varken
DECIDE-PROJECT
Betere
DECIDE-PROJECT
Betere
Petje af. Voor alle varkenshouders en erfbetreders. In deze tijd waarin er zoveel op de erven speelt en de sector op allerlei verschillende manier in het nieuws komt, zeg ik: petje af. Want wat is er de afgelopen jaren veel veranderd op bedrijven. Neem het antibioticumdossier: ook de meest recente cijfers (over 2022) laten wederom een daling in het gebruik van antibiotica op varkensbedrijven zien. Waarbij een heel duidelijke daling in het gebruik van het alom bediscussieerde colistine zichtbaar is. Ook dát heeft de sector gezamenlijk gerealiseerd. Daar mogen we heel trots op zijn.
En in deze tijd blijven varkenshouders en erfbetreders heel erg betrokken bij onderzoeksprojecten die wij als GD uitvoeren. Inspirerende gesprekken, positief kritische noten, feedback, ideeën en boven alles: enthousiasme. Enthousiasme voor het vak en de dieren.
Iets wat we regelmatig ervaren als het over het onderwerp bigvitaliteit gaat: hoe kunnen we nog meer verbeteringen in bigvitaliteit realiseren? En wat wérkt op de verschillende bedrijven? Het is voor ons, als onderzoeksteam, de uitdaging om toegepaste wetenschap en praktische toepasbaarheid bij elkaar te brengen. En ook dat is dagelijks een leerzame bezigheid. Met elkaar in gesprek blijven gaan, zoals je op de voorpagina kunt zien, inspireert ons. Hartelijk dank daarvoor!
Jobke van Hout, dierenarts afdeling Varken
04 Actueel
Bereikbaarheid
Royal GD is op werkdagen telefonisch bereikbaar via 088 20 25 500.
Tarieven
Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal
Aanmelden: telefonisch 088 20 25 500 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk op. Sectie- en monstermateriaal kan worden gebracht van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
COLOFON
Varken is een uitgave van Royal GD Redactie Manon Houben, Tijs Tobias en Annemieke Medema | Coverfoto Agrio-Pigbusiness, 23 mei Veghel | Eindredactie
Jessica Fiks | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, 088 20 25 500, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Varken wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. | Advertenties Dock35 Media, Jan van de Vis, T. 0314-35 58 60 | Verschijningsfrequentie twee keer per jaar | Suggesties Suggesties voor dit vakblad kunnen worden doorgegeven aan de redactie. Overname van artikelen is uitsluitend toegestaan na toestemming van de uitgever. | Disclaimer Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet aansprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials.
ISSN: 1875-2594
Dit blad niet meer ontvangen of een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 088 20 25 500, of per e-mail. Voor een adreswijziging: klantdata@gddiergezondheid.nl, voor aan- en afmeldingen vakbladen: info@gddiergezondheid.nl.
07 Op zoek naar de oorzaak van kreupele biggen
11 Diergezondheid in de lente, zomer, herfst en winter. Een handige poster
15 Europees DECIDE-project: data inzetten voor verder verbeteren van de varkensgezondheid
18 De PRRS-biosecurityscan gaat van start
20 De Online Monitor: welke oorzaken spelen een rol bij varkensgezondheidsproblemen?
23 Het getal en Vraag & Antwoord
24 Diergezondheid volgens Jeroen Koks
Een gezonde leefomgeving, gesloten kringlopen, gezonde dieren, diervriendelijke houderij, aantrekkelijk verdienmodel, stevige marktpositie en bijdragen aan een beter klimaat. Het zijn de ambities van de Nederlandse varkenshouderij. POV, Rabobank, COV, Nevedi, Topigs Norsvin en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hebben hun krachten gebundeld in de Coalitie Vitale Varkenshouderij (CoViVa) voor een vitale varkenshouderij.
Samen hebben zij vijf ambities geformuleerd:
• Goede zorg voor de leefomgeving
• Centrale positie in de circulaire economie
• Erkende bijdrage aan klimaat- en energietransitie
• Robuuste, gezonde varkens in een diervriendelijke houderij
• Mondiaal koploper in marktgerichtheid en ketensamenwerkin
GD is in opdracht van CoViVa gestart met projecten uit de ambitie ‘Robuuste en gezonde varkens in een diervriendelijke houderij’, denk aan ‘Het Nationaal PRRSplan’ en het bigvitaliteitsproject.
