Samen werken aan diergezondheid
GD-magazine - oktober 2019 - nummer 21
schaap en geit
REPORTAGE
Als opstartend bedrijf last van CL na import; wat doe je dan?
MINERALEN EN VITAMINEN Balans is de boodschap
WAT WEET U OVER LEVERBOT?
Doe de quiz!
®
®
Geïnactiveerd vaccin, tegen mastitis bij schapen en geiten, in injecteerbare emulsie. Geïnactiveerd Geïnactiveerd vaccin, vaccin, tegen tegen mastitis mastitis bij bij schapen schapen en geiten, in injecteerbare emulsie. en geiten, in injecteerbare emulsie.
MAAK MAAK SUBKLINISCHE SUBKLINISCHE MASTITIS MASTITIS ZICHTBAAR ZICHTBAAR
VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis bij vrouwelijke schapen en geiten, emulsie voor injectie. SAMENSTELLING: Een dosis (2 ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus aureus geïnactiveerd, die biofilm type SP 140 ≥ 8,98 SAAC tot expressie brengt. Adjuvans: vloeibare paraffine: 18,2 mg bij Excipiënt: benzylalcohol: mg. INDICATIES: immunisatie van gezonde problemen veroorzaakt door mastitis. Verlaagtaureus de incidentie van subklinische Staphylococcus VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis vrouwelijke schapen en21geiten, emulsie voorActieve injectie. SAMENSTELLING: Een ooien dosis met (2 ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus geïnactiveerd, die biofilmmastitis type SPveroorzaakt 140 ≥ 8,98door SAAC tot expressie aureus (minder uierlaesies, lager somatisch enbenzylalcohol: lager S. aureus Actieve immunisatie vanvan gezonde vrouwelijke in kuddes met terugkerende mastitisproblemen voorvan hetsubklinische verlagen vanmastitis de incidentie van subklinische mastitis brengt. Adjuvans: vloeibare paraffine: 18,2 mgcelgetal Excipiënt: 21 uitscheiding). mg. INDICATIES: Actieve immunisatie gezonde ooien metgeiten problemen veroorzaakt door mastitis. Verlaagt de incidentie veroorzaakt door Staphylococcus veroorzaakt dooruierlaesies, Staphylococcus aureus en celgetal coagulase-negatieve stafylokokken. Echter, in geval van klinische mastitis vrouwelijke veroorzaaktgeiten door coagulase-negatieve stafylokokken, neemt de ernst klinische (uiterlijk uier en melk) af. aureus (minder lager somatisch en lager S. aureus uitscheiding). Actieve immunisatie van gezonde in kuddes met terugkerende mastitisproblemen voorvan het de verlagen van tekenen de incidentie van van subklinische mastitis TOEDIENINGSROUTE: Intramusculair. Laat en hetcoagulase-negatieve vaccin vóór toediening op een temperatuur +25 °C komen. voordoor gebruik. Minimum leeftijd stafylokokken, voor vaccinatie:neemt 8 maanden. DOSERING: 5 weken tekenen voor de verwachte werpdatum dosis veroorzaakt door Staphylococcus aureus stafylokokken. Echter, tussen in geval+15 vanenklinische mastitisSchudden veroorzaakt coagulase-negatieve de ernst van de klinische (uiterlijk van uier en een melk) af. (2 ml) toedienen door Intramusculair. middel van diepe intramusculaire injectie in deop nekspieren en 3 weken na +15 de eerste dosis een tweede dosisvoor toedienen. basisvaccinatieschema moet vóór elke lactatieperiode worden BIJWERKINGEN (frequentie en TOEDIENINGSROUTE: Laat het vaccin vóór toediening een temperatuur tussen en +25 °C komen. Schudden gebruik.Het Minimum leeftijd voor vaccinatie: 8 maanden. DOSERING: 5 wekenherhaald. voor de verwachte werpdatum een dosis VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis bijdiepe vrouwelijke en geiten, emulsie voor SAMENSTELLING: Een dosisdosis (2 Vaak: ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus geïnactiveerd, die maximaal biofilm type SP 140 ≥ 8,98 SAAC tot ernst): zeer vaak: lichtemiddel zwelling de plaats vanschapen injectie,injectie minder cm in doorsnee, die binnen 12 dagen verdwijnt. zwelling op de plaats van injectie, meer 5 aureus cm doorsnee, die binnen 3BIJWERKINGEN dagen verdwijnt. Een tijdelijke (2 ml) toedienen door vanop intramusculaire indan de 2nekspieren en 3injectie. weken na demaximaal eerste dosis een tweede toedienen. Het basisvaccinatieschema moetdan vóór elkeinlactatieperiode worden herhaald. (frequentie en expressie brengt. Adjuvans:verhoging vloeibare paraffine: mgop Excipiënt: benzylalcohol: mg. INDICATIES: Actieve van12 gezonde ooien met problemen veroorzaakt doorinjectie, mastitis. Verlaagt de van veroorzaakt door Staphylococcus de lichaamstemperatuur van maximaal 1,8 minder °C21 kan optreden tussen de eerste 4 uur maximaal en 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder dat 5 decm gezondheid van desubklinische dieren maximaal gevaar mastitis loopt. Anafylactische reacties, die ernst): zeervan vaak: lichte18,2 zwelling de plaats van injectie, dan 2 cm in doorsnee, die immunisatie binnen dagen verdwijnt. Vaak: zwelling op de plaats van meer dan inincidentie doorsnee, die binnen 3 dagen verdwijnt. Een tijdelijke levensgevaarlijk kunnen zijn en/of abortus traden zeer zelden op, basis4van het verlenen van de vergunning. Onder omstandigheden de symptomen snel en op passende aureus (minder uierlaesies, somatisch celgetal en lagerveroorzaken S.1,8 aureus uitscheiding). Actieve immunisatie gezonde vrouwelijke geitennain kuddes met terugkerende mastitisproblemen voor verlagen vanloopt. de incidentie van subklinische verhoging vanlager dezouden lichaamstemperatuur van maximaal °C kan optreden tussen deop eerste uurgeneesmiddelenbewakingsrapportage en van 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder datdeze de gezondheid vanhet demoeten dieren gevaar Anafylactische reacties,wijze die mastitis behandeld. Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening hetvan vaccin zeer mastitis zelden op,veroorzaakt op basis van door geneesmiddelenbewakingsrapportage naOnder het verlenen van vergunning. Geen. Nul veroorzaakt doorworden Staphylococcus aureus en zijn coagulase-negatieve stafylokokken. in geval van klinische coagulase-negatieve stafylokokken, neemt de de ernst vanmoeten de CONTRA-INDICATIES: klinische tekenen (uiterlijk van uierwijze en melk) af. levensgevaarlijk zouden kunnen en/of abortus veroorzaken traden zeerEchter, zelden op, op van basis geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. deze omstandigheden de symptomen snel en opWACHTTIJD: passende dagen. SPECIALE Alleen gezonde dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten die moeten worden overwogen de persoon die het medicijn aanverlenen de8dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat wordenIntramusculair. behandeld.VOORZORGSMAATREGELEN: Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening van het vaccin zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul een dosis TOEDIENINGSROUTE: Laat het vaccin vóór toediening op een temperatuur tussen +15 en +25 zeer °C komen. Schudden voor gebruik.door Minimum leeftijd voor vaccinatie: maanden. DOSERING: 5 weken voor de verwachte werpdatum olie. Onbedoelde of zelfinjectie kan acute en zwelling veroorzaken, met name bij injectie een gewrichtworden of vinger en kan indoor uitzonderlijke gevallen verlies vande de betreffende vinger leiden als er niet onmiddellijk medische hulp wordt dagen. SPECIALE Alleen dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten dietweede moeten overwogen de persoon die het tot medicijn aan dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat (2 ml) toedienenminerale door middel vanVOORZORGSMAATREGELEN: diepe injectie intramusculaire injectie ingezonde depijn nekspieren en 3 weken na de eerste dosis ineen dosis toedienen. Het basisvaccinatieschema moet vóór elke lactatieperiode worden herhaald. BIJWERKINGEN (frequentie en ingeroepen. (tussen 2 enof8 zelfinjectie °C) bewaren vervoeren beschermen tegen met licht.name Zie de voor informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 50 ml (25 doses) en 100leiden ml (50 doses) Transparante flacons van glas en olie.Gekoeld Onbedoelde injectie kanenacute enen zwelling veroorzaken, bij bijsluiter injectie een meer gewricht of vinger kan in uitzonderlijke tot doses), verlies van de betreffende vinger er niet onmiddellijk medische hulp wordt ernst): zeer vaak:minerale lichte zwelling op de plaats van injectie, minder danpijn 2 cm in doorsnee, die binnen maximaal 12 in dagen verdwijnt. Vaak:en zwelling op de plaatsgevallen van injectie, meer dan 5 cm in doorsnee, die als binnen maximaal 3 dagen verdwijnt. Een tijdelijke polyethyleen (PET), type I, afgesloten met een rubberen stop en aluminium dop. (Mogelijk zijnZie nietdealle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB en QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva,flacons 135. 17170 Amer ingeroepen. Gekoeld (tussen 2 en 8 °C) bewaren en vervoeren en beschermen tegen licht. bijsluiter voor meer informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 doses), 50 ml (25 doses) en 100 ml (50 doses) Transparante van glas en verhoging van de(Girona) lichaamstemperatuur van430660 maximaal 1,8 °C972 kan optreden tussen 4 uur en 3 dagen na injectie; op deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder dat de van degebruik dierendient gevaar loopt.opAnafylactische reacties, die Spanje Tel.+34 – Fax REGde NLeerste 121005 Gebruik geneesmiddelen verantwoorde wijze. Voor informatie dit geneesmiddel voorgezondheid diergeneeskundig u contact te nemen met de polyethyleen (PET), type I,972 afgesloten met een+34 rubberen430661 stop en Reg.nr. aluminium dop. (Mogelijk UDD. zijn niet alle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB enover QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva, 135. 17170 Amer levensgevaarlijk plaatselijke zouden kunnen zijn en/of abortus veroorzaken traden zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. Onder deze omstandigheden moeten de symptomen snel en op passende wijze vertegenwoordiger van de vergunninghouder. (Girona) Spanje Tel.+34 972 430660 – Fax +34 972 430661 Reg.nr. REG NL 121005 UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Voor informatie over dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op te nemen met de worden behandeld. Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening van het vaccin zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul plaatselijke vertegenwoordiger van de vergunninghouder.
dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: Alleen gezonde dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten die moeten worden overwogen door de persoon die het medicijn aan de dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat minerale olie. Onbedoelde injectie of zelfinjectie kan acute pijn en zwelling veroorzaken, met name bij injectie in een gewricht of vinger en kan in uitzonderlijke gevallen tot verlies van de betreffende vinger leiden als er niet onmiddellijk medische hulp wordt ingeroepen. Gekoeld (tussen 2 en 8 °C) bewaren en vervoeren en beschermen tegen licht. Zie de bijsluiter voor meer informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 doses), 50 ml (25 doses) en 100 ml (50 doses) Transparante flacons van glas en polyethyleen (PET), type I, afgesloten met een rubberen stop en aluminium dop. (Mogelijk zijn niet alle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB en QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva, 135. 17170 Amer (Girona) Spanje Tel.+34 972 430660 – Fax +34 972 430661 Reg.nr. REG NL 121005 UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Voor informatie over dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op te nemen met de plaatselijke vertegenwoordiger van de vergunninghouder.
HIPRA BENELUX HIPRA BENELUX 62 Nieuwewandeling Nieuwewandeling 62 9000 Gent 9000 Gent
HIPRA BENELUX
0(031)235-332526 Nieuwewandeling 62 0(031)235-332526 benelux@hipra.com 9000 Gent benelux@hipra.com www.hipra.com www.hipra.com
0(031)235-332526 benelux@hipra.com www.hipra.com
voorwoord
UITDAGINGEN EN KANSEN De geschiedenis herhaalt zich. Sinds 2017 is de Nederlandse melkschapenhouderij meer dan verdubbeld. Om aan de toegenomen vraag naar melkschapen te kunnen voldoen werden Lacaunes uit Frankrijk geïmporteerd; de kopers kregen CL op de koop toe. Omdat de markt de toegenomen productie niet zo snel kan verwerken ontstaat druk op de melkprijs. Exact hetzelfde gebeurde bij de start van de melkgeitenhouderij in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Een bedrijf dat met andere ogen naar de markt kijkt is A-ware. Voorafgaand aan een rondleiding door de ultramoderne kaasfabriek in Heerenveen hield Klaas de Jong, COO van Royal A-ware, een inspirerende inleiding. A-ware is ontstaan uit een fusie van twee familiebedrijven en kreeg in 2015 het predicaat koninklijk. Koning Willem-Alexander opende op 8 juli 2015 de kaasmakerij die inmiddels ongeveer tien procent van de Nederlandse melkplas verwerkt. Kernwoorden zijn focus op
kwaliteit en echte samenwerking die voor alle betrokkenen tot een win-win situatie leidt. Die samenwerking moet niet onder druk ontstaan; je hebt soms jaren nodig om te weten met wie je echt kunt samenwerken. Een andere rode draad in het verhaal was: ‘Ga pas produceren als je weet dat je die productie ook kunt verkopen.’ Dit heeft A-ware gedaan voor ze de nieuwe kaasfabriek bouwden en voor de mozzarella-kaasmakerij in aanbouw geldt hetzelfde. Hier kunnen we nog wat van leren. De Nederlandse veehouderij staat voor een aantal uitdagingen, maar er zijn ook kansen. Eén daarvan is de mogelijkheid om binnenkort geiten te kunnen exporteren met een gunstig scrapie-genotype. Eveline Dijkstra vertelt elders in dit blad hoe dit gaat.
Piet Vellema, sectormanager en Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers
inhoud 04 Actueel 06 Stappenplan vitaminen en mineralen Bereikbaarheid
09 Monitoring: sterfte na
U kunt GD van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur telefonisch bereiken via 0900-1770. Voor inhoudelijke vragen kunt u de Veekijker Schaap en Geit bellen tussen 15.00 en 17.00 uur op 0900 - 7100 000.
Tarieven
06
Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.
10 Reportage Gerard Henstra over CL:
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
“Het is een heel verraderlijke ziekte”
COLOFON Schaap en Geit is een uitgave van Royal GD | Redactie Jessica Fiks, René van den Brom, Carlijn ter Bogt, Karianne Lievaart-Peterson, Piet Vellema, Tara de Haan, Sander Prins, Eveline Dijkstra en Anita Werkman | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Anne Taverne | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Schaap en Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (drie nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 17,75 euro (excl. btw) | Advertenties Dock35 Media B.V., T. 0314-35 58 52 | Verschijningsfrequentie drie keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.
kopervergiftiging
15 Doe de leverbotquiz! 15
16 Salmonellose bij schapen en geiten 19 Inzicht in rotkreupel 20 Ontwikkeling nieuwe test genotypering scrapie bij geiten
23 De boer op 19
24 Diergezondheid volgens Engel Kupers Schaap en Geit, oktober 2019 - 3
Geslaagde klantendag GD vierde in juni het 100-jarig bestaan met haar klanten. Veehouders, dierenartsen en andere belangstellenden uit de sector kwamen naar Deventer voor rondleidingen, workshops, lezingen en om ervaringen uit te wisselen. Wat gebeurt er met de monsters die worden ingestuurd naar GD? Tijdens een rondleiding door het laboratorium konden deelnemers dat met hun eigen ogen zien. Ze namen onder meer een kijkje bij de afdelingen immunologie en bacteriologie. Ook zagen ze de pathologen aan het werk. Bezoekers volgden diverse workshops, bijvoorbeeld over gezond drinkwater en mineralen. Tijdens de informatiemarkt was er volop de ruimte om vragen te stellen aan de diergezondheidsexperts. Daar werd gretig gebruik van gemaakt. Het waren leerzame en gezellige dagen.
