Pluimvee 78 december 2023

Page 1

VOOROP IN DIERGEZONDHEID

pluimvee December 2023 - nummer 78

ETHOMETER

Paul Grefte ziet via camera’s in de stal hoe pluimvee zich gedraagt

PRAKTIJKONDERZOEK

Resultaten vlekziekteonderzoek en meer

REOVIRUS

Toename tenosynovitis


DE AANTALLEN SPREKEN VOOR ZICH,

M E E R DA N :

100 MILJARD D I E R E N G E VA CC I N E E R D sinds de lancering in 2006

Vaxxitek® HVT + IBD (REG NL 100920) – UDA. Suspensie voor injectie. Doeldier: Eéndagskippenkuikens en 18 dagen oude embryo’s in kippeneieren. Werkzame bestanddelen: levend HVT-virus. Verdere informatie beschikbaar Boehringer Ingelheim Animal Health Netherlands B.V., Basisweg 10, 1043 AP Amsterdam. vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com, +31 (0)20-79969 50 © Boehringer Ingelheim Animal Health Netherlands B.V. 2023. Alle rechten voorbehouden.


voorwoord

NIEUWIGHEDEN Innoveren is belangrijk, ook in de pluimveesector. In deze editie van Pluimvee geven we daarom een inkijkje in recente nieuwigheden en nieuwe technieken. We volgen pluimveehouder Paul Grefte, die meewerkt aan de pilot van de Ethometer om diergedrag te monitoren. Annet Heuvelink vertelt over een nieuwe labtechniek: FTIR-clusteranalyse. Hiermee kunnen we de specifieke kenmerken van een bacteriële ziekteverwekker bepalen om met die kennis de strategie voor het bestrijden van deze bacterie te optimaliseren. Ook delen we weer waardevolle nieuwe inzichten en ervaringen uit de pluimveesector. Dierenarts Anneke Feberwee vertelt over haar onderzoek naar alternatieven voor klassieke serotypering van Coryza en hoe je deze pluimveeziekte buiten de stal kunt

houden. Willem Dekkers gaat verder in op de resultaten van het praktijkonderzoek voor vlekziekte en O.r. en samen met Marco van Doorn van adVee Dierenartsen bespreekt hij de rol van de recente Gumboro-veldstam. Dierenarts Christiaan ter Veen en patholoog Robert Jan Molenaar gaan dieper in op de recente stijging van het aantal gevallen van tenosynovitis door reovirus. Dierenarts Jeanine Wiegel deelt een opvallende casus van Salmonella Pullorum bij hobbypluimvee en geeft tips over het verbeteren van de drinkwaterkwaliteit. Tot slot geeft pluimveehouder Jan Morsink een kijkje in zijn gemoderniseerde stallen voor vleeskuikenouderdieren en hij vertelt hoe dat de diergezondheid ten goede komt. Want daar doen we het tenslotte allemaal voor: gezonde dieren! Marieke Augustijn, manager afdeling pluimvee

inhoud 04 Actueel 05 Onderzoek uitgelicht: nieuwe genotypering Coryza

Bereikbaarheid

07 Toename tenosynovitis door reovirus

Royal GD is op werkdagen telefonisch bereikbaar via 088 20 25 500.

Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.

07

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 088 20 25 500 of via de Innight App. Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij je op. Sectie- en monstermateriaal kun je brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

vlekziekte en O.r.

13 Casus: Salmonella Pullorum bij hobbykippen

COLOFON Pluimvee is een uitgave van Royal GD | Redactie Marieke Augustijn, Rob Nijland, Jeanine Wiegel, Irene Jorna en Daphne de Leeuw | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Jessica Fiks | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 088 20 25 500, redactie@gddiergezondheid.nl, www. gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Advertenties Dock35 Media B.V., Jan van de Vis, T. 0314-35 58 60 | Verschijningsfrequentie twee keer per jaar | Suggesties voor dit blad kunt u doorgeven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever | Disclaimer Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet aansprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials.

11 Resultaten praktijkonderzoek:

15 Reportage: pluimveehouder Paul Grefte doet mee aan Ethometer-pilot

15

19 VeeOnline: meer inzicht in de diergezondheid op het bedrijf

20 Alert blijven op Gumboro 23 Voldoet het drinkwater? 24 Uit het lab: FTIR-clusteranalyse,

ISSN: 1875-2594 Dit blad niet meer ontvangen of een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 088 20 25 500, of per e-mail. Voor een adreswijziging: klantdata@gddiergezondheid.nl, voor aan- en afmeldingen vakbladen: info@gddiergezondheid.nl.

een nieuwe techniek

23

27 Het getal en Vraag & Antwoord 28 Diergezondheid volgens Pluimvee, december 2023 - 3


actueel

Producten en tarieven 2024 Benieuwd naar onze producten en tarieven voor 2024? Je vindt ze op onze website. Zo heb je altijd de meest actuele tarieven bij de hand. Met de zoekfunctie kun je een selectie maken van de voor jou relevante producten en bijbehorende tarieven. Je kunt zoeken op specifieke producten of het hele aanbod als pdf downloaden.

GA NAAR DE TARIEVEN

Het vaccin wordt klaargemaakt voor gebruik (Bron: GD)

Eerste vaccinaties in testfase tegen vogelgriep De eerste prik is gezet: 1.800 eendagskuikens kregen een vaccinatie tegen hoogpathogene vogelgriep. Nog niet eerder zijn kippen in Nederland in een veldproef gevaccineerd tegen vogelgriep. Daarmee is de veldproef, die plaatsvindt in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), gestart. Dit is een belangrijke stap richting het grootschalig vaccineren van pluimvee tegen het vogelgriepvirus. Uit eerder onderzoek in het laboratorium bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) is gebleken dat twee vectorvaccins tegen hoogpathogene vogelgriep effectief zijn tegen verspreiding van het virus. LNV laat nu Wageningen University & Research (WUR), GD en de faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht onderzoeken of deze twee vaccins ook effectief zijn in de praktijk. De proef op de twee bedrijven duurt tot in het derde kwartaal van 2025. De eerste resultaten worden in het tweede kwartaal van 2024 verwacht.

Even voorstellen: Mirthe de Wit Mirthe de Wit werkt sinds 1 oktober als dierenarts bij onze afdeling pluimvee. “Na mijn afstuderen in 2021 werkte ik twee jaar met veel plezier als practicus in een pluimveepraktijk in met name de leg-, vlees- en opfok-vleesvermeerderingssector. Ik heb onwijs veel zin in het nieuwe avontuur bij GD. Ik ga me veel bezighouden met de aandachtsvelden aviaire influenza, Newcastle disease en pathologie. Ik hoop je hierbij in de toekomst dan ook goed van dienst te kunnen zijn.”

4 - Pluimvee, december 2023

SCAN DE QR-CODE EN LEES HET HELE BERICHT

Podcast: Trends uit de monitoring Hoe fijn is het om in je eigen tijd te luisteren naar podcasts die jouw interesse hebben. Daarom zijn we gestart met ‘Trends uit de monitoring’, de podcastserie over opvallende zaken uit de diergezondheidsmonitoring pluimvee. In de eerste aflevering van de podcastserie duiken we, aan de hand van de casus ‘glazige punt-eieren’, dieper in een oude bekende: mycoplasma. En in de tweede aflevering komt reovirus en het oplopende aantal besmettingen aan bod. Luister de podcast via Spotify of via onze GD-website.

