Schaap en Geit 18 - oktober 2018

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

GD-magazine - oktober 2018 - nummer 18

schaap en geit

REPORTAGE

Hobbyfokster zorgt voor export Nederlandse schapen naar Rusland

DIERGEZONDHEID

Tot in oktober kans op haemonchose

MONITORING

Schapen- en geitenpest in Bulgarije


Pour-On voor jongvee, vleesvee en melkvee


voorwoord

AFRIKAANSE VARKENSPEST In België is bij meerdere wilde zwijnen Afrikaanse varkenspest (AVP) vastgesteld, zo meldde de Belgische overheid op 13 september. AVP is een virusziekte die oorspronkelijk uit Afrika komt en sinds 2014 in Oost-Europa voorkomt. De melding van onze zuiderburen betekent dat het virus een grote sprong heeft gemaakt en de infectie waarschijnlijk niet het gevolg is van contact met geïnfecteerde dieren uit de bekende besmette gebieden. Het AVP-virus is zeer resistent en blijft lang infectieus in rauwe vleesproducten. De NVWA waarschuwt daarom om geen vleesproducten mee te nemen uit besmette gebieden en geen etensresten achter te laten in de natuur.

Bij veel dierziekten is direct diercontact de belangrijkste oorzaak van insleep. Op de tweede plaats volgt contact van gevoelige dieren met materialen waarmee besmette dieren in contact zijn geweest, zoals veevervoermiddelen en klauwbekapboxen die van bedrijf naar bedrijf gaan. Op de derde plaats speelt de mens die niet van kleding en schoeisel wisselt een rol of, zoals we bij niet goed traceerbare insleep van CL op een schapen- of geitenbedrijf wel zeggen, ‘de bezoeker neemt de infectie op zijn klompen mee naar binnen.’ Natuurlijk kunnen Coxiella burnetii, de verwekker van Q-fever, en het bluetonguevirus in verschillende Culicoides-soorten zich kilometers door de lucht verplaatsen. Dit mag geen reden zijn om geen bio-veiligheidsmaatregelen te nemen. Een uitbraak van AVP zou voor iedere veehouder, dierenarts of andere erfbetreder de prikkel moeten zijn om de maatregelen aan te scherpen. Zo kan AVP indirect helpen om verdere insleep van CL, CAE, zwoegerziekte of wat dan ook te voorkomen of in ieder geval te beperken. Piet Vellema, sectormanager kleine herkauwers

inhoud

04 Actueel 06 Mineralen Bereikbaarheid

09 Monitoring: schapen- en geitenpest

U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Voor inhoudelijke vragen kunt u de Veekijker Schaap en Geit bellen tussen 15.00 en 17.00 uur op 0900 - 7100 000.

Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.

in Bulgarije

06

10 Haemonchose tot in oktober

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal

12 Rotkreupel

Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

15 Reportage: Russen kopen Nederlandse schapen via hobbyfokster Gea Krist

COLOFON Schaap en Geit is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren | Redactie René van den Brom, Carlijn ter Bogt-Kappert, Karianne Lievaart-Peterson, Piet Vellema en Anita Werkman | Beeldredactie Wendy van de Streek Eindredactie Tanja Slagter | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Marketing | Druk Senefelder Misset Doetinchem Abonnementen Schaap en Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (drie nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 17,75 euro (excl. btw) | Advertenties Dock35 Media, T. 0314-35 58 52 Verschijningsfrequentie drie keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

19 Dierenartsen uit Midden-Oosten en Afrika op bezoek

15

20 Uit het lab: Digitaal inschrijven 23 De boer op 24 Diergezondheid volgens Martin van Walhout

19

Schaap en Geit, oktober 2018 - 3


SchaapKompas

Nieuwe dierenarts Sander Prins Dierenarts Sander Prins is op 1 juni 2018 begonnen bij GD. Hij is in opleiding als Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers en wordt in dit traject begeleid vanuit GD. Sander Prins komt twee dagen per week de sector kleine herkauwers versterken.

Keurmerk zoönosen Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn. Steeds vaker worden dierhouders, bij wie de dieren contact hebben met mensen, geconfronteerd met de vraag welk risico de dieren vormen voor bezoekers. Om aan te tonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en om de kans op besmetting te beperken, bestaat het GD Keurmerk Zoönosen. Dit keurmerk bestaat uit een checklist die u samen met uw dierenarts invult. Deze lijst levert een score op per onderdeel en laat zien welke punten in aanmerking komen voor verbetering. Bij een score van 60 procent of hoger ontvangt uw bedrijf een keurmerkbordje met daarop het keurmerkzegel voor dat jaar. Meld u nu aan voor 2019 en profiteer het hele jaar van uw keurmerk. MEER OVER WWW.KEURMERKZOONOSEN.NL

4 - Schaap en Geit, oktober 2018

Wanneer u wordt geconfronteerd met gezondheidsproblemen bij uw schapen, worden deze problemen vaak ad hoc opgelost. Een dergelijke aanpak resulteert in een lager rendement en minder plezier van de schapen dan mogelijk zou kunnen en moeten zijn. Dat moet toch anders kunnen? Het terugblikken én vooruitkijken helpt om problemen voor te zijn en een visie met streefgetallen te ontwikkelen voor uw bedrijf. Met ‘SchaapKompas’ heeft GD een innovatief product ontwikkeld waarmee u in één oogopslag inzicht krijgt in de gezondheid en het rendement van uw schapen. Het product is zowel geschikt voor de professionele als voor de hobbymatige schapenhouder.

Dit nieuwe product won een innovatieprijs op de Dag van het Schaap. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.SCHAAPKOMPAS.NL

Mooiste geit van Nederland Knoalster Nataly, de Boergeit van Engel Kupers uit Nieuwe Pekela, mag zich twee jaar lang de mooiste geit van Nederland noemen. Tijdens de Dag van het Schaap in juni in Ermelo werd ze verkozen tot Geit van de dag. GD sponsort deze prijs en feliciteert de winnaar.


actueel

Praktijkgerichte cursus Opfok en Voeding GD en Vakblad Geitenhouderij organiseren in december 2018 een cursus Opfok en Voeding voor de (melk)geitenhouderij. Deze cursus is de basismodule voor de onderwerpen opfok en voeding en wordt gehouden bij GD in Deventer. De patholoog laat u onder andere live zien hoe de voormagen van een lam en van een volwassen dier eruit zien. Wat verandert hieraan tijdens de groei? De capaciteit van de lebmaag heeft natuurlijk ook invloed op de hoeveelheid biest die je een lam kunt voeren. De pensontwikkeling is essentieel voor de productie van het volwassen dier. Kortom: wat betekent het om een voormagenstelsel te hebben? Piet Vellema, dierenarts Kleine Herkauwers bij GD, zal u hierin meenemen. Na het volgen van de basismodule in december kunt u zich medio april verbreden en verdiepen met de modules ‘opfok’ of ‘voeding’. Deze modules worden regionaal aangeboden. KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN AANMELDEN OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/CURSUSMELKGEITENHOUDERIJ.

Mineralen optimaliseren Optimaliseren is het toverwoord, ook als het om de mineralenvoorziening gaat. Minimaliseren kan tot tekorten leiden en maximaliseren tot overmaat, of zelfs vergiftiging van dieren. Of het rantsoen voldoet, is uit te rekenen als er voldoende gegevens bekend zijn. Bij (melk)geiten en (melk)schapen kunt u via individuele of gepoolde melkmonsters of tankmelkmonsters een mineralencheck uitvoeren. Daarnaast is de mineralenbalans van koper, zink, selenium, fosfor en jodium bij zowel schapen als geiten eenvoudig te meten in het bloed. Op onze website leest u alles over het optimaliseren van mineralen bij schapen en geiten.

Goed om te weten… Heeft u monster- of sectiemateriaal dat u zelf wilt afleveren bij GD? Hiervoor kunt u terecht aan het volgende adres: Rigastraat 25, 7418 EW Deventer. Vanaf dit punt volgt u de borden ‘Monster afgifte’ of ‘Afgifte sectiemateriaal’. U kunt uw auto parkeren op de daarvoor aangewezen plekken en vervolgens naar één van de twee servicebalies lopen. Hier helpen onze medewerkers u graag verder.

MEER OVER WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/MINERALENSCHAAPGEIT

Nieuw e-mailadres? Geef het ons door! Op steeds meer plekken in het buitengebied wordt glasvezel aangelegd. Een mooie ontwikkeling! Voor veel veehouders betekent dit dat ze een nieuw e-mailadres krijgen. Omdat steeds meer veehouders aangeven onze communicatie digitaal te willen ontvangen, is het van belang dat wij uw juiste e-mailadres hebben. U kunt dit controleren op www.veeonline.nl: op het homescherm onder het kopje ‘mijn bedrijf’ staan uw contactgegevens. Wilt u het ons laten weten als wij uw e-mailadres moeten aanpassen? Dit kan per mail naar brbs@gddiergezondheid.nl onder vermelding van uw relatienummer/UBN of door te bellen met onze klantenservice: 0900-1770, afdeling Klantdatabeheer. MEER OVER WWW.VEEONLINE.NL

Schaap en Geit, oktober 2018 - 5


VERSCHIL TUSSEN TEKORT EN OVERMAAT IS KLEIN

Monitoren mineralen is essentieel Bij twijfel over de juiste mineralenvoorziening zijn bij schapen koper, kobalt en selenium en bij geiten koper en selenium de eerste mineralen om onderzoek naar te doen. Monitoren kan op verschillende manieren. Voor het vaststellen van de actuele situatie van spoorelementen is bloed-, individueel melk-, of tankmelkonderzoek mogelijk. Bij bloed- en individueel melkonderzoek is zijn monsters van minimaal vijf dieren per groep nodig.

Leveronderzoek Veel spoorelementen hopen zich op in de lever. Bij problemen met de mineralenvoorziening adviseren wij om naast bloed- en melkonderzoek ook leveronderzoek uit te voeren. Dit kan door een dier voor pathologisch onderzoek aan te bieden of levers van slachtdieren te onderzoeken. Ook is onderzoek bij een levend dier mogelijk door het nemen van een leverbiopt. De uitkomsten van leveronderzoek geven een indruk van de mineralenvoorziening op de lange termijn. Koper De koperbehoefte van een dier is van verschillende factoren afhankelijk, zoals ras, leeftijd, groeisnelheid, stadium van de dracht en bij lacterende dieren van de melkproductie. Bij lacterende dieren wordt koper in de melk uitgescheiden. Een dalend of te laag kopergehalte in de melk is een goede indicator voor een tekort aan koper in het rantsoen of voor een overmaat aan stoffen die de koperbenutting negatief beĂŻnvloeden. Bij niet-melkgevende dieren kunt u bloedonderzoek doen. Een overmaat aan koper wordt niet uitgescheiden in de melk, maar opgeslagen in de lever. Langdurige stapeling kan leiden tot koperintoxicatie. De afgelopen maanden is GD een aantal keren benaderd in verband met problemen in de kopervoorziening. Onderstaande gevallen zijn daar voorbeelden van. Kopergebrek bij Texelaars Een schapenbedrijf maakte melding van het voorkomen van slapte in de achterhand (swayback) bij een aantal lammeren. Bij pathologisch onderzoek bleek sprake van te lage leverkoperwaarden, in combinatie met de typische afwijkingen in het ruggenmerg die passen bij dit probleem. Uit een nadere analyse bleek dat het koperaanbod in het rantsoen veel te laag was. Bovendien bleek het krachtvoer geen extra koper te bevatten omdat de leverancier bang was voor kopervergiftiging. Koper is een essentieel spoorelement voor schapen. Echter, de marge

6 - Schaap en Geit, oktober 2018


Piet Vellema, dierenarts kleine herkauwers

tussen een overmaat en een tekort is smal. Het bedrijf heeft het advies gekregen om niet alleen onderzoek bij de lammeren maar ook voeronderzoek uit te voeren. Op basis daarvan worden de kopergehalten in krachtvoer aangepast. Koperintoxicatie op schapenbedrijf Op een schapenbedrijf stierven in een week tijd tien van de 46 lammeren. De dieren werden sloom en stierven binnen enkele dagen na het ontstaan van de eerste klinische verschijnselen. Een van de dieren is aangeboden voor pathologisch onderzoek en daarbij werden de typische afwijkingen aangetroffen die passen bij koperintoxicatie: geelzucht, donkere nieren en donkere urine. Het leverkopergehalte was 3.381 ppm (parts per million, oftewel milligram per kilogram drogestof). Door de droogte was het ruwvoer op het betreffende bedrijf schaars en de lammeren kregen naast de beperkte hoeveelheid gras volop krachtvoer met een kopergehalte van ongeveer twintig ppm. Bovendien waren de lammeren nakomelingen van een Texelaar ram, terwijl in voorgaande jaren kruislingrammen waren ingezet als dekram.

mineralen

Koperintoxicatie op melkgeitenbedrijf Op een melkgeitenbedrijf stierven binnen enkele dagen vijf anderhalfjarigen. Een opvallende bevinding bij de op het bedrijf uitgevoerde sectie was geelzucht. De betreffende dierenarts benaderde de Veekijker met deze klachten en vermeldde dat naast de gestorven dieren meerdere dieren in dezelfde leeftijdscategorie ziek waren. Twee dieren werden opgestuurd voor pathologisch onderzoek en daarbij werden duidelijke geelzucht, donker verkleurde nieren en donkere urine waargenomen. Het leverkopergehalte van een van de twee dieren was 1.155 ppm. Daarmee was de diagnose kopervergiftiging duidelijk. Onduidelijk is waarom het tot nu toe alleen anderhalfjarigen betreft. Er wordt onderzoek gedaan naar mogelijke bronnen van de kopervergiftiging. Normaalwaarden Het leverkopergehalte van gezonde dieren is minimaal 75 ppm. Leverkoperwaarden van meer dan 800 ppm wijzen op koperstapeling en risico op kopervergiftiging.

Schaap en Geit, oktober 2018 - 7


CIDR OVIS AFLAMMEREN NAUWKEURIG PLANNEN

MAART ARI FEBRU DO

VR

ZA

ZO

DI 3 4 RI MA JANUA ZO 1 2 ZA 11 VR 10 DO 9 WO 8 7 DI MA 6 7 17 18 5 6 5 16 4 3 14 14 15 1 2 24 25 12 13 12 13 22 23 10 11 21 20 21 8 9 19 20 19 18 17 28 28 15 16 26 27 26 27 24 25 22 23 31 29 30 NI WO

DO

VR

ZA

ZO

MA

3 4 1 2 11 9 10 8 7 18 5 6 16 17 15 14 25 3 24 12 13 2 2 2 21 0 31 19 20 3 9 2 28 26 27

MA

DI

WO

JULI DO

VR

ZA

DI

2 3 9 1 16 1 23 30

ZO

MA

1 DI MA JU ZO ZA 8 VR 7 DO 6 WO 5 3 DI MA 3 4 14 15 1 2 MEI 2 ZO 13 ZA 10 11 12 VR DO 21 22 8 9 9 10 WO DI 19 20 6 7 5 6 MA 16 17 17 18 4 5 28 29 15 3 4 7 16 2 14 2 26 13 1 24 12 13 24 25 11 12 2 23 2 10 11 3 2 1 2 9 0 2 20 7 8 18 19 18 19 29 30 30 31 16 17 27 28 26 27 14 15 25 26 24 25 BER 3 2 NOVEM ZO ZA 21 22 VR DO 30 31 WO 4 DI 28 29 ER MA 2 3 OKTOB ZO 1 ZA VR 10 11 9 O DO W 8 7 DI 7 BER MA 17 18 5 6 5 6 SEPTEM ZO 15 16 ZA 3 4 14 VR 13 14 1 2 DO 24 2 12 13 3 12 WO 2 11 2 2 DI 1 2 10 2 1 MA 20 21 8 9 19 20 0 19 3 18 9 9 2 8 17 2 28 7 8 15 16 26 27 26 27 5 6 24 25 15 16 3 4 22 23 13 14 3 12 2 10 11 21 22 29 30 19 20 29 30 17 18 27 28 6 2 5 24 2

DE NIEUWE OPLOSSING VOOR INDUCTIE EN SYNCHRONISATIE VAN DE BRONST • Natuurlijk progesteron in een T-vormig device • Eenvoudig toedienen en verwijderen

WO

N EUW

• Nauwkeurig planbaar dekmoment Zoetis B.V. Postbus 81055 • 3009 GB Rotterdam www.zoetis.nl • info.nl@zoetis.com © 2018 Zoetis B.V. MM-03269

CIDR OVIS 0,35 g Vaginale Applicatie voor schapen •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 122218 -UDA. •Werkzame bestanddelen: Per device: progesteron 0,35 g, in een laagje siliconen rubberen elastomeer op een inerte “T-vormige” nylon drager. •Doeldier: Schaap (ooien). •Indicaties: Inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in niet-cyclische ooien gedurende het anoestrus-seizoen; inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in cyclische en niet-cyclische ooien om het fokseizoen te vervroegen; om te gebruiken in combinatie met eCG (PMSG). •Toedieningswijze en dosering: Vaginaal gebruik. Breng de device in met behulp van de applicator. 0,35 g progesteron per dier. De vaginale device 12 dagen op zijn plaats laten zitten, gevolgd door een injectie met eCG toegediend bij verwijdering van de device. Lees vóór gebruik de bijsluiter. •Contra-indicaties: Niet gebruiken: bij drachtige ooien; bij ooien met een abnormale of onvolwassen genitaaltractus of met genitale infecties. •Wachttijd: Vlees en slachtafval: nul dagen. Melk: nul uur. •Bijwerkingen: Vaak: lokale irritatie en afscheiding van ondoorzichtig geel slijm; soms: afscheiding van donkerrood/bruin slijm of slijm met vers bloed. Deze symptomen verdwijnen doorgaans zonder behandeling binnen 2 dagen na verwijdering van de device. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: De werkzaamheid en veiligheid is niet onderzocht bij zieke ooien met een BCS <2 of ≥ 4, of bij ooien die complicaties hadden bij voorgaande dracht of tijdens lammeren, of bij ooien die in de afgelopen 45 dagen gelammerd hebben. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Dieren in slechte conditie kunnen slecht reageren op de behandeling. De veiligheid is niet vastgesteld gedurende de lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Progesteron kan bijwerkingen op het voortplantingssysteem veroorzaken in geval van hoge of langdurige blootstelling. Draag handschoenen tijdens het inbrengen en verwijderen van het diergeneesmiddel. Zwangere vrouwen dienen gebruik van het diergeneesmiddel geheel te vermijden. Na gebruik de handen en blootgestelde huid wassen met water en zeep. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik van het middel. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking of op aanvraag beschikbaar bij de registratiehouder: Zoetis B.V. - Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (email: info.nl@zoetis.com).


APRIL DO

WO

VR

5 3 4 12 10 11 19 17 18 26 24 25

René van den Brom, dierenarts kleine herkauwers

US

AUGUST

A

WO

DI

DO

1 8 6 7 15 13 14 22 20 21 29 27 28 30 3 1

8 25

MA

DI

WO

3 4 10 11 17 18 24 25 31

monitoring

PESTE DES PETITS RUMINANTS

PPR vastgesteld in Bulgarije Op 23 juni werd melding gemaakt van het voorkomen van peste des petits ruminants (PPR), oftewel schapen- en geitenpest, op een schapenbedrijf in Bulgarije, nabij de Turkse grens. Sindsdien heeft de uitbraak zich verder verspreid. PPR is een ziekte die onder schapen, en vooral onder geiten, hoge sterftepercentages kan veroorzaken. Dit artikel gaat in op de achtergronden van PPR en hoe je de aandoening kunt herkennen. De verwekker PPR wordt veroorzaakt door een morbillivirus. Morbillivirussen veroorzaken ernstige ziekten bij mensen (mazelen) en bij verschillende diersoorten. Het virus tast het immuunsysteem aan, waardoor het dier vatbaar wordt voor infecties. Het virus is genetisch nauw verwant aan het virus dat runderpest veroorzaakt. Er zijn vier verschillende stammen van het PPR-virus beschreven. PPR is geen zoönose. Historie en voorkomen PPR is voor het eerst beschreven in 1942 tijdens een uitbraak in Ivoorkust. PPR is endemisch (een algemeen voorkomende ziekte) in Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Verschijnselen In koppels waar dieren geen weerstand hebben tegen PPR zal vrijwel de gehele koppel ziek worden en een groot deel van de koppel zal sterven. De incubatietijd bedraagt twee tot zes dagen. Dieren die de ziekte hebben doorgemaakt, hebben een actieve immuniteit die vermoedelijk levenslang is. De ernstig zieke dieren zijn algeheel ziek, hebben koorts, traanogen, neusuitvloeiing, irritatie en ontsteking van de slijmvliezen en luchtwegproblemen. Ze hebben soms ernstige diarree en drachtige dieren kunnen aborteren. Sterfte treedt zeven tot tien dagen na het begin van de eerste verschijnselen op door uitdroging en verhongering. Uitscheiding en verspreiding Zieke dieren scheiden grote hoeveelheden virus uit in verschil-

lende excreta (uitscheidingsproducten van het lichaam, zoals urine, ontlasting en speeksel). Uitscheiding van het virus start vier dagen na infectie. Besmetting treedt voornamelijk op via direct contact tussen dieren, maar ook indirecte diercontacten kunnen een rol spelen. Nederland importeert in toenemende mate kleine herkauwers uit Oost-Europa, maar bijna niet uit Bulgarije. Daarom is het risico op import van PPR in dit stadium verwaarloosbaar klein. Uitroeien van PPR is het doel In 2015 is door de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) en OIE (de Wereldorganisatie voor diergezondheid) een plan gemaakt om na de uitroeiing van runderpest tot uitroeiing van PPR te komen. Dit plan is in de jaren daarna verder uitgewerkt en is inmiddels beschikbaar. Het doel is dat PPR in 2030 is uitgeroeid. Aangifteplichtig PPR is een aangifte- en bestrijdingsplichtige ziekte op basis van artikel 15 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Elke verdenking van de ziekte dient te worden gemeld bij de NVWA (zie www.nvwa.nl).

Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Schaap en Geit, oktober 2018 - 9


diergezondheid

Piet Vellema, dierenarts kleine herkauwers

HAEMONCHOSE TOT IN OKTOBER? De zomer van 2018 was warm en droog. GD kreeg minder meldingen van haemonchose veroorzaakt door de lebmaagworm Haemonchus contortus, maar hoe deze lebmaagworm en andere maagdarmwormsoorten zich de komende maanden gedragen is niet bekend. Ervaringen uit 2003 kunnen misschien helpen. Omdat er bijna geen gras meer groeide, hebben veel schapenhouders hun dieren bij moeten voeren. Tot eind september was er nog steeds sprake van een neerslagtekort van 200 tot 300 milimeter. Klimaatverandering Het klimaat verandert. De verwachting is dat we vaker droge en warme zomers krijgen en meer regen in najaar en winter. Dit heeft consequenties; niet alleen voor de groei van gras en andere gewassen, maar ook voor uitbraken van dierziekten. Verandering van temperatuur heeft invloed op de Culicoidessoorten die virusziekten als als bluetongue overbrengen. Daarmee wordt de kans op uitbraken groter. De ontwikkeling

10 - Schaap en Geit, oktober 2018

van de leverbot gaat in het najaar langer door dan enkele decennia geleden en in combinatie met verhoging van het grondwaterpeil vergroot dit de kans op leverbotinfecties. Effect van droge zomer Over het effect van droge zomers op Haemonchus contortus is niet alles bekend. Tijdens de droge zomer van 2018 kreeg GD minder meldingen van haemonchose. Na de droge periode is de nodige regen gevallen, maar nog steeds is sprake van een behoorlijk neerslagtekort. De zomer van 2003 was ook warm en droog. De Universiteit van Utrecht deed in dat jaar onderzoek naar de consequenties van beweiding op de ontwikkeling van maagdarmworminfecties. Daarbij zagen de onderzoekers dat van de uitgescheiden eieren in juli en augustus een veel lager percentage zich ontwikkelde tot infectieuze larven, maar de larven die zich hadden ontwikkeld overleefden de droogte. Tot in oktober kregen lammeren in dat jaar massale Haemonchus contortus-infecties. Op basis van dit onderzoek en de bevindingen tot nu toe in 2018 is het aan te raden om tot in oktober bedacht te zijn op haemonchose. Mestonderzoek kan daarbij een goede ondersteuning zijn.


product

Piet Vellema, dierenarts kleine herkauwers

CAE- EN ZWOEGERZIEKTEVIRUS OP GROTE BEDRIJVEN

Voorkom snelle spreiding Spreiding van CAE en zwoegerziekte in een koppel gaat in de regel langzaam. Op bedrijven met veel dieren kan een infectie echter veel sneller spreiden dan normaal. Om zo’n snelle spreiding op grote bedrijven vroegtijdig te detecteren, is regelmatig onderzoek en een gerichte aanpak belangrijk.

gen naar ruim duizend dieren, meerdere bedrijven hebben zelfs vijfduizend dieren of meer. De afgelopen jaren is gebleken dat een infectie met CAE zich in een groter koppel duidelijk anders gedraagt dan in een kleiner koppel. Binnen een jaar na het vorige onderzoek bleken soms enkele tientallen procenten dieren seropositief te zijn geworden.

In het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw startte GD met de bestrijding van zwoegerziekte; tien jaar later volgde de bestrijding van CAE, de zwoegerziekte van geiten. Beide aandoeningen worden veroorzaakt door een virus dat ook wel small ruminant lentivirus wordt genoemd. Van dit virus bestaan verschillende varianten en een infectie met deze virussen gaat in de regel langzaam (oftewel ‘lenti’) door een koppel.

Bronnen Bij de introductie van een aandoening op een bedrijf zijn diercontacten het meest riskant. Vervolgens zijn de materialen waarmee dieren intensief in contact komen een bron van infectie, bijvoorbeeld veewagens en klauwbekapboxen. Daarna komen erfbetreders en bij sommige aandoeningen ook vogels als bron. Hygiëne is dus van groot belang, maar daarmee zijn niet alle uitbraken van CAE en zwoegerziekte verklaard.

Bij de start van de CAE-bestrijding had het gemiddelde melkgeitenbedrijf nog geen tweehonderd dieren. Dat aantal is nu geste-

Tankmelk Check CAE en zwoegerziekte • Spoort infecties in een vroeg stadium op. • Geeft uw eigen bedrijf maar ook bedrijven die bij u kopen een hoge mate van zekerheid. • Is een aanvulling op de certificering. WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/CAE

OF WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ZWOEGERZIEKTE

CAE-bewakingsonderzoek vond in het verleden elke twee jaar plaats. Op grote bedrijven is dat enkele jaren geleden al verhoogd naar jaarlijks onderzoek. Maar naarmate een bedrijf in omvang groeit, zou eigenlijk nog vaker onderzoek nodig zijn, omdat bij uitbraken op grote bedrijven in korte tijd veel dieren besmet kunnen raken. Daarom adviseert GD om op grote melkschapen- en melkgeitenbedrijven minimaal elk kwartaal tankmelkonderzoek uit te voeren met de Tankmelk Check CAE of zwoegerziekte. Dit onderzoek wordt positief als twee tot vijf procent van de dieren in een koppel seropositief is. Mocht dat zich voordoen, dan kan daarna snel gericht actie worden ondernomen om verdere spreiding te voorkomen.

Schaap en Geit, oktober 2018 - 11


product

Anita Werkman, marketing- en communicatieadviseur

ROTKREUPEL CHECK

Met vier gezonde klauwen op de grond De herfst is aangebroken: even op adem komen na een warme zomer. Maar let op: dit is dé tijd voor rotkreupel. Met de Rotkreupel Check van GD kunt u erachter komen of rotkreupel voorkomt op uw bedrijf. Rotkreupel is een vervelende, besmettelijke tussenklauwhuidaandoening die zorgt voor groeivertraging en verhoogd antibioticumgebruik. Bovendien tast een infectie het dierwelzijn aan. De aandoening wordt veroorzaakt door een samenspel van twee bacteriën: Dichelobacter nodosus en Fusobacterium necrophorum. F. necrophorum dringt in de door vocht verweekte opperhuid van de tussenklauwspleet binnen en veroorzaakt daar een ontsteking. D. nodosus ruimt met behulp van eiwitsplitsende enzymen eiwit op. Zo kunnen de bacteriën zich samen de diepte inwerken en het klauwhoorn ondermijnen. Herfst en lente De aandoening komt vaker voor in herfst en lente. De bacterie krijgt dan de kans om lang genoeg te overleven op het weiland of in het strooisel om overgebracht te worden van schaap op schaap. Tegelijkertijd kan vocht de tussenklauwhuid verweken, waardoor de weerstand tegen infecties afneemt. Vertrapte grond rond voerbakken, nat strooisel en droog, lang gras kunnen het risico verhogen. Rotkreupel Check De aandoening rotkreupel wordt regelmatig vermoed, maar diagnostiek wordt vaak niet uitgevoerd. GD heeft de Rotkreupel

