Schaap en Geit 26 - augustus 2021

Page 1

VOOROP IN DIERGEZONDHEID

schaap en geit Augustus 2021 - nummer 26

REPORTAGE

Tijmen Verkuil ging terug naar de basis en vernieuwde zijn stal

CASUS JAAGSIEKTE Belang van alertheid

QUIZ Wat weet u over maagdarmworminfecties?


Geïnactiveerd vaccin tegen abortus door Chlamydia abortus en Salmonella Abortusovis bij schapen

, injecteerbare suspensie, geïnactiveerd vaccin voor de bestrijding van abortussen door Chlamydia abortus en Salmonella Abortusovis bij schapen. SAMENSTELLING: elke dosis (2 ml) bevat: Werkzame stoffe n: Chlamydia abortus, stam A22 (RP ≥1) en Salmonella Abortusovis stam Sao (RP ≥1). Adjuvans: Aluminiumhydroxide en DEAE-dextraan. INDICATIES: Schaap (ooien). Voor actieve immunisatie van de dieren om klinische tekenen (abortus, foetale sterfte, vroegtijdige sterfte en hyperthermie) veroorzaakt door Chlamydia abortus en abortussen veroorzaakt door Salmonella Abortusovis te verminderen en om de uitscheiding van beide ziekteverwekkers door besmette dieren te verminderen. TOEDIENING: Subcutaan. Goed schudden vóór gebruik en af en toe tijdens de toediening. Het vaccin vóór toediening op kamertemperatuur laten komen (15 - 25 ºC). Toedienen onder aseptische omstandigheden. Alleen steriele spuiten en naalden gebruiken. Minimumleeftijd voor inenting: 5 maanden. DOSERING: Primovaccinatie: 2 doses met een interval van 3 weken. De eerste dosis moet ten minste 5 weken voor de dekking worden toegediend. Hervaccinatie: minimaal 2 weken voor de inseminatie of dekking, maar nooit meer dan 1 jaar na de eerste basisvaccinatie een boosterdosis toedienen. De veiligheid van de vaccinatie tijdens dracht en lactatie is bewezen, evenals de werkzaamheid tijdens het middelste stadium van de dracht. Gebruik tijdens de laatste maand van de dracht wordt afgeraden. BIJWERKINGEN: Zeer vaak ontstaat een gelokaliseerde voelbare zwelling op de injectieplaats. In de meeste gevallen is de reactie mild of matig en neemt de zwelling zonder behandeling in 2 weken af. Een stijging van de lichaamstemperatuur kan zeer vaak voorkomen, maar de temperatuur zal binnen 24 uur spontaan weer dalen. CONTRA-INDICATIES: Niet gebruiken bij overgevoeligheid voor de werkzame stoffen, de adjuvantia of één van de hulpstoffen. Niet mengen met enig ander diergeneesmiddel. WACHTTIJD: 0 dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: Vaccineer alleen gezonde dieren. Op bedrijven met terugkerende voortplantingsproblemen veroorzaakt door Chlamydia abortus en/of Salmonella Abortusovis is het de verantwoordelijkheid van de dierenarts om te beslissen om al dan niet een koppel in zijn geheel te vaccineren, overeenkomstig de aanbevolen vaccinatieschema’s. In geval van accidentele zelfinjectie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond. Gekoeld bewaren en transporteren (2 ºC - 8 ºC). Niet in de vriezer bewaren. Beschermen tegen licht. VERPAKKINGSGROOTTEN: doos met 1 PET-flesje met 5 doses (10 ml), doos met 1 PET-flesje met 25 doses (50 ml), doos met 1 PET-flesje met 50 doses (100 ml), doos met 1 PET-flesje met 125 doses (250 ml). Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht. ATC-vetcode: QI04AB. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: Laboratorios Hipra, S.A. Avda. la Selva 135. 17170 Amer (Girona) Spanje. LOKALE VERTEGENWOORDIGER: HIPRA BENELUX (Belgium, Netherlands and Luxembourg), Nieuwewandeling 62, 9000 Ghent, Belgium, Tel.: +32 (0) 9 296 44 64, benelux@ hipra.com REGISTRATIENR.: REG NL123318. Uitsluitend door dierenarts toe te passen (UDD). Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Voor meer informatie kunt u de bijsluiter raadplegen of contact opnemen met de lokale vertegenwoordiger van de vergunning voor het in de handel brengen.

HIPRA BENELUX Nieuwewandeling 62, 9000 Gent, België Tel.: +32 (0) 9 296 44 64 · benelux@hipra.com · www.hipra.com

RU1909_INADNL1

VOOR UW GEMOEDSRUST BIJ ABORTUS DOOR CHLAMYDIA EN SALMONELLA


voorwoord

SAMEN KOMEN WE VERDER Al sinds 2002 houdt GD zich intensief bezig met de monitoring van diergezondheid in Nederland. De doelstellingen hiervan zijn drieledig: 1) het opsporen van uitbraken van bekende aandoeningen die normaal niet in Nederland voorkomen; 2) het opsporen van nog onbekende aandoeningen; 3) zicht houden op trends en ontwikkelingen. Om aan deze doelstellingen te voldoen werkt GD nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. In deze editie wordt het belang van de monitoring bij meerdere artikelen duidelijk. Een belangrijke is de bevinding van jaagsiekte welke valt onder de eerste doestelling. Deze aandoening, die we sinds 1978 niet meer in Nederland hebben gezien, is recent aangetoond bij een geïmporteerde ram. Een andere oude bekende die ook onder de eerste doelstelling valt is bluetongue. De stand van zaken aangaande deze aandoening

wordt beschreven en laat zien waarom we alert moeten blijven op deze ziekte. Elk jaar zorgen maandarmworminfecties voor uitval. Binnen de monitoring valt deze onder de derde doestelling. Het belang zit hem in het voorkomen van ernstige infecties, omdat er al resistentie tegen verschillende middelen is aangetoond. Vanwege deze resistentieproblematiek wordt behandelen alleen geadviseerd wanneer dat aantoonbaar nodig blijkt te zijn. In deze editie treft u, naast een aantal uitgangspunten waarmee rekening moet worden gehouden, een korte quiz om uw kennis op dit gebied te toetsen. Naast bovengenoemde uitgelichte monitoringszaken treft u in deze editie nog een aantal interessante onderwerpen aan. Ik wens u veel leesplezier. Heeft u suggesties of wensen? We horen het graag, want samen komen we verder! René van den Brom, sectormanager Kleine Herkauwers

inhoud 04 Actueel 06 Casus jaagsiekte: waarom alert zijn zo belangrijk is

Bereikbaarheid U kunt GD van maandag tot en met vrijdag van 07.30 tot 19.00 uur telefonisch bereiken via 0900-1770. Voor inhoudelijke vragen kunt u de Veekijker Schaap en Geit bellen tussen 15.00 en 17.00 uur op 0900 - 7100 000. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.

06

10 Reportage Tijmen Verkuil: “Ik ga pas

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: digitaal via www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst of telefonisch via 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

verder als de basis klopt”

15 Quiz: test uw maagdarmwormkennis!

COLOFON

Schaap en Geit is een uitgave van Royal GD | Redactie René van den Brom, Piet Vellema, Eveline Dijkstra, Karianne Peterson, Carlijn ter Bogt, Tara de Haan en Anita Werkman | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Anne Taverne Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Schaap en Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (twee nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 17,75 (excl. btw) | Advertenties Dock35 Media B.V., T. 0314-35 58 52 | Verschijningsfrequentie twee keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever | Disclaimer Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet aansprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials.