Cursus voeding (melk)geitenhouderij GD en Vakblad Geitenhouderij organiseren op dinsdag 29 oktober 2019 een cursus ‘Voeding voor de (melk) geitenhouderij’. Deze cursus is het vervolg op de basiscursus ‘Opfok en Voeding (melk)geitenhouderij’ en gaat over zaken die mis kunnen gaan met de voeding en de consequenties daarvan. Voor deze cursus zijn vijf DGZK-punten toegekend. MEER INFORMATIE
Keurmerk Zoönosen vernieuwd Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn. Steeds vaker worden dierhouders bij wie de dieren contact hebben met mensen, geconfronteerd met de vraag welk risico de dieren vormen voor bezoekers. Om aan te tonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en om de kans op besmetting te beperken, is er het GD Keurmerk Zoönosen. Dit keurmerk bestaat uit een checklist die u samen met uw dierenarts invult. Deze lijst levert per onderdeel een score op en laat zien welke punten in aanmerking komen voor verbetering. Vanaf 2020 is bij het algemene deel een 70 procentscore nodig. Bij de overige onderdelen dient een 60 procent-score te worden behaald. Daarnaast willen we vanaf 2020 steekproefsgewijs een aantal bedrijven op locatie laten controleren. Dit gebeurt door een onafhankelijke partij. Mocht uw bedrijf hiervoor geselecteerd worden, dan zult u dit altijd voorafgaand aan het bezoek te horen krijgen en wordt er in overleg met u een afspraak gemaakt. Het voordeel voor u is dat door deze aanpassing het keurmerk nog meer waarde krijgt en breder gedragen wordt door verschillende organisaties.
WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ CURSUS-VOEDING-GEIT
Meld u nu aan voor 2020 en profiteer het hele jaar van uw keurmerk. MEER HIEROVER WWW.KEURMERKZOONOSEN.NL
4 - Schaap en Geit, oktober 2019
actueel
Leverbot (tank)melk meten
Voor in de agenda
Sinds kort is het mogelijk om afweerstoffen tegen leverbot te meten in geconserveerde (tank)melk. Worden er antistoffen aangetoond? Dan geeft dit aan dat (een deel van) de dieren een leverbotinfectie heeft òf heeft doorgemaakt. Als er geen afweerstoffen in tankmelk worden aangetoond is dat geen garantie dat leverbot niet speelt; het is hooguit minder waarschijnlijk òf de infectiegraad is te laag om te meten. Deze test, die nu 29 euro kost, is met name geschikt als screeningsmethode voor risicobedrijven: de (biologische) bedrijven die de schapen en/of geiten weiden in bekend leverbotgebied. Bij een verdenking van blootstelling aan leverbot kan dit tevens worden aangetoond in bloed. Dieren die het eerste weideseizoen doormaken zijn hiervoor het beste geschikt. In (gepoolde) mestmonsters kan een actuele leverbotinfectie worden aangetoond aan de hand van de aanwezigheid van leverboteieren. Na behandeling tegen leverbot kan tevens de effectiviteit van het gebruikte middel gemeten worden aan de hand van een mestonderzoek.
De zeventiende Dag van het Schaap vindt plaats op zaterdag 6 juni 2020 in Ermelo. Het is hét evenement voor de Nederlandse schapenhouderij: tientallen schapenrassen, keuringen, presentaties en demonstraties van diverse bedrijven en stamboeken, NK schapen scheren, een groots wolplein en de verkiezing ‘Mooiste schaap van Nederland’. Zeker de moeite waard, dus zet het in de agenda! KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.DAGVANHETSCHAAP.NL
Pas op voor eikels in de wei Schapen en geiten vinden eikels vaak erg smakelijk. Het eten van eikels is gevaarlijk en kan vergiftiging veroorzaken. Eikels en groen eikenblad bevatten het giftige tannine. Onrijpe, groene eikels en groene eikenbladeren bevatten de hoogste hoeveelheid van deze stof. Toch vormen ook bruine eikels een risico als er veel van wordt opgenomen. Schade van tannine Tannine en zijn stofwisselingsproducten veroorzaken in het lichaam onder andere
schade aan darmen, nieren en bloedvaten, waardoor vocht uittreedt en in de weefsels terechtkomt met oedeem als gevolg. De eerste klinische verschijnselen kunnen bestaan uit traagheid, afzonderen van het koppel en onvoldoende voeropname. Daarna kan ondertemperatuur, versnelde ademhaling, bloederige neusuitvloeiing, buikpijn, bloederige diarree en sterfte optreden. Behandeling en advies De behandeling van dieren die giftige
planten of plantendelen hebben opgenomen, is niet eenvoudig en ingrijpend. Uiteraard moeten de dieren verwijderd worden van de risicopercelen. De mate van herstel kan het beste bepaald worden aan de hand van bloedonderzoek (bepaling ureum en creatinine). Het advies is om de dieren te verwijderen uit percelen met veel eikels, of om de stukken weide waar veel eikels liggen af te zetten, zeker als het grasaanbod beperkt is en er niet wordt bijgevoerd.
Schaap en Geit, oktober 2019 - 5
PROBLEMEN VOORKOMEN DOOR ONDERZOEK
Stappenplan vitaminen en mineralen Vitaminen en mineralen vormen bij alle diersoorten en de mens een belangrijk onderdeel van de voeding. Ze hebben invloed op veel processen in het lichaam en daarmee op groei, productie, weerstand, vruchtbaarheid en vitaliteit. Uit vragen van schapen- en geitenhouders blijkt dat zij niet goed weten wat ze moeten doen om te weten of bij hun dieren de vitaminen en mineralen in balans zijn. Het complexe samenspel tussen bodem, plant en dier bepaalt wat een herkauwer uiteindelijk aan vitaminen en mineralen binnenkrijgt. Vanuit de bodem nemen planten niet alleen water en voedingsstoffen op, maar ook mineralen. Grondsoort, zuurgraad, de watertoestand van de bodem, de bemesting en de botanische samenstelling bepalen voor een groot deel het uiteindelijke gehalte in de plant. Daarnaast beĂŻnvloeden mineralen elkaar ook
6 - Schaap en Geit, oktober 2019
onderling, niet alleen in de bodem maar ook in het dier. Een voorbeeld daarvan is de interactie tussen koper en molybdeen. Bij een hoger aanbod aan molybdeen neemt de koperbenutting af. Herkauwers als rund, schaap en geit hebben een complex voormagenstelsel met een netmaag, pens, boekmaag en lebmaag. In dit voormagensysteem vormen herkauwers de verschillende B-vitamines. Kobalt heeft in het lichaam van herkauwers geen functie, maar micro-organismen in de voormagen maken hieruit vitamine B12 dat vervolgens na passage via de lebmaag vanuit de darm wordt opgenomen. Bij pensfunctiestoornissen, zoals die bijvoorbeeld optreden bij chronisch pensacidose, verloopt ook de vorming van B-vitamines niet normaal. Ook hebben dieren verschillende behoeftes, afhankelijk van bijvoorbeeld leeftijd, groeisnelheid en niveau van melkproductie.
Piet Vellema, Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers
diergezondheid
Stap 1: altijd eerst diagnose Omdat de klinische verschijnselen bij een overmaat of tekort aan vitaminen en mineralen meestal niet specifiek zijn, is het bij een vermoede disbalans van belang om eerst een diagnose te stellen. Daarvoor bestaan verschillende mogelijkheden. Zo is het bij een gestorven dier mogelijk om pathologisch onderzoek uit te laten voeren. Om de patholoog in de gelegenheid te stellen goed en gericht onderzoek uit te voeren helpt het een uitgebreide beschrijving van de klinische verschijnselen en andere opvallende zaken, zoals een verminderde groei of een verminderde productie, te geven. Ook zijn bloed- en melkonderzoek mogelijk; de uitslag hiervan geeft in de regel aan of het actuele rantsoen voldoende is om de actuele behoefte te dekken. Tot slot is het mogelijk om leveronderzoek uit te voeren; dit laat zien of op langere termijn sprake is van een balans in opname en verbruik. Stap 2: verder onderzoek Na het stellen van een diagnose is het probleem nog niet opgelost. Bij een tekort aan een vitamine of mineraal is gerichte aanvulling nodig. Bij een overmaat zijn maatregelen nodig om deze overmaat weer kwijt te raken. Niet alleen bij de behandeling, maar ook bij de preventie van problemen op langere termijn is vaak meer inzicht nodig in de complexe samenhang tussen bodem, plant en dier. En dit betekent vaak uitgebreider onderzoek. Samen met uw dierenarts kunnen wij u hierbij helpen.
