schaap en geit
TERSCHELLING op weg naar een zwoegerziektevrij eiland
Colstart Plus
De biest voor ieder lam.
Je kunt een lam maar één keer goed laten starten.
Redenen waarom schapenhouders kiezen voor Colstart Plus:
Volledige biest “gesproeidroogd” SUPER smakelijk!
Rijk aan antistoffen (Immunoglobulinen IgG’s)
Bevat biestvet (22%) en stimuleert thermoregulatie
Bevat vetoplosbare vitaminen A, D, E en K
Bevat oligosachariden voor gezond maag-darmkanaal
Bevat lactoferrine en stimuleert de darmontwikkeling & weerstand
15% KORTING
GELDIG T/M 31 MAART 2024
MET GRATIS LAMSPEENFLES TWV €4,95
Top kwaliteit runderbiest met alle voedingsstoffen voor pasgeboren lammeren. Bestel
INCL BTW
BLAUWTONG EN ‘GLAZEN BOL’
Op dinsdag 5 september 2023 werd blauwtong (BT) in Nederland aangetoond. Enkele dagen later maakte Wageningen Bioveterinary Research bekend dat het om serotype 3 ging. Dit was voor het eerst dat dit serotype in Nederland werd gezien. De herkomst van dit serotype is tot op de dag van vandaag onbekend. In de weken na de start van de uitbraak werd duidelijk wat de impact was van deze aandoening op schapen, runderen en geiten. De gevolgen voor de schapenhouderij zijn enorm gebleken vanwege een grote oversterfte van schapen. Zoals verwacht, namen de gevolgen van deze door knutten overgedragen ziekte af, naarmate de activiteit van de vector, onder invloed van een daling van de temperatuur terugliep. Recent werd het blauwtongvirus aangetoond in een verworpen schapenlam. Dit was een verschijnsel wat niet eerder in Nederland is vastgesteld. Nu is het de vraag of het virus overwintert, wat reëel wordt geacht, hoewel er ook beschrijvingen van BT-uitbraken bestaan die uit
zichzelf stopten. In geval van overwintering is het van groot belang dat er voor de zomer een veilig en effectief vaccin beschikbaar komt om een nieuwe ramp te voorkomen. Een andere vraag die aandacht behoeft, is wat het plan wordt als we in de toekomst opnieuw worden geconfronteerd met een BT-serotype waarvoor geen geregistreerd vaccin beschikbaar is.
In deze Schaap en Geit worden de achtergronden van de BT-uitbraak geschetst. In samenwerking met vakblad Het Schaap is gestart met het ‘Schapenspreekuur’. De eerste a evering stond in het teken van blauwtong. De tweede a evering, over het a amseizoen, staat inmiddels ook online. Verder in dit blad nog de gebruikelijke nieuwsitems en (diergezondheids) rubrieken.
Veel leesplezier. En natuurlijk zijn suggesties voor de redactie van harte welkom!
René van den Brom, manager afdeling Kleine Herkauwers
Bereikbaarheid
Royal GD is op werkdagen telefonisch bereikbaar via 088 20 25 500. Voor inhoudelijke vragen is de Veekijker Schaap en Geit op werkdagen tussen 15.00 en 17.00 uur bereikbaar via 088 20 25 555.
Tarieven
Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten. Bekijk de actuele tarieven op onze website.
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal
Aanmelden: digitaal via www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst of telefonisch via 088 20 25 500 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk op. Sectie- en monstermateriaal kan worden gebracht van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
COLOFON
Schaap en Geit is een uitgave van Royal GD | Redactie René van den Brom, Eveline Dijkstra, Karianne Peterson, Carlijn ter Bogt-Kappert, Tara de Haan, Nienke Snijdersvan de Burgwal | Fotogra e reportage Hans Kamstra, Els Broers | Eindredactie Jessica Fiks | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 088 20 25 500, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Schaap en Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van GD | Advertenties Dock35 Media B.V., Jan van de Vis, T. 0314-35 58 60 | Verschijningsfrequentie twee keer per jaar | Suggesties Suggesties voor dit blad kunnen worden doorgegeven via redactie@gddiergezondheid.nl. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever | Disclaimer Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet aansprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials.
ISSN: 1875-2594
Dit blad niet meer ontvangen of een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 088 20 25 500, of per e-mail. Voor een adreswijziging: klantdata@gddiergezondheid.nl, voor aan- en afmeldingen vakbladen: info@gddiergezondheid.nl.
inhoud 16
04 Actueel
06 Het Schapenspreekuur beantwoordt vragen over blauwtong
08 Pathologie: een waardevol instrument
10 Reportage: Terschelling, op weg naar een zwoegervrij eiland
15 Test jouw kennis van voeding
16 Onderzoek: Blauwtong
19 A ammeren: Chlamydia abortus
20 Keurmerk Zoönosen
23 Het getal: CAE pool
23 Vraag & Antwoord: Keurmerk Zoönosen
Misvormde lammeren
Wanneer je als schapenhouder wordt geconfronteerd met lammeren met aangeboren afwijkingen is dat heel vervelend. Het is waardevol om te achterhalen wat de oorzaak is van een aangeboren afwijking. Een mogelijke oorzaak is het schmallenbergvirus (SVB), waarbij afwijkingen worden gezien aan de poten, wervelkolom, bespiering en het centrale zenuwstelsel. Ook blauwtong kan zorgen voor aangeboren afwijkingen bij lammeren. In geval van blauwtong kunnen bij lammeren afwijkingen aan de hersenen ontstaan.
De meest geëigende manier om de oorzaak van aangeboren afwijkingen van lammeren te achterhalen is door middel van pathologisch onderzoek.
Lees voor meer informatie over pathologisch onderzoek het artikel ‘Pathologie; een waardevol instrument’ op pagina 8 en 9 van deze Schaap en Geit.
SG Online
Een handig hulpmiddel om alle gegevens van jouw schapen en geiten bij te houden is SG Online. Zowel online, via de computer, als op de telefoon met de SG Online-app kun je eenvoudig dierregistraties verwerken en heb je altijd je stallijst en vaccinatiegegevens bij de hand.
Dankzij de directe uitwisseling met I&R voor geboorte-, sterfte-, aan- en afvoermeldingen, Q-koortsvaccinaties en transportmeldingen, voldoe je direct aan de wettelijke verplichtingen. Maar ook de benodigde plusgegevens bij deelname aan het scrapieprogramma zijn middels SG Online door te geven.
Om goed overzicht te houden op je dieren, is het mogelijk diergroepen aan te maken. Een handig hulpmiddel om eenvoudig groepsbehandelingen en medicijngebruik te noteren.