SCAN DE QR-CODE EN GA NAAR DE PODCAST


onderzoek uitgelicht

Genotypering als alternatief voor klassieke serotypering A. paragallinarum Infectieuze Coryza (‘acute snot’) is een meestal acute, vervolgens chronische, zeer besmettelijke aandoening bij kippen. Problemen komen voornamelijk voor in de herfst en de winter, bij productieve leghennen, vermeerderingsdieren en hobbypluimvee. Coryza wordt soms ook gezien bij vleeskuikens. Vooral op legbedrijven is Coryza een probleem, omdat het daar lang aanwezig kan blijven. Bij jongere dieren zijn de klinische verschijnselen milder en is de ziekteduur korter. De ziekte wordt gekarakteriseerd door een ontsteking van de voorste luchtwegen; vooral de neusholte en de neusbijholten. Infectieuze Coryza wordt veroorzaakt door de bacterie Avibacterium paragallinarum. Van de bacterie zijn drie serogroepen bekend: A, B en C. Vaccinatie speelt een cruciale rol in het beheersen van Coryza-uitbraken en wordt gebruikt in gebieden waar de infectiedruk hoog is. In Nederland zijn meerdere vaccins tegen Coryza geregistreerd. Het betreft

geïnactiveerde entstoffen die via een injectie worden toegediend. De effectiviteit van vaccinatie is afhankelijk van de serotypen in het vaccin. Het is dus belangrijk om de serotypen betrokken bij Coryza-uitbraken te monitoren. Echter, serotypering is erg arbeidsintensief. Onderzoek naar alternatief voor Anneke Feberwee klassieke serotypering Klassieke serotypering van A. paragallinarum is arbeidsintensief en wordt bemoeilijkt door de beperkte beschikbaarheid van antigenen en antisera. Het hemagglutinine (oppervlakte-eiwit) dat belangrijk is in de afweer en een relatie heeft met het serotype, ligt op een specifiek gen: het HTMp210-gen. Recent onderzoek toonde aan dat moleculaire typering van twee specifieke regio’s binnen dit gen gebruikt kunnen worden als alternatief voor de klassieke serotypering. In dit recente genotyperingsonderzoek zijn 123 A. paragallinarum-stammen opgenomen, waaronder stammen (inclusief referentiestammen) waar het serotype via klassieke serotypering bekend was. De typering op basis van de twee regio’s van het HTMp210-gen van deze 123 stammen kwam goed overeen met de klassieke serotyperingsresultaten. Op basis van dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat deze genotyperingsmethode een goed alternatief kan zijn voor klassieke serotypering van A. paragallinarum. Het kan worden gebruikt voor diagnostische en epidemiologische doeleinden en voor het kiezen van stammen voor vaccins. Het onderzoek wijst ook op de aanwezigheid van onbekende serovars, die nog moeten worden bevestigd via klassieke serotyperingsmethoden. Andere preventieve maatregelen Naast vaccineren is preventie allereerst gebaseerd op het voorkomen van een introductie van de bacterie op het bedrijf. Hierbij zijn strenge algemene hygiënemaatregelen belangrijk. Laat geen voertuigen in de directe nabijheid van de stal komen, beperk het aantal bezoekers, laat bezoek minimaal de handen wassen en stel bedrijfskleding en schoeisel per stal ter beschikking. SCAN DE QR-CODE VOOR MEER INFORMATIE

Pluimvee, december 2023 - 5



informatief

Robert Jan Molenaar, patholoog en Christiaan ter Veen, dierenarts pluimvee

HOE HOUD JE REOVIRUS BUITEN DE DEUR?

Toename tenosynovitis door reovirus We zien in 2023 een sterke stijging van het aantal sectieinzendingen waarbij peesschedeontsteking (tenosynovitis) door reovirus wordt vastgesteld. De impact van de ziekte is aanzienlijk. Welke genogroepen vinden we en wat kun je zelf doen om reovirus buiten de deur te houden? Reovirus is met name bekend van de problemen met tenosynovitis, maar er zijn ook reovirussen die enkel darmproblemen veroor-

zaken en de meerderheid van de reovirussen geeft zelfs helemaal geen klinische verschijnselen na infectie. Het reovirus is een RNAvirus dat makkelijk verandert en er kunnen daardoor steeds nieuwe varianten opduiken. Het virus is een naakt virus, wat betekent dat het geen envelop of omhulsel heeft en mede daardoor weinig gevoelig is voor omgevingsomstandigheden en veel soorten desinfectiemiddelen. Het kan zowel worden overgedragen van moederdier op nakomelingen, als van koppel op koppel.

Foto 1. Achterzijde van de poot van een vleeskuiken met tenosynovitis (ontsteking peesschede) door reovirus. Op de doorsnede van het uitgesneden stukje is te zien dat er oedeem is dat de peesschede verdikt (Bron: GD)

Pluimvee, december 2023 - 7


Er lijkt over het algemeen geen gemeenschappelijke herkomst voor de virusinfecties te zijn Verschillende stammen zorgen voor problemen GD typeert de reovirussen die in peesschedes worden aangetoond. Op basis van deze genotypering worden ze in vijf zogenaamde genogroepen ingedeeld. De virussen die momenteel worden aangetoond, verschillen onderling en behoren dan ook vaak tot verschillende genogroepen. De virussen die tijdens eerdere uitbraken in de periode 2019-2020 werden gevonden, vertoonden dezelfde spreiding over de genogroepen. Er blijkt wel sprake van een nieuwe subgroep binnen genogroep 4 (zie afbeelding), die inmiddels het merendeel van de bekende uitbraken veroorzaakt. Binnen deze groep is het moeilijk om gemeenschappelijke verbanden te onderzoeken. Wel lijkt verspreiding vanuit meerdere bronnen plaats te vinden.

In de sectiezaal Robert Jan Molenaar werkt als veterinair patholoog bij GD en ziet in de sectiezaal aangetaste dieren voorbijkomen. “Reovirus kan een rol spelen bij darmproblemen, maar het beeld waar we ons in Nederland het meest ongerust over maken is tenosynovitis. Meestal zien we dit bij kuikens van 4 weken of ouder. Zelfs bij een infectie in de eerste levensdagen verwacht je dat de dieren pas na een aantal weken kreupel beginnen te lopen, alhoewel de laatste tijd ook enkele gevallen zijn ingestuurd waarbij dieren van rond de 2 weken leeftijd al verschijnselen hadden. Bij kuikens met tenosynovitis door reovirus is meestal de peesschede van beide poten verdikt. Als je deze poten opent, dan zie je dat het weefsel er oedemateus uitziet (zie foto pagina 7). En dat er soms wat helder geelachtig tot bruin vocht uitloopt.” Daarmee heb je tegelijk een belangrijk onderscheid met bacteriele tenosynovitis gemaakt, want bijvoorbeeld bij een infectie met de stafylokokkenbacterie zie je dat er bij het opensnijden purulent materiaal in de peesschede zit. Een valkuil waar we de laatste jaren achter zijn gekomen, is dat virale tenosynovitis soms met het blote oog helemaal niet duidelijk te zien is. De peesschede is soms niet duidelijk verdikt in gevallen waar de kuikens wel degelijk laten zien dat ze moeite hebben met normaal lopen, en waar we microscopisch ook een uitgebreide ontsteking vaststellen. Gelukkig lijkt dat maar een relatief klein deel van de uitbraken te zijn, maar het maakt de diagnostiek soms moeilijker.”

Variatie van reovirussen binnen genogroep 4, met in rood de isolaten uit het derde kwartaal 2023, groen isolaten uit het eerste en tweede kwartaal 2023, grijs oudere isolaten, overige kleuren: referentiestammen en vaccinstammen. Elk bolletje is een isolaat, de bollen met meerdere taartpunten bevatten meerdere overeenkomstige isolaten.