Voorbeeld Bij een tekort van vitamine B12 is het in de regel voldoende om het kobaltgehalte in het rantsoen te verhogen. Dit klinkt makkelijker dan het vaak is, zeker bij weidende lammeren die alleen gras en water krijgen. Bijvoeren met krachtvoer met voldoende kobalt is dan een mogelijkheid. Extra kobalt verstrekken via het water is ook een mogelijkheid en zo zijn er nog enkele oplossingen. Toch zijn er ook aanbevolen therapieĂŤn die niet werken, daarom is het belangrijk goed te kijken wat er nodig is. Bij een tekort aan koper is de situatie bijvoorbeeld vaak complexer omdat er rasverschillen in benutting bestaan en koper zogenaamde antagonisten kent die de koperbenutting ongunstig beĂŻnvloeden. In veel gevallen is uitgebreider onderzoek van bodem, plant en dier nodig om een gebalanceerd rantsoen samen te stellen om op termijn problemen te voorkomen. Bolus Er zijn verschillende bolussen in de handel met verschillende samenstellingen die beloven heel veel problemen op te lossen of te voorkomen en die gunstig zouden zijn voor vruchtbaarheid, groei en productie. Ook voor deze bolussen geldt dat het alleen zin heeft om ze in te zetten als een diagnose is gesteld. MEER HIEROVER WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/MINERALENSCHAAPGEIT
Schaap en Geit, oktober 2019 - 7
INVESTEER IN JE SCHAPEN INVESTEER INRENDEMENT JE SCHAPEN SCHAPEN INVESTEER JE • VERHOOG IN JE • VERHOOG JE RENDEMENT SHEEPJE BULLET ISC •• VERHOOG RENDEMENT •• SHEEP BULLET ISC SHEEP BULLET ISC
VERBETERDE VITALITEIT VAN DE VERBETERDE LAMMEREN VERBETERDE VITALITEIT VITALITEIT VAN DE VAN DE LAMMEREN LAMMEREN
€ € €
€ €€
€ €€
HOGER GEBOORTEGEWICHT HOGER PER LAM HOGER GEBOORTEGEBOORTEGEWICHT GEWICHT PER LAM PER LAM
MEER LAMMEREN PER OOI MEER MEER LAMMEREN LAMMEREN PER OOI PER OOI
€
€ €€
€ €
€ €€
EENMAAL TOEGEDIEND, 6 MAANDEN WERKZAAM. EENMAAL TOEGEDIEND, 6 MAANDEN WERKZAAM. EENMAAL TOEGEDIEND, 6 MAANDEN WERKZAAM. GEGARANDEERDE, GECONTROLEERDE GIFT PER DAG. GEGARANDEERDE, GECONTROLEERDE GIFT PER DAG. GEGARANDEERDE, GECONTROLEERDE GIFT PER DAG. VERKRIJGBAAR BIJ UW DIERENARTS, BETERE AGRARISCHE HANDEL OF BESTEL OP WWW.BOERENWINKEL.NL VERKRIJGBAAR BIJ UW DIERENARTS, BETERE AGRARISCHE HANDEL OF BESTEL OP WWW.BOERENWINKEL.NL VERKRIJGBAAR BIJ UW DIERENARTS, BETERE AGRARISCHE HANDEL OF BESTEL OP WWW.BOERENWINKEL.NL
René van den Brom, Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers
monitoring
Massaal dood door koper? Op een startend melkschapenbedrijf trad in het voorjaar van 2019 sterfte op van tientallen lammeren na verschijnselen van kopervergiftiging. Bij pathologisch onderzoek werden verhoogde leverkoperwaarden vastgesteld. Het op grote schaal optreden van kopervergiftiging bij jonge lammeren is uitzonderlijk. In dit geval bleek dat het kopergehalte in het krachtvoer veel te hoog was. Koper is een onmisbaar bestanddeel van een groot aantal enzymen die op diverse plaatsen in het lichaam betrokken zijn bij zeer uiteenlopende stofwisselingsprocessen. Het is onder meer nodig bij de aanmaak van bloed, de structuur van haren, de pigmentvorming in huid en haren, de elasticiteit van bloedvaten, de vorming van de matrix van botweefsel, de aanleg van de myelineschede rond zenuwbanen en ademhalings- en beschermingsprocessen in weefsels. Behoefte en opname afhankelijk van meerdere factoren De koperbehoefte van een dier is afhankelijk van verschillende factoren, zoals ras, leeftijd, groeisnelheid, stadium van de dracht en bij lacterende dieren de melkproductie. Een andere zeer belangrijke factor die de koperbenutting uit het rantsoen beïn-
vloedt is een wel of niet ontwikkelde pens; bij lammeren met een nog niet volledig ontwikkelde pens wordt koper zeer efficiënt opgenomen. Ook spelen interacties met andere mineralen, zoals molybdeen, zwavel, ijzer en zink, een rol in de opname van koper. Stapeling van koper in de lever kan later, vaak na een stressmoment, leiden tot bloedafbraak en acute sterfte. Conclusie In dit geval bevatte het rantsoen te veel koper, waardoor een stapeling van koper plaatsvond. De benutting bij de lammeren was vanwege een nog niet volledig ontwikkelde pens hoog. Na een stressmoment, in dit geval met name na hittestress, trad sterfte op. Het verantwoord ontkoperen van de lever is een vrijwel onmogelijke opgave en zolang het leverkopergehalte te hoog is kan stress leiden tot uitval. In dit geval is besloten alle dieren af te voeren. We adviseren voorzichtig te zijn met verstrekking van extra koper en dit alleen te doen als is aangetoond dat het noodzakelijk is. De noodzaak om extra koper te verstrekken kan worden bepaald door de resultaten van rantsoen- en wateranalyses op een rij te zetten en onderzoek te verrichten bij de dieren; dit kan door middel van melk-, bloeden/of leveronderzoek.
Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.
Schaap en Geit, oktober 2019 - 9
“De eerste maanden leek alles goed te gaan, tot de veearts CL vermoedde. Daar schrok ik flink van.”
10 - Schaap en Geit, oktober 2019
reportage
PROBLEMEN MET CL NA IMPORT
“De aanhouder wint” Enthousiast pakte Gerard Henstra in 2013 zijn spullen in voor een grote verhuizing naar Drenthe, waar hij een vleeskalverbedrijf had overgenomen. Vanuit Frankrijk importeerde hij een kudde melkschapen. Alles leek goed te gaan, maar na een paar maanden was er toch iets niet in de haak: het was caseous lymfadenitis (CL). Hoewel Gerard van huis uit niet uit een boerengezin komt, kwam hij wel regelmatig bij zijn vijf ooms die wel boer waren. Het timmermansgen van zijn vader heeft hem naar eigen zeggen overgeslagen, maar de passie voor dieren die dus ook sterk aanwezig is binnen de familie kreeg wel snel vat op hem. Daarom besloot hij zes jaar geleden, na altijd bezig te zijn geweest op verschillende agrarische bedrijven, zelf de stap te wagen. Samen met zijn vrouw Anneke ging hij op zoek naar een geschikt bedrijf. Uiteindelijk kwamen ze per toeval terecht in Drenthe, waar ze tussen de campings aan een nieuw avontuur begonnen. En een avontuur werd het. Klaar voor de start Op het bedrijf stonden al 600 vleeskalveren, maar Gerard wilde er graag nog iets naast. Dat werd een kudde Lacaunemelkschapen. “Door mijn ooms ben ik van kleins af aan opgegroeid met schapen en wist ik al een beetje hoe het allemaal werkt.” Via via hoorde hij iets over een bedrijf in Frankrijk; hij nam contact op en al snel was het rond. In de tussentijd maakte Gerard zijn bedrijf klaar voor de komst van de dieren. Een oude caravanstal en jongveestal werden goed gereinigd, ontsmet en omgebouwd tot melkschapenstal.
Schaap en Geit, oktober 2019 - 11
Gerard in de melkstal
Verraderlijke ziekte De eerste maanden leek alles goed te gaan, maar na een aantal maanden liet Gerard de veearts komen. “We hadden de boel net een beetje op de rit toen de veearts zei: ‘Hm, dat kan weleens CL zijn.’ Daar ben ik toen ingedoken en dan schrik je wel. Je denkt een goed koppel te hebben, mooi gezond, veearts tevreden en dan ineens slaat het om. Je ziet niks aan de dieren.” Samen met de veearts keek hij naar mogelijke oorzaken, maar die waren er niet op het eigen bedrijf. “De stal was ontsmet en schoongemaakt voor de dieren erin kwamen en bovendien stonden er caravans en kalveren in. Het dier dat ziek werd, stond op stal en kwam nergens mee in aanraking. Dat is het verraderlijke van die ziekte; het steekt zo de kop op. Mede door de lange incubatietijd. CL moet bij de import al aanwezig zijn geweest.”
