Schaap en geit 16 - februari 2018

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

GD-magazine - februari 2018 - nummer 16

schaap en geit

REPORTAGE

Bijna drieduizend melkgeiten, toch focust De Rรถmer op het individu

WETENSCHAP

Dreiging bluetongue toegenomen

DE KRAAMKAMER Een optimale start


N E R E M N LAM

E N E P A CH S R O O CTEN V

PRODU

NU M

CITONOL ENERFIT Voor het wassen en reinigen van wonden en ontstekingstoestanden. Te gebruiken in de schede, baarmoeder, op de huid en navels.

GR ET DOSE ATIS

ERSP UIT

Directe energie voor pasgeboren lammeren. Ideaal bij zwakke lammeren.

GLIJMIDDEL RESPI BOOST Ideaal bij verlossingen en inwendige onderzoeken.

Laat uw pasgeboren dier opgelucht ademhalen en zorgt voor een doelmatige ademhaling na de geboorte.

JODIUMINCTUUR ADOPTIE SPRAY Jodium in combinatie met een hoog percentage alcohol. Uiterst geschikt voor navels.

Door de ooi en haar lammeren te besprayen met lammerenadoptie spray, zal de geur van de omgeving een eenheid vormen, waardoor de ooi het lam eerder zal accepteren.

KIJK VOOR ONZE COMPLETE SCHAPENLIJN OP WWW.BOERENWINKEL.NL


voorwoord

FOCUS VOOR EEN OPTIMALE START De aflamperiode markeert de start van een nieuw seizoen, zowel voor schapen als voor geiten. In deze editie van Schaap en Geit kunt u lezen hoe u deze start beter kunt laten verlopen. Dat begint al voor de dekperiode met een juiste conditie van de moederdieren die u tijdens de hele dracht zou moeten volgen, niet alleen om de kans op gezonde lammeren te vergroten, maar ook om die lammeren direct na de geboorte voldoende biest van goede kwaliteit te kunnen geven. Ook voor een goede melkproductie, of die ten goede komt aan de lammeren of wordt gebruikt voor de productie van melkproducten, ligt de basis in een juiste voeding en conditie van het moederdier tijdens de dracht. Gelukkig worden de meeste lammeren gezond geboren. Toch brengt de aflamperiode ook altijd weer risico’s met zich mee en daarover

kunt u interessante verhalen lezen die u kunnen ondersteunen om eventuele problemen het hoofd te bieden. Voor een van de belangrijkste punten van zorg, namelijk het optreden van abortus bij kleine herkauwers, beschikt GD over een aantal mogelijkheden om u te helpen: pathologisch onderzoek, bloedonderzoek en een abortuspakket om snel een eerste indruk van mogelijke oorzaken te kunnen krijgen. Abortus kan namelijk ook risico’s voor de mens met zich meebrengen en dat willen wij met elkaar zo veel mogelijk voorkomen. De rode draad in deze editie van Schaap en Geit is ook focus: een beperkt aantal duidelijke doelen als stip op de horizon maakt het u makkelijker om uw bedrijf te sturen. Het melkgeitenbedrijf De Römer is daar een mooi voorbeeld van. Heeft u uw focuspunten voor 2018 al bepaald? Piet Vellema, sectormanager kleine herkauwers

inhoud 04 Actueel 06 Terugblik winterbijeenkomst schaap: ‘Ieder extra lam telt’

Bereikbaarheid U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Voor inhoudelijke vragen kunt u de Veekijker Schaap en Geit bellen tussen 15.00 en 17.00 uur op 0900 - 7100 000.

Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.

09 Q-koorts houdt gemoederen opnieuw 07

Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

14 Zoönosen rondom aflammeren

COLOFON

ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

10 Reportage De Römer Focussen op het individu

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal

Schaap en Geit is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren | Redactie René van den Brom, Carlijn ter Bogt-Kappert, Karianne Lievaart-Peterson, Piet Vellema en Anita Werkman | Beeldredactie Wendy van de Streek Eindredactie Anne Taverne | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www. gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Marketing | Druk Senefelder Misset Doetinchem Abonnementen Schaap en Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (drie nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 15,55 euro (excl. btw en verzendkosten) | Advertenties Dock35 Media, T. 0314-35 58 52 Verschijningsfrequentie drie keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.

bezig

16 Uit het lab: de route van het CAE-/ zwoegermonster

14

18 Dreiging bluetongue 19 Abortuspakket Schaap en Geit 20 De kraamkamer 23 De boer op 24 Diergezondheid volgens Adrie de Wild -

20

van Maurik

Schaap en Geit, februari 2018 - 3


Biestopnamecheck Biest is het toverwoord als het gaat om een goede start voor uw lammeren. Type en kwaliteit biest zijn van groot belang, maar ook biestverzameling, -opslag, -behandeling, -gift en – opname zijn belangrijk. GD biedt de Biestopnamecheck, een nieuw, innovatief bloedonderzoek op IgG bij geitenlammeren, tegen een scherp tarief aan. Een goede biestvoorziening is essentieel voor een goede start van pasgeboren lammeren. Met de biest worden beschermende afweerstoffen (IgG) opgenomen die belangrijk zijn voor de afweer tegen ziekteverwekkers in de periode dat het eigen immuunsysteem van het jonge lam nog in ontwikkeling is. Omdat de darmen van pasgeboren lammeren slechts korte tijd (ongeveer 24 uur) IgG doorlaten, is het belangrijk dat de lammeren kort na de geboorte tijdig en voldoende verse biest binnenkrijgen van goede kwaliteit. Aangezien er weinig vraag is naar een check op biestopname bij schapen is de Biestopnamecheck niet gevalideerd voor schapenlammeren. Voor schapenlammeren kan met het Pakket Elektoforese een indruk gekregen worden van de biestopname.

Leverbotvrij de wei in Schade door leverbot is te voorkomen door een goede controle op een leverbotbesmetting. Zorgen dat de dieren in het voorjaar leverbotvrij de wei ingaan kan in het najaar veel leverbotproblemen voorkomen. De Leverbot Check is een abonnement bestaande uit eenmalig mestonderzoek, bedrijfsspecifieke informatie over het risico op leverbot (via e-mail) en de mogelijkheid voor telefonisch advies. De Leverbot Check helpt u op een eenvoudige manier om een leverbotbesmetting te controleren. Het mestonderzoek geeft een betrouwbaar beeld van de ernst van de infectie. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/LEVERBOTCHECK

Lammeren registreren in SG-Online SG-Online biedt dĂŠ oplossing om onder andere uw lammeren snel en eenvoudig te registreren. Een groot deel van de schapen- en geitenhouders maakt hier al gebruik van. Daarnaast heeft u met SG-Online de mogelijkheid om uitgebreide gegevens van elk dier vast te leggen. Hierbij valt te denken aan geslacht, ras, moeder- en vaderdier, stamboeknummer, maar ook medicijngebruik. Verder kunt u gemakkelijk gezondheidsverklaringen en stallijsten uitdraaien.

MEER OVER DE BIESTOPNAMECHECK WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/

ALLE MOGELIJKHEDEN VAN SG-ONLINE ONTDEKKEN?

