Schaap en Geit 20 - juni 2019

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

GD-magazine - juni 2019 - nummer 20

schaap en geit

SCHAAPP

Al meer dan 10.000 dieren geregistreerd

MONITORING

Besmettelijke zeefbeentumor

001_SG20_cover.indd 1

BLUETONGUE

Wel of niet vaccineren?

20-05-19 17:28


®

®

Geïnactiveerd vaccin, tegen mastitis bij schapen en geiten, in injecteerbare emulsie. Geïnactiveerd Geïnactiveerd vaccin, vaccin, tegen tegen mastitis mastitis bij bij schapen schapen en geiten, in injecteerbare emulsie. en geiten, in injecteerbare emulsie.

MAAK MAAK SUBKLINISCHE SUBKLINISCHE MASTITIS MASTITIS ZICHTBAAR ZICHTBAAR

VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis bij vrouwelijke schapen en geiten, emulsie voor injectie. SAMENSTELLING: Een dosis (2 ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus aureus geïnactiveerd, die biofilm type SP 140 ≥ 8,98 SAAC tot expressie brengt. Adjuvans: vloeibare paraffine: 18,2 mg bij Excipiënt: benzylalcohol: mg. INDICATIES: immunisatie van gezonde problemen veroorzaakt door mastitis. Verlaagtaureus de incidentie van subklinische Staphylococcus VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis vrouwelijke schapen en21geiten, emulsie voorActieve injectie. SAMENSTELLING: Een ooien dosis met (2 ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus geïnactiveerd, die biofilmmastitis type SPveroorzaakt 140 ≥ 8,98door SAAC tot expressie aureus (minder uierlaesies, lager somatisch enbenzylalcohol: lager S. aureus Actieve immunisatie vanvan gezonde vrouwelijke in kuddes met terugkerende mastitisproblemen voorvan hetsubklinische verlagen vanmastitis de incidentie van subklinische mastitis brengt. Adjuvans: vloeibare paraffine: 18,2 mgcelgetal Excipiënt: 21 uitscheiding). mg. INDICATIES: Actieve immunisatie gezonde ooien metgeiten problemen veroorzaakt door mastitis. Verlaagt de incidentie veroorzaakt door Staphylococcus veroorzaakt dooruierlaesies, Staphylococcus aureus en celgetal coagulase-negatieve stafylokokken. Echter, in geval van klinische mastitis vrouwelijke veroorzaaktgeiten door coagulase-negatieve stafylokokken, neemt de ernst klinische (uiterlijk uier en melk) af. aureus (minder lager somatisch en lager S. aureus uitscheiding). Actieve immunisatie van gezonde in kuddes met terugkerende mastitisproblemen voorvan het de verlagen van tekenen de incidentie van van subklinische mastitis TOEDIENINGSROUTE: Intramusculair. Laat en hetcoagulase-negatieve vaccin vóór toediening op een temperatuur +25 °C komen. voordoor gebruik. Minimum leeftijd stafylokokken, voor vaccinatie:neemt 8 maanden. DOSERING: 5 weken tekenen voor de verwachte werpdatum dosis veroorzaakt door Staphylococcus aureus stafylokokken. Echter, tussen in geval+15 vanenklinische mastitisSchudden veroorzaakt coagulase-negatieve de ernst van de klinische (uiterlijk van uier en een melk) af. (2 ml) toedienen door Intramusculair. middel van diepe intramusculaire injectie in deop nekspieren en 3 weken na +15 de eerste dosis een tweede dosisvoor toedienen. basisvaccinatieschema moet vóór elke lactatieperiode worden BIJWERKINGEN (frequentie en TOEDIENINGSROUTE: Laat het vaccin vóór toediening een temperatuur tussen en +25 °C komen. Schudden gebruik.Het Minimum leeftijd voor vaccinatie: 8 maanden. DOSERING: 5 wekenherhaald. voor de verwachte werpdatum een dosis VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis bijdiepe vrouwelijke en geiten, emulsie voor SAMENSTELLING: Een dosisdosis (2 Vaak: ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus geïnactiveerd, die maximaal biofilm type SP 140 ≥ 8,98 SAAC tot ernst): zeer vaak: lichtemiddel zwelling de plaats vanschapen injectie,injectie minder cm in doorsnee, die binnen 12 dagen verdwijnt. zwelling op de plaats van injectie, meer 5 aureus cm doorsnee, die binnen 3BIJWERKINGEN dagen verdwijnt. Een tijdelijke (2 ml) toedienen door vanop intramusculaire indan de 2nekspieren en 3injectie. weken na demaximaal eerste dosis een tweede toedienen. Het basisvaccinatieschema moetdan vóór elkeinlactatieperiode worden herhaald. (frequentie en expressie brengt. Adjuvans:verhoging vloeibare paraffine: mgop Excipiënt: benzylalcohol: mg. INDICATIES: Actieve van12 gezonde ooien met problemen veroorzaakt doorinjectie, mastitis. Verlaagt de van veroorzaakt door Staphylococcus de lichaamstemperatuur van maximaal 1,8 minder °C21 kan optreden tussen de eerste 4 uur maximaal en 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder dat 5 decm gezondheid van desubklinische dieren maximaal gevaar mastitis loopt. Anafylactische reacties, die ernst): zeervan vaak: lichte18,2 zwelling de plaats van injectie, dan 2 cm in doorsnee, die immunisatie binnen dagen verdwijnt. Vaak: zwelling op de plaats van meer dan inincidentie doorsnee, die binnen 3 dagen verdwijnt. Een tijdelijke levensgevaarlijk kunnen zijn en/of abortus traden zeer zelden op, basis4van het verlenen van de vergunning. Onder omstandigheden de symptomen snel en op passende aureus (minder uierlaesies, somatisch celgetal en lagerveroorzaken S.1,8 aureus uitscheiding). Actieve immunisatie gezonde vrouwelijke geitennain kuddes met terugkerende mastitisproblemen voor verlagen vanloopt. de incidentie van subklinische verhoging vanlager dezouden lichaamstemperatuur van maximaal °C kan optreden tussen deop eerste uurgeneesmiddelenbewakingsrapportage en van 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder datdeze de gezondheid vanhet demoeten dieren gevaar Anafylactische reacties,wijze die mastitis behandeld. Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening van het vaccin zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul veroorzaakt doorworden Staphylococcus aureus en coagulase-negatieve stafylokokken. Echter, in geval van klinische mastitis veroorzaakt door coagulase-negatieve stafylokokken, neemt de ernst van de klinische tekenen (uiterlijk van uier en levensgevaarlijk zouden kunnen zijn en/of abortus veroorzaken traden zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. Onder deze omstandigheden moeten de symptomen snel en op passende wijze melk) af. dagen. SPECIALE Alleen gezonde dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten die moeten worden overwogen de persoon die het medicijn aanverlenen de8dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat wordenIntramusculair. behandeld.VOORZORGSMAATREGELEN: Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening van het vaccin zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul een dosis TOEDIENINGSROUTE: Laat het vaccin vóór toediening op een temperatuur tussen +15 en +25 zeer °C komen. Schudden voor gebruik.door Minimum leeftijd voor vaccinatie: maanden. DOSERING: 5 weken voor de verwachte werpdatum olie. Onbedoelde of zelfinjectie kan acute en zwelling veroorzaken, met name bij injectie een gewrichtworden of vinger en kan indoor uitzonderlijke gevallen verlies vande de betreffende vinger leiden als er niet onmiddellijk medische hulp wordt dagen. SPECIALE Alleen dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten dietweede moeten overwogen de persoon die het tot medicijn aan dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat (2 ml) toedienenminerale door middel vanVOORZORGSMAATREGELEN: diepe injectie intramusculaire injectie ingezonde depijn nekspieren en 3 weken na de eerste dosis ineen dosis toedienen. Het basisvaccinatieschema moet vóór elke lactatieperiode worden herhaald. BIJWERKINGEN (frequentie en ingeroepen. (tussen 2 enof8 zelfinjectie °C) bewaren vervoeren beschermen tegen met licht.name Zie de voor informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 50 ml (25 doses) en 100leiden ml (50 doses) Transparante flacons van glas en olie.Gekoeld Onbedoelde injectie kanenacute enen zwelling veroorzaken, bij bijsluiter injectie een meer gewricht of vinger kan in uitzonderlijke tot doses), verlies van de betreffende vinger er niet onmiddellijk medische hulp wordt ernst): zeer vaak:minerale lichte zwelling op de plaats van injectie, minder danpijn 2 cm in doorsnee, die binnen maximaal 12 in dagen verdwijnt. Vaak:en zwelling op de plaatsgevallen van injectie, meer dan 5 cm in doorsnee, die als binnen maximaal 3 dagen verdwijnt. Een tijdelijke polyethyleen Gekoeld (PET), type I, afgesloten een rubberen stop en aluminium dop. (Mogelijk zijnZie nietdealle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB en Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva,flacons 135. 17170 Amer (tussen 2maximaal en 8 met °C) bewaren en vervoeren entussen beschermen tegen 4licht. bijsluiter voor meer informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 QI04AB. ml (5 doses), 50dat ml (25 doses) en 100 mlde (50dieren doses) Transparante van glas en verhoging van deingeroepen. lichaamstemperatuur van 1,8 °C kan optreden de eerste uur en 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder de gezondheid van gevaar loopt. Anafylactische reacties, die (Girona) Spanje Tel.+34 430660met – Fax 972 430661 REGdop. NL 121005 Gebruik geneesmiddelen opverkrijgbaar.) verantwoordeATCvet-code: wijze. Voor informatie dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op 135. te nemen met de polyethyleen (PET), type I,972 afgesloten een+34 rubberen stop en Reg.nr. aluminium (Mogelijk UDD. zijn niet alle verpakkingsgroottes QI03AB enover QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva, 17170 Amer levensgevaarlijk plaatselijke zouden kunnen zijn en/of abortus veroorzaken traden zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. Onder deze omstandigheden moeten de symptomen snel en op passende wijze vertegenwoordiger van de vergunninghouder. (Girona) Spanje Tel.+34 972 430660 – Fax +34 972 430661 Reg.nr. REG NL 121005 UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Voor informatie over dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op te nemen met de worden behandeld. Lichte apathie, anorexia van en/of houding traden na toediening van het vaccin zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul plaatselijke vertegenwoordiger de liggende vergunninghouder.

dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: Alleen gezonde dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten die moeten worden overwogen door de persoon die het medicijn aan de dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat minerale olie. Onbedoelde injectie of zelfinjectie kan acute pijn en zwelling veroorzaken, met name bij injectie in een gewricht of vinger en kan in uitzonderlijke gevallen tot verlies van de betreffende vinger leiden als er niet onmiddellijk medische hulp wordt ingeroepen. Gekoeld (tussen 2 en 8 °C) bewaren en vervoeren en beschermen tegen licht. Zie de bijsluiter voor meer informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 doses), 50 ml (25 doses) en 100 ml (50 doses) Transparante flacons van glas en polyethyleen (PET), type I, afgesloten met een rubberen stop en aluminium dop. (Mogelijk zijn niet alle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB en QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva, 135. 17170 Amer (Girona) Spanje Tel.+34 972 430660 – Fax +34 972 430661 Reg.nr. REG NL 121005 UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Voor informatie over dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op te nemen met de plaatselijke vertegenwoordiger van de vergunninghouder.