Inmiddels heeft Gerard al zo’n honderd besmette dieren af moeten voeren. Sinds het bevestigen van de diagnose CL onderzoekt hij, op advies van GD, samen met zijn dierenarts elke veertien dagen alle dieren klinisch. “Als je het eenmaal hebt, moet je er echt bovenop zitten. We voelen alle schapen elke twee weken helemaal na op knobbels. Niet verslappen, maar blijven controleren. Met het blote oog mis je erg veel, zeker bij deze soort, met hun hangoren. Ook de wolsoort maakt het lastiger. Als er een schaap tussen zit waarbij we verdikkingen voelen en die dus verschijnselen heeft van CL, gaat het dier weg. En dan gaat het goed. De aanhouder wint, daar geloof ik echt in. Als we minstens zes maanden geen gevallen van CL meer hebben opgespoord gaan we bij de overgebleven dieren bloedonderzoek op CL uitvoeren.” Deze werkwijze heeft hij in overleg met GD gekozen. “Bij een jonge infectie zoals op ons bedrijf komt het voor dat dieren met lymfklierverdikkingen bij bloedonderzoek nog negatief zijn, terwijl ze later toch positief zijn bij pathologisch onderzoek.”
“Als CL zich op je bedrijf vestigt, moet je er bovenop zitten”
Een regenboog als resultaat Om te voorkomen dat de schapen die toch nog CL bij zich kunnen dragen dit overdragen op de lammeren, hanteert hij een kleurensysteem. Bij de volwassen schapen dragen Gerard en zijn personeel blauwe en groene overalls. In de lammerstal dragen ze rode overalls met zwarte laarzen. “Het blijft spannend, want
12 - Schaap en Geit, oktober 2019
reportage
Anne Taverne, redacteur
Anneke is verantwoordelijk voor de lammeren op het bedrijf
“We hebben altijd een stip op de horizon gehad en daar willen we nog steeds naartoe”
de ziekte is zo verraderlijk. We proberen er alles aan te doen om het in de hand te houden, maar ik merk dat ik er soms best zenuwachtig van word.” Het bonte gezelschap aan kleuren gaat verder dan de overalls alleen. Ook de schapen worden voorzien van kleurcodes; bij schapen die gelammerd hebben prijkt bijvoorbeeld een blauwe streep op hun rug. “Zo weet ik precies welke dieren ik extra in de gaten moet houden.”
Controleren van lammeren
Duidelijke visie Even heeft Gerard overwogen zijn hele kudde weg te doen. “Het was geen feestje”, noemt hij het zelf. “Als je er twintig tegelijk hebt lopen met CL, word je daar echt niet vrolijk van. De moed zakt je dan flink in de schoenen. Financieel gezien zou dat zo’n klap zijn, dat we toch een ander plan hebben gemaakt. En dit was de beste optie. Zo is het gewoon.” Het grote voordeel is dat hij goed draait met de melk. “Dat is ons geluk. Voor hoe vervelend de situatie is, loopt het nu best goed. En het kan alleen maar beter worden.” Samen met zijn vrouw kijkt hij het liefst vooruit. “Het had allemaal heel anders kunnen lopen, veel makkelijker, maar dat was niet zo. Dus focussen we ons op de toekomst.” En over die toekomst heeft Gerard een duidelijke visie. Waar er nu 280 melkschapen rondlopen op het bedrijf, ziet hij dat het liefst flink groeien. “Maar dan wel met eigen opfok. Ik koop helemaal niks meer aan. Dan doen we er maar wat langer over”, lacht hij. “We hebben altijd een stip op de horizon gehad en daar wil ik nog steeds naartoe, ondanks de tegen slagen. Ik heb een visie en zo wil ik het doen. Daar ga ik niet van afwijken. De moed zakt je weleens in de schoenen, maar ik ben gelukkig vrij positief ingesteld. En daarmee hopen we ermee te komen.”
Schaap en Geit, oktober 2019 - 13
CIDR OVIS AFLAMMEREN NAUWKEURIG PLANNEN
MAART ARI FEBRU RI JANUA DO
VR
ZO
ZA
7 5 6 3 4 13 14 1 2 12 10 11 21 8 9 19 20 17 18 28 7 2 6 15 16 2 24 25 3 2 2 2 31 29 30
MA
WO
DI
MEI DO
VR
ZA
O
DI
DO
VR
ZA
DI
WO
DI
DO
VR
ZA
ZO
MA
ZO
DE NIEUWE OPLOSSING VOOR INDUCTIE EN SYNCHRONISATIE VAN DE BRONST • Natuurlijk progesteron in een T-vormig device • Eenvoudig toedienen en verwijderen
DI
WO
DO
VR
ZA
WO
DI
DO
ZA
VR
BER
NOVEM ZO
7 14 21 28
DI
WO
DO
VR
Z
1 2 8 9 7 5 6 15 16 14 12 13 22 23 1 2 19 20 29 30 8 2 26 27
MA
N EUW
• Nauwkeurig planbaar dekmoment Zoetis B.V. Postbus 81055 • 3009 GB Rotterdam www.zoetis.nl • info.nl@zoetis.com © 2018 Zoetis B.V. MM-03269
CIDR OVIS 0,35 g Vaginale Applicatie voor schapen •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 122218 -UDA. •Werkzame bestanddelen: Per device: progesteron 0,35 g, in een laagje siliconen rubberen elastomeer op een inerte “T-vormige” nylon drager. •Doeldier: Schaap (ooien). •Indicaties: Inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in niet-cyclische ooien gedurende het anoestrus-seizoen; inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in cyclische en niet-cyclische ooien om het fokseizoen te vervroegen; om te gebruiken in combinatie met eCG (PMSG). •Toedieningswijze en dosering: Vaginaal gebruik. Breng de device in met behulp van de applicator. 0,35 g progesteron per dier. De vaginale device 12 dagen op zijn plaats laten zitten, gevolgd door een injectie met eCG toegediend bij verwijdering van de device. Lees vóór gebruik de bijsluiter. •Contra-indicaties: Niet gebruiken: bij drachtige ooien; bij ooien met een abnormale of onvolwassen genitaaltractus of met genitale infecties. •Wachttijd: Vlees en slachtafval: nul dagen. Melk: nul uur. •Bijwerkingen: Vaak: lokale irritatie en afscheiding van ondoorzichtig geel slijm; soms: afscheiding van donkerrood/bruin slijm of slijm met vers bloed. Deze symptomen verdwijnen doorgaans zonder behandeling binnen 2 dagen na verwijdering van de device. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: De werkzaamheid en veiligheid is niet onderzocht bij zieke ooien met een BCS <2 of ≥ 4, of bij ooien die complicaties hadden bij voorgaande dracht of tijdens lammeren, of bij ooien die in de afgelopen 45 dagen gelammerd hebben. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Dieren in slechte conditie kunnen slecht reageren op de behandeling. De veiligheid is niet vastgesteld gedurende de lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Progesteron kan bijwerkingen op het voortplantingssysteem veroorzaken in geval van hoge of langdurige blootstelling. Draag handschoenen tijdens het inbrengen en verwijderen van het diergeneesmiddel. Zwangere vrouwen dienen gebruik van het diergeneesmiddel geheel te vermijden. Na gebruik de handen en blootgestelde huid wassen met water en zeep. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik van het middel. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking of op aanvraag beschikbaar bij de registratiehouder: Zoetis B.V. - Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (email: info.nl@zoetis.com).
Z
6 7 4 5 2 3 13 14 12 11 9 10 20 21 19 18 16 17 27 28 6 2 25 23 24 30 31
5 6 3 4 1 2 12 13 11 10 8 9 19 20 18 17 15 16 26 27 5 24 2 22 23 29 30
MA
ZO
ZA
JULI
ER OKTOB
1 2 9 7 8 6 5 16 3 4 14 15 13 12 23 10 11 21 22 0 2 19 29 30 8 17 18 2 7 26 2 24 25
MA
WO
ZO
3 1 2 9 10 8 6 7 17 4 5 15 16 13 14 3 24 2 11 12 2 2 20 21 18 19 29 30 27 28 6 2 5 2
MA
ZO
BER
SEPTEM
ZA
VR
JUNI
W 5 6 3 4 1 2 12 13 11 9 10 19 20 7 8 18 16 17 26 27 5 14 15 2 23 24 21 22 30 31 28 29
MA
DO
WO
DI
VR
3 4 1 2 11 9 10 8 7 18 5 6 16 17 15 14 24 25 3 12 13 2 2 21 2 19 20 30 31 28 29 26 27 DI
MA
3 4 1 2 11 10 9 7 8 18 5 6 16 17 15 14 25 3 24 12 13 2 2 2 21 19 20 28 26 27
MA
DO
WO
quiz
WAT WEET U OVER LEVERBOT?