BIESTOPNAMECHECKGEIT

WWW.SG-ONLINE.NL

4 - Schaap en Geit, februari 2018


actueel

Chlamydia Check Met een gerust hart uw bedrijf openstellen voor publiek en bij verkoop van dieren aantonen dat u actief met onderzoek op Chlamydia abortus bezig bent, dat kan met de Chlamydia Check. Met deze check onderzoekt u of deze bacterie speelt op uw bedrijf. Chlamydia abortus is één van de belangrijkste oorzaken van besmettelijke abortus bij schapen en geiten. Daarnaast is de kiem overdraagbaar van dieren op mensen en vooral voor zwangere vrouwen een risico. Tijdens een geboorte scheiden besmette dieren grote aantallen bacteriën uit en besmetten daarmee hun koppelgenoten. Op deze manier wordt de infectie op een bedrijf in stand gehouden. Het is belangrijk te weten of de kiem op uw bedrijf aanwezig is. Eenmaal in een koppel geïntroduceerd kan een chlamydia-infectie jarenlang voor problemen zorgen. MEER OVER DE CHLAMYDIA CHECK WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/CHLAMYDIA

Zwoegerziekte en CAE in melk Is uw bedrijf nog niet zwoegerziekte- of CAE-vrij gecertificeerd, maar bent u toch benieuwd hoe het er op uw bedrijf voor staat? Dit kan heel eenvoudig door het insturen van een individueel melkmonster van de betreffende dieren. Ook bij verdenking van zwoegerziekte of CAE bij een ziek dier kan, als het dier melkgevend is en langer dan twee weken aan de melk, een melkmonster worden genomen en ingezonden naar GD.

Monitoring Brucella melitensis In 2017 zijn bij ruim 1.475 bedrijven schapen en geiten getapt, onderzocht en negatief bevonden. Hierdoor kan Nederland zijn vrij-status behouden. Dit zorgt ervoor dat het voor de schapen- en geitenhouderij eenvoudiger is dieren te exporteren. Wij hopen dat de monitoring op Brucella melitensis in 2018 weer net zo goed verloopt. De houders die dit jaar geselecteerd zijn om mee te doen aan het onderzoek, hebben hierover inmiddels een brief ontvangen. MEER OVER BRUCELLA MELITENSIS WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/BRUCELLA

Schaap en Geit, februari 2018 - 5


VAN GEBOORTE TOT GROOTGEBRACHT

Ieder extra lam telt Iedere houder wil het liefst zoveel mogelijk mooie, goed ontwikkelde en gezonde lammeren. Vier experts deelden tijdens de studieavonden ‘Ieder extra lam telt’ in Deventer, Heerenveen en Haastrecht in volle zalen zeer praktische informatie die ook voor u thuis interessant kan zijn. Een overzicht van de avonden.

‘SUPERBIEST’ Dr. René van den Brom (Europees erkend specialist kleine herkauwers GD) René vertelde over het belang van goede voeding aan het einde van de dracht. Deze voeding is niet alleen van belang voor de groei en vitaliteit van ooi en lammeren, maar ook voor de hoeveelheid en kwaliteit van de biest en het goed op gang komen van de melkproductie. Tips voor thuis • Het belang van goede voeding begint al voor de dracht. • Optimale voeding zorgt voor meer ovulaties (eisprongen), minder embryonale sterfte, goede ontwikkeling van de placenta, optimale groei van de vrucht, voorkomt vroeggeboorte van lichtere lammeren met weinig reserves en een ooi die te weinig biest en melk produceert. • Een lam wordt geboren zonder weerstand en zal door middel van biest weerstand voor de eerste levensweken moeten verkrijgen. • Biest: Veel, Vlug, Vaak en Vers (VVVV). • Vaccinatie zorgt voor extra bescherming (met name tegen het bloed).

Vanuit de zaal kwamen verschillende vragen

6 - Schaap en Geit, februari 2018

HANDIGE GREEPJES Drs. Mark van der Heijden (schapendierenarts bij de Universitaire Landbouwhuisdierenpraktijk in Harmelen) Mark heeft aan de hand van een aantal voorbeelden geschetst hoe met enkele eenvoudige tips en tricks onnodige sterfte van lammeren tijdens en kort na de geboorte voorkomen kan worden. Tips voor thuis • Wees extra alert op het eerste en het laatste schaap dat aflammert. • Blijf altijd rustig! Werk schoon en gebruik veel glijmiddel! • Zorg dat je weet wat de ligging van een lam is. • Is de ooi daadwerkelijk leeg? • Geen vordering: bel op tijd uw dierenarts.


terugblik winterbijeenkomst

DE KRAAMKAMER Dr. Karianne Lievaart-Peterson (Europees erkend specialist kleine herkauwers GD) Karianne ging in op het belang van de zorg na de geboorte. Hierbij spelen hygiëne, biestverstrekkingen en controle van de ooi en lammeren een belangrijke rol. Ook is de controle van de ooi na het aflammeren van belang om terugslag bij een lam te vermijden.

Tips voor thuis • Afzondering: rust, privacy, risicobeperking, voorkomen verstoring van het geboorteproces, tegengaan stelen van lammeren en goed voor de ooi-lam-binding. • Hygiëne: kraamhok, materialen, mensen, kleding/schoeisel, navel en oormerktang. • De ooi: uier (uierontsteking, speenbijten), nageboorte (compleet, afkomen), lijfbieden, gedrag (acceptatie lammeren), etc. • De lammeren: navel (niet te kort, desinfectie), drinken, ontlasting (afkomen darmpek, diarree), onderkoeling en controle op aangeboren afwijkingen.

In gesprek met de specialisten

HOUD DE GROEI ERIN Dr. Piet Vellema (Europees erkend specialist kleine herkauwers GD) Piet heeft de belangrijkste aandachtspunten na de eerste levensweek besproken en gaf tips waarmee groeivertraging en sterfte kunnen worden vermeden. De focus lag hierbij op de balans in mineralen en het voorkomen van problemen door parasitaire infecties.

Tips voor thuis • Breng focus aan; bij een aflamperiode in februari-maart: • 15 mei spenen: lukt alleen bij goede groei! • <12% lammersterfte tot spenen: lukt dat? Niet zomaar.. • Fokooilammeren direct afleveren bij spenen: groei moet goed zijn geweest! • 15 juli: helft slachtdieren afgeleverd: moet lukken bij goede groei!

Schaap en Geit, februari 2018 - 7


advertorial

Geitenlammeren gezonder door ionisatie Last van zere bekjes krijgen de lammeren op de Coudorpse Hoeve niet meer. Als ze binnen worden gebracht met een ecthyma-besmetting zijn de diertjes binnen de kortste keren weer gezond. De oplossing? René van Selm investeerde begin 2016 in luchtzuiverende LED-verlichting van FreshlightAgri.

