVIEW HENNIE DE HAAN “Het is nog niet voorbij”

MONITORING ACUTE SNOT Behandelen met antbiotica of niet?


www.aviagen.com Tel: 0032 (0)14 44 37 70 – Fax: 0032 (0)14 46 08 37 – e-mail: salesplanning-epi@aviagen.com


voorwoord

HET F-WOORD Het was midden in mijn zomervakantie toen ik zag dat een collega geprobeerd had mij te bellen. De voicemail klonk verontrustend: “Ruth, bel me zo gauw mogelijk terug. Er is iets gaande in de sector en we hebben een veterinair toxicoloog nodig.” Maar dat het probleem zo groot zou worden, daar had echt niemand rekening mee gehouden. Fipronil: het stofje waar nog bijna niemand ooit van had gehoord en dat nu, in combinatie met het woord ‘ei’, zelfs op de nominatie staat om opgenomen te worden in de Dikke van Dale als nieuw woord van het jaar 2017. Fipronil: een crisis die zich onderscheidt van andere crises omdat er geen ervaring mee was. Alles moest opnieuw worden uitgezocht. Hoe moet je testen? Welke dieren? Wat voor weef-

sel? Hoeveel eieren? Hoe interpreteer ik de testuitslagen? Helpt ruien? Kan ik de dieren detoxen? Wat doe ik met de mest? Maar bovenal was de vraag: hoe kom ik er weer vanaf? Fipronil: zorgde bij vele legpluimveehouders voor weken, maanden van onzekerheid. En bij sommige veehouders nog steeds. Eenieder die betrokken was bij deze crisis zal dat zich blijven herinneren: de machteloosheid van de getroffen ondernemers. Een probleem, veroorzaakt door een eenmalige actie -het behandelen van de stal tegen bloedluis- dat bloed, zweet en tranen zou kosten om er weer vanaf te komen. Fipronil: geeft aan hoe kwetsbaar je als sector soms kunt zijn. Maar ook hoe je als sector de schouders eronder kunt zetten om daar waar mogelijk de getroffen ondernemers te helpen. En daar dragen wij als GD graag ons steentje aan bij, iedere dag opnieuw, samenwerken aan een betere pluimveegezondheid. Ruth Bouwstra, sectormanager pluimvee

inhoud

04 Actueel 06 Luchtpijp- of choanaalspleetmonsters nemen, welke swab gebruik je dan?

Bereikbaarheid U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.

Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten.

09 Onderzoek: pootproblemen bij 06

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal

14 Interview: Hennie de Haan over de werkgroep fipronil

COLOFON

ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

10 Reportage: de patiostal van Bram Bevelander uit Sint-Annaland

Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

Pluimvee is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Eva Onis, Ruth Bouwstra, Rob Nijland, Jeanine Wiegel | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Margreet Pasman | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Marketing,Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Abonnementen Pluimvee wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (twee nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 16,25 euro (excl. btw en verzendkosten) | Advertenties PSH Media Sales, T. 0314-35 58 00 | Verschijningsfrequentie twee keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.

leghennen

17 Wat weten we nu over fipronil? 10

18 Uit het lab: een ‘rondleiding’ door het vernieuwde laboratorium van GD

20 Monitoring: Behandel je acute snot met antibiotica of niet?

23 De boer op 24 Diergezondheid volgens vlees­ 20

kuikenhouder Theodoor Rutten uit Sint-Oedenrode

Pluimvee, december 2017 - 3


Btw-landbouwregeling afgeschaft per 1 januari 2018 Door het nieuwe Belastingplanpakket 2018 wordt de btw-landbouwregeling in de Wet op de omzetbelasting met ingang van 1 januari 2018 afgeschaft. Tot nu toe betaalde u voor facturen van GD als veehouder 6 procent btw, maar de wijziging betekent dat u vanaf 1 januari 2018, net als andere ondernemers, 21 procent btw gaat betalen. Meer informatie over deze wijziging staat op de website van de rijksoverheid.

Remco Dijkman wint Bart Rispens Memorial Award

Samen werken aan diergezondheid

Met trots kunnen we vermelden dat een artikel van Remco Dijkman, moleculair bioloog van de afdeling Research & Development van GD, geselecteerd is als de beste publicatie in Avian Pathology in 2015-2016. Dit werd op donderdag 7 september officieel bekendgemaakt tijdens het galadiner op het tweejaarlijks congres van de World Veterinary Poultry Association (WVPA Congress 2017) in Edinburgh. Teamwork De Bart Rispens Memorial Award wordt elke twee jaar uitgereikt aan de eerste auteur van het beste artikel dat is gepubliceerd in het WVPA-tijdschrift Avian Pathology. Het artikel ‘Ontwikkeling en evaluatie van een multi-locus sequentie-typeringsschema voor Mycoplasma synoviae’, dat Remco Dijkman samen met GD-pluimveedierenartsen Anneke Feberwee en Wil Landman schreef, werd geselecteerd als de beste publicatie in 2015-2016. Remco: “Het is erg fijn om waardering te mogen ontvangen van internationale collega’s uit de pluimveewereld voor onderzoek waaraan we met ons team meerdere jaren enthousiast hebben gewerkt.” Namens GD feliciteren we Remco, zijn team en zijn medeauteurs Anneke en Wil met deze prestigieuze prijs!

4 - Pluimvee, december 2017

SAMEN WERKEN AAN DE GEZONDHEID VAN UW PLUIMVEE Producten en diensten pluimvee De afdeling pluimvee van GD biedt uiteenlopende producten en diensten aan die de pluimveegezondheid verbeteren, inspelen op vragen uit het veld en rendement opleveren voor u als veehouder. In onze sectorbrochure geven we een overzicht van al onze producten en diensten. De brochure kunt u telefonisch opvragen via 0900-1770 (optie 4) of downloaden via www.gddiergezondheid.nl/producten-pluimvee. MEER OVER GD PRODUCTEN EN DIENSTEN WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PRODUCTEN-PLUIMVEE


actueel

Nieuwe VMP van start Veterinaire Monitoring Pluimvee (VMP) is een samenwerkingsverband tussen pluimveedierenartsen en GD. Een belangrijk onderdeel van VMP is een database voor de verplichte registratie van onder meer antibioticumgebruik. Daarnaast is het mogelijk om, op vrijwillige basis, aanvullende meldingen te doen. Het gaat dan om de toe­ gediende vaccinaties en bevindingen van elk bedrijfsbezoek, ook als geen antibiotica zijn voorgeschreven. Het CRA-VMP is opgenomen in de VMPdatabase en wordt in opdracht van de pluimveesector beheerd door GD.

Doorlooptijd PCR-testen ILT verkort In verband met de uitbraken van ILT in Nederland is de doorlooptijd van PCR-testen voor ILT teruggebracht tot drie werkdagen. Door middel van snelle en goede diagnostiek en adequate maatregelen hoopt GD, samen met pluimveedierenartsen en de sector, de uitbraak snel een halt toe te kunnen roepen.

Ruim dertig pluimveedierenartsen hebben zich inmiddels aangemeld als VMP-deelnemer. Eén van die dierenartsen is Roland Bronneberg van AviVet B.V. Wat is in zijn ogen het grootste voordeel van het VMP-platform? U leest het op www.gddiergezondheid.nl/vmp

MEER OVER ILT EN PCR-TESTEN OP

MEER OVER VMP

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PLUIMVEE

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/VMP

ILT-uitbraken in Midden-Nederland Sinds juli dit jaar is er sprake van een verhoogd aantal uitbraken van ILT, met name in de regio Midden-Nederland. Begin augustus is een bijeenkomst georganiseerd met dierenartsen en opfokkers betrokken bij bedrijven in die regio. Maatregelen om uitbraken te beperken en voorkomen zijn besproken en pluimveehouders zijn geïnformeerd. Ondanks deze verhoogde alertheid zijn

de afgelopen maanden nog meerdere uitbraken vastgesteld, ook buiten de regio van de eerste besmettingen. Levenslang uitscheiden Dieren die eenmaal met ILT-virus zijn besmet, blijven het virus levenslang uitscheiden. Bovendien blijft het ILT-virus minimaal een week besmettelijk in mest en drie tot tien weken in kadavers.