Doe de quiz! Het is weer herfst en vaak wordt het dan buiten steeds natter; iets wat gunstig kan zijn voor leverbot. Ieder jaar besteden we hier aandacht aan, maar hoeveel van deze informatie blijft er daadwerkelijk hangen? Test â&#x20AC;&#x2122;t nu!
1
De leverbot leeft in de galgangen van de lever van de gastheer (bijvoorbeeld een schaap of geit). Maar welke tussengastheer heeft de parasiet nodig om te overleven en ontwikkelen? A Een hond B Een slak C De grond
2
Hoe kunt u controleren of uw schapen of geiten leverbotvrij zijn als de weidegang start? A Via wateronderzoek B Via mestonderzoek C Via bodemonderzoek
3
Door acute leverbot kunnen schapen en geiten, zonder dat de besmetting voor uiterlijke kenmerken zorgt, sterven door verbloeding. Kan een schaap of geit met chronische leverbot ook overlijden? A Nee, deze vorm kenmerkt zich vooral door vermagering en een grauw en dor haarkleed B Nee, maar het zorgt wel voor verwerpen en vroeggeboorte C Ja, naast bovenstaande symptomen kunnen de dieren sterven als er niet op tijd wordt ingegrepen
4 5
Wat houdt de leverbotalert in? A Het is een meldpunt waar u verdenkingen van leverbot kunt melden B Het is een digitale melding van GD die op het juiste moment praktische tips geeft om leverbot (preventief) aan te pakken C Met de leverbotalert kunt u een spoedonderzoek aanvragen
Hoeveel vragen had u goed? De antwoorden staan onderaan de pagina. Valt de uitslag van de test tegen of wilt u toch nog wat meer weten over leverbot? Kijk dan op www.leverbot.nl.
Antwoorden: 1:b 2:b 3:c 4:c 5:b
Hoe lang kunnen leverboteieren â&#x20AC;&#x2DC;s winters overleven in de mest? A Maximaal twee weken B Maximaal een maand C Maximaal zes maanden
Schaap en Geit, oktober 2019 - 15
ONDERZOEK OP TWEE BEDRIJVEN
SALMONELLOSE BIJ SCHAPEN EN GEITEN Infecties met salmonellabacteriĂŤn komen bij meerdere diersoorten en de mens voor. Dit artikel beschrijft de achtergronden van salmonellose bij schapen en geiten en de resultaten van recent uitgevoerd nader onderzoek naar het aantonen van een infectie met Salmonella spp. op twee melkgeitenbedrijven met een salmonella-besmetting. In de schapen- en geitenhouderij is salmonellose een niet vaak vastgestelde aandoening. Uit analyse van de inzendingen voor pathologisch onderzoek blijkt dat salmonellose bij schapen jaarlijks gemiddeld viermaal als doodsoorzaak wordt gevonden. Sinds 2013 wordt salmonellose in de melkgeitenhouderij als oorzaak van sterfte van jonge lammeren vastgesteld. De meest voorkomende Salmonella spp. bij schapen en geiten in Nederland, Salmonella Typhimurium en Salmonella Dublin, kunnen zoĂśnosen veroorzaken. Sinds enkele jaren worden in de melkgeitenhouderij infecties met S. Typhimurium bij lammeren vastgesteld. Op een aantal melkgeitenbedrijven waar deze problematiek speelt is ook melding gemaakt van salmonellose bij mensen. Hierbij werd hetzelfde type Salmonella spp. aangetoond. Dit is mede aanleiding voor het vervolgonderzoek geweest.
16 - Schaap en Geit, oktober 2019
Klinische verschijnselen De meest voorkomende problemen van salmonellose bij schapen en geiten zijn diarree en abortus. In de acute vorm wordt bloedvergiftiging en plotselinge sterfte bij jonge lammeren gezien. Wereldwijd komen veel verschillende subtypen van Salmonella spp. voor. Wanneer in Nederland infecties met Salmonella spp. bij kleine herkauwers worden vastgesteld betreft het meestal S. Typhimurium en S. Dublin. Verspreiding Infecties met Salmonella spp. worden bij veel diersoorten overgedragen door koppelgenoten die de bacterie uitscheiden. Dit kan door klinische of subklinische gevallen, maar ook symptoomloze dragers kunnen de bacterie uitscheiden. Of dit ook voor geiten en schapen geldt is niet met zekerheid te zeggen. Daarnaast kan de infectie ook door water, voedsel, andere diersoorten en zelfs de mens worden overgedragen. Nader onderzoek We hebben op verzoek van de melkgeitensector twee bedrijven met een recente uitbraak van salmonellose gedurende een aantal maanden bemonsterd om te bepalen of het na een uitbraak mogelijk is om S. Typhimurium gedurende die periode aan te tonen op het bedrijf. Op de bedrijven hebben we de
RenĂŠ van den Brom, Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers
volgende monsters verzameld: monsters van stof (voerhekken, waterbakken, afscheidingshekken, etc.), bodem (strobedding) van de stal en tankmelk. De stof-, bodem- en tankmelkmonsters zijn bacteriologisch onderzocht en de tankmelkmonsters zijn ook onderzocht door middel van de salmonella-antistoffen ELISA. De stofmonsters zijn genomen door middel van vochtige steriele gaasjes die op minimaal vijf plekken tientallen centimeters over randen, voerhekken, waterbakken en dergelijke werden gehaald. De mestmonsters zijn genomen door met vochtige steriele katoenen overschoentjes zigzaggend door de lammerhokken met een dikke laag stro (bedding) te lopen. Op beide bedrijven zijn drie keer tankmelkmonsters genomen en is de ziektegeschiedenis in beeld gebracht. De meeste problemen op deze twee bedrijven werden gezien op een leeftijd tussen de vijf en tien dagen. Beide geitenhouders hebben al meerdere jaren te maken met salmonellose bij geitenlammeren. Ze hebben aangegeven nooit problemen met salmonellose bij volwassen geiten te hebben waargenomen. De behandeling van salmonellose bij geitenlammeren vinden de twee geitenhouders gecompliceerd. De uitkomsten van het antibiogram komen niet altijd overeen met de effectiviteit die
wetenschap
in de stal wordt waargenomen na gebruik van middelen waar de betreffende salmonella gevoelig voor zou zijn. Resultaten Op beide bedrijven is tot enkele maanden na de start van de uitbraak met een combinatie van stof- en mestmonsters Salmonella spp. aangetoond. In geen van de zes tankmelkmonsters hebben we antistoffen tegen Salmonella spp. aangetoond. Ook door middel van bacteriologisch onderzoek werd geen Salmonella spp. in de tankmelkmonsters aangetoond. Uit dit nader onderzoek is gebleken dat salmonellose sinds een aantal jaar ernstige en aanhoudende problemen in de melkgeitenhouderij veroorzaakt. Op twee bedrijven bleek het mogelijk om in elk geval tot drie maanden na een uitbraak Salmonella spp. aan te tonen door middel van kweek met ophoping. In tankmelkmonsters werden, net als tijdens een door GD uitgevoerde inventarisatie in 2017, geen antistoffen tegen Salmonella spp. aangetoond. Op basis van dit beperkte onderzoek lijkt bacteriologisch onderzoek van stof- en mestmonsters die correct op verschillende plaatsen op het bedrijf zijn genomen een geschikte methode om gedurende een langere periode na een uitbraak Salmonella spp. aan te tonen.
