Samen werken aan diergezondheid
GD-magazine - februari 2020 - nummer 22
schaap en geit
CHECKLIST AFLAMMEREN
Alles op tijd gereed
OP PAD MET GEITEN KI NEDERLAND “Diergezondheid staat centraal”
001_SG22_cover.indd 1
DIGITAAL INSCHRIJVEN MET READER Wilco Vernis over zijn ervaringen
27-01-20 16:34
®
®
Geïnactiveerd vaccin, tegen mastitis bij schapen en geiten, in injecteerbare emulsie. Geïnactiveerd Geïnactiveerd vaccin, vaccin, tegen tegen mastitis mastitis bij bij schapen schapen en geiten, in injecteerbare emulsie. en geiten, in injecteerbare emulsie.
MAAK MAAK SUBKLINISCHE SUBKLINISCHE MASTITIS MASTITIS ZICHTBAAR ZICHTBAAR
VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis bij vrouwelijke schapen en geiten, emulsie voor injectie. SAMENSTELLING: Een dosis (2 ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus aureus geïnactiveerd, die biofilm type SP 140 ≥ 8,98 SAAC tot expressie brengt. Adjuvans: vloeibare paraffine: 18,2 mg bij Excipiënt: benzylalcohol: mg. INDICATIES: immunisatie van gezonde problemen veroorzaakt door mastitis. Verlaagtaureus de incidentie van subklinische Staphylococcus VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis vrouwelijke schapen en21geiten, emulsie voorActieve injectie. SAMENSTELLING: Een ooien dosis met (2 ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus geïnactiveerd, die biofilmmastitis type SPveroorzaakt 140 ≥ 8,98door SAAC tot expressie aureus (minder uierlaesies, lager somatisch enbenzylalcohol: lager S. aureus Actieve immunisatie vanvan gezonde vrouwelijke in kuddes met terugkerende mastitisproblemen voorvan hetsubklinische verlagen vanmastitis de incidentie van subklinische mastitis brengt. Adjuvans: vloeibare paraffine: 18,2 mgcelgetal Excipiënt: 21 uitscheiding). mg. INDICATIES: Actieve immunisatie gezonde ooien metgeiten problemen veroorzaakt door mastitis. Verlaagt de incidentie veroorzaakt door Staphylococcus veroorzaakt dooruierlaesies, Staphylococcus aureus en celgetal coagulase-negatieve stafylokokken. Echter, in geval van klinische mastitis vrouwelijke veroorzaaktgeiten door coagulase-negatieve stafylokokken, neemt de ernst klinische (uiterlijk uier en melk) af. aureus (minder lager somatisch en lager S. aureus uitscheiding). Actieve immunisatie van gezonde in kuddes met terugkerende mastitisproblemen voorvan het de verlagen van tekenen de incidentie van van subklinische mastitis TOEDIENINGSROUTE: Intramusculair. Laat en hetcoagulase-negatieve vaccin vóór toediening op een temperatuur +25 °C komen. voordoor gebruik. Minimum leeftijd stafylokokken, voor vaccinatie:neemt 8 maanden. DOSERING: 5 weken tekenen voor de verwachte werpdatum dosis veroorzaakt door Staphylococcus aureus stafylokokken. Echter, tussen in geval+15 vanenklinische mastitisSchudden veroorzaakt coagulase-negatieve de ernst van de klinische (uiterlijk van uier en een melk) af. (2 ml) toedienen door Intramusculair. middel van diepe intramusculaire injectie in deop nekspieren en 3 weken na +15 de eerste dosis een tweede dosisvoor toedienen. basisvaccinatieschema moet vóór elke lactatieperiode worden BIJWERKINGEN (frequentie en TOEDIENINGSROUTE: Laat het vaccin vóór toediening een temperatuur tussen en +25 °C komen. Schudden gebruik.Het Minimum leeftijd voor vaccinatie: 8 maanden. DOSERING: 5 wekenherhaald. voor de verwachte werpdatum een dosis VIMCO®, geïnactiveerd vaccin tegen mastitis bijdiepe vrouwelijke en geiten, emulsie voor SAMENSTELLING: Een dosisdosis (2 Vaak: ml) bevat: actieve substantie: Staphylococcus geïnactiveerd, die maximaal biofilm type SP 140 ≥ 8,98 SAAC tot ernst): zeer vaak: lichtemiddel zwelling de plaats vanschapen injectie,injectie minder cm in doorsnee, die binnen 12 dagen verdwijnt. zwelling op de plaats van injectie, meer 5 aureus cm doorsnee, die binnen 3BIJWERKINGEN dagen verdwijnt. Een tijdelijke (2 ml) toedienen door vanop intramusculaire indan de 2nekspieren en 3injectie. weken na demaximaal eerste dosis een tweede toedienen. Het basisvaccinatieschema moetdan vóór elkeinlactatieperiode worden herhaald. (frequentie en expressie brengt. Adjuvans:verhoging vloeibare paraffine: mgop Excipiënt: benzylalcohol: mg. INDICATIES: Actieve van12 gezonde ooien met problemen veroorzaakt doorinjectie, mastitis. Verlaagt de van veroorzaakt door Staphylococcus de lichaamstemperatuur van maximaal 1,8 minder °C21 kan optreden tussen de eerste 4 uur maximaal en 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder dat 5 decm gezondheid van desubklinische dieren maximaal gevaar mastitis loopt. Anafylactische reacties, die ernst): zeervan vaak: lichte18,2 zwelling de plaats van injectie, dan 2 cm in doorsnee, die immunisatie binnen dagen verdwijnt. Vaak: zwelling op de plaats van meer dan inincidentie doorsnee, die binnen 3 dagen verdwijnt. Een tijdelijke levensgevaarlijk kunnen zijn en/of abortus traden zeer zelden op, basis4van het verlenen van de vergunning. Onder omstandigheden de symptomen snel en op passende aureus (minder uierlaesies, somatisch celgetal en lagerveroorzaken S.1,8 aureus uitscheiding). Actieve immunisatie gezonde vrouwelijke geitennain kuddes met terugkerende mastitisproblemen voor verlagen vanloopt. de incidentie van subklinische verhoging vanlager dezouden lichaamstemperatuur van maximaal °C kan optreden tussen deop eerste uurgeneesmiddelenbewakingsrapportage en van 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder datdeze de gezondheid vanhet demoeten dieren gevaar Anafylactische reacties,wijze die mastitis behandeld. Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening van het vaccin zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul veroorzaakt doorworden Staphylococcus aureus en coagulase-negatieve stafylokokken. Echter, in geval van klinische mastitis veroorzaakt door coagulase-negatieve stafylokokken, neemt de ernst van de klinische tekenen (uiterlijk van uier en levensgevaarlijk zouden kunnen zijn en/of abortus veroorzaken traden zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. Onder deze omstandigheden moeten de symptomen snel en op passende wijze melk) af. dagen. SPECIALE Alleen gezonde dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten die moeten worden overwogen de persoon die het medicijn aanverlenen de8dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat wordenIntramusculair. behandeld.VOORZORGSMAATREGELEN: Lichte apathie, anorexia en/of liggende houding traden na toediening van het vaccin zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul een dosis TOEDIENINGSROUTE: Laat het vaccin vóór toediening op een temperatuur tussen +15 en +25 zeer °C komen. Schudden voor gebruik.door Minimum leeftijd voor vaccinatie: maanden. DOSERING: 5 weken voor de verwachte werpdatum olie. Onbedoelde of zelfinjectie kan acute en zwelling veroorzaken, met name bij injectie een gewrichtworden of vinger en kan indoor uitzonderlijke gevallen verlies vande de betreffende vinger leiden als er niet onmiddellijk medische hulp wordt dagen. SPECIALE Alleen dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten dietweede moeten overwogen de persoon die het tot medicijn aan dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat (2 ml) toedienenminerale door middel vanVOORZORGSMAATREGELEN: diepe injectie intramusculaire injectie ingezonde depijn nekspieren en 3 weken na de eerste dosis ineen dosis toedienen. Het basisvaccinatieschema moet vóór elke lactatieperiode worden herhaald. BIJWERKINGEN (frequentie en ingeroepen. (tussen 2 enof8 zelfinjectie °C) bewaren vervoeren beschermen tegen met licht.name Zie de voor informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 50 ml (25 doses) en 100leiden ml (50 doses) Transparante flacons van glas en olie.Gekoeld Onbedoelde injectie kanenacute enen zwelling veroorzaken, bij bijsluiter injectie een meer gewricht of vinger kan in uitzonderlijke tot doses), verlies van de betreffende vinger er niet onmiddellijk medische hulp wordt ernst): zeer vaak:minerale lichte zwelling op de plaats van injectie, minder danpijn 2 cm in doorsnee, die binnen maximaal 12 in dagen verdwijnt. Vaak:en zwelling op de plaatsgevallen van injectie, meer dan 5 cm in doorsnee, die als binnen maximaal 3 dagen verdwijnt. Een tijdelijke polyethyleen Gekoeld (PET), type I, afgesloten een rubberen stop en aluminium dop. (Mogelijk zijnZie nietdealle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB en Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva,flacons 135. 17170 Amer (tussen 2maximaal en 8 met °C) bewaren en vervoeren entussen beschermen tegen 4licht. bijsluiter voor meer informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 QI04AB. ml (5 doses), 50dat ml (25 doses) en 100 mlde (50dieren doses) Transparante van glas en verhoging van deingeroepen. lichaamstemperatuur van 1,8 °C kan optreden de eerste uur en 3 dagen na injectie; deze verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen zonder de gezondheid van gevaar loopt. Anafylactische reacties, die (Girona) Spanje Tel.+34 430660met – Fax 972 430661 REGdop. NL 121005 Gebruik geneesmiddelen opverkrijgbaar.) verantwoordeATCvet-code: wijze. Voor informatie dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op 135. te nemen met de polyethyleen (PET), type I,972 afgesloten een+34 rubberen stop en Reg.nr. aluminium (Mogelijk UDD. zijn niet alle verpakkingsgroottes QI03AB enover QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva, 17170 Amer levensgevaarlijk plaatselijke zouden kunnen zijn en/of abortus veroorzaken traden zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. Onder deze omstandigheden moeten de symptomen snel en op passende wijze vertegenwoordiger van de vergunninghouder. (Girona) Spanje Tel.+34 972 430660 – Fax +34 972 430661 Reg.nr. REG NL 121005 UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Voor informatie over dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op te nemen met de worden behandeld. Lichte apathie, anorexia van en/of houding traden na toediening van het vaccin zeer zelden op, op basis van geneesmiddelenbewakingsrapportage na het verlenen van de vergunning. CONTRA-INDICATIES: Geen. WACHTTIJD: Nul plaatselijke vertegenwoordiger de liggende vergunninghouder.
dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: Alleen gezonde dieren vaccineren. Specifieke aandachtspunten die moeten worden overwogen door de persoon die het medicijn aan de dieren toedient: dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik bevat minerale olie. Onbedoelde injectie of zelfinjectie kan acute pijn en zwelling veroorzaken, met name bij injectie in een gewricht of vinger en kan in uitzonderlijke gevallen tot verlies van de betreffende vinger leiden als er niet onmiddellijk medische hulp wordt ingeroepen. Gekoeld (tussen 2 en 8 °C) bewaren en vervoeren en beschermen tegen licht. Zie de bijsluiter voor meer informatie. VERPAKKINGSGROOTTE: 10 ml (5 doses), 50 ml (25 doses) en 100 ml (50 doses) Transparante flacons van glas en polyethyleen (PET), type I, afgesloten met een rubberen stop en aluminium dop. (Mogelijk zijn niet alle verpakkingsgroottes verkrijgbaar.) ATCvet-code: QI03AB en QI04AB. Vergunninghouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A., Avda. la Selva, 135. 17170 Amer (Girona) Spanje Tel.+34 972 430660 – Fax +34 972 430661 Reg.nr. REG NL 121005 UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Voor informatie over dit geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik dient u contact op te nemen met de plaatselijke vertegenwoordiger van de vergunninghouder.
VIMCO.indd 1 003_SG22_inhoud.indd 2
HIPRA BENELUX HIPRA BENELUX 62 Nieuwewandeling Nieuwewandeling 62 9000 Gent 9000 Gent
HIPRA BENELUX
0(031)235-332526 Nieuwewandeling 62 0(031)235-332526 benelux@hipra.com 9000 Gent benelux@hipra.com www.hipra.com www.hipra.com
0(031)235-332526 benelux@hipra.com www.hipra.com
29/04/19 14:44 27-01-20 16:35
9 14:44
voorwoord
SAMEN LAMMERSTERFTE VERLAGEN Herkauwers hebben een voormagenstelsel met een pens, een netmaag, een boekmaag en een lebmaag. De eerste drie zorgen ervoor dat anders onverteerbare plantendelen zo worden omgezet dat ze in de lebmaag en darmen verder kunnen worden afgebroken. In dat ingewikkelde proces spelen micro-organismen een onmisbare rol. Voordat het complexe systeem werkt moet er heel wat gebeuren. Bij volwassen dieren neemt de pens ongeveer tachtig procent in van het volume van alle voormagen. Bij pasgeboren dieren maakt de lebmaag ongeveer de helft van het volume uit; dit is nodig om in de eerste levensweken melk te kunnen verteren. Maar tegelijk moeten in de eerste twee levensmaanden de voormagen worden aangepast om ruwvoer en krachtvoer om te kun-
nen zetten. Bij lammeren is van al die processen minder bekend dan bij kalveren en dit is mogelijk de reden dat er tijdens de opfok regelmatig wat misgaat, zeker als die opfok niet plaatsvindt aan de zijde van het moederdier. Samen met onze collega’s van de afdeling pathologie proberen we meer inzicht te krijgen in de achtergrond van opfokproblemen waar we regelmatig tegen aanlopen. Dit levert stapje voor stapje informatie op waar we schapen- en geitenhouders mee kunnen helpen. Omgekeerd zou het helpen als op meer bedrijven meer informatie wordt vastgelegd. Dat hoeft niet zo ingewikkeld te zijn: als in de centrale I&R-database alles feitelijk wordt vastgelegd, inclusief doodgeboren lammeren, en er daarbaast tijdens de opfok een aantal keren wordt gewogen, kan op een bedrijf met problemen eenvoudiger een analyse worden gedaan. Op basis hiervan kunnen wij vervolgens beter inzoomen op mogelijke oorzaken en zo samen zorgen voor een lagere lammersterfte. Piet Vellema, sectormanager kleine herkauwers
inhoud 04 Actueel 06 Kijk mee bij de Kennisavonden Schaap Bereikbaarheid
09 Do’s en dont’s van pathologisch
U kunt GD van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur telefonisch bereiken via 0900-1770. Voor inhoudelijke vragen kunt u de Veekijker Schaap en Geit bellen tussen 15.00 en 17.00 uur op 0900 - 7100 000.
Tarieven
onderzoek
06
Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.
kunnen in Nederland nog grote stappen
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
maken.”
15 Test uw kennis over aflammeren
COLOFON Schaap en Geit is een uitgave van Royal GD | Redactie René van den Brom, Carlijn ter Bogt, Karianne Lievaart-Peterson, Piet Vellema, Tara de Haan, Sander Prins, Eveline Dijkstra en Anita Werkman | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Anne Taverne | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Schaap en Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (drie nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 17,75 euro (excl. btw) | Advertenties Dock35 Media B.V., T. 0314-35 58 52 | Verschijningsfrequentie drie keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.
10 Op pad met Geiten KI Nederland: “We
16 Goed voorbereid het lammerseizoen in 09
19 Alles over de reader digitaal inschrijven
20 Uit het lab: bacteriologisch onderzoek melkmonsters
23 De boer op 19
24 Diergezondheid volgens Namle van der Weij
Schaap en Geit, februari 2020 - 3
003_SG22_inhoud.indd 3
27-01-20 16:35
Voor in de agenda
Intermitterende diarree bij melkgeiten
De zeventiende Dag van het Schaap vindt plaats op zaterdag 6 juni 2020 in Ermelo. Het is hét evenement voor de Nederlandse schapenhouderij: tientallen schapenrassen, keuringen, presentaties en demonstraties van diverse bedrijven en stamboeken, het NK schapen scheren, een groots wolplein en de verkiezing ‘Mooiste schaap van Nederland’. Ook GD zal aanwezig zijn met een stand; mocht u vragen hebben loop dan gerust even binnen bij ons. De Dag van het Schaap is zeker de moeite waard, dus zet het in uw agenda!
Op een aantal melkgeitenbedrijven komen we bij lacterende dieren het probleem tegen van intermitterende, soms waterdunne, diarree. In sommige gevallen komt hier ook bloedbijmenging bij kijken en in veel gevallen gaat het gepaard met sterfte. De oorzaak is nog niet duidelijk maar de enige manier om daar achter te komen is het inzenden van dieren voor sectie; daarvoor is het volgende nodig: •
KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.DAGVANHETSCHAAP.NL
• • •
bij een volgend typisch geval: één of enkele dieren voor pathologisch onderzoek; liefst zo vers mogelijk aanbieden; deze dieren mogen niet zijn behandeld; een goede beschrijving van het klinisch beeld is nodig; graag van tevoren contact opnemen via Veekijker tussen 15.00 en 17.00 uur (tel. 0900 7100 000) om details van inzenden en uitvoeren van pathologisch onderzoek te bespreken.