16 Audit Keurmerk Zoönosen: 15

de uitkomsten

19 Belang van testen op rotkreupel 20 Uitgelicht: Floppy kids (slappe lammeren)

ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

09 Bluetongue nog altijd dichtbij

23 De boer op 19

24 Diergezondheid volgens Karin Wassink Schaap en Geit, augustus 2021 - 3


Nieuw: Hittestress Check & Advies Extreem warm weer kunnen we niet voorkomen, maar met een goede voorbereiding kunnen we de gevolgen voor dieren wel zo beperkt mogelijk houden. Bekijk de hittestressvoorspelling voor uw regio, zodat u vroegtijdig actie kunt ondernemen om hittestress bij uw dieren te voorkomen. MEER OVER HITTESTRESS WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ HITTESTRESS

Pathologisch onderzoek Pathologisch onderzoek is voor u als houder nuttig om de ziekte- of doodsoorzaak van uw dier vast te stellen. Gegevens uit pathologisch onderzoek worden geanonimiseerd gebruikt voor de diergezondheidsmonitoring, die GD uitvoert in opdracht van overheid en veehouderijsectoren. Pathologisch onderzoek wordt daarom financieel ondersteund vanuit de diergezondheidsmonitoring. De Ophaaldienst kan dieren bij u thuis ophalen voor pathologisch onderzoek. U kunt dieren hiervoor 24 uur per dag, dus ook ‘s avonds en in de weekenden (tegen een meerprijs), aanmelden via: 0900-20 200 12 of online door het invullen van het aanmeldformulier.

Goed drinkwater is belangrijk Water is van levensbelang, ook voor uw schapen en geiten. Om de geschiktheid van water te bepalen, kunt u gebruikmaken van drinkwateronderzoek, maar uw eigen zintuigen vertellen ook een hoop. Goed drinkwater is belangrijk voor de gezondheid van uw dieren. Maar wanneer is het goed? De kwaliteitseisen en -normen van GD laten zien waar drinkwater aan moet voldoen: het water is niet schadelijk, het is smakelijk en goed bereikbaar. Om te beoordelen of het water geschikt is, doet u water uit de drinkbak in een doorzichtig potje. Laat het tien minuten staan en beoordeel de watermonsters dan op de volgende vijf kenmerken: geur, kleur, helderheid, bezinksel en ijzer. Op www.gddiergezondheid.nl/water vindt u een filmpje waarin we uitleggen hoe u zelf drinkwater kunt beoordelen. Bij afwijkingen of twijfel aan geschiktheid kunt u vervolgens besluiten om een watermonster aan te bieden aan GD voor nader onderzoek. MEER WETEN OVER WATER? WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/WATER

MEER INFORMATIE WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PATHOLOGIE

Testen op scrapie-gevoeligheid bij geiten Scrapie is een aandoening die zowel bij geiten als schapen neurologische klachten geeft. In Nederland zijn er geen scrapiegevallen bij geiten meer bevestigd sinds 2001. Toch is de mogelijkheid om te testen op scrapie-resistentie van belang in het kader van export. Het exporteren van fokdieren mag tot nu toe immers alleen wanneer deze afkomstig zijn van een scrapie-onverdacht bedrijf. Genotypering is snel en eenvoudig uit te voeren bij het levende dier. Dit maakt enerzijds gerichte fokkerij mogelijk op scrapie-ongevoeligheid en anderzijds leent het zich voor onderzoek op individueel geselecteerde dieren ten behoeve van export en intraverkeer (binnen Europa). KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP: WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/GENOTYPERING

4 - Schaap en Geit, augustus 2021


actueel

Maagdarmworminfecties: vinger aan de pols Vanwege resistentieontwikkeling is het advies om in het geval van maagdarmworminfectie zo min mogelijk te behandelen en alleen te behandelen op basis van een diagnose (mestonderzoek). Elke behandeling betekent namelijk een selectie op resistente wormen; resistentie is onomkeerbaar en daarom is het vertragen van de ontwikkelingen hierin van groot belang. Ook weidemanagement speelt hier een rol in. Om een vinger aan de pols te houden is het slim om met enige regelmaat wormonderzoek te laten verrichten. Het is goed om een bedrijfsspecifiek plan (inclusief beweiding) op te stellen. Houd daarbij rekening met de volgende punten: •

• • • • •

• •

Behandel niet standaard. Oude schapen standaard ontwormen voor het dekken is niet nodig; ook ontwormen van lammeren voordat ze na de geboorte naar buiten gaan is niet zinvol. Voer een therapiecontrole uit na een behandeling door middel van mestonderzoek (na tien tot veertien dagen). Zo controleert u de effectiviteit van de behandeling. Schapen en lammeren moeten gedoseerd weerstand opbouwen tegen maagdarmwormen. Omweiden is (met name) voor lammeren van belang. Voor 15 juni gaan ze elke drie weken naar schoon land, na 15 juni elke twee weken. Schoon land is een perceel waar drie maanden geen schapen hebben gelopen of een perceel dat gemaaid is. Ontworm schapen na aflammeren om de infectiedruk voor lammeren te beperken (schapen die zonder lammeren naar buiten gaan hoeven niet ontwormd te wor den). NB: als u schapen en lammeren tot het spenen goed kunt omweiden hoeft u deze schapen na aflammeren níet te ontwormen. Belangrijk om te weten: jaarlingen die in het voorgaande jaar een (ernstige) infectie hebben opgedaan kunnen na het aflammeren klinische klachten ontwikkelen. Op stal kunnen lammeren en schapen geen maagdarmworminfectie oplopen, tenzij u ze vers gras geeft van een perceel waar tot maximaal drie maanden daarvoor schapen hebben geweid. Twijfelt u (bijvoorbeeld bij klinische klachten) en is het vier weken nadat lammeren op een besmet perceel zijn gekomen? Doe dan mestonderzoek.

CAE/zwoegerziekte, CL, paratbc en chlamydia in één onderzoek Heeft u een een bedrijf met publieksfunctie en wilt u op een eenvoudige manier weten hoe de gezondheidsstatus is van uw dieren? Of heeft u een bedrijf dat fokmateriaal verkoopt of wilt u weten hoe de gezondheisstatus van uw dieren is als het gaat om paratbc of chlamydia? Dan is onze nieuwe test interessant. Met één bloedmonster krijgt u, naast de twee reguliere onderzoeken (CAE/ zwoegerziekte en CL), ook een indruk van de ziektekiemen paratbc en chlamydia. Deze nieuwe test biedt u als houder een totaalpakket tegen een relatief gunstig tarief. Testen in melk Bovenstaande testen zijn ook geschikt voor bepaling in melk. Dit is laagdrempelig, zonder dat u bloed hoeft laten te tappen. Het is goed geschikt voor een eerste indicatie of als een extra check. Let op: melk wordt niet geaccepteerd binnen het certificeringsprogramma. Heeft u hier interesse in? Informeer dan bij uw eigen dierenarts of GD naar de mogelijkheden. Advies Vindt u het lastig in te schatten wat het beste bij uw bedrijf past of wilt u meer informatie? Neem dan gerust contact op met GD via 0900-1770 (optie 3). We zijn bereikbaar van 07.30 tot 19.00 uur. Daarnaast kunt u natuurlijk ook altijd informatie inwinnen bij uw eigen dierenarts.

Schaap en Geit, augustus 2021 - 5


JAAGSIEKTE

Waarom alert zijn zo belangrijk is De meerwaarde van pathologisch onderzoek kan zijn dat iets dat ‘van buiten’ niet te verklaren is ‘van binnen’ iets kan zijn dat we niet (her)kennen in Nederland. Schapenhouder Dirk Jan Beumer nam contact op met de Veekijker over zijn benauwde ram. De beschrijving en het land van herkomst deden alarmbellen rinkelen. Als hij geen pathlogisch onderzoek had aangevraagd zou jaagsiekte vermoedelijk niet zo snel zijn opgemerkt, met alle gevolgen van dien.