Schaap en Geit, oktober 2019 - 17
Tel. +31(0)342-786952 info@multiheat.eu • www.multiheat.eu
• Gelijkdrukventilatie • Frisse lucht bij de dieren zonder tocht Droge stallen • • Veel arbeidsgemak • In hoogte verstelbaar
WARMWATER HEATERS • Warmtewisselaar met dubbele epoxycoating • Beschikbaar van 20 tot 110 kW • Perfecte verdeling van de warmte
ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? Neem contact op met: Marcel Koot T+31 (0)314 - 355 852 E marcel.koot@dock35media.nl I www.dock35media.nl
VOOROP IN DIERGEZONDHEID
Keurmerk Zoönosen Meer informatie vindt u op: www.keurmerkzoonosen.nl
Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn. Steeds vaker worden dierhouders bij wie de dieren contact hebben met bezoekers geconfronteerd met de vraag welk risico de dieren vormen voor de bezoekers. Om aan te tonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en de kans op besmetting te beperken bestaat het Keurmerk Zoönosen. Inmiddels bestaat het GD Keurmerk Zoönosen 10 jaar en zijn ruim 1500 bedrijven deelnemer.
product
Tara de Haan, project- en productmedewerker
Check rotkreupel in de herfst
Rotkreupel komt regelmatig op bedrijven voor, maar wordt toch niet altijd als rotkreupel herkend. En dat is zonde. Om beter inzichtelijk te krijgen of de dieren de bacterie die rotkreupel veroorzaakt bij zich dragen heeft GD de Rotkreupel Check ontwikkeld. Het najaar is een goed moment om hier gebruik van te maken, omdat er dan de minste dieren op het bedrijf aanwezig zijn. Rotkreupel is een ontsteking van de tussenklauwhuid die wordt veroorzaakt door de bacterie Dichelobacter nodosus. De lastige plek en de mate van aantasting van de klauw zorgen voor kreupelheid, groeivertraging, soms hoge behandelingskosten en een aantasting van het dierenwelzijn. Het is een vervelende aandoening die gemakkelijk op te lopen is, maar het is niet eenvoudig om er vanaf te komen. Rotkreupel Check GD biedt met de Rotkreupel Check een abonnement aan waarmee u jaarlijks test op rotkreupel. U kunt zo gemakkelijk zien of de rotkreupelbacterie op het bedrijf aanwezig is. Door middel van een swab die u in de tussenklauw strijkt verzamelt u materiaal dat we op rotkreupel onderzoeken. Na aanmelding ontvangt u een pakket met monstername- en verzendmateriaal. U mag de monsters zelf nemen, maar u kunt er ook voor
kiezen dit door uw dierenarts te laten doen. Het is belangrijk om bij monstername hygiĂŤnisch te werk te gaan; draag handschoenen en was na afloop uw handen. Een deelnamebordje voor de Rotkreupel Check zit bij het abonnement inbegrepen. Wanneer u uw monsters heeft ingestuurd, ontvangt u voor dat jaar een sticker waarmee u kunt aantonen dat u dieren heeft onderzocht op rotkreupel. Het abonnement is jaarlijks opzegbaar. Pakketten en uitslag Binnen de Rotkreupel Check zijn twee soorten pakketten beschikbaar: het grote en kleine pakket. Heeft u twintig dieren of minder? Dan kunt u gebruik maken van het kleine pakket. Hierbij krijgt u tien swabs toegestuurd die bij GD gepoold worden onderzocht. Bij meer dan twintig dieren kunt u het grote pakket bestellen. In dit geval krijgt u twintig swabs die in twee pools worden onderzocht. Naar aanleiding van de uitslag kunt u contact opnemen met uw eigen dierenarts. Ook kunt u bij GD vrijblijvend advies vragen via de Veekijker 0900-7100000 (tussen 15 en 17 uur). Is rotkreupel op uw bedrijf aangetoond? Op onze website vindt u een gericht behandelprotocol. AANMELDEN CHECK? WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ROTKREUPELCHECK
Schaap en Geit, oktober 2019 - 19
ONTWIKKELING NIEUWE TEST
Op weg naar scrapieresistentie bij geiten Scrapie is een besmettelijke, zeer langzaam verlopende aandoening van het zenuwstelsel bij schapen en geiten. Lang was onduidelijk op welk genotype er bij geiten moest worden geselecteerd. GD ontwikkelt nu een scrapiegenotyperingtest voor geiten, die naar verwachting dit najaar beschikbaar komt. Zo kunnen geitenhouders gericht fokken met scrapie-ongevoelige dieren. Scrapie behoort tot de groep ‘prionziektes’. De aandoening komt van nature alleen bij schapen en geiten voor. De incubatietijd is dusdanig lang dat scrapie vooral wordt gezien bij volwassen dieren vanaf ongeveer twee jaar oud. Zoals de naam al aangeeft, spelen prionen een belangrijke rol in het ziekteproces. Het zijn eiwitten die in ieder gezond lichaam voorkomen. Bij het ontstaan van scrapie gaat er iets fout tijdens de vermenigvuldiging van het normale prioneiwit (PrPc), waardoor er een afwijkend prioneiwit (PrPsc) wordt gevormd. Dit afwijkende prioneiwit is, anders dan het normale prioneiwit, niet oplosbaar en resistent voor afbraak door enzymen. Door verminderde afbraak vindt een ophoping van PrPsc plaats in de zenuwcellen. PrPsc lijkt zo op het normale PrPc dat het lichaam dit niet als lichaamsvreemd herkent, waardoor nauwelijks een immuunres-
20 - Schaap en Geit, oktober 2019
pons op gang komt. De infectie kan dus ongestoord zijn gang gaan. Door ophoping van PrPsc ontstaat een degeneratief proces van het centrale zenuwweefsel; het gaat stuk en lost op. Hierdoor ontstaan holtes in het zenuwweefsel, waardoor het de voor scrapie karakteristieke sponsvormige structuur krijgt. Infectieroute Voordat PrPsc in de hersenen terechtkomt, heeft het al een hele weg afgelegd: vanuit het voer via de bek naar de darmen en vervolgens door bloed en lymfe naar de hersenen. Doordat de schade aan het zenuwstelsel toeneemt, worden de verschijnselen erger naarmate de infectie vordert. Het begint vaak met vage verschijnselen als een verhoogde alertheid, rusteloosheid en hypersensitiviteit. Er kunnen ongecontroleerde spiertrillingen voorkomen en huidafwijkingen die gepaard gaan met intense jeuk. Dieren verliezen hun coördinatie, vaak beginnend
‘Veranderingen in de Europese regelgeving rondom scrapie bieden nieuwe kansen voor de export’
uit het lab
Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers
N ➞ D/S
Q➞K
146
222
0
256 136
154
171
V➞A
H➞R
Q➞R
met de kopspieren, en stoppen uiteindelijk met eten. De aandoening is niet omkeerbaar en behandelen tegen scrapie is niet mogelijk. Gevoeligheid voor scrapie De gevoeligheid voor scrapie is erfelijk bepaald en wordt, voor zover bekend, door één enkel gen, het PrP-gen, gecontroleerd. Voor zowel schapen als geiten is bekend dat het PrP-gen bestaat uit 256 codonen. Dit zijn de locaties waar de codering voor de verschillende aminozuren, die het eiwit vormen, zijn geplaatst. In dit PrP-gen kunnen mutaties voorkomen waardoor een ander aminozuur in het prioneiwit wordt ingebouwd. Afhankelijk van de locatie van deze mutatie kan dit invloed hebben op de gevoeligheid voor scrapie. Bij schapen zijn die locaties goed bekend, namelijk codon 136, 154 en 171. Dankzij deze kennis is in Nederland in 1998 een scrapiebestrijdingsprogramma opgestart. Het doel was om binnen tien jaar zoveel mogelijk ongevoelige rammen met het genotype ARR/ARR te fokken. Op deze manier is scrapie grotendeels uit de Nederlandse schapenpopulatie gefokt. Sinds 2004 bestaat er een vrijwillig scrapiebestrijdingsprogramma. Ontwikkeling nieuwe test geiten Doordat lang onduidelijk was op welk genotype er bij geiten moest worden geselecteerd, wordt de scrapiestatus bij geiten
Aminozuur Asparagine Asparaginezuur Serine Arginine Glutamine Lysine Histdine Alanine Valine
Lettercode N D S R Q K H A V
tot op heden bewaakt door middel van koppenonderzoek. Hierbij wordt een percentage van het koppel jaarlijks onderzocht op aanwezigheid van het PrPsc-eiwit in de hersenen. Inmiddels is bij geiten van meerdere codonen bekend dat deze invloed hebben op de gevoeligheid voor scrapie, maar deze invloed is niet voor ieder codon even groot. We werken aan een genotyperingtest waarin vier codonen, en dus ‘locaties’ van de mutaties, worden meegenomen: 142, 146, 211 en 222. Van codon 146 en 222 is de invloed op resistentie het meest zeker. Op codon 146 gaat het om een mutatie naar serine (S) of asparaginezuur (D) waar nu nog asparagine (N) zit en op codon 222 betreft het een mutatie naar lysine (K) in plaats van glutamine (Q) (zie figuur). De Europese regelgeving rondom scrapie verandert binnenkort; dieren die drager zijn van ten minste één van de gunstige varianten van een gen, 146S, 146D of 222K, worden als scrapie-ongevoelig beschouwd. Dit biedt nieuwe kansen voor de export. Helaas is de Nederlandse geitenpopulatie dun bezaaid met het gewenste genotype, waardoor er enige tijd overheen zal gaan voordat middels fokkerij de scrapieresistentie binnen de populatie is toegenomen. MEER OVER SCRAPIE WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/DIERGEZONDHEID/DIERZIEKTEN/SCRAPIE
Schaap en Geit, oktober 2019 - 21
ADVERTORIAL
Geiten en lammeren gezonder door ionisatie Last van zere bekjes krijgen de lammeren op de Coudorpse Hoeve niet meer. Als ze binnen worden gebracht met een ecthyma-besmetting zijn de diertjes binnen de kortste keren weer gezond. De oplossing? René van Selm investeerde in luchtzuiverende LEDverlichting van Freshlight.