Biestopnamecheck Heeft u SchaAPP al? SchaAPP is dé gratis app voor hobbyhouders die hun dieren graag eenvoudig willen registreren. U maakt uw dierinformatie gemakkelijk compleet. In de stal, in de wei of aan de keukentafel; met de app heeft u altijd inzicht in de dierinformatie. Door gebruik te maken van dezelfde inloggegevens op een andere telefoon, kunnen meerdere mensen dezelfde stallijst en gebeurtenissen inzien en bewerken. De ingevoerde gegevens worden direct gesynchroniseerd. Wilt u het ook eens proberen? Download de gratis app dan in de App- of Playstore.
Biest is het toverwoord als het gaat om een goede start voor uw lammeren. Type en kwaliteit biest zijn van groot belang, maar ook biestverzameling, -opslag, -behandeling, -gift en –opname zijn belangrijk. GD biedt de Biestopnamecheck, een nieuw en innovatief bloedonderzoek op IgG bij geitenlammeren, tegen een scherp tarief aan. Een goede biestvoorziening is essentieel voor een goede start van pasgeboren lammeren. Via de biest worden beschermende afweerstoffen (IgG) opgenomen die belangrijk zijn voor de afweer tegen ziekteverwekkers in de periode dat het eigen immuunsysteem van het jonge lam nog in ontwikkeling is. Omdat de darmen van pasgeboren lammeren slechts korte tijd (ongeveer 24 uur) IgG doorlaten, is het belangrijk dat de lammeren kort na de geboorte voldoende verse biest binnenkrijgen van goede kwaliteit. Aangezien er weinig vraag is naar een check op biestopname bij schapen is de Biestopnamecheck niet gevalideerd voor schapenlammeren. Voor schapenlammeren kan met het Pakket Elektoforese een indruk gekregen worden van de biestopname. MEER OVER DE BIESTOPNAMECHECK WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/BIESTOPNAMECHECKGEIT
4 - Schaap en Geit, februari 2020
004_SG22_actueel.indd 4
27-01-20 16:36
actueel
Leverbotvrij de wei in Schade door leverbot is te voorkomen door een goede controle op een leverbotbesmetting. Zorgen dat de dieren in het voorjaar leverbotvrij de wei ingaan kan in het najaar veel leverbotproblemen voorkomen. Schapen- en geitenhouders die willen weten hoe het zit met leverbot op hun bedrijf, kunnen leverbot eenvoudig monitoren via mestonderzoek of tankmelk (Leverbot-antistoffen-ELISA). KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.LEVERBOT.NL
Monitoring Brucella melitensis In 2019 zijn bij ruim 1.512 bedrijven schapen en geiten getapt, onderzocht en negatief bevonden. Hierdoor kan Nederland zijn vrij-status behouden. Dit zorgt ervoor dat het voor de schapen- en geitenhouderij eenvoudiger is om dieren te exporteren. Wij hopen dat de monitoring op Brucella melitensis in 2020 weer net zo goed verloopt. De houders die dit jaar geselecteerd zijn om mee te doen aan het onderzoek, hebben hierover inmiddels een brief ontvangen. MEER OVER BRUCELLA MELITENSIS WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/BRUCELLA
Lammeren registreren in SG-Online Ook in open winters met veel gras is bijvoeren van schapen nodig Melkziekte, slepende melkziekte en stijve overhouders zijn aandoeningen die jaarlijks in meer of mindere mate voorkomen. Het optreden van deze aandoeningen hangt in vrijwel alle gevallen samen met het rantsoen dat drachtige dieren gevoerd krijgen. In winters met veel gras blijkt dat buiten lopende schapen vaak weinig bijgevoerd krijgen; de Veekijker krijgt dan regelmatig vragen over deze drie voedingsgerelateerde aandoeningen. Ten onrechte menen schapenhouders dat schapen in winters met veel gras geen bijvoeding nodig hebben. Daarnaast is bijvoeding ook van belang voor de vitaliteit van lammeren en de biest-/melkproductie na het aflammen. Ondanks de waarschuwing afgelopen jaar om drachtige schapen goed te voeren, met name in de laatste weken van de dracht, werden ook in het vervolg van het aflamseizoen met regelmaat problemen met melkziekte en slepende melkziekte gemeld. In de meeste gevallen betrof het schapen die niet of onvoldoende bijgevoerd waren.
SG-Online biedt dĂŠ oplossing om onder andere uw lammeren snel en eenvoudig te registreren. Een groot deel van de schapen- en geitenhouders maakt hier al gebruik van. Daarnaast heeft u met SG-Online de mogelijkheid om uitgebreide gegevens van elk dier vast te leggen. Hierbij valt te denken aan geslacht, ras, moeder- en vaderdier, stamboeknummer, maar ook medicijngebruik. Verder kunt u gemakkelijk gezondheidsverklaringen en stallijsten uitdraaien. ALLE MOGELIJKHEDEN ONTDEKKEN? WWW.SG-ONLINE.NL
Schaap en Geit, februari 2020 - 5
004_SG22_actueel.indd 5
27-01-20 16:36
KENNISAVONDEN SCHAAP
Praktische tips uitgelicht
Hoe word je probleemgeboortes de baas, zijn tekenziektes een toenemend probleem en hoe stop je de rode lebmaagworm? Tijdens de Kennisavonden Schaap, georganiseerd door GD, LTO en Het Schaap gingen verschillende sprekers dieper in op deze vragen. Enkele praktische tips die hieruit voortkwamen delen we graag met u.
Tijdens de drukbezochte avonden in Deventer, Breukelen, Oirschot en Gorredijk namen Piet Vellema, RenĂŠ van den Brom, Karianne Lievaart-Peterson, Sander Prins, Eveline Dijkstra en Mark van der Heijden de aanwezigen mee in verschillende vraagstukken over schapengezondheid. Stop de rode lebmaagworm EĂŠn van de wormsoorten die het grootste risico vormen in Nederland is de rode lebmaagworm (Haemonchus contortus). De besmetting met deze worm vindt veelal plaats in de zomermaanden en lammeren die ermee te maken krijgen vertonen bloedarmoede (bleke slijmvliezen) en verminderde groei. Anders dan bij
6 - Schaap en Geit, februari 2020
006_SG22_winterbijeenkomsten_2p.indd 6
27-01-20 16:36
evenementen
Tekenziektes: een toenemend probleem? Schapen hebben een flinke lijst met uitwendige parasieten die een probleem kunnen veroorzaken. Deze parasieten veroorzaken onrust, jeuk en wolverlies, maar ook verminderde groei, vermagering en soms zelfs bloedarmoede. Eén van de parasieten in de lijst is de schapenteek. Door klimaatverandering komen teken steeds vaker voor in gebieden waar ze eerder niet te zien waren. Dit is vervelend, want teken zijn overbrenger van een aantal ziektekiemen.
veel andere wormsoorten hebben ze geen diarree. De preventie van maagdarmworminfecties is daarom erg belangrijk. In het kort houdt dit in: gezonde voeding betekent gezonde dieren, maak een beweidingsschema (plannen in het najaar), doe binnen vier weken na terugkeer op een perceel waar eerder dat jaar schapen of lammeren hebben gelopen mestonderzoek, behandel ooien en lammeren zo weinig mogelijk en quarantaine bij aanvoer is essentieel. Het is niet verstandig om lammeren die in de zomer last hebben gehad van haemonchose aan te houder als fokdier. WILT U OOK EENS EEN EVENEMENT BIJWONEN?
Probleemloos geboortes de baas De lammertijd komt er weer aan en dat betekent heel veel geboortes. Gelukkig gaat het vaak goed, maar er zitten ook altijd gevallen bij die net wat extra aandacht vragen. Maar wanneer grijp je nou eigenlijk in bij een geboorte? Dit doe je als je een afwijkende ligging waarneemt, je alleen een kop ziet, de kop is teruggeslagen, je een kop ziet met maar één voorpootje, de tijd tussen onrust en verschijnen van de waterblaas meer dan drie uur is, er na het verschijnen van de waterblaas weinig buikpers is of als er tussen de eerste partus en het eerste lam meer dan een uur zit. Soms lukt het niet om het lam zelf te halen en is er een keizersnede nodig. Vaak gaat het om de volgende gevallen: een te groot lam, een groot lam in stuitligging, geen ontsluiting, vaginaprolaps of slepende melkziekte. Leg in het geval van een keizersnede balen stro, pellet, (stro)touwtjes, een emmer lauw water, een tafel, handdoeken en een lege emmer klaar en zorg voor een beschikbaar aflamhok met warmtelamp.
WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ACTUEEL/AGENDA
Schaap en Geit, februari 2020 - 7
006_SG22_winterbijeenkomsten_2p.indd 7
27-01-20 16:36
APRIL MAART
CIDR OVIS AFLAMMEREN NAUWKEURIG PLANNEN
ARI FEBRU RI
JANUA DO
VR
ZA
WO 7 DI 5 6 3 4 14 1 2 12 13 11 10 21 8 9 19 20 18 17 28 15 16 26 27 5 2 24 22 23 1 3 29 30
MEI DO
VR
ZA
WO
DI
JUNI ZO
5 6 MA 3 4 1 2 12 13 11 9 10 19 20 7 8 18 16 17 27 14 15 25 26 4 2 23 21 22 1 3 30 28 29 WO
ZO
DO
VR
ZA
DI
ER OKTOB
JULI
WO
DO
VR
ZA
DE OPLOSSING VOOR INDUCTIE EN SYNCHRONISATIE VAN DE BRONST • Natuurlijk progesteron in een T-vormig device • Eenvoudig toedienen en verwijderen
DI
DO
ZA
VR
WO
DI
BER
NOVEM ZO
7 14 21 28
DI
WO
DO
VR
ZO
ZA
advertentie_cidr_220x297.indd 18 009_SG22_monitoring_1p.indd
WO
DI
DO
1 2 8 9 6 7 15 16 13 14 22 2 20 21 29 3 27 28 30 31
ZO
MEER INFORMATIE OVER CIDR OVIS? VRAAG UW DIERENARTS
• Nauwkeurig planbaar dekmoment Zoetis B.V. Postbus 81055 • 3009 GB Rotterdam www.zoetis.nl • info.nl@zoetis.com © 2019 Zoetis B.V. MM-03269
CIDR OVIS 0,35 g Vaginale Applicatie voor schapen •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 122218 -UDA. •Werkzame bestanddelen: Per device: progesteron 0,35 g, in een laagje siliconen rubberen elastomeer op een inerte “T-vormige” nylon drager. •Doeldier: Schaap (ooien). •Indicaties: Inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in niet-cyclische ooien gedurende het anoestrus-seizoen; inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in cyclische en niet-cyclische ooien om het fokseizoen te vervroegen; om te gebruiken in combinatie met eCG (PMSG). •Toedieningswijze en dosering: Vaginaal gebruik. Breng de device in met behulp van de applicator. 0,35 g progesteron per dier. De vaginale device 12 dagen op zijn plaats laten zitten, gevolgd door een injectie met eCG toegediend bij verwijdering van de device. Lees vóór gebruik de bijsluiter. •Contra-indicaties: Niet gebruiken: bij drachtige ooien; bij ooien met een abnormale of onvolwassen genitaaltractus of met genitale infecties. •Wachttijd: Vlees en slachtafval: nul dagen. Melk: nul uur. •Bijwerkingen: Vaak: lokale irritatie en afscheiding van ondoorzichtig geel slijm; soms: afscheiding van donkerrood/bruin slijm of slijm met vers bloed. Deze symptomen verdwijnen doorgaans zonder behandeling binnen 2 dagen na verwijdering van de device. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: De werkzaamheid en veiligheid is niet onderzocht bij zieke ooien met een BCS <2 of ≥ 4, of bij ooien die complicaties hadden bij voorgaande dracht of tijdens lammeren, of bij ooien die in de afgelopen 45 dagen gelammerd hebben. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Dieren in slechte conditie kunnen slecht reageren op de behandeling. De veiligheid is niet vastgesteld gedurende de lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Progesteron kan bijwerkingen op het voortplantingssysteem veroorzaken in geval van hoge of langdurige blootstelling. Draag handschoenen tijdens het inbrengen en verwijderen van het diergeneesmiddel. Zwangere vrouwen dienen gebruik van het diergeneesmiddel geheel te vermijden. Na gebruik de handen en blootgestelde huid wassen met water en zeep. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik van het middel. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking of op aanvraag beschikbaar bij de registratiehouder: Zoetis B.V. - Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (email: info.nl@zoetis.com).
VR
AUGUST MA
3 4 1 2 10 11 9 7 8 18 5 6 16 17 14 15 24 25 3 12 13 2 21 22 19 20 30 28 29 26 27
MA
DO
6 4 5 2 3 12 13 11 9 10 20 18 19 16 17 26 2 5 2 4 23 2 30
1 7 8 6 4 5 15 2 3 13 14 11 12 22 9 10 20 21 19 18 29 16 17 27 28 6 2 25 23 24 30 31
MA
ZO
MA 5 6 SEPT ZO ZA 3 4 VR 1 2 12 13 O DO W 11 2 DI 10 1 MA 8 9 19 20 18 9 17 8 15 16 26 27 6 7 5 2 5 16 24 15 3 4 22 23 13 14 3 12 2 10 11 21 22 29 30 19 20 29 30 17 18 27 28 6 2 5 24 2
EMBER
VR
3 4 1 2 11 9 10 8 7 18 5 6 16 17 15 14 25 3 24 12 13 2 2 2 21 19 20 30 31 9 2 8 2 26 27
3 1 2 9 10 7 8 6 17 4 5 15 16 13 14 23 24 11 12 21 22 0 2 18 19 29 30 27 28 25 26
MA
WO
DO
WO
DI
MA
3 4 1 2 10 11 9 7 8 18 5 6 16 17 14 15 24 25 3 12 13 2 21 22 19 20 28 26 27
MA
ZO
MA
DI
DO
ZA
VR
ZO
ZA
WO
DI
MA
16-12-2019 13:21 27-01-20 16:37
DE MA
DI
WO
5 3 4 1 10 11 1 17 18 24 25 31
APRIL DO
ZO
ZA
VR
1 7 8 6 4 5 15 2 3 13 14RenĂŠ 11 12 21 22 9 10 0 2 18 19 29 16 17 27 28 25 26 23 24 30
MA
8 5
WO
DI
US
AUGUST
1 8 4 15 21 22 28 29
DI
WO
BER
DECEM DO
VR
ZA
monitoring
PATHOLOGISCH ONDERZOEK
ZO
ZA
VR
5 3 4 1 2 11 12 9 10 8 19 6 7 17 18 15 16 25 26 13 14 3 24 2 2 2 29 20 21 31 28 29 30 27 28 30 31
MA
ZO
DO
van den Brom, Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers
ZO
Hoe krijgt u de meest waardevolle uitslag?
1 2 MA ZO ZA 9 7 8 6 4 5 16 3 3 4 14 15 13 11 12 23 9 10 10 11 21 22 0 2 18 19 30 16 17 17 18 28 29 7 2 5 2 6 2 23 24 24 25 30 31 DI
WO
Pathologisch onderzoek is vaak de beste manier om de oorzaak van sterfte of abortus bij schapen en geiten te achterhalen. Omdat pathologisch onderzoek belangrijk is voor de Monitoring Diergezondheid Kleine Herkauwers, wordt het gesubsidieerd. Met de uitkomst van het onderzoek kunt u als houder (preventieve) maatregelen nemen. Maar wat kunt u zelf doen om de kans op een bruikbare uitkomst te vergroten? We helpen u hier graag bij! Als u geconfronteerd wordt met sterfte of abortus bij uw schapen of geiten is dat altijd vervelend. Houders vragen ons vaak of het een incident betreft of dat het een koppelprobleem kan zijn met alle gevolgen van dien. Dit is lastig te voorspellen. Het is in zoâ&#x20AC;&#x2122;n geval altijd goed om advies te vragen aan uw dierenarts of de GD Veekijker Schaap Geit. U zult in dergelijke gevallen zelf moeten bepalen of het insturen voor u als betere optie voelt dan wanneer u afwacht of het een incident betrof. Is er sprake van sterfte of abortus onder meerdere dieren? Dan adviseren wij steevast om pathologisch onderzoek te laten verrichten.
MM-03269
Volledige informatie helpt Op het moment dat u heeft besloten materiaal voor pathologisch onderzoek aan te bieden kan dat door telefonisch contact op te nemen met de Ophaaldienst of via de website van GD.
19 13:21
Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.
Het is belangrijk een dier in te sturen dat representatief is voor het probleem. De kans op het stellen van een diagnose is groter als het een onbehandeld dier betreft. Ook het materiaal dient zo vers mogelijk (liever niet invriezen) te worden aangeboden. Bij abortusmateriaal is de kans op het stellen van een diagnose veel groter als u zowel de vrucht als de nageboorte instuurt. U kunt de patholoog daarnaast helpen met het onderzoek door een zo gericht mogelijke omschrijving van het probleem mee te geven; denk hierbij aan leeftijd, ras, geslacht, ziekteverloop, historie, aankoop, et cetera. Uitslag en contact Zodra het onderzoek is afgerond ontvangen zowel u als uw dierenarts de uitslag. Zijn er na het ontvangen van de uitslag nog vragen? U kunt altijd contact opnemen met uw dierenarts of de GD Veekijker Schaap Geit. Op werkdagen is de Veekijker tussen 15 en 17 uur bereikbaar via 0900 7100 000. De Ophaaldienst is dag en nacht bereikbaar via 0900 2020 012 of via de website (www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst).
Schaap en Geit, februari 2020 - 9
009_SG22_monitoring_1p.indd 9
27-01-20 16:37
Geitenhouder Gert-Jan Frijters (links) en Dirk Keijzers van Geiten KI Nederland (rechts).