Houder Dirk Jan Beumer aan het woord Als fokker van Scottisch Blackface-schapen waren we het afgelopen jaar naarstig op zoek naar nieuw bloed voor onze kudde van acht ooien. We fokken al decennialang blackface’s en om inteelt te voorkomen kochten we een mooie overjarige zwoegervrije ARR/ARR-ram van een gerenommeerde fokker in Schotland. Om het zekere voor het onzekere te nemen hebben we direct na aankomst van de ram nog een bloedtest op zwoegerziekte uit laten voeren. Na een periode in quarantaine heeft de ram vervolgens in korte tijd alle ooien gedekt. Op enig moment kreeg de ram een vreemd kuchje, dat we niet kennen van onze Blackface’s. Omdat dit erger werd is in overleg met de dierenarts besloten om een antibioticakuur te geven tegen longontsteking. De ram knapte daar in eerste instantie goed van op, maar na twee weken begon het opnieuw. Zelf had ik toen nog de hoop dat het een vorm van resistentie tegen de eerste antibioticakuur zou betreffen. Ook van de tweede kuur knapte de ram in eerste instantie op, maar na enkele dagen werd het dier kortademig

6 - Schaap en Geit, augustus 2021

en begon wederom te hoesten. Daarop is nog een derde kuur toegediend zonder het gewenste resultaat. Omdat het dier zienderogen achteruitging hebben we hem maar uit z’n lijden laten verlossen en het kadaver ingezonden naar GD voor onderzoek. Op dat moment had ik wel een vermoeden dat er iets ernstigs aan de hand was en om zekerheid te verkrijgen voor de rest van de kudde en de eventuele verkoop van gezonde nakomelingen leek sectie voor ons de beste optie. Ook om absolute zekerheid te krijgen dat de liefhebbers die onze lammeren kopen ook gezonde lammeren krijgen. Nadat definitief jaagsiekte bij de ram was vastgesteld hebben we, toen we van de schrik waren bekomen, direct besloten om de ooien die in contact zijn geweest met de besmette ram af te voeren. De lammeren hebben we direct na de geboorte bij de ooien weggehaald om ze moederloos, met de fles, op te fokken. Dit is ons met tien van de twaalf lammetjes daadwerkelijk gelukt.


casus Dierenarts Stephan van der Raaf aan het woord Bij mijn eerste bezoek viel de aangekochte Scottish Blackface-ram direct op door zijn mooie bouw. Pas na wat langere observatie bleek deze iets kortademig. Mijn collega’s hadden hem al op zwoegerziekte onderzocht en behandeld voor longontsteking. Vooral het beeld van zwoegerziekte paste erg goed bij de geziene symptomen; een wat futloos dier met versnelde ademhaling. Op lichamelijk onderzoek werd gevonden; verscherpte ademgeluiden op links en een licht verhoogde lichaamstemperatuur. Echter, zwoegerziekte was uitgesloten. Verbaasd over het weinige effect van de eerste antibioticumtherapie, was de waarschijnlijke diagnose toch een bacteriële longontsteking. Er werd gedacht aan een resistente Mannheimia-kiem. Een nieuwe antibioticumkuur met hiernaast dexamethason, leek beter effect te hebben en werd daarom verlengd. Toch vertrouwde de veehouder het niet en riep mij opnieuw bij de ram. Het dier was inderdaad niet hersteld. Iets in conditie ingeleverd, maar verder aardig stabiel. Dit paste niet bij een bacteriële infectie, waarbij normaal herstel of sterke achteruit gang gezien wordt. Na een laatste antibioticumtherapie bleef de ram kortademig en zonder verdere symptomen. Verdere behandeling werd niet zinvol geacht, daarom werd besloten om het verdere verloop af te wachten. Als de ram achteruit zou gaan, was het advies het dier na euthanasie voor sectie aan te bieden. Twee weken later was het beeld zo: de ram was mager, apathisch en met een zeer rijk vloeiende neus. Met dit nieuwe symptoom ging er een belletje rinkelen en kwam een beeld naar voren dat besproken was bij intercollegiaal overleg; collega Herman de Graaf had namelijk net een publicatie gelezen over jaagsiekte.

GD-patholoog Karin Junker aan het woord Op het oog (macroscopisch) leken de longen van de betreffende ram passend bij het beeld van zwoegerziekte. Bij het microscopisch onderzoek bleek echter geen ontsteking aanwezig te zijn, maar een infiltratief groeiende tumor uitgaande van de epitheelcellen van de long, oftewel een adenocarcinoom, suggestief voor jaagsiekte. Ter verificatie is materiaal naar het Moredun Research Institute (Schotland) gestuurd. Daar heeft een expert op het gebied van deze aandoening door middel van een specifieke immunohistochemische kleuring van het longweefsel de infectie met het virus bevestigd.

GD-dierenarts Karianne Peterson aan het woord Jaagsiekte wordt veroorzaakt door het Jaagsiekte Sheep Retrovirus (JSRV), een aandoening die om het ingewikkeld te maken onder een reeks van namen bekendstaat. Jaagsiekte heeft een incubatietijd van maanden tot jaren. Geïnfecteerde dieren scheiden al virus uit via de luchtwegen voordat ze duidelijk klinische verschijnselen vertonen. Het is uiteindelijk fataal door de ademhalingsmoeilijkheden vanwege de groeiende tumoren, die vaak veel vocht produceren, al dan niet verergerd door bijkomende bacteriële infecties. Het dier aan de achterpoten omhoog houden (kruiwagentest) levert in vergevorderde stadia vaak veel waterige neusuitvloeiing op. Er is geen medicatie of vaccinatie tegen JSRV. Daarom adviseert GD ruiming van geïnfecteerde dieren en contactdieren. Jaagsiekte is niet meldingplichtig en ruiming is hiermee niet verplicht. Het is echter belangrijk om de Nederlandse schapenpopulatie vrij te houden van deze besmettelijke aandoening.

Schaap en Geit, augustus 2021 - 7



monitoring

Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers

Bluetongue nog altijd dichtbij België en Duitsland zijn al enkele jaren toezichtsgebied voor bluetongue. Dat een virus zich niet door landsgrenzen laat beperken is inmiddels meer dan bekend. Tot op heden is Nederland nog vrij van bluetongue, maar recente meldingen in deze gebieden maken dat het risico op introductie van het virus in Nederland blijft bestaan. Bluetongue is een virusziekte van herkauwers die wordt overgebracht door verschillende knuttensoorten (Culicoides). Het virus vermeerdert zich in bloedvormende organen en in de cellen die de binnenbekleding vormen van bloedvaten. Beschadiging van bloedvaten leidt tot bloedstolling of het uittreden van bloedvloeistof en zwelling. Als de zwelling ernstig is en de bloedtoevoer wordt belemmerd, ontstaat zuurstoftekort en als gevolg daarvan soms een blauwe tong. Rundvee vormt het natuurlijke reservoir van het virus. Het is een virus waarvan inmiddels al 29 varianten bekend zijn, zogenaamde serotypen. Oorspronkelijk is het een virus dat in Afrika voorkomt, maar inmiddels komen de verschillende serotypen wijdverspreid voor over de hele wereld. In Europa zijn er tot op heden acht verschillende typen gedetecteerd. In augustus 2006 kreeg Nederland voor het eerst te maken met een uitbraak van bluetongue en het oorzakelijk virus was BTV-8, een virustype dat daarvoor niet eerder in Europa was voorgekomen. In 2007 kwam het terug, niet alleen eerder in het

Stand van zaken van bluetongue in Europa op 29 april 2021, de meest

jaar, maar ook veel uitgebreider en veel heftiger: meer besmette bedrijven, meer zieke dieren per bedrijf en meer sterfte. Na 2008 zijn geen uitbraken meer vastgesteld in Nederland. Sinds februari 2012 is Nederland weer officieel vrij van bluetongue. Sinds augustus 2015 komt BTV-8 opnieuw voor in Frankrijk. Hoewel het oorzakelijk virus veel lijkt op BTV-8 dat in de periode 2006-2008 in grote delen van Noordwest-Europa voor ernstige klinische verschijnselen en uitval zorgde, worden in Frankrijk bijna geen klinische klachten gemeld door de ziekte. De meeste gevallen komen aan het licht bij passieve surveillance. Het zuiden van Nederland grenst aan de toezichtsgebieden van Zuidwest-Duitsland en België, nadat daar in respectievelijk 2018 en 2019 een infectie met BTV-8 is vastgesteld. Naast de knutten kan het virus zich ook verspreiden via transport van geinfecteerde dieren. Het is belangrijk om hier alert op te zijn en minimaal de geldende regels te volgen. Met ingang van de Animal Health Regulations vanaf 21 april 2021 is bluetongue gecategoriseerd als C-aandoening. Dit betekent dat iedere lidstaat zelf kan besluiten of ze het virus bestrijdingsplichtig maken. Voorheen was bluetongue aangifteplichtig op basis van artikel 15 van de GWWD. Houders en dierenartsen werden geacht op basis van dit artikel verschijnselen van bluetongue te melden bij de NVWA. Deze meldplicht is niet veranderd in de huidige regelgeving.

Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

recente update.

Schaap en Geit, augustus 2021 - 9


“Door veranderingen in de stal hebben we nu een probleemloze opfok”

10 - Schaap en Geit, augustus 2021


Anne Taverne, redacteur

reportage

TIJMEN VERKUIL PAKTE OPFOKPROBLEMEN AAN

“Een goede basis is alles” Melkgeitenhouder Tijmen Verkuil heeft in zijn werk één belangrijk motto: de basis moet goed zijn. Daarom zocht hij na opfokproblemen tot op de bodem uit hoe zijn nieuwe lammerstal eruit moest komen te zien. Het resultaat was een stal vol snufjes, maar belangrijker: minder uitval onder de lammeren. “Als ik iets doe, wil ik het goed doen. En dan pas kijk ik verder.” Een ondernemer in hart en nieren. Zo omschrijft Tijmen zichzelf. Na jaren een bedrijf in de groenvoorziening te hebben gehad vond hij het in 2015 tijd voor een nieuwe stap. “Geiten waren niet het eerste waar ik aan dacht, omdat ik eigenlijk verder wilde in de vleeskoeien. Dit was niet mogelijk, dus sprak ik iemand die zei dat ik het misschien toch een kans moest geven. Samen met mijn vrouw ben ik gaan kijken bij verschillende geitenbedrijven en ging ik toch overstag: Geitenfarm Hoeve Zomerlust was geboren.” Stapje voor stapje Volgens de vergunning mocht hij 1850 geiten houden, maar dat was hem iets te gortig. “In eerste instantie heb ik 125 geiten gekocht om te kijken hoe dat zou gaan. Dat beviel en toen heb ik er nog wat bijgekocht. Uiteindelijk melken we nu zo’n kleine duizend geiten.” En dat is voorlopig ook wel even genoeg, geeft hij aan. “Je koopt de leuke dingen, maar ook de minder leuke dingen. Dit koppel doet het nu goed, dus dat houd ik graag even zo. Alles wat er nu nog bijkomt is uit eigen opfok. Volgend jaar wil ik starten met KI-dekken en volledige gesloten bedrijfsvoering hanteren.” Op zoek naar oplossingen Hoewel het nu goed gaat met de dieren was dit niet altijd zo. In de opfok waren er veel longproblemen. “We hebben onderzocht en van alles geprobeerd, maar we kwamen niet echt tot de kern van het probleem. Enten, sectie, niemand kon precies de vinger op de zere plek leggen.” Toen is Tijmen gaan kijken naar de basis, want klopte daar alles wel? “We namen de stalinrichting onder de loep: klimaat, ventilatie, hygiëne.” En zo transformeerde de stal van een grote open ruimte waarbij contact was met de volwassen geiten en waar veel doorstroom was naar een gesloten afdeling.

Schaap en Geit, augustus 2021 - 11


Betrouwbare en praktische vakkennis over schapen

Lees en leer van reportages over gezondheid, houderij en fokkerij bij andere schapenhouders Krijg tot 100% korting op relevante boeken, E-books en digitale dossiers Blijf op de hoogte van schapennieuws via de gratis nieuwsbrief en actualiteiten op hetschaap.nl Doorzoek een archief van maar liefst 55 edities van vakblad Het Schaap Kom in contact met ± 3.000 andere schapenhouders en -liefhebbers via onze Facebookpagina Profiteer van 20% introductiekorting óf van jaarlijkse korting via uw stamboek

Ga naar www.hetschaap.nl/shop en kies de vakkennis waar ú behoefte aan heeft.

VOOROP IN DIERGEZONDHEID

Wist u dat ... ... er maandelijks een nieuwsbrief Schaap Geit verschijnt met daarin interessante tips en weetjes voor u als schapen- of geitenhouder? Sinds kort hebben we ook een speciale nieuwsbrief voor melkgeitenhouders. Ontvang u onze nieuwsbrieven nog niet, maar wilt u dat wel graag? Meld u dan vrijblijvend aan.

Aanmelden kan via www.gddiergezondheid.nl/email

GD LOOPT VOOROP IN DIERGEZONDHEID MET INNOVATIEVE PRODUCTEN EN DIENSTEN

ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? Neem contact op met: Marcel Koot T +31 (0)314 - 355 852 E marcel.koot@dock35media.nl I www.dock35media.nl


reportage

Anne Taverne, redacteur

“Ik focus me graag op één ding per keer en zorg dat dat werkt” Waar eerder nog weleens vergeten werd schone laarzen aan te trekken of heen en weer werd gelopen tussen geiten en lammeren, gebeurt dat nu niet meer. Ook de ventilatie die niet goed onder controle te krijgen was is aangepakt. “Alle fases voor de lammeren zitten nu naast elkaar: de lammeren gaan van de biestruimte naar de aanleerhokken en vanuit daar door naar de opfokruimte. Zonder in de buurt te komen van de grote stal. De lucht van de geitenstal kan door middel van onderdruk niet meer bij de lammeren komen en de vlinderbuizen met verwarming houden de temperatuur stabiel op twintig graden. Dit zorgt ervoor dat we nu een probleemloze opfok hebben”, vertelt Tijmen. Waardevolle samenwerkingen De verbeteringen maken de ondernemer in Tijmen blij. “Het is mooi om te zien wat je door middel van samen praten en teamwork kunt doen”, zegt hij trots. Hij doelt hiermee op de gesprekken die hij had met GD, dierenarts en verschillende adviseurs. “Samen zijn we constant op zoek gebleven naar verbetering en hebben we concrete plannen gemaakt en elkaar scherp gehouden. Het is mooi om te zien wat daar uit voortkomt.” Want resultaat heeft het zeker. Waar hij vorig jaar naar eigen zeggen ‘gruwelijk op de dieren zat’ en de dierenarts vaste gast was om te spuiten met allerlei middelen, ging het dit jaar veel soepeler. “Ik doe nu fluitend de lammeropfok. In mei zijn de eerste lammeren geboren en de dierenarts is dit jaar alleen geweest om te onthoornen. Dat maakt het werk echt een stuk leuker. Vorig jaar was het overleven en nu stap ik elke dag met een goed gevoel de stal in. En dat biedt weer perspectief.”

Tijmen inspecteert de klimaatkast

Realistisch en resultaatgericht Heel ver in de toekomst kijken doet hij liever niet. “Eerst wil ik zeker weten dat mijn dieren gezond zijn. Dan pas ga ik nadenken over volgende stappen. Ik ben niet iemand die met half materiaal werkt. Als ik iets doe, moet het goed zijn. Pas als alles goed loopt, maak ik weer een volgende stap.” Dit zorgt ervoor dat hij er altijd goed bovenop zit. “Vorig jaar had ik bijvoorbeeld een hoge schijndracht en heb ik samen met René van den Brom (GD) gekeken waar dit aan kon liggen. Toen ik wat had aangerommeld om de oorzaak te ontdekken gaf hij aan dat het misschien wel kwam doordat de geiten last van stress hadden. We melken hier met een kleine machine, dus het zijn er twintig per keer, waardoor er veel dierbewegingen waren. We melken drie keer per dag en dit was in combinatie met de weidegang van toen waarschijnlijk te veel”, legt hij uit. Vers gras was wel iets wat Tijmen belangrijk vond, dus besloot hij een ‘graaskar’ te kopen. “En zo komt het dat ik nu drie keer per dag gigantische hoeveelheden vers gras uitrijd in de stal. En ik merkte resultaat: er is veel meer rust in de stal en de problemen zijn verdwenen.” Focus op het nu Toekomstplannen zijn er zeker, daar is Tijmen natuurlijk ondernemer voor. Maar alles op z’n tijd. “Ik wil graag een grotere melkstal of een carrousel en daar verdiepen we ons nu in. Maar ik heb liever eerst een goede veestapel die goede melk geeft, want daar kan ik jaren mee vooruit. Ik focus me op één ding per keer en zorg voor een goede basis. Want van die basis moet ik het elke dag hebben.”