LUCHTZUIVERENDE LED-VERLICHTING Schone lucht Minder antibioticum Vermindering van pathogenen Minder uitval Gezonde dieren
+31 (0)55 - 302 00 21 www.freshlightgroup.com
Proef René van Selm was toe aan nieuwe verlichting en hij besloot samen met zijn vrouw de proef op de som te nemen. Hij scheidde de zwakkere geiten van de rest en bracht ze onder in een ruimte waar volop werd geïoniseerd. Deze geiten knapten binnen aanzienlijke tijd op en er was geen uitval. Ze staan er mooi bij Na het installeren kon de heer Van Selm een stuk prettiger werken. “De geiten staan er heel mooi bij, de vacht is een stuk glanzender en dat zegt veel over de gezondheid van de dieren. Doordat de geiten zo gezond zijn knappen ze sneller op als ze iets onder de leden hebben. Normaal heb je er bij geiten nog wel eens een hoestje onder zitten, dat hebben ze nu minder.” Door de ionisatie wordt fijnstof en de pathogene druk gereduceerd wat zorgt voor een schonere lucht. “Normaal merk je zelf na het opstrooien dat het erg stoffig is, dit is nu ook verminderd”. Minder stank De stal is nu uitgerust met daglichtlampen die meer dan 200 lux geven, vergelijkbaar met zonlicht. Bovendien merkt Van Selm dat het veel minder stinkt in de stal wat door de reductie in stof en ammoniak komt. Er is na installatie een meetbureau geweest welke heeft gemeten dat de reductie van ammoniak na ionisatie minstens 45% was. Gezondheid Een aantal dingen zijn opvallend gekeken naar de gezondheid. Ten eerste is het antibioticum gebruik bij lammeren in de melkperiode met 80% afgenomen. Ten tweede is er na het spenen eigenlijk geen uitval meer. Voorheen waren er wel eens geiten die er niet fit bij stonden en terugvielen en dit is duidelijk verbeterd aldus van Selm. “Bij de gespeende lammeren is het antibioticagebruik zelfs nihil.” Meer informatie over de producten van Freshlight? Tel: 055 - 302 00 22 E-mail: info@freshlightgroup.com Website: www.freshlightgroup.com
de boer op
1950
…MENSEN MAKEN AL GEBRUIK VAN SCHAAPP
EENVOUDIG EN HANDIG SchaAPP is dé gratis app voor hobbyhouders die hun dieren graag eenvoudig willen registreren. Met SchaAPP maakt u uw dierinformatie compleet.
In de stal, in de wei of aan de keukentafel; met SchaAPP hebben u en de mensen waarmee u de schapen samen houdt altijd actueel inzicht in de dierinformatie. Met alle dieren in een duidelijk overzicht kunt u de gezondheid van uw dieren nóg beter managen. Download de app in de App- of Play Store. MEER INFORMATIE WWW.SCHAAPP.NL
vraag & antwoord
VRAAG: UIT ONDERZOEK BLIJKT DAT IK ROTKREUPEL HEB IN MIJN KOPPEL. WAT IS HET BESTE MOMENT OM DIT AAN TE PAKKEN? ANTWOORD: RENÉ VAN DEN BROM
In grote koppels en in chronische gevallen blijft rotkreupel, zonder een stipt doorgevoerde behandeling, een vervelende kwaal die je, meestal via dierbewegingen, gemakkelijk oploopt en waar je niet eenvoudig weer vanaf komt. Bij de laatste groep bedrijven zijn daarom het najaar en de winter de beste momenten om rotkreupel goed aan te pakken: dan komen de laagste aantallen dieren voor op het bedrijf en is de bui-
tentemperatuur zodanig laag dat rotkreupel zich niet of bijna niet meer uitbreidt. De totaalaanpak van rotkreupel is essentieel. Alleen dan doet het recht aan de inspanning (zowel qua tijd als financieel) van de schapenhouder. De volledige aanpak is terug te vinden op onze website. Mocht u na het lezen van de aanpak nog vragen hebben dan kunt u op werkdagen tussen 15.00-17.00 uur contact opnemen met de Veekijker via 0900-7100000.
MEER OVER DE AANPAK VAN ROTKREUPEL WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ROTKREUPEL
Schaap en Geit, oktober 2019 - 23
diergezondheid volgens Engel Kupers De liefde voor geiten zit er al even in bij Engel Kupers. Het begon in de hippietijd: samen met zijn vrouw wilde hij zelfvoorzienend zijn. Een paar geiten hoorden daar natuurlijk bij. Dat idee heeft hij laten varen, maar die liefde voor geiten is wél blijven hangen. En hoe! Het begon allemaal met de Nederlandse witte geit. “Tot 1998 heb ik deze geiten gefokt. We deden mee aan verschillende keuringen en toen ik in dat jaar Nederlands kampioen werd, was het tijd voor iets nieuws. Beter ging het niet meer worden.” Iets nieuws werd de Nubische geit, die hij in 2000 importeerde. En zo duurde de passie voort. Niet alleen Engel, maar ook zijn oudste zoon werd besmet met de liefde voor geiten. In 2002 begon hij met het houden van boergeiten. Samen hebben ze in Zuid-Afrika een cursus Keurmeester en Inspecteur Boergeiten gevolgd en met succes afgerond. Expert in export Daarnaast exporteert hij door heel Europa en ver daarbuiten. “We krijgen vanuit de hele wereld aanvragen. Vorig jaar zijn er twee bokken voor een project naar Bonaire gegaan. Dit werd geïnitieerd door de Nederlandse overheid”, vertelt hij. Het is volgens Engel fijn dat hij zo goed bekend staat dat hij voor dit soort dingen gevraagd wordt. “Die waardering is prettig. Ik doe er alles aan om goede geiten te fokken. Als je fokt voor export wil je zeker weten dat je raszuivere dieren hebt die het ook in het buitenland goed doen.” Blijven ontwikkelen Iets dat belangrijk is bij export is een scrapieverklaring; de reden waarom Engel al bijna vijftien jaar meedoet aan het koppenonderzoek en ook vooraan stond bij de ontwikkeling van de nieuwe test voor scrapieresistentie. “Ik zie dit helemaal voor me. Dit zou betekenen dat we meer mogelijkheden krijgen om fokdieren aan te kopen van Nederlandse bedrijven. Je zoekt dieren die mogelijk een verbetering zijn, laat ze testen op genotypering en als ze het gen aan beide kanten hebben, zijn ze in principe scrapievrij of ongevoelig voor scrapie.” Het duurt volgens Engel nog wel even voor zijn koppel resistent is. “Over vijf jaar zijn we denk ik een heel eind. Ik heb alle lijnen helemaal uitgeplozen en weet precies waar het gen wel en niet zit. Dus het kan best snel gaan.” De nieuwe test betekent voor hem en voor veel andere houders ook financieel gezien goed nieuws. “Het insturen van een kop is best prijzig. Het genotyperingsonderzoek is veel goedkoper. Je tapt elk dier één keer en krijgt veel inzicht in je koppel.” Wat hem betreft zijn dit dingen die erbij horen als je dieren houdt. “Het is voor mij een vanzelfsprekendheid om maatregelen te nemen die de dieren zo gezond mogelijk houden. Daarbij word ik ondersteund door mijn dierenarts en GD. Vaak wordt bijvoorbeeld GD als barrière gezien; het kost geld en je moet weer wat. Ik zie het graag andersom. Uiteindelijk hebben we alleen maar voordelen van alle maatregelen en eisen die er gesteld worden. Het zorgt ervoor dat er in Nederland veel gezonde dieren rondlopen.”
Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl