Varken 83

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

GD-magazine - september 2016 - nummer 83

varken

REPORTAGE

Meten is weten: data verzamelen over voeding en gezondheid

MONITORING

Aangeboren afwijkingen bij biggen

ONDERZOEK

De zoektocht naar een PRRS-vaccin


DIT IS WAAROM…

Ingelvac CircoFLEX®

Ingelvac MycoFLEX®

Ingelvac PRRSFLEX® EU

VERTROUWEN IN GOEDE RESULTATEN “Gezonde dieren zijn de basis voor gezonde relaties. Door vaccinatie met de FLEX vaccins heb ik vertrouwen in goede resultaten. Want voorspelbaarheid van spenen tot slacht is het allerbelangrijkste, voor de hele sector.”

Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen - inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande en milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. REG NL 102672 UDD. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@ boehringer-ingelheim.com, telefoon: +31 (0)72 566 24 11. 1) Agridirect HokdierScanner 2010 t/m 2014. Ingelvac MycoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Werkzaam bestanddeel: Geïnactiveerd mycoplasma hyopneumoniae, J-stam isolaat B-3745, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 3 wk ter vermindering van longlaesies als gevolg van infectie met m.hyo. Bescherming begint vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt ten minste 26 wk aan. Contra-indicaties: Geen. Bijwerkingen: Bijwerkingen zijn zeldzaam: een voorbijgaande zwelling met een diameter tot 4 cm, soms samengaand met roodheid van de huid, kan worden waargenomen op de plek van injectie. Deze zwelling kan tot 5 dagen aanhouden. Een voorbijgaande gemiddelde toename van de rectale lichaamstemperatuur van ongeveer 0,8°C kan tot 20u na vaccinatie worden waargenomen. Dosering: Enkelvoudige i.m. injectie van 1 dosis (1 ml). Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac CircoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac CircoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: (Orgaan)vlees: 0 dg. REG NL 104086 UDD. 11 Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen Inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande zen milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. REG NL 102672 UDD. Ingelvac PRRSFLEX EU lyofilisaat en suspendeervloeistof voor suspensie voor injectie voor varkens. Per dosis van 1 ml: Levend geattenueerd PRRSV, EU stam Indicatie Voor actieve immunisatie van klinisch gezonde varkens vanaf een leeftijd van 17 dgn en ouder op bedrijven die positief zijn voor PRRSv. Ter vermindering van virale belasting van het bloed in seropositieve dieren onder veldcondities. Tijdens experimentele challenge studies werd na vaccinatie een vermindering van de longleasies, van de virusbelasting in bloed en longweefsels en van de negatieve effecten van de infectie op de dagelijkse gewichtstoename aangetoond. Ook kon een significante vermindering van de klinische ademhalingssymptomen worden aangetoond bij de aanvang van de immuniteit. Contra-indicaties: Niet gebruiken bij fokdieren. Niet gebruiken in PRRS naïeve koppels waarin de aanwezigheid van PRRSv niet is vastgesteld met betrouwbare diagnostische methoden. Bijwerkingen: Zeer vaak kunnen lichte voorbijgaande stijgingen van de lichaamstemperatuur (niet meer dan 1,5 °C) worden waargenomen na vaccinatie. De temperatuur keert terug naar de normale waarde zonder aanvullende behandeling na 1 tot 3 dgn. Reacties op de injectieplaats komen zelden voor. Een milde voorbijgaande zwelling of roodheid van de huid kan waargenomen worden. Dit verdwijnt spontaan zonder enige aanvullende behandeling. Dosering: Eénmalige intramusculaire injectie van één dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. REG NL 115061 UDD. Voor meer informatie: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com, www.boehringer-ingelheim-ah.nl, +31(0)725662411.


voorwoord

TOPPRESTATIES Als ik dit schrijf, ligt de sportzomer nog vers in mijn geheugen. Weet u nog, die prachtige medailles bij het wielrennen, het zeilen en het turnen tijdens de Olympische Spelen? Ik vind het mooi hoe sporters het uiterste uit zichzelf halen om topprestaties te leveren. Dat doen ze allang niet meer door enkel keihard te trainen. Het verzamelen van data wordt in topsport steeds belangrijker: denk aan data over bloedwaarden, over herstelvermogen en over spiergroei. Alleen als je kerngezond bent, kun je optimaal presteren. Vandaar dat atleten hun gezondheid voortdurend monitoren. Wat voor sporters geldt, gaat ook op voor varkens. Om echt succesvol een varkensbedrijf te runnen, moet de gezondheid van de dieren top zijn. Ook varkens houden is topsport. Het verzamelen van data kan in de varkenshouderij een belangrijke rol spelen, betoogt Theo Duteweerd op de achterpagina van deze Varken.

Hij wil weten of de diergezondheid kan worden verbeterd als je verbanden kunt leggen tussen allerlei meetgegevens, bijvoorbeeld tussen de voeropname en de hoeveelheid ammoniak in de stal of tussen gewicht en waterverbruik. Ook diervoederbedrijf ForFarmers probeert door data te combineren handvatten te bieden voor adviezen over voeding en gezondheid op varkensbedrijven. Voor hun instrument DELTAScore doet GD analyses van bloedmonsters en eiwitten. Het levert allemaal informatie op over hoe gezond dieren zijn. Dergelijke monitoring wordt in de toekomst alleen maar belangrijker, voorspelt GD-dierenarts Manon Houben in het verhaal over de DELTA-Score (op pagina 8 tot en met 11). Alleen gezonde varkens kunnen optimaal presteren. Vroegtijdige monitoring en dataverzameling helpen daarbij. Gouden medailles worden er niet uitgereikt, maar een gezond en florerend bedrijf is ook een beloning van olympische omvang. Laten we gaan voor topprestaties! Alfred van Lenthe, sectormanager varken

inhoud

04 Actueel 07 Zoektocht naar PRRS-vaccins Bereikbaarheid

08 DELTA-Score: data verzamelen voor

U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.

Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten.

voer- en gezondheidsadvies

08

bij biggen

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

14 Uit het lab: calciumstofwisseling 16 Samenleving: leerbedrijf Bert Pappot

COLOFON Varken is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Alfred van Lenthe, Theo Geudeke, Monica van Eelen en Eva Onis | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Paul de Kuyper | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Abonnementen Varken wordt gratis toege­zonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (vier nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 15,55 euro (excl. btw en verzendkosten) | Advertenties PSH Media Sales, T. 0314-35 58 00 | Verschijnings­frequentie vier keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875-2594 ADRESWIJZIGINGEN: bel 0900 1770 (lokaal tarief)

13 Monitoring: aangeboren afwijkingen

18 Onderzoek: vitaliteit bij zuigende biggen

14

23 De boer op: snuffelziekte 24 Diergezondheid volgens Theo Duteweerd

24

Varken, september 2016 - 3


Spoedtest PRRS

Groot diergeneeskundig congres in Dublin

Naast sperma kunnen varkenshouders en dierenartsen nu ook bloedmonsters binnen 24 uur laten onderzoeken op het PRRS-virus. Dit onderzoek kunt u aanvragen met de ‘spoeddoos’, die GD apart in behandeling neemt in het laboratorium. GD gebruikt een PCR-test om een PRRSinfectie aan te tonen in bloed. Deze test geeft bovendien aan of het om een virusstam van het Europese of het Amerikaanse type gaat. Daarnaast is het mogelijk om het virus verder te typeren via ‘sequentieanalyse’: het in kaart brengen van de genetische verwantschap met bekende virusstammen. Zo wordt duidelijk of het om een vaccin- of een veldvirus gaat en of het virus nieuw is op het bedrijf. Als het om een nieuwe stam blijkt te gaan, is het belangrijk om te achterhalen wat de introductieroute was. De spoeddoos is verkrijgbaar via www.gdwebshop.nl.

Samen werken aan diergezondheid

Wat vindt u van de Varken?

REPORTAGE

Meten is weten: data verzamelen over voeding en gezondheid

Aangeboren afwijkingen bij biggen

4 - Varken, september 2016

(management), volksgezondheid (risico van resistente bacteriën) en welzijn. Opvallend veel bijdragen waren gewijd aan bigvitaliteit, een onderwerp dat in Nederland hoog op de agenda staat. Niet alleen vanwege de bedrijfseconomische en diergeneeskundige aspecten van biggenuitval, maar ook politiek. Verrassend weinig bijdragen hadden betrekking op kreupelheid terwijl daarover steeds meer vragen gesteld worden aan de GD Veekijker. De bijdrage van GD-dierenartsen bestond uit een lezing over speenbeschadigingen op een zeugenbedrijf en vijf posterpresentaties.

GD-magazine - september 2016 - nummer 83

varken

MONITORING

Het grootste congres voor varkensdierenartsen ter wereld vond in juni plaats in Dublin in Ierland. De International Pig Veterinary Society (IPVS) en het European Symposium for Porcine Health Management (ESPHM) hadden de handen ineen geslagen. In totaal konden de ongeveer 3500 congresganger kiezen uit 117 lezingen om bij te wonen. Ook werden er ruim 950 posters gepresenteerd. De besproken onderwerpen geven een goed beeld van waar de nadruk binnen de varkensgezondheid de komende tijd waarschijnlijk op zal liggen: op bedrijfsgezondheid

ONDERZOEK

De zoektocht naar een PRRS-vaccin

Varkenshouders hebben bij deze Varken een brief ontvangen met een uitnodiging om mee te doen aan ons lezersonderzoek. Laat ons weten wat u van ons blad vindt! Zo kunnen wij het continu verbeteren. Deelnemers maken kans op een salmonellascreening voor pas opgelegde biggen. Ga naar www.gddiergezondheid. nl/lezersonderzoek om uw mening te geven. Meedoen kan tot 28 oktober.

Bent u dierenarts? Dan hopen we dat u binnenkort deelneemt aan het lezersonderzoek voor dierenartsen. Informatie hierover ontvangt u met de nieuwsbrief Veterinair. Uiteraard mag u ook beide enquêtes invullen. MEER OVER HET LEZERSONDERZOEK WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ LEZERSONDERZOEK


actueel

Gezonde start op de LIV

Keurmerk zoönosen

Komt u ook naar de LIV op 25 tot en met 27 oktober in Hardenberg? Dan ontmoeten wij u graag bij onze stand. Dit jaar is ons thema ‘een gezonde start’ en daarom introduceren we speciaal tijdens de LIV onze nieuwe Biestcheck. De GD-medewerkers in onze stand vertellen u met veel plezier alles over het belang van een goede biestopname door jonge biggen en hoe u daar met onze check meer grip op kunt krijgen. Maar ook voor andere diergezondheidsvragen kunt u aanschuiven aan de picknicktafel in onze stand. En natuurlijk hebben we weer een leuke prijsvraag, waarbij uw deelname beloond wordt met een leuke gadget die volledig in het teken staat van een gezonde start van uw dag. Houd voor meer informatie onze website en - als u lid bent van de e-mailnieuwsbrief GD Actueel Varken - uw mailbox in de gaten. Graag tot ziens in Hardenberg!

Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn. Steeds vaker worden dierhouders waarbij de dieren contact hebben met mensen geconfronteerd met de vraag welk risico de dieren vormen voor de bezoekers. Om aan te tonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en de kans op besmetting te beperken, bestaat het GD Keurmerk Zoönosen. Samen met uw dierenarts vult u een checklist in. Die lijst levert een score op per onderdeel en punten die voor verbetering in aanmerking komen. Bij een score van 60 procent of hoger ontvangt uw bedrijf een keurmerkbordje met daarop de keurmerkzegel voor dat jaar. Wie zich nog in 2016 aanmeldt voor het Keurmerk Zoönosen, betaalt pas vanaf 2017. MEER OVER KEURMERK ZOÖNOSEN WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ZOONOSEN

Najaarsverwerpen Zeugenbedrijven kunnen in de herfstmaanden geconfronteerd worden met najaarsverwerpen, waarbij vruchtjes verloren gaan rond de 3 à 4 weken dracht. Vooral na een erg warme zomerperiode is de kans hierop groot. De zeugen zijn daarbij zelden of nooit ziek en de meeste worden een paar dagen later gewoon berig. Om dit probleem zo veel mogelijk te beperken zijn onder andere de volgende maatregelen nodig: • voergift na dekken omhoog naar 3 kilo en bij grote zeugen zelfs naar 3,5 kilo; • stalklimaat in de wachtstal goed in de gaten houden. Is er (bijvoorbeeld ’s morgens vroeg) sprake van koude luchtval of tocht?; • een strak en constant dag-nachtritme in de wachtafdeling, hetzelfde schema als in de dekstal (bijvoorbeeld van 6.00 tot 22.00 uur).

Varken, september 2016 - 5



Tom Duinhof, Paul Franssen en Theo Geudeke, dierenartsen varken

FIGUUR: VARIATIE VAN EUROPESE PRRS-VIRUSSEN IN NEDERLAND Deze zogenaamde fylogenetische boom (een virusstamboom) laat de onderlinge verwantschap tussen PRRS-virussen zien. Elk bolletje is een ander virus. Hoe langer de lijnen tussen de stammen, hoe minder de verwantschap is. Dat PRRSvirussen in het veld continu veranderen blijkt uit de gevonden stammen: de donkergroene bolletjes dateren uit 2014 en 2015, de lichtgroene bolletjes zijn gevonden in de jaren 2010 - 2013. De lichtblauwe en donkerblauwe bolletjes zijn de Europese vaccinvirussen.

Wat zegt deze vergelijking? In de figuur staan vier rood/oranje virusstammen van één bedrijf die in 2015 zijn getypeerd. Deze boom laat zien dat drie stammen identiek zijn (oranje bol met drie punten) en één stam (rood) zeer verwant is met deze drie stammen. Dit betekent dat in deze periode geen nieuw virus van buiten is geïntroduceerd, maar dat het aanwezige virus zich binnen het bedrijf heeft verspreid. Ook laat de boom zien dat deze vier virusstammen geen vaccinvirusstammen zijn, want ze liggen ver van de blauwe vaccinvirussen.

wetenschap

ZOEKTOCHT NAAR VACCINS TEGEN PRRS Een van de belangrijkste infectieziekten bij varkens is PRRS. Bij gebrek aan een therapie is preventie noodzakelijk en daarbij is een vaccin een goed hulpmiddel. Maar een echt goed vaccin tegen PRRS ontwikkelen valt, 25 jaar na de ontdekking van het virus, nog niet mee. Wat is het probleem en hoe staat de wetenschap ervoor? Een lastige eigenschap van het PRRS-virus is dat het continu verandert. Daarbij is nog steeds niet exact duidelijk welk deel van het virus nou echt verantwoordelijk is voor het ontstaan van de ziekteverschijnselen en of daarin verschillen bestaan tussen uiteenlopende virusstammen. Het afweersysteem van varkens heeft moeite met de bestrijding van het virus, onder andere doordat het virus zelf het afweersysteem beïnvloedt. Varkens maken weliswaar afweerstoffen tegen PRRS, maar ze doen daar nogal lang over als je het vergelijkt met de aanmaak van afweerstoffen tegen veel andere virussen. Als een varken een goede afweer heeft opgebouwd tegen een bepaalde variant van het PRRS-virus dan is nog niet zeker dat ook tegen andere varianten voldoende afweer is ontstaan (kruisbescherming). Daarom is ook niet van tevoren te voorspellen welk van de drie in Nederland beschikbare levende vaccins het meest (kruis)bescherming oproept tegen de PRRS-veldvirusstammen die op een bedrijf circuleren, ook niet als die veldstammen volgens een genetische vergelijking (zie onderstaande voorbeeld) nauw verwant zijn aan het vaccinvirus. Bij de afweer spelen bovendien naast afweerstoffen nog andere mechanismen een rol. De ontrafeling vordert gestaag, maar er is nog veel te ontdekken aan het PRRS-virus. Levend vaccinvirus Tot nu blijkt een vaccin het effectiefst als het een verzwakt levend virus is. Verbetering van de kruisimmuniteit is echter een grote uitdaging. Daar wordt hard aan gewerkt. Een mogelijkheid die onderzocht wordt, is om de algemene ziekmakende onderdelen (subunits) van het PRRS-virus in te bouwen in een ander virus dat zelf niet schadelijk is voor varkens. Maar dan is eerst meer zekerheid nodig over de juiste sub-units. Andere onderzoekers hebben een kunstmatig PRRS-virus ‘in elkaar gezet’ met zo veel mogelijk eigenschappen van zo veel mogelijk bestaande virussen. Op basis daarvan kan in de toekomst een vaccin gemaakt worden met meer kruisimmuniteit ten opzichte van verschillende bestaande veldvirussen. Daarbij moet voorkomen worden dat een verzwakt levend virus zich na verloop van tijd weer ontwikkelt tot een agressieve variant.

Varken, september 2016 - 7


“We willen varkenshouders helpen met verbeterpunten voor gezondere dieren, hogere groei en lagere voederconversie�

Varkenshouder Luc Rotink uit Groenlo (530 zeugen, 5000 vleesvarkens) heeft al twee keer de DELTA-Score laten uitvoeren en wil dat jaarlijks gaan doen, bespreekt hij met Patricia Beckers van ForFarmers.

8 - Titel, maand JAAR


reportage

DATA OVER VOEDING EN GEZONDHEID IN DELTA-SCORE

Alles meten, net als in Formule 1 Vleesvarkenshouders beschikken over grote hoeveelheden data: van groeicijfers tot uitslagen van bloedonderzoek. Maar wat zeggen al die individuele getallen? ForFarmers combineert de data in DELTA-Score, een instrument waarmee een voervoorlichter samen met de dierenarts advies geeft over de voeding en gezondheid op varkensbedrijven. GD doet de laboratoriumtesten hiervoor. “Ik vergelijk de vleesvarkenshouderij vaak met de Formule 1: het draait om rondesnelheid. Groot verschil is dat in de autosport echt alles wordt gemeten. Je ziet precies wanneer een coureur zijn versnellingsbak in de vernieling gaat rijden. Bij vleesvarkens meten we ook, maar er wordt nog niet zo veel gemonitord”, zegt varkensdierenarts Rutger Jansen. Daarom begon diervoederbedrijf ForFarmers, samen met Boehringer Ingelheim, anderhalf jaar geleden de ontwikkeling van DELTAScore. Het is een meetinstrument dat varkenshouders meer inzicht geeft in hoe hun bedrijf presteert en hoe ze het rendement kunnen verbeteren. Die informatie wordt gekoppeld aan een advies over gezondheid en voerbenutting. Varkenshouders en dierenartsen krijgen al van veel kanten cijfers over de prestaties en gezondheid van vleesvarkens. Van de slachterij krijgen bedrijven data over bijvoorbeeld het karkasgewicht en karkasafwijkingen, zoals (oude) ontstekingshaarden die wijzen op longontstekingen. Via de dierenarts beschikken ze over bloeduitslagen. En uit de eigen bedrijfsvoering kennen de ondernemers de cijfers van de voederconversie. Maar veelal gaat het om versnipperde informatie, benadrukt Patricia Beckers, die hoofd nutritie en innovatie varkens is bij ForFarmers. “De afzon-

Varken, september 2016 - 9


Volgens Patricia Beckers is DELTA-Score nog niet af. “Eigenlijk is het product voortdurend in ontwikkeling.”

derlijke getallen heeft iedereen, maar de samenhang ontbreekt. Wat betekenen al die cijfers nou voor de gezondheid van de varkens?”

test meet bepaalde eiwitten (‘biomarkers’) in het bloed die iets zeggen over de algehele gezondheidsstatus van een varken (zie eveneens kader op pagina 11).

Vijf soorten informatie In DELTA-Score worden vijf verschillende soorten gegevens in één model ingevoerd. Ten eerste zijn dat cijfers over spier- en spekdikte van een varken van de slachterij. Ten tweede zijn dat data over de groei van de varkens, de voederconversie en de uitval op een bedrijf. Het derde onderdeel in het model zijn de karkasafwijkingen aan longen en lever. De vierde poot van de score gaat om bloedonderzoek naar zeven veelvoorkomende ziekteverwekkers op varkensbedrijven. Dit onderzoek gebeurt in de laboratoria van GD (zie kader op pagina 11). Ook onderzoekt GD de door dierenartsen ingezonden bloedmonsters die gebruikt worden voor het vijfde en laatste onderdeel: de Pig-MAP. Die

Bedrijfsprestaties verbeteren Uit dat model komt een grafiek waaruit de varkenshouder kan aflezen hoe zijn bedrijf scoort op elk van de vijf punten ten opzichte van vergelijkbare varkensbedrijven. Daaraan koppelt ForFarmers een advies over hoe het bedrijf zich kan verbeteren. Inmiddels doen zo’n 150 varkensbedrijven mee met DELTA-Score. Samen leveren ze bijna 1,4 miljoen vleesvarkens per jaar af. Dat levert een schat aan data op, zeggen Beckers en Jansen. Zo laten de gegevens in de database van DELTA-Score volgens hen al een verband zien tussen de groei van vleesvarkens en de spier- en spekdikte bij de slachterij. “Wij kunnen aan de hand daarvan kijken hoe we het voerpakket voor de varkenshouder verder kunnen optimaliseren”, aldus Beckers. Een ander voorbeeld uit DELTA-Score is het effect van de aanwezigheid van het PRRS-virus op een bedrijf. “Varkens op die bedrijven hebben meer kans op longontsteking, hebben een hogere voederconversie en groeien gemiddeld 30 tot 60 gram per dag minder dan varkens op PRRS-vrije bedrijven”, aldus

“Bij vleesvarkens wordt nog niet zo veel gemonitord” 10 - Varken, september 2016


reportage

Paul de Kuyper, redacteur

GD en DELTA-Score

“Monitoring in toekomst steeds belangrijker” In laboratoriumonderzoek zien we een verschuiving van het ‘klassieke’ onderzoek, dat gericht is op het opsporen van ziekteverwekkers, naar het in kaart brengen van biomarkers. Biomarkers zijn bijvoorbeeld eiwitten die iets algemeens zeggen over de gezondheidsstatus van een dier. Er zijn verschillende biomarkers, een voorbeeld is de acutefase-eiwitten. Acutefase-eiwitten zijn de eerste reactie van het lichaam op een beschadiging of een infectie. Hun aanwezigheid zegt dus niets over een specifieke ziekte, maar over de reactie van het lichaam. “Eigenlijk zijn biomarkers de vertaling van de krul in de staart naar bloedonderzoek”, zegt Manon Houben, hoofd van de varkensdierenartsen bij GD. Bloedtesten In het GD-lab worden de acutefase-eiwitten gemeten in de zogenaamde Pig-MAP, een test om biomarkers aan te tonen in bloed. Die informatie geeft varkenshouders al veel inzicht in hoe gezond hun dieren zijn. Daarom gebruikt ForFarmers de uitkomsten van Pig-MAP ook voor DELTA-Score. Daarnaast voert GD voor DELTA-Score de (‘klassieke’) bloedtesten uit. Dierenartsen nemen hiervoor het bloed af bij

vleesvarkens die naar de slacht gaan. Gekeken wordt of de dieren in het afgelopen halfjaar antistoffen hebben aangemaakt tegen zeven veelvoorkomende ziekteverwekkers. Vijf daarvan betreffen de gezondheid van de luchtwegen: PRRS, influenza (griep), het circovirus en Mycoplasma hyopneumoniae en App (belangrijke oorzaken van longontsteking). De twee andere bloedtesten sporen bacteriën op die iets zeggen over de darmgezondheid van varkens: salmonella en Lawsonia intracellularis. Monitoring Manon Houben verwacht dat in de toekomst dit ‘klassieke’ bloedonderzoek steeds vaker wordt gecombineerd met informatie over biomarkers. GD werkt in monitoringsprogramma’s samen met verschillende partners, omdat het labonderzoek van GD kan helpen inzichtelijk te maken wat er op een bedrijf speelt. “DELTA-Score is een van de instrumenten om dit voor vleesvarkens in kaart te brengen. Monitoring zal in de toekomst alleen maar toenemen. Bedrijven groeien, en de vinger aan de pols houden wordt daarom steeds belangrijker. Ons labonderzoek ondersteunt dat.”

Beckers. In totaal loopt de varkenshouder daardoor jaarlijks 30.000 tot 35.000 euro inkomsten mis, rekent ze voor. “Onze voervoorlichter, de varkenshouder en zijn dierenarts kunnen met deze uitkomsten om tafel om te kijken of we iets in de voerschema’s kunnen aanpassen en of we PRRS kunnen aanpakken.” Langs de meetlat DELTA-Score is nog niet af, eigenlijk is het product voortdurend in ontwikkeling, vertelt Beckers. Momenteel onderzoekt ze bijvoorbeeld het verband tussen de biosecurity op een bedrijf en de groei van de varkens. Eerste resultaten wijzen erop dat vleesvarkens beter groeien als er meer aandacht is voor interne en externe biosecurity op een bedrijf. En zo zijn er meer dwarsverbanden die ForFarmers nog wil leggen. “Met als doel dat de prestaties van een bedrijf omhoog gaan”, aldus Beckers. “We willen varkenshouders helpen met het vinden van verbeterpunten voor gezondere dieren, een hogere groei en een lagere voederconversie.” Nu is het nog toekomstmuziek, maar ze zou het mooi vinden als een bedrijf twee keer per jaar langs de meetlat kan worden gehouden. Als dat lukt gaat een varkenshouder in de toekomst - als het op meten aankomt - iets meer lijken op een formule 1-coureur.

Varken, september 2016 - 11


• 1-shot mycoplasma vaccin • Langdurige bescherming, tot 26 weken na vaccinatie

Ref: 2016/SW-010

• Unieke M. hyo stam, specifiek geselecteerd door Ceva • ImuvantTM adjuvans zorgt voor brede en krachtige stimulatie van het immuunsysteem HYOGEN® J5 – emulsie voor injectie voor varkens Samenstelling per dosis (2ml): Werkzaam bestanddeel: Geïnactiveerde Mycoplasma hyopneumoniae, stam 2940, min. 5,5 ELISA eenheden/ml*; Adjuvantia : Licht vloeibare paraffine 187μl, E. coli J5 LPS 118438.000 Endotoxine eenheden; Hulpstoffen: Thiomersal 50μl ; * Gemiddelde antilichaamtiter – uitgedrukt in M. hyopneumoniae ELISA eenheden - verkregen 28 dagen na de immunisatie van konijnen met een halve varkensvaccin dosis (1ml). • Doeldiersoort: Varken (vleesvarken). • Indicaties: Voor de actieve immunisatie van vleesvarkens vanaf een leeftijd van 3 weken, ter vermindering van het optreden en de ernst van longletsels veroorzaakt door Mycoplasma hyopneumoniae infectie. Aanvang van immuniteit: 3 weken na de toediening van het vaccin. Duur van de immuniteit: 26 weken na vaccinatie. • Contra-indicaties: Geen. • Dosering en toedieningswijze: voor intramusculaire toediening. Vaccineer de varkens aan de zijkant van de nek. Dien een dosis van 2 ml toe vanaf de leeftijd van 3 weken. De beschikbare gegevens zijn niet voldoende om de interactie van maternale antilichamen met de opname van het vaccin uit te sluiten. Interactie met de maternale antilichamen is bekend en moet in overweging worden genomen. Het wordt aangeraden om de vaccinatie bij biggen met een resterende MDA op de leeftijd van 3 weken te vertragen. Goed schudden voor gebruik. Gebruik een steriele spuit en naald, respecteer de aseptische voorwaarden van vaccinatie. • Bijwerkingen: Op de dag van vaccinatie is een tijdelijke toename van de lichaamstemperatuur van gemiddeld 1,3°C heel gebruikelijk. Bij een individueel varken kan deze toename 2°C bereiken, maar in alle gevallen is de lichaamstemperatuur weer normaal de volgende dag. Een lokale reactie op de injectieplaats in de vorm van een zwelling met een diameter tot 5 cm is normaal en kan drie dagen duren. Deze reacties zijn van voorbijgaande aard en er is geen verdere behandeling nodig. Milde overgevoeligheid-achtige reacties kunnen soms voorkomen na vaccinatie, resulterend in voorbijgaande klinische symptomen zoals braken. Deze klinische symptomen verdwijnen normaal gesproken zonder behandeling. • Wachttermijn: Nul dagen. • Vergunninghouder: NL: Ceva Santé Animale B.V., Tiendweg 8c, 2671 SB Naaldwijk ; BE: Ceva Santé Animale NV, Metrologielaan 6, 1130 Brussel • Vergunningsnr: NL: REG NL 114985 ; BE: BE-V474524 • Kanalisatie: NL: UDD ; BE: Op diergeneeeskundig voorschrift


Theo Geudeke, dierenarts varken

monitoring

Aangeboren afwijkingen bij biggen Een aangeboren afwijking die wat vaker voorkomt is ‘trilbiggen’. Als daarbij bepaalde microscopische afwijkingen te zien zijn aan de zenuwcellen, dan wordt al snel gedacht aan een infectieziekte. Berucht zijn de ziekte van Aujeszky en varkenspest, maar meestal gaat het om andere virussen. Vorig jaar is zowel in de Verenigde Staten als in Nederland een sterk verband gelegd tussen trillen van biggen en een tot nu toe onbekend virus dat heel in de verte verwant is met het varkenspestvirus. Dit ‘nieuwe’ virus (APPV) komt vermoedelijk op grote schaal voor bij varkens, maar meestal bouwen ze bijtijds voldoende afweer op. Inmiddels is duidelijk geworden dat experimentele infecties met dit virus inderdaad kunnen leiden tot trilbiggen. In de VS is een PCR-test ontwikkeld om dit APPV-virus aan te tonen.

Een doel van de monitor van de varkensgezondheid is onder andere opsporen van bijzonderheden. De Veekijker en de afdeling pathologie van GD zijn daar zeer geschikt voor omdat dierenartsen en veehouders vooral over opvallende gezondheidsproblemen bellen of dieren met een opmerkelijk ziektebeeld insturen voor onderzoek. Een voorbeeld: heel soms ziet men op een zeugenbedrijf een toename van aangeboren afwijkingen bij biggen. Begin 2016 kreeg de Veekijker een vraag over een zeugenbedrijf waar al langere tijd iets te veel biggen werden geboren met aangeboren misvormingen. Uit de aard van de afwijkingen is meestal af te leiden in welke fase van de dracht die ontstaan: in dit geval voor de vijfde week van de drachtigheid. Afwijkingen die ontstaan in de vroege dracht geven vooral problemen in de hersenen of het ruggenmerg. Gemiddeld komt dit slechts voor bij 0,05 procent van de geboren biggen. In de literatuur zijn zeer veel oorzaken te vinden van misvormingen, zoals bepaalde medicijnen, infecties of vergiftigingen. Maar ook iets eenvoudigs als hittestress bij de zeug in de vroege dracht kan leiden tot afwijkingen bij de ongeboren vruchten.

Let op: biggen hebben een beperkte energiereserve bij de geboorte en als de omgeving te koud is, gaat het snel mis, vooral bij biggen met een laag geboortegewicht. De biggen liggen dan te rillen van de kou. De energievoorraad van biggen en het geboortegewicht zijn te beïnvloeden door de voeding van de zeug.

Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van EZ, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Varken, september 2016 - 13


Onderzoek naar botstofwisseling Een goede calciumstofwisseling is voor varkens van levensbelang. Niet alleen voor de opbouw van botten bij jonge biggen en vlees- en opfokvarkens, maar ook voor een vlot werpproces en het snel op gang komen van de melkproductie. Voor pasgeboren biggen is het cruciaal dat ze snel biest opnemen met daarin afweerstoffen tegen ziekteverwekkers. In het GD-lab gebruiken we speciale biochemische testen om de botstofwisseling en de afweer te meten. Labonderzoek voor varkenshouders betekent vaak dat GD ziekteverwekkers of antistoffen tegen de ziekteverwekker opspoort. Maar varkensbedrijven kampen ook met gezondheidsproblemen die niet door een bacterie, een virus of een parasiet worden veroorzaakt. Denk aan vergiftigingen door mestgassen of met nitriet verontreinigd water. Ook stofwisselingsziekten zijn zo’n probleem, bijvoorbeeld de calciumstofwisseling, belangrijk bij de vorming van sterke botten. GD heeft speciale testen in huis om de stofjes osteocalcine (OC) en C-telopeptide (CTx) aan te tonen in bloed. Osteocalcine is gerelateerd aan botopbouw, C-telopeptide juist aan botafbraak. Bot is een heel dynamisch weefsel, dat continu bezig is met opbouw, afbraak en vernieuwing. Dat kun je meten met OC en CTx. GD heeft veel onderzoek gedaan naar deze testen waardoor veel kennis is ontwikkeld over de interpretatie. Calcium mobiliseren Jonge, groeiende varkens zijn als het goed is vooral bezig met botopbouw. In hun bloed zit een hoog OC-gehalte. Zeugen vertonen rond het werpen juist een tijdelijke periode van botafbraak. Zij hebben namelijk heel snel voldoende calcium nodig. Calcium zorgt dat de melkproductie op gang komt en dat bij het werpen de baarmoeder goed samentrekt. Het calcium mobiliseren drachtige zeugen gedeeltelijk uit hun botten. De botafbraak mag niet te vroeg voor het werpen beginnen en niet te lang doorgaan na het werpen, want dan krijgen ze slappe botten met risico op kreupelheid. Met een zogenaamde ELISA-test kunnen in bloedmonsters van zeugen de concentraties van OC en CTx worden gemeten. Voor beide stoffen moet je een aparte test doen. Deze metingen zijn

14 - Varken, september 2016

vrij arbeidsintensief. Je wilt namelijk niet alleen weten Ăłf deze stoffen aanwezig zijn in het bloedmonster, je wilt ook precies vaststellen hoe hoog de concentratie is. Met de uitkomsten kun je de verhouding tussen OC en CTx bepalen. Hoe groter het verschil tussen de hoeveelheid osteocalcine en C-telopeptide, hoe sterker de botopbouw is. Kruipt het CTx-gehalte richting de hoeveelheid OC in het bloed, dan is er sprake van botafbraak. Uit onderzoek van GD blijkt dat als het werpen van de biggen lang duurt (meer dan 4 uur), in het bloed van de zeug de verhouding tussen OC en CTx zich rond het werpen minder goed aanpast aan de omstandigheden. Afweerstoffen meten Niet alleen voor een zeug is een goede calciumstofwisseling van belang, ook voor haar biggen is die cruciaal. Is de botstofwisseling niet in orde, dan is de kans groot dat het werpen te lang duurt. De laatste biggen uit de worp zijn dan te lang onderweg. Ze zijn slap en krijgen geen biest binnen omdat ze te uitgeput zijn om te drinken. Een slechte calciumstofwisseling bij de zeug kan dus indirect leiden tot een hogere biggensterfte. De varkenshouderij wil die biggensterfte terugdringen en de bigvitaliteit bevorderen. Een big moet voldoende biest opnemen na de geboorte, omdat hier de noodzakelijke afweerstoffen in zitten tegen allerlei ziekteverwekkers.

De roze reactievloeistof wordt in de ELISA-test gebruikt om aan te tonen of er osteocalcine (OC) in het bloed aanwezig is en of er dus sprake is van botopbouw bij het varken.


uit het lab

Paul de Kuyper, redacteur

1

2

5

4 1. De Synchron, het apparaat waarin serummon-

reagens en het serum in een cuvet, een klein

heid van veel verschillende stoffen.

rechthoekig buisje. De Synchron leest automa-

2. In een gelbuisje worden de gestolde rode bloedcellen (onderin) gescheiden van het serum (de vloeistof bovenin) door een gellaagje (in het midden).

tisch de kleur van de gereageerde vloeistof in de cuvetten af. 5. De Synchron geeft per onderzochte stof grafisch weer hoeveel van de stof in het

3. In de Synchron kunnen 59 cartridges met

3

4. Het apparaat pipetteert met naalden het

sters kunnen worden getest op de aanwezig-

serummonster aanwezig was.

kleurreagens (reactievloeistof) om verschillende stoffen aan te tonen.

Synchron Om te onderzoeken of biggen inderdaad genoeg afweerstoffen hebben binnengekregen via de biest, kan GD de hoeveelheid IgG (Immuno Globuline type G, een belangrijke afweerstof) meten in het bloed. Voor die meting gebruikt GD een zogenaamde clinical chemistry analyzer: de Synchron DxC600. Voor analyse in dit apparaat wordt een bloedmonster genomen dat eerst gestold is. Door het bloed te centrifugeren, kun je de rode en witte bloedcellen scheiden van de vloeistof. Deze vloeistof heet serum; dit serum gaat in de Synchron. 350 testen per uur Het serummonster kan in de Synchron op een scala van 25 stoffen tegelijk worden getest. Het apparaat werkt bovendien erg snel: in een uur kan de Synchron 350 testen uitvoeren. In het

apparaat zitten cartridges met vloeistoffen die in een reactie met serum bepaalde kleuren geven. Aan de kleurintensiteit kunnen de analisten aflezen hoeveel van de gezochte stof in het monster aanwezig was. Veelvoorkomende stoffen die onderzocht worden zijn calcium, magnesium, fosfor en glucose.