Schaap en Geit, augustus 2021 - 13


MAART

CIDR OVIS AFLAMMEREN NAUWKEURIG PLANNEN

ARI FEBRU DO

VR

ZA

ZO

3 4 RI MA JANUA ZO 1 2 ZA VR 10 11 9 O DO W 8 7 DI 7 MA 17 18 5 6 5 6 15 16 3 4 14 13 14 1 2 24 25 12 13 3 12 2 11 2 1 2 10 20 2 20 21 8 9 19 18 19 8 17 2 28 15 16 26 27 26 27 24 25 22 23 1 3 29 30 DI

WO

DO

VR

ZA

ZO

MA

3 4 1 2 10 11 8 9 7 18 5 6 16 17 14 15 24 25 12 13 22 23 1 2 19 20 30 31 28 29 26 27

MA

DI

WO

JULI DO

VR

ZA

DI

W

2 3 9 10 16 17 23 24 30

MA

ZO

1 MA JUNI 6 ZO ZA VR 7 8 6 O DO 13 W 5 3 DI 4 15 2 MA 3 14 1 MEI 2 ZO 13 20 ZA 11 12 VR 22 9 10 1 10 DO 2 8 O 9 W 20 7 6 2 DI MA 18 19 5 6 29 16 17 4 5 8 17 4 2 15 3 16 27 14 13 3 1 2 25 26 3 24 12 13 2 11 12 4 2 11 2 2 10 3 2 21 9 20 19 20 7 8 30 18 19 1 3 9 18 2 17 0 3 8 16 27 27 2 14 15 25 26 25 26 BER 23 24 NOVEM ZO ZA 21 22 VR 1 3 DO 0 3 WO 4 DI 28 29 ER MA 2 3 OKTOB ZO 1 ZA VR 10 11 9 O DO W 8 7 DI 7 BER MA 17 18 5 6 5 6 SEPTEM ZO 15 16 ZA 3 4 14 VR 13 14 1 2 DO 24 25 12 13 3 12 WO 2 11 2 2 DI 1 2 10 2 1 MA 20 21 8 9 19 20 0 19 3 18 9 9 2 8 17 2 28 7 8 15 16 26 27 26 27 5 6 16 24 25 3 4 14 15 22 23 12 13 23 11 2 2 10 21 29 30 19 20 30 17 18 28 29 26 27 5 2 24

DE OPLOSSING VOOR INDUCTIE EN SYNCHRONISATIE VAN DE BRONST • Natuurlijk progesteron in een T-vormig device • Eenvoudig toedienen en verwijderen

DI

WO

MEER INFORMATIE OVER CIDR OVIS? VRAAG UW DIERENARTS

• Nauwkeurig planbaar dekmoment Zoetis B.V. Postbus 81055 • 3009 GB Rotterdam www.zoetis.nl • info.nl@zoetis.com © 2019 Zoetis B.V. MM-03269

CIDR OVIS 0,35 g Vaginale Applicatie voor schapen •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 122218 -UDA. •Werkzame bestanddelen: Per device: progesteron 0,35 g, in een laagje siliconen rubberen elastomeer op een inerte “T-vormige” nylon drager. •Doeldier: Schaap (ooien). •Indicaties: Inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in niet-cyclische ooien gedurende het anoestrus-seizoen; inductie en synchronisatie van oestrus en ovulatie in cyclische en niet-cyclische ooien om het fokseizoen te vervroegen; om te gebruiken in combinatie met eCG (PMSG). •Toedieningswijze en dosering: Vaginaal gebruik. Breng de device in met behulp van de applicator. 0,35 g progesteron per dier. De vaginale device 12 dagen op zijn plaats laten zitten, gevolgd door een injectie met eCG toegediend bij verwijdering van de device. Lees vóór gebruik de bijsluiter. •Contra-indicaties: Niet gebruiken: bij drachtige ooien; bij ooien met een abnormale of onvolwassen genitaaltractus of met genitale infecties. •Wachttijd: Vlees en slachtafval: nul dagen. Melk: nul uur. •Bijwerkingen: Vaak: lokale irritatie en afscheiding van ondoorzichtig geel slijm; soms: afscheiding van donkerrood/bruin slijm of slijm met vers bloed. Deze symptomen verdwijnen doorgaans zonder behandeling binnen 2 dagen na verwijdering van de device. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: De werkzaamheid en veiligheid is niet onderzocht bij zieke ooien met een BCS <2 of ≥ 4, of bij ooien die complicaties hadden bij voorgaande dracht of tijdens lammeren, of bij ooien die in de afgelopen 45 dagen gelammerd hebben. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Dieren in slechte conditie kunnen slecht reageren op de behandeling. De veiligheid is niet vastgesteld gedurende de lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de dierenarts. Progesteron kan bijwerkingen op het voortplantingssysteem veroorzaken in geval van hoge of langdurige blootstelling. Draag handschoenen tijdens het inbrengen en verwijderen van het diergeneesmiddel. Zwangere vrouwen dienen gebruik van het diergeneesmiddel geheel te vermijden. Na gebruik de handen en blootgestelde huid wassen met water en zeep. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik van het middel. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking of op aanvraag beschikbaar bij de registratiehouder: Zoetis B.V. - Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (email: info.nl@zoetis.com).


APRIL DO

WO

VR

ZA

ZO

6 7 4 5 13 14 11 12 20 21 18 19 27 28 6 2 4 25 US AUGUST DO

VR

1 8 15 22 29

ZA

quiz

ZO

5 3 4 1 2 11 12 10 9 7 8 18 19 16 17 14 15 25 26 4 2 22 23 28 29 0 21 1 3 0 29 3 27 28 30 31 WO

DI

BER DECEM DO

VR

Test uw kennis over maagdarmwormen

ZA

ZO

1 2 8 9 6 7 5 15 16 3 4 13 14 12 22 23 10 11 20 21 19 29 30 8 17 18 2 26 27 24 25 31 DI

WO

Maagdarmworminfecties zijn een bekende kwaal bij schapen en geiten en bedreigen hun gezondheid; vooral die van lammeren. Verminderde groei en diarreeproblemen worden allebei veroorzaakt door wormen. Steeds meer dieren zijn resistent voor de beschikbare wormmiddelen. Goede kennis is dus van groot belang.

1 A B C D

2 A B C

3 A B C

4 A B C

Waar komen de volwassen wormen vooral voor? In de netmaag en de lebmaag. In de lebmaag en de dunne darm. In de lebmaag en de dikke darm. In de netmaag en de dunne darm.

De geiten staan standaard op stal. Is het dan nodig om ze te ontwormen? Nee, dit is niet nodig. Nee, tenzij ze vers gras krijgen. Dan is het nodig één keer per jaar de wormsituatie te controleren door wormonderzoek. Ja, ook als ze binnenzitten is het belangrijk planmatig te werken bij de preventie en bestrijding van maagdarmwormen.

De belangrijkste vormen van maagdarmwormziekte bij lammeren zijn: Nematodirose, haemonchose en teladorsagiose/trichostrongylose. Haemonchose, lintworm en teladorsagiose/trichostrongylose. Nematodirose, regenworm en teladorsagiose/trichostrongylose.

Wat is het beste tijdstip in het jaar om een beweidingsplan te maken? Voorjaar, als het gras begint te groeien. Zomer, als er veel wormen in het gras zitten. Najaar, voor het volgende weideseizoen.