8 - Pluimvee, december 2023


Hoe toon je reovirus aan? Om reovirus aan te tonen, maken we een combinatie van een reovirus-PCR en histologie. Voor de PCR neem je een swab van de peesschede, waarbij het belangrijk is dat er geen mest op zit. Er zitten namelijk vaak reovirussen in de darmen en je wilt natuurlijk niet dat die een positieve PCR-uitslag veroorzaken. We zien dat swabs uit de peesschede nog wel eens positief zijn bij kuikens zonder tenosynovitis. Waarschijnlijk detecteer je dan een ‘normaal’ reovirus, dat tijdelijk in de peesschede terecht is gekomen, maar daar geen schade kan veroorzaken. Om deze reden combineren we de PCR met histologie. Onder de microscoop bekijken we dan of er daadwerkelijk een beeld van virale tenosynovitis is. GD-dierenarts Christiaan ter Veen: “De combinatie van de PCR en histologie is voor mij het eerste criterium om een geval als reovirus op te pakken. Vervolgens kijken we naar het genotype van het virus om te bepalen welke variatie van virussen in het veld voorkomt en of gevallen mogelijk aan elkaar verbonden zijn. De afgelopen jaren hebben we sterk verschillende virussen zien opkomen en in sommige gevallen ook weer zien verdwijnen. De laatste jaren zien we virussen uit drie verschillende genogroepen, die dus sterk van elkaar verschillen. Graag zou je ook wat meer informatie hebben over de moederdieren, bijvoorbeeld of kuikens van eenzelfde koppel afkomstig zijn en hoe de maternale bescherming van het koppel is. Dat zijn geen gegevens die we routinematig verzamelen. GD deed hier in 2019 wel onderzoek naar binnen het praktijkonderzoek dat wordt gefinancierd door AVINED. Destijds hadden we vooral

“Het belangrijkste advies is om binnenkomst van reovirussen te voorkomen”

aanwijzingen voor verspreiding van de stammen door horizontale overdracht (besmetting via contacten van dieren onderling, via insleep, via bezoekers, via besmette materialen, etc.). Verticale overdracht (besmetting via het moederdier/via het broedei) komt wel eens voor, je verwacht dan meerdere uitbraken bij nakomelingen van een moederdierkoppel gedurende ongeveer een maand waarbij hetzelfde genotype wordt gevonden. Hoewel de impact van dit type uitbraken groot kan zijn, betreft het gelukkig uitzonderingsgevallen. Uit het praktijkonderzoek bleek dat de maternale bescherming (de antilichamen die de kuikens van de moederdieren meekrijgen en die tegen reovirusinfecties kunnen beschermen) niet altijd voldoende was. Daarnaast was duidelijk te zien dat bij oudere moederdierkoppels de maternale bescherming gedurende de legperiode afnam, het is dan vrijwel onmogelijk om in alle gevallen voldoende bescherming aan de kuikens mee te geven.” Reovirus tegengaan Vaccinatie van moederdieren blijft heel belangrijk. Christiaan: “We zien al jaren dat een deel van de koppels bij opzet onvoldoende bescherming aan de kuikens meegeeft. Tegelijk is het niet voldoende om alleen op de maternale bescherming te steunen, omdat de bescherming door de vaccinatie bij oude koppels afneemt. Het belangrijkste advies is om binnenkomst van reovirussen bij zowel moederdieren als vleeskuikens te voorkomen. Zo voorkom je dat de kuikens verticaal besmet raken, of dat de stalomgeving besmet raakt. Als reovirusinfecties op latere leeftijd plaatsvinden, vallen ze vaak niet meer op. Ze overleven wel makkelijk de leegstand, dus je weet vaak niet of een infectie op de kuikens ligt te wachten. Standaard goed reinigen en desinfecteren, waarbij rekening wordt gehouden met naakte virussen, is daarom wenselijk. Hoe verder je een infectie naar achteren kunt drukken, hoe beter het is. De VIR-check is een handige test om te controleren of het schoonmaken en desinfecteren van de stal is gelukt.” MEER OVER DE VIR-CHECK

Pluimvee, december 2023 - 9


Een sprankelend nieuwjaar. Tijd voor goede voornemens! Er is weer een jaar voorbijgevlogen...

Wat voor goed voornemen heeft

Tijd om even terug te kijken en plannen

u voor 2024 op het gebied van

te maken voor het nieuwe jaar. Een goede timing helpt uw kippen gezond te houden. Innovaties maken het steeds gemakkelijker om vroeger en diervriendelijker in

pluimveegezondheid? Scan de QR-code en vul uw gegevens in. Bevestig daarna uw

te grijpen, zoals met vaccinatie in het ei

aanmelding voor onze nieuwsbrief

of door steeds meer mogelijkheden

en ontvang deze handige eiertimer

voor het combineren van vaccins.

*Zolang de voorraad strekt. NL: NL-NON-231100006 © 2023 Merck & Co., Inc., Rahway, NJ, Verenigde Staten en haar dochterondernemingen. Alle rechten voorbehouden.

gratis thuis*.


onderzoek

Willem Dekkers en Jeanine Wiegel, dierenartsen pluimvee

RESULTATEN PRAKTIJKONDERZOEK

Onder de loep: vlekziekte en O.r. In het kader van het veterinair praktijkonderzoek dat wordt gefinancierd door AVINED, voerde GD verdiepende onderzoeken uit voor een aantal (nieuw) opkomende ziekteverwekkers of die gerelateerd zijn aan een veranderend ziektebeeld. In de vorige editie van Pluimvee zijn de resultaten van dit verdiepende onderzoek naar streptokokken toegelicht. In deze editie delen we meer over de kiemen Erysipelothrix rhusiopathiae (veroorzaker van vlekziekte) en Ornithobacterium rhinotracheale (O.r.).

Erysipelothrix rhusiopathiae Deze bacterie kan vlekziekte veroorzaken bij zowel mensen als verschillende diersoorten, waaronder varkens, vissen, schapen en pluimvee. Bij pluimvee manifesteert vlekziekte zich door huidafwijkingen en verhoogde uitval door buikvliesontsteking en bloedvergifting. In ernstige gevallen kan de uitval oplopen tot meer dan 25 procent van het koppel. Elk jaar wordt vlekziekte aangetoond op zo’n vijf tot tien pluimveebedrijven, met name bij leghennen. Om deze ziekte te voorkomen zijn preventieve maatregelen belangrijk, bestaande uit goede ongediertebestrijding, voorkomen van kannibalisme en vaccinatie. Uit eerder onderzoek blijkt dat ook na vaccinatie uitval aanwezig kan zijn ten gevolge van vlekziekte. Binnen dit onderzoek is gekeken naar de genetische variatie tussen bacteriën van verschillende diersoorten, serotypen, regio’s en in de tijd. De totale genetische variatie tussen bacteriën blijkt groot te zijn. De verschillen tussen bacteriën afkomstig van hetzelfde koppel waren klein bij de onderzochte gevallen. Dit duidt erop dat bij problemen door vlekziekte binnen een koppel sprake is van een mono-infectie van één ziekteverwekkende bacteriestam. Dit past bij het acute en ernstige verloop van vlekziekte binnen een ongevaccineerd koppel. Door specifiek te kijken naar dat deel van het genoom dat belangrijk is

voor de opbouw van afweer (het Spa-gen) zijn er drie verschillende groepen (groep I tot en met III) binnen het Spa-type A te onderscheiden, zowel bij pluimvee als bij varkens. Deze drie groepen komen verspreid over Nederland voor. Op bedrijven waar meerdere koppels besmet raakten met vlekziekte en waarvan meerdere isolaten zijn onderzocht, zijn gemiddeld grotere verschillen te vinden op het Spa-gen. Van de zeven bedrijven met isolaten van meerdere koppels zijn bij vijf bedrijven meer dan tien SNP’s* verschil gevonden op het Spa-gen. Mogelijk speelt, ondanks vaccinatie, het verschil in Spa-gen een rol in de terugkerende vlekziekte-uitval. Om de relevantie van de genetische verschillen goed in beeld te brengen, zou een dierstudie met verschillende stammen en vaccinatiestrategieën moeten worden uitgevoerd. Daarnaast is het aan te bevelen om de variatie in vlekziektebacteriën te blijven monitoren (op basis van het Spagen), met name bij terugkerende uitval ten gevolge van vlekziekte. Bij bedrijven die in het verleden uitbraken met vlekziekte hebben meegemaakt, is het mogelijk om de bacterie in omgevingsmonsters of in dieren op te sporen middels een PCR-test. MEER OVER VLEKZIEKTE

*) Enkel-nucleotide-polymorfie (Engels: single-nucleotide polymorphism, afgekort als SNP) betreft een variatie in het DNA, een polymorfie, van een enkele nucleotide lang. Op één plaats in het genoom kan men dan bij verschillende dieren een ander nucleotide aantreffen.