12 - Schaap en Geit, oktober 2018

Check ontwikkeld waarmee de aanwezigheid van de rotkreupelbacterie op een bedrijf kan worden aangetoond. De Rotkreupel Check bestaat uit een pakket met daarin alles wat u nodig heeft voor het onderzoek: swabs, inzendformulier en verpakkingsmateriaal met retourenveloppe. Deelnemers kunnen zelf een monster nemen door een swab door de tussenklauwspleet te halen, of dit laten doen door de eigen dierenarts. GD onderzoekt de monsters en stuurt de uitslag naar de deelnemers. Aan de hand van de uitslag kan samen met de dierenarts een behandelplan opgesteld worden. Aanpak rotkreupel Voor bedrijven waar de rotkreupelbacterie rondgaat, zijn najaar en winter de beste momenten om rotkreupel goed aan te pakken: dan telt het bedrijf de laagste aantallen dieren. Wanneer de buitentemperatuur onder de 10 graden Celsius komt, vermeerdert de bacterie zich niet of bijna niet meer. Rotkreupel Check • Inzicht in het voorkomen van de rotkreupelbacterie • Eenvoudig te bemonsteren • Met gericht actie pakt u het probleem direct aan • Extra advies mogelijk bij problemen Vraag vrijblijvend advies via de Veekijker Kleine Herkauwers, telefoon 0900- 7100000.

MEER INFORMATIE WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ROTKREUPELCHECK


Samen werken aan diergezondheid

Behandelprotocol rotkreupel Rotkreupel is een vervelende besmettelijke tussenklauw­ huidaandoening die zorgt voor groeivertraging en verhoogd antibioticagebruik. Bovendien tast een infectie het dierwelzijn aan. Als de rotkreupelbacterie, Dichelobacter nodosus, is aangetoond op uw bedrijf kunt u met dit behandelprotocol de bacterie gericht gaan bestrijden. Bekap alle dieren zonder bloedingen te veroorzaken. Leg afwijkingen aan klauwen per dier vast. Ruim het weggesneden hoorn zorgvuldig op. Behandel aangedane dieren/ klauwen adequaat. Deel de dieren op basis van bevindingen en leeftijd in in groepen en breng ze na bekappen en behandelen op schone weide. 6. Ruim de dieren met misvormde klauwen op zodra ze niet meer kreupelen. 7. Laat dieren zonder afwijkingen door een doorloop voetbad met zinksulfaat lopen; herhaal dit een aantal maal gedurende een aantal weken.

8. Voor de schapen die geen afwijkingen leken te hebben geldt eenzelfde voetbadregime als voor de lammeren. 9. Zet schapen en lammeren met afwijkende klauwen in een stabad met zinksulfaat; doe dit voldoende lang en frequent. 10. Controleer na drie weken alle dieren, besnijd ze, selecteer aangedane dieren uit, pas voetbad toe en plaats ze in schone weide. 11. Houd de dieren die in het begin afwijkende klauwen hadden nog apart en behandel deze dieren, indien nodig, na het besnijden weer. 12. Controleer bovenstaande groep na weer drie weken en besnijd zonodig de klauwtjes opnieuw. 13. Bekappen, voetbaden en omweiden regelmatig herhalen in het jaar na de problemen. 14. Stel in overleg met uw dierenarts een vaccinatieplan op. 15. Pas strikte quarantaine toe van minimaal twee weken van alle aan te voeren dieren.

In grote koppels en in chronische gevallen blijft rotkreupel, zonder een stipt doorgevoerde behandeling, een vervelende kwaal die je gemakkelijk oploopt, maar waar je niet eenvoudig weer vanaf komt. Bij de laatste groep bedrijven is daarom het najaar en de winter het beste moment om rotkreupel goed aan te pakken: dan komen de laagste aantallen dieren voor op het bedrijf en de buitentemperatuur is zodanig laag dat rotkreupel zich niet of bijna niet meer uitbreidt.

Kijk voor de uitgebreide versie van dit behandelprotocol op www.gddiergezondheid.nl/rotkreupelcheck

Schaap en Geit, oktober 2018 - 13 8-18

1. 2. 3. 4. 5.


Tel. +31(0)342-786952 info@multiheat.eu • www.multiheat.eu

Kruidenrijk zaaizaad

• Gelijkdrukventilatie • Geen tocht bij de dieren • Droge stallen • Veel arbeidsgemak

Kruidenrijk zaaizaad

WARMWATER HEATERS • Warmtewisselaar met dubbele epoxycoating • Beschikbaar van 20 tot 110 kW • Perfecte verdeling van de warmte

Samen werken aan diergezondheid

Rotkreupel Check Met gezonde klauwen op de grond

Saladebuffet® • Diepwortelend • Droogteresistentie • Hoge productie

• Zonder Kunstmest • Hoge biodiversiteit • Tegen maag- en darmwormen

• Diepwortelend • Droogteresistentie • Hoge productie • Zonder Kunstmest • Hoge biodiversiteit • Tegen maag- en Bestel nu op www.puregraze.com of bel 0546-624005

ADVERTEREN darmwormen

IN DIT BestelMAGAZINE? nu op www.puregraze.com of bel 0546-624005 Neem contact op met: Marcel Koot T+31 (0)314 - 355 852 E marcel.koot@dock35media.nl I www.dock35media.nl

Het aantonen van de rotkreupelbacterie kan een stuk eenvoudiger. Met onze test toont u zelf met een swab aan of de rotkreupelbacterie Dichelobacter nodosus aanwezig is op uw bedrijf. Rotkreupel is een lastig te behandelen aandoening, die een zorgvuldige aanpak vereist. Ga voor aanmelden en meer informatie over de Rotkreupel Check met daarin de test en het behandelprotocol naar www.gddiergezondheid.nl/rotkreupelcheck

GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


reportage

DIERGEZONDHEIDSPROGRAMMA’S EN CERTIFICATEN BELANGRIJK BIJ EXPORT

Nederlandse hobbyfokster helpt Russen bij uitzoeken schapen

Het begon met een berichtje op Marktplaats: drie Kerry Hills te koop. Nu zorgt hobbyfokster Gea Krist uit Foxwolde ervoor dat tientallen Nederlandse schapen hun weg naar Rusland vinden. “En daar gaat best wel wat tijd in zitten”, weet Gea inmiddels. Vijftig Friese Melkschapen, negentig Suffolks, drie Zwartblessen, een Texelaar ram en tien Romanovs zijn half augustus op transport gezet naar Rusland. De dieren komen van 26 verschillende schapenhouders uit heel Nederland. Gea had hierbij een belangrijke rol: zij zoekt op verzoek van een Russische schapenhandelaar Nederlandse schapen voor verkoop aan de Russen. Het was de tweede keer dat Gea voor haar Russische contactpersoon in Nederland schapen uitzocht, de papieren regelde en het vervoer van de schapen naar Rusland coördineerde. De eerste keer ging het om een klein aantal, vooral hobbymatig gehouden schapen, maar de tweede keer wilde de Russische fokker veel meer. En er zullen meer keren volgen dat ze op zoek mag naar schapen voor de Russische schapenfokker, weet Gea nu al.