Antwoorden: 1 - B, 2 - B, 3 - A, 4 - C

MA

Schaap en Geit, augustus 2021 - 15


KEURMERK ZOÖNOSEN

Uitkomsten deelnemers­ gesprekken Het Keurmerk Zoönosen wordt gewaardeerd door deelnemende bedrijven, maar zou meer publieke bekendheid mogen krijgen. Dat is één van de conclusies uit de gesprekken die we in het najaar van 2020 voerden met tien deelnemers van het Keurmerk Zoönosen. Het voornaamste doel van de gesprekken was om de mening van deelnemers over het keurmerk op te halen en te kijken waar het keurmerk mogelijk verbeterd kan worden. Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn en spelen daarom een rol op bedrijven waarbij mensen contact hebben met dieren. Om aan te tonen dat een dierhouder bewust omgaat met zoönosen en de kans op het voorkomen van hiervan te beperken, bestaat het Keurmerk Zoönosen. Deelnemers van vullen één keer per jaar samen met hun eigen dierenarts een checklist in. Deze checklist bestaat uit een verplicht algemeen onderdeel waarvoor een minimale score van 70 procent behaald dient te worden. Daarnaast zijn er vragen voor verschillende diersoorten die worden ingevuld indien de betreffende diersoort aanwezig is op het bedrijf. Hiervoor moet een score van 60 procent per onderdeel behaald worden. Indien de minimale scores voor alle onderdelen zijn behaald ontvangt de deelnemer een keurmerkbordje met daarop de goedkeuringszegel voor dat jaar. Deelnemersgesprekken Uit de ruim 1600 deelnemers van het Keurmerk Zoönosen werden tien deelnemers met verschillende typen bedrijven gevraagd voor een interview. Dit betrof één of meerdere van de volgende typen bedrijven: kinderboerderij, rundveebedrijf, melkgeitenbedrijf, zorgboerderij, vleesveebedrijf, kinderopvang en een varkensbedrijf. De deelnemers gaven aan erg tevreden te zijn met het Keurmerk Zoönosen en hadden zelf nog

16 - Schaap en Geit, augustus 2021

aanvullende ideeën. Hieronder leest u een aantal besproken punten. Waarom is er gekozen voor het Keurmerk Zoönosen? Vrijwel alle bedrijven zijn al meerdere jaren deelnemer. De aanleiding kwam voornamelijk vanuit brancheverenigingen of op aanraden van de eigen dierenarts of GD. De deelnemers zien daarnaast zelf ook het belang en de meerwaarde van het keurmerk. De checklist geeft handvatten voor het managen van een verantwoord bedrijf en maakt inzichtelijk waar verbetering mogelijk is. Wat is het effect van het keurmerk op publiek/omwonenden? Het keurmerkbordje hangt bij alle bedrijven in het zicht, maar volgens een aantal deelnemers is bij het publiek nog weinig bekend over wat een zoönose is en welke risico’s hieraan verbonden zijn. Het publiek let vaak niet op het bordje en dat is jammer. Eén kinderopvang geeft de ouders standaard informatie over het keurmerk tijdens de rondleiding. “Dat vinden ouders dan wel interessant.”

Checklist GD Keurmerk Zoönosen gaat digitaal Vanaf 2021 kan de checklist eenvoudig digitaal ingevuld worden! De dierenarts logt hiervoor in op VeeOnline, vult het deelnemende UBN in en kiest in het menu ‘Registratie’ voor ‘Keurmerk Zoönosen’. De checklist wordt na het invullen direct digitaal verzonden. Dit scheelt een hoop papierwerk!


Tara de Haan, project- en productmanager

uitgelicht

Hoe gaat het invullen van de checklist? Het invullen van de checklist doen alle deelnemers samen met een dierenarts van de vaste dierenartspraktijk waar zij goed contact mee hebben. Meestal gebeurt dit in combinatie met een regulier bedrijfsbezoek, bijvoorbeeld een vaccinatie. Vragen waarvoor het bedrijf geen punten behaalt, worden besproken met de dierenarts. Samen wordt dan gekeken waar het bedrijf verbeteringen kan doorvoeren.

Overige zaken Eén deelnemer gaf aan benieuwd te zijn naar scores van vergelijkbare bedrijven en hoopt dat dit een keer gedeeld wordt, bijvoorbeeld in dit blad. Daarnaast willen de deelnemers graag vooraf op de hoogte worden gebracht van wijzigingen in de vragen van de checklist, zodat hun management hier eventueel op aangepast kan worden. Kortom, meer communicatie over het keurmerk wordt gewaardeerd.

Feedback over de checklist en de scores Over het algemeen zijn de vragen van de checklist volgens de deelnemers duidelijk en anders komen ze er met de dierenarts wel uit. Het contact met de dierenarts wordt daarom als waardevol gezien. Soms is een vraag wel op verschillende manieren te interpreteren en zijn niet alle vragen altijd relevant of van toepassing voor ieder bedrijf.

Conclusie De tien deelnemers hechten waarde aan het Keurmerk Zoönosen en gaan hier verantwoord mee om. Het creëren van meer bekendheid over zoönosen onder het publiek zou een goede aanvulling zijn. De suggesties van de deelnemers worden meegenomen. Zo worden de vragen nog eens kritisch bekeken om onduidelijkheden te voorkomen en zullen deze indien nodig worden aangepast voor de checklist van 2022. Daarnaast zal er vaker over het keurmerk worden gecommuniceerd, zowel om wijzigingen in de checklist aan te geven als om af en toe wat algemene statistieken te delen. Houd onze media daarom goed in de gaten voor updates.

De minimale score die de deelnemers moeten behalen wordt terecht gevonden. Een aantal keren werd zelfs genoemd dat deze wel omhoog mag, naar 70 tot 75 procent, om het keurmerk meer waarde te geven. Anderen gaven aan dat de lat dan juist te hoog zou komen te liggen en mensen zullen afhaken, omdat ze het dan als een verplichting gaan zien.

MEER INFO OVER HET KEURMERK WWW.KEURMERKZOONOSEN.NL

Schaap en Geit, augustus 2021 - 17


START MET OERVITAAL! ‘‘We zijn in september vier weken voor de dekperiode OerVitaal gaan voeren aan de 2e jaars geiten. Het doel was dat de geiten sneller en in kortere tijd ritsig werden, waardoor we een kortere aflammertijd hebben en misschien daardoor ook een hoger drachtigeheidspercentage. Dat lukte, de geiten waren heel fel ritsig en in korte tijd allemaal gedekt. Dat belooft een korte aflammerperiode! Bij het scannen bleek het drachtigheidspercentage 80%, we zijn dik tevreden! Aanzienlijk beter dan vorig jaar.”

Ondersteuning van een goede vruchtbaarheid en oestrus Optimale energiebalans in de droogstand Draagt bij aan een goede stofwisseling voor aflammeren

Fam. Venmans van de Kempehoeve

Meer weten? www.vitalstyle.nl

ECOstyle wordt VITALstyle


Tara de Haan, project- en productmanager

product

Belang van testen op rotkreupel Ondervindt u ook wel eens kreupelheid bij uw schapen? Dan kan rotkreupel een mogelijke oorzaak zijn. Het is niet gemakkelijk om van deze besmettelijke tussenklauwhuidaandoening af te komen. We helpen u graag op weg. Rotkreupel is een ontsteking van de tussenklauwhuid die wordt veroorzaakt door twee samenwerkende bacteriën: de rotkreupelbacterie (Dichelobacter nodosus) en de (bijna) overal aanwezige omgevingsbacterie Fusobacterium necrophorum. De bacteriën veroorzaken een milde ontsteking van de tussenklauwhuid, wat kan uitgroeien tot ondermijning van de hoornwand. De aangedane klauw voelt warm aan en is vaak erg pijnlijk, met als gevolg dat het schaap kreupel loopt of soms graast op de voorknieën. Veelal zal er conditieverlies optreden en bij lacterende ooien zal de melkproductie afnemen. Rotkreupel wordt gekenmerkt door een typische geur, die wordt veroorzaakt door de ophoping van ontstekingsvocht en het vervallen van weefsel. Rotkreupel PCR-test en aanpak De aanpak van rotkreupel begint met het stellen van de diagnose. Dit kan eenvoudig met de Rotkreupel PCR-test. Hiervoor kunt u zelf de swabs door de tussenklauwspleet halen en insturen. Op het inzendformulier kunt u aangeven of u de monsters gepoold (per 2-10) of individueel wilt laten testen. Wanneer de rotkreupelbacterie is aangetoond, is een