10 - Schaap en Geit, februari 2020
010_SG22_reportage_4p.indd 10
27-01-20 16:38
reportage
“De diergezondheid op mijn bedrijf is mij veel waard. Met KI is er geen insleep van ziekten.”
GEITEN KI NEDERLAND
Stappen maken in diergezondheid Een goede diergezondheid en een mooi koppel; iets waar iedere geitenhouder van droomt. Het wordt vaak gezocht in een samenwerking met de dierenarts, maar wie verder kijkt ziet dat elders nog meer oplossingen liggen. Geitenhouder Gert-Jan Frijters kwam in contact met Dirk Keijzers van Geiten KI Nederland, zag zijn drachtpercentage stijgen, blijft vers bloed aanvoeren en heeft een gesloten bedrijfsvoering. “Onbekend maakt (onterecht) onbemind”, zeggen wij weleens. Hoewel er nog een flinke groei mogelijk is, wordt het insemineren van geiten ook in Nederland steeds gebruikelijker. Voor Geiten KI Nederland is het al sinds 1998 de gewoonste zaak van de wereld. Het bedrijf is als EU-gecertificeerd KI-station met veertig bokken uniek in Europa. Hoewel genetische vooruitgang belangrijk is, staat diergezondheid altijd op nummer één. Dirk Keijzers, adviseur bij Geiten KI Nederland, gaat langs bij geitenhouder Gert-Jan Frijters en samen praten ze over wat kunstmatige inseminatie (KI) het bedrijf heeft gebracht.
“Als je dieren niet gezond zijn, kun je nooit goed melken” Schaap en Geit, februari 2020 - 11
010_SG22_reportage_4p.indd 11
27-01-20 16:38
Hoogst mogelijke gezondheidsstatus Gert-Jan is na een korte pauze sinds drie jaar weer serieus bezig met KI. “Gesloten bedrijfsvoering is voor mij heel belangrijk, want de gezondheidsstatus op mijn bedrijf is mij veel waard. Ik ben altijd dubbelvrij geweest van CAE en CL”, vertelt hij. “Met KI is er geen insleep van ziekten, dus weet ik echt wat er rondloopt op mijn bedrijf.” Dirk haakt hierop in. “Dat is ook één van onze pijlers en begint al bij het selecteren van de juiste bokmoeders. We werken hiervoor samen met bedreven fokkers en op basis van hun informatie maken we een overzicht van potentiële bokmoeders. Het bedrijf dat we selecteren moet daarnaast dubbelvrij zijn met certificering van GD en er worden er tankmelkmonsters genomen om te checken op paratbc en CAE/CL. De eventuele bokvaders en bokmoeders worden individueel onderzocht en moeten ook vrij zijn van paratbc, CAE en CL. Het lam wordt direct opgevangen, heeft geen contact met het moederdier of de grond en wordt direct afgezonderd van het koppel. Vervolgens wordt het bokje zo snel mogelijk naar onze quarantaine-afdeling verplaatst, waar hij wordt opgefokt volgens het strengst mogelijke gezondheidsprotocol.”
Alles wordt gereed gemaakt voor het vangen van het sperma.
Voorbeeld van een synchronisatieschema Actie
Dag
Tijdstip
Sponzen inbrengen
0
n.v.t.
Inspuiten met prostaglandines
9
16:30
Inspuiten met eiblaas-stimulatie
9
16:30
Sponzen verwijderen
11
16:30
Kunstmatige inseminatie
13
10:30 - 12:30
Goede focus essentieel Geitenhouders, zoals Gert-Jan, waarderen deze inzet en vertrouwen op sperma dat geen ziekteverwekkers op het bedrijf brengt. Om met zekerheid te kunnen zeggen dat het sperma veilig is vindt in de opfok (quarantainestal) twee keer bloedonderzoek plaats voor de bokjes naar de dekstal worden gebracht. Eenmaal daar wordt ook elk half jaar opnieuw onderzocht. “Het is het belangrijkste dat we kunnen doen”, vertelt Dirk. “Hierin mogen we niet verslappen en kunnen we geen risico’s nemen, dus een goede focus is essentieel.” En dit resulteert volgens Gert-Jan in het beste genetische materiaal. “Door deze manier van werken heb je constant vers bloed. Toen wij even niet aan KI deden, kochten we de bokjes bij een heel goed aangeschreven fokker. Maar dan krijg je maar van één iemand vers bloed. Na drie jaar ben je klaar met kopen, omdat je alle lijnen van het bedrijf hebt gehad.” Door KI toe te passen op de beste geiten van het bedrijf kan iedere geitenhouder zijn eigen dekbokken fokken en tegelijk zorgen voor een gesloten bedrijfsvoering.
“We kunnen in Nederland nog een grote stap maken naar een betere en gezondere veestapel”
12 - Schaap en Geit, februari 2020
010_SG22_reportage_4p.indd 12
27-01-20 16:38
Anne Taverne, redacteur
Planmatig werken Het vergt wel een andere manier van werken, geeft Gert-Jan toe. “Het is aan de voorkant even wat meer werk, want het is niet een kwestie van de poort opendoen en de bok erbij jagen. Er gaat best wat planning aan vooraf, maar in de drukke lammertijd levert het een soort rust op.” Dirk ervaart dat ook zo. “Alle lammeren van de ingezette KI-bokken komen in één week. Het is dan een kwestie van zorgen voor extra personeel. Het grote voordeel is dat ze allemaal op hetzelfde moment gevaccineerd en gespeend worden en dat ze op hetzelfde moment bij de bok kunnen. Als je batchmatig werkt, past KI heel makkelijk in je planning. Het zorgt voor meer zekerheid in je koppel: je weet wanneer de geiten gaan lammeren, kunt het biestmanagement goed inzetten en hebt meer controle. Ik help bedrijven altijd graag met het bedrijfsplan.” En dat helpt een hoop. “De laatste jaren denk ik eigenlijk niet eens meer na over bevruchting”, vertelt Gert-Jan. “Alles gaat bij ons gewoon via een vast
reportage
schema en ik ben ervan overtuigd dat dit voor iedere houder voordeel oplevert. Je moet alleen zorgen dat je goed voorbereid bent en zorgvuldig te werk gaat.” Gezonde dieren boven alles Samen zijn ze het erover eens dat je stappen moet maken als je echt op weg wilt naar een gezond en vruchtbaar koppel. “KI gaat dus niet alleen om drachtigheidspercentages en genetica”, zegt Dirk. “Uiteindelijk willen alle houders graag voldoende melk blijven produceren. Daar zijn gezonde dieren voor nodig en daar kan KI ook bij helpen. Het is namelijk een stukje KI, maar ook een stuk fokkerij, melkmeting, melkcontrole en bezig zijn met je dieren om een betere veestapel te krijgen. Daar kunnen we in Nederland nog een grote stap in maken.” Gert-Jan, die zelf regelmatig melkmonsters neemt, beaamt dat. “Als je dieren niet gezond zijn, kun je niet goed melken. En die gezondheid begint al vroeg in de cirkel en blijft daardoor verweven.”
De geiten worden geïnsemineerd.
Schaap en Geit, februari 2020 - 13
010_SG22_reportage_4p.indd 13
27-01-20 16:38
ALLES IN HUIS VOOR
Gezonde
LAMMEREN!
NIEUW!
Directe energie in vloeibare vorm voor pasgeboren lammeren.
Laat uw pasgeboren dier opgelucht ademhalen.
Voor het wassen en reinigen van de huid, zoals bij verlossingen.
ZEKER ZIJN VAN EEN ZORGELOZE AFLAMMERTIJD? CHECK DE ONLINE AFLAMMER CHECKLIST.
015_SG22_monitoringsquiz_1p.indd 14
27-01-20 16:39
quiz
TEST ‘T!
Bent u goed op de hoogte van het aflamseizoen? Het aflamseizoen komt er weer aan. De hoogste tijd dus om u het vuur na aan de schenen te leggen over alles rondom aflammeren. We proberen uw kennis drie keer per jaar bij te spijkeren, maar wat blijft daarvan hangen? Test ’t nu!