Schaap en Geit, oktober 2018 - 15


Er is heel wat administratief werk nodig voordat de schapen export kunnen.

Marktplaats “Ik had vorig jaar drie Kerry Hills op Marktplaats gezet en ik kreeg daar in het Engels een reactie op. Of ze nog te koop stonden en wat ik ervoor wilde hebben. En of ze konden komen kijken. Toen ze kwamen, bleken het Russen te zijn”, blikt Gea terug. “Dan kijk je wel even verbaasd en vraag je je af of het te vertrouwen is. Maar ze hadden zelf de quarantaine al geregeld en hebben direct betaald. Dat geeft wel vertrouwen.” De koop werd gesloten, de papieren geregeld en alles verliep naar tevredenheid. Ook voor de Russen: een vrouw van een jaar of 20 en haar ouders. “Ik werd een paar maanden later door diezelfde Russen gebeld met de vraag of ik voor ze op zoek wilde naar Nederlandse schapen.” De reden dat ze bij Gea aanklopten was vooral de taal. “De taalbarrière schrikt mensen snel af. Via mij is het vertrouwder omdat ik Nederlands ben.” Gea ging voor haar Russische contactpersonen via Marktplaats en stamboeken op zoek naar schapen, vooral Kerry Hills. Ze zoekt de schapen vooral bij Nederlandse hobbyisten. “Zij denken dan eerst ‘is dit wel te vertrouwen’, maar als ze horen dat alles geregeld wordt, van quarantaine en vervoer tot de benodigde papieren, dan vinden ze het wel best”, vertelt Gea. Bovendien krijgen ze er een mooie prijs voor. “Hobbyisten krijgen van de Russen voor hun schapen een prijs die hoger ligt dan de slachtprijs in Nederland. En de eigenaren zijn blij dat hun schapen in Rusland goed terecht komen.”

Honderden schapen gaan dankzij de Nederlandse Gea Krist naar Rusland.

16 - Schaap en Geit, oktober 2018

Diergezondheid Maar waarom komen de Russen helemaal naar Nederland voor schapen? Hebben ze geen schapen in eigen land? “Ze hebben in Rusland zeker wel schapen hoor”, lacht Gea. “Maar ik denk dat het komt door de uitstekende gezondheid van Nederlandse schapen. Ze weten dat ze gezonde schapen kopen van een hoge kwaliteit, dankzij de gezondheidsprogramma’s die we hier in Nederland hebben en de certificaten die daarbij horen. De programma’s van GD dragen daaraan bij; in Rusland zijn ze nog niet zo ver met gezondheidsprogramma’s”, legt de hobbyfokster uit. “En sommige rassen hebben ze inderdaad niet in Rusland. De Kerry Hill die ze van mij kochten, was de eerste die in Rusland terecht kwam.”

Coördinatie Alle schapen die Gea vindt, zet ze in een Excelbestand, samen met foto’s, afstammingsbewijzen, certificaten en gegevens van de stal. “Zo heb ik voor mezelf én voor de Russen alles overzichtelijk bij elkaar.” De Russen maken vervolgens zelf een selectie uit de schapen die Gea aandraagt. Ook voor de quarantainestal, Brouwer Export Cattle bv, is dit Excelbestand handig. Het regelen van de quarantaine is ook nog een heel karwei. “Ik ben in februari al begonnen met mijn zoektocht, er ging dus een best lange periode overheen voordat de schapen daadwerkelijk op transport gingen. Dat was wel lastig met plannen. Alle schapen in de vakantie in twee à drie dagen bij elkaar krijgen vergde wel wat coördinatie. De schapen moesten uit heel Nederland komen, van Noord-Holland tot Limburg en van Noord-Brabant tot Friesland. Maar de Russen kijken daar niet van op; voor hen zijn de afstanden in Nederland maar kleine stukjes.”


reportage

Tanja Slagter, redacteur

In augustus is er voor de derde keer een koppel schapen via Gea naar Rusland vertrokken, na een quarantaineperiode van een maand. Na eerst haar eigen schapen en vervolgens een koppel andere schapen geëxporteerd te hebben, is er deze keer een grote groep naar Rusland verscheept. Eind december kreeg Gea de opdracht om 120 Friese Melkschapen, 90 Suffolks, 2 Zwartblessen, 30 Romanovs en een Texelaar ram te zoeken voor de export. Dat was een moeilijke opgave. “Vooral die 120 Friese Melkschapen waren moeilijk te vinden. Niet iedereen wil zijn melkschapen kwijt, maar uiteindelijk heb ik er vijftig gevonden. Ook de Romanovs waren moeilijk te vinden. “In Nederland is slechts één fokker die scrapie- en zwoegervrij fokt. Ik heb tien van deze schapen gevonden.”

kwijt is aan de zoektocht en het regelwerk, vindt ze het wel de moeite waard. “Het kost meer dan het oplevert, maar ik vind het leuk om contact te houden met de schapenhouders. En nu ik weet waar ik zijn moet voor alle regelzaken, gaat het wel sneller. Ik kan ook de mensen weer benaderen waar ik al eerder contact mee gehad heb en dat scheelt mij ook veel tijd. Bovendien krijg ik de medewerking van stamboeken. Zij kennen mij nu en weten dat ze de schapen kwijt kunnen voor een mooie prijs.”

“Vanaf het moment van verkoop tot aan de quarantaine staan de schapen bij de mensen en moet er voer betaald worden” Maar bij het vinden van de schapen eindigt het werk niet voor Gea. “Er gaat heel veel tijd zitten in het papierwerk en daar wist ik niet veel vanaf. Dat moest ik dus allemaal uitzoeken. Gelukkig staat er veel informatie op de website van GD, maar voor een particulier zoals ik is dat nog best wel ingewikkeld.” Ook de lange tijd tussen het zoeken – en vinden – van de schapen en het daadwerkelijke transport was een extra punt van zorg. “Vanaf het moment dat de verkoop beklonken is tot het moment dat de schapen in quarantaine gaan, staan de dieren nog wel bij de mensen en moet er dus voer betaald worden. Als de schapen aan een Nederlandse koper verkocht zouden worden, zijn de mensen het dier meteen kwijt en hebben ze direct het geld. Daarom vragen we aan de Russen wel een aanbetaling en voerkosten.” Gea denkt dat ze twee keer per jaar een verzoek van de Russen kan verwachten om Nederlandse schapen te zoeken voor export. “In het voorjaar zullen het vooral lammeren zijn en in het najaar de oudere schapen van hobbyrassen.” Hoewel ze veel tijd

Gea Krist houdt hobbymatig Kerry Hills en Friese melkschapen.

Schaap en Geit, oktober 2018 - 17


INVESTEER IN JE SCHAPEN • VERHOOG JE RENDEMENT • SHEEP BULLET ISC

VERBETERDE VITALITEIT VAN DE LAMMEREN

€ €

HOGER GEBOORTEGEWICHT PER LAM

MEER LAMMEREN PER OOI

€ €

EENMAAL TOEGEDIEND, 6 MAANDEN WERKZAAM. GEGARANDEERDE, GECONTROLEERDE GIFT PER DAG.