duidelijk plan van aanpak belangrijk. Dit plan bestaat onder andere uit bekappen van het koppel (enkel overtollig en los hoorn verwijderen; niet tot bloedens toe bekappen!), voetbaden/sprayen, splitsen van gezonde en aangedane dieren, vaccineren en het afvoeren van dieren die herhaald problemen hebben. Het uitroeien van rotkreupel vergt inspanning, maar is bij een zorgvuldige aanpak meestal succesvol. Rotkreupel is het best te bestrijden in de herfst en winter, omdat het bedrijf dan de laagste aantallen dieren telt. Daarnaast vermeerdert de bacterie zich (bijna) niet meer bij buitentemperaturen onder de 10 graden Celsius. Zorg er na bestrijding voor dat de kans op insleep van de rotkreupelbacterie laag is, door aangevoerde dieren in quarantaine te plaatsen en door bezoekers te voorzien van schone bedrijfskleding en -schoeisel. Het volledige plan van aanpak tegen rotkreupel en uitgebreide informatie kunt u vinden op onze website www. gddiergezondheid.nl/Rotkreupel. Daarnaast helpen wij u graag om rotkreupel bij uw schapen te bestrijden. Neem hiervoor gerust contact op met GD via 0900-1770 (optie 3). MEER INFORMATIE EN HET PLAN VAN AANPAK WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ROTKREUPEL

Schaap en Geit, augustus 2021 - 19


CASUS

Floppy kids

Floppy kids, oftewel slappe geitenlammetjes, is een aandoening waarvan de nodige kennis nog ontbreekt. Wat we wel weten delen we graag met u door middel van deze korte casussen. Eén ding is wel bekend: onderzoek loont.

zogenaamde metabole acidose hadden, een verzuring veroorzaakt door D-lactaat die in de regel gunstig reageert op toediening van bicarbonaat. In de jaren daarna is een aantal publicaties over deze aandoening verschenen, maar de echte oorzaak is nog steeds onduidelijk. Veel uitval In maart 2021 trad op een melkgeitenbedrijf plotseling verhoogde lammersterfte op. Op dit bedrijf krijgen de geitjes direct na de geboorte biest en daarna kunstmelk; de bokjes blijven bij de moeder. Bij de eerste groep lammeren ging alles voorspoedig. Bij de tweede groep werd een groot deel van de bokjes op de leeftijd van ongeveer een week vrij plotseling slap, had een dronkenmansgang, een versnelde ademhaling, een dikke buik en stierf binnen enkele dagen. Bij pathologisch onderzoek bleek sprake van een geringe longontsteking die waarschijnlijk niet de oorzaak was van de problemen. Verder was sprake van overvulling van de lebmaag met gestremde melk, maar bijna geen inhoud in de dunne darm. Andere bevindingen waren niet opvallend. Bij nader onderzoek van volgende gevallen bleek sprake van metabole acidose, niet van longproblemen, maar wel weer van een overvulling van de lebmaag en een lege dunne darm: floppy kids of, goed vertaald, slappe lammetjes.

Als geitenlammeren op de leeftijd van ongeveer één week vrij plotseling slap worden, een meer of minder duidelijke dronkemansgang vertonen, een versnelde ademhaling hebben en een dikke, vaak klotsende buik, herkent een deel van de geitenhouders dit probleem als floppy kids. Ze weten ook dat ze die lammeren met bicarbonaat moeten behandelen. In de regel betreft het een beperkt aantal lammeren en onderzoek naar de oorzaak vindt niet plaats. Historie Het zogenaamde floppy kid syndroom is in 1987 voor het eerst beschreven in Canada bij geitenlammeren van drie tot tien dagen oud. De dieren waren slap, vertoonden een ongecoördineerde gang, raakten verlamd en stierven als ze niet werden behandeld. Als snel werd duidelijk dat deze dieren een

20 - Schaap en Geit, augustus 2021

Volgende bedrijven Na communicatie over dit probleem meldden zich meerdere bedrijven met slappe lammetjes. Het eerste bedrijf betrof een bedrijf met dwerggeitjes waar al enkele jaren op rij een deel van de lammeren dit ziektebeeld kreeg. Omdat eigenaar en dierenarts het beeld niet herkenden en behandeling met antibiotica niet voldoende effectief was stierf een groot deel van de lammeren. Het tweede bedrijf was een melkgeitenbedrijf waar dit probleem al jaren achtereen optreedt bij een deel van de lammeren. Van de lammeren die slap werden herstelde een groot deel na behandeling met bicarbonaat. Gedurende al die jaren had nooit vervolgonderzoek plaatsgevonden.


Piet Vellema, dierenarts kleine herkauwers

Het derde bedrijf was een bedrijf dat ervaring heeft met floppy kids. Al enkele jaren achtereen ontwikkelde een deel van de lammeren op dit bedrijf dit ziektebeeld. Na behandeling met bicarbonaat herstelde een groot deel van deze lammeren. Door een ongelukje met een dekbok lammerden in juni van dit jaar plotseling zes geiten af. De houder besloot de tien geboren lammeren bij de moeder te laten. Alle lammeren ontwikkelden het beeld van floppy kids, vanaf vier dagen leeftijd. Bij acht van de tien lammeren gebeurde dit op dezelfde dag. Alle lammetjes kregen direct na het optreden van de klinische verschijnselen bicarbonaat en de geitjes daarnaast ook vitamines en mineralen. Alle geitjes herstelden snel, maar bij de bokjes duurde dat duidelijk langer dan bij de geitjes. Stand van zaken Van deze aandoening ontbreekt nog veel kennis. Wat we wel weten van floppy kids is dat de meeste gevallen zich voordoen

uit het lab

bij lammetjes die bij de moeder lopen. De verschijnselen treden in de regel op een leeftijd van vijf tot vijftien dagen op en zijn een gevolg van een metabole acidose die waarschijnlijk wordt veroorzaakt door bacteriën die D-lactaat produceren. Meestal treedt verbetering op na toediening van bicarbonaat, maar soms is herhaling van die behandeling nodig en de indruk bestaat dat antibiotica bij sommige lammeren het herstel ondersteunen. Het grote probleem bij dit alles is dat uitgebreid bloedonderzoek nodig is om de diagnose te bevestigen en dit gebeurt bijna nooit. Dit betekent waarschijnlijk ook dat op een bedrijf met dit probleem bij een deel van de lammeren ten onrechte aan floppy kids wordt gedacht. Oproep Om de oorzaak van dit probleem te achterhalen roepen wij houders en dierenartsen op om pathologisch onderzoek te laten doen van slappe goed gedocumenteerde lammetjes met verschijnselen zoals ze in dit artikel staan genoemd.

Schaap en Geit, augustus 2021 - 21


ADVERTORIAL

LUCHTZUIVERENDE LED-VERLICHTING Schone lucht Minder antibioticum Vermindering van pathogenen Minder uitval Gezonde dieren

Een heldere geitenstal dankzij ioniserende ledverlichting Rust Rust bij bij de de dieren dieren door door full full spectrum zonlicht met ionisatie. nisatie. Dit Dit isis een een van van de de genoemde ervaringen wat de ledverlichting ledverlichtingvan van Freshlight Freshlight in in combinatie met ionisatie doet doetbij bijgeiten geitenen enlammeren. lammeren. Full Fullspectrum spectrumzonlicht zonlicht De De ledverlichting ledverlichting van van Freshlight Freshlight biedt het kleurenspectrum trum van van het het zonlicht zonlicht aan, aan, inclusief inclusief UV-A, UV-B en infrarood. Dit Dit spectrum spectrum zorgt zorgt voor vorming van vitamine frarood. D. Vitamine Vitamine D D zorgt zorgt ervoor ervoor dat dieren sterkere botten D. hebben,zich zich vitaler vitaler voelen voelen en en minder vatbaar voor ziekhebben, tenzijn. zijn. De De ledverlichting ledverlichting is is zeer energiezuinig en geeft ten de hoogste hoogste lichtopbrengst lichtopbrengst per per opgenomen Watt in de de verlichtingsbranche. Daarmee komt de verlichting in de verlichtingsbranche. juiste omstandigheden in aanmerking voor fiscale regelingen zoals de EIA en de MIA/Vamil. Ionisatie Aan de verlichting zitten koolstofborsteltjes. Deze koolIonisatie stofborsteltjes stoten 24/7 negatief geladen ionen uit. Aanionen de verlichting zitten koolDe verspreiden zichkoolstofborsteltjes. als een wolk door Deze de stal en stofborsteltjes stoten 24/7 negatief geladen ionen uit. De hech-ten zich aan stofdeeltjes. Door de ionisatie wordt ionen verspreiden zich als een wolk door de stal en hechfijnstof en de pathogene druk gereduceerd wat zorgt ten zich aan stofdeeltjes. Door de ionisatie wordt fijnstof voor een gezonder stalklimaat en een betere werkomen de pathogene druk voorapart een geving voor de boer. Degereduceerd ionisatie en wat het zorgt licht kan gezonder en een betereworden. werkomgeving voor van elkaarstalklimaat aan- en uit-geschakeld Wanneer in de avond boer. Het is een reductie vandeminimaal de de resultaat verlichting uitgaat, blijft ionisatie37%. zijn De ionisatie werk doen. en het licht kan apart van elkaar aan- en uit-