MEER WETEN? SCAN DE QR-CODE
Abortusdiagnostiek
Bij abortus is het belangrijk om de oorzaak te achterhalen. Onder abortus verstaan we ook vroeggeboorte, doodgeboorte en de geboorte van slappe lammeren. De beste manier om tot een diagnose te komen, is om de verworpen vrucht en nageboorte aan te bieden voor pathologisch onderzoek. Een andere, laagdrempelige manier om een indicatie te krijgen van de oorzaak van abortus is het abortuspakket. Je neemt daarvoor een diepe keelswab bij de verworpen vrucht. Dankzij de analyse krijg je een goede indicatie of de meestvoorkomende besmettelijke bacteriële oorzaken voor abortus op jouw bedrijf aanwezig zijn, en zo ja, welke. Op basis daarvan kun je een advies op maat laten opstellen. Veel besmettelijke oorzaken van abortus zijn zoönosen. Een afwijkend aantal abortussen is meldingsplichtig (zie www.nvwa.nl).
MEER WETEN? SCAN DE QR-CODE
Hoe staat het met de mineralenopname?
Mineralen en spoorelementen zijn belangrijk voor een goede gezondheid. Onderzoek via het ‘Pakket Spoorelementen’ geeft veel inzicht in de actuele mineralenopname van de dieren. Om op koppelniveau inzicht te krijgen, adviseren we per diergroep een steekproef van vijf dieren te nemen. Voor het onderzoek wordt per dier een heparinebloedbuis getapt en onderzocht op selenium, koper, zink en jodium. De uitslag zegt iets over de mineralenopname in de afgelopen veertien dagen. Je ziet of er
te veel of te weinig van deze mineralen is gevoerd en kunt gericht bijsturen als dit nodig is. De uitslag bevat een uitgebreide toelichting.
Melkleverende bedrijven kunnen ook via tankmelkonderzoek, met De Mineralencheck, eenvoudig inzicht krijgen in de mineralenopname.
MEER WETEN? SCAN DE QR-CODE
Dag van het Schaap, zaterdag 8 juni
Het tweejaarlijkse grote schapen- en geitenevenement vindt dit jaar plaats op zaterdag 8 juni. Het evenement zal net als de vorige editie plaatsvinden op het Nationaal Hippisch Centrum in Ermelo. GD zal deze dag ook weer aanwezig zijn. De vorige editie in 2022 trok ruim 3.000 bezoekers. Het programma van dit jaar is nog niet bekend, maar noteer deze datum alvast in de agenda!
Zoönoseverantwoord publiek ontvangen
Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overgedragen worden. Hoe houd je het risico zo laag mogelijk dat publiek op je bedrijf een zoönose oploopt?
Het GD Keurmerk Zoönosen geeft dierhouders inzicht in waar de risico’s op zoönosen liggen en biedt handvatten om zoönosen te voorkomen op het bedrijf. Door ieder jaar samen met de dierenarts een uitgebreide checklist per aanwezige diersoort in te vullen, weet je welke maatregelen genomen kunnen worden ter preventie van zoönosen.
MEER WETEN? SCAN DE QR-CODE
Eind 2023 startten vakblad Het Schaap en Royal GD een nieuw initiatief: het Schapenspreekuur. Een interactief webinar, waarin vragen van schapenhouders beantwoord worden. De eerste uitzending van november ging over blauwtong. Er kwamen ruim vijftig vragen van schapenhouders binnen.
Het Schapenspreekuur beantwoordt vragen over blauwtong
Marjan Kornegoor van vakblad Het Schaap: “De bedoeling van het webinar was om schapenhouders te informeren over de nieuwste ontwikkelingen met betrekking tot blauwtong. In welke fase zitten we nu en wat kunnen we nog verwachten?”
‘Schot in de roos’
Kornegoor: “Blauwtong is een onderwerp dat schapenhouders enorm bezighoudt. Elke keer als we als redactie van vakblad Het Schaap een artikel toevoegden aan ons online blauwtongdossier kwamen er ook weer nieuwe vragen binnen van lezers. Uiteraard hebben we als vakblad altijd zeer nauw contact met specialisten zoals de dierenartsen van GD. Samen zaten we om de tafel om eens te kijken hoe we schapenhouders konden informeren en om zoveel mogelijk vragen te beantwoorden. Zo werd al snel het idee voor het Schapenspreekuur geboren. Met een enkele oproep stroomden de vragen al binnen, dus het bleek een schot in de roos.”
Opstallen of niet?
Eén van de vragen die veel gesteld werd, was of er al meer concreet bekend is over het wel of niet opstallen van schapen om blauwtong te voorkomen. Moet je dit nu wel of niet doen? Dierenarts René van den Brom van GD: “Op basis van onderzoek op rundveebedrijven tijdens de blauwtonguitbraak van 2006 tot
2008 bleek dat runderen zonder weidegang minder blauwtonginfecties lieten zien. Harde onderbouwing ontbreekt nog, maar opstallen lijkt een beschermend effect te kunnen hebben.” Maar dat is niet het hele verhaal, volgens Van den Brom. “Ook goede ventilatie is belangrijk. Het is niet zo dat opstallen iedere infectie voorkomt, knutten kunnen ook in de stal komen.”
“Met een enkele oproep stroomden de vragen al binnen”
Komt er een vaccin?
Niet alle vragen konden tijdens het spreekuur worden beantwoord. Voor deze editie van Schaap en Geit hebben we daarom nog een aantal vragen geselecteerd die in deze periode van het jaar relevant zijn. Uiteraard zijn veel mensen benieuwd wat de stand van zaken is rondom een eventueel vaccin. Dierenarts Nienke Snijders-van de Burgwal: “Bescherming na vaccinatie met geïnactiveerd vaccin is bij blauwtong serotype-specifiek. In het vaccin moet dus het serotype opgenomen zijn waartegen bescherming gewenst is. Het serotype van het blauwtongvirus dat verantwoordelijk is voor de huidige uitbraak in Nederland, is serotype 3 (BTV-3). Minister Adema heeft aangegeven dat er gesprekken met farmaceuten plaatsvinden en financiering wordt vrijgemaakt voor onderzoek naar de effectiviteit van een vaccin tegen BTV-3. Ook worden voor productie versnelde procedures nagestreefd. Verdere berichtgeving is bij ons niet bekend.”
Antistoffen en immuniteit na infectie
Ook vroegen mensen zich af hoe het zit met antistoffen en immuniteit na een infectie. Snijders-van de Burgwal: “Zodra een dier geïnfecteerd raakt met een ziektekiem, gaat het lichaam afweercellen activeren. Een deel van de afweercellen probeert direct de ziektekiem te verwijderen en toont onderdelen van de ziektekiem aan andere afweercellen, waaronder de B-cellen. Die B-cellen maken vervolgens antistoffen aan tegen specifieke onderdelen van de ziektekiem. Deze antistoffen kunnen direct de werking van de ziektekiem beïnvloeden, maar zorgen er ook voor dat het immuunsysteem de indringer in de toekomst gemakkelijker herkent. Bij BTV-8 weten we dat dieren die een natuurlijke infectie hebben ondergaan waarschijnlijk levenslang beschermd zijn. De verwachting is dat dit bij serotype 3 ook het geval is.”
Kan ontschoening herstellen?