VIMCO.indd 1 003_SG20_inhoud.indd 2

HIPRA BENELUX HIPRA BENELUX 62 Nieuwewandeling Nieuwewandeling 62 9000 Gent 9000 Gent

HIPRA BENELUX

0(031)235-332526 Nieuwewandeling 62 0(031)235-332526 benelux@hipra.com 9000 Gent benelux@hipra.com www.hipra.com www.hipra.com

0(031)235-332526 benelux@hipra.com www.hipra.com

29/04/19 14:44 20-05-19 17:28


9 14:44

voorwoord

KROON OP ONS WERK Terwijl ik dit zit te schrijven zie ik veel mensen enthousiast de laatste hand leggen aan de voorbereidingen om koning Willem-Alexander te ontvangen die een bezoek brengt aan GD in het kader van het 100-jarig jubileum van GD. Het waren in 1919 het Friesch Rundvee Stamboek en de Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland die de Gezondheidsdienst voor Vee in Friesland oprichtten. Zij deden dat onder andere met als doel de bestrijding van tuberculose bij rundvee; een aandoening die niet alleen voor rundvee van belang was, maar ook voor mensen. Ook voor andere aandoeningen die de nieuwe organisatie aanpakte gold hetzelfde:

zorg voor mens en dier. One health ten voeten uit, maar dan al een eeuw geleden. Specifieke aandacht voor kleine herkauwers kwam er in de jaren vijftig met onderzoek naar leverbot, een parasiet die in sommige jaren tot massale sterfte kan leiden. In 1982 startte de aanpak van zwoegerziekte bij schapen en in 1987 die van CAE bij geiten. Beiden economisch erg belangrijk aandoeningen. Andere aandoeningen bij kleine herkauwers waar GD een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd zijn CL (caseous lymfadenitis), scrapie, mond-en-klauwzeer, paratuberculose, Q-koorts, brucellose, bluetongue en schmallenberg. Voor alle inspanningen van GD van de afgelopen eeuw heeft de Koning GD het predicaat Koninklijk toegekend en GD mag vanaf nu de Koninklijke Kroon voeren als kroon op ons werk.

Piet Vellema, sectormanager en Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers

inhoud 04 Actueel 06 Monitoring - Besmettelijke zeefbeentumor in Nederland

Bereikbaarheid U kunt GD van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur telefonisch bereiken via 0900-1770. Voor inhoudelijke vragen kunt u de Veekijker Schaap en Geit bellen tussen 15.00 en 17.00 uur op 0900 - 7100 000.

Tarieven

09 Relatiebeheer melkgeiten 10 10 Terugblik Voorjaarsdagen

Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal

12 Het belang van certificering

Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

15 Wat betekent de komst van wolven

COLOFON Schaap en Geit is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren | Redactie René van den Brom, Carlijn ter Bogt-Kappert, Karianne Lievaart-Peterson, Piet Vellema en Anita Werkman | Beeldredactie Wendy van de Streek Eindredactie Anne Taverne | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www. gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Marketing | Druk Senefelder Misset Doetinchem Abonnementen Schaap en Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (drie nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 17,75 euro (excl. btw) | Advertenties Dock35 Media, T. 0314-35 58 52 Verschijningsfrequentie drie keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

voor u?

15

16 Extra aandacht voor koper bij melkgeiten

19 Staan uw schapen al in SchaAPP? 20 Bluetongue - wel of niet vaccineren? 23 De boer op 19

24 Diergezondheid volgens Yde Schakel Schaap en Geit, juni 2019 - 3

003_SG20_inhoud.indd 3

20-05-19 17:29


Dosering Coxevac® We merken dat er bij dierenartsen verwarring bestaat over de juiste dosering van Coxevac® (het vaccin tegen Coxielle burnetii, de verwekker van Q-fever (CEVA, Sante Animale)) bij schapen. Coxevac® is op dit moment niet geregistreerd voor schapen. In de ontheffing die in 2008 door de overheid is verleend om Coxevac® bij schapen toe te passen staat het volgende aangaande de dosering: “Bij schapen: twee injecties van 1 milliliter met een interval van drie weken.”

Even voorstellen ...

Onderzoek kobaltof vitamine B12-tekort bij lammeren Bij verdenking van een kobalt- of vitamine B12-tekort bij opgroeiende lammeren is het raadzaam om van vijf dieren per groep bloedonderzoek te doen. Bij een specieke verdenking kan onderzoek naar het betreffende mineraal volstaan. Op basis van de resultaten van dat onderzoek komt mogelijk de oorzaak in beeld. Het verstrekken van mineralen zonder gericht onderzoek, in welke vorm dan ook, wordt afgeraden.

Het team van kleine herkauwers bij GD wordt versterkt door twee nieuwe collega’s. Op 4 februari is Tara de Haan in dienst getreden als projectleider junior op de afdeling. Hiervoor heeft Tara haar Master Animal Sciences afgerond aan de Wageningen Universiteit en was ze dankzij haar stage al bekend met GD. Daarnaast zal vanaf 1 juni Eveline Dijkstra zich als nieuwe dierenarts kleine herkauwers aansluiten bij het team. Zij heeft na haar opleiding gewerkt als dierenarts bij Dierenartsenpraktijk Texel en is nu klaar voor een nieuwe uitdaging.

Onderzoeken melkmonsters op listeria Vanwege de vele vragen over listeria-bacteriën in melk biedt GD sinds kort de mogelijkheid om melkmonsters op listeria te onderzoeken; met of zonder speciale voorophoping. Een vergelijkbaar bacteriologisch onderzoek is ook mogelijk op voer- en faecesmonsters. Het is bekend dat een deel van de geiten na opname van grote aantallen listeria’s uit het voer listeriose kan ontwikkelen, maar een groter aantal dieren scheidt de bacterie weken tot maanden uit via de melk. Het is niet bekend hoe lang deze uitscheiding kan duren. Het is daarom niet eenvoudig om geitenhouders te adviseren in alle gevallen uitscheiders op te moeten sporen en af te moeten voeren. De beste manier om listeriose te voorkomen is door preventieve maatregelen te nemen.

MEER OVER MINERALEN

MEER OVER LISTERIOSE

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/LISTERIOSE-KLEINE-HERKAUWERS

MINERALENSCHAAPGEIT

4 - Schaap en Geit, juni 2019

004_SG20_actueel.indd 4

20-05-19 17:30


actueel

Jubileum met een koninklijk tintje In 1919 bundelden Friese veehouders hun krachten om dierziekten in ons land georganiseerd te bestrijden; een boereninitiatief dat honderd jaar geleden uitmondde in de oprichting van de Gezondheidsdienst voor Dieren. Zo’n bijzonder jubileum moet natuurlijk gevierd worden. En niet zomaar, want Koning WillemAlexander vereerde GD donderdag 16 mei met een bezoek. Een dag later overhandigde Ron König, de burgemeester van Deventer, GD namens de Koning het predicaat Koninklijk.

Bereikbaarheid Vee­ kijker Schaap Geit De Veekijker is de telefonische helpdesk waar u als veehouder of dierenarts terechtkunt met uw diergezondheidsvragen. Een groep ervaren en gespecialiseerde GD-dierenartsen biedt u deskundige hulp en advies op maat. De Veekijker is op werkdagen bereikbaar van 15.00 - 17.00 uur (0900 - 7100 000). Uiteraard kunt u daarnaast van 08.00 - 17.00 uur terecht bij onze klantadministratie (0900 - 1770, optie 3).