Pluimvee, december 2023 - 11


Ornithobacterium rhinotracheale De bacterie Ornithobacterium rhinotracheale (O.r.) is bekend als veroorzaker van luchtwegproblemen bij pluimvee. Met name bij vleeskuikens kan de schade door deze bacterie groot zijn, met verminderde groei, sterfte en afkeur aan de slachtlijn. Aangetaste kippen worden ook wel ‘kaaskuikens’ genoemd door de kaasachtige veranderingen in de buikholte en luchtzakken. Eerder onderzoek laat grote genetische overeenkomsten zien tussen bacteriestammen die werden gevonden met het bekende beeld van aantasting van luchtzakken en stammen gevonden in gevallen met een ander ziektebeeld, namelijk dat van bloedvergiftiging door O.r. Er was alleen meer inzicht nodig in de genetische variatie van de O.r.-bacteriën in Nederland. In dit onderzoek zijn meer O.r.stammen verzameld en onderzocht door middel van whole genome-sequencing, oftewel, onderzoek van het gehele genoom. Hieruit blijkt dat in Nederland zes verschillende genetische clusters voorkomen, waarbij aanwijzing is voor een mogelijke verschuiving van dominante clusters in de tijd.

12 - Pluimvee, december 2023

Uit het onderzoek blijkt dat het onwaarschijnlijk is dat meerdere O.r.-stammen betrokken zijn bij een uitbraak in een koppel. De genetische variatie tussen stammen gevonden op bedrijven met herhaaldelijke uitbraken was laag, behalve bij één bedrijf. Ook blijkt dat er geen eenduidig verband is tussen het genotype en het ziektebeeld. Het ziektebeeld van bloedvergiftiging is enkel aangetoond bij infecties met stammen van de genotypes die in de recente jaren in Nederland worden gevonden. Het is niet bekend of andere genotypes ook in staat zijn het ziektebeeld van bloedvergiftiging te veroorzaken. Wel blijkt dat de recente genotypes naast het beeld van bloedvergiftiging ook het klassieke beeld van luchtwegproblemen kunnen veroorzaken. Verder onderzoek zal meer inzicht bieden, zo kan het ziekmakend vermogen worden bepaald. Ook kan het effect van coinfecties, zoals een infectie met het Gumborovirus, worden onderzocht.


Jeanine Wiegel, dierenarts pluimvee

monitoring

Salmonella Pullorum bij hobbykippen Een dierenarts werkzaam in de hobbysector deed bij ons een melding van sterfte bij zeer jonge kuikens waarbij geen oorzaak werd vastgesteld. Een infectie met Salmonella Pullorum (SP) was één van de mogelijke oorzaken die we bespraken. Er werden kuikens ingestuurd voor aanvullend onderzoek. Op het oog waren er weinig afwijkingen bij de kuikens te zien, bij enkele dieren was de milt gering gezwollen. Bacteriologisch onderzoek van de milt toonde een onbeweeglijke salmonellabacterie van de groep D aan. Met nadere typering bleek het te gaan om een Salmonella Pullorum. Aangetaste eierstok bij volwassen leghen met SP

Samen met de betrokkenen is een traceringsonderzoek ingezet, om te voorkomen dat de bacterie zich verder kon verspreiden in

Fylogenetische boom met SP-isolaten aangetoond in het 1e halfjaar van 2023 (rode bolletjes) en isolaten uit de uitbraak van 2021

de hobbysector, en de hogere mate van voorkomen het risico op infectie voor de gehele pluimveehouderij zou verhogen. Van een volgende uitkomst van dezelfde broedlocatie werden opnieuw de zwakke kuikens en liggenblijvers onderzocht. Ook bij deze kuikens werd SP aangetoond. De detecties zijn dus aan elkaar gelinkt via de broedlocatie waar eieren van meerdere herkomsten worden uitgebroed. Ondanks onderzoeken bij moederdieren van de kuikens en broedeieren, is de bron van SP niet gevonden.

(NL/2021-isolaten), de verschillende hoofdafstammingen van SP worden aangeduid met de Romeinse cijfers I t/m IV. (Bron: GD)

Bij volwassen kippen verloopt een besmetting met SP vaak zonder ziekte. Als ouderdieren besmet zijn met SP, kunnen zij dit via de eieren doorgeven aan hun nakomelingen. Dit kan zich uiten door liggenblijvers (eieren die wel bevrucht zijn, maar niet uitkomen) en zwakke of dode kuikens. Om deze reden zijn er vanuit de EU verplichtingen om de vermeerderingssector te monitoren op infecties met SP. Incidenteel tonen we in Nederland infecties met SP aan bij hobbydieren en in 2021 was er een infectie bij een commercieel leghennenbedrijf. Deze bacteriestammen en stammen uit eerdere uitbraken zijn genetisch onderzocht. Genetisch onderzoek liet zien dat de stammen identiek aan elkaar gelinkt zijn via de broedlocatie (zie rode bolletjes in de figuur). De stammen verschillen van stammen uit eerdere uitbraken van SP (zie onder andere de ‘NL/2021-isolaten’ in de figuur).

Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Pluimvee, december 2023 - 13


PROTECTING THE PLANET

FOR FUTURE GENERATIONS

VERBETERDE PRODUCTIVITEIT EN DUURZAAMHEID

VERMINDERING BROEIKASEFFECT

Verbeterde voederconversie en kortere groeitijd =

voor vleeskuikenbedrijven in de afgelopen 20 jaar

320

40

LAGERE MILIEUBELASTING Betere voederconversie = betere benutting van voedingsstoffen

g

EXTRA VLEESOPBRENGST

g

met een toenemende gezondheid, welzijn en lagere uitval door evenwichtige selectie

MINDER VOER NODIG

WATER VERBRUIK BETERE WATERBENUTTING =

0.57L

Betere strooiselkwaliteit

MINDER WATER

Betere voetzoolgezondheid

nodig per kg levend gewicht

LAGERE

UITSTOOT VAN BROEIKASGASSEN

VERBETERDE RESULTATEN Het moderne vleeskuiken is biologisch efficiënter Per kg levend gewicht heeft het…

19%

Betere darmgezondheid Efficiënter/duurzamer waterverbruik

Toename van levend gewicht, kortere groeiperiodes en verminderde voerproductie en transport =

28%

MINDER

UITSTOOT VAN NITRAAT/ FOSFAAT

19%

MINDER ENERGIEVERBRUIK

MINDER LANDGEBRUIK & TRANSPORT Verbeterde voerconversie = een vleeskuiken van 2,5 kg dat…

0.8 kg

MINDER VOER NODIG HEEFT

MINDER VOER BETEKENT…

42%

MINDER LANDBOUWGROND

nodig voor de productie van vleeskuikenvoer

ECONOMISCH

MILIEU

MINDER 18.3% VRACHTVERVOER voor het leveren van grondstoffen en voer voor vleeskuikens

SOCIAAL

Lees meer hoe Aviagen® de aarde beschermt voor toekomstige generaties

KIJK ONLINE


Marije Stomps, freelance redacteur

reportage

VLEESKUIKENHOUDER PAUL GREFTE TEST ETHOMETER IN ZIJN STALLEN

‘Camera legt vast wat kippen de hele dag doen’

Hoe weet je als pluimveehouder dat het goed gaat met je vleeskuikens? Daarvoor neem je regelmatig een kijkje in de stal of het koppel zich normaal gedraagt. De Ethometer, een camerasysteem dat in de stal hangt, kan deze taak mogelijk deels overnemen. Paul Grefte test het in zijn stallen. “Mogelijk heb ik straks een extra paar ogen in de stal om mijn kippen te beoordelen. Ook kan het een meerwaarde zijn richting de consument dat we met de Ethometer kunnen aantonen dat de kippen genoeg bewegen en natuurlijk gedrag vertonen.”

Pluimvee, december 2023 - 15


Pluimveestal met camera’s

De Ethometer is, misschien anders dan de naam doet vermoeden, een camera met daaraan gekoppeld een systeem dat gedragingen van de vleeskuikens van Paul Grefte registreert. In de kantine van Greftes vleeskuikenbedrijf in het Gelderse Zieuwent legt de pluimveehouder uit hoe het werkt. “Het is een camera die bovenin de stal loodrecht naar beneden hangt. Er is een stuk van ongeveer drie bij vier vierkante meter op de grond zichtbaar, met daarin voerbakken en een stuk waterlijn. De camera legt vast wat de kippen de hele dag doen.” Deze data zijn terug te zien in de app op Greftes mobiele telefoon. In een schijfdiagram wordt aangegeven hoeveel tijd van de dag de kuikens bezig zijn met stil staan/zitten, eten, poetsen, uitrekken of lopen. Naar wens kunnen nog veel meer gedragingen van de dieren worden aangeklikt en dus geregistreerd, zoals stofbaden, klapperen, kop schudden, agressie en poepen.