Bij blauwtong kunnen klachten aan de klauwen ontstaan, waaronder ontschoening. Veehouders wilden graag weten of dat kan herstellen. Snijders-van de Burgwal: “De hoorngroei van
“Het spreekuur blijft gewoon online staan, dus iedereen kan het nog terugkijken”
“Mensen vroegen zich af hoe het zit met antistoffen en immuniteit na een infectie”
klauwen is een traag proces. Vorming van een volledige klauwhoorn neemt maanden in beslag. Het is goed om je te realiseren dat het belasten van klauwen zonder klauwhoorn, zeer pijnlijk is voor het dier. In het kader van dierenwelzijn is bij ontschoening euthanasie dan ook aan te raden.”
‘Ieder zijn vak’
Het Schapenspreekuur was een succes en krijgt zeker een vervolg, vertelt Marjan Kornegoor: “Wij hebben het als een zeer positieve samenwerking ervaren, lekker praktisch, geen poespas, dat past helemaal bij de sector. Het mooie is dat het spreekuur gewoon online blijft staan, dus iedereen kan het nog terugkijken.” De hoofdredacteur van Het Schaap over haar eigen ervaring met het webinar: “Zo’n live opname is altijd best spannend. Gelukkig hebben we daarvoor een goede studio bij uitgeverij Eisma en Het Schaap. Het mooie aan de samenwerking was dat ik vlak voor de uitzending riep: ‘Ach, ik hoef alleen maar de vragen te stellen gelukkig.’ En René zei: ‘Ik zie wel hoe het verloopt, ik hoef alleen jouw vragen te beantwoorden.’ Ieder zijn vak dus!”
Pathologie: een waardevol
Al sinds 2002 houdt GD zich intensief bezig met de monitoring van de diergezondheid in Nederland. Het monitoringssysteem dat in Nederland wordt gebruikt is uniek en valt of staat met een goede samenwerking tussen veehouders en dierenartsen door heel Nederland. Het systeem heeft zich ook afgelopen zomer weer bewezen: de eerste blauwtonguitbraken zijn razendsnel gesignaleerd.
Monitoring van dierziekten is belangrijk. GD voert de diergezondheidsmonitoring uit in opdracht van de overheid en het bedrijfsleven en voorziet daarmee de overheid en het bedrijfsleven van informatie over het voorkomen van dierziekten, dierenwelzijn en voedselveiligheid. Maar ook voor de export van dieren en dierlijke producten is een monitoringssysteem noodzakelijk. Het monitoringssysteem kent drie belangrijke doelstellingen:
• Het opsporen van uitbraken van bekende aandoeningen die normaal niet in Nederland voorkomen;
• Het opsporen van nog onbekende aandoeningen;
• Zicht houden op trends en ontwikkelingen die relevant zijn voor diergezondheid in Nederland.
Middels verschillende kanalen verzamelen we relevante signalen uit het veld. Via de Veekijker kunnen veehouders, dierenartsen
en erfbetreders telefonisch laagdrempelig hun vragen stellen of sparren met gespecialiseerde dierenartsen. Daarnaast ontvangt het laboratorium dagelijks grote hoeveelheden monstermateriaal vanuit het hele land; een bron van informatie over dierziekten.
Een belangrijke stroom van monstermateriaal zijn de dieren die dagelijks door dierhouders en dierenartsen worden ingestuurd voor pathologisch onderzoek. Pathologie is een zeer waardevol instrument. In de sectiezaal wordt een (bedrijfs)probleem letterlijk zichtbaar. Ten opzichte van een buisje met bloed geeft een karkas de patholoog een schat aan extra informatie. Vanwege het belang voor de monitoring wordt pathologisch onderzoek gesubsidieerd door de opdrachtgevers. De inzender betaalt slechts een deel van de werkelijke kosten van het onderzoek. Het is belangrijk dat een dier wordt ingestuurd met een goede ziektegeschiedenis, dit helpt de patholoog om mee te denken in de gedachtegang van de inzender. In de sectiezaal worden jaarlijks duizenden dieren onderzocht, waarmee in veel gevallen bedrijfsproblemen worden opgehelderd. Soms ligt de oorzaak in de lijn der verwachting, waar in andere gevallen het probleem uit onverwachte hoek komt. Hierna volgt een selectie van enkele opmerkelijke bevindingen uit de sectiezaal van het afgelopen jaar.
Lebmaagproblemen bij geitenlammeren
In het voorjaar van 2023 zijn bij meerdere inzendingen van jonge nuchtere melkgeitenlammeren problemen vastgesteld aan het maagdarmkanaal. Middels pathologisch onderzoek werden afwijkingen gevonden met betrekking tot het abnormaal functioneren van de lebmaag, waarbij extreme gasvorming, irritatie en ontsteking van de lebmaagwand meerdere keren werd vastgesteld. In een enkele keer was de irritatie van het maagslijmvlies dusdanig dat de lebmaagwand was gescheurd met lekkage van melk in de buikholte tot gevolg. Er werden geen aanwijzingen gevonden voor een infectieuze oorzaak. Dergelijke verstoringen van de voormagen zijn veelal het gevolg van een verstoorde voeropname of rantsoensamenstelling. Om de oorzaak van het probleem te achterhalen wordt geadviseerd het voermanagement kritisch te evalueren.
Kopervergiftiging bij schapen
Nadat een schaap van twee jaar oud plotseling was gestorven, werd door dierenarts en dierhouder besloten het schaap in te sturen voor pathologisch onderzoek. In het voorgaande jaar was immers ook al een schaap door onbekende oorzaak gestorven. Pathologisch onderzoek vermeldde een overmatig inwendige vervetting, gele slijmvliezen en afwijkingen aan de lever en de nieren. Een bepaling van spoorelementen in de lever wees uit dat de lever ruim 2.000 ppm koper bevatte. Koperwaarden
instrument
boven de 500 ppm zijn schadelijk. De koperbron bleek te zitten in het voer. Op dit bedrijf werden schapen gevoerd met varkensbrok, wat meer koper bevat dan schapenbrok. Geadviseerd werd om zo snel mogelijk te stoppen met voeren van varkensbrok en om stress te vermijden. Stress is voor een met koper gestapelde lever een trigger voor het afgeven van koper uit de lever aan het bloed. Dit leidt tot massale afbraak van rode bloedcellen.
Neurologische verschijnselen in het voorjaar
Afgelopen voorjaar kreeg de Veekijker Kleine Herkauwer veelvuldig signalen binnen van neurologische verschijnselen bij volwassen schapen en geiten rondom de aflamperiode. De beschreven neurologische verschijnselen varieerden van een wankele gang, niet meer kunnen staan, cirkelen en uiteindelijk sterfte. Onder andere (slepende) melkziekte, kopziekte, listeriose en enterotoxemie als gevolg van Clostridium perfringens zijn aandoeningen waar in deze periode aan kan worden gedacht. Onderzoeksmogelijkheden aan het levende dier zijn bij neurologische klachten beperkt. In meerdere gevallen bleek pathologisch onderzoek dan ook essentieel voor het stellen van een diagnose. Listeriose bleek in enkele gevallen de oorzaak van de problemen, waar in eerste instantie aan een stofwisselingsziekte werd gedacht.