De Koning kan dit predicaat toekennen aan ondernemingen die een belangrijke plaats innemen in hun regio. Daarnaast is een eis dat de onderneming minimaal honderd jaar bestaat. GD ontving dit bijzondere predicaat voor de grote betekenis in het vakgebied. Iets waar al jaren vanuit een gezamenlijke passie aan gewerkt wordt. Ook tijdens het bezoek van de Koning was die passie duidelijk zichtbaar. Er was aandacht voor het moderne veterinaire laboratorium en het doorgeven van kennis over diergezondheid, veterinaire diagnostiek en laboratoriumonderzoek op internationaal niveau. De Koning werd rondgeleid door de directie van GD; samen namen ze een kijkje bij de speciale jubileumexpositie, waar het werk van GD door de jaren heen te bewonderen is. Van ouderwetse melkmachines tot unieke authentieke microscopen. Heel toepasselijk leidde deze attributen uit het verleden het gezelschap zo het heden in. Gewapend met een kenmerkende witte laboratoriumjas betraden ze het moderne laboratorium, waar meegekeken, en -gewerkt, werd op de diverse afdelingen. Zo startte de Koning op de afdeling Bacteriologie de pipetteerrobot voor een gevoeligheidsbepaling en kreeg hij bij de afdeling Pathologie letterlijk een kijkje ín het onderzoek: veterinair patholoog Klaas Peperkamp (GD) gaf uitleg bij sectie op een varken. Speciaal jubileumboek In de honderd jaar dat GD nu bestaat is er een hoop gebeurd, dat blijkt ook tijdens deze bijzondere rondleiding. Maar centraal staat: het begon met het bestrijden van ziektes en dat gebeurt nog steeds. Van rundertuberculose en Q-koorts tot Salmonella Pullorum en Aujeszky. GD is uitgegroeid tot dé regisseur van diergezondheid in Nederland. De ontwikkelingen binnen GD en de gehele diergezondheidssector zijn door Reimer Strikwerda gebundeld in een speciaal jubileumboek: ‘Gezonde dieren een nationaal belang’. De Koning nam donderdag 16 mei het eerste exemplaar in ontvangst van algemeen directeur Ynte Schukken.

Dode lammeren? Het optreden van abortus is vervelend. Niet alleen omdat het geld kost, maar ook omdat het mogelijk besmettelijk is en overgedragen kan worden van dier naar mens. Het belang van een diagnose is groot, zodat er tijdig kan worden ingegrepen. Wanneer zich meerdere abortussen voordoen, is de oorzaak meestal besmettelijk en lopen uw andere dieren ook gevaar. Bovendien kan de ooi of de geit dan een van dier op mens overdraagbare aandoening bij zich dragen en een risico vormen voor de mensen die met het dier in contact komen. Daarom is het bij abortus belangrijk om snel in te grijpen. Dit kan door vrucht en nageboorte in te sturen voor pathologisch onderzoek, onderzoek met het abortuspakket of door bloedonderzoek.

MEER HIEROVER OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ABORTUS

Schaap en Geit, juni 2019 - 5

004_SG20_actueel.indd 5

20-05-19 17:30


Besmettelijke zeefbeentumor in Nederland Bij een schaap dat in 2018 werd ingestuurd voor pathologisch onderzoek is de besmettelijke zeefbeentumor vastgesteld. Begin 2019 is dit type tumor op hetzelfde bedrijf opnieuw aangetoond. Het is de eerste keer dat deze aandoening bij schapen in Nederland is vastgesteld.

naar het Moredun Research Institute in Schotland gestuurd. Hieruit bleek dat er inderdaad sprake was van een virale achtergrond van de tumor. De officiĂŤle naam voor dergelijke zeefbeentumoren is ovine enzootic nasal adenocarcinoma en het oorzakelijk virus heet enzootic nasal tumor virus (ENTV).

Zeefbeentumoren bij schapen kunnen een virale oorsprong hebben. Om te kijken of dat in dit geval ook zo was zijn monsters

ENTV kan zich via besmette aerosolen verspreiden en daarom is het belangrijk om maatregelen te nemen om verspreiding te

6 - Schaap en Geit, juni 2019

006_SG20_monitoring_1p.indd 6

20-05-19 17:30


monitoring

René van den Brom, Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers

De tumor, uitgaande van het zeefbeen, is uitgebreid in de neusholte en de voorhoofdsholte. Hier is de tumor door het schedeldak gegroeid en ook onderhuids aanwezig. De zogenaamde zeefbeentumor (adenocarcinoom) was zichtbaar als weefseluitgroei uit het rechter neusgat. Deze foto is gemaakt door één van de pathologen van GD.

voorkomen. De aandoening kan alleen worden aangetoond door pathologisch onderzoek; momenteel zijn er geen betrouwbare testen beschikbaar waarmee screening bij levende schapen kan worden uitgevoerd. Deze tumoren worden meestal niet gezien bij dieren jonger dan twee jaar en in een koppel waar dit probleem speelt is het aantal aangedane dieren in de regel laag. Tijdens een bezoek van GD aan het getroffen bedrijf heeft de schapenhouder aangegeven dat het schaap in 2016 op het eigen bedrijf was geboren. Er was in 2015 is gebruik gemaakt van Duitse importrammen. In 2018 is er ook een tweejarig schaap gestorven waarvan de eigenaar achteraf niet kan uitsluiten dat het schaap leed aan dezelfde ziekte. Tijdens het bezoek is het koppel geïnspecteerd. Hierbij zijn geen verdachte dieren opgemerkt. Er is toen afgesproken dat de schapenhouder contact zou zoeken met GD zodra er zich bijzonderheden in het koppel voor zouden doen. In 2019 werd door de eigenaar melding gedaan van klinische klachten passend bij ENTV: dikte uit neusopening, ademhalingsproblemen, benauwdheid, neusuitvloeiing, snuiven, zwelling aan de neusrug en een uitpuilend oog. Deze klachten worden veroorzaakt door de ruimte die de groeiende tumor in de neusholte en daarbuiten inneemt. Ook in de weken daaropvolgend werd driemaal melding gemaakt van klinische klachten. Alle betreffende schapen zijn aangeboden voor sectie en bleken een kwaadaardige tumor in het zeefbeen te hebben. Jaagsiekte: een ‘vergelijkbare’ aandoening Een aandoening die qua oorzakelijke achtergrond op deze aandoening lijkt is jaagsiekte: een aandoening veroorzaakt door een beta-retrovirus (JSRV). Dit virus maakt dat vloeistof producerende cellen van kleine luchtwegen en longblaasjes tumoreus ontaarden. De longtumor produceert vocht en deze toenemende vochtproductie zorgt er uiteindelijk voor dat het schaap hoorbaar ademhaalt. In een later stadium loopt schuimig vocht uit de neus als je de kop van het dier laag of de achterbenen hoog

houdt. In ons land is jaagsiekte in 1978 vastgesteld bij uit het Verenigd Koninkrijk geïmporteerde schapen. Na het stellen van de diagnose zijn alle importdieren en alle schapen die met deze dieren in contact waren geweest geruimd. Daarna is jaagsiekte in Nederland niet meer vastgesteld. Opvolging Het is van groot belang te voorkomen dat de ziekte zich verder verspreidt. Nader onderzoek in het betreffende koppel is wenselijk, maar ook in koppels waar in het verleden contact mee is geweest. GD adviseert om dit koppel te ruimen, net zoals dat is gedaan met het koppel waar jaagsiekte in de jaren 70 werd aangetoond. Echter, voor ENTV geldt momenteel geen regelgeving en zodoende kan het advies niet worden afgedwongen.

Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Schaap en Geit, juni 2019 - 7

006_SG20_monitoring_1p.indd 7

20-05-19 17:30


ZA

ZO

MA

DI

CIDR OVIS 0,35 g Vaginale Applicatie voor schapen •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 122218 -UDA. •Werkzame bestanddelen: Per device: progesteron CIDR OVIS 0,35 g Vaginale Applicatie voor schapen •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 122218 -UDA. •Werkzame bestanddelen: Per device: progesteron 0,35 g, in een laagje siliconen rubberen elastomeer op een inerte “T-vormige” nylon drager. •Doeldier: Schaap (ooien). •Indicaties: Inductie en synchronisatie van oestrus en 0,35 g, in een laagje siliconen rubberen elastomeer op een inerte “T-vormige” nylon drager. •Doeldier: Schaap (ooien). •Indicaties: Inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in niet-cyclische ooien gedurende het anoestrus-seizoen; inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in cyclische en niet-cyclische ooien om het fokseizoen te ovulatie in niet-cyclische ooien gedurende het met anoestrus-seizoen; inductie en synchronisatie vanVaginaal oestrusgebruik. en ovulatie in de cyclische enmet niet-cyclische om het 0,35 fokseizoen vervroegen; om te gebruiken in combinatie eCG (PMSG). •Toedieningswijze en dosering: Breng device in behulp van ooien de applicator. g pro- te vervroegen; gebruiken in combinatie met eCG endoor dosering: Vaginaal Breng debijdevice in met van behulp van deLees applicator. 0,35 gde progesteronom pertedier. De vaginale device 12 dagen op (PMSG). zijn plaats•Toedieningswijze laten zitten, gevolgd een injectie metgebruik. eCG toegediend verwijdering de device. vóór gebruik gesteron per dier. De vaginale device dagen opbijzijn plaats laten gevolgd door een injectie met eCG toegediend bij verwijdering van de device.•Wachttijd: Lees vóór Vlees gebruik bijsluiter. •Contra-indicaties: Niet 12 gebruiken: drachtige ooien;zitten, bij ooien met een abnormale of onvolwassen genitaaltractus of met genitale infecties. en de bijsluiter. •Contra-indicaties: Niet gebruiken: bij drachtige ooien; bij ooien met een abnormale of onvolwassen genitaaltractus of met genitale infecties. •Wachttijd: Vlees slachtafval: nul dagen. Melk: nul uur. •Bijwerkingen: Vaak: lokale irritatie en afscheiding van ondoorzichtig geel slijm; soms: afscheiding van donkerrood/bruin slijm of slijm met en slachtafval: nul dagen. Melk: nul uur. •Bijwerkingen: Vaak: lokale irritatie enbinnen afscheiding vannaondoorzichtig geeldeslijm; soms: afscheiding van donkerrood/bruin slijm of slijm met vers bloed. Deze symptomen verdwijnen doorgaans zonder behandeling 2 dagen verwijdering van device. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: vers bloed. Deze symptomen verdwijnen behandeling binnen dagen naof verwijdering de device.hadden •Speciale waarschuwingen voorzorgen: De werkzaamheid en veiligheid is nietdoorgaans onderzochtzonder bij zieke ooien met een BCS2<2 of ≥ 4, bij ooien dievan complicaties bij voorgaande dracht&ofBijzondere tijdens lammeren, of De werkzaamheid niet onderzocht bij zieke ooien met eengebruiken BCS <2 ofovereenkomstig ≥ 4, of bij ooien complicaties hadden door bij voorgaande dracht of tijdens lammeren, bij ooien die inen deveiligheid afgelopenis45 dagen gelammerd hebben. Uitsluitend dedie baten/risico beoordeling de dierenarts. Dieren in slechte conditie of bij ooien die slecht in de afgelopen gelammerd hebben.isUitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de de dierenarts. Dieren in slechte conditie kunnen reageren op45 dedagen behandeling. De veiligheid niet vastgesteld gedurende de lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig baten/risico beoordeling door de kunnen slecht reageren op de behandeling. is niet vastgesteld gedurendeinde lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Progesteron kan bijwerkingenDe opveiligheid het voortplantingssysteem veroorzaken geval van hoge of langdurige blootstelling. Draag handschoenen tijdens het inbrengen en verwijderen van kan het diergeneesmiddel. Zwangere vrouwen dienenveroorzaken gebruik van in hetgeval diergeneesmiddel geheel te vermijden. Na gebruik de handen en tijdens blootgestelde huid dierenarts. Progesteron bijwerkingen op het voortplantingssysteem van hoge of langdurige blootstelling. Draag handschoenen het inbrengen wassen metvan water zeep. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik van het Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking of de op handen aanvraagenbeschikbaar bij de en verwijderen heten diergeneesmiddel. Zwangere vrouwen dienen gebruik vanmiddel. het diergeneesmiddel geheel te vermijden. Na gebruik blootgestelde huid registratiehouder: ZoetisNiet B.V. -eten, Postbus 81055 3009 GB Rotterdam info.nl@zoetis.com). wassen met water en zeep. drinken of- roken tijdens gebruik(email: van het middel. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking of op aanvraag beschikbaar bij de registratiehouder: Zoetis B.V. - Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (email: info.nl@zoetis.com).