A B C D
2 A B C D
3 A B C D
4 A B C D
De lammeren vertonen slapte in de achterhand. Welke van de genoemde aandoeningen komt in aanmerking? Zwoegerziekte (visna) Algehele slapte Kopergebrek Cerebrocorticale necrose of hersenschorsversterf
Lammeren hebben antistoffen nodig om zich te kunnen beschermen tegen allerlei ziekteverwekkers. Deze antistoffen halen ze uit de biest. Wanneer moeten ze de eerste biest binnenkrijgen? Zo snel mogelijk Binnen 8 uur Binnen 24 uur Binnen 48 uur
U wordt geconfronteerd met abortus. Wat is van belang? Wetgeving Risico op zoönosen Insturen van vrucht en nageboorte A, B en C kloppen allemaal
Hoe biedt u in het geval van een abortus het beste materiaal aan voor pathologisch onderzoek? U stuurt zowel de nageboorte als de vrucht in en zorgt dat het materiaal zo vers mogelijk is U vriest de nageboorte en vrucht in om het materiaal vers te houden en stuurt het dan in Alleen het insturen van de vrucht is voldoende Alleen het insturen van de nageboorte is voldoende
Antwoorden: 1:C, 2:A, 3:D, 4:A
1
Schaap en Geit, februari 2020 - 15
015_SG22_monitoringsquiz_1p.indd 15
27-01-20 16:39
GOED VOORBEREID HET AFLAMSEIZOEN IN
Laat u niet verrassen Het voorjaar staat weer voor de deur en dat betekent lammetjes in de wei. Een prachtig gezicht, maar voor de meeste houders breekt hiermee ook weer een stressvolle en spannende periode aan. Natuurlijk is geen enkel jaar hetzelfde, maar een goede voorbereiding vermindert de kans op verrassingen. De voorbereiding op het aflammerseizoen begint feitelijk al bij het plannen van het dekseizoen. Bij het maken van deze planning bepaalt u het moment en lengte van de aflammerperiode, de selectie van de ooien, de conditie van de ooien en natuurlijk de ramkeuze. Hoe het dekseizoen vervolgens verloopt is altijd weer afwachten. Maar die tijd is geweest en de situatie is nu zoals die is. Er zijn nog genoeg zaken waar u de komende tijd mee aan de slag kunt.
De ooi in topconditie Zo is voeding tijdens de dracht een heel belangrijke sturingsfactor voor het geboorteverloop en zelfs voor de periode die daarop volgt. Het rantsoen bepaalt grotendeels de overlevingskans van het embryo tot aan de geboorte, de aflammerconditie van de ooi, de uitval door stofwisselingsziektes en voedingsstoornissen en de biest- en melkproductie. Daarnaast heeft het een grote invloed op het geboortegewicht en de verdere ontwikkeling van lammeren tot het spenen. In verband met een verhoogd risico op de ontwikkeling van een vaginaprolaps, slepende melkziekte, scheuren van het middenrif en geboorteproblemen is het belangrijk dat ooien niet te vet zijn rondom aflammeren. Hoewel niet ideaal, de conditie van te vette ooien kan het best in het begin en eventueel halverwege de dracht nog worden bijgeschaafd. Tijdens deze periode kan een ooi probleemloos tot ongeveer tien procent van haar lichaamsgewicht verliezen. Als voorbeeld kan een ooi met een conditiescore tussen de 4.0 en 5.0, op een schaal van 1 tot 5, probleemloos een half tot een heel punt afvallen. Energie voor de laatste loodjes In het laatste deel van de dracht verandert de energiebehoefte van de ooi; de ontwikkeling van de vruchten vraagt nu meer energie dan de ooi door middel van voeding kan opnemen. Zeker wanneer dieren niet worden bijgevoerd met kuil of hooi is het advies om meerling dragende ooien, afhankelijk van hun conditie, de laatste zes weken wat krachtvoer bij te voeren. Ooien met een eenling kunnen eventueel vanaf vier weken worden bijgevoerd. Een veelgehoorde gedachtegang is dat men bang is dat de lammeren dan te groot worden, echter het gaat maar om een relatief kleine hoeveelheid krachtvoer die in de vraag naar energie en eiwit moet voorzien. In het laatste stadium van de dracht is de placenta al grotendeels ontwikkeld en daarmee indirect ook de grootte van het lam. Bijvoeren zal geen groot effect hebben op de grootte van de lammeren, maar kan juist bijdragen aan een betere vitaliteit van de lammeren.
16 - Schaap en Geit, februari 2020
016_SG22_aflammeren_2p.indd 16
27-01-20 16:58
diergezondheid
Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers
CHECKLIST AFLAMMEREN Een aflammerlocatie die in orde is voordat het eerste lam geboren wordt werkt wel zo prettig. Zorg er daarom voor dat alles gereed is en dat alle benodigdheden voor het aflammeren en de verdere verzorging in huis zijn, want zoals u weet worden niet alle lammeren geboren tussen negen en vijf.
Ontsmettingsmiddel Glijmiddel Handschoenen Uierontwikkeling De ooi heeft in het laatste stadium van de dracht ook voldoende energie nodig voor de ontwikkeling van het uierweefsel om na de geboorte kwalitatief goede biest en voldoende melk te kunnen produceren. Deze biest is erg belangrijk om lammeren goed op te laten starten. Door ooien te vaccineren tegen clostridium kunt u specifieke antilichamen meegeven aan de lammeren om problemen tijdens de opfok zoveel mogelijk te voorkomen. Vitamine D Schapen zijn vanwege de zachte wintermaanden de laatste jaren vaak afhankelijk van wintergras. Dit bevat echter weinig vitamine D, terwijl ze dat wel nodig hebben voor de calciumhuishouding. Het bijvoeren van slechts een beetje hooi kan voorkomen dat de dieren melkziekte ontwikkelen. Evalueer de voorbereiding Om te controleren of de voeding tijdens de dracht optimaal was, is het aan te raden om een aantal kengetallen te verzamelen en goed te noteren. Denk hierbij aan doodgeboortes, lammersterfte, geboortegewicht, biestkwaliteit en problemen rondom aflammeren. Doe dit op een vaste plek zodat u notities makkelijk kunt bijhouden en bovenal volgend jaar ook weer kunt terugvinden. Hoe goed u ook bent voorbereid, er gebeurt vaak ieder jaar wel wat. Hoe frustrerend het ook is; het zijn ook de charmes van de lammerij. Voor u het weet bent u dat allemaal weer vergeten en zijn uw ooien weer gedekt. Heel veel succes!
Verlostouwtje Schone naalden en spuiten Eventuele benodigde medicatie zoals beschreven in uw bedrijfsbehandelplan Jodiumtinctuur voor navelontsmetting (bij voorkeur 10 procent) Lammersondes Alternatieve biest (runderbiest, kunstbiest) Warmtelamp Warm water of waterkoker Weegschaal Krammetjes en tang voor correctie entropion Schone aflamlocatie Voldoende schone losse hekjes voor het maken van aflamhokjes Genoeg schone emmers voor voer, water en overig gebruik Registratieprotocol
Schaap en Geit, februari 2020 - 17
016_SG22_aflammeren_2p.indd 17
27-01-20 16:58
VOOROP IN DIERGEZONDHEID
VOOROP IN DIERGEZONDHEID
Zoönosen*-verantwoord bedrijf Dit bedrijf voldoet aan de eisen van het GD Keurmerk Zoönosen
Keurmerk Zoönosen Meer informatie vindt u op: www.keurmerkzoonosen.nl
*Zoönosen zijn ziekten die overdraagbaar zijn van dieren op mensen.
Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn. Steeds vaker worden dierhouders bij wie de dieren contact hebben met bezoekers geconfronteerd met de vraag welk risico de dieren vormen voor de bezoekers. Om aan te tonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en de kans op besmetting te beperken bestaat het Keurmerk Zoönosen. Inmiddels bestaat het GD Keurmerk Zoönosen 10 jaar en zijn circa 1700 bedrijven deelnemer.
VOOROP IN DIERGEZONDHEID
VOOROP IN DIERGEZONDHEID
Deelnemer Chlamydia Check Dit bedrijf heeft dieren onderzocht op de bacterie Chlamydia abortus
Chlamydia Check Meer informatie vindt u op: www.gddiergezondheid.nl/chlamydia
019_SG22_DAP_Lekstreek_1p.indd 18
Chlamydia abortus is één van de belangrijkste oorzaken van besmettelijke abortus bij schapen en geiten. Daarnaast is de kiem overdraagbaar van dieren op mensen en vooral voor zwangere vrouwen is deze kiem een risico. Wilt u met een gerust hart uw bedrijf openstellen voor publiek en bij verkoop van dieren aantonen dat u actief met onderzoek op Chlamydia abortus bezig bent? Dat kan met de Chlamydia Check.