De Veekijker Kleine Herkauwers is op werkdagen van 15.00-17.00 uur bereikbaar voor veterinaire vragen via 088 20 25 555.
Wil je een dier aanbieden voor pathologisch onderzoek? Kadavers aanmelden kan via 088 20 25 500. Vergeet niet om de beschrijving van de ziektegeschiedenis kenbaar te maken.
STAPPEN VOOR HET INSTUREN VAN SECTIEMATERIAAL
Een belangrijk onderdeel van het monitoringssysteem is de terugkoppeling van belangrijke signalen aan dierenartsen, veehouders, overheid en bedrijfsleven. Zo delen we de opgedane kennis en ervaringen uit de sector weer met belanghebbenden, zodat ieder er zijn voordeel mee kan doen. Elk kwartaal brengen we het ‘Veekijkernieuws’: een nieuwsbrief met artikelen en informatie over de signalen die in die periode aan bod zijn gekomen. Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan eenvoudig via www.gddiergezondheid.nl/nl/Actueel/Nieuwsbrieven. Ook brengen we met regelmaat een podcast uit, waarin actuele onderwerpen uit de diergezondheidsmonitoring worden toegelicht en verder uitgediept. Nieuwsgierig? Deze zijn te vinden op Spotify (zoek op Royal GD) en op onze website www.gddiergezondheid.nl/Actueel/Podcast.
Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.
Dierenarts Jos Kievits neemt bloed af voor onderzoek.
“Op een eiland zijn de omstandigheden ideaal om vrij te worden en vrij te blijven van allerlei nare dierziekten”
Het is een uniek project met bovendien een grote kans van slagen: het eiland Terschelling volledig vrijmaken van het zwoegerziektevirus en het aanverwante caprine arthritis encephalitis (CAE)-virus. Het project, dat sinds 2021 loopt, is niet alleen bijzonder vanwege de ambitieuze doelstelling, maar ook door de goede samenwerking tussen de Terschellinger schapen- en geitenhouders, de betrokken dierenartsen en GD.
Terschelling op weg naar een zwoegerziektevrij eiland
Ideale omstandigheden Zwoegerziekte en CAE zijn chronische virusziekten waar geen behandeling of vaccin voor bestaat. En al verloopt de ziekte traag, de gevolgen kunnen ernstig zijn. De dieren krijgen verschillende klinische verschijnselen en kunnen uiteindelijk sterven. Door verminderde melkproductie zullen lammeren minder goed groeien. Als schapen- of geitenhouder kun je proberen op bedrijfsniveau zwoegerziektevrij te blijven, maar op gebiedsniveau is dat een stuk lastiger. Een eiland zoals Terschelling biedt echter mogelijkheden, vertelt dierenarts Jos Kievits. “Toen ik hier kwam wonen en werken dacht ik meteen: op een eiland zijn de omstandigheden ideaal om vrij te worden én vrij te blijven van allerlei nare dierziekten. Aan de wal is dat veel moeilijker omdat je allerlei insleep hebt. Zo ben ik jaren geleden samen met de veeboeren al begonnen om vrij te worden van de belangrijkste veeziekten.”
Bloedtap bij een schaap
Haalbaar
Dus toen René van den Brom, Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers bij GD, voorstelde om een project op te zetten om Terschelling zwoegerziektevrij te maken, was Kievits meteen enthousiast. “Als je zo’n geïsoleerde positie hebt als Terschelling moet je dat uitbuiten, vind ik. De dieren blijven gezond en als eigenaar heb je een stuk minder ellende.” Volgens Van den Brom, die vanuit zijn functie maar ook in zijn vrije tijd regelmatig op Terschelling komt, is het een uniek project. “Ik ken geen enkele wetenschappelijke publicatie waarin wordt beschreven dat het is gelukt om een bepaalde regio zwoegerziekte vrij te maken. En op Terschelling is het echt haalbaar, daar waren Jos en ik het snel over eens.” Kievits: “Al heb ik wel gezegd dat het een uitdaging zou zijn om alle eilander schapen- en geitenhouders mee te krijgen. Want iedereen heeft andere belangen en bovendien lopen de schapen en geiten her en der verspreid over het eiland.”
Gezonde dieren
Gelukkig zag de Terschellinger Schapenhoudersvereniging het belang van het project meteen in. “Als vereniging zetten we ons ervoor in om de eilander schapenpopulatie gezond te houden, dus wilden we graag meewerken”, zegt voorzitter Jan Kees Smit. “Het is een nare en slopende ziekte die er onder meer voor zorgt dat de melkproductie naar beneden gaat. Daarom is het voor bedrijven die hun schapen melken van essentieel belang, het gaat immers over hun inkomen. Maar ook voor mij als hobbyboer is het belangrijk, want ik wil gezonde dieren fokken.” Ook de Geitenfokvereniging haakte aan bij het project, vertelt voorzitter Neeke van Zwol uit Kinnum, boerin op een melkveebedrijf met zeventig koeien. “Het houden van geiten is op Terschelling pure hobby, de meeste van onze leden hebben een of twee geiten.
Vlnr: Tara de Haan, Jan de Jager, Arjen Ruijg, Tryntsje Stienstra (onder) en Rixt Derks.
“Het houden van geiten is op Terschelling pure hobby. Voor de schapenhouders zijn de belangen veel groter”
Voor de schapenhouders zijn de belangen natuurlijk veel groter. Maar ook wij vonden het belangrijk om te weten dat onze geiten gezond waren, want CAE is echt een rotziekte. Dat wil je niet voor jouw geit.”
Subsidie
In totaal ging het op Terschelling om zo’n 1.200 schapen en geiten, waarbij als eerste stap melkmonsters werden getest. “In 2021 kon iedereen op vrijwillige basis melk inleveren”, vertelt Smit. “Uit de testresultaten bleek dat het een kansrijk project was, mits alle partijen op het eiland mee wilden werken. Jos Kievits heeft er hard aan getrokken om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Als dierenarts zag hij in dat je op deze manier veel problemen kunt voorkomen.” De tweede stap was in oktober 2022 het tappen van bloed bij alle eilander schapen en geiten. Dat was niet alleen op logistiek gebied een uitdaging, er waren natuurlijk ook kosten aan verbonden. Smit: “We werkten eerst samen binnen een project van GD en schreven daarnaast als vereniging samen met Jos Kievits een plan voor subsidie van het Iepen Mienskipfûns van de provincie Friesland. Dat was essentieel, want zonder dat geld was het project niet gerealiseerd.” In oktober 2023 stond de tweede ronde bloedtappen gepland, maar deze moest vanwege blauwtong worden uitgesteld. “Twee maanden later, op 20 en 21 december 2023, kwam er weer een team naar Terschelling om samen met de eilander dierenartsen bloed te tappen bij vrijwel alle eilander schapen en geiten. Het is nu bijna klaar, de resterende dieren worden in maart bemonsterd.”