“De gedachte erachter is dat, als je weet wat de normale gedragingen van de kippen zijn, je het heel snel kunt zien als er dingen afwijken. Normaal bekijk je dat met je eigen ogen, maar dit kan de Ethometer dus van je overnemen.” Gedrag zegt veel Grefte werd vorig jaar benaderd door GD of hij wilde meewerken aan het Ethometer-project. “Hoe dat precies ging, weet ik al niet eens meer. Maar ik werkte al regelmatig met pluimveedierenarts Willem Dekkers van GD samen en vond het idee dusdanig interessant dat ik er meer van wilde weten.” Zodoende werd er vorig jaar juli een camera in Greftes pluimveestal in Hengevelde gehangen. In januari van dit jaar werd er ook een camera met bijbehorend Ethometer-systeem in de stal in Zieuwent, met daarin 95.000 vleeskuikens, geïnstalleerd. De app, waar de gedragingen van de kippen op zijn af te lezen,

‘Als je weet wat normale gedragingen van kippen zijn, kun je het heel snel zien als er iets afwijkt’ 16 - Pluimvee, december 2023


Marije Stomps, freelance redacteur

reportage Project Ethometer GD-onderzoeker en pluimveedierenarts Willem Dekkers houdt zich intensief bezig met het innovatieve Ethometer-project. “Als je iets over het welzijn van een dier wilt zeggen, moet je naar het dier zelf kijken. Iedereen die met dieren werkt, doet dit dagelijks. Poetst een kip zichzelf bijvoorbeeld voldoende, beweegt en eet het dier genoeg? Als je de gedragingen in een tabel scoort, dan heb je een zogenoemd ethogram. Gedragingen scoren met een camera biedt veel voordelen. Je kunt meer dieren scoren en het is veel minder arbeidsintensief. De Ethometer biedt de pluimveehouder meer, completere, accuratere en snellere informatie om op te sturen. Hij heeft als het ware 24/7 ogen in de stal. Het systeem merkt veranderingen op en deze worden via de app meteen doorgegeven. Ook kan het systeem de pluimveeketen ondersteunen door te laten zien dat kippen hun natuurlijke gedrag uitvoeren.” GD werkt samen met een softwarebedrijf om de slimme technologie achter de Ethometer te ontwikkelen. Een geavanceerd algoritme herkent de individuele kippen en een ander algoritme beoordeelt de gedragingen. “Paul Grefte was de eerste deelnemer aan de pilot. Inmiddels hebben we meer bedrijven, juist omdat we het systeem willen laten omgaan met verschillen in stallen en rassen. Bij het testen in de praktijk loop je altijd wel tegen dingen aan, van internetaansluiting tot bekabeling en van beeldkwaliteit tot bestandheid tegen schoonmaken. En de software zelf natuurlijk. Het werkt al heel goed, we gaan nu bij de bedrijven van Paul ook testen of we de gedragsobservaties kunnen waarnemen uit de overzichtscamera’s. Dan kunnen we verdeling in de stal en het koppelbeeld combineren met individuele gedragingen: dat geeft nog meer informatie!” Het Ethometer-systeem inclusief app is naar alle waarschijnlijkheid medio 2024 beschikbaar voor pluimveehouders.

Camerabeelden uit de stal waarbij gedrag van individuele kippen wordt gemonitord

Pluimvee, december 2023 - 17


reportage

Marije Stomps, freelance redacteur

‘Ik denk echt dat het hiernaartoe gaat: gebruik van slimme technologie en data is een meerwaarde’

Paul Grefte

heeft de pluimveehouder pas een paar dagen op zijn telefoon staan. “Alles was natuurlijk nog in ontwikkeling. Daarom weet ik ook pas na verloop van tijd welke gedragingen van de kippen en hoe vaak ze deze vertonen normaal zijn. Dan heb je een soort nullijn. Wijken de gedragingen daarvan af, dan is dat een signaal dat er waarschijnlijk iets mis is. De Ethometer is een zelflerend systeem, dus er komen steeds meer data beschikbaar en die worden steeds betrouwbaarder.” Naast dat het dus heel handig is voor de pluimveehouder om de gezondheid en het dierenwelzijn van zijn dieren op deze wijze te monitoren, is er nog een voordeel. “Dierenwelzijn is heel belangrijk. Ook de consument wil graag weten dat de kip waar hij een stukje vlees van eet, het goed heeft gehad. Dat kan met de Ethometer: de data kunnen bewijzen dat de dieren voldoende beweging hebben gehad en hun natuurlijk gedrag hebben kunnen vertonen. Ik heb al begrepen dat slachterijen ook veel waarde hechten aan deze gegevens en uiteindelijk moet dit systeem ervoor zorgen dat we er een centje bij krijgen.”

18 - Pluimvee, december 2023

Slimme technologie de toekomst De Ethometer monitort dus een specifiek deel van de stal, dat maar enkele vierkante meters groot is. “Dit is een doorsneegebied waar de kippen gemiddeld gedrag vertonen, zoals stilzitten, eten, drinken en lopen. Het heeft weinig zin om de camera bij de stalingang op te hangen, want als je binnenkomt is er daar vaak onrust.” Voor Grefte, die zelf niet bij het bedrijf in Zieuwent woont en momenteel geen bedrijfsleider ter plekke heeft, zou het echter wel handig zijn om alle kuikens met camera’s in het oog te kunnen houden. “We zijn daarom van plan om nog twee camera’s op te hangen, die samen de gehele stal in beeld hebben. Zo kan ik bijvoorbeeld zien of de kippen mooi verdeeld liggen. Als er lege plekken zijn, is er vaak wat aan de hand, bijvoorbeeld koudeval van een open luchtinlaat. Daar wil geen kip liggen en het is dus een teken dat het klimaatsysteem verkeerd staat afgesteld.” Ook kan het gebeuren dat een drinknippel van de waterlijn is afgeschoten. “Normaal stel je dan met je ogen vast dat er een natte plek in de stal is. Dit kun je dan ook met de camera zien, bovendien zou je een lekkage ook terug moeten kunnen zien in het drinkwaterverbruik.” Op deze wijze is het niet meer nodig om zelf altijd lijfelijk aanwezig te zijn in de stal om de dieren te checken. “Samen met het dagelijkse rapport van de Ethometer over de gedragingen van de dieren, krijg je dan toch alle benodigde informatie. Ik denk echt dat het hiernaartoe gaat in de pluimveehouderij, gebruik van slimme technologie en data is een meerwaarde voor de houders”, besluit Paul Grefte. BEKIJK DE VIDEO OVER DE ETHOMETER


VeeOnline

VEEONLINE: MEER INZICHT IN DE DIERGEZONDHEID OP HET BEDRIJF Als pluimveehouder ben je dagelijks bezig met diergezondheid. VeeOnline geeft een actueel overzicht van de diergezondheid op het bedrijf. Op VeeOnline staat onder andere een overzicht van laboratoriumuitslagen en van de geplande onderzoeken voor de dierenarts. Zodra ons laboratorium een onderzoek heeft afgerond, is de uitslag online beschikbaar.

Wij krijgen regelmatig de vraag van pluimveehouders of de uitslag van een onderzoek al binnen is. Vanzelfsprekend zoeken wij dit graag voor je uit, maar het kan nog makkelijker en sneller. Je kunt namelijk zelf eenvoudig de uitslagen van jouw onderzoeken inzien op VeeOnline. Log in op VeeOnline en klik daarna op ‘Labuitslagen’. Je kunt hier de laboratoriumuitslagen raadplegen.

Hulp op afstand met Teamviewer Met Teamviewer helpt onze klantenservice je op afstand. Handig voor vragen op het moment dat je met VeeOnline bezig bent. Met Teamviewer kunnen wij meekijken en aanwijzingen geven; wij kunnen niet in bestanden en nemen ook niet de computer over. Bel 088 20 25 500 en wacht op instructies van onze medewerkers om Teamviewer te downloaden.