Bezoekers kunnen het virus bovendien makkelijk verslepen naar andere bedrijven. De preventie van ILT ligt in goede bedrijfshygiëne en reiniging en desinfectie. Ondanks de verhoogde alertheid zijn de afgelopen maanden meer uitbraken vastgesteld, ook buiten de regio van de eerste besmettingen. Daarnaast dient het opzetten van een pas gevaccineerd koppel op een bedrijf met onbeschermde dieren te worden vermeden.

Pluimvee, december 2017 - 5


LUCHTPIJP- OF CHOANAALSPLEETMONSTERS NEMEN

Welke swab gebruik je dan? In de pluimveesector worden bij ademhalingsproblemen regelmatig luchtpijp- of choanaalspleetmonsters ingestuurd om de oorzaak van de problemen te achterhalen. Deze monsters worden genomen met behulp van swabs, die in verschillende soorten en maten verkrijgbaar zijn.

Tijdens het nemen van een monster wordt met een swab wat materiaal -vaak is dat slijm- meegenomen uit de luchtpijp of de choanaalspleet. Hierin zit mogelijk genetisch materiaal van de bacteriën en virussen die de ademhalingsproblemen veroorzaken. In het laboratorium kan de aanwezigheid van deze bacteriën en virussen worden vastgesteld met een zogenaamde PCRtest. Om de kans op het aantonen van de ziektekiemen te vergroten wordt meestal niet maar één dier in het koppel bemonsterd, maar meerdere. Afhankelijk van het onderzoek kunnen er in één PCR-test in de regel maximaal zes dieren worden getest. In het laboratorium worden de swabs van deze dieren bij elkaar gevoegd. Het ‘poolmonster’ dat dan ontstaat wordt vervolgens opgewerkt en getest. Op deze manier kunnen er in vier poolmonsters bijvoorbeeld 24 dieren worden gescreend. Onderzoek met PCR Voor onderzoek op aanwezigheid van bacteriën en virussen die verantwoordelijk zijn voor ademhalingsproblemen zijn meerdere PCR-testen beschikbaar. Zo zijn er PCR-testen voor de belangrijkste bacteriën Mycoplasma gallisepticum (Mg), Mycoplasma synoviae (Ms) en Avibacterium paragallinarum (AVP) en de belangrijkste ademhalingsvirussen Aviaire influenza (AI), Turkey Rhinotracheïtis (TRT), Infectieuze Laryngotracheïtis (ILT) en Infectieuze Bronchitis (IB).

Monstername van materiaal uit de choanaalspleet met behulp van een swab

6 - Pluimvee, december 2017

Alle testen kunnen worden uitgevoerd op zowel swabmonsters uit de luchtpijp als de choanaalspleet. Alleen voor onderzoek op Avibacterium paragallinarum (AVP) worden wel specifiek choanaalspleet-swabmonsters geadviseerd.


Remco Dijkman, onderzoeker R&D en Anneke Feberwee, pluimveedierenarts

Tabel: Gevoeligheid van de PCR voor het aantonen van ziektekiemen na monstername met verschillende soorten swabs. Kleine tip

Grote tip

Borsteltip

diergezondheid

Soorten en maten swabs Er zijn swabs in verschillende soorten en maten: met een kleine tip, een grote tip en met een borstelachtige tip, de zogenaamde flocked swab (zie foto’s tabel). De swab met de kleine tip neemt minder materiaal op dan de swab met een grote of borstelachtige tip. Alle genoemde soorten swabs zijn geschikt voor alle PCR-testen. Welke swab je het beste kunt gebruiken, wordt onder meer bepaald door de leeftijd of grootte van het dier. Bij levende kleine kuikens past bijvoorbeeld alleen de swab met de kleine tip in de luchtpijp.

Onderzoek

Gevoeligheid

M. gallisepticum

++

++

+++

M. synoviae

++

++

+++

A. paragallinarum

++

++

+++

AI

++

+++

+++

IB

++

++

+++

TRT

++

++

+++

ILT

++

+++

+++

++ swab geschikt voor het beschreven onderzoek met behulp van PCR +++ swab met de beste gevoeligheid op basis van laboratoriumonderzoek

Gevoeligheid Onderzoek bij GD heeft laten zien dat er een verschil is in de detectie van het aantal kiemen tussen de verschillende swabs. Dit verschil in gevoeligheid ligt met name in de detectie van de kiem wanneer deze in hele lage aantallen aanwezig is. Het heeft ook te maken met de hoeveelheid materiaal die door de betreffende swab verzameld en weer afgegeven kan worden en de opwerkingsmethode die gebruikt moet worden. Meer testen per monster In het algemeen kunnen alle soorten swabs gebruikt worden voor de verschillende onderzoeken en kan op één en hetzelfde swab-(pool)monster meerdere testen worden uitgevoerd. In het kader van de monitoring van Mycoplasma synoviae (Ms) kunnen bijvoorbeeld ingestuurde luchtpijp-swabmonsters van Ms-gevaccineerde dieren ook onderzocht worden op andere luchtwegkiemen. Alleen wanneer de verwachting is dat de kiem in hele lage aantallen aanwezig is kan het type swab het verschil maken voor het opsporen van deze kiem. In deze gevallen is het verstandig om op basis hiervan de swabkeuze te bepalen.

Pluimvee, december 2017 - 7


Van binnenuit beter!

Innovatieve drinkwateroplossing tegen vogelmijt! Bewezen veilig voor dier, mens en milieu

• Stressvrije toediening via drinkwater • Doorbreekt de levenscyclus van de mijt • Uitsluitend op voorschrift dierenarts • Europees geregistreerd diergeneesmiddel • 0 dagen wachttijd eieren

Exzolt® 10 mg/ml oplossing voor gebruik in drinkwater voor kippen, bevat per ml: 10 mg fluralaner. Doeldier: Kip. Indicatie: Behandeling van rode vogelmijt (Dermanyssus gallinae) infestatie bij opfok-, vermeerderings- en legdieren. Contra-indicaties: Geen. Bijwerkingen: Geen bekend. Toediening en dosering: Toediening via drinkwater. Dosering: 0,5 mg (0,05 ml diergeneesmiddel) fluralaner per kg lichaamsgewicht twee keer toegediend, met een interval van 7 dagen. Indien een volgende behandeling nodig is, dient het interval tussen twee behandelingen minimaal 3 maanden te zijn. Wachttijden: Vlees en slachtafval: 14 dagen. Eieren: nul dagen. Waarschuwingen: Vermijd te vaak en herhaald gebruik van acariciden van eenzelfde groep gedurende een langere periode en onderdosering om het risico op ontwikkeling van resistentie niet te verhogen. Passende bioveiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen op stal- en bedrijfsniveau om her-infestatie van behandelde stallen te voorkomen. Voorkom contact met huid, ogen en slijmvliezen. De veiligheid van het diergeneesmiddel is aangetoond bij leg- en vermeerderingsdieren. Het diergeneesmiddel kan gebruikt worden tijdens de leg. Niet met andere diergeneesmiddelen mengen. EU/2/17/212/001-002, REG NL 119783 URA. Voor overige informatie, zie bijsluiter.

www.my-msd-animal-health.nl/pluimvee


onderzoek

Christiaan ter Veen, pluimveedierenarts

POOTPROBLEMEN BIJ LEGHENNEN Bij een aantal koppels onbehandelde witte leghennen werden begin dit jaar verwondingen aan de poten gezien. De verwondingen leken niet door systeemschade te komen. De pootproblemen verschillen in ernst en lijken te beginnen met een kleine beschadiging aan de poothuid. Een gevolg kan tenenpikkerij zijn, dat in de wetenschappelijke literatuur bij onderzoek naar verenpikkerij af en toe genoemd. Tenenpikkerij komt relatief weinig voor, maar eenmaal verwonde dieren trekken het wel meer aan. Daarnaast wordt tenenpikken gekoppeld aan bloedluizen of tumoren, maar deze spelen bij de huidige problemen geen of nauwelijks een rol. Pilotonderzoek Om de oorzaak van het probleem en mogelijke oplossingen te achterhalen is een werkgroep opgericht met daarin vertegenwoordigers van dierenartsen, voerleveranciers, opfokorganisaties en de eierhandel. Ook werd een pilot gestart. Hiervoor konden pluimveehouders dieren insturen, in combinatie met een ingevulde enquête. De ingezonden dieren werden onderzocht op aanwezigheid van afwijkingen en ziektekiemen. Uit microscopisch onderzoek van de poothuid (foto) bleek dat zowel de huid aan de boven- en voorkant van de poot, als de huid aan de onder- en achterkant van de poot was aangetast. De schubben waren onregelmatig, de hoornlaag was te los en er waren bacteriën aanwezig. De bacteriën zijn niet de oorzaak van het probleem. De bacteriologische kweek was namelijk niet altijd positief en er werden verscheidene normale huidbewoners gevonden. Voor andere infecties, toxinen en tumoren waren geen aanwijzingen. Oorsprong en behandelingen In de enquête werd pluimveehouders gevraagd naar mogelijke bronnen en behandelingen. Op basis van die informatie werd geconcludeerd dat de problemen niet konden worden gekoppeld aan een bepaalde afkomst, ras, voerleverancier, systeem of huis-

vestingstype. Ook was er geen relatie met de aanwezigheid van bloedluis of ingestelde bloedluisbehandelingen. Soms gingen de problemen vrijwel helemaal vanzelf over. Mogelijk was er in deze koppels sprake van een onderliggend probleem, waardoor de hennen tijdelijk pootproblemen lieten zien. Behandelingen van de pootproblemen leidden incidenteel tot verbetering. Met name het donker maken van de stal bleek effectief, terwijl het effect van voerinterventies uitermate beperkt was. Meerdere factoren De oorsprong van het probleem blijft dus onzeker. Waarschijnlijk spelen meerdere factoren een rol. Momenteel wordt er door voerleveranciers nog wel gekeken naar mogelijke voertoevoe­ gingen voor verbetering van de poothuid. Er worden voorzichtig resultaten geboekt met behandelingen die (herstel van) de huid breed ondersteunen. Dit zou op termijn naar een preventieve aanpak van het probleem kunnen leiden.

schubben

zoolkussens en de huid van de voetzool

lege ruimten waar bot zat

Doorsnede van een licht afwijkende teen. Aan de bovenkant zijn de schubben te zien, daaronder de lege ruimtes waar botten hebben gezeten. Onder de botten zitten de zoolkussens en de huid van de voetzool. Bij een sterkere vergroting is schade aan de schubben goed te zien en worden bacteriën waargenomen. Ook is de laag vanwaar de huid wordt opgebouwd onregelmatig.

Pluimvee, december 2017 - 9


De familie Bevelander heeft een patiostal: “Sinds die tijd hebben we geen antibiotica meer gebruikt. Helemaal niets.�

In de patiostal van de familie Bevelander leven de kuikens in vier rijen van 110 meter lang, op zes etages. De rondes gaan via een automatische lift, waardoor niemand tussen de kuikens hoeft te lopen. Dat scheelt met de ziektedruk.

10 - Pluimvee, december 2017


reportage

DE PATIOSTAL:

Huiselijk en herberg­ zaam “Ik loop voor de muziek uit”, zegt Bram Bevelander. Zijn nieuwgebouwde, hypermoderne pluimveestal in het Zeeuwse Sint-Annaland noemen ze een patiostal. Die heeft een klimaatsysteem dat niet alleen een flinke kostenbesparing betekent: het is ook nog eens duurzamer en constanter dan een traditioneel systeem. En dus beter voor de kuikens. Samen met zijn vrouw Corina (54) en zijn zoon Martijn (28) houdt Bram (53) 150.000 vleeskuikens in de splinternieuwe stal. Naast de 25.000 vleeskuikens die hij al had bij huis, een paar honderd meter verderop. De patiostal is een ontwerp van pluimveehuisvestingsbedrijf Vencomatic Group, maar vader en zoon hadden ook een flinke vinger in de pap. Twaalf rondes zijn er geweest, sinds de start in 2016. En de familie is er maar wat tevreden mee. De kuikens vertoeven er in vier rijen van zes etages, verdeeld in twee compartimenten, over een lengte van 110 meter. En boven, op zolder, wordt hun hele leefklimaat bepaald. Volledig automatisch. Radiator “Het is eigenlijk een omgekeerde radiator”, vertelt Bram als hij de zolder laat zien. “Hier wordt de warme lucht van de kuikens vermengd met nieuwe, koudere lucht van buiten.” Er staan twee rijen ‘pilaren’. “Die staan precies in het midden van de twee cellen beneden en zuigen de lucht van de kuikens naar boven.” Op zolder wordt de lucht vermengd, en die ‘vernieuwde’ lucht gaat via de zijkanten weer naar beneden. “Zo komt het op een heel rustige manier bij de kuikens.” Hoe dat dan gaat, dat koelen? Hij wijst naar de kleppen aan de zijkant van de zolder. Tot 14, 15 dagen blijven alle kleppen dicht. Hoe ouder de kuikens, des te meer warmte ze produceren,

Pluimvee, december 2017 - 11


De twee rijen ‘pilaren’ zuigen de lucht van de kuikens naar op, waar het wordt ‘vernieuwd’ met koele lucht van boven.

en des te meer de lucht gekoeld moet worden. Nu zijn de kuikens 18 dagen, dus staan de kleppen iets open. “Het systeem regelt alles zelf. De sensoren meten de temperatuur, en de computer stuurt het verder aan. De binnentemperatuur moet zo’n 26, 27 graden zijn.” Ideaal voor de kuikens, en ook voor het strooisel, dat zo perfect droog blijft. Bovendien bespaart de pluimveehouder met het systeem zo’n 40 procent op de energiekosten. En als er een keer iets mis is, bijvoorbeeld een stagnatie in het water of een temperatuurverschil, dan wordt dat geregistreerd door sensoren en gaat er automatisch een belletje naar het pluimveehoudersgezin. Eerst naar Bram, dan naar zijn vrouw Corina en als laatste naar zijn zoon Martijn. “En dan is het de kunst om het zelf op te lossen”, lacht hij.

ten, hoef ik niet het hele koppel nuchter te houden.” Via een loopband worden de kuikens naar de loods achter de stal gebracht. Op die manier hoeft er niemand meer de stal in te komen als dat niet nodig is.