Dierenwelzijn voorop
Puur Terschelling, een familiebedrijf in Oosterend met schapen, paarden, ezels en tentenverhuur, is al vanaf het begin betrokken bij het project. “Wij zijn een van de vier grote schapenbedrijven op Terschelling”, vertelt Jochem Bierema. “Onze schapen begrazen een groot deel van de Waddendijk. Op die manier zorgen ze ervoor dat de dijk stevig blijft en er een goede grasmat ontstaat. Bovendien is het een mooi gezicht, die schapen op de dijk, zeker als er lammetjes bij lopen. Wij fokken voornamelijk vleesschapen, dus is voor ons het risico van productieverlies kleiner dan voor de melkschapenbedrijven. Voor ons staat dierenwelzijn voorop, wij vinden het belangrijk dat we weten dat onze kudde gezond is.” Het zwoegerziekteproject overstijgt het bedrijfsbelang, vindt hij. “Als je het gezamenlijk oppakt, is dat in het voordeel van het hele eiland. Het maakt de schapensector van Terschelling sterker, ook naar de buitenwereld toe. Op het moment dat Terschelling zwoeger-
ziektevrij is, krijgt alles wat je produceert, of het nou vlees, kaas of iets anders is, meer waarde.”
Gezamenlijk belang
Als alles volgens planning verloopt, wordt in april duidelijk of Terschelling volledig zwoegerziektevrij is. “Dat zou geweldig zijn”, zegt Jos Kievits, “al zijn we daarmee natuurlijk niet klaar. We hebben er veel tijd, moeite en geld in gestoken om zwoegerziektevrij te worden, dus nu moeten we er alles aan doen om dat te blijven. Het betekent dat alle nieuw aangevoerde dieren eerst onderzocht moeten worden en in quarantaine geplaatst. Gelukkig is iedereen inmiddels overtuigd van het gezamenlijke belang.” René van den Brom: “Het is een collectieve inspanning van alle betrokken partijen, er heerst echt een wij-gevoel. Dat is het mooie van dit project en een essentiële factor om Terschelling zwoegerziektevrij te kunnen maken.”
“Dit is een collectieve inspanning van alle betrokken partijen. Er heerst echt een wij-gevoel”
Doe het zelf: veedrinkwater beoordelen
Door goed te kijken en te ruiken kun je al een hele goede indruk krijgen van de kwaliteit van het water dat de schapen of geiten drinken. Vergelijk een potje veedrinkwater met een potje kraanwater en beoordeel het veedrinkwater op vijf kenmerken: geur, kleur, helderheid, bezinksel en ijzer.
Vul een potje kraanwater
Vul een doorzichtig potje, dat met water en zeep is schoongemaakt, met kraanwater.
Vul een potje veedrinkwater
Vul een doorzichtig potje met veedrinkwater. Schep het water op een plek waar de dieren daadwerkelijk drinken (drinkbak/sloot).
Eén potje per drinkplaats. Schep 5 tot 7 centimeter onder het wateroppervlak.
20 min
Wacht 20 minuten
Sluit de potjes, schud even goed en laat ze gedurende ongeveer 20 minuten staan. Plaats de potjes in goed licht tegen een witte achtergrond
Beoordeel op:
= 1 punt
= 2 punten
= 3 punten
Geur
Het water is geurloos.
Het water heeft een lichte geur.
Het water heeft een sterke geur (het water ruikt naar rotte eieren).
Kleur
Het water heeft totaal geen kleur.
Het water is licht gekleurd.
Het water heeft een duidelijke kleur (geel, bruin, etc.).
Totaal aantal punten 7 of hoger?
Helderheid
Het water is geheel helder.
Het water is niet helemaal helder.
Het water is ondoorzichtig.
Het water is waarschijnlijk niet of minder geschikt als veedrinkwater. Laat jouw water onderzoeken via de Drinkbakcheck om te bepalen wat afwijkt en wáár de mogelijke oorzaak van deze afwijking(en) ligt.
Zo kun je tijdig de juiste maatregelen nemen om de kwaliteit van het drinkwater te verbeteren. Scan de QR code voor meer informatie over de Drinkbakcheck
Bezinksel
Het water bevat geen deeltjes.
Het water bevat een kleine hoeveelheid deeltjes.
Er liggen deeltjes op de bodem (modder).
IJzer
Het water bevat geen ijzervlokken.
Het water bevat een kleine hoeveelheid ijzervlokken.
De bodem is bedekt met ijzervlokken (roodbruin).
Totaal aantal punten lager dan 7?
Het water is waarschijnlijk geschikt als veedrinkwater Het is hierbij wel belangrijk dat het totaal aantal punten niet hoger is dan tijdens de vorige beoordeling.
Deze zelftest geeft een eerste indicatie van de waterkwaliteit, maar biedt geen garanties Ook geur- en kleurloos water kan schadelijke bacteriën, chemische stoffen en zware metalen bevatten. Wij raden daarom ook een wateronderzoek aan wanneer een nieuwe bron in gebruik wordt genomen en wanneer er sprake is van gezondheidsklachten of tegenvallende productie. Lees hierover op onze website: www.gddiergezondheid.nl/water
TEST JOUW KENNIS
Voeding
Goede voeding is essentieel voor het welzijn, de weerstand, vruchtbaarheid en algehele gezondheid. Regelmatig meten wat je geiten of schapen opnemen aan bijvoorbeeld mineralen en spoorelementen, kan heel waardevol zijn. Dat kan bijvoorbeeld via de (tank)melk of het bloed. Wat weet jij van mineralen en voeding?
1 2 3 4 5
Hoeveel tanden en kiezen heeft een volwassen schaap?
A 30
B 32
C 34
D 38
Schapen zijn, net als geiten, herkauwers. Na de opname van voer volgen herkauwbewegingen. Een schaap herkauwt
A 4 tot 6 maal per 24 uur, telkens 10 tot 50 minuten,
B 4 tot 6 maal per 24 uur, telkens minimaal een uur,
C 2 tot 4 maal per 24 uur, telkens 10 tot 50 minuten,
D 2 tot 4 maal per 24 uur, telkens minimaal een uur.
Hoe zorg je voor een goede mineralen- en vitaminevoorziening?
A Altijd beschikbaar stellen, een overmaat kan geen kwaad en wordt uitgescheiden,
B Start met een rantsoenberekening en controleer vervolgens een aantal dieren of tankmelk,
C Observeer je dieren, als ze het ‘niet goed’ doen, voer dan naar behoefte bij,
D Voer mineralen- en vitamines alleen bij in de lammer-/lactatieperiode, als ondersteuning.
Rantsoenen voor melkgeiten bevatten meestal veel eiwitrijke producten, wanneer ver boven de eiwitbehoefte van de geit gevoerd wordt kunnen daar de volgende nadelen aan kleven:
A Te veel ureum vraagt veel energie: ureum is giftig dus melkproductie gaat achteruit,
B grote gifstofverliezen,
C eiwitrijk voeder is kostbaar,
D alle drie de hierboven genoemde antwoorden.
De calcium fosfor verhouding in het rantsoen is belangrijk, ook voor (jonge) rammen en bokken. Een voor bokken juiste verhouding ligt tussen 2:1 en 3:1. Waarom?
A In verband met de groei van de botten,
B risico op blaasstenen die potentieel vast kunnen lopen in de urineleiders, C zowel voor de correcte groei van de botten als het voorkomen van blaasstenen, D om verkalking van verschillende weefsels te voorkomen.
Antwoorden: 1B, 2A, 3B, 4D, 5C
Op 5 september 2023 werd blauwtong vastgesteld bij schapen in Nederland. Uit onderzoek van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) bleek het om blauwtongvirus serotype 3 (BTV-3) te gaan. Al snel volgden meldingen van runderen en later ook geiten met verschijnselen van blauwtong.
Blauwtong uitbraak
Blauwtong (BT) is in 2006 voor het eerst in Nederland vastgesteld en werd na 2008 niet meer gezien. Sinds 2012 had Nederland officieel de BT-vrije status. Toen BTV-3 in september 2023 werd aangetoond, heeft GD onderzocht wanneer de introductie in Nederland had plaatsgevonden. Ook was de vraag hoe uitgebreid de besmetting al was. Hiervoor zijn tankmelkmonsters van rundveebedrijven en bloedmonsters van schapenbedrijven afkomstig uit alle provincies in Nederland uit de maand augustus geanalyseerd. Blauwtong bleek in augustus nog niet wijdverspreid aanwezig in Nederland. Hoe BTV-3 in Nederland is terechtgekomen, is (vooralsnog) onbekend.
Symptomen
Op basis van beschrijvingen van dierenartsen en dierhouders op schapen- en (melk)geitenbedrijven, zijn de klinische verschijnselen op een rij gezet. Bij schapen werd in het acute stadium voornamelijk zwelling aan de kop, neus- en ooguitvloeiing, overmatig speekselen, zweren in de mondholte en lipranden, verminderde eetlust, verminderde conditie, benauwdheid, kreupelheid, diarree, zwakte, koorts, rode gezwollen kling, melkproductiedaling en sterfte waargenomen. In een later stadium zijn gewrichts- en klauwontstekingen,
verval van huiddelen, ontschoening en wolverlies gemeld. De klinische verschijnselen van BTV-3 bij geiten zijn milder dan bij schapen en runderen. Bij geiten zien we koorts, verdikte lippen, soms uitgebreidere verdikking van de kop, oog- en neusuitvloeiing, bloedingen op en roodheid van de uierhuid en kling, melkproductiedaling op dierniveau, stijfheid en kreupelheid, zenuwverschijnselen, verwerpen en incidenteel sterfte.
Pathologische bevindingen
Al vroeg in de BTV-3 uitbraak bleek de impact op de gezondheid bij schapen groot. Bij pathologisch onderzoek op schapen werden uitgebreide systemische vaatschade met vochtuittreding, bloedingen en versterf door verminderde bloedvoorziening met als gevolg tekorten aan zuurstof en voedingsstoffen gevonden. Vooral mondholte, voormagen, longen en nieren worden ernstig aangetast, met aanwijzingen voor een verhoogd risico op bloedvergiftiging als gevolg. Bij geiten met een BTV-3 infectie zijn (milde) onderhuidse vochtophoping aan de kop en hals, soms (geringe) zweervorming in de mondholte en op de penspijlers, ontsteking van bloedvaten in de skeletspieren met acuut skeletspierweefselverval en soms mild acuut spierverval in de tong en slokdarm gevonden.
Met de apotheek van de faculteit Diergeneeskunde en de Universitaire Landbouwhuisdierenpraktijk is een afwegingskader voor de behandeling van schapen met BT opgesteld. Op basis van klinische verschijnselen en de ernst van de pathologische bevindingen moet euthanasie worden overwogen om nodeloos lijden te voorkomen.
Impactanalyse
Gedurende de BTV-3 uitbraak zagen we sterfte bij runderen, geiten en vooral schapen. Voor een pilotonderzoek zijn verdiepende analyses uitgevoerd naar de sterfte bij schapen en geiten in relatie tot de BTV-3 uitbraak. De blauwtong meldingsdata (NVWA) en censusdata (RVO) van alle schapenen geitenbedrijven over de periode van 1 november 2019 tot en met 31 oktober 2023 zijn hiervoor gebruikt. In periode 4 september tot 31 oktober 2023 stierven ruim 37 duizend schapen méér dan in dezelfde periode in voorgaande jaren. Er was geen verschil zichtbaar tussen beroepsmatige en kleinschalige schapenbedrijven. Het gemiddelde sterftepercentage betrof 25% van aanwezige dieren op beroepsmatige bedrijven. Onder volwassen schapen (>1 jaar) was er tot wel zestien maal meer sterfte en bij lammeren (<1 jaar) tot ongeveer zeven maal meer. Sterftepercentages waren ook verhoogd op bedrijven in BTV-3 besmette regio’s die zelf geen melding van BTV-3
uitbraak 2023
Blauwtong is een niet-besmettelijke infectie die door knutten wordt overgedragen. Wilde en gedomesticeerde herkauwers zijn gevoelig voor het virus dat tijdens een bloedmaaltijd van met BTVbesmette knutten rechtstreeks in de bloedbaan gebracht wordt. Het blauwtongvirus vermenigvuldigt zich in lymfklieren, bloedvormende organen en de cellen die de binnenbekleding vormen van kleine bloedvaten. De klinische verschijnselen zijn het gevolg van aantasting van de endotheelcellen. De incubatietijd van de ziekte is 5-20 dagen. Blauwtong is een meldingsplichtige aandoening (zie www.nvwa.nl), maar geen zoönose dus niet van dier op mens overdraagbaar.
De bek van een schaap met laesies op de dentaalplaat
hadden gemaakt. Er werd in deze periode geen significante oversterfte waargenomen bij geiten. De sterftepercentages zijn mogelijk een onderschatting gezien data na oktober 2023 (nog) niet zijn meegenomen. De cijfers geven een indruk van de grote impact van de BTV-3 uitbraak op de schapensterfte.
Vervolgonderzoek
Op schapen-, geiten-, en rundveebedrijven werken we nog aan het verkrijgen van inzicht in het verloop van de prevalentie van BTV-3 in het koppel, de variatie aan verschijnselen, de ernst van de klinische verschijnselen, het aantal zieke en subklinisch geïnfecteerde dieren in een koppel (morbiditeit) en de mortaliteit. De prevalentie van BTV-3 in de wintermaanden zal een indruk geven in hoeverre dieren binnen koppels (onopgemerkt) in aanraking zijn geweest met blauwtong in 2023.
INFORMATIE OVER BLAUWTONG VIND JE HIER: WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/BLAUWTONG
Chlamydia belangrijkste oorzaak abortus
Uit de Monitoring Diergezondheid Kleine Herkauwers blijkt dat Chlamydia abortus al jaren één van de meest voorkomende oorzaken van besmettelijke abortus bij schapen en geiten in Nederland is. Wanneer deze bacterie eenmaal in een koppel aanwezig is, is het een vrijwel onmogelijke opgave om zo’n koppel weer ‘chlamydia-vrij’ te krijgen. Dat heeft gevolgen voor het bedrijfsresultaat en de volksgezondheid.