Pakket Calciummetabolisme Met het pakket Calciummetabolisme krijgt u inzicht of zeugen rond het werpproces problemen hebben met de calciumstofwisseling. Ook kan het nuttige informatie opleveren bij bepaalde gevallen van kreupelheid. U vindt dit pakket onder artikelnummer 10286 in de GD-webshop: www.gdwebshop.nl.

Varken, september 2016 - 15


BERT PAPPOT ONTVANGT CHINESE STAGIAIRS

Praktische tips op leerbedrijf Eibergen Varkenshouder Bert Pappot ontving voor de zomer vier Chinese stagiairs die een opleiding volgden bij GD Academy. Zijn leerbedrijf zal in de toekomst vaker bezoekers via de cursussen van GD ontvangen. “Je merkt dat buitenlandse gasten vaak basiskennis missen. Ik hoop dat ze in zo’n week iets opsteken waarvan ze thuis direct profijt hebben”, aldus de varkenshouder. Varkenshouder Bert Pappot uit Hupsel, een buurtschap bij het Gelderse Eibergen, krijgt regelmatig buitenlandse gasten over de vloer. “Van China tot Amerika, maar ik heb ook Russen en Koreanen op bezoek gehad”, vertelt Bert. “Binnenkort komen er twee Ghanezen en een week daarna acht Engelsen.” Varkenshouderij Pappot - met 400 Topigs-zeugen - doet al zes jaar proeven voor diervoederbedrijven ForFarmers en Nutreco en technologiebedrijf Nedap. Voor de zomer ontving Bert de eerste cursisten via GD: vier Chinezen die de vier weken durende Pig Management Course van GD Academy volgen. Een week daarvan brachten ze door in Eibergen, van ’s ochtends vroeg tot in de avond. Bert: “Ik neem gasten altijd in huis, ze eten mee. Voor Aziaten is dat belangrijk. Ze hebben al aangeboden aan het eind van de week voor mij te koken. Dat is het mooiste wat je kunt bereiken.”

“Van de bezoekers leer ik hoe de varkenshouderij in andere landen reilt en zeilt” 16 - Varken, september 2016

Eenrichtingsverkeer Een trainingsweek bij Pappot bestaat de eerste dagen vooral uit veel eenrichtingsverkeer, vertelt Bert. “Ik vertel in de stallen alles over mijn bedrijf. Wat is de temperatuur van de afdeling, wat is de temperatuur van het water, hoeveel water krijgen de zeugen, hoeveel voer, hoe hoort mest eruit te zien? Ik zorg dat ik veel herhaal. Je merkt dat ze vaak basiskennis missen. Als je niet weet wat de juiste temperatuur van een zeug is, kun je ook niet in de gaten houden hoe ziek een zeug wellicht is.” In het begin geven Aziaten vaak het gewenste antwoord, weet Bert inmiddels uit ervaring. De derde dag van een bezoek vormt vaak een omslagpunt, zo ook bij zijn Chinese gasten die via GD Academy kwamen. Bert: “Dan wordt het contact losser en gaan ze vragen stellen. Ik ben bereid alles te vertellen. Vrijwel altijd bespreek ik met gasten de problemen op hun eigen bedrijf.” Droge mest Dag drie is voor hem meestal ook het moment om dieper in te gaan op bijvoorbeeld de voerschema’s in de groepshuisvesting. Met zijn vier gasten buigt hij zich over aantekeningen en rekenmachines. De varkens van Berts bezoekers blijken last te hebben van droge mest, terwijl de zeugen wel genoeg water krijgen. “Als ik ze vraag naar de kwaliteit van het water, luidt het antwoord uiteraard ‘goed’. Maar als ik hun reactie zie op de vraag of ze het zelf ook zouden drinken, weet ik genoeg”, vertelt de leermeester. “Ik hoop altijd dat bezoekers aan het eind van een week wat hebben opgestoken waarmee ze direct iets kunnen”, vervolgt Bert. “In China hebben ze geen goed voer. Ik heb ze geadviseerd om 3 kilo lactovoer te vervangen door 2 kilo lacto plus 1 kilo muesli, paardenbrokken zeg maar. Daar wordt de mest minder hard van en zo neem je druk op de uiers weg. Hier hebben ze thuis gelijk profijt van. Het zijn kleine dingetjes, maar het helpt wel, en ik heb liever dat ze hiervoor kiezen dan voor antibiotica.”


samenleving

Paul de Kuyper, redacteur

Bert Pappot uit Eibergen heeft regelmatig buitenlands bezoek op zijn varkenshouderij.

Kennis delen Voordat de vier Chinese cursisten op stage gingen bij Pappot, kregen ze eerst colleges van dierenartsen van GD. De kennis die ze op het leerbedrijf opdeden, evalueerden ze ook weer samen met GD-experts. Zowel Jan Willem de Vries van GD Academy als varkenshouder Bert Pappot is enthousiast over de samenwerking. In de toekomst zullen meer GD-cursisten op het varkensbedrijf stage lopen, verwacht De Vries. Bert heeft graag gasten in zijn stallen. “Ik begeleid ook veel studenten van Wageningen Universiteit. Ik vind het interessant om kennis te delen, elk antwoord is het begin van een nieuwe vraag. Chinezen zijn bovendien heel leuke mensen, net als

Russen en Brazilianen trouwens. Van de bezoekers leer ik hoe de varkenshouderij in andere landen reilt en zeilt. Zo steek ik zelf ook wat op van m’n buitenlandse gasten.”

GD Academy GD Academy biedt onder andere cursussen, workshops en op maat gemaakte opleidingen voor dierhouders en dierenartsen uit binnen- en buitenland. Kijk voor het aanbod op www.gddiergezondheid.nl/gdacademy.

Varken, september 2016 - 17


Vitale biggen, beter rendement De fokkerij is zeer succesvol in het vergroten van de toomgrootte. Maar niet altijd leidt dat tot een hoger rendement, aangezien op een deel van de zeugenbedrijven de biggenuitval eveneens is gestegen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de geboren biggen niet voortijdig afhaken? Een blik in de resultaten van zeugenbedrijven leert dat men nogal wat geboren biggen registreert als ‘niet levensvatbaar’. Bovendien is een deel van de biggen dat uitvalt door ‘doodlig-

18 - Varken, september 2016

gen’ in feite evenmin levensvatbaar. De oorzaken van te veel niet levensvatbare biggen zijn legio. Alleen door systematisch alle mogelijke oorzaken te inventariseren is het mogelijk om een vinger achter het probleem te krijgen. Gezondheidsproblemen kunnen incidenteel leiden tot meer niet levensvatbare biggen. Met de nadruk op incidenteel. Infecties die rechtstreeks invloed hebben op de kwaliteit van de geboren biggen zijn bijvoorbeeld PRRS, PCV2 (circovirus) en PPV (parvovirus). Met laboratoriumonderzoek is goed te achterhalen of