VERKRIJGBAAR BIJ UW DIERENARTS, BETERE AGRARISCHE HANDEL OF BESTEL OP WWW.BOERENWINKEL.NL


Eveline Peereboom, businessmanager farmacie

educatie

ZOETIS-CURSUS

Internationale cursisten bij GD

GD Academy ontving eind juni twee groepen buitenlandse dierenartsen in Deventer. De dierenartsen zijn klanten van Zoetis Africa Middle East (AfME) en volgden bij GD trainingen op het gebied van gezondheid en diagnostiek bij schapen en geiten.

De trainingen zijn gegeven in samenwerking met Zoetis en de deelnemers kwamen uit Egypte, Libanon, Dubai, Saudi-ArabiĂŤ, Koeweit, Qatar, JordaniĂŤ, Turkije, Iran, Uganda en Nigeria. Het programma van de training voor kleine herkauwers werd in samenwerking met Mohamed Abdeen, Technisch en Marketing Manager Zoetis AfME op maat gemaakt. De onderwerpen varieerden van luchtwegaandoeningen, parasitaire infecties en caseous lymfadenitis tot abortus en monitoringsmethoden. Na twee dagen van interactieve en levendige theorie gingen de deelnemers op pad voor een tweetal praktische bedrijfsbezoeken op Texel, het eiland dat de thuisbasis is voor het beroemde schapenras, de Texelaar. Direct toepasbaar De deelnemers gingen na afloop van de training naar huis met praktische informatie en wetenschappelijke achtergronden, die zij direct konden toepassen in hun dagelijkse werkzaamheden. MEER OVER GD ACADEMY WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/GDACADEMY

Schaap en Geit, oktober 2018 - 19


Digitaal inschrijven met Reader Speciaal voor schapen en geiten heeft GD sinds kort een reader die het digitaal inschrijven van monsters een stuk gemakkelijker maakt. Dierenarts Mark Bertens is enthousiast over het apparaat. Papierloos werken wordt steeds populairder. Steeds meer werkzaamheden gaan digitaal; niet alleen op kantoor, maar ook in de stal. Dierenarts Mark Bertens van Dierenartsen Midden Brabant in Diessen weet dat als geen ander. Hij gebruikt een reader die het digitaal inschrijven op VeeOnline nóg gemakkelijker maakt. “Ik werk sinds het begin van de pilot, nu zo’n drie jaar geleden, met digitaal inschrijven”, vertelt Mark. “En het werkt ideaal.” In het begin van de pilotfase waren er nog wel dingen die omslachtig en traag werkten, maar die zijn inmiddels verbeterd. Nu is het echt een aanwinst.” Mark gebruikte digitaal inschrijven tot nu toe vooral bij het tappen van monsters bij runderen. “Ik tap het bloed en schrijf de gegevens op het monsterbuisje, zodat ik die achteraf bij de veehouder aan de keukentafel kan scannen met behulp van de bluetooth scanner.” Diernummers en barcodestickers Deze werkwijze gaat al vele malen sneller dan de oude manier, waarbij de dierenarts werkt met lange lijsten met diernummers en stickers. De juiste diernummers moesten op de barcodestickers gezocht worden, wat al een heel werk op zich was. Vervolgens moest alles naar GD gestuurd worden voor de verdere verwerking. “En die geschreven nummers waren regelmatig niet goed te lezen”, vertelt Mark. Dat probleem is dankzij digitaal inschrijven verleden tijd.

20 - Schaap en Geit, oktober 2018


uit het lab

Tanja Slagter, redacteur

Transparant Doordat Mark bij de veehouder digitaal inschrijft, ontstaat er ook een stukje transparantie. “De klant kan precies zien hoe lang ik bezig ben met het inschrijven.” Robuuste mobiele telefoon De nieuwe reader is geschikt om in de stal te gebruiken. De dierenarts opent Veeonline op de reader, een robuuste mobiele telefoon. Hij scant dan met de reader de dieren via de chip, en het monster via de barcode De mogelijkheid om zowel de dieren als de monsters te scannen met dezelfde reader, en gelijk in te schrijven is uniek.

Reader Sinds kort heeft GD een reader beschikbaar om het digitaal inschrijven te vergemakkelijken. Met deze reader kun je: • zowel het dier als de barcode van een buis scannen; • direct in de stal inschrijven, omdat de reader is uitgerust met een SIM-kaart. Voordelen: • geen fouten in diernummers; • geen gedoe met stickers; • gelijk de juiste onderzoeken selecteren; • robuuste, relatief kleine reader. Wil je hier ook gebruik van maken? Neem contact op met GD via 0900-1770, optie 3.

Nadeel is dat het minder goed werkt als de internetverbinding slecht is. Maar aangezien de reader is uitgerust met een simkaart en dus gebruikt maakt van het normale mobiele netwerk, zal dit weinig problemen geven. Tot nu toe scant Mark Bertens de dieren bewust niet in de stal. “Dan kan het apparaat vies worden, of ik laat het vallen in de mest… Niet handig. Bovendien is de internetverbinding in de stal misschien niet altijd even goed, maar bij de veehouder aan de keukentafel wél.” Met de nieuwe reader zou hier verandering in kunnen komen. Onbekend maakt onbemind? Veehouders keken in het begin wel raar op als Mark met de bluetooth scanner aankwam op een bedrijf. “De meeste mensen zag je denken ‘Hee, iets nieuws, dat is interessant’. Maar er waren ook veehouders, met name de oudere, die een beetje achterdochtig toekeken”, lacht Mark. Maar ook zij zagen snel de positieve kanten. “Ze konden ter plekke zien wat er gebeurt als de monsters ingeschreven werden in VeeOnline. Dat is natuurlijk heel mooi.“ Digitaal inschrijven In Veeonline is voor zowel de veehouder als dierenarts veel informatie te vinden, zoals laboratoriumuitslagen en aansturingen voor geplande onderzoeken. Ook is het mogelijk om in Veeonline monsters digitaal in te schrijven. Papieren inzendformulieren en stickers zijn dus niet langer noodzakelijk.

MEER OVER DIGITAAL INSCHRIJVEN WWW.VEEONLINE.NL

Schaap en Geit, oktober 2018 - 21


Advertorial

Rust bij de dieren door full spectrum zonlicht verlichting met ionisatie Dat merken geitenhouders op met de producten van FreshlightAgri. Dit is een van de genoemde ervaringen wat de ledverlichting in combinatie met ionisatie doet bij geiten en lammeren. Full spectrum zonlicht De ledverlichting van FreshlightAgri biedt het kleurenspectrum van het zonlicht aan, inclusief UV-A, UV-B en infrarood. Dit spectrum zorgt voor vorming van vitamine D. Vitamine D zorgt ervoor dat dieren sterkere botten hebben, zich vitaler voelen en minder vatbaar voor ziekten zijn.

A Luchtzuiverende agrarische verlichting

®

www.freshlightagri.com

Luchtzuiverende verlichting A Schone lucht

Luchtzuiverende agrarische verlichting

GezondeAdieren

Luchtzuiverende agrarische verlichting

®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

®

A Minder antibioticum ®

A Vermindering van pathogenen

Ionisatie Aan de verlichting zitten koolstofborsteltjes. Deze koolstofborsteltjes stoten 24/7 negatief geladen ionen uit. De ionen verspreiden zich als een wolk door de stal en hechten zich aan stofdeeltjes. Door de ionisatie wordt fijnstof en de pathogene druk gereduceerd wat zorgt voor een gezonder stalklimaat en een betere werkomgeving voor de boer. Het resultaat is een reductie van minimaal 30%. De ionisatie en het licht kan apart van elkaar aan- en uitgeschakeld worden. Wanneer in de avond de verlichting uitgaat, blijft de ionisatie zijn werk doen. Ervaringen Door de jaren heen heeft FreshlightAgri al vele diverse stallen mogen inrichten met de verlichting. Door navraag te doen bij een aantal geitenhouders leert men dat de ervaringen positief zijn.