Chlamydia abortus heeft impact op het financiële resultaat van bedrijven. Daarnaast is het een van dier op mens overdraagbare aandoening (zoönose). Het is dus belangrijk om zicht te hebben op C. abortus en introductie van deze bacterie in een koppel te voorkomen.
Wat is Chlamydia abortus?
Chlamydia abortus is een bacterie die bij zowel schapen als geiten voor abortus kan zorgen. Besmetting van een koppel geschiedt meestal via aanvoer van besmet vrouwelijk fokmateriaal. De gevolgen van besmetting worden meestal pas na enige tijd duidelijk. Wanneer infectie vóór dag 90 van de dracht wordt geïntroduceerd, kan abortus optreden, maar ook kunnen er verzwakte en dode lammeren geboren worden. Wanneer de
Chlamydia Check
Met de Chlamydia Check onderzoek je - door middel van het nemen van vaginaal swabs - of de bacterie aanwezig is op het bedrijf. De Chlamydia Check wordt in een abonnementsvorm aangeboden en is vooral geschikt voor bedrijven met een publieksfunctie, voor fokkers die bewust bezig zijn met het verbeteren van het fokkerijresultaat en voor fokkers die vrouwelijke fokdieren willen verkopen.
besmetting na dag 90 van de dracht optreedt, worden de gevolgen vaak pas tijdens een volgende dracht duidelijk. Moederdieren die aborteren bouwen daarna afweerstoffen op, waardoor ze meestal niet nogmaals ten gevolge van C. abortus zullen aborteren. Geïnfecteerde dieren kunnen mogelijk tijdens de bronst chlamydia-bacteriën gaan uitscheiden. De ram of bok speelt in de regel geen (of een beperkte) rol in de verspreiding van de bacterie.
Risico voor mensen
Chlamydia abortus kan ook bij mensen tot ziekte leiden. De bacterie is met name gevaarlijk voor zwangere vrouwen maar kan ook longontsteking veroorzaken. Zwangere vrouwen moeten ten allen tijde contact met aflammerende schapen en geiten voorkomen, omdat naast C. abortus ook andere zoönotische kiemen tot problemen kunnen leiden. Daaronder vallen ook ziekteverwekkers die bij een normale geboorte worden uitgescheiden.
Belangrijkste oorzaak
Chamydia abortus was de meest aangetoonde oorzaak van besmettelijke abortus in abortusinzendingen van kleine herkauwers, die voor pathologisch onderzoek waren ingestuurd tussen 2012 en 2022. In een recente analyse werden daarnaast listeria-bacteriën, campylobacter-bacteriën, Toxoplasma gondii en yersinia- bacteriën als belangrijkste oorzaken van abortus aangetoond. Voorkom insleep van C. abortus door geen vrouwelijke fokmateriaal te kopen en vraag in elk geval altijd de ziektegeschiedenis van C. abortus na bij de verkopende partij.
SCAN DE QR-CODE
VOOR MEER INFORMATIE
‘Keurmerk
Zoönosen draagt bij aan bewustzijn risico’s’
Ziektekiemen die infecties en abortus bij kleine herkauwers kunnen veroorzaken, vormen in een aantal gevallen ook een risico voor mensen. Belangrijk dus dat veehouders deze risico’s in kaart brengen. Zeker op bedrijven met een publieksfunctie, zoals zorgboerderijen of kinderboerderijen. Het Keurmerk Zoönosen is hiervoor een uitstekend instrument.
Jonge kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met een verminderde weerstand lopen een verhoogd risico op ziekte na contact met een ziektekiem die abortus kan veroorzaken bij schapen of geiten. Salmonella spp., Coxiella burnetii (Q-koorts) en Chlamydia abortus zijn voorbeelden van zulke ziektekiemen.
‘Uitstralen dat je het risico beperkt’ Anniek Lammers van GD: “De afgelopen jaren is de bewustwording over zoönosen gegroeid. Om zoönosen bij mensen te voorkomen moeten we gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen. Het
Keurmerk Zoönosen is een belangrijk hulpmiddel dat bijdraagt aan het bewustzijn rondom zoonosen en de risico’s hiervan. De dierenarts vult hiervoor jaarlijks samen met de veehouder een checklist in. Verschillende punten op het bedrijf worden nagelopen. Dankzij de checklist komen eventuele verbeterpunten in beeld en vervolgens kan de veehouder in overleg met de dierenarts maatregelen nemen om het zoönose risico verder te verlagen. Met het Keurmerk Zoönosen bordje straal je als bedrijf uit dat je hier bewust mee bezig bent en de risico’s zoveel mogelijk beperkt .”
‘Eenvoudige maatregelen’
maken van de verplichte Risico Inventarisatie en Evaluatie” legt De Geus uit.
‘Heel divers’
Tara de Haan van GD: “In Nederland zijn ongeveer 500 stads- en kinderboerderijen die jaarlijks zo’n 30 miljoen bezoekers ontvangen. Maar dat zijn niet de enige dierhouderijen met een publieksfunctie. Zorgboerderijen, agrarische kinderopvangen, maneges, maar ook bedrijven met dieren die scholieren ontvangen bijvoorbeeld.” Dat betekent dus dat heel veel burgers contact hebben met dieren op dit soort bedrijven.
De Haan analyseerde de data die via het Keurmerk Zoönosen in 2022 binnenkwam. Deze analyse is ook besproken met het RIVM, GGD, NVWA en fD. “Hierin zagen we dat de aantallen schapen en geiten per deelnemer enorm uiteenlopen, van een enkel dier tot een paar duizend per bedrijf. Maar wat opvalt: de meeste deelnemers met kleine herkauwers hebben slechts zes schapen of geiten. Veel aanvragers van het zoönosekeurmerk zijn namelijk kinderboerderijen die kleinere koppels dieren houden. De meeste van deze bedrijven laten contact tussen dieren en publiek toe. Op dat punt van de checklist scoren ze dan geen punten. Daarnaast zagen we dat veel bedrijven nog wel extra punten kunnen behalen door deel te nemen aan de Chlamydia Check. Dat is namelijk één van de belangrijkste zoönotische oorzaken van besmettelijke abortus.”
LEES MEER OVER DE CHLAMYDIA CHECK OP PAGINA 19
Yvette de Geus van de Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht is een groot voorstander van het Keurmerk Zoönosen. “Het is een belangrijk instrument om bedrijven met een publieksfunctie inzicht te geven over mogelijke risico’s en verspreidingsroutes van zoönosen. Een heel goed voorbeeld is handen wassen. “Dat is een heel eenvoudige maatregel, waar je altijd gelegenheid voor moet bieden. Er bestaan zeker voorbeelden van kinderen die ernstig ziek werden na contact met dieren. Bezoekers moeten hun handen kunnen wassen, dus zorg voor water en zeep. Ook het isoleren van zieke dieren en dieren die gaan lammeren, is een belangrijke maatregel.” Bij het invullen van de checklist komen uiteraard nog meer zaken aan bod. “Wat te doen met zwanger personeel of zwangere cliënten, bijvoorbeeld. Het invullen van de checklist kan bedrijven zo ook helpen bij het
Hoe meedoen?