1. Je ontvangt bericht dat er opdrachten klaar-

2. De dierenarts tapt bloed, scant de barcode,

3. De monsters worden onderzocht en de uitslag

staan en logt in op VeeOnline. Je belt de dieren-

schrijft het monster digitaal in op VeeOnline en

wordt ingevoerd op VeeOnline. Zodra je inlogt, zie

arts om bloed te laten tappen.

stuurt het monster naar GD.

je de uitslag.

Gratis inloggen Wist je dat inloggen op VeeOnline gratis is voor veehouders? Heb je nog geen Z login? Vraag deze eenvoudig aan op www.veeonline.nl met de knop ‘Login aanvragen’. Je ontvangt dan jouw Z login direct per e-mail. MEER OVER VEEONLINE WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/VEEONLINE

Pluimvee, december 2023 - 19


Alert blijven op Gumboro De Ziekte van Gumboro, ook wel infectieuze bursitis of infectious bursal disease (IBD) genaamd, wordt veroorzaakt door het Gumborovirus. De stammen die vanaf 2017 worden gevonden, wijken af van de oudere stammen. In de vorige editie van de Pluimvee werd een update gegeven over de Ziekte van Gumboro waarbij de vraag vanuit de praktijk open bleef staan wat de rol is van de recente veldstam. Het klassieke ziektebeeld en de typische piek in uitval met spierbloedingen en gezwollen bursa’s worden nog slechts zelden waargenomen. Een mogelijk effect van de huidige veldstam zou een verminderde reactie op vaccinaties kunnen zijn en/of meer problemen door een co-infectie met een andere ziekteverwekker.

Dierenarts Marco van Doorn van adVee Dierenartsen was één van de deelnemers aan het VMP-project, waarin we onderzochten of en voor welke problemen de nieuwe stammen zorgen. Marco: “Vroeger was het zo dat Gumboro 30 tot 40 procent uitval kon veroorzaken in het koppel. We zien sinds enkele jaren dat de recente stam (met 98,1 procent homologie ten opzichte van DV86) domineert. Hoewel deze niet zozeer sterfte veroorzaakt, zorgt deze wel voor

20 - Pluimvee, december 2023

Klinisch verloop (oudere stammen; vvIBDV) In de stal vallen acute sterfte, diarree, slome en zieke dieren op. Het sectiebeeld bestaat uit spierbloedingen, bloederige of gezwollen bursa’s in de acute fase en in een later stadium juist kleine bursa’s.

Subklinisch verloop (recente stammen; 98,1 procent homologie ten opzichte van de vvIBDV-DV86-stam) In de stal vallen nat strooisel, verlaagde technische resultaten en sluimerend verhoogde uitval op. Het sectiebeeld kan bestaan uit (gering) gezwollen bursa’s in de acute fase en in een later stadium juist uit kleine bursa’s.

immuunproblemen. Door de verminderde weerstand kunnen de dieren vatbaarder zijn voor bijvoorbeeld darmstoornissen. Uiteindelijk presteren die koppels minder. De vraag is alleen, hoeveel minder? En hoeveel komt het voor?” Kennis vergaren Het is belangrijk dat we met elkaar kennis verkrijgen over Gumboro. Stammen kunnen veranderen en zorgen voor een ander klinisch beeld. Reden voor adVee om mee te doen aan het project, laat Marco weten. Hij had binnen adVee de rol van coördinator. “Gelukkig zien we dat ook de pluimveehouders altijd willen meewerken. Door binnen de VMP (Veterinaire Monitoring Pluimvee) samen dit soort projecten uit te voeren, kunnen

we ervoor zorgen dat we de pluimveehouder optimaal kunnen adviseren.” Goede onderbouwing “Met de kennis uit het project hopen we inzichtelijk te maken hoeveel minder de koppels die besmet zijn met Gumboro presteren”, verklaart Marco. “Daar kunnen we dan met de pluimveehouder het gesprek over hebben. Is het nodig om een andere vaccinatiestrategie te volgen, is de entstof niet sterk genoeg of moeten we de entdatum aanpassen? Het is belangrijk om alert te blijven op Gumboro, stammen kunnen in de toekomst ook weer veranderen. Daarom is het goed om onderzoek te blijven doen. Om de dieren gezond te houden, zodat ze optimaal kunnen presteren.”


onderzoeksinterview

Jessica Fiks, redacteur en Willem Dekkers, dierenarts pluimvee

GD heeft een sneltest ontwikkeld om de aanwezigheid van Gumborovirus in de bursa aan te tonen. Deze test, de IBDV Ag rapid-test, is ook bruikbaar om een vaccinatie te controleren.

Met de Gumboro sneltest kan de dierenarts bepalen of het Gumboro-veldvirus een rol speelt op het bedrijf. De test op bursamateriaal geeft in 20 minuten aan of sprake is van klinische of subklinische pro-

Vaccinatiecontrole met de Gumboro sneltest De sneltest is bruikbaar om de Gumborovaccinatie te controleren. Vijf dagen na een vaccinatie met een levend vaccin via drinkwater hoort de sneltest positief te zijn. Tien dagen na een succesvolle vaccinatie is de sneltest negatief. Wanneer de vaccinatie goed gelukt is, blijft de sneltest zelfs na een veldinfectie op een later moment negatief. Ook immuuncomplex-vaccins zijn aan te tonen met de sneltest, het replicatiemoment kan echter per koppel verschillen. HVT-vaccins zijn dusdanig anders dat deze geen reactie geven in de sneltest.

blemen door Gumboro.

Eind 2022 en begin 2023 is samen met de Veterinaire Monitoring Pluimvee (samenwerking van praktiserende pluimveedierenartsen en GD) het voorkomen van de recente Gumborostam onderzocht in (1) klinisch gezonde koppels, (2) koppels met tegenvallende technische resultaten en (3) koppels met klinische problemen. In totaal zijn 142 koppels getest op Gumboro. Dit betroffen drie koppels (opfok)leghennen, drie (opfok) vleesvermeerderingskoppels en 136 vleeskuikenkoppels. In de verdere analyse zijn alleen de vleeskuikenkoppels meegenomen. De 136 vleeskuikenkoppels hadden een gemiddelde leeftijd van 38 dagen. In tabel 1 is weergegeven wat de conditie van deze koppels en de uitslag van de Gumboro-PCR was. De gegevens zijn op verschillende manieren onderworpen aan een statistische test en bij geen van de methodes is een verschil aangetoond in de conditie van het koppel bij verschillende Gumboro-uitslagen. Dat wil zeggen dat op basis van de huidige data niet kan worden gezegd dat de kans op een slecht koppel groter is als het veldvirus is aangetoond. In het praktijkonderzoek van 2024 wordt onder gecontroleerde omstandigheden het effect van de huidige veldstam op vaccinaties en secundaire infecties nader onderzocht. Soort koppel

Negatief

Vaccinstam

Veldvirus

Onbekend*

Totaal

Problemen

12

20

15

6

53

Tegenvallend

4

19

6

4

33

Gezond

9

25

8

2

44

Onbekend

0

2

3

1

6

Totaal

25

66

32

13

136

Klinische of subklinische Gumboro aantonen of uitsluiten met de sneltest Wanneer sprake is van klinische of subklinische problemen door Gumboro wordt de sneltest positief. Na een positieve sneltest is het van belang om monsters in te sturen voor een PCR-test (en genotypering indien positief). Hiermee wordt de diagnose bevestigd en het type virus bepaald. Bursamonsters kunnen ingestuurd worden naar GD als weefsel, swabs of met FTA-cards.

VOOR MEER INFORMATIE SCAN DE QR-CODE

*) Gumboro-PCR positief, stam niet te typeren. Uitslagen van de Gumboro-PCR en de conditie van de vleeskuikenkoppels (n=136)

Pluimvee, december 2023 - 21


Naamloos-2 1

15-11-2023 10:32

IN VOOROP NDHEID DIERGEZO

wer

herkau Oktober

108 nummer 2022 -

IN VOOROP NDHEID DIERGEZO

varken Augustus

AGE REPORT mooie deelt de anpak negoor Kristy Kor haar jongvee-a ten van resulta NELLA SALMO zijn er? erzoeken Welke ond

2022

ER

100 NUMM

W NE

ADVERTEREN IN DE MAGAZINES VAN ROYAL GD?