ARI FEBRU

WO

DO

VR

ZA

ZO

MA

DI

NN EEUUWW Zoetis B.V.B.V. Zoetis Postbus 81055 • 3009 GB Rotterdam Postbus 81055 • 3009 GB Rotterdam www.zoetis.nl • info.nl@zoetis.com www.zoetis.nl • info.nl@zoetis.com © 2018 Zoetis B.V. © 2018 Zoetis B.V. MM-03269

• Natuurlijk • Natuurlijkprogesteron progesteroninineen eenT-vormig T-vormig device • Eenvoudigtoedienen toedienenen enverwijderen verwijderen • Eenvoudig • Nauwkeurigplanbaar planbaardekmoment dekmoment • Nauwkeurig

advertentie_cidr_220x280.indd 1

VR

A 3 4 2 1 2 10 11A DI 9WO 9 M DI MAAR7T 8 18 3 4 RI MA JANUA 5 6 DO VR 15ZA 16ZO 17 ZO 1 2 16 ZA 11 VR WO13 14 25 10 4 DI 4 DO 4 2 9 I 3 R A O M 3 A 12 W RU 8 7 DI 2 3 23 1 21 2 22 2 11 MA 6FEB 7 VR ZA16 ZO17 18 5 6 0 1 2 5 11 3 4 10 0 19 10 3 15 9 3 0 14 O DO 3 9 9 W 2 5 8 14 2 2 13 DI 1 24 323 4 18 626 727 28 16 17 18 NUAR 11I 12 ZO 21 MA 12 13 1 1 2 17 JA10 5 2 2 16 15 ZA 2 11 VR 19 20 8 9 O DO 18 13 14 19 20 8 9 10 24 25 4 2 2 3 12 W 17 2 3 8 7 2 2 2 DI 7 28 18 MA 15 16 21 2 5 6 6 27 5 266 27 15 16 17 31 19 20 M 3 44 25 2 0 3ZO 29 30JULI 14 25 1 222 23 2 11 12 13 14 ZA 27 28 3 24 12 13 2 VR 6 2 2 1 2 10 DO 2 1 21 WO 0 1 2 8 299 30 3 18 19 20 DI 19 MA JUNI 17 28 ZO 28 ZA 15 16 8 DI 26 27 VR 26 27 DO 6 7 MA JULI 24 25 3 WO 2 3 DI 2 4 VR 5 ZA ZO 14 15 2 2 MA I 3 E 1 M DO 1 2 3 ZO ZA 10MA DI WO10 11 12 13 1 1 22 7 29 30 VR JUNI DO 2 6 8 9 9 WO DI 19 20 8 6 VR7 ZA ZO16 17 5 6 MA 5 DO 4 17 518 6 7 27 28 2139 1 4 15 WO 3 3 16 DI 14 2 4 13 15 6 2 MA 13 1 1 MEI 23 242 323 241225132 14 11 12ZO 11 12 20 2 1 22 10 11 9 10VR ZA 0 22 270 2 8 9 30 9 10 19 7 DI 8WO DO 17 185 196 2 1 19 20 21 9 3 27 9 18 6 2 17 0 3 MA 8 18 2 16 2 16 4 27 15 6 27 4 55 26 14 16 17 27 28 5 213 141 152 3 24 212 30 212 13 25 26 NOVEMBER 3 24 3 2 2 11 4 2 11 2 ZO 2 2 2 10 3 2 ZA 21 9 21 VR 1 19 20 318 19 20 DO 7 8 29 30 30 1 3 O 9 18 W 2 17 4 30 MA DI 8 2 7 2 2815 16 R 3 7 E 2 6 B 2 14 OKTO 25 2 ZO 25 26 A M11 BER 1 ZA 23 24 VR NOVEM ZO 10 ZA 9 21 22 O DO W 8 VR 1 7 3 DI DO 7 R 0 18 E 6 3 A O B M W 6 M 9 5 DI 5 SEPTE ZO 28 2 3 16 4 17 3 MA ZA 3BER4 TO VR ZO 1 14 2 15 13 14 1 2OK DO 24 2 12 13 VR WO 11 ZA12 2102311 DI 9 1 2 10 2 O DO 1 2 1 1 W MA 8 2 9 0 7 2 DI 0 7 2 8 18 ER 6 A 19 B M 6 M 0 19 17 5 3 9 5 9 SEPTE ZO 17 18 ZA 8 3 4 14 27 28 132614271528162 24 25 VR 7 2 16 6 15 13 2 6 1 DO 25 O 5 12 16 23 114 12 DI 4W 21 23 2 MA 3 21 22 141 152 292 10 19 20 19 20 12 13 8 22 9 23 8 29 30 8 170 18 2 8 3 1 10 11 2 7 2 16 2 7 9 7 2 15 26 26 2 5 196 20 15 216 9 30 24 25 3 174 18 7 28 23 22 23 6 214 12 213 0 3 102411 25 20 21 22 29 19 30 17 18 28 29 26 27 5 2 4 2

DEDENIEUWE VANDE DEBRONST BRONST NIEUWEOPLOSSING OPLOSSINGVOOR VOORINDUCTIE INDUCTIEEN ENSYNCHRONISATIE SYNCHRONISATIE VAN

advertentie_cidr_220x280.indd 1 008_SG20_relatiebeher melkgeiten_2p.indd 8

DO

MM-03269

CIDR OVIS CIDR OVIS AFLAMMEREN AFLAMMEREN NAUWKEURIG NAUWKEURIG PLANNEN PLANNEN

MAART WO

09-05-18 12:01

12:01 20-05-19 09-05-18 17:31


APRIL

ZA

VR

MA

ZO

DI

WO

DO

VR

5 4 APRIL4 2 3 2 3 VR 12 11 DO 9 10 MA DI 9WO 10 11 18 ZO 18 19 ZA 16 17 16 17 5 25 26 4 24 25 3 4 24 3 3 23 12 2 2 11 31 2 11 9 10 30 19 9103018 17 17 18 S 16 GUSTU 25 26 AU 24 25 23 24 DO WO 1 DI 3 0JULI MA 0 3ZO ZA 1 VR US DO AUGUST 8 1 7 6 O DO 7 M8A DI W 14 15 131 5 ZA 6 ZO 15 VR 22 14 13 1 0 21 1 12 262 7 2 8 28 29 1 2 08 2 7 2 19 86 7 29 14 15 31 27 28 13 30 22 25132614 15 20 21 2 2 29 1 2 8 2 0 7 2 9 2 9 28 2 30 31 MA DI WO 6 27 MBER

NIEUW

NOVE

DO

VR

ZA

ZO

Relatiebeheer melkgeitenhouderij

3 4 WO 4 DI 3 1 2 A M11 ZO 10 11 ZA 9 10 8 6 DO 7 4 17 18 4 17 18 2 15 3 16 3 5 14 1 2 3 1124 25 9 221023 10 11 24 20 8 21 18 18 31 16291730 17 8 15 2 427 25 23 24 24 25 21 22 0 3 31 9 28 2 WO

VEMBER

VR

Een verhuizing van uw bedrijf of bijvoorbeeld het kiezen van een passend programma: sommige situaties vragen om persoonlijk contact. Daarom kunt u als melkgeitenhouder vanaf mei één van onze drie relatiebeheerders tegenkomen. Lammert de Vries, Mike Weersink en Toine van Erp vormen de schakel tussen u en GD. Met deze relatiebeheerders houdt u de lijntjes kort en heeft u altijd een eigen regionaal aanspreekpunt. Ze stellen zich graag vast even aan u voor, zodat u straks precies weet wie u kunt bellen.

W

Lammert de Vries (regio Noord-Nederland) “Ik ben geboren en getogen op een melkveehouderij in het Friese Sumar en hier ben ik al vroeg besmet met het agrarische virus. De passie voor diergezondheid heb ik van huis uit meegekregen en werken voor GD past daar perfect bij. Tijdens bedrijfsbezoeken breng ik deze passie graag over op dierhouders. Voor de rundveehouderij werk ik al bijna vijf jaar als relatiebeheerder en sinds kort sta ik ook voor u als melkgeitenhouder klaar. Ik zie ernaar uit u binnenkort te ontmoeten!”

Toine van Erp (regio Zuid-Nederland) “Als zoötechnisch specialist ben ik sinds 1983 werkzaam bij de afdeling Herkauwers van GD. Ik richt me vooral op huisvesting, ventilatie, water, diergezondheidsprogramma’s en relatiebeheer. In de melkveehouderij hebben we jarenlang ervaring opgedaan met relatiebeheer. Nu we deze service ook aanbieden aan de Nederlandse melkgeitenhouderij kom ik ook graag eens bij u langs om te horen wat u bezighoudt op het gebied van diergezondheid en om na te gaan hoe de producten van GD u hierbij kunnen ondersteunen. Ik hoop op een fijne samenwerking die een versterking van de relatie oplevert.” MM-03269

MM-03269

dam m

Mike Weersink (regio Midden-Nederland) “Ik ben opgegroeid op een melkveebedrijf in Twente, met daarnaast een camping en vakantiewoningen. Passie en respect voor dieren is mij van jongs af aan bijgebracht. In de drie jaar die ik werkzaam ben bij GD heb ik al verschillende dingen gedaan. Zo ben ik gestart in de binnendienst en doorgegroeid naar de buitendienst. Tijdens de contacten met veehouders merk ik dat je samen met elkaar kunt werken aan een nog betere diergezondheid. Om te kijken wat GD daarin kan betekenen zou ik graag een keer met u in gesprek gaan. Hopelijk tot snel!”

KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/BUITENDIENSTGEITEN

Schaap en Geit, juni 2019 - 9

9-05-18 12:01

09-05-18 008_SG20_relatiebeher 12:01 melkgeiten_2p.indd 9

20-05-19 17:31


CONGRES ‘ANOTHER CENTURY OF SMALL RUMINANT HEALTH CHALLENGES’

Een wereld vol uitdagingen

Op 10 april bezochten de buitenlandse gasten geitenbedrijf GIJS.

Lucie Marie Grimm, specialist in opleiding ECSHM in Hannover (Duitsland) “Als Duitse dierenarts was het congres niet alleen een mogelijkheid om met collega’s te spreken, maar ook om wat van onze buren te leren. Het was indrukwekkend om te zien hoe Nederlandse veehouders en dierenartsen infectieuze aandoeningen als Q-fever en CAE aanpakken.”

Van listeriose en bluetongue tot Q-koorts en biosecurity: slechts een greep uit de onderwerpen die centraal stonden tijdens “Another Century of Small Ruminant Health Challenges”. Voor dit congres, georganiseerd door de kleine herkauwersgroep van GD, trokken op 10, 11 en 12 april dierenartsen vanuit heel Europa naar Nederland. “Het delen van kennis is heel waardevol.” Rondom het honderdjarig jubileum van GD worden verschillende (wetenschappelijke) activiteiten georganiseerd. Dit congres was daar één van. Samen met de Europese veterinaire conferentie Voorjaarsdagen bundelde GD op 11 april de krachten voor een

10 - Schaap en Geit, juni 2019

010_SG20_human interest_2x2p.indd 10

20-05-19 17:32


congres Eva van Mael, dierenarts kleine herkauwers DGZ Vlaanderen “Ik vond het een heel boeiend congres waar ik vooral veel praktisch toepasbare informatie uit heb gehaald. Dat was een grote meerwaarde van het congres! Het was leuk dat er ook internationale sprekers aanwezig waren, want uit de ervaring van anderen kun je veel leren. Daarnaast heb ik interessante contacten op kunnen doen die mij in de toekomst zeker nog verder zullen helpen.”

Rondleiding door het GD-lab.

mooi en uitdagend programma met daarin de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van diergezondheid bij kleine herkauwers. Met sprekers als prof. Neil Sargison, prof. Snorre Stuen, dr. Inge Santman-Berends, drs. Daan Dercksen, dr. René van den Brom, dr. Piet Vellema en dr. Christianne Bruschke (Chief Veterinary Officer bij LNV) is dit zeker gelukt.

René van den Brom tijdens zijn presentatie over iceberg diseases (CAE, CL, paratuberculose en scrapie).

De dag ervoor kregen verschillende dierenartsen en specialisten in opleiding van het European College of Small Ruminant Health Management de mogelijkheid om korte presentaties te geven over actuele onderwerpen. Onder andere listeriose, zeefbeentu-

Op vrijdag 12 april bezochten de buitenlandse dierenartsen twee schapenboeren op Texel.

Christien Rijpkema, dierenarts kleine herkauwers DGZ Boven Veluwe “Ik was heel blij met dit congres. Het delen van kennis en het zien en spreken van veel collega’s, zowel uit Nederland als uit omringende landen, maakte me erg enthousiast.”

moren met virale oorsprong, klauwproblemen bij geiten, tekenziekten, de wolf in Europa, Duitse schapen- en geitenindustrie en een recente uitbraak van bluetongue in België kwamen aanbod. ’s Middags hebben de dierenartsen het GD-lab en geitenbedrijf GIJS in Holten bezocht; hier maakten de buitenlandse gasten kennis met Nederlandse melkgeitenhouderij. Op vrijdag 12 april was er voor deze buitenlandse gasten ook een mogelijkheid om een een aantal schapenbedrijven op Texel te bezoeken. Na een toeristische tocht langs de NoordHollandse bollenvelden en een overtocht naar Texel waren ze te gast bij twee bijzondere schapenbedrijven. Voor de bezoekers was het tijdens deze dag vooral interessant om te zien wat de overeenkomsten en verschillen zijn met schapenhouderijen in eigen land.

Schaap en Geit, juni 2019 - 11

010_SG20_human interest_2x2p.indd 11

20-05-19 17:32


CERTIFICERINGSPROGRAMMA’S CAE, CL EN ZWOEGERZIEKTE

Enkele praktische handvatten Jaarlijks krijgt GD verschillende vragen over de certificeringsprogramma’s caprine arthritis encephalitis (CAE), caseous lymfadenitis (CL) en zwoegerziekte. Kennis van de reglementen is van belang. Daarom enkele voorbeelden van onderwerpen die regelmatig voorbijkomen. I&R op orde; een absolute must Het is van groot belang dat houders van schapen en geiten hun I&R op orde hebben. Dan kunnen wij u bijvoorbeeld tijdig waarschuwen in geval van aanvoer van een niet-certificaatwaardig dier. Status CAE-zwoegerziekte onbekend; de situatie in kaart brengen? Dat kan! Benieuwd naar de gezondheidsstatus van uw dieren? Dan kunt u door middel van bloedonderzoek of onderzoek van (gepoolde) melkmonster(s) een indruk krijgen van het voorkomen van CAE en/of zwoegerziekte. De beste aanpak kan per bedrijf verschillen. Neem daarom gerust contact op met GD (0900-1770) en wij helpen u graag om de situatie aangaande CAE/zwoegerziekte op uw bedrijf in kaart te brengen. Geiten en schapen op één UBN? Dan zowel CAE als zwoegerziekte onderzoeken CAE en zwoegerziekte zijn beide lentivirussen: het virus kan overgaan van schaap naar geit en andersom. Daarom geldt dat wanneer u zowel schapen als geiten houdt, u zowel voor CAE als zwoegerziekte onderzoek moet laten verrichten om in aanmerking te komen voor het certificaat. Alleen dan biedt het voldoende garantie om terecht een certificaat te kunnen afgeven.

verschillend is adviseren wij u om direct contact op te nemen met GD als zoiets zich voordoet. Wij helpen u graag uw koppel gezond te houden. In de figuur hiernaast treft u enkele praktische tips die u kunt toepassen in geval van een in- of uitbraak. Belang van een correcte steekproef is groot Alleen een juiste steekproef bepaalt of uw bedrijf terecht een vrije status krijgt. In het kader van het certificeringsprogramma voor CAE, zwoegerziekte en CL wordt op schapen- en geitenbedrijven bewakingsonderzoek verricht. Op bedrijven met meer dan 37 dieren gaat dit via een steekproef. Om dit goed te doen bepaalt u samen met uw dierenarts hoe een representatieve steekproef van uw koppel eruitziet. De grootte van de steekproef wordt bepaald door de bedrijfsgrootte en bedrijfsgezondheidsstatus. Als er geen sprake is van een correcte steekproef kan het zo zijn dat de uitslag van het bloedonderzoek geen recht doet aan de werkelijk gezondheidssituatie op het bedrijf. Het belang van de correctheid van de steekproef is daarom groot. Het bepalen van de te bemonsteren steekproef is niet altijd eenvoudig. Ieder bedrijf ziet er anders uit en daarom is het bepalen van de steekproef maatwerk. Zo is een representatieve verdeling over onder andere de diverse potten/groepen waar de dieren in lopen en verschillende leeftijdscategorieën relevant. Ook bokken/rammen moeten volgens de regels van het programma worden onderzocht. Neem ook aangevoerde dieren (of een selectie daarvan) mee in de steekproef.

In- of uitbraak; neem direct contact op met GD Wanneer een schaap of geit van u uitbreekt en contact heeft met andere schapen/geiten of een dier in uw koppel inbreekt en contact heeft met uw koppel, betekent dat een risico voor de insleep van dierziekten. Omdat de situatie per in- of uitbraak

Quarantaine: monitoring van aangevoerde dieren De meeste insleep van dierziekten vindt plaats door middel van directe diercontacten. Het is van belang om nieuwe dieren niet direct in uw koppel te plaatsen, maar eerst apart (quarantaine) op stal te huisvesten. In deze periode dienen de aangevoerde dieren goed gecontroleerd te worden op ziekteverschijnselen en wordt geadviseerd om aanvullend onderzoek te verrichten. De optimale duur van quarantaine is verschillend en hangt af van de ziekte, maar minimaal wordt vier weken geadviseerd.

Tankmelk Check: continu een vinger aan de pols Op melkleverende bedrijven is het, middels de CAE/zwoegerziekte Tankmelk Check, mogelijk continu een vinger aan de pols te houden aangaande CAE/zwoegerziekte. Door elk kwartaal een tankmelkmonster in te sturen zit u nog dichter op de situatie op uw bedrijf. Als u vaker dan eenmaal per kwartaal tankmelkonderzoek wilt verrichten is dat ook mogelijk.