A

®

www.freshlightagri.com

Luchtzuiverende agrarische verlichting

Luchtzuiverende verlichting A Schone lucht

Luchtzuiverende agrarische verlichting

A Top rendement

GezondeAdieren

Luchtzuiverende agrarische verlichting

®

®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

A Minder antibioticum ®

A Vermindering van pathogenen ®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

055 - 302 00 22

Nagelpoelweg 86, 7333 NZ Apeldoorn

HDT1221

info@freshlightagri.com

Proef Het bedrijf lag er al goed bij voordat de luchtzuiverende lampen werden geplaatst. Echter, de heer Van Selm was toe aan nieuwe verlichting. Hij besloot samen met zijn vrouw de proef op de som te nemen. Hij scheidde de slechte geiten met weinig toekomstperspectief van de rest van de geiten en bracht ze onder in een ruimte waar volop werd geïoniseerd. Het resultaat mocht er wezen, de geiten knapten binnen aanzienlijke tijd op en er was geen uitval. Het kwartje viel, deze investering moest zijn geld zeker waar gaan maken.

Ze staan er mooi bij Na het installeren kon de heer Van Selm een stuk prettiger werken. Hij kon als geen ander observeren en waarnemen hoe zijn geiten het deden. “De geiten staan er heel mooi bij, de vacht is een stuk glanzender en dat zegt veel over de gezondheid van de dieren. Ook is hygiëne een zeer belangrijke factor bij ons op het bedrijf”. Doordat de geiten zo gezond zijn, kunnen ze ook meer hebben en knappen ze sneller op als ze iets onder de ledematen hebben. “Normaal heb je er bij geiten nog wel eens een hoestje onder zitten, dat hebben ze nu veel minder”. Door de ionisatie wordt fijnstof en de pathogene druk gereduceerd wat zorgt voor een schonere lucht. Normaal merk je zelf na het opstrooien ook aan je longen dat het erg stoffig is, dit is nu ook verminderd”. Minder stank In plaats van de tl-verlichting van eerst, is de stal nu uitgerust met daglichtlampen die meer dan 200 lux op de kop van de geit geven en vergelijkbaar zijn met zonlicht. Bovendien merkt Van Selm dat het veel minder stinkt in de stal, wat uiteraard te maken heeft met de reductie in stof en ammoniak. Er is in 2016 een meetbureau geweest dat de ammoniaklevels heeft gemeten. De reductie van ammoniak na ionisatie was minstens 35%. Gezondheid Nu zijn er een aantal dingen opvallend met betrekking tot de gezondheid. Ten eerste is het antibioticum gebruik bij lammeren in de melkperiode flink afgenomen. Ten tweede geeft Van Selm verontschuldigend, maar verblijd aan dat hij na het spenen eigenlijk geen uitval meer heeft. Voorheen had hij wel eens geiten die er niet fit bij stonden en terugvielen, dit is duidelijk verbeterd. “Bij de gespeende lammeren is het antibioticagebruik zelfs nihil.” Meer informatie over de producten van FreshlightAgri? Tel: 055 – 30 20 021 E-mail: info@freshlightagri.com Website: www.freshlightagri.com


monitoring

René van den Brom, dierenarts kleine herkauwers

ONDERZOEK NA BESMETTING GEZINSLEDEN ZOMER 2017

Q-koorts houdt gemoederen opnieuw bezig Nadat in de zomer van 2017 drie personen uit één gezin in het midden van het land Q-koorts kregen, heeft de NVWA op verzoek van de GGD brontracering uitgevoerd. Op een vleesschapenbedrijf in de omgeving werd hierop volgend bij tien van de tien bemonsterde schapen Coxiella burnetii (Q-koortsbacterie) aangetoond in vaginaal swabs. Na het vaststellen van Q-koorts bij drie patiënten en het aantonen van C. burnetii bij de vleesschapen heeft overleg plaatsgevonden tussen de betrokken humane en veterinaire partijen. Doel van het overleg was om de bevindingen beter te kunnen duiden en de mogelijke bron te achterhalen, zodat verdere uitscheiding en dus blootstelling kon worden voorkomen. Tijdens het overleg zijn alle feiten op een rij gezet en op basis daarvan is de casus opgevolgd. Ook heeft nader typeringsonderzoek plaatsgevonden om te zien of de C. burnetii die bij een patiënt was gevonden overeenkwam met het type dat bij de schapen is gevonden. Dit bleek niet het geval te zijn. Daarmee is nog steeds niet duidelijk wat de bron van de infectie met C. burnetii bij de drie gezinsleden is. Advies aan schapenhouder GD heeft, op verzoek van dierenarts en schapenhouder, het schapenbedrijf bezocht en een advies gegeven om verdere uitscheiding en dus omgevingscontaminatie en humane blootstelling te verminderen. Ondanks dat er geen oorzakelijk verband is aangetoond tussen de schapen en de patiënten, is geadviseerd om de aanwezige fokschapen direct te vaccineren (off-labeluse) met Coxevac®. Daarnaast zijn adviezen gegeven met betrekking tot hygiëne, mest, bezoekers en het afvoeren van geboorteproducten, zoals placenta.

Klachten Indien zich bij mensen klachten voordoen die zouden kunnen passen bij Q-koorts is het goed om direct contact op te nemen met de huisarts en/of GGD. De GGD heeft huisartsen in de omgeving van de patiënten geïnformeerd. Wanneer zich bij schapen een afwijkend aantal abortussen voordoet is meldplicht bij de NVWA van toepassing (zie www.nvwa.nl). Conclusie Op de drie gezinsleden met Q-koorts na hebben zich verder geen humane ziektegevallen in het gezin of de omgeving voorgedaan. De oorzakelijke bron is (nog) niet vastgesteld. Het is zaak om alert te blijven op verschijnselen van Q-koorts, zowel bij mensen als dieren. Wij adviseren u in geval van twijfel contact op te nemen met de betreffende specialisten bij GD of de GGD.

Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LHV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Schaap en Geit, februari 2018 - 9


“Een dier dat niet gezond is, heeft per definitie een slechte dag�

10 - Schaap en Geit, februari 2018


reportage

Focussen op het individu Sinds melkgeitenhouderij De Römer in 2009 van start ging in het Limburgse Heythuysen stond er één ding centraal: of je nu tweehonderd of drieduizend geiten hebt, elk individueel dier verdient een goed leven. Daarom doet het bedrijf niet alleen mee aan de nodige checks bij GD, maar staan ook hygiëne en monitoring hoog in het vaandel. “We willen gewoon weten wat er speelt.” De passie voor dieren gaat verder dan het meedoen aan de checks alleen, vertelt Frank Brinkhaus, eigenaar van De Römer. “Ik kom zelf niet van een boerderij, maar heb wel altijd boer willen worden. Ik werk heel graag met dieren en vind dat elk dier een goed leven verdient. Een dier dat niet gezond is, heeft per definitie een slechte dag. De geit kan niet relativeren en weet dus niet dat het morgen misschien beter wordt.” Daarom gunt Frank zijn dieren elke dag een goede dag en dat begint met een optimale diergezondheid. “Alles wat je kunt voorkomen en kunt monitoren, dat doen we.” Jasmijn Strous, sinds anderhalf jaar bedrijfsleider op het bedrijf, beaamt dat. “Op die manier kunnen we bij eventuele ziekte al een heleboel dingen uitsluiten. Stel dat er opeens twintig jonge geiten aborteren. Door de check van GD weten we direct dat het geen chlamydia is. Zo zitten we sneller op het goede spoor.” Voorkomen voor genezen Momenteel telt het melkgeitenbedrijf bijna drieduizend geiten. Toch ervaren de medewerkers het volgens Jasmijn niet als een opgave om uit al deze geiten de zieke dieren tijdig te herkennen. “Er zijn verschillende momenten waarop we de dieren individueel kunnen volgen”, legt ze uit. “Bijvoorbeeld als we ze