Theo Geudeke, dierenarts varken

deze ziekteverwekkers een rol spelen. Ook als zeugen kreupel zijn of ziek door een infectie waar ze hoge koorts van krijgen, is dat ongunstig. Let op: rond het werpen is de lichaamstemperatuur van een zeug variabel en vaak verhoogd; tot 40 graden Celsius is niet abnormaal. Geboortegewicht Het is al vaak onderzocht: biggen met een laag geboortegewicht (minder dan 1000 gram) hebben een verhoogde kans om uit te vallen. Met het groeien van de toomgrootte is het gemiddelde gewicht van de biggen iets gezakt (zie kader onder deze kolom). Het geboortegewicht is ook te beïnvloeden door de voeding voor de zeugen, vooral in het laatste deel van de dracht. Op sommige bedrijven is die voergift aan het einde van de dracht behoorlijk laag uit angst dat de zeug te vet wordt. Te vette zeugen werpen vaak traag, maar te lichte biggen overleven moeilijker. Het is zoeken naar de juiste balans. Naast het gemiddelde geboortegewicht is ook de spreiding van betekenis. Als meer dan 15 procent van de geboren biggen lichter is dan 1000 gram, dan is de spreiding te groot. Die spreiding wordt al goeddeels bepaald in het begin van de dracht: op het juiste moment insemineren is belangrijk en daarbij een vlotte eisprong. Opnieuw speelt voeding hierbij een rol: beperken van het conditieverlies in de voorgaande kraamperiode is cruciaal.

onderzoek

Als biggen na de geboorte te snel afkoelen, raken ze hun energiereserve snel kwijt Daar kan makkelijk iets ontsporen; in het GD-laboratorium kunnen we die processen gericht onderzoeken. Door aanpassingen in de voeding is vaak verbetering mogelijk. Ook verstoring van de vertering in de darm kan een ongunstig effect hebben, bijvoorbeeld als het lactovoer niet goed aansluit bij het drachtvoer. • Stress rond het werpen. Onder invloed van stress stellen zeugen het werpen uit en verloopt het werpen trager. Stress kan veroorzaakt worden door pijn (kreupelheid), door een te korte gewenningsperiode in het kraamhok, door omgang met de zeugen bij het verplaatsen of door onvoorspelbaar toezicht tijdens het werpen. • Een verkeerd stalklimaat: in kraamstallen is het vaak te warm voor de zeug.

Geboorteproces Als het geboorteproces langer dan 6 uur duurt, dan raken zowel biggen als zeug uitgeput. De biggen lopen het risico op zuurstofgebrek waardoor ze verzwakt ter wereld komen. De uitgeputte zeug kan problemen krijgen met het op gang komen van de melkgift. Er bestaan verschillende oorzaken van een traag geboorteproces: • Verstoorde stofwisseling bij de zeug. Rond het werpen vinden in de zeug grote veranderingen plaats in de hormoonregulatie en de energie-, eiwit- en calciumstofwisseling.

Bigvitaliteit De vitaliteit van de geboren biggen hangt voor een groot deel af van het geboortegewicht en van een vlot werpproces. Slappe biggen zijn minder goed in staat om effectief een tepel te vinden. En juist dat is essentieel, aangezien ze zo snel mogelijk biest op moeten nemen voor een goede afweer tegen ziekteverwekkers en voor een goede energievoorziening. Biggen hebben bij de geboorte maar een beperkte interne energievoorraad, die overigens wel enigszins is te beïnvloeden met de voeding van de zeug aan het einde van de dracht. Als biggen na de geboorte te snel afkoelen, dan raken ze hun energiereserve snel kwijt. De biggen liggen letterlijk te rillen van de kou en verkleumen.

Gemiddeld geboortegewicht berekenen en wegen Een vuistregel om het gemiddelde geboortegewicht (in kilo’s) uit te rekenen is: het totaal aantal geboren biggen + 5 delen door het totaal aantal geboren biggen. Bijvoorbeeld: bij een toom van 15 biggen is het gemiddelde gewicht 15 + 5 / 15 = 20 / 15 = 1,33 kg en bij een toom van 20 biggen 20 + 5 / 20 = 1,25 kg. Door biggen te wegen is met deze rekensom een goed beeld te krijgen of de biggen relatief te licht zijn.

Pakket Eiwit- en energiemetabolisme GD heeft een uitgebreid pakket Eiwit- en energiemetabolisme. Dit wordt vaak ingezet wanneer zeugen traag werpen. Bij dit pakket wordt op basis van bloedonderzoek gekeken of en waarom het eiwit- en energiemetabolisme verstoord is. Als de zeug bijvoorbeeld onvoldoende energie benut uit het voer, kunnen voeraanpassingen nodig zijn. U vindt het pakket in de GD-webshop www.gdwebshop.nl onder artikelnummer 10304.

Varken, september 2016 - 19


ALL-ROUND FEEDER

NIEUW

Betere resultaten met de nieuwe all-round feeder van Groba voor gespeende biggen. Copernicusstraat 12 6604 CR Wijchen T +31 (0)24 6414289 www.groba.nl

7 jaar garantie

Happy Bite: geen stress, meer gemak en werkplezier

GD biedt een laagdrempelige manier om de gezondheid van uw varkens in kaart te brengen: speekselonderzoek. Het speeksel is eenvoudig te verkrijgen door speciale touwen boven de hokken op te hangen. Dit betekent dat u met minder arbeid ĂŠn minder stress voor de varkens monsters kunt verzamelen.

LV

VERBAKEL BV Plastic & Stainless steel products

ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE?

GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl

Neem contact op met: Misha Stork T 0314-35 58 32 E misha.stork@pshmediasales.nl I www.pshmediasales.nl

14.184

Kijk voor meer informatie op www.gddierzondheid.nl/happybite


HAAL MEER UIT VEEONLINE Als veehouder bent u dagelijks bezig met diergezondheid. Daar kunt u VeeOnline goed bij gebruiken. Vorige keer is het bedrijfsgezondheidsplan aan de orde geweest. Deze keer het bedrijfsbehandelplan (BBP). U stelt het plan stapsgewijs op, samen met uw dierenarts.

In het bedrijfsbehandelplan legt u samen met uw dierenarts de (genees)middelen vast die toegediend mogen worden op uw bedrijf. Wist u dat het opstellen van het BBP ook eenvoudig via VeeOnline kan? U kunt uw plan daarna opvragen wanneer u wilt. Via VeeOnline is het ook mogelijk om een stalkaart uit te draaien. Een handig overzicht voor op de deur van een afdeling, zodat u meteen ziet welke geneesmiddelen aan de betreffende diergroep toegediend mogen worden.

GA NAAR WWW.VEEONLINE.NL

Varken, september 2016 - 21


Welk rendement houdt uw CDI voor u verborgen? Wist u dat ruim 75% van de CDI-bedrijven de mogelijkheden van hun CDI en daarmee de groeicapaciteiten van hun varkens, onvoldoende benut?

U hebt als vleesvarkenshouder met een Computergestuurde Droogvoer Installatie een zeer sterke managementtool in handen met talloze mogelijkheden. Haalt u de laatste stuiver uit uw CDI? Een stuiver kan, hoe klein deze ook lijkt, per kg geslacht gewicht een groot verschil maken voor uw bedrijf. In slechts 3 stappen naar meer grip op uw resultaat Uw verborgen rendement, het best bewaarde geheim van uw CDI, onthullen wij met CDI XPERT. Met deze doelgerichte maatwerkaanpak voor CDI-bedrijven helpen wij u, in slechts drie stappen, het verborgen rendement zichtbaar en bereikbaar te maken. Voor grip op uw resultaat en een beter rendement.

3 stappenplan

1

Inventarisatie van uw bedrijfsdoelen en -situatie met CDI-Check

2

Analyse en Plan van Aanpak

3

Uitvoering en monitoring

CDI XPERT staat voor: Hogere opbrengsten door grip op karkasverwaarding: • Hoger % vleesvarkens binnen het slachterijconcept; • Grip op de spier/spek-verhouding van uw varkens. Lagere voerkosten door grip op voerkosten, dankzij: • Precieze voergift door een uitgekiende voerstrategie en voerpakket, afgestemd op de dagelijkse behoeften van uw varkens en uw doelstellingen; • Scherpere voerconversie dankzij hoogwaardige, goed opneembare grondstoffen, gemaakt volgens ons unieke Food-For-Feed® procedé en optimale afstemming van de rantsoenen op de behoeften van uw varkens; • Minimale verspilling dankzij bovenstaande punten en een precieze afstelling van de installatie.

10 tips voor een efficiënter CDI-gebruik 1. Voorkom overvoeren. Streef een opbouwende curve na; 2. Zorg voor een goede voeropname in de startfase; 3. Voorkom mengfouten; doseer het grootste component eerst; 4. Houd de componenten voldoende groot om goed te kunnen mengen; 5. IJk de voerinstallatie regelmatig om doseerafwijkingen te voorkomen; 6. Vergelijk het voerverbruik per dag in de TEA-cijfers en vergelijk deze met de voercurve; 7. Zorg dat de deeltjesgrootte van bijproducten groot genoeg is om de bakken fijn af te stellen; 8. Leg borgen, beren, gelten gescheiden op en pas de rantsoenen hierop aan; 9. De slachtkwaliteit van uw varkens moet passen bij de aflevercondities waar u op uitbetaald wordt. Hierop sturen loont; 10. Twijfelt u of u alles uit uw CDI haalt? Neem contact op met Nijsen/Granico voor de CDI Check.

>> Ga voor uitgebreide tips naar: www.cdi-check.nl/tips lees ook de ervaringen uit de praktijk.


de boer op

€5,30 …IS HET SALDOVERLIES PER VARKEN DAT PROGRESSIEVE ATROFISCHE RHINITIS HEEFT

PM-PLUS-VRIJ-PROGRAMMA

In Nederland hebben de meeste fokbedrijven een Pm-plus-vrij Certificaat. Dat wil zeggen dat ze vrij zijn van de bacterie Pasteurella multocida (Pm) die toxinen (daar staat de plus voor) produceert waardoor de neusschelpjes verdwijnen en de bovenkaak van een varken misvormd raakt: snuffelziekte ofwel progressieve atrofische rhinitis (PAR). Daardoor worden varkens extreem gevoelig voor infecties van de luchtwegen en dat gaat ten koste van vooral de groei. Varkens met snuffelziekte groeien per dag 25 tot 100 gram minder met een 0,15 slechtere voederconversie dan niet geïnfecteerde varkens. Omgerekend in euro’s betekent dat dat elk varken met PAR 5,30 euro (2,80 euro tot 7,30 euro) minder opbrengt bij de huidige marktprijzen. Gelukkig is PAR dankzij een intensief ziektevrij-programma en de beschikbaarheid van vaccins in Nederland een zeldzame ziekte geworden.

vraag & antwoord

VRAAG: IS HET ZINVOL TE VACCINEREN TEGEN SNUFFELZIEKTE? ANTWOORD PAUL FRANSSEN, GD-DIERENARTS

Hoewel snuffelziekte (PAR) een zeldzame aandoening geworden is in Nederland, vaccineren vrij veel bedrijven nog tegen ‘snuffel’. Voor een deel zijn dat bedrijven die in het verleden grote problemen hebben gehad met de ziekte. De Pm-plusbacterie kan lang aanwezig blijven op een bedrijf, dus het is ook niet verstandig om zomaar op te houden met enten. Om zeker te weten of de bacterie inderdaad is verdwenen, is onderzoek mogelijk van keel- en neusswabs. Op bedrijven waar langdurig geënt is, komen weinig Pm-plus-bacteriën voor. Slechts een paar monsters onderzoeken heeft als risico dat de bacterie onder de radar blijft. Voor maximale zekerheid is het raadzaam om enkele keren minstens 120 dieren te onderzoeken met tussenpozen van een paar maanden. Dat is erg veel en het advies luidt dan ook om eerst een steek-

proef van bijvoorbeeld veertig tot zestig varkens te onderzoeken. Als daar positieve dieren bij zitten is verder onderzoek niet zinvol. Aangezien de test erg gevoelig is, kunnen monsters gepoold worden. Sommige bedrijven in Nederland, zonder PAR-historie, enten tegen snuffel omdat ze weleens last hebben van niezende biggen. Niezen kan worden veroorzaakt door een virus (Porcine Cytomegalo virus, PCMV) of door een Bordetella-bacterie, waartegen het AR-vaccin ook werkt. Maar niezen kan ook ontstaan door irritatie van het neusslijmvlies door een hoog ammoniakgehalte in de stal. Enten tegen snuffelziekte is dan een erg drastisch middel en vaak onnodig. Alvorens te besluiten varkens te enten, is het altijd raadzaam eerst te onderzoeken of de betreffende ziekteverwekker echt de oorzaak is.

Varken, september 2016 - 23


diergezondheid volgens Theo Duteweerd Al voor Theo Duteweerd in januari van dit jaar de nieuwe manager werd van Varkens Innovatie Centrum (VIC) Sterksel, had hij op zijn eigen vleesvarkensbedrijf in het Overijsselse Lemelerveld veel aandacht voor de herkomst van zijn biggen. Hoe oud zijn ze? Wat is hun geboortegewicht? Wat hun aflevergewicht? “Ik denk dat veel vleesvarkenshouders nooit zijn wezen kijken bij de vermeerderaar. Ik ben wel altijd geïnteresseerd geweest in waar mijn biggen vandaan komen.” Inmiddels is Theo alleen nog eigenaar van zijn bedrijf in Lemelerveld, het management heeft hij overgedragen om zich vol te storten op VIC Sterksel. Hij managet in het onderzoeksbedrijf bijna 400 zeugen en 2400 vleesvarkens en beschikt daarbij over heel veel data van de dieren. “Een voordeel van VIC is dat alle varkens een RFID-chip (een chip die communiceert met radiogolven, red.) hebben. We kennen zo de historie van alle biggen: van geboorte-datum tot aflevergewicht. Dat mis ik nog een beetje in de markt, dit zouden meer varkenshouders moeten doen.” Speerpunt Diergezondheid is een van de speerpunten in het innovatiecentrum. Eerder onderzocht VIC hoe je varkens met langere staarten kunt houden en hoe je door zo weinig mogelijk tomen te mengen de streptokokkendruk laag houdt. Uiteraard heeft gezondheid op het bedrijf zelf ook de hoogste prioriteit: de stallen zijn ingericht in kleurzones met elk eigen hygiënesluizen en er worden alleen dieren aangevoerd van bedrijven die vrij zijn van ziektekiemen zoals het PRRS-virus. “Ons uitgangsmateriaal moet onberispelijk zijn. Als we een onderzoeksproject doen waarin biggen zitten met PRRS dan is de proef natuurlijk moeilijk uitvoerbaar.” Proeftuin Nieuw bij VIC Sterksel is de Proeftuin Varkenshouderij, een experimenteerruimte gericht op dataverzameling. “Hier kunnen we heel veel meten: van het gewicht van de varkens tot het waterverbruik en van de hoeveelheid ammoniak in de stal tot de voeropname. Tussen die data proberen we verbanden te leggen in de hoop dat we straks beter weten wat we doen. Wat betekent het voor de gezondheid van de varkens als we de verzamelde data continu inzetten voor het optimaliseren van het management? Ik denk dat veel bedrijven als het even minder loopt aan een paar knoppen draaien, zonder dat ze precies weten wat dat betekent. Ik zie het als onze taak het koppelen van data verder te ontwikkelen, zodat het bruikbaar wordt voor de hele varkenshouderij.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.