Waarom zo belangrijk? De certificeringsprogramma’s voor CAE, zwoegerziekte en CL zijn vrijwillige diergezondheidsprogramma’s. Het behoudt van de status is belangrijk voor de gezondheid van uw dieren, maar ook om gezonde dieren te kunnen verkopen. Voor de diergezondheidsprogramma’s is kennis van de reglementen van belang. Meer informatie vindt u op onze website www.gddiergezondheid.nl/schaapgeit.

12 - Schaap en Geit, juni 2019

010_SG20_human interest_2x2p.indd 12

20-05-19 17:35


diergezondheid

RenĂŠ van den Brom, Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers erd Gecertifice bedrijf 56789

12345

01234

01234

00013

12345 34567

12345

12345 34567

34567

45678 45678

56789

05678

05678

01234

01234

00013

56789

56789

05678

05678

34567

45678

45678

Uitbraak

Inbraak

Uw gecertificeerde schapen of geiten zijn uitgebroken naar niet-gecertificeerde schapen of geiten.

Niet-gecertificeerde schapen of geiten zijn ingebroken bij uw gecertificeerde schapen of geiten.

01234

01234

56789

05678

34567

34567

Rechtsbijstand

56789

12345

05678

45678

12345

45678

00029 00029

00013

RVO

GD

3

m

et er

00013

2

3

Leg de in- of uitbraak vast. Maak bij voorkeur foto- of videobeelden. Leg de oornummers van betrokken dieren vast.

Haal de schapen of geiten van de verschillende koppels zo snel mogelijk en ten minste drie meter uit elkaar.

Probeer de houder van de dieren op te sporen, bijvoorbeeld door contact op te nemen met RVO. Neem ook altijd contact op met GD voor advies op maat. Neem eventueel contact op met uw rechtsbijstandsverzekering.

00013

00013

0144

0144

1

5

6

Laat, indien het andere koppel niet gecertificeerd is en in overleg met de houder, bloedmonsters afnemen van de ingebroken dieren.

Plaats het koppel waarbij een inbraak heeft plaatsgevonden of de dieren die zijn uitgebroken minimaal een half jaar in quarantaine.

Verzorg de dieren in quarantaine als laatste en gebruik aparte werkkleding/schoeisel en apart materiaal.

3 00013

erd Gecertifice bedrijf

0144

0001

0144

4

12 MAANDEN

6 MAANDEN

7

8

9

Bedenk of het verstandig is om schapen of geiten die betrokken zijn geweest bij de inof uitbraak met niet gecertificeerde dieren te behouden. Overweeg afvoer van de desbetreffende dieren

Neem indien mogelijk en op vrijwillige basis na zes maanden bloedmonsters af om de situatie te evalueren.

Neem na twaalf maanden bloedmonsters van de betrokken dieren. Bij een gunstige uitslag (niets aangetoond) wordt de certificering van het koppel doorgezet. Schaap en Geit, juni 2019 - 13

010_SG20_human interest_2x2p.indd 13

20-05-19 17:35


Tel. +31(0)342-786952 info@multiheat.eu • www.multiheat.eu

• Gelijkdrukventilatie • Frisse lucht bij de dieren zonder tocht • Droge stallen • Veel arbeidsgemak • In hoogte verstelbaar

WARMWATER HEATERS • Warmtewisselaar met dubbele epoxycoating • Beschikbaar van 20 tot 110 kW • Perfecte verdeling van de warmte

ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? Neem contact op met: Marcel Koot T+31 (0)314 - 355 852 E marcel.koot@dock35media.nl I www.dock35media.nl

VOOROP IN DIERGEZONDHEID

Keurmerk Zoönosen Meer informatie vindt u op: www.keurmerkzoonosen.nl

015_SG20_wolven_1p.indd 14

Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn. Steeds vaker worden dierhouders bij wie de dieren contact hebben met bezoekers geconfronteerd met de vraag welk risico de dieren vormen voor de bezoekers. Om aan te tonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en de kans op besmetting te beperken bestaat het Keurmerk Zoönosen. Inmiddels bestaat het GD Keurmerk Zoönosen 10 jaar en zijn ruim 1500 bedrijven deelnemer.

20-05-19 17:33


Tara de Haan, projectleider junior

samenleving

DE WOLF IS TERUG

Wat betekent dit voor u? Met de terugkeer van de wolf in Nederland, neemt de bezorgdheid van schapenhouders toe. Niet verwonderlijk, aangezien er in 2018 ruim 160 schapen zijn gedood door het dier. Maar welke risico’s loopt u als houder nu echt als de wolf zich bij u in de buurt vestigt? De wolf (Canis lupus) kwam oorspronkelijk in heel Europa voor. Door bestrijding, destructie van het leefgebied en een gebrek aan prooidieren verdween de wolf rond 1900 uit veel Europese landen. Mede dankzij de Conventie van Bern, een internationaal verdrag over het behoud van flora en fauna in Europa, kon de wolvenpopulatie weer toenemen. Dit verdrag, dat van kracht werd in 1982, wees de wolf aan als beschermde diersoort. In maart 2015 is de eerste wolf na lange afwezigheid weer gesignaleerd in Nederland. Sindsdien hebben meerdere wolven, allemaal afkomstig uit Duitsland, ons land bezocht. Zorgelijke zwervers Met name schapenhouders zijn bezorgd om de veiligheid van hun dieren. Hoewel er volgens de data van BIJ12, uitvoeringsorganisatie van de twaalf provincies, in Nederland in 2018 ruim 160 schapen zijn gedood door wolven, neemt de kans op schade aan landbouwhuisdieren af zodra een wolf zich vestigt. Er wordt

gesproken over vestigen als een wolf zes maanden in eenzelfde gebied verblijft. In januari en maart 2019 hebben twee wolvinnen zich officieel gevestigd op de Veluwe. Sindsdien zijn er in dit gebied geen meldingen van aanvallen meer gedaan. Ook mestonderzoek toonde aan dat het dieet van deze wolvinnen alleen nog bestaat uit wild. Zwervende wolven zijn wel geneigd om landbouwhuisdieren te grijpen. In januari en februari 2019 hebben twee zwervende wolven schade aangericht aan 24 schapen in Overijssel. DNA-onderzoek wees uit dat één van deze wolven de mannelijke wolf met kenmerk GW893m is, die al enige tijd in Nederland zwerft. Grote impact Hoewel de kans op een aanval van de wolf in Nederland uiteindelijk erg klein is, kan het voor de getroffen houder een grote impact hebben. Meld verdenking van wolvenschade altijd binnen 24 uur aan BIJ12 via 085-4862222 (tijdens kantooruren). BIJ12 stuurt dan iemand om de situatie te analyseren en om monsters te nemen van de gedode dieren. De dieren mogen daarom van tevoren niet verplaatst worden. Bevestigt DNAanalyse een aanval van de wolf? Dan kan de houder een financiele compensatie ontvangen voor de schade aan de dieren. Meer informatie vindt u op de website van BIJ12 (www.BIJ12.nl).

Schaap en Geit, juni 2019 - 15

015_SG20_wolven_1p.indd 15

20-05-19 17:33


Extra aandacht voor koper bij melkgeiten Naar aanleiding van enkele gevallen van kopervergiftiging raden wij geitenhouders aan om de resultaten van voer- en wateranalyses op een rij te zetten. Bij twijfel over de juiste mineralenvoorziening zijn bij geiten koper en selenium de eerste mineralen om onderzoek naar te doen. Koper is een onmisbaar bestanddeel van een groot aantal enzymen die op diverse plaatsen in het lichaam betrokken zijn bij zeer uit-

eenlopende stofwisselingsprocessen. Koper is onder meer nodig bij de aanmaak van bloed, de structuur van haren, de pigmentvorming in huid en haren, de elasticiteit van bloedvaten, de vorming van de matrix van botweefsel, de aanleg van de myelineschede rond zenuwbanen en ademhalings- en beschermingsprocessen in weefsels. Opslag van een overmaat aan opgenomen koper vindt plaats in de lever. Daarmee is het leverkopergehalte de beste afspiegeling van de balans tussen opname en benutting op langere termijn.

16 - Schaap en Geit, juni 2019

016_SG20_koperproblemen_2p.indd 16

20-05-19 17:36


Piet Vellema, sectormanager en Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers

Koperbenutting uit rantsoen Om aan de koperbehoefte van een dier te voldoen moet het rantsoen voldoende absorbeerbaar koper bevatten. Verschillende rantsoenbestanddelen kunnen de absorptie van koper beïnvloeden; de belangrijkste zijn molybdeen en zwavel. Uit zwavelhoudende aminozuren en sulfaat wordt in de pens sulfide gevormd dat met koper kan neerslaan als niet absorbeerbaar kopersulfide. Behalve molybdeen en zwavel beïnvloeden ook ijzer en zink de koperopname uit het rantsoen negatief. De koperbehoefte van een dier is afhankelijk van verschillende factoren, zoals ras, leeftijd, groeisnelheid, stadium van de dracht en bij lacterende dieren van de melkproductie. Bij lacterende dieren wordt koper in de melk uitgescheiden. Een andere zeer belangrijke factor die de koperbenutting uit het rantsoen beïnvloedt is een wel of niet ontwikkelde pens; bij een lam waarbij de pens nog niet is ontwikkeld kan de koperbenutting oplopen richting negentig procent terwijl dat bij een volwassen dier met een ontwikkelde pens tussen de vijf en tien procent ligt. Dit alles maakt dat alleen het kopergehalte in het rantsoen geen goede maat is voor een juiste kopervoorziening. Kopergebrek bij geiten Bij een opgroeiende geit met slapte in de achterhand (swayback) is kopergebrek een reële mogelijkheid. De diagnose wordt bevestigd als bij pathologisch onderzoek sprake is van te lage leverkoperwaarden in combinatie met de typische afwijkingen in het ruggenmerg. Kopervergiftiging bij geiten Tot enkele jaren geleden was kopervergiftiging bij geiten vrijwel onbekend. Toen recent op een bedrijf in een maand tijd ongeveer vijfentwintig anderhalfjarigen stierven met als opvallende bevinding geelzucht zijn dieren aangeboden voor pathologisch onderzoek; deze dieren waren knalgeel en hadden donker ver-

diergezondheid

kleurde nieren en donkere urine. Het leverkopergehalte van deze dieren was ruim 1100 ppm (mg/kg drogestof). Gezonde anderhalfjarige koppelgenoten hadden leverkopergehalten van ruim 900 ppm, terwijl die waarden bij gezonde oudere koppelgenoten ruim 500 ppm waren. Het leverkopergehalte van gezonde dieren is minimaal 75 ppm. Waarden van meer dan 800 ppm wijzen op koperstapeling en risico op kopervergiftiging. Rekenvoorbeeld Mede naar aanleiding van dit geval zijn op andere bedrijven ook te hoge leverkoperwaarden aangetoond. Hoewel het vinden van de oorzaak daarvan niet eenvoudig is gebleken viel op dat in de gebruikte melkpoeders op deze bedrijven kopergehalten voorkwamen uiteenlopend van nul tot negen ppm. Een rekenvoorbeeld levert het volgende op: stel dat een lam in totaal 15 kilogram kunstmelkpoeder opneemt met een kopergehalte van 9 ppm; het betreffende lam neemt daarmee 135 milligram koper op. Bij een absorptie van 80 procent komt daarmee 108 milligram koper in het lichaam. Bij een totaal leverdrogestofgewicht van 150 gram zou dit kunnen leiden tot een leverkopergehalte van 900 ppm. Rekenvoorbeeld Op basis van het voorgaande raden wij aan de resultaten van voer- en wateranalyses op een rij te zetten. Vervolgens is het verstandig om onderzoek bij dieren te doen. Voor het vaststellen van de actuele situatie van spoorelementen is bloed-, individueel melk- of tankmelkonderzoek mogelijk. Bij bloed- en individueel melkonderzoek is onderzoek van minimaal vijf dieren per groep nodig. Naast koper hopen ook veel spoorelementen zich op in de lever. Bij problemen met de mineralenvoorziening adviseren wij om, naast bloed- en melkonderzoek, ook leveronderzoek uit te voeren. MEER OVER KOPERVERGIFTIGING WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/KOPERVERGIFTIGING-GEIT

Schaap en Geit, juni 2019 - 17

016_SG20_koperproblemen_2p.indd 17

20-05-19 17:36


PRIJSGUNSTIGE MINERALEN VOORZIENING • UNO LAMB BOLUS •

4 MAANDEN WERKZAAM

GRATIS PILLENSCHIETER

LANGDURIGE AFGIFTE

De prijsgunstige mineralen voorziening voor al uw lammeren gedurende het zomerseizeon. Samenstelling: Gelatine en dextrose Voor direct en langdurig verstrekken van cobalt, jodium, vit. B12, selenium.

EENMAAL TOEGEDIEND, 4 MAANDEN WERKZAAM. GEGARANDEERDE, GECONTROLEERDE GIFT PER DAG.

VERKRIJGBAAR BIJ UW DIERENARTS, BETERE AGRARISCHE HANDEL OF BESTEL OP WWW.BOERENWINKEL.NL

019_SG20_product_2p.indd 18

20-05-19 17:36


Saskia Luttikholt, productmanager Dierhouder & Dierenarts

product

AL MEER DAN 10.000 DIEREN IN SCHAAPP

Staan uw schapen er al in? Inmiddels staan al van meer dan 10.000 dieren gegevens in SchaAPP: van ras, geslacht tot ziektes en behandelingen. Het totaaloverzicht in de app kunt u op elk moment inzien. Of u nu op stal bent, in de wei of gewoon aan de keukentafel. Met SchaAPP, dé gratis app voor hobbyhouders, heb je per schaap én per koppel een infopagina en een tijdlijn. Hier voeg je gemakkelijk gebeurtenissen, en bijvoorbeeld foto’s, aan toe. “SchaAPP maakt de administratie leuker, makkelijker en overzichtelijker”, aldus Karin Wassink, bestuurslid VSS.

De aanvullende dieradministratie is zinvol als je een goed overzicht van je koppel wilt houden, bewuste keuzes wilt maken bij bijvoorbeeld selectie van dieren en om koppelproblemen tijdig te signaleren. Met een duidelijk overzicht van je schapen is het mogelijk de diergezondheid beter te managen. SchaAPP: altijd je schapenoverzicht bij de hand Deze gratis app maakt het eenvoudig om een overzicht van je schapen bij te houden. Je hebt dit overzicht altijd bij de hand, zodat je het op elk gewenst moment kunt raadplegen en aanvullen. Zet je koppel schapen in SchaAPP en voeg belangrijke gebeurtenissen toe aan de tijdlijn. “Het is nu bijvoorbeeld makkelijk om terug te vinden wanneer een schaap behandeld is”, aldus Jorick ten Brinke, eigenaar Dier & Diensten.

Schaap en Geit, juni 2019 - 19

019_SG20_product_2p.indd 19

20-05-19 17:36


BLUETONGUEVIRUS 2019 BLUETONGUE-VIRUS (BLAUWTONG) Beschadigt de bloedvaten Symptomen Hoge koorts, zwelling en ontsteking van mond- en neusslijmvlies Laatste uitbraak in Nederland 2008

WEL OF NIET VACCINEREN? Na de uitbraak van bluetongue in 2015, veroorzaakt door BTV-8 in Frankrijk, heeft deze infectie zich geleidelijk uitgebreid. Eerst binnen Frankrijk, maar in 2018 ook naar Zwitserland, Duitsland en België. Hierdoor neemt de kans op introductie van BTV-8 in Nederland verder toe. Vaccinatie is toegestaan en veehouders beslissen zelf of ze wel of niet gaan vaccineren.

Zone (serotypes) F (8) G (1,2,4,16) I (1,4) J (1) T (1,2,4,8,16) X (4,16) Y (8,4)

A3 (4) A4 (1,4,8,16) A5 (1,3,4) A6 (1,4,16) A7 (4,16,8) A8 (16)

WAT IS BLUETONGUE? Bluetongue of blauwtong is een virusziekte van herkauwers die wordt overgebracht door verschillende culicoidessoorten. Het virus vermeerdert zich in bloedvormende organen en in cellen die de binnenbekleding vormen van bloedvaten. Beschadiging van bloedvaten leidt tot bloedstolling of het uittreden van bloedvloeistof en zwelling. Bij ernstige zwelling en circulatieproblemen kan zuurstoftekort ontstaan en als gevolg daarvan soms een blauwe tong. Daaraan ontleent de ziekte haar naam.

Bluetongue is een virusziekte van herkauwers. Het virus vermeerdert zich in bloedvormende organen en in de cellen die de binnenbekleding vormen van bloedvaten. Beschadiging van de bloedvaten leidt tot bloedstolling, het uittreden van bloedvloeistof, zwelling en zuurstoftekort. Rundvee vormt het natuurlijke reservoir van het virus. Bluetongue verspreidt zich niet via diercontact, maar verschillende Culicoides-soorten brengen het virus over van de ene naar de andere herkauwer. Zieke dieren hebben hoge koorts die dagen kan aanhouden, ontsteking van mond- en neusslijmvlies, oedemen, verhoogde doorbloeding en overvulling van de kroonranden en spierbeschadiging. Hoewel alle herkauwers gevoelig zijn, komen ernstige klinische verschijnselen vooral voor bij het schaap. Geschiedenis Bluetongue komt waarschijnlijk al meer dan twee eeuwen voor in Afrika. Aan het eind van de achttiende eeuw deed de ziekte zich voor bij uit Europa ingevoerde Merino’s en daarbij werd meer dan dertig procent van de schapen ziek. Meer dan negentig procent van de zieke dieren overleefde de ziekte niet. De eerste uitbraak buiten Afrika deed zich voor op Cyprus in 1943. Kort daarna brak de ziekte ook uit in Israël, Turkije en waarschijnlijk Syrië. In 1948 kwam bluetongue voor het eerst voor in de Verenigde Staten. Van 1956 tot 1960 waren er ernstige uitbraken in Spanje en Portugal. In 1977 werd het bluetonguevirus geïsoleerd in Australië. Nederland kreeg in 2006 voor de eerste keer te maken met bluetongue. Het oorzakelijk virus was bluetongue virus serotype 8 (BTV-8), een virustype dat daarvoor niet eerder in Europa was voorgekomen. In 2007 kwam bluetongue terug, niet alleen eerder in het jaar, maar ook veel uitgebreider en heftiger: meer besmette bedrijven, een groter deel van Nederland besmet, meer zieke dieren per bedrijf en meer sterfte. Alleen al in de tweede helft van 2007 stierven ruim 27.000 schapen aan bluetongue. In 2008 kwamen nog zestig uitbraken voor. Daarna was de ziekte verdwenen.