Schaap en Geit, februari 2018 - 11


“Door mee te doen aan checks kunnen we bepaalde dingen uitsluiten en zitten we sneller op het goede spoor”

ophalen om naar de melkstal te gaan. Als een geit niet lekker loopt of even niet fit is, blijft ze achter. Dan wordt ze gelijk gemarkeerd. En als ze diarree heeft of als de melk niet goed is, ziet één van de melkers het direct.” Als er iets opvalt aan een dier, wordt het gesepareerd en verder onderzocht. Ondanks het hoge aantal geiten, krijgt elk individueel dier zo wat het nodig heeft. “Er zijn per dag genoeg momenten waarop een dier zich ‘ziek kan melden’”, vult Frank aan. Toch gaat voorkomen ook op dit bedrijf voor genezen. Daarom koos Frank voor een gesloten bedrijfsvoering, waarbij er geen contact is met derden. “Hygiëne is daarbij voor ons erg belangrijk”, laat Jasmijn weten. “De veeartsen mogen bijvoorbeeld niet ongedoucht de stal in. Iedereen is welkom, maar niet als je die dag al bij andere geiten bent geweest.” Om te zorgen dat er echt

De verschillende checks waar De Römer bij GD aan meedoet.

12 - Schaap en Geit, februari 2018

geen rare dingen mee naar binnen worden gebracht, krijgen bezoekers bij De Römer bedrijfskleding en laarzen aan. “Consumenten die bij ons op bezoek komen vragen dan weleens of ze ziek kunnen worden van de dieren. We vertellen ze dan dat we eigenlijk vooral bang zijn dat de dieren ziek kunnen worden van hen!” Communicatie is de key Naast eigenaar Frank zijn er twee bedrijfsleiders op het bedrijf: Laurens, die verantwoordelijk is voor de opfoklocatie, de melkstal en alle technische zaken, en Jasmijn. Alle drie hebben ze hun eigen verantwoordelijkheden, maar ze vormen ook een team, dat goed moet functioneren. “Iedereen houdt zijn of haar eigen stuk in de gaten en we vullen elkaar aan waar nodig”, aldus Jasmijn. Zelf is ze verantwoordelijk voor de data-analyse en alle computer-technische dingen. “De dieren worden automatisch en individueel gevoerd, daar zit een heel programma achter. Dit, en het bijbehorende managementsysteem, beheer ik. Daarnaast stuur ik onze vier vaste medewerkers aan”, vertelt ze. Juist in een bedrijf van dit formaat is het volgens Jasmijn belangrijk om goed met elkaar te communiceren. “Structuur is de kracht van dit bedrijf”, denkt ze. “Alles gebeurt op heel vaste tijden en heeft een vaste plek. We proberen dit via protocollen duidelijk te communiceren, zodat iedereen op dezelfde manier werkt.” Het kantoor hangt daarnaast vol overzichtelijke schema’s en lijstjes waarop de laatste stand van zaken staat vermeld. “Alles wat we bij kunnen houden, houden we bij”, vertelt ze. “Daar proberen we het hele bedrijf bij te betrekken. We leggen altijd uit waarom we alles opschrijven, zodat iedereen die hier werkt ook snapt waarom dit zo belangrijk is.” Om er zeker van te


Anne Taverne en Margreet Pasman, redacteurs

reportage

“Structuur is de kracht van het bedrijf” zijn dat alles ook daadwerkelijk volgens het vaste stramien verloopt, maakt Jasmijn aan het eind van elke dag nog een ronde door alle stallen. “Als er iets niet klopt, wil ik weten wie daar verantwoordelijk voor is geweest, om te zorgen dat dit niet nogmaals gebeurt.” Innovatief en ondernemend Hoewel er volgens veel vaste structuren gewerkt wordt, zijn nieuwe ideeën binnen het bedrijf altijd welkom. Voor eigenaar Frank ligt het heel simpel. “Je wilt de dieren faciliteren, zodat ze een goed leven en een hoge diergezondheid hebben, en daarmee

een hoge productie en voerefficiëntie. Bij mensen werkt dat hetzelfde: als je die op de juiste manier faciliteert, zullen ze hun werk goed en zo efficiënt mogelijk doen.” Lol en uitdaging in je werk horen daar volgens hem ook bij. Voor Jasmijn zijn die op het bedrijf zeker aan de orde. “Het is hier niet zo van: we doen het jaren zo, dus we blijven het zo doen. Als je met een idee komt, hoe absurd ook, en je kunt goed beargumenteren waarom het zou werken, dan staat Frank daar altijd voor open.” Alles wat goed zou kunnen zijn voor het bedrijf of de dieren, wordt volgens haar dan ook geprobeerd. “En omdat het goed is voor de dieren, doen we ook aan zo veel diergezondheidsprogramma’s mee.”

Jasmijn Strous in de stal

Schaap en Geit, februari 2018 - 13


ZOÖNOSEN RONDOM HET AFLAMMEREN

Kennis van zaken verkleint risico’s Zoönosen zijn ziekten die van dieren op mensen overdraagbaar zijn. Inmiddels kent elke dierhouder dit woord gelukkig. Maar dit was niet altijd zo. Vroeger ontbrak de kennis bij dierhouders en in de samenleving vaak. Door grote en kleine uitbraken van dierziekten in de tijd, neemt het bewustzijn langzaam toe. Zoönosen bestaan en er is dus een kans dat je ziek kun worden van dieren. Maar: hoe ga je ermee om, hoe licht je anderen voor en hoe beperk je de risico’s? Om deze bewustwording te vergroten, heeft GD in 2009 het Keurmerk Zoönosen ontwikkeld. Veel boerderijen met een publieksfunctie zijn inmiddels in het bezit van dit keurmerk. Mede hierdoor wordt er veel vooruitgang geboekt wat betreft kennis en maatregelen. Zo worden zoönosen zoveel mogelijk voorkomen. Als een bedrijf toch wordt geconfronteerd met een zoönose, weten de betrokkenen vaker en beter hoe ze daarmee moeten omgaan.

bijschrift

14 - Schaap en Geit, februari 2018

Een goede ontwikkeling, want jaarlijks komen er op kinderboerderijen maar liefst dertig miljoen bezoekers in contact met dieren. Veel van die bezoekers vallen in de risicogroepen van de zogenaamde YOPI’s: jonge kinderen (young), ouderen (old), vrouwen in verwachting (pregnant) en mensen met verminderde weerstand (immunodeficiënt). Als deze groepen op het erf komen is het belangrijk om te weten waar risico’s liggen. Het keurmerk ondersteunt hierbij. Doordat dierhouders die in het bezit zijn van een keurmerk de checklist ieder jaar samen met hun eigen dierenarts opnieuw invullen, gaan zij steeds meer nadenken over verbeteringen.


samenleving

Carlijn ter Bogt-Kappert, productmanager

Samen werken aan diergezondheid

Zoönosen*-verantwoord bedrijf Dit bedrijf voldoet aan de eisen van het GD Keurmerk Zoönosen

*Zoönosen zijn ziekten die overdraagbaar zijn van dieren op mensen.

Hoe werkt het GD Keurmerk Zoönosen? ;Bij aanmelding wordt een checklist naar uw dierenartsenpraktijk gestuurd. U ontvangt van GD het verzoek om een afspraak te maken met uw dierenarts om de checklist samen in te vullen. Met de checklist brengt u risico’s van mogelijk voorkomende zoönosen op uw bedrijf in beeld. De checklist bestaat uit een algemeen deel en specifieke vragen per diersoort. U hoeft alleen de vragen te beantwoorden die betrekking hebben op de aanwezige diersoorten. De beoordeling is ook alleen hierop gebaseerd. Na retourzending van de ingevulde checklist ontvangt u een score voor uw zoönosepreventie. Bij een score van 60 procent of meer per diersoort heeft u een zoönosen-verantwoord bedrijf. U ontvangt dan een keurmerkbordje met daarop het keurmerkzegel voor dat jaar. ZIE OOK

len. Pathologisch onderzoek, waarbij vrucht en nageboorte worden ingestuurd, is de beste manier om een diagnose te stellen. Een andere mogelijkheid om laagdrempelig de oorzaak van abortus te onderzoeken is met het Abortuspakket Schaap Geit (zie uitgebreide omschrijving elders in dit magazine). Als de oorzaak bekend is, kunnen er gericht maatregelen worden genomen. Q-koorts is zonder twijfel de zoönose die de afgelopen jaren de meeste aandacht heeft gehad. In de jaren voor de start van de vaccinatiecampagne was het één van de belangrijkste infectieuze abortusverwekkers bij schapen en geiten. Voor deze ziekte is regelgeving van toepassing. Zo is Q-koorts aangifteplichtig en dienen afwijkende abortusaantallen te worden gemeld bij de NVWA. Ook geldt een vaccinatieplicht voor melkschapen- en melkgeitenbedrijven, dieren die naar een keuring of show gaan en voor bedrijven met een publieksfunctie.

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/KEURMERKZOONOSEN

Abortusverwekkers Abortus bij kleine herkauwers staat al langere tijd in de schijnwerpers. Dit komt doordat veel van de besmettelijke oorzaken van abortus bij kleine herkauwers zoönosenverwekkers zijn. Wanneer u met abortus of vroeggeboorte bij kleine herkauwers wordt geconfronteerd, is het van belang de oorzaak te achterha-

R KEU INGS

NO

K

EU

Ö

L • GD

2018

GE

SEN • G O

ED

ZE

Belang van het Keurmerk Zoönosen? • Bewust worden van risico’s en deze verkleinen. • Gebaar naar bezoekers en medewerkers. • Toenemende overheidsbemoeienis. • Beter imago sector. • Kan helpen bij aansprakelijkheidsstelling.

Een andere belangrijke veroorzaker van infectieuze abortus bij kleine herkauwers is de bacterie Chlamydia abortus. Met name zwangere vrouwen moeten (in)direct contact met deze kiem vermijden. Als publiek bedrijf dien je je hiervan bewust te zijn. Er was echter geen praktische tool voorhanden om erachter te komen of deze kiem op een bedrijf aanwezig is. Daarom heeft GD de Chlamydia Check ontwikkeld. Hoe werkt de Chlamydia Check? Een dierhouder neemt vlak na het aflammeren vaginale swabs van de schapen en geiten. Deze worden vervolgens gepoold onderzocht, waardoor de kosten een stuk lager liggen dan bij bijvoorbeeld individueel onderzoek. Als de bacterie aanwezig blijkt te zijn, is het mogelijk gericht actie te ondernemen om (verdere) problemen bij dieren en ziekte bij mensen te voorkomen. Wanneer de kiem niet wordt aangetoond krijgt het bedrijf een bordje met goedkeuringszegel voor het betreffende jaar.

Schaap en Geit, februari 2018 - 15

RMERK ZO


VAN INSCHRIJVING TOT UITSLAG

De route van het CAE-/zwoegermonster Zelf laat u waarschijnlijk weleens CAE- of zwoegermonsters onderzoeken bij GD. Dit is een vrij eenvoudige manier om te testen of er iets speelt op uw bedrijf. De dierenarts stuurt een monster in en een paar dagen later verschijnt er een uitslag in uw mailbox. Maar wat gebeurt er eigenlijk in de tussentijd? Daarom vandaag een kijkje achter de schermen.

eigenlijk constant. Het centrifugeren zorgt ervoor dat de bloedcellen naar de bodem zakken en het serum gefilterd wordt. In dit serum is uiteindelijk te zien of het monster antistoffen tegen CAE of zwoegerziekte heeft (4b). Vervolgens worden de testplaten uitgevuld met serum en wordt alles klaargemaakt voor de volgende afdeling: Immunologie.

Voor wie wil weten hoe het zit met CAE of zwoegerziekte op zijn bedrijf, is het insturen van een CAE- of zwoegermonster een goede eerste stap. U kunt zowel melk- als bloedmonsters insturen voor onderzoek. De focus ligt in dit stuk op bloedmonsters. Het is naast het insturen van individuele monsters ook mogelijk om gepoolde monsters in te sturen.

De ELISA-test Op de afdeling Immunologie werken verschillende analisten om de uiteindelijke uitslag te realiseren. Gemiddeld krijgen ze per testdag zo’n 440 CAE- of zwoegermonsters binnen. Om tot een goed resultaat te komen, worden individuele monsters vijfhonderd en gepoolde monsters honderd keer verdund. Daarna wordt de test ingezet: het gaat bij dit soort monsters altijd om een gecoate ELISA-plaat met antigenen.

Inschrijven en voorbereiding Als de dierenarts de monsters heeft genomen (1), stuurt hij of zij ze in naar GD. Op de afdeling lablogistiek wordt alles uitgepakt en ingeschreven (2). Veel van de monsters komen nog met een formulier binnen, maar ook steeds vaker kiest een dierenarts voor digitaal inschrijven (3). Op die manier is het voor de labmedewerkers direct duidelijk wat de klant wil en het is minder foutgevoelig. Het is een kwestie van inscannen en vervolgens is het duidelijk waar de monsters naartoe moeten. Monsters die nog via een formulier worden ingeschreven, worden geteld en krijgen een ontvangststicker. De aantallen worden gecontroleerd en om de verschillende monsters die binnenkomen uit elkaar te houden, wordt iedere eerste buis van een inzending genummerd. De medewerkers verderop in de route weten zo welke buisjes bij welke inzending horen. Voor de monsters daadwerkelijk onderzocht worden, moeten er eerst een aantal dingen worden voorbereid. Dit gebeurt op de afdeling Monsterverdeling. De monsters, in dit geval bloed, gaan de centrifuge in (4a). In het lab staan drie centrifuges en die draaien

16 - Schaap en Geit, februari 2018

De ELISA is een methode om antistoffen in monsters aan te tonen. In de cupjes van de ELISA-plaat zijn antigenen van het CAE- of zwoegervirus gecoat, deze zitten dus vast aan het plastic. De analist voegt het verdunde bloedserum toe. De monsters worden vervolgens weggezet, zodat eventuele aanwezige antistoffen bij 37 graden Celsius de kans krijgen om te binden met de antigenen in de plaat. Alleen antistoffen tegen CAE of zwoegerziekte kunnen binden aan het antigeen, alle andere antistoffen niet. Vervolgens wast de analist de plaat, waarna alleen de gebonden antistoffen blijven kleven. De analist voegt nu een ‘conjugaat’ toe aan het cupje. Conjugaat is een stof die alleen kan binden aan antistoffen van schapen of geiten; deze stof zit vast aan een enzym. Deze reactie duurt ongeveer een uur. Als er antistoffen tegen CAE of zwoegerziekte aan de antigenen van de plaat gebonden zitten, kan het conjugaat ook binden.


uit het lab

Anne Taverne, redacteur

3

5 1

4a

2

4b

De plaat wordt nogmaals gewassen en vervolgens voegt de analist een ‘substraat’ toe: dit is een stof die via een chemische reactie met behulp van een enzym wordt omgezet. Dit zorgt, als er antistoffen tegen CAE of zwoegerziekte in het monster zitten, na ongeveer een kwartier voor een kleurreactie. Vervolgens kan de analist de resultaten gaan aflezen (5). Dit aflezen gebeurt in de reader: van elk welletje op de plaat kan het apparaat zien hoe veel kleur erin zit. Er is altijd een positieve en negatieve controle en de hoeveelheid kleur op het welletje wordt hiermee vergeleken. Afhankelijk van de hoeveelheid kleur wordt een uitslag positief of negatief. Het kan ook gebeuren dat er maar een lichte kleurreactie is opgetreden, ook dan zijn er sporen van zwoegerziekte of CAE gevonden. Als een individueel monster positief is, volgt er een vervolgonderzoek. De analist vraagt de afdeling Monsterverdeling om

6

een opslagmonster en voert opnieuw een ELISA-test uit (6). Bij poolmonsters is het niet direct duidelijk welk monster positief is. Daarom wordt er bij een positieve uitslag in zo’n geval eerst een individueel onderzoek gedaan van alle monsters in die pool. Als deze test weer positief is, volgt nogmaals een andere ELISA-test. De uitslag Het laboratoriumonderzoek zelf is een klus van slechts enkele uren, maar zorgvuldigheid is van groot belang. Daarom worden de uitslagen gecontroleerd door een tweede analist. Als alles klopt, worden de uitslagen geautoriseerd in het managementsysteem. Op deze manier heeft de afdeling automatisch alle uitslagen compleet en kan er een PDF gemaakt worden die vervolgens zo snel mogelijk naar de klant wordt gestuurd. MEER OVER DIGITAAL INSCHRIJVEN? WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/HOEWERKTDIGITAALINSCHRIJVEN

Schaap en Geit, februari 2018 - 17


wetenschap

Piet Vellema, sectormanager kleine herkauwers

BLUETONGUE (BLAUWTONG) Beschadigt de bloedvaten Symptomen Hoge koorts, zwelling en ontsteking van mond- en neusslijmvlies Laatste uitbraak in Nederland 2008

DREIGING BLUETONGUE TOEGENOMEN Het lukt Frankrijk niet om bluetongue (BTV) onder controle te krijgen. Verspreid over het land komen nu zo veel besmettingshaarden voor dat de autoriteiten hebben besloten per 1 januari 2018 het hele grondgebied als beperkingsgebied aan te wijzen. Door deze ontwikkeling neemt de kans op introductie van BTV in Nederland toe. Bluetongue is een virusziekte bij herkauwers die wordt overgebracht door verschillende Culicoides-soorten. Het virus vermeerdert zich in bloedvormende organen en in de cellen die de binnenbekleding van bloedvaten vormen. Beschadiging van bloedvaten leidt tot bloedstolling of het uittreden van bloedvloeistof en zwelling. Als de zwelling ernstig is en de bloedtoevoer wordt belemmerd, ontstaat zuurstoftekort en als gevolg daarvan soms een blauwe tong. Rundvee vormt het natuurlijke reservoir van het virus.

Zone (serotypes) G (12,4,16)

A2 (1,2,16)

I (1,4)

A3 (4)

J (1)

A4 (1,4,8,16)

T (1,2,4,8,16)

AS (1,3,4,16)

X (4,16)

A6 (1,4,16)

Y (8,4)

A7 (4,16,8) A8 (16)

Uitbraak 2006 In augustus 2006 kreeg Nederland voor de eerste keer te maken met een uitbraak van bluetongue en het virus dat dit veroorzaakte was BTV-8, een virustype dat daarvoor niet eerder in Europa was voorgekomen. In 2007 kwam bluetongue terug, niet alleen eerder in het jaar, maar ook veel uitgebreider en veel heftiger: meer besmette bedrijven, meer zieke dieren per bedrijf en meer sterfte. Alleen al in de tweede helft van 2007 stierven ruim 27.000 schapen aan bluetongue. Na 2008 zijn geen uitbraken meer vastgesteld in Nederland.

WAT IS BLUETONGUE? Bluetongue of blauwtong is een virusziekte van herkauwers die wordt overgebracht door verschillende culicoidessoorten. Het virus vermeerdert zich in bloedvormende organen en in cellen die de binnenbekleding vormen van bloedvaten. Beschadiging van bloedvaten leidt tot bloedstolling of het uittreden van bloedvloeistof en zwelling. Bij ernstige zwelling en circulatieproblemen kan zuurstoftekort ontstaan en als gevolg daarvan soms een blauwe tong. Daaraan ontleent de ziekte haar naam.

18 - Schaap en Geit, februari 2018

Consequenties van de Franse situatie In Frankrijk komt BTV-8 voor sinds september 2015. Hoewel dit virustype veel overeenkomsten vertoont met het type dat in 2006 en volgende jaren voor grote problemen heeft gezorgd, doen zich in Frankrijk kennelijk niet veel verschijnselen voor. Sinds december 2017 komt naast BTV-8, ook BTV-4 voor, waarschijnlijk geĂŻmporteerd vanaf Corsica. Door het per 1 januari 2018 aanwijzen van het hele Franse grondgebied als beperkingsgebied gelden geen beperkingen meer voor het vervoer van herkauwers. Tegelijkertijd is ook gestopt met de verplichte vaccinatie. Door deze ontwikkeling neemt de kans op mogelijke introductie in Nederland toe. Wij adviseren schapen- en geitenhouders niet om nu al te gaan vaccineren, maar wel om terughoudend te zijn met import van dieren en om de berichten over bluetongue nauwkeurig te volgen.