A Top rendement

®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

Daarmee komt de verlichting in de juiste omstandigheden in aanmerking voor fiscale regelingen zoals de EIA en de MIA/Vamil.

®

Luchtzuiverende agrarische verlichting

HDT1221

Door de luchtzuiverende ledverlichting van FreshlightAgri is het werken een stuk prettiger geworden. De controle op de dieren gaat ook veel beter met dit licht. Verder groeien de lammeren goed en tot op heden is er geen hoest. Door de ionisatie is de stank veel minder geworden in de stal. Tevens is de uitval van zwakkere dieren aanzienlijk minder geworden. “Alleen al voor de boer zelf en de medewerkers heeft ionisatie al een meerwaarde” aldus een geitenhouder.

055 - 302 00 22

Nagelpoelweg 86, 7333 NZ Apeldoorn

info@freshlightagri.com

De ledverlichting is zeer energiezuinig en geeft de hoogste lichtopbrengst per opgenomen Watt in de verlichtingsbranche.

Meer informatie over de producten van FreshlightAgri? Tel: 055 – 30 20 021 E-mail: info@freshlightagri.com Website: www.freshlightagri.com


de boer op

10 … µMOL/L IS DE MINIMALE BLOEDKOPERWAARDE BALANS IN OPNAME EN BENUTTING VAN KOPER 10 µmol/L is de minimale bloedkoperwaarde die een schaap of lam zou moeten hebben. Dan is er sprake van een balans tussen de actuele opname en actuele benutting van koper uit het rantsoen. Bij een vermoeden van een kopertekort adviseren wij om van minimaal vijf dieren per groep bloedonder-

zoek te doen. Een maand voor toelating tot de ram is een goed moment om het eerste onderzoek uit te voeren. Heronderzoek van dezelfde dieren adviseren wij rond honderd dagen dracht. Op basis van de uitkomsten kan daarna een gericht voeradvies worden gegeven voor de aflamperiode. MEER OVER MINERALEN

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/MINERALENSCHAAPGEIT

vraag & antwoord

VRAAG: IK HOORDE OVER EEN RECENT ONDERZOEK NAAR SCHIJNDRACHT BIJ GEITEN. WAT IS DAAR UITGEKOMEN? ANTWOORD: DR. RENÉ VAN DEN BROM

Uit onderzoek van GD en de faculteit Diergeneeskunde in 2017 naar schijndracht blijkt dat de aandoening regelmatig voorkomt. Het doel van het onderzoek was achterhalen hoe vaak het voorkomt, het in kaart brengen van risicofactoren en behandelstrategieën, te kijken welke effecten schijndracht heeft op melkproductie en te bepalen waar vervolgonderzoek zich op zou moeten richten. De informatie is verkregen uit twee digitale enquêtes: één voor melkgeitenhouders en één voor dierenartsen. Over het ontstaan en de mate van voorkomen van de aandoening in de huidige melkgeitenhouderij is weinig bekend. Uit het onderzoek bleek dat de behandeling van schijndracht een protocollaire aanpak van geitenhouder en dierenarts behoeft,

waarin gebruik van de juiste dosering, herhaling van behandeling en therapiecontrole belangrijke onderdelen zijn. Met de erfelijke grondslag van schijndracht wordt momenteel te weinig rekening gehouden in het selectiebeleid op melkgeitenbedrijven. Het effect van schijndracht op de melkproductie zou beter inzichtelijk gemaakt moeten worden. Om deze punten nader in beeld te kunnen brengen, is het belangrijk dat beschikbare data op melkgeitenbedrijven zorgvuldig worden vastgelegd. Vervolgens moet het mogelijk zijn om deze data eenvoudig te verwerken. Tot slot is basaal wetenschappelijk onderzoek nodig om de ontstaanswijze van schijndracht te onderzoeken. MEER OVER HET ONDERZOEK

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/SCHIJNDRACHT

Schaap en Geit, oktober 2018 - 23


diergezondheid volgens Martin Walhout “Als ik mooie gezonde dieren heb, word ik blij!” Martin Walhout vormt samen met zijn broer Jan maatschap Walhout en runt Arne’s Kaasboerderij in Arnemuiden. Op de boerderij lopen 25 melkkoeien en 425 melkgeiten, beide met bijbehorend jongvee. Onlangs ontving het bedrijf de CAE-en CL-certificering en daar is Martin heel blij mee. “We hebben een beste productie (1.400 liter per geit per jaar) en dan is het zonde als je geen CAE-certificaat hebt. Toen we anderhalf jaar geleden via GD de optie kregen om de melk te laten onderzoeken, hebben we daaraan meegedaan.” Eén keer per kwartaal werd de melk onderzocht en daarbij werd geen CAE aangetoond. “Daarna hebben we bloed laten tappen voor onderzoek”, gaat Martin verder. “Eerst de oudste dieren en later ook de jongere. Er zat niets. De CAE-certificering is voor ons een mooie bevestiging dat onze dieren gezond zijn.” Nu hun bedrijf certificaatwaardig is, willen Martin en Jan kunstmatige inseminatie toepassen bij hun beste geiten, zodat ze geen dekbokjes meer aan hoeven kopen. “Zo zijn we een mooi gesloten bedrijf qua ziekte-insleep.” Het melkveebedrijf loopt goed, vertelt Martin enthousiast. “Tweederde van de geitenmelk gaat naar de melkfabriek en een derde verwerken we zelf.” Het bedrijf zit in een toeristische streek (op het Zeeuwse eiland Walcheren) en heeft behoorlijk wat aanloop. In Arne’s Kaasboerderij worden heel veel ponds- en kilokazen verkocht en bezoekers mogen in de stal kijken. “Als ze schone kleding aan hebben”, voegt Martin eraan toe. De broers Walhout letten goed op de hygiëne op hun bedrijf. “Veehandelaren komen de stal niet in en de dierenarts heeft speciale kleding aan”, licht Martin toe. Hij werkt hard aan een goede gezondheid van de dieren op zijn boerderij. “We zetten alle puntjes op de i, we blijven 200 procent ons best doen en het voer moet 100 procent goed zijn. We zorgen dat we er zelf netjes bij lopen en dat er niemand tussen de geiten loopt”, legt hij uit. Diergezondheid is belangrijk voor hem. “We verwerken de melk hier zelf tot kaas en omdat we met rauwe melk werken, zijn diergezondheid en hygiëne extra belangrijk.” Bovendien werk je veel lekkerder als je vee gezond is. Dat de gezondheid van de dieren voor Martin belangrijk is, blijkt ook uit het feit dat hij en zijn broer de bokjes zelf afmesten. “Eerst deden we ze gelijk weg, maar daar hadden we geen goed gevoel bij. Bij de bokkenmesters is veel uitval. Nu we ze zelf afmesten, hebben we echt het gevoel dat ze een goed leven gehad hebben.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.