20 - Schaap en Geit, juni 2019

020_SG20_wetenschap_2p.indd 20

20-05-19 17:37


Piet Vellema, sectormanager en Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers

Meerdere virushaarden in Europa In Europa zijn meerdere haarden van bluetongue aanwezig met verschillende serotypes. In augustus 2015 meldde Frankrijk opnieuw een uitbraak van BTV-8. Opvallend bij deze uitbraak is het lage aantal dieren met klinische verschijnselen. Wel lijkt de laatste maanden sprake van meer gevallen van zogenaamde verticale transmissie bij runderen: overdracht van het virus van koe op kalf. Geleidelijk heeft deze BTV-8 infectie zich uitgebreid; eerst binnen Frankrijk, maar in 2018 ook naar Zwitserland, Duitsland en België. Daarnaast speelt in Italië sinds november 2017 BTV-3, een virustype dat daarvoor niet in Europa is voorgekomen. In de loop van 2018 heeft verspreiding van BTV-3 plaatsgevonden naar Sardinië. In Europa komen nu de volgende acht serotypes voor: BTV-1, -2, -3, -4, -6, -8, -9 en -16. Verwachtingen GD en WBVR hebben eind 2015 een bijeenkomst voor experts gehouden en deze groep heeft toen geconcludeerd dat de kans

wetenschap

op introductie van BTV-1, 2, 9 en 16 in Nederland klein was. De kans op introductie van BTV-4 werd hoger ingeschat. De kans op introductie van BTV-8 werd weer hoger ingeschat dan die van BTV-4. Dit geldt in grote lijnen nog steeds, maar door de uitbreiding van BTV-8 naar Duitsland en België is de kans op introductie in Nederland verder toegenomen. Wel of niet vaccineren? De recente verspreiding van BTV-8 naar Duitsland en België zorgt voor een toenemende kans op een introductie in Nederland. Alleen massale vaccinatie kan een uitbraak in Nederland voorkomen, maar ervaringen uit het verleden leren dat veehouders dat niet op vrijwillige basis doen. De beperkte ziektelast van de huidige uitbraak maakt dat de kosten van vaccinatie waarschijnlijk niet opwegen tegen de directe schade van een infectie. Een veehouder die helemaal geen risico wil lopen doet er verstandig aan om zijn dieren wel te laten vaccineren. Kortom: iedere veehouder moet zelf de beslissing nemen.

Schaap Schaap en en Geit, Geit, junijuni 2019 2019 - 21 - 21

020_SG20_wetenschap_2p.indd 21

20-05-19 17:37


ADVERTORIAL

Een heldere geitenstal dankzij ioniserende ledverlichting Christian en Monique van Summeren zijn de trotse eigenaars van Geitenmelkerij Stramproy. Mede door hun passie voor dieren zijn zij in 2002 een geitenmelkerij gestart. Om het beste resultaat voor hun geiten te genereren hebben Christian en Monique er in december 2018 voor gekozen om één locatie te voorzien van ioniserende ledverlichting van FreshlightAgri. Sindsdien genieten hun geiten van een schone en heldere stal. In het Limburgse Stramproy zijn Christian en Monique in 2002 klein begonnen door het inkopen van 1.000 lammetjes. In 2006 heeft het bedrijf een enorme groei doorgemaakt wat op dit moment resulteert in 9.000 melkgeiten, 4.000 opfokgeiten en 200 bokken verdeeld over zes locaties in Nederland en België.

LUCHTZUIVERENDE LED-VERLICHTING Schone lucht Minder antibioticum Vermindering van pathogenen Minder uitval Gezonde dieren

Monique gaf aan dat zij samen met Christian opzoek waren naar een product met ionisatie, om het stof in de stallen te verminderen en ziektes bij hun geiten te voorkomen. Via het internet kwam Monique op de website van FreshlightAgri terecht en vond ze een product wat voldeed aan hun wensen. FreshlightAgri biedt namelijk ioniserende ledverlichtingssystemen met fullspectrum zonlicht. Doordat de armaturen van de verlichting zijn voorzien van zeer krachtige ionisatie worden stallen 24 uur per dag gezuiverd van ammoniak, fijnstof, geuren, bacteriën en virussen. Het resultaat is een frisse stal met gezonde en vitale dieren. Dit resultaat is te zien in de geitenstal van Monique en volgens haar is dit de ideale oplossing om stof in de stal te verminderen. Ook onderzoek van Wageningen University & Research toont dit resultaat aan. Er is namelijk een emissiereductie gemeten van minimaal 40%. Naast ionisatie zijn de ledverlichtingssystemen van FreshlightAgri ook voorzien van fullspectrum zonlicht. Het fullspectrum zonlicht benadert het lichtspectrum dat van de zon afkomt en activeert vitamine D3. Het resultaat hiervan is dat de dieren sneller groeien, sterkere botten hebben en minder vatbaar zijn voor ziektes. Op verzoek van Christian en Monique is de verlichting in de stal zo ingericht dat iedere geit kan genieten van tenminste 200 lumen licht. Op dit moment is één locatie van Geitenmelkerij Stramproy voorzien van de verlichting van FreshlightAgri. Op de vraag of Monique in de toekomst weer wil samenwerken met FreshlightAgri antwoordde zij positief. Monique wil graag alle locaties voorzien van ioniserende verlichting, zodat al de 13.000 geiten kunnen genieten van een schone en heldere stal. Meer informatie over de producten van Freshlight? Tel: 055 - 302 00 22 E-mail: info@freshlight.eu Website: www.freshlightgroup.com

023_SG20_deboerop.indd 22 +31

(0)55 - 302 00 21 www.freshlightgroup.com

20-05-19 17:37


de boer op

1500

…BEDRIJVEN DOEN AL MEE AAN HET KEURMERK ZOÖNOSEN

aar en am ze dt um en ag en. Dit aar ok dit an

gri cht ert en, Op zo en

oy of gri en en

10 JAAR KEURMERK ZOÖNOSEN

Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn. Steeds vaker worden dierhouders bij wie de dieren contact hebben met bezoekers geconfronteerd met de vraag welk risico de dieren vormen voor de bezoekers. Om

aan te tonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en de kans op besmetting te beperken bestaat het Keurmerk Zoönosen. Inmiddels bestaat het GD Keurmerk Zoönosen 10 jaar en zijn ruim 1500 bedrijven deelnemer.

WILT U OOK DEELNEMEN AAN HET KEURMERK? KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.KEURMERKZOONOSEN.NL

vraag & antwoord

VRAAG: KAN MIJN BEDRIJF OOK DEELNEMEN AAN HET KEURMERK ZOÖNOSEN?

ANTWOORD: CARLIJN TER BOGT

Veel bedrijven willen het Keurmerk Zoönosen aanvragen, maar denken ten onrechte dat dit alleen voor kinderboerderijen is bedoeld. Het keurmerk is inderdaad ontstaan vanuit kinderboerderijen. Zij werden geconfronteerd met de vraag welk risico de dieren voor de bezoekers vormen. Tot de lancering van het keurmerk was er voor deze bedrijven op dit gebied geen controle of check. Het keurmerk bracht hier verandering in; het zorgt ervoor dat je kunt aantonen dat je als bedrijf bewust bent van de risico’s van zoönosen en dat je maatregelen neemt om de kans op besmetting aanzienlijk te verkleinen. In de loop der jaren heeft het keurmerk

zich verder gepositioneerd en inmiddels is het geschikt voor allerlei soorten bedrijven. Zelfs als u bijvoorbeeld een gesloten geitenbedrijf heeft en het keurmerk zou willen in verband met het imago van de sector of uw maatschappelijke betrokkenheid, is dit mogelijk. Maar het keurmerk kan ook relevant zijn als u bijvoorbeeld één keer per jaar een lammetjesdag organiseert, met een schaapskudde door een woonwijk trekt of een boerderijcamping heeft. Dus wat voor soort bedrijf u ook heeft, als u wilt laten zien dat u op het gebied van zoönosen een veilige en duurzame bedrijfsvoering hanteert, is het keurmerk wellicht geschikt!

Schaap en Geit, juni 2019 - 23

023_SG20_deboerop.indd 23

20-05-19 17:37


diergezondheid volgens Yde Schakel Zwoegerziekte hing een beetje als een donkere schaduw over zijn bedrijf. Toch was de stap om het aan te pakken voor Yde Schakel jarenlang te groot. Tot hij bij studiegenoten zag welke voordelen de zwoegervrijstatus had. Hij zette de stap tóch en was verbluft over het resultaat. “Ik had nooit gedacht dat het zo veel zou brengen.” Het is niet zo dat hij nooit eerder zwoegervrij wilde worden, maar toen hij een tijd werkzaam was als schaapsherder heeft hij het op de lange baan geschoven. “Op een gegeven moment stopte dit werk en hier in Tjerkwerd kon ik niet meer aan de slag als herder.” Als trotse Fries wilde Yde graag in de buurt blijven, dus is hij zich meer gaan focussen op zijn eigen bedrijf. Voor hem was dat een keerpunt. “Ja, toen was het écht tijd om zwoegervrij te worden.” In één klap zwoegervrij Hoewel hij wat huiverig was, omdat hij overal en nergens zat met zijn grond, kwam dat op z’n potjes terecht. “Met de ruilverkaveling kreeg ik alles gelukkig wat meer bij elkaar in de buurt en kon ik zwoeger aan gaan pakken.” En dat deed hij. Yde stapte in één keer over naar een zwoegervrij koppel. “Wat dat achteraf heeft gekost staat in geen verhouding tot wat de opbrengsten nu zijn. Het zwoegervrij zijn is voor mij zo’n ontzettende plus”, vertelt hij. “Mijn dieren zijn fitter en brengen meer op. Ik laat geen dieren meer afvoeren die iets mankeren of heel mager zijn. De uitval deed me altijd flink zeer. Alles gaat nu gelukkig afgemest weg.” Voordeel voor iedereen Yde is klaar met zwoegerziekte. Zo klaar zelfs dat hij zijn buurman zestien zwoegervrije dieren gaf. “Hij heeft ooit een paar schapen van mij gekocht, dus ik wist dat hij er ook last van kon hebben. Hij zat redelijk dicht bij mij in de buurt met zijn bedrijf, dus ik vond het een risico”, legt hij uit. “Daarom ben ik naar hem toegegaan en heb ik gezegd: ‘Ik geef jou zestien zwoegervrije dieren.’” Yde vertelt dat de buurman ze zelf mocht uitzoeken en dat ze binnen een paar weken aflammerden. “Een win-win-situatie”, lacht hij. “De buurman zwoegervrije schapen en ik een buurman die geen risico meer vormt!”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl

024_SG20_diergezondhheid.indd 24

20-05-19 17:38


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.