Hygiënesluis Een nieuwe stal biedt bovendien allerlei innovatiekansen. Zo kan er geen bezoeker de stal in zonder door de hygiënesluis te gaan. En worden de kuikens aan de achterkant in een aparte ruimte opgehaald. Daar is over nagedacht, vertelt de pluimveehouder. “Het voersysteem werkt zo, dat ik de laatste 30 meter van de stal kan overslaan. Dus als er 10.000 kuikens weg moe-

Efficiënt Zo’n nieuwe stal vraagt om een andere werkwijze. Niet per se meer, zegt Bevelander. “Het lijkt groot, een stal met 150.000 kuikens. Maar we hebben het heel efficiënt ingericht. In de patiostal kunnen we in vergelijking met een traditionele stal 2,8 keer zoveel kuikens houden per vierkante meter. Waar je normaal vijf stallen naast elkaar hebt, hebben wij nu één grote stal.” De rondes, één à twee per dag, doet hij met een automatische lift die omhoog, omlaag, naar voren en naar achteren kan, tussen de etages door. “Dat scheelt ook met de ziektedruk. We hoeven nu niet meer tussen de kuikens te lopen. In principe kom je nauwelijks nog in direct contact met de dieren.”

“De truc is om de kans op ziekten zoals vogelgriep zo klein mogelijk te maken.” 12 - Pluimvee, december 2017

Dat betekent niet dat de stal van de Zeeuwen verboden terrein is. Integendeel. “Iedereen mag hier binnen komen kijken. Zolang ze maar wel aan de strikte hygiëne-eisen voldoen natuurlijk. We hebben een tijdje terug een open dag gehouden, met een tentje buiten. We vertelden over het hoe, wat en waarom. Daar zaten mensen bij die heel negatief waren over de stal, en toch positief naar huis gingen met de opmerking ‘dit is gewoon een kippenhotel’.”

Rillingen Bram vindt wel dat het qua ziektedruk in Nederland nog wel beter zou kunnen. “Ik doe er alles aan om ziekten als vogelgriep buiten de deur te houden, maar er is natuurlijk altijd een


reportage

Yoni Pasman, freelance redacteur

“Iedereen mag hier binnen komen kijken. Zolang ze maar wel aan de strikte hygiëneeisen voldoen natuurlijk.”

kans. De truc is die kans zo klein mogelijk te maken. Als ik bij collega’s de kippen buiten zie lopen krijg ik de rillingen. Dat is met 120 binnen de bebouwde kom rijden. Ik vind dat we daar als sector kritisch naar moeten kijken. We doen alles onder druk van de consument, omdat die denkt dat het beter is voor de kip om buiten te lopen, maar het tegendeel is waar.” Dat wil hij ook laten zien met zijn eigen stal, dat de kuikens het goed hebben. Juist binnen. “Ze hebben hier heel weinig stress. Als kippen buiten lopen zijn ze constant op hun hoede, want het gevaar komt altijd van boven. Hier hebben ze dat niet. Ze zijn veilig.” Dat veilige en herbergzame gevoel begint al vanaf dat de kuikens uit het ei komen. “De eieren komen drie dagen voordat ze uitkomen van de broederij hier naartoe. Ze

De kuikens komen direct vanuit het ei op hun leefplek terecht en hebben meteen en altijd toegang tot voedsel en water.

Bram Bevelander op de zolder van de stal, bij de kleppen waardoorheen koele lucht naar binnen kan worden gezogen.

worden hier per pallet in de stal naar binnen geschoven.” De kuikens komen dus direct vanuit het ei op hun leefplek terecht, waar ook direct voedsel en water ter beschikking staat. En ook hun dag- en nachtritme wordt er automatisch geregeld. Goede rapportcijfers Het uiteindelijke doel van al die innovaties is natuurlijk een beter en gezonder kuiken. En dat doel wordt ruimschoots behaald. “We hebben sinds we hiermee zijn begonnen geen antibiotica meer gebruikt. Helemaal niets.” De uitvalcijfers? Slechts 1 tot 1,5 procent. Met het droge strooisel haalt het bedrijf consequent lage voetzoollaesiescores en ook met de voerconversie gaat het goed: een score van 1,08 tot 1,18. Maar Bram merkt het vooral aan de kuikens zelf. “Ze zitten lekker in hun vel. Ze zijn actiever, nieuwsgierig. Ze hebben meer glans in de oogjes.” Stal erbij Bram zou nog wel zo’n stal bij willen bouwen. En dat gaat misschien ook gebeuren. Want dat het werkt, daar is hij wel over uit. “We hebben er ontzettend veel lol in.” Al is het niet voor iedereen weggelegd, zegt de pluimveehouder. “Niet alles kan. In Nederland zijn voornamelijk bestaande bedrijven, je bouwt niet zomaar een nieuwe stal. Maar ik geloof wel dat er kansen liggen. Het is voortschrijdend inzicht. Wat we doen levert winst op.”

Pluimvee, december 2017 - 13


HENNIE DE HAAN OVER DE WERKGROEP FIPRONIL

“Ik ben nog net zo strijd­baar als in het begin” Uit voorzorg blokkeerde de NWVA vanwege fipronil op 22 juli zeven pluimveebedrijven. Een week later werd dit mid­ del ook in eieren gevonden van bedrijven die in de admini­ stratie van Chickfriend voorkwamen. Al snel werden er veel meer bedrijven geblokkeerd. Vanuit het crisisteam van AVINED werd de werkgroep ‘Ruien en ontsmetten’ opgericht, met daarin vertegenwoordigers uit de sector, waaronder GD. Hoe kwam deze werkgroep tot stand, welke acties zijn er uitgezet en wat is daarmee bereikt? We vroegen het Hennie de Haan, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) en AVINED. Hennie de Haan weet het nog als de dag van gisteren. “Toen ik werd gebeld zat ik op een vliegveld, om na een weekje vakantie terug naar huis te vliegen. Dat was op zaterdag 22 juli, eind van de middag. Er was fipronil aangetroffen in eieren; zeven bedrijven werden geblokkeerd en van vier werd een stille recall uitgevoerd. Mijn eerste reactie was nog: ‘Goed dat jullie het hebben gevonden!’, want als het niet in eieren of de sector thuishoort is het goed dat het ontdekt is.” Maar al snel werd duidelijk dat dit nog maar het topje van de ijsberg was. Het bleek om veel meer bedrijven te gaan: uiteindelijk werden 793 stallen uit voorzorg deels of helemaal geblokkeerd. Vanaf die maandag had AVINED dagelijks crisisoverleg. “Later zelfs wel drie keer per dag”, aldus Hennie. Werkgroep ‘Ruien en ontsmetten’ Er bleek een grote behoefte aan onderzoek naar hoe je fipronil uit dieren en uit stallen krijgt, dus werd de werkgroep ‘Ruien en ontsmetten’ opgericht. “Het werd ons al snel duidelijk dat we GD erbij moesten betrekken”, vertelt Hennie. “En Ruth Bouwstra, sectormanager pluimvee bij GD, werd voorzitter.” De werkgroep kwam regelmatig bij elkaar en na elke vergadering ging iedereen met huiswerk naar huis. Er werden verschillende testen en proeven gestart. Zo werd bij GD eerst onder laborato-