Ervaringen geschakeld worden. Wanneer in de avond de verlichting Door deblijft jarendeheen heeft Freshlight al diverse stallen uitgaat, ionisatie zijn werk doen. mogen inrichten met de verlichting. Door navraag te doen bij een aantal geitenhouders leert men dat de Ervaringen ervaringen positief Door de jaren heenzijn. heeft Freshlight al diverse stallen mogen inrichten met de verlichting. Door navraag te Door ledverlichting Freshlight is doen de bij luchtzuiverende een aantal geitenhouders leertvan men dat de erhet werken een stuk varingen positief zijn. prettiger geworden. De controle op de dieren gaat ook veel beter met dit licht. Door degroeien luchtzuiverende ledverlichting van Freshlight is Verder de lammeren goed op. Door de ionisatie het eenminder stuk prettiger geworden. controle is dewerken stank veel geworden in de stal. De Tevens is de op de van dieren gaat ook veel beter met dit licht. geworVerder uitval zwakkere dieren aanzienlijk minder groeien de lammeren goedzelf op.enDoor de ionisatie heeft is de den. ‘Alleen al voor de boer de medewerkers stank veel minder geworden in de stal. Tevens is de uitionisatie al een meerwaarde’ aldus een geitenhouder. val van zwakkere dieren aanzienlijk minder geworden. ‘Alleen al voor de boer zelf en de medewerkers heeft ionisatie al een meerwaarde’ aldus een geitenhouder. Freshlight zal medio februari worden toegevoegd aan de RAVRAV lijst.nummer: De Wageningen University & Research heeft BWLnr 2020-03V2. een fijnstofreductie gemeten van 37% Meer informatie over de producten van Freshlight? Tel: 055 – 30 20 021 E-mail: info@freshlightgroup.com Website: www.freshlight.eu


de boer op

0.2/2.20.4/1.8 … μMOL/L SELEEN IN BLOED VOOR RESPECTIEVELIJK SCHAAP EN GEIT

HOE WEET IK OF DE SELEENGEHALTES GOED ZIJN? Als er sprake is van een tekort of overmaat aan seleen kunnen in beide gevallen dezelfde symptomen optreden. Denk hierbij aan spieraandoeningen (trillingen, stijfheid, slapte), verminderde vruchtbaarheid en verlaagde afweer. Bij een echte vergiftiging worden de dieren blind, gaan moeizaam ademhalen, kwijlen en kan het hart het begeven. Hoe weet ik of ik goed zit? Daarvoor zijn je sparringpartners, waaronder uw veevoederadviseur en dierenarts. Zij gebruiken hun expertise en helpen om tijdig eventuele tekorten of overmaten in beeld te krijgen door bijvoorbeeld bloedonderzoek. Vitaminen, mineralen en spoorelementen zijn onmisbaar om als schaap of geit optimaal op te groeien, drachtig te worden, melk te produceren, ofwel fit te worden, zijn en blijven. De meeste vitaminen, mineralen en spoorelementen krijgt het dier binnen via voer en water. Hoe meer hoe beter gaat niet op, het belang zit ‘m in de optimale balans.

vraag & antwoord

VRAAG: WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN MINERALEN EN SPOORELEMENTEN? ANTWOORD: KARIANNE PETERSON, DIERENARTS

Mineralen en spoorelementen zijn natuurlijke scheikundige stoffen die dieren niet zelf kunnen aanmaken. Ze moeten ze daarom opnemen uit water of voeding. Ook planten maken zelf geen mineralen en spoorelementen aan; zij nemen ze op uit de bodem en/of water. Mineralen worden ook wel macro-elementen genoemd. Op basis van de functie in het lichaam spreken we van mineralen of spoorelementen. Mineralen Dagelijks hebben schapen en geiten mineralen nodig om goed te functioneren. Hogere mineralengehalten zijn meestal

niet schadelijk. Voorbeelden van mineralen zijn natrium, kalium, calcium en magnesium. Spoorelementen Deze elementen zijn in ‘spoor’hoeveelheden nodig om goed te functioneren. Dit wil zeggen: tot op een bepaald niveau. Te veel of te weinig spoorelementen geven dezelfde (vaak vage) klachten. Voorbeelden van spoorelementen zijn: koper, selenium, zink en jodium. MEER OVER MINERALEN WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ MINERALENSCHAAPGEIT

Schaap en Geit, augustus 2021 - 23


diergezondheid volgens Karin Wassink Paarden, honden, kippen, katten, schapen… Het is een bonte beestenboel bij Karin Wassink op Stal de Hoop. Samen met haar man vangt ze dieren op die het ergens anders minder hebben. De schapen veroverden in haar kindertijd al een speciaal plekje in haar hart. “Die liefde voor dieren heb ik nou eenmaal en dat zal altijd zo blijven.” Karin en haar man Henk adopteren katten en honden van over de hele wereld. Voor hun schapen gaat dat niet op. “Hoe leuk het is ook is om dieren te helpen, onze schapen houden we graag raszuiver met zo min mogelijk aankopen van buitenaf”, vertelt Karin. “We hebben nu Herdwicks en Leicester Longwools en die hebben zo’n leuk, vriendelijk karakter. Dat past echt bij ons en bij onze beestenboel.” Mooie vereniging Die verschillen in schapenrassen vindt Karin mooi om te zien. Niet heel verwonderlijk dus dat ze als secretaris is aangesloten bij de Vereniging voor Speciale Schapenrassen. “Het mooie aan deze vereniging is dat er geen competitie is. Er is oog voor het schaap en voor elkaar. En je komt ontzettend veel interessante mensen tegen. Er zijn 45 schapenrassen die worden gehouden door 45 verschillende soorten mens. Dat is leuk om te zien.” Gezondheid voorop De liefde en passie voor dieren zie je ook terug in de manier waarop ze omgaan met hun schapen. “Ik wil gezonde dieren waar de dierenarts zo min mogelijk bij hoeft te komen. Daarom doen we aan wormbestrijding, zijn ze zwoegerziektevrij en gevaccineerd tegen Q-koorts. Dit laatste is natuurlijk ook belangrijk voor de evenementen die we bezoeken.” Daarnaast houdt Karin van alle schapen gegevens bij in de Anymal-app en dat geeft haar duidelijk inzicht als er toch een keer wat aan de hand is met een schaap. “Ik vind het fijn om te weten wat er speelt.” Buiten de deur houden En omdat bij een goede diergezondheid ook een stukje veiligheid hoort, hebben Karin en Henk zich verdiept in wolvenproof afrastering. “Onze afrastering was aan vervanging toe en twee jaar geleden begon het wolvenverhaal net een beetje te spelen in onze regio. Dus ik dacht: ‘We doen het nog één keer, maar dan wel goed.’” Dit bleek uiteindelijk een goede keuze, want na in november 2019 het hekwerk geplaatst te hebben, kwam er in maart het jaar erop een wolf langs die buurschapen te pakken heeft gehad. “Dan schrik je toch wel even en ben je heel blij dat je je eigen schapen veilig en gezond kunt houden.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.