Wil je meer weten over CoViVa? Bekijk dan de website, volg het nieuws van CoViVa via het LinkedIn kanaal: Coalitie Vitale Varkenshouderij (CoViVa) én bekijk onderstaande video.
BEKIJK DE FILM
Kun jij, samen met bijvoorbeeld je dierenarts, een vinkje zetten bij alle punten uit de checklist voor effectieve PRRS-preventie? Dan staan jullie sterk in de strijd tegen PRRS.
Een goede PRRS-preventie is belangrijk om schade door onder andere reproductieproblemen onder zeugen en luchtwegklachten bij gespeende biggen of vleesvarkens te voorkomen. Op veel bedrijven zijn nog verbeteringen mogelijk, blijkt uit onze ervaring. En het is niet toevallig dat deze maatregelen ook effectief zijn om andere ziekteverwekkers aan te pakken. Op onze website vind je meer informatie over PRRS.
WIL JE DE CHECLIST PRRS-PREVENTIE ONTVANGEN?
SCAN DE QR-CODE
Sinds oktober 2021 is in Nederland en andere Europese landen regelmatig vogelgriep vastgesteld bij wilde vogels en pluimveebedrijven. Het betreft momenteel een hoog pathogene H5N1-type dat bij vogels circuleert. Vogelgriep is een virusziekte die meestal zeer acuut verloopt en veel sterfte veroorzaakt bij pluimvee en andere vogelsoorten. Vogelgriep is een zoönose: een ziekte die kan overgaan van dier op mens. Daarom geldt voor AI bij pluimvee een meldplicht. Inmiddels weten we dat zoogdieren ook besmet kunnen raken met het vogelgriepvirus, bijvoorbeeld door het bijten in of eten van geïnfecteerde zieke of dode wilde vogels. Er zijn onder andere besmettingen van vossen, een bunzing en een das vastgesteld en ook honden en katten kunnen ziek worden van vogelgriep. Tot op heden was de meldplicht er uitsluitend voor pluimvee. Nu wordt de meldplicht uitgebreid en geldt voor alle in het wild levende en gehouden zoogdieren, waaronder ook varkens. De meldplicht voor varkens betreft niet de verdenkingen op basis van verschijnselen. De meldplicht geldt wanneer laboratoriumonderzoek op HPAI (subtype H5) positief is, bijvoorbeeld met een PCR- of antistoffentest.
In het Deskundige beraad Zoönosen (DB-Z) is gesproken over het risico van varkens in de epidemiologie van vogelgriep. POV en GD erkennen deze mogelijke risico’s en werken daarom samen met andere partners (RIVM, Erasmus MC en WBVR) aan het verkrijgen van meer inzicht in de influenzastammen die voorkomen bij varkens. Deze monitoring geeft aan dat we momenteel geen aanwijzingen hebben dat varkens in Nederland besmet zijn met vogelgriepvirussen. Dat is belangrijke en zinvolle informatie en het is belangrijk om dit te blijven onderzoeken.
Twee keer per jaar ontvang je deze Varken. We houden je met dit vakblad op de hoogte van varkensgezondheid, ontwikkelingen, projecten en producten. Tussentijds informeren we je ook graag. Dat kan via onze WhatsAppgroep voor varkenshouders, onze speciale maandelijkse Nationaal PRRS-plan-updates en de Actueel Varken, een digitale nieuwsbrief voor varkenshouders die vijf keer per jaar verschijnt. En natuurlijk delen we nieuws op onze social media-kanalen. Hieronder zie je de verschillende mogelijkheden.
Wij hielden onlangs de Innovatie Challenge. Tijdens deze middag gaven de deelnemers een one-minute pitch. De jury koos een unanieme winnaar: Beatriz Garcia Morante, van IRTA. Zij won de hoofprijs van 50.000 euro met haar innovatie ‘Early detection of disease and welfare issues through real-time automated behavioral assesment in pigs‘. Hiermee krijgt zij de