14 - Pluimvee, december 2017

riumomstandigheden bekeken welke middelen werkten om fipronil af te breken en de stallen te reinigen, waarna dit in de praktijk kon worden getest. Ook onderzocht GD in opdracht van de werkgroep onder meer hoe je fipronil uit de dieren krijgt, wat de halfwaardetijd was (de tijd die nodig is voor een bepaalde hoeveelheid van een stof om met de helft af te nemen) en hoe je die kon verkleinen. “Gelukkig zijn er inmiddels al bedrijven helemaal vrij, zodat we kunnen analyseren wat echt heeft gewerkt en wat niet.” Nieuwe informatie snel gedeeld Hennie beseft goed dat de sector af en toe het onmogelijke vroeg, ook van GD. Zo verlopen onderzoeken bij GD volgens richtlijnen en moeten onderzoeksresultaten altijd worden gevalideerd. “Dat kost tijd, maar juist dát hadden we nu niet. Het maakte soms dat je dacht: ‘als het niet kan zoals het moet, doe het dan zoals het kan.’ Want op dat moment hadden we niks anders.” Gelukkig begreep iedereen de urgentie en wilde dat er snel oplossingen kwamen. Op de gekste tijdstippen werden er appjes en e-mails gestuurd en telefoontjes gepleegd om alles zo vlot mogelijk te laten verlopen. “Wat ik heel sterk vond van deze samenwerking, is dat we via de nieuwsbrief van OVONED alle leghennenhouders steeds in één keer konden bereiken als

Hennie de Haan is sinds 2015 voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP). In die hoedanigheid is ze dit jaar ook voorzitter van AVINED, een rol die elke twee jaar wordt afgewisseld met de voorzitter van LTO/NOP, momenteel Eric Hubers. Naast NVP en LTO/NOP zijn ook ANEVEI, NEPLUVI en COBK vertegenwoordigd in AVINED.


interview

Margreet Pasman, redacteur

“Het werd ons al snel duidelijk dat we GD erbij moesten betrekken”

er nieuwe informatie vanuit de werkgroep was. En die informatie werd ook direct gedeeld op de website van GD.” Niet opgeven Op 20 november waren 272 van de 793 stallen die een blokkade hadden weer volledig vrijgegeven. Er waren op dat moment nog 396 stallen met één of twee blokkades (op eieren, mest en/of dieren) en nog 152 stallen die op alles een blokkade hadden. “Dat zijn er nog steeds heel veel, dus we zijn er nog lang niet. Maar we weten nu wel dat de aanpak met soda en waterstofperoxide werkt, en dat je daarna ook nog een natte reiniging met water en zeep moet doen”, legt Hennie uit. “Vooral dat laatste moeten we misschien nog duidelijker communiceren. Daarnaast komen er uit de markt veel praktische tips die we zouden kunnen delen.” Ter illustratie vertelt Hennie over een pluimveehouder die een circulatiepomp uit de tuinbouw gebruikte voor de reiniging van de stallen. Dat werkte goed. Iemand anders reinigde alle cupjes van de drinklijnen na met schuursponsjes met heet water en chloor. “Dat bedrijf is nu helemaal vrij”, zegt Hennie. Er is dus nog hoop voor de bedrijven die nog niet vrij zijn? “Jazeker, zegt Hennie stellig, “die moeten het niet opgeven. Maar het vergt wel heel veel doorzettingsvermogen.” Erkenning Hennie hoopt dat er, nu er een nieuwe Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is, toch nog eens op een andere manier naar deze hele affaire gekeken gaat worden. “Als NVP blijven wij van mening dat het gewoon niet waar kan zijn dat dit als normaal ondernemersrisico wordt gezien. Pluimveehouders zijn misschien soms te goed van vertrouwen geweest, maar ze zijn wel gedupeerden, geen schuldigen. Daarom heb ik met klem opgeroepen bij LNV dat in ieder geval alle kosten voor bemonstering en analyse door de NVWA voor rekening van de overheid komen. Zo nodig spannen we daar een rechtszaak voor aan.” Gelukkig besloten verschillende super-

markten om geen claim in te dienen bij de sector. “Dat geeft erkenning voor de extreme situatie waar de pluimveehouders in terecht zijn gekomen en het is voor hen één zorg minder.” Nog niet voorbij Inmiddels lijkt de media-aandacht rondom de fipronilcrisis weer wat afgezwakt. Hennie kan zich goed voorstellen dat pluimveehouders die er nog middenin zitten het gevoel hebben dat niemand het meer iets kan schelen. “Ik realiseer me wel degelijk dat het voor hen nog lang niet voorbij is. Maar er zullen weer momenten komen waarop het vanzelf weer meer aandacht krijgt, ook in de media. In de jaaroverzichten in december bijvoorbeeld, maar ook als de dagvaarding tegen de NVWA wordt ingediend en als de commissie Sorgdrager klaar is met haar rapport. En er is geen overleg of toevallige ontmoeting met iemand die iets voor de sector kan betekenen dat ik het niet onder de aandacht breng. Ik ben nog net zo strijdbaar als in het begin.”

In de volgende Pluimvee praten we verder over de fipronil-affaire met Eric Hubers, pluimveehouder en voorzitter van LTO/NOP.

Pluimvee, december 2017 - 15


Succes Start Hier Sterke kip Gemakkelijk te managen Hoge piekproductie Veel eieren Mooie, donkere schaalkleur Uitstekende legpersistentie

Verlengde Lagecampseweg 2-4 Ochten / Nederland T +31 344 641 349 hetankerbv.nl

Beselarestraat 155 8940 Geluwe / BelgiĂŤ T +32 56 511 318 www.verhaege-hetanker.be

Nieuwstraat 21, 2382 Poppel / BelgiĂŤ T +32 14 65 41 40 vepymo.com


Guillaume Counotte, toxicoloog, en Christiaan ter Veen en Merlijn Kense, pluimveedierenartsen

onderzoek

WAT WETEN WE NU OVER FIPRONIL? Aan het begin van de fipronilcrisis, zo’n vijf maanden geleden, was er nog weinig bekend over de mogelijkheden om deze stof onschadelijk te maken. Inmiddels zijn er diverse onderzoeksresultaten bekend. In opdracht van de fipronilwerkgroep heeft GD, in samenwerking met vele andere partijen, kort na het begin van de crisis meerdere onderzoeken gedaan naar mogelijkheden om de concentraties fipronil in de stal, de kip en het ei onder de norm te krijgen. De resultaten van de onderzoeken en de praktische adviezen die hieruit zijn voortkwamen zijn zo snel als mogelijk met het veld gedeeld, onder meer via de website van GD. Fipronil onschadelijk maken In het lab en in een praktijkstal is onderzoek gedaan naar hoe fipronil het best afgebroken kon worden. Een combinatie van soda en waterstofperoxide (H2O2) bleek het meest effectief, chloor (in hoge concentratie) en andere oxiderende middelen waren minder effectief. In de stal werd bevestigd dat een combinatiebehandeling met soda en H2O2 het fipronil afbreekt. Echter, de behandeling moet een aantal keer herhaald worden om tot een wezenlijke afname van het fipronil te komen. Ruien Om effect van rui op de concentratie fipronil in mest, eieren en organen te bepalen werd op vier verschillende bedrijven tijdens het ruiproces een koppel gevolgd en werd van vijftig dieren het gewicht bepaald. Aan het begin, tijdens en aan het eind van de rui werden verspreid door de stal eieren, dieren en mest verzameld en onderzocht. Uit deze studie blijkt dat mest verwijderen en veelvuldig schoonmaken, naast de rui, van essentieel belang zijn om de concentratie fipronil in eieren omlaag te krijgen.