Anita Werkman, segmentmanager kleine herkauwers

product

Abortus­pakket Schaap en Geit Het optreden van abortus is vervelend. Niet alleen omdat het geld kost, maar ook omdat het mogelijk besmettelijk is en overgedragen kan worden van dier naar mens. Het belang van een diagnose is groot, zodat er tijdig kan worden ingegrepen. Met het Abortuspakket Schaap en Geit neemt u daarom sinds kort zelf op eenvoudige en laagdrempelige wijze een tweetal swabs uit de keel van de verworpen vrucht en stuurt u deze in naar GD voor onderzoek. Abortus, een vroeg- en doodgeboorte van lammeren bij schapen en geiten, is vanwege de fokkerijverwachting en verminderde inkomsten vervelend voor u als schapen- of geitenhouder. De oorzaak van abortus kan besmettelijk of niet-besmettelijk zijn. Wanneer u te maken krijgt met abortus is het belangrijk hier aandacht aan te besteden en te achterhalen wat de oorzaak is. Wanneer zich meerdere abortussen voordoen, is de oorzaak meestal besmettelijk en lopen uw andere dieren ook gevaar. Bovendien kan de ooi of de geit dan een van dier op mens overdraagbare aandoening bij zich dragen en een risico vormen voor de mensen die met het dier in contact komen. Daarom is het bij abortus belangrijk om snel in te grijpen. Dit kan door vrucht en nageboorte in te sturen voor pathologisch onderzoek, onderzoek met het abortuspakket of door bloedonderzoek. Het abortuspakket Met het abortuspakket kunt u door het nemen van twee diepe keelswabs bij de verworpen vrucht (verkrijgbaar via uw dierenarts of via www.gdwebshop.nl) laagdrempelig de oorzaak van de abortus onderzoeken. Zo krijgt u van de meest voorkomende besmettelijke bacteriële oorzaken een goede indicatie of ze op uw bedrijf aanwezig zijn. Het abortuspakket is zeer geschikt als de nageboorte ontbreekt.

Aandachtspunten en tips • Een afwijkend aantal abortussen is meldingsplichtig (zie www.nvwa.nl; NVWA meldkamer: 045-5463188) • Neem hygiënemaatregelen, zowel voor mens als dier • Bied abortusmateriaal aan voor pathologisch onderzoek of ter destructie.

Werkwijze Stuur de swabs samen met een inzendformulier ‘Monsters Kleine Herkauwers’ (www.gddiergezondheid.nl/formulieren) naar GD. Neem voor het bespreken van uw uitslag contact op met uw dierenarts of de GD Veekijker (0900-7100000). MEER INFORMATIE EN EEN PRAKTISCH FILMPJE VINDT U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ABORTUS

Schaap en Geit, februari 2018 - 19


EEN OPTIMALE START

De kraamkamer

20 - Schaap en Geit, februari 2018


Karianne Lievaart-Peterson, dierenarts kleine herkauwers

Het spannende moment is daar: de geboorte zet in. Gaat alle inspanning tot nu toe beloond worden, heeft de ram zijn werk gedaan, heeft mijn voerbeleid het gewenste effect en werpt mijn voorbereiding letterlijk zijn vruchten af? Als het eindelijk zover is, is er weinig meer te veranderen aan deze voorbereidingen. Dan is het tijd om te focussen op het geboorteproces en te zorgen voor de ooi en lammeren. In Nederland lammert het merendeel van de schapen binnen af. Vaak wordt hierbij de ooi, die zich aanvankelijk in groepshuisvesting bevindt, vlak voor, tijdens, maar bij voorkeur na de geboorte apart in een kraamhok gezet. Kraamhokken zijn in het algemeen ruim twee vierkante meter groot en iets minder dan een meter hoog. Ze zijn vast of demonteerbaar middels koppelsluitingen en zijn er in hout of (gegalvaniseerd of verzinkt) metaal, met (horizontale) spijlen en/of gaas, maar ook met en zonder houten of kunststof afscheiding op lammerhoogte. Deze afscheiding houdt tocht tegen en vormt een (beperkte) barrière tussen de buren.

diergezondheid

umtinctuur. Als de navels te kort bij de buik zijn afgescheurd is het soms nodig hier een hechting of klemmetje op te zetten; dit om te voorkomen dat er bacteriën via de navelstreng het lichaam van het lam binnendringen. Als de natuur haar werk doet zal de ooi de lammeren vlot drooglikken. Soms kan het nodig zijn de lammeren onder een warmtelamp te leggen om onderkoeling te voorkomen. De meeste lammeren staan binnen een half uur op en gaan dan op zoek naar de uier. Voldoende biest van goede kwaliteit is van onschatbare waarde.

Maar waarom eigenlijk een aparte hok? In de natuur zondert een ooi zich af van de kudde om te lammeren. Ze zoekt rust en privacy op en doet zo aan risicobeperking; zo wordt verstoring van het geboorteproces door koppelgenoten of roofdieren of het stelen van lammeren door hoogdrachtige ooien tegengegaan. Daarnaast is het ook goed voor de ooi-lam-binding. Voor houders is een aflamhok handig, omdat u zo makkelijk toezicht kunt houden op het geboorteproces, het gedrag van ooi en lammeren, de water- en voeropname van de ooi. Ook kunt u zo gemakkelijker hygiënisch werken. Na de geboorte is het zaak de navel van de lammeren te controleren en zo snel mogelijk te ontsmetten, bij voorkeur met jodi-

Schaap en Geit, februari 2018 - 21


L&S Muesli Volledige Lammeren & Schapen Muesli voor de fokkerij • zeer smakelijke muesli met ontsloten granen, hoogwaardige eiwitten en extra vezels • snelle eerste opname, minder kans op pensverzuring • ruime gehalten aan vitaminen, mineralen en sporenelementen • aangepaste Calcium-, Fosfor- en Magnesiumvoorziening: minder kans op melkziekte, kopziekte of urinestenen • kan uitstekend gebruikt worden om ad libitum te voeren

ZONDER KOPER Van Boer tot Boer

03-02-2015

13:33

Pagina 1 Vraag uw HAVENS-dealer www.schapenvoeders.nl - tel. (+31) 0478 638 238 of info@havens.nl

Voor een gezonde lammerrij

Samen werken aan diergezondheid

GOED RUWVOER MET CRYSTALYX ERBIJ DE IDEALE COMBINATIE VOOR UW DRACHTIGE OOIEN!

Crystalyx is een gemineraliseerd voedingsblok als geen ander. Ideaal te gebruiken vóór en tijdens het lammerseizoen. Crystalyx bevat: - Extra hoge energie: 16 megajoules - Proteïnen 17 % - Vitaminen, mineralen en sporenelementen - Bevat nagenoeg geen vocht, 99% droge stof

Bezozeek on

e Nieuwte Websi

Crystalyx geeft: - Extra penswerking en ruwvoederopname - Aanvulling van rantsoentekorten - Bevordert de biestkwaliteit - Vitale lammeren - Waar voor Uw geld - Rust in de stal

Chlamydia Check Weet wat er speelt Samen werken aan diergezondheid

Deelnemer Chlamydia Check Dit bedrijf heeft dieren onderzocht op de bacterie Chlamydia abortus

Meer informatie bij: Exclusief importeur voor Nederland en België Van Boer Tot Boer, Numansdorp 0186-575578 of 06-51193127 Email: info@vanboertotboer.nl Website: www.crystalyx.nl

Chlamydia abortus is één van de belangrijkste oorzaken van besmettelijke abortus bij schapen en geiten. Daarnaast is de kiem overdraagbaar van

ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE?

dieren op mensen en vooral voor zwangere vrouwen is deze kiem een risico. Wilt u met een gerust hart uw bedrijf openstellen voor publiek en bij verkoop van dieren aantonen dat u actief met onderzoek op chlamydia bezig bent? Dat kan met de Chlamydia Check. Ga voor meer informatie en aanmelden naar

Neem contact op met: Marcel Koot T+31 (0)314 - 355 852 E marcel.koot@dock35media.nl I www.dock35media.nl

www.gddiergezondheid.nl/chlamydia GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


de boer op

100% ‌ARR/ARR

GD heeft in 2017, net als in voorgaande jaren, een steekproef uitgevoerd in het kader van de borging van het certificeringsprogramma voor scrapie. In samenwerking met verschillende stamboeken kregen houders van veel binnen het stamboek ingezette dekrammen voorheen de mogelijkheid om het genotype van dieren met een zogenoemd papieren genotype te laten controleren. Dit jaar gaat het iets anders en is er gekozen voor een aselecte steekproef. Net als bij de eerdere steekproeven bleken alle gecontroleerde rammen het gewenste ARR/ARR genotype te hebben. Zodoende zijn wederom geen onvolkomenheden vastgesteld. GD bedankt deelnemende schapenhouders voor hun medewerking aan de steekproef van 2017. MEER HIEROVER OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/SCRAPIE

vraag & antwoord

VRAAG: KAN IK METEN OF MIJN LAMMEREN VOLDOENDE BIEST HEBBEN GEHAD? ANTWOORD: KARIANNE LIEVAART-PETERSON

Een goede biestvoorziening is essentieel voor een goede start van uw pasgeboren lammeren. Met de biest worden beschermende afweerstoffen (IgG) opgenomen die belangrijk zijn voor de afweer tegen ziekteverwekkers in de periode dat het eigen immuunsysteem van het jonge dier nog in ontwikkeling is. Vooral in de eerste uren na de geboorte zijn de darmen van het pasgeboren dier goed doorlaatbaar voor IgG. Daarom is het belangrijk dat ze kort na de geboorte tijdig en voldoende goede kwaliteit biest binnenkrijgen. Om te controleren of dat gelukt is kan met behulp van de Biestopnamecheck (geit) of het Pakket Elektroforese (schaap) IgG gemeten worden in het bloed van de lammeren. Zo wordt zicht-

baar of er voldoende biest aanwezig is. GD adviseert u, vooral als u koppelproblemen zoals gewrichts- en hersenvliesontsteking heeft, een steekproef van ten minste vijf lammeren in de leeftijd van bij voorkeur twee, maar mogelijk tot vijf, dagen te nemen. Lammeren die te weinig antistoffen hebben binnengekregen omdat de biest niet goed was, de biest te laat is gegeven en/ of omdat er te weinig is gegeven, hebben een aanzienlijk grotere kans op problemen zoals diarree, luchtwegproblemen, zwakte en sterfte. Inzicht in het biestmanagement is daarom van groot belang.

MEER OVER DE BIESTOPNAMECHECK WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ BIESTOPNAMECHECKGEIT

Schaap en Geit, februari 2018 - 23


diergezondheid volgens Adrie de Wild - van Maurik Drie Toggenburgers en twee witte melkgeiten: meer heeft Adrie de Wild – van Maurik naar eigen zeggen niet nodig. Alles in zijn stallen moet voldoen aan de laatste criteria. “Een dier moet alles krijgen wat hem toekomt. Kwaliteit staat bij mij altijd boven kwantiteit.” De liefde voor geiten zat er bij Adrie al jong in. Als kind groeide hij op op een schapenbedrijf. Ook leuk, maar zijn hart lag bij de geiten. Zijn ouders vonden geiten in die tijd minderwaardig, maar er liepen er toch een paar rond. “Op een gegeven moment gingen de schapen lammeren en werd een aantal lammeren verstoten. Toen ik de lammeren bij mijn geiten kon zetten, waren mijn ouders om.” Diergezondheid hoogste prioriteit De passie om het beste voor zijn dieren te willen is altijd gebleven. “Op een gegeven moment stopten mijn ouders met het bedrijf, maar ik kon het niet overnemen. De kudde is weggegaan, maar het blijft altijd in je hart zitten.” Toen hij trouwde met zijn partner Peter, ook een groot dierenvriend met dezelfde passie, begon hij weer over geiten te praten. Zo kwamen de Toggenburgers op zijn pad. Eén ding stond vast: de gezondheid van de dieren wordt de hoogste prioriteit. “Als verzorger ben je daartoe verplicht, of je nou klein- of grootschalig houdt. Ik zou wel vijftig geiten willen hebben, maar het moet financieel haalbaar zijn en ik wil ze persoonlijke aandacht kunnen geven.” Daarom schakelt Adrie veel met GD en zijn dierenarts. “Deze begeleiding is heel fijn. Zo weet ik altijd precies wat ik moet doen en waar ik me aan moet houden.” Bijzondere bok Toen Adrie de Toggenburgers eenmaal had, wilde hij er iets meer mee. “Nu zijn veel Toggenburgers heel licht, terwijl ze eigenlijk chocoladebruin horen te zijn. Daarom wilde ik graag een zwarte Toggenburger-bok op mijn eigen geiten zetten.” Dit is waar Hugo van O’dam in beeld kwam. “Ik was op zoek naar de oude fok, want als je kwaliteit wilt, moet je zoeken. Het was liefde op het eerste gezicht toen ik Hugo tegenkwam en ik was dan ook heel trots toen hij eenmaal bij mij in de stal stond.” Sinds deze kleurslag is toegelaten is bok Hugo de eerste Nederlandse zwarte Toggenburger-bok die staat ingeschreven bij het NOG en dat vindt Adrie echt iets om trots op te zijn. Dat zijn Toggenburgers nu hebben gelammerd van deze bijzondere bok, en dat er dus een nieuwe bloedlijn wordt gecreëerd, is voor hem juist nu extra bijzonder. Eind december is Hugo namelijk door een indringer zodanig toegetakeld dat hij is overleden. “Hugo was echt mijn maatje en daarom ben ik zo blij dat er nageslacht is. Je krijgt een product dat je op een gegeven moment terug in de wereld stuurt en waarover je kunt zeggen: ‘Kijk, dat zijn wij!’ en daar zal ook altijd een stukje Hugo inzitten. Want wat er nog wel staat is een lot uit de loterij en ik ben de prijswinnaar. Dat heb ik door Hugo gekregen.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.