Yvette de Geus noemt het jaarlijks invullen van de checklist “een soort APK”. De check is goed te combineren met bijvoorbeeld enten of een beweidingsschema om parasitaire infecties te voorkomen. De Geus: “Jaarlijks deze checklist nalopen met je eigen dierenarts zorgt voor een frisse kijk en maakt het mogelijk om infectieroutes te beperken en de hygiëne naar een hoger plan te trekken. Bedrijfsblindheid ligt altijd op de loer en de situatie omtrent zoönosen kan veranderen. Je dierenarts is op de hoogte van de actuele stand van zaken. Het is een goed moment om kritisch en opbouwend te kijken naar wat goed gaat en wat er beter kan. De maatregelen die uit zo’n check rollen zijn vaak heel praktisch en geven ook meer plezier in het werk en tevredenheid bij bezoekers. Het Keurmerk Zoönosen is daarom zeker geen papieren tijger.” Veehouders kunnen zich bij GD aanmelden, dan krijgt de eigen dierenarts de checklist te zien in VeeOnline. Je kunt dan samen een afspraak inplannen om de checklist te doorlopen. KNMvD heeft eind januari samen met GD en fD een webinar georganiseerd voor dierenartsen met daarin updates over het Keurmerk Zoönosen.
Ongediertebestrijding
12x
Desinfectie (pluim-)veestallen
Salmonellabestrijding
Coccidisiose- en wormbestrijding
Maden- en vliegenbestrijding
Waterleiding reinigen (pulsen)
Al
5:1
VIJF DIEREN TEGELIJK TESTEN VOOR
ZWOEGERZIEKTE OF CAE
Is jouw bedrijf niet gecertificeerd voor zwoegerziekte (schapen) of CAE (geiten), maar ben je toch benieuwd hoe het ervoor staat? Stuur dan heel eenvoudig een individueel of gepoold melkmonster in van de betreffende dieren. Zo krijg je gemakkelijk en met minder kosten inzicht in de situatie op jouw bedrijf.
De monstername doe je gewoon zelf. De buisjes zijn te bestellen bij GD of verkrijgbaar via de dierenarts. Verzamel een gelijke hoeveelheid melk van elk
van de dieren die je wilt onderzoeken. Meng dit bij elkaar en giet vervolgens een monsterbuisje vol (circa vijf dieren per monsterbuisje). GD onderzoekt de melkmonsters voor € 5,75 ex btw per monsterbuisje. Wordt er zwoegerziekte aangetoond in een monster? Dan kan je later testen om welk individueel dier het gaat.
Let op: bemonster minimaal twee weken na het aflammeren, want biest verstoort de test.
vraag & antwoord
DE MEEST GESTELDE VRAGEN OVER HET KEURMERK ZOÖNOSEN
ANTWOORD: SIBILA VAN DER BURGMENTINK
1. Kan ik de checklist zelf invullen? Dierhouder en eigen dierenarts vullen samen de checklist in tijdens een bedrijfsbezoek. Op deze manier kan de dierenarts de situatie op het bedrijf met je bespreken, extra toelichting geven bij de stellingen en meedenken om de risico’s op zoönosen te verlagen.
2. Hoe kan ik de checklist invullen? Wij vragen deelnemers om de checklist digitaal in te vullen. Dit is minder foutgevoelig en de inzending wordt sneller verwerkt en is daardoor voor iedereen gemakkelijker. Toch liever op papier? Vraag deze aan bij onze klantenservice via 088 20 25 500 of download de checklist van onze website.
3. Waar kan ik de uitslag van het Keurmerk Zoönosen vinden?
Na behalen van het keurmerk is de ingevulde checklist in te zien in VeeOnline, een digitaal platform voor alle klanten van GD waar onder andere ook labuitslagen te vinden zijn.
4. Waar kan ik de checklist vinden? De digitale checklist staat in VeeOnline. De dierenarts logt in op de webpagina van VeeOnline en kan vervolgens de checklist met je invullen. Een PDF-versie van de huidige checklist is in te zien via onze website. Voor bedrijven met administratief UBN wordt een papieren checklist naar de eigen dierenartsenpraktijk gestuurd, deze kunnen (nog) niet via VeeOnline ingevuld worden.
KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ KEURMERKZOONOSEN
diergezondheid volgens Martin Waal
Martin Waal runt een biologisch melkgeitenbedrijf in Zuidoostbeemster. Hij heeft 500 melkgeiten en 125 stuks jongvee. Het bedrijf werd in het najaar van 2023 getroffen door een blauwtonguitbraak. Toch zegt Waal: “Tot nu toe zijn de grootste uitdagingen wormbesmettingen bij de volwassen dieren en luchtweginfecties bij lammeren.”
“Je probeert je dieren zo goed mogelijk gezond te houden, maar dat is best ingewikkeld. Ik heb genoeg weidegrond, maar de geiten willen niet graag ver van stal. Als ik niet streng genoeg ben met omweiden, bouwt de wormbesmetting zich toch op.” In 2023 ontkwam de veehouder niet aan het gebruiken van een regulier ontwormingsmiddel.
Blauwtong
Schapenbedrijven in de buurt hadden veel sterfte door blauwtong in de herfst van 2023, maar het duurde even voordat Waal ook problemen kreeg. “Uiteindelijk zag ik geiten die stram liepen, een rood uier kregen en geen melk meer gaven.” Waal deed mee aan het blauwtongproject van GD dat werd opgezet om de uitbraak te bestuderen. “Ik vind het altijd erg waardevol om mee te doen met zo’n project, meten is weten. Van lieverlee had ik 25 zieke geiten en er zijn tien dieren gestorven. Vaak met heel aparte verschijnselen. Dan hadden ze alleen een dagje koorts, gingen ze daarna weer melk geven en lagen ze een week later opeens dood in het hok.” Een paar geiten hadden hersenverschijnselen. “Die dieren zijn ingestuurd voor pathologisch onderzoek.”
Weinig antistoffen
Dierenarts Eveline Dijkstra van GD bezocht het bedrijf om de geiten klinisch te beoordelen. “Ze heeft ook melkmonsters genomen en bloedonderzoek gedaan naar de prevalentie van blauwtong in de koppel” vertelt Waal. Er bleken maar heel weinig dieren met antistoffen te zijn. “Dat viel me tegen en ik maak me grote zorgen over het voorjaar. Veel dieren zijn kwetsbaar voor een nieuwe uitbraak en er zijn hier heel veel knutten.”
Opfok
“De luchtwegproblemen bij geitenlammeren vind ik het allermoeilijkste” zegt Waal. Hij stapt daarom dit jaar over van kunstbiest naar echte biest. “Ik heb alle drachtige dieren op CAE onderzocht, ook buiten de steekproef voor certi cering. Ik hoop dat met de echte biest minder luchtwegproblemen ontstaan.”