Variatie Om de variatie in fipronilwaarden binnen een stal te bepalen werden van vijf koppels eieren verzameld (van voor, midden en achter uit de stal) en individueel onderzocht. Hieruit bleek dat er in één stal significante verschillen waren tussen de verschillende locaties in de stal. Het is daarom goed om als ondernemer zelf een beeld te krijgen van deze variatie. Daarnaast is het belangrijk dat monsters altijd goed verspreid over de stal genomen worden. Toxinebinders GD onderzocht ook of bentoniet (een toxinebinder) of FLS-mix (ter stimulering van de lever) het fipronilgehalte in de kip en de eieren sneller kon laten afnemen. Het onderzoek vond plaats in een stal waar een fipronilbehandeling was gedaan en waar nog geen verdere acties waren ondernomen. De eindconclusie van dit onderzoek was dat het effect van bentoniet en FLS-mix op de fipronilwaarden in kippen en eieren minimaal is. Praktijkvoorbeelden GD heeft een model van de uitscheiding van fipronil uit de kip. Hiermee kan op basis van enkele metingen in vet of ei worden voorspeld (met een bepaalde onzekerheidsmarge) wanneer de eieren en de kippen vrij zijn van fipronil. Dit model laat ook zien dat na ruien in eerste instantie de gehalten weer stijgen en dan pas dalen, dat door veel pluimveehouders ook wordt gemeld. Dit wordt als een teleurstelling gezien, maar het is nu eenmaal zoals fipronil zich in het lichaam van de kip gedraagt. Ook als schone kippen, die in de rui zijn, in een stal komen waar nog net wat fipronil zit (in tissues was minder dan 1 microgram gemeten), mag je een korte piek verwachten. LEES MEER OVER DE ONDERZOEKTSRESULTATEN OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/FIPRONIL

Pluimvee, december 2017 - 17


RONDLEIDING VERNIEUWD GD-LAB

Van bouw naar beter Na een lange, gedegen voorbereiding en anderhalf jaar verbouwen is ons vernieuwde laboratorium eindelijk klaar. Een resultaat om trots op te zijn! Hoe ziet dat nieuwe lab er nu uit en welke verbeteringen zijn er aangebracht? U leest en ziet het hier.

Digitalisering Digitalisering wordt steeds belangrijker; veel dingen gaan automatisch en er staan steeds meer schermen in het lab. Ook blijkt het digitaal inschrijven essentiëel. Door monsters digitaal in te schrijven wordt de foutkans heel erg verkleind en het gaat ook nog eens veel sneller. Ook is het voor labmedewerkers direct duidelijk wat de klant wil. In het nieuwe lab wordt daarom zoveel mogelijk digitaal gewerkt.

Efficiëntie Tijdens het opstellen van het nieuwe labplan bleek één ding erg belangrijk: kortere looplijnen. Minder muren, logische aansluitingen tussen afdelingen en overzichtelijke werkplekken. Zo ligt de afdeling immunologie, waar verreweg de meeste monsters worden onderzocht, nu veel dichter bij de afdelingen monsterverdeling en lablogistiek. Hierdoor zijn er veel minder transportbewegingen. Dit werkt door op de doorlooptijden, dat betekent dat u uw uitslagen sneller ontvangt.

18 - Pluimvee, december 2017


uit het lab

Anne Taverne en Margreet Pasman, redacteurs

Innovatie Het oude lab stamde uit 1992. Natuurlijk heeft de ontwikkeling van het lab in die 25 jaar niet stilgestaan: er zijn nieuwe apparaten aangeschaft en de kennis is verbeterd. Maar installaties als de koeling, verwarming en de ventilatie waren toe aan een fikse opknapbeurt. Dit leek al zó’n ingrijpende verbouwing te worden, dat er werd gekozen voor een volledige vernieuwing van het laboratorium. Alles is op de schop gegaan, maar nu is het GD-lab helemaal klaar voor de toekomst.

Duurzaamheid In zo’n groot lab staat duurzaamheid natuurlijk centraal. Op het lab is voor veel activiteiten warmte nodig. Deze warmte wordt teruggewonnen uit de ventilatielucht en hergebruikt. Ook de nieuwe mediakoeling draagt bij aan een duurzamer lab. De afdeling mediabereiding gebruikt een doorgeefkoelcel richting bacteriologie. Hierin kunnen voedingsbodems worden geplaatst. Op de afdeling bacteriologie kunnen de medewerkers door een glazen ruit precies zien wat er in de koeling ligt. Zo hoeven er geen deuren meer open te staan. Dit voorkomt veel energieverlies en ook de looplijnen zijn korter.

Hygiëne De vernieuwde sectiezaal is een stuk ruimer opgezet en biedt de mogelijkheid om meer secties tegelijk te doen. Er is een koelruimte, waar voor sectie aangeboden dieren koel kunnen worden bewaard. De nieuwe sectietafels zijn verrijdbaar en van rvs, dat goed en gemakkelijk te reinigen is. Ook is het digitaliseringsproces op deze afdeling in volle gang. De sectiezaalmedewerkers en de pathologen kunnen nu beter, sneller en hygiënischer werken.

Betrouwbaarheid Wandelend door de gangen blijkt er één ding: betrouwbaarheid is belangrijk. Het nieuwe lab heeft veel accreditaten en is aantoonbaar betrouwbaar. Jaarlijks toetst een extern bureau het laboratorium en eventueel daaruit voortkomende adviezen neemt GD ter harte. Zo blijven we doorlopend verbeteren. Voor het GD-lab draait alles om het zo snel en betrouwbaar mogelijk onderzoeken van monsters voor de klant.

Pluimvee, december 2017 - 19


ACUTE SNOT EN ANTIBIOTICA

Acute snot: behandelen of niet? Acute snot, oftewel Coryza, wordt sinds 2009 met enige regelmaat vastgesteld bij commercieel gehouden pluimvee. Uitbraken op leg- en vermeerderingsbedrijven kunnen ernstige ziekteverschijnselen veroorzaken en tot forse (finan­ ciële) schade leiden. Is een behandeling met antibiotica nodig en welk antibioticum?

uitbraak. Bij hem zorgde een behandeling met antibiotica, na een gevoeligheidstest bij GD, voor een verbetering in de stal.

Antibioticum niet zomaar inzetten Dierenartsen en veehouders zijn terughoudend met het toepassen van antibiotica, maar bij ernstige ziekte, veroorzaakt door een bacterie, en grote schade in het koppel kan een behandeling toch nodig zijn. De keuze voor een bepaald antibioticum

In de vorige Pluimvee kon u een interview lezen met leghennenhouder Piet Borgman, die werd geconfronteerd met een Coryza-

50 40 30 20 10 <0.0625

0.125 0.25

0.5

1

2

4

8

16

32

50 40 30 20 10 0

>32

<0.125 0.25

0.5

1

4

8

50 40 30 20 10 0

>8

% bacteriestammen

60 50 40 30 20

60 50 40 30

50 40 20

0

0

1

2

4

8

16

32

>32

<0.25

1

2

4

8

16

Concentratie (µg/ml)

>4

60

30

Concentratie (µg/ml)

4

70

10 0.5

2

Sulfamethoxazol

10 0.125 0.25

1

80

20

<0.0625

<0.0625 0.25 0.5 <0.03125 0.125

Concentratie (µg/ml)

Tetracycline

Penicilline % bacteriestammen

2

TMP/S

60

Concentratie (µg/ml)

Concentratie (µg/ml)

% bacteriestammen

0

Erythromycine

60

% bacteriestammen

Ampicilline

60

% bacteriestammen

% bacteriestammen

Overzicht MIC-waarden eerste- en tweedekeusantibiotica AVP-isolaten 2009-2016

>16

10 0

<16

32

64

128

256

512

>512

Concentratie (µg/ml)

De MIC-waarde is met behulp van specifieke afkapwaarden per antibioticum (breekpunten) te vertalen naar ‘Gevoelig’ (groen in de figuren), ‘Intermediair’ (geel) of ‘Resistent’ (rood). Een afkapwaarde vaststellen vereist veel onderzoek en is nog niet bekend voor alle combinaties. Voor AVP zijn er bijvoorbeeld geen afkapwaarden bekend voor TMP/S en sulfonamiden. Erythromycine wordt gebruikt om de gevoeligheid voor tylosine te testen. Sulfamethoxazol wordt gebruikt om de gevoeligheid voor sulfonamiden (zoals sulfadimidine) te testen.

20 - Pluimvee, december 2017


Anneke Feberwee en Jeanine Wiegel, pluimveedierenartsen en Annet Heuvelink, onderzoeker R&D

monitoring

verfijnen, betere resultaten te behalen en tegelijkertijd resistentie-ontwikkeling te beperken.

Voor de bepaling van antibioticumgevoeligheid van AVP wordt gebruikgemaakt van een microbouillonverdunningstest. Er wordt hierbij een plaatje gebruikt met welletjes met verschillende hoeveelheden antibioticum, waarin de groei van de bacterie wordt onderzocht. De laagste concentratie van een antibioticum waarbij geen groei van de bacterie wordt waargenomen bepaalt de gevoeligheid en wordt de

Antibioticumgevoeligheidspatroon Naast het bepalen van antibioticumgevoeligheid van stammen van acute uitbraken, is er ook gekeken naar de antibioticumgevoeligheidspatronen van een collectie AVP-stammen van eerdere uitbraken (periode van 2009 tot 2016). Op basis hiervan zijn overzichten gemaakt van de verdeling van gevoeligheid van AVP voor de verschillende antibiotica. Deze zijn weergegeven in de figuren op pagina 20. De grafieken laten zien dat in die periode er een verminderde gevoeligheid is voor tetracycline (circa 75 procent van de stammen wordt geclassificeerd als zijnde resistent).

Minimale Inhiberende Concentratie (MIC-waarde) genoemd.

wordt gemaakt door de dierenarts. Die maakt hierbij gebruik van het formularium van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD). Dat zijn richtlijnen voor het behandelen van bacteriĂŤle infecties met (eerste-, tweede- of derdekeus-) antibiotica. Deze richtlijnen zijn gebaseerd op de huidige inzichten voor wat betreft optimaal effect en zo min mogelijk ontwikkeling en verspreiding van resistentie. Eerste- en tweedekeusmiddelen Voor de behandeling van een infectie met Avibacterium paragallinarum (de bacterie die Coryza veroorzaakt) kan gekozen worden voor eerste- en tweedekeusmiddelen. Bij opfok- en moederdieren zijn doxycycline, oxytetracycline en trimethoprim/sulfonamiden (TMP/S) de eerstekeusmiddelen voor behandeling. Tweede keus is amoxicilline. Voor behandeling van leghennen is oxytetracycline eerste keus en tylosine tweede keus. Bij vleeskuikens kan ook gebruikgemaakt worden van het eerstekeusmiddel sulfadimidine. Antibioticumgevoeligheidsbepaling Avibacterium paragallinarum (AVP) is een bacterie die niet gemakkelijk te kweken is. Buiten de kip overleeft hij maar zeer kort, hij groeit niet op de standaard voedingsbodems en heeft een omgeving nodig met een lager gehalte zuurstof dan in de lucht. Omdat de methode waarmee antibioticumgevoeligheid van AVP wordt bepaald hier niet goed op was afgestemd, was de test in ons laboratorium lange tijd niet mogelijk. Onlangs deed GD hier specifiek onderzoek naar, wat resulteerde in een manier om ook voor deze moeilijk groeiende bacterie de antibioticumgevoeligheid te kunnen testen. Bij een acute uitbraak biedt een gevoeligheidsbepaling van de bacteriestam dierenartsen de mogelijkheid hun behandeling te

Wat te doen bij een uitbraak van acute snot? Aandoeningen die gepaard gaan met snot en luchtwegverschijnselen kunnen zich op verschillende manieren uiten. Het kan daardoor soms lastig zijn om onderscheid te maken tussen de verschillende aandoeningen. Vaak is het noodzakelijk om de diagnose te bevestigen met een bacteriekweek of een andere methode die de verwekker aantoont, zoals een PCR-test. De gekweekte AVP-bacterie kan vervolgens getest worden op antibioticumgevoeligheid. Binnen een aantal dagen kan dan bekend zijn welke antibiotica meer of minder geschikt zijn en welke ongeschikt. De eerder geteste stammen laten een verminderde gevoeligheid zien voor tetracycline. Doxycycline en oxytetracycline behoren tot dezelfde groep van tetracyclines. In veel gevallen zullen deze middelen dus weinig of geen verbetering van de ziekteverschijnselen opleveren. In dat geval kan de dierenarts voor de behandeling van het koppel adviseren om gebruik te maken van een ander middel.

Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Pluimvee, december 2017 - 21


Adverteren in de media van GD? Tel. +31(0)342-786952 Nieuwe types leverbaar info@multiheat.eu • www.multiheat.eu 35-55 kW en 40-70 kW Tel. +31(0)342 - 786952 info@multiheat.eu • www.multiheat.eu • Hoog rendement door Crossflow warmtewisselaar • Hoog rendement door Crossflow warmtewisselaar • Besparing van 65% op energiekosten • Besparing van 65% op energiekosten • Zeer effecïente (lage weerstand) filters, zelfreinigend! LEVERBAAR MET RVS WISSELAAR • Zeer effecïente (lage weerstand) filters, zelfreinigend! • Volledig gecoate panelen • Volledig gecoate panelen ROBUUSTE, GOED TE REINIGEN • Krachtige centrifugaal ventilator MULTIHEAT WENST U • Krachtige centrifugaal ventilator INDIRECT GESTOOKTE HEATER • Goedgekeurd voor fijnstofreductie WARME FEESTDAGEN TOE.

Neem contact op met Marcel Koot T 0314 355852

• Goedgekeurd voor fijnstofreductie

m

De eierlift kost weinig en spaart uw rug.

Naamloos-4 1

Adverteren in de media van GD? Neem contact op met Marcel Koot T 0314 355852 Zie filmpje op

WWW.SMOLENAERSEIERLIFTEN.NL

m

• stapelt 4 stapels tegelijk • niet meer tillen • eenvoudig en goedkoop • geen palletlift nodig • minimale plafondhoogte 2.20m. • werkt ook met pulp tray's • hoge capaciteit 3 min./pallet • ook 6 lagen stapelen mogelijk Frans Smolenaers, Boeket 4 6031 PR Nederweert mob. 0622690905

Nieuw combiruif Tegelijkertijd maagkiezel en luzerne voeren op 1 plek “Kijk op onze site”

De eierlift kost weinig en spaart uw rug. Duurzame oplossingen,

Neem contact opAgro met Marcel Koot Bekijk voor al onze oplossingen enT installaties website: 0314 onze 355852 www.etbvandebeek.nl WWW.SMOLENAERSEIERLIFTEN.NL Zie filmpje op

m

• stapelt 4 stapels tegelijk • niet meer tillen • eenvoudig en goedkoop • geen palletlift nodig  Ventilatiesystemen • minimale plafondhoogte 2.20m. • werkt ook met pulp tray's Koeling, Verwarming • hoge capaciteit 3 min./pallet • ookWarmtewisselaars 6 lagen stapelen mogelijk

wisselaar zelfreinigend!

Zie filmpje op

WWW.SMOLENAERSEIERLIFTEN.NL www.etbvandebeek.nl

®

A Vermindering van pathogenen ®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

GezondeAdieren ®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

A Beter rendement ®

A Minder antibioticum ®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

A

N o M T

®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

T. 055 - 30 20 022 | freshlightagri.com

Doe méér voor Doe méér voor ADVERTEREN IN

MOLENS DIT MAGAZINE?

Nieuw  combiruif Noodstroomvoorziening Tegelijkertijd maagkiezel en  voeren Farmmanager luzerne op 1 plek software “Kijk op onze site”

installaties •doeltreffende stapelt 4 stapels tegelijk • niet meer tillen • eenvoudig en goedkoop • geen palletlift nodig Ventilatiesystemen • minimale plafondhoogte 2.20m. • werkt ook met pulp tray's Koeling, • hoge capaciteitVerwarming 3 min./pallet • ook 6 lagen stapelen mogelijk Frans Smolenaers, Boeket 4 6031 PR Nederweert  Voersystemen mob. 0622690905

W

Bel met: Marcel koot T 0314-35 58 52 E marcel.koot@pshmediasales.nl I www.pshmediasales.nl

LEVERBAAR MET RVS WISSELAAR  Dierweging www.smolenaerseierliften.nl

Bekijk voor al onze oplossingen en installaties onze website:

A Schone lucht

Luchtzuiverende agrarische verlichting

www.smolenaerseierliften.nl  Verlichting (LED, TL)

 Warmtewisselaars

Agro

A

A Fijnstof reductie

Luchtzuiverende agrarische verlichting

Frans Smolenaers, Boeket 4  Voersystemen 6031 PR Nederweert mob. 0622690905  Dierweging

De eierlift kost weinig en spaart uw rug. Duurzame oplossingen,

. +31(0)342-786952 tiheat.eu • www.multiheat.eu

01-12-17 15:45

®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

www.smolenaerseierliften.nl

installaties Adverteren in dedoeltreffende media van GD?

l

Luchtzuiverende verlichting

 Verlichting (LED, TL)

ROBUUSTE, GOED TE REINIGEN Nieuw combiruif  Noodstroomvoorziening Tegelijkertijd maagkiezel en HEATER INDIRECT GESTOOKTE luzerne voeren op 1 plek  Farmmanager software “Kijk op onze site”

molenfonds.nl molenfonds.nl

Bek en

ww


de boer op

0,005 EEN MRL (MAXIMALE RESIDU LIMIET) VAN 0,005 MG/KG IS DE NORM VOOR ‘TOTAAL FIPRONIL’ IN EIEREN.

VARIATIE FIPRONIL IN MEETMETHODE EN EIEREN Op de uitslag van een fipronilonderzoek staan vermeld: fipronil, fipronil-sulfone en totaal fipronil. De norm voor eieren is totaal fipronil: 0,005 mg/kg. Wanneer een resultaat wordt gevonden dat lager is dan de MRL, wordt gerapporteerd dat het monster ‘CONFORM’ is. De totale meetonzekerheid op dit niveau (van 0,005 tot 0,040 mg/kg) is ongeveer 100 procent. Dit betekent dat wanneer opnieuw tien eieren uit dezelfde stal worden gemengd en geanalyseerd, de uitslag zeker een factor twee anders kan zijn. Ongeveer 30 procent wordt veroorzaakt door variatie in de meetmethode en 70 procent door variatie van fipronil in de 10 eieren die in de pool zijn verwerkt. Een voorbeeld: U heeft een uitslag van 0,005 mg/kg. Een volgende testuitslag op een nieuw poolmonster kan dan tussen de 0,010 en 0,0025 mg/kg liggen. MEER OVER FIPRONIL WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/FIPRONIL

vraag & antwoord

VRAAG OVER AI: WAT KAN IK DOEN OP HET GEBIED VAN DIAGNOSTIEK, NAAST HET WETTELIJK VERPLICHTE AI-MONITOREN EN MELDEN WANNEER UITVAL DE VASTGESTELDE NORMEN OVERSCHRIJDT? ANTWOORD: TEUN FABRI, PLUIMVEEDIERENARTS

Het is belangrijk om de voer- en wateropname te kunnen registreren en deze, in de gaten te houden. Ook bij leggende dieren moet het productieverloop dagelijks te beoordelen zijn. Als pluimveehouder bent u verplicht om uw dierenarts te raadplegen bij: • ziektekundige problemen bij de dieren; • een daling in de voer- of wateropname van 5 procent of meer per dag, gedurende twee opeenvolgende dagen; • een productiedaling van 5 procent of meer per dag bij leggende dieren, gedurende twee opeenvolgende dagen. In die gevallen moet de dierenarts het koppel kunnen beoordelen en wordt waarschijnlijk sectie gedaan op een aantal dieren. Indien bij sectie een waarschijnlijkheidsdiagnose wordt gesteld

maar (laagpathogene) AI als (deel van) de oorzaak niet uitgesloten kan worden, kan uw dierenarts monsters nemen, zogenaamde uitsluitingsswabs. Deze worden naar het WBVR gestuurd voor onderzoek op de aanwezigheid van AI-virus. Daarmee kan worden uitgesloten dat er een variant van het (laagpathogene) AI-virus in het spel is. Let op: is er sprake van verhoogde sterfte van meer dan 3 procent in één week, of van 0,5 procent of meer gedurende twee achtereenvolgende dagen bij dieren ouder dan 10 dagen, of 2 dagen achtereen van 1 procent bij vleeskalkoenen? Dan bent u verplicht het landelijk meldpunt dierziekten te bellen (telefoon: 045-5463188).

MEER OVER AVIAIRE INFLUENZA (AI) OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/DIERZIEKTEN

Pluimvee, december 2017 - 23


diergezondheid volgens Theodoor Rutten Een bezig baasje, zo noemen ze Theodoor Rutten ook wel. Want naast het houden van 42.000 Beter Leven 1-ster vleeskuikens in het Brabantse Sint-Oedenrode, doet hij nog duizend andere dingen, zo lijkt het haast. Jarenlang werkte Theodoor Rutten in de voorlichting voor vleeskuikenhouders, nu handelt hij in tarwe voor de vleeskuikenhouderij en werkt ook nog bij Lifarma, een toeleverancier van agrarische producten voor varkens en pluimvee. Sinds nog maar acht jaar houdt hij zelf vleeskuikens, en met succes. Traaggroeiend ras Met de kennis die hij opdeed als voorlichter, zag hij dat de stal die hij kon huren wat te weinig ventilatiecapaciteit had voor traditionele kuikens. Daarom besloot hij er vleeskuikens van het concept Volwaard in te zetten, de voorloper van het huidige Beter Leven 1-ster scharrelvleeskuiken. “We werken met het traaggroeiend ras Hubbard JA 757, hebben een overdekte uitloop en als afleiding werken we met balen stro en strooien we elke dag tarwe.” Maar één keer antibiotica Dat gaat nu goed. Het bedrijf draait de laatste ronden met een voerconversie rond de 1,60 netto op 1.500 gram en de kuikens hebben een aflevergewicht tussen de 2.350 en de 2.400 gram. En het werkt prettig, vindt de pluimveehouder. “Ik weet zelf niet hoe het is om met traditionele kuikens te werken, maar wat ik zie is dat de kuikens veel sterker en vitaler zijn. Ik heb in de afgelopen acht jaar maar één keer antibioticum hoeven te gebruiken, in een van de twee stallen.” Dat is natuurlijk niet alleen te danken aan het ras. Theodoor: “Het gaat ook om een goede zak voer, een goed eendagskuiken, schoon drinkwater en een best klimaat in de stal.” Hygiëne op orde De vleeskuikenhouder gaat ook prat op de hygiëne. Een belangrijk moment is volgens hem de periode dat de stal leeg is. “Je moet de dieren in een optimale stal opvangen. Een goed begin is het halve werk. Daarvoor moet de stal schoon zijn en het klimaat goed op orde.” En je moet scherp blijven. “Niet verslappen met het hygiënegebeuren, ook al heb je traaggroeiende kuikens.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.