VOEDING van het weer d De invloe

IN VOOROP NDHEID DIERGEZO

1

schaap Augustus

2022

en geit

! UMEDITIE

JUBILE Varken en editie van deke derdste van Theo Geu De hon id het afsche

er 28 - numm

ID BAARHE VRUCHT en in beeld tor

Risicofac

TER DRINKWA Hoe is het

IN VOOROP NDHEID DIERGEZO

Neem contact op met: Jan van de Vis T +31 (0)314 - 355 860 E jan@dock35media.nl I www.dock35media.nl

.indd

edactie

_A01_R

GDH03

022 11:34

11-10-2

gesteld

eit?

kwalit met de

022 10:08

16-08-2

dd 1

100 cover.in 001_VA

e

pluimve December

2022 -

EHOEVE r VREUGD EZOEK a in gesprek ove en lem BEDRIJFSB roblem Piet Vel

76 nummer

koperp

het Dag van de jaren IEW INTERV nhouderij door lkgeite

K TERUGBLI 2 Schaap

202

heen 022 09:42

Me

16-08-2

dd 1

28 cover.in 001_SG

TER DRINKWA

goede rijk is een Zo belang atervoorziening drinkw

EEKGAAS WINDBR r houden de deu

n buiten

AVIAIRE

NZA INFLUE d

ring Monito

d 1

over.ind

_A01_c GDP02

op afstan

Virusse

022 13:43

05-12-2


product

Jessica Fiks, redacteur

DRINKWATERVOORZIENING

Zo belangrijk is goed drinkwater Water is ook voor pluimvee van levensbelang. Goed drinken is essentieel voor een goede voeropname en dus een betere groei. De drinkwatervoorziening is dus van groot belang. Pluk de vruchten van goed en smakelijk drinkwater. Het water kan op veel plekken verontreinigd raken, voordat het bij de dieren is. Dus hoe weet je of het drinkwater in de stal een goede kwaliteit heeft? “Eigenlijk zeg ik altijd: ‘Zou je het water zelf drinken?’. Als het antwoord nee is, dan kun je aan de bak”, zegt pluimveedierenarts Jeanine Wiegel. Binnen GD heeft zij ook de rol van water-

specialist. Het pluimveedrinkwater moet niet schadelijk zijn en voldoende beschikbaar. Dat zijn twee minimale punten. Als hieraan wordt voldaan, is het niet gezegd dat het drinkwater ook smakelijk is. “Als pluimvee het water lekker vindt, dan drinken de kippen meer. Dat stimuleert de voeropname waardoor Jeanine Wiegel ze meer groeien. Smakelijk drinkwater krijg je onder andere door zuurstof. Beluchting van bronwater is dus een belangrijk onderdeel. Ook wordt bijvoorbeeld bicarbonaat smakelijk gevonden, net als een bepaalde hardheid, zouten, ammonium et cetera. ” De reis en herkomst van het water “Water kan bij de bron schoon zijn en op het moment dat de kippen het drinken toch verontreinigd zijn door de reis ernaartoe”, aldus Jeanine. Daarom is het goed om alles eens in kaart te brengen. Is het leiding- of bronwater? Hoe is het aangelegd en is de bron gecontroleerd en diep genoeg? Is er sprake van communicerende vaten en zijn er dode leidingen in de stal? Ook het materiaal van de leidingen heeft invloed, evenals de druk in een systeem en hoe de leidingen door de stal lopen. Jeanine: “Water stroomt minder goed in leidingen met bochten of die doorhangen. Dit kan leiden tot een slijmlaagje in de leiding, een zogenaamde biofilm.” Daarnaast heeft ook de waterbehandelingsinstallatie effect op de drinkwaterkwaliteit. Ieder behandelingssysteem vergroot de kans op bacteriële verontreiniging. Ook de plek in Nederland waar de stal staat is belangrijk. Zo is in de kustregio’s het grondwater vaak zout, in bepaalde gebieden kan het grondwater erg hard zijn en sommige grondsoorten kunnen zorgen voor een specifieke smaak aan het grondwater. HOE IS HET GESTELD MET DE DRINKWATERKWALITEIT OP JOUW BEDRIJF?

Pluimvee, december 2023 - 23


BACTERIËN NOG BETER KUNNEN BESTRIJDEN

Nieuwe labtechniek: FTIR-clusteranalyse Om de juiste strategie te bepalen voor het bestrijden van een bacteriële ziekteverwekker, is alleen het aantonen van een bacterie vaak onvoldoende. Het blijkt steeds vaker nodig specifieke kenmerken van de betreffende ziekteverwekker te bepalen. Ons lab heeft een nieuwe techniek beschikbaar: Fourier-transform infrarood (FTIR)-

24 - Pluimvee, december 2023

spectroscopie. Met specifieke software kunnen de infraroodspectra van verschillende isolaten van dezelfde bacteriesoort onderling met elkaar worden vergeleken en op basis daarvan in verschillende clusters worden ingedeeld. Dit ondersteunt het maken van een gefundeerde keus in de bestrijding van de ziekteverwekker.


uit het lab

Annet Heuvelink, onderzoeker en Willem Dekkers, dierenarts pluimvee

Atomen in chemische bindingen bewegen continu ten opzichte van elkaar. Met FTIR-spectroscopie is het mogelijk deze intramoleculaire vibraties te meten. En net zoals gekleurde stoffen licht absorberen, zijn chemische bindingen door hun trillingen in staat om frequenties infrarood licht te absorberen. De hoeveelheid licht die van elke frequentie wordt geabsorbeerd, is afhankelijk van de chemische samenstelling van de binding. Het infraroodspectrum van een bacterie weerspiegelt daarmee de biochemische samenstelling van de bacteriecel en kan als biochemische vingerafdruk worden beschouwd.

loog. “De moeilijkheid zit erin dat we een reincultuur, een verzameling van micro-organismen die afstammen van één enkele cel, moeten maken onder omstandigheden die altijd gelijk zijn. Dit betekent dat er strakke grenzen gelden als je het hebt over de incubatietemperatuur en -tijd. Ook de voedingsbodem is een kritieke factor in het geheel. Je wilt immers een goede vergelijking kunnen doen. Niet alleen van isolaten die in dezelfde run worden getest, maar ook van nieuwe met eerder geteste isolaten. Het is belangrijk een database op te bouwen van spectra die onder exact dezelfde omstandigheden zijn gegenereerd. Behalve een gestandaardiseerde werkwijze voor het maken van een reincultuur is nauwgezetheid vereist bij het maken van een suspensie van het koloniemateriaal en het aanbrengen op de zogenaamde targetplaat, die vervolgens het apparaat ingaat. De procedure vanaf het maken van een koloniesuspensie tot en met het genereren van een spectrum duurt enkele uren, waarna de spectra met behulp van specifieke software kunnen worden vergeleken om vervolgens een uitspraak te kunnen doen over onderlinge verwantschap.”

In de praktijk FTIR-spectroscopie kan worden ingezet bij terugkerende problemen op een bedrijf, waarbij het waardevol is om te weten of het in de tijd telkens verwante stammen zijn die de problemen veroorzaken, of dat het telkens andere stammen zijn. Ook bij uitbraken kan het worden ingezet om de infectiebron op te sporen en transmissieroutes in kaart te brengen.

Toepassing van FTIR-spectroscopie voor het clusteren, het samenvoegen van elementen met vergelijkbare kenmerken, van bacteriën heeft veel potentie voor de veterinaire wereld. Sinds medio juni biedt GD FTIR-clusteranalyse aan voor een elftal bacteriesoorten. Met het op de markt komen van deze producten staat het onderzoek bij GD niet stil. Momenteel zijn we bezig met het opzetten en valideren van methoden voor clusteranalyse van nog meer bacteriesoorten. En ook wordt gewerkt aan modellen, gebruikmakend van zelflerende software, waarmee isolaten kunnen worden geclassificeerd naar bijvoorbeeld serotype op basis van verschillen in infraroodspectra. Op dit moment is de FTIR-clusteranalyse standaard inzetbaar voor E. coli, Erysipelothrix rhusiopathiae (vlekziekte), Pasteurella multocida, Staphylococcus aureus en Salmonella Typhimurium. Voor overige kiemen is de techniek projectmatig beschikbaar.