27-01-20 16:59
product
READER DIGITAAL INSCHRIJVEN
“Wij tappen liever niet meer zonder” De administratie rondom het tappen van bloed voor bepaalde onderzoeken neemt soms best wat tijd in beslag. Zonde, want die tijd kunt u goed gebruiken voor andere dingen. Met de Reader Digitaal Inschrijven kan het inschrijven nu een stuk sneller. Wilco Venis, dierenarts bij de Lekstreek, deelt graag zijn ervaring. De dierenarts kan de reader gebruiken om in de stal monsters eenvoudig digitaal in te schrijven. Hij of zij opent VeeOnline op de reader, scant de dieren via de chip in het oormerk en de monsters via de barcode. Iets wat volgens Wilco snel werkt en zorgt voor overzicht. “Het scheelt een heleboel werk. Normaal schreven we alles op en zetten we achteraf alles in de praktijk in het systeem. Nu scan je het buisje en de geiten en ben je klaar.” Naar eigen zeggen is hij nu op het bedrijf ruim een half uur eerder klaar en scheelt het op de praktijk zo’n anderhalf uur aan tijd. “Dat is ontzettend fijn, want in die tijd kunnen we nu nuttigere dingen doen.” Tips uit de praktijk Voor het eerste ‘grote’ gebruik is het goed om de reader eerst uit te proberen bij een kleine groep dieren. “Wij gebruiken de reader nu vooral op grote bedrijven bij de steekproef CAE/CL en dat werkt heel goed, maar de eerste keer is het natuurlijk wel even kijken. Het is daarom handig om even uit te proberen hoe het werkt en of alles goed gaat. De steekproef CAE/CL gaat bijvoorbeeld niet gelijk op. Je tapt ongeveer 130 geiten voor CAE-
antistoffen en maar zestig voor CL. Als je bij de zestig bent is het handig om het onderzoek te wijzigen, dus dan schrap je CL en ga je verder met enkel CAE. Dat is een kwestie van goed opletten.” De Lekstreek gebruikt de reader nu ongeveer een jaar en heeft dus nog wel een aantal gebruikstips. Zo is het volgens Wilco handig dat je iemand hebt die met een smartphone overweg kan en de reader kan bedienen, omdat je als dierenarts bezig bent met tappen. Ook is het slim om een nieuwe inschrijving te starten en niet vanuit de aansturing te werken. “Als je dat wel doet, laadt ‘ie de hele stallijst en werkt het trager.” Niet alleen de dierenartsen van de Lekstreek zijn te spreken over het apparaat, ook de bedrijven waar ze komen willen niet meer zonder. “Er zijn bedrijven die gekscherend zeggen dat we daar niet meer mogen tappen zonder dat apparaatje. Je merkt gewoon dat het heel lekker loopt.” Ook eens proberen? U kunt de reader (inclusief SIM kaart) huren voor een startbedrag van 25 euro met daarnaast een vergoeding van 17,50 euro per week (excl. btw) of kopen voor 1.795 euro (excl. btw). Als de reader bevalt en u later besluit het apparaat te kopen brengt GD de al betaalde huur op het aanschafbedrag in mindering. MEER INFORMATIE WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/READERDI
Schaap en Geit, februari 2020 - 19
019_SG22_DAP_Lekstreek_1p.indd 19
27-01-20 16:59
BACTERIOLOGISCH ONDERZOEK OP BASIS VAN CELGETAL
MEET HET IN MELK! Het onderzoeken van individuele melkmonsters roept nogal eens vragen op. Want welke dieren ga je onderzoeken? Bij dieren met een uierontsteking spreekt het voor zich, maar het kan ook nuttig zijn om te kijken naar dieren waarvan het aantal cellen in de melk is toegenomen. We gaan hier in dit artikel verder op in. Tegenwoordig is bekend dat melk niet steriel is. Melk kent zijn eigen bacteriecultuur, ook wel microbioom genoemd. Dit is als het ware de verzameling van bacteriën, virussen en gisten in het lichaam. Als deze verzameling van het lacterende dier in gezond evenwicht is, dan is de melk dat ook. Bij een (ongezonde) verschuiving van het microbioom kan er zichtbare (klinische) of onzichtbare (subklinische) uierontsteking optreden. In deze gevallen is het eigenlijk altijd goed om (tank)melkmonsters te laten onderzoeken. Kiemgetalproblemen - wat haal je eruit? Uit het onderzoek komt soms een probleem met het kiemgetal in de melk naar boven. Het kiemgetal is het aantal bacterieko-
lonies (ontstaan uit een enkele bacterie) dat per milliliter melk wordt gekweekt. In het geval van een kiemgetalprobleem zitten er te veel bacteriën in de (tank)melk. Verschillende oorzaken kunnen een rol spelen. Kortgezegd zijn dat: hygiëne, melktechniek en diergezondheid. Om te meten of er daadwerkelijk een probleem is met het kiemgetal, wordt er dus melk op kweek gezet. Dit is een onderdeel van het bacteriologisch onderzoek. De hoeveelheid en het type van de bacteriën die hieruit komen geven een indicatie in welke hoek het probleem, en dus ook de oplossing, gezocht kan worden. Het kiemgetal schommelt jaarlijks; vanuit het lammerseizoen (meestal in het voorjaar) loopt het op en in de zomer neemt het langzaam weer af. Kijken naar cellen in melk Maar wat doe je als er geen dieren zijn met uierontsteking? Een optie die het overwegen waard is, is om te kijken naar de dieren waarvan het aantal cellen in de melk is toegenomen. De zogenaamde somatic cell count (SCC), ook wel celgetal, is een maat voor het totaal aantal cellen per milliliter melk. Deze cellen bestaan voor het grootste gedeelte uit afweercellen (witte
20 - Schaap en Geit, februari 2020
020_SG22_wetenschap_2p.indd 20
27-01-20 16:59
Karianne Lievaart-Peterson, dierenarts kleine herkauwers
uit het lab
ren weer cyclisch worden als de dagen korter worden. Ook bij een infectie met het CAE- of zwoegerziektevirus stijgt het celgetal in de melk als gevolg van ontstekingsprocessen in de uier. Het is echter niet zo dat het celgetal gebruikt kan worden om dieren met een CAE- of zwoegerziekte infectie op te sporen. Beschikbare testen Melk kun je dus op verschillende manieren testen. Bij GD doen we dit grofweg met de volgende testen: • BO Tankmelk Uiergezondheid Hierbij wordt een standaardprotocol uitgevoerd op de zeven belangrijkste (groepen van) mastitisverwekkers, inclusief een duiding van de hoeveelheid. Denk hierbij aan omgevingskiemen E.coli, S. Aureus, S. Uberus, S. Agalactiae, S. Dysgalactiae en Klepsiella.
bloedcellen/leukocyten) en een klein beetje afgestorven oppervlaktecellen van het uierweefsel (epitheelcellen). Zodra bacteriën de uier binnendringen, zetten de afweercellen in de uier de tegenaanval in. De samenstelling van afweercellen in de melk verschilt per diersoort. Bij geiten bepalen specifieke kortlevende witte bloedcellen (neutrofielen) voor 50 tot 70 procent het celgetal, bij schapen voor circa 30 procent en bij koeien is dit 5 tot 20 procent. Geitenmelk, en in mindere mate schapenmelk, heeft van nature een hoger celgetal dan rundermelk. Het celgetal bij (melk)geiten kan variëren op basis van ras, lactatiestadium, immuun competentie, melkgift, pariteit, seizoen, leeftijd en management. Variatie in seizoen Net als bij het kiemgetal vertoont het tankcelgetal ook een seizoensgebonden variatie. Daar waar het bij het kiemgetal vanuit het voorjaar oploopt en in de zomer afneemt, gaat dit bij het tankcelgetal andersom. In april is het celgetal het laagst en in septemer/oktober het hoogst. Het celgetal begint ongeveer vier maanden na het aflammeren te stijgen en stijgt door als de die-
• BO Individueel Melk inclusief celgetal In deze test wordt gekeken naar wat er groeit. Indien van toepassing wordt de identificatie gedaan met behulp van de MALDI-TOFF en een kwantificatie (mate van hoeveelheid). De MALDI-TOFF is een apparaat waarin een bacteriekolonie geïdentificeerd kan worden door de eiwitsamenstelling te vergelijken met een uitgebreide bibliotheek van bacteriën. • Individuele melk eerst op celgetal onderzoeken Dit is een methode die sinds kort mogelijk is. Als er meer dan 500.000 cellen/ml worden gevonden, wordt er een kweek uitgevoerd die wordt geïdentificeerd door de MALDI-TOFF. Afhankelijk van de uitslag die volgt na de test kan bepaald worden welke vervolgstappen er nodig zijn. Zo komt er bijvoorbeeld uit dat de hygiëne (bijvoorbeeld E.coli), melktechniek of diergezondheid (bijvoorbeeld bij S. Aureus en S. Agalactiae) geoptimaliseerd kunnen worden. Door zo’n ‘kijkje in de melk’ weet u precies wat er speelt. MEER HIEROVER VINDT U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/KIEMGETAL
Schaap en Geit, februari 2020 - 21
020_SG22_wetenschap_2p.indd 21
27-01-20 17:00
ADVERTORIAL
LUCHTZUIVERENDE LED-VERLICHTING Schone lucht Minder antibioticum Vermindering van pathogenen Minder uitval Gezonde dieren
Een heldere geitenstal dankzij ioniserende ledverlichting Rust bij de dieren door full spectrum zonlicht met ionisatie. Dit is een van de genoemde ervaringen wat de ledverlichting van Freshlight in combinatie met ionisatie doet bij geiten en lammeren. Full spectrum zonlicht De ledverlichting van Freshlight biedt het kleurenspectrum van het zonlicht aan, inclusief UV-A, UV-B en infrarood. Dit spectrum zorgt voor vorming van vitamine D. Vitamine D zorgt ervoor dat dieren sterkere botten hebben, zich vitaler voelen en minder vatbaar voor ziekten zijn. De ledverlichting is zeer energiezuinig en geeft de hoogste lichtopbrengst per opgenomen Watt in de verlichtingsbranche. Daarmee komt de verlichting in de juiste omstandigheden in aanmerking voor fiscale regelingen zoals de EIA en de MIA/Vamil. Ionisatie Aan de verlichting zitten koolstofborsteltjes. Deze koolstofborsteltjes stoten 24/7 negatief geladen ionen uit. De ionen verspreiden zich als een wolk door de stal en hechten zich aan stofdeeltjes. Door de ionisatie wordt fijnstof en de pathogene druk gereduceerd wat zorgt voor een gezonder stalklimaat en een betere werkomgeving voor de boer. Het resultaat is een reductie van minimaal 37%. De ionisatie en het licht kan apart van elkaar aan- en uit-
FreshLightGroup_SG_adv.indd 023_SG22_deboerop.indd 22 1
geschakeld worden. Wanneer in de avond de verlichting uitgaat, blijft de ionisatie zijn werk doen. Ervaringen Door de jaren heen heeft Freshlight al diverse stallen mogen inrichten met de verlichting. Door navraag te doen bij een aantal geitenhouders leert men dat de ervaringen positief zijn. Door de luchtzuiverende ledverlichting van Freshlight is het werken een stuk prettiger geworden. De controle op de dieren gaat ook veel beter met dit licht. Verder groeien de lammeren goed op. Door de ionisatie is de stank veel minder geworden in de stal. Tevens is de uitval van zwakkere dieren aanzienlijk minder geworden. ‘Alleen al voor de boer zelf en de medewerkers heeft ionisatie al een meerwaarde’ aldus een geitenhouder. Freshlight zal medio februari worden toegevoegd aan de RAV lijst. De Wageningen University & Research heeft een fijnstofreductie gemeten van 37% Meer informatie over de producten van Freshlight? Tel: 055 – 30 20 021 E-mail: info@freshlightgroup.com Website: www.freshlight.eu
23-01-20 17:00 12:20 27-01-20
20 12:20
de boer op
610 666 345
915 678 345
678 145 032
3
144
Een zwoegerziekte-infectie is waar te nemen in de melk van uw dieren. Is uw bedrijf nog niet zwoegerziekte-vrijgecertificeerd, maar bent u wel benieuwd hoe het ervoor staat? Stuur dan een melkmonster in van de betreffende dieren.
121
Zwoegerziekte is een steeds verder verergerende onbehandelbare ziekte bij schapen die leidt tot ademhalingsproblemen, gewrichtsontsteking, verbindweefseling van uierweefsel, neurologi-
012
2
sche klachten en sterfte. Daarnaast heeft het ook invloed op de lammergroei en lammersterfte; die zullen op een besmet bedrijf minder gunstig zijn. Genoeg redenen om uit te zoeken hoe het zit op uw bedrijf.
012
1
910
481 910 678 345 022
012
343
333
910
121
…HOE KLEINER DE POOL DES TE GROTER DE BETROUWBAARHEID
Inzicht krijgen in de zwoegerziektestatus op uw bedrijf hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar is wel heel waardevol. Met een paar simpele stappen kunt u een grote stap maken in het voorkomen van de ziekte.
161
1:5
LAAGDREMPELIG INZICHT IN ZWOEGERZIEKTE
4
5
5 Vragen over de uitslag of advies op maat? Bel 0900-1770, optie 3 schaap/geit.
4 3 2 1
G
SLA
UIT
Hoe neem ik een melkmonster voor gepoold melkonderzoek? U neemt individuele monsters van vijf dieren (minimaal twee weken na aflammen). Deze ‘poolt’ u tot een gezamenlijk monster. Dit monster stuurt u naar GD. De uitslag die volgt uit het onderzoek vertelt u of er zwoegerziekte in één van de dieren van het gepoolde monster aanwezig is. Noteer de dieridentificatienummers en bewaar de individuele monsters in de vriezer. Zo kunt u terugvinden welk dier ziek is als er zwoegerziekte wordt aangetoond en krijgt u beter inzicht in uw koppel.
vraag & antwoord
VRAAG: HOE VOORKOM IK DAT IK CHLAMYDIA ABORTUS GEÏNFECTEERDE SCHAPEN KOOP? ANTWOORD DOOR: RENÉ VAN DEN BROM
Chlamydia abortus is een bacterie die zorgt voor abortus, vroeggeboorte, doodgeboorte en geboorte van slappe lammeren. De bacterie wordt meestal door aankoop van besmette fokooien in een koppel geïntroduceerd. C. abortus is een zoönoseverwekker, een van dier op mens overdraagbare bacterie. Met de Chlamydia Check kunnen bedrijven met een publieksfunctie, maar ook bedrijven die fokooien willen verkopen, inzichtelijk maken of C. abortus op hun bedrijf voorkomt. Met de check neemt u binnen twee weken na het aflammeren zelf monsters van uw schapen of gei-
ten. Deze monsters stuurt u in naar GD. In ons lab worden de monsters gepoold onderzocht op aanwezigheid van C. abortus. Als de kiem wordt aangetoond, kan er een plan van aanpak worden opgesteld. Wordt de kiem niet aangetoond, dan ontvangt u een bordje met een goedkeuringszegel metjaartal. Op deze manier weet u dat het bedrijf vrij is van C. abortus.
MEER HIEROVER WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/CHLAMYDIA
Schaap en Geit, februari 2020 - 23
023_SG22_deboerop.indd 23
27-01-20 17:00
diergezondheid volgens Namle van der Weij Als er iemand van de hoed en de rand weet in de wereld van de schapenfokkerij is het Namle van der Weij wel. Al sinds 1953 zit hij in de schapen en met zijn 75 jaar heeft hij de wereld om zich heen zien veranderen. “Er komt tegenwoordig best veel kijken bij het houden van schapen.” Hoewel hij gestart is met een koppel Lincoln-schapen verloor hij zijn hart al snel aan de Texelaars. “Dat zijn toch wel de mooiste schapen die er rondlopen”, vertelt hij lachend. “En in het fokken met deze dieren beleef ik plezier. Ik ben nog altijd bezig met kijken naar dingen die ik kan verbeteren om een mooier schaap te krijgen.” Maar het verbeteren van uiterlijke kenmerken is niet het enige waarom het fokken hem erg aanspreekt. “Het is natuurlijk ook heel mooi als anderen belangstelling hebben voor je dieren en iets van je willen kopen, in binnen- en buitenland. Zo verkocht ik regelmatig schapen die in Engeland terechtkwamen.” De sector verandert Momenteel heeft hij zijn handen nog vol aan zijn bedrijf met zeventig schapen. Zijn passie voor de dieren is nooit veranderd, maar de manier waarop hij schapen houdt wel. “De wereld verandert. Schapen zijn niet meer een diersoort die je, zoals vroeger, bij je melkveebedrijf houdt. Er komt best veel regelgeving bij kijken.” Hij raadt het zijn zoons, die allebei een melkveehouderij hebben, dan ook niet aan om het er nog naast te doen. “Zij helpen met liefde op mijn fokkerij als het een keer nodig is, maar de meeste verlossingen doe ik zelf nog.” Voor een goed doel Naar eigen zeggen is die regelgeving niet per se negatief, maar het zorgt wel voor extra werk. “Het is uiteindelijk voor een goed doel, want ik vind diergezondheid belangrijk.” Een goed voorbeeld vindt hij zelf de bestrijding van zwoeger. “Met zwoeger zijn echt enorme stappen gemaakt; zowel hier op het bedrijf, als in Nederland. Dankzij GD hebben wij dit nu goed op de rit. Ze zaten er echt bovenop om ons als bedrijf vrij te krijgen.” Nu is het volgens hem zaak om de regels te volgen. “Zwoeger loert altijd. Ik neem daarom geen vreemde dieren op zonder dat ik weet dat ze vrij zijn. Ook ben ik extra zorgvuldig met weiden. Om me heen zie ik veel teleurstellingen rondom zwoeger en dat vind ik jammer.” Over de 21 dagen-regeling is Namle minder te spreken. “Dat is echt een doorn in het oog en achterhaald. Toentertijd terecht opgesteld rondom de MKZcrisis, maar die kan er wat mij betreft nu wel af.” Het contact tussen dieren onderling is sowieso iets waar Namle voorzichtig mee is. Zeker bij keuringen die hij bijwoont. “Vroeger werd er voorafgaand aan een keuring een catalogus opgestuurd naar GD, zij keken of alle dieren die ingeschreven stonden zwoegervrij waren. Was je dat niet, dan kon je niet meedoen aan die keuring. Dat zorgde voor een extra bewustwording die wel passend is bij deze infectie.”
Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl
024_SG22_diergezondhheid.indd 24
27-01-20 17:03