Van Pasteurella multocida is bekend dat er verschillende soorten verantwoordelijk kunnen zijn voor ziekte bij pluimvee. Uit eerder praktijkonderzoek werd bekend dat zelfs binnen één uitbraak meerdere soorten betrokken kunnen zijn. Verschillende soorten kunnen anders zijn in serotype en in beschermingstype. Binnen één uitbraak zou met de FTIR-clusteranalyse onderzocht kunnen worden of er meerdere soorten betrokken zijn. Bij een terugkerende uitbraak bij het volgende koppel zou met de FTIRclusteranalyse onderzocht kunnen worden of het nodig is om het (auto)vaccin aan te passen. Sneller en goedkoper FTIR-spectroscopie is een snelle en relatief goedkope techniek. Bij het uitvoeren van deze techniek komt nog wel het nodige kijken. Annet Heuvelink werkt op onze R&D-afdeling als bacterio-

Voorbeeld praktische toepassing bij problemen door Pasteurella multocida Op een pluimveebedrijf was in het vorige koppel (‘A’ in 2022) sprake van verhoogde uitval ten gevolge van Pasteurella multocida. Op basis van de Pasteurella-isolaten in koppel ‘A’ is het volgende koppel (‘B’) gevaccineerd in de opfok. Afgelopen jaar (2023) kampte

hetzelfde pluimveebedrijf opnieuw met een uitbraak van Pasteurella multocida in het huidige koppel (‘B’). Met de FTIRclusteranalyse zijn meerdere isolaten van dit pluimveebedrijf onderzocht. De twee Pasteurella-isolaten van de uitbraak in 2022 (koppel ‘A’), die verwerkt waren in het autovaccin, waren op basis

van het infraroodspectrum gelijk aan elkaar. Deze isolaten zijn vergeleken met zes bacterie-isolaten uit het huidige koppel (‘B’). Deze zes isolaten waren op basis van het infraroodspectrum gelijk aan elkaar maar verschillend van de isolaten uit de eerdere uitbraak. Dit is terug te zien aan de aparte clusters die gevormd worden door ‘A’ en ‘B’ (zie afbeelding).

0

0,01

0,02

0,03

0,04

0,05

0,06

0,07

0,08

0,09

0,1

0,11

0,12

0,13

0,14 0,145 0,15

0,16

0,17

0,18

0,19

0,2

0,21

A

Dendrogram van de infraroodspectra van de geteste Pasteurella multocida-isolaten:

B

de acht isolaten zijn in te delen in twee groepen, de isolaten uit 2023 (‘B’) clusteren met elkaar maar niet met 2022 (‘A’)

Pluimvee, december 2023 - 25


BEWEZEN SUCCES!

- Hoge (piek) productie - Excellente eikwaliteit - Hoogste rendement - Goede leefbaarheid

- Hoogste aantal sorteerbare eieren - Robuuste kip, past zich gemakkelijk aan - Goed te managen - Kortom de “ideale” kip

Verhaeghe Het Anker Broeierij en Pluimveebedrijf

Verlengde Lagecampseweg 2-4 Ochten / Nederland T +31 344 641 349 hetankerbv.nl

Nieuwstraat 21 Poppel / België T +32 14 65 41 40 vepymo.com

Spoorweg 10 Hegelsom / Nederland T +31 6 230 125 87 vepymo.nl

Beselarestraat 155 Geluwe / België T +32 56 511 318 verhaeghe-hetanker.be


het getal

33,7%

…VAN DE VIRCHECKUITSLAGEN GEEFT AAN DAT ER RUIMTE IS VOOR VERBETERING IN HYGIËNE EN DESINFECTIE

HOE GOED IS DE REINIGING GESLAAGD? De VIR-check is gestart in november 2019 en is een maat voor reiniging en desinfectie door de hoeveelheid van een aantal virussen in 6 tot 7 dagen oude kuikens te meten. In samenwerking met pluimveedierenartsenpraktijken is bij zeventig koppels het verband onderzocht tussen de VIRcheckscore en de technische gegevens. Een lagere VIR-checkscore bleek een significant hogere groei met zich mee te brengen. Op basis daarvan is in oktober 2021 de VIR-check aangepast van drie naar vier categorieën..

Sinds de ‘VIR-check 2.0’ is 33,7 procent van alle testen geel, oranje of rood. Dat wil zeggen dat er bij één derde van de stallen verbetering in reiniging en desinfectie mogelijk is en daarmee dus ook in technische resultaten! MEER WETEN OVER DE VIRCHECK? SCAN DE QR-CODE

Verlaag de infectiedruk met de VIR-check Virussen

Bacteriën

Schimmels

Lage VIR-checkscore

Hoge VIR-checkscore

vraag & antwoord

VRAAG: WAAR VIND IK MIJN UITSLAGEN OP VEEONLINE?

Op VeeOnline staat alle actuele informatie van GD over de gezondheid van pluimvee in één overzicht. Zo kun je bijvoorbeeld de labuitslagen van jouw bedrijf bekijken. Log in met je Z login op www.veeonline.nl en kies voor ‘Uitslagen’. Je komt dan in het overzicht met labuitslagen met de meest recente uitslagen bovenaan. Geef de periode aan in het veld ‘Monstername’ en klik op ‘Zoek’. Kies je na het inloggen voor ‘Verzoeken en Mededelingen’ dan kom je in een overzicht van openstaande onderzoeken en verzoeken. Dankzij het opvallende uitroepteken in het overzicht zie je duidelijk tot wanneer je nog actie kunt ondernemen, zo mis je niks. Beide overzichten zijn ook te raadplegen via de VeeOnline-app. MEER INFORMATIE STAAT OP WWW.VEEONLINE.NL

Pluimvee, december 2023 - 27


diergezondheid volgens Jan Morsink We moeten ons best doen om onze dieren zo gezond mogelijk te houden, stelt pluimveehouder Jan Morsink uit Enter. Op diverse fronten onderneemt hij actie om het dierenwelzijn van zijn vleeskuikenouderdieren te waarborgen, zoals het installeren van een nieuwe, oplierbare voerlijn. Eén van de vier stallen van Jan Morsink is net grondig verbouwd. Het dak is beter geïsoleerd en er zijn nieuwe LED-lampen opgehangen die aangenamer zijn voor de kippen. De grootste verandering is de nieuwe voerlijn. “Voorheen stond de voerlijn vast op de grond. Als de kippen naar het nest wilden of terug, moesten ze over drie voerlijnen op de beun heen klauteren. De nieuwe voerlijn kunnen we oplieren, waardoor er geen obstakels meer zijn voor de kippen.” Dat brengt rust in de stal en de kippen leggen minder grondeieren, omdat ze makkelijker naar het nest kunnen. Minder stress De nieuwe manier van voeren geeft veel rust, stelt Morsink. “Eerder werd er gevoerd vanuit de voergang voorin de stal. Nu staan de twee voerbunkers in het midden van de stal en gaat het voer van daaruit het voercircuit rond. Dat duurt zo’n 2,5 minuut. Met het oude systeem duurde het wel 8 à 9 minuten. Doordat het sneller gaat, is er minder stress. Bovendien doen we het licht uit tijdens het voeren, zodat de kippen stil blijven zitten. Als het voer rond is, gaat het licht weer aan en dan kunnen de kippen allemaal tegelijk eten.” De voerlijnen in twee van Morsinks andere stallen zijn al een paar jaar oplierbaar en hij merkt een positief effect op de diergezondheid en productie. Nieuwe inzichten De pluimveehouder werkt op meer fronten aan diergezondheid. “We geven onbeperkt water. Dat is een kwestie van spelen met de waterhoogte en druk, zodat de dieren niet knoeien. Dat gaat heel goed.” Ook doet de pluimveehouder mee met een proef om de tenen van hanen niet te knippen. Vorig jaar had hij al één stal met onbehandelde hanen, dit jaar twee. “Ook dat gaat prima bij ons. Eigenlijk wil je terug naar hoe de dieren geschapen zijn en dan zit die teen er gewoon aan. We moeten niet vasthouden aan dingen omdat we denken dat het zo hoort. Soms blijken andere inzichten heel goed te zijn. Zo doen we, in de juiste proporties, ons best op het gebied van diergezondheid.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 088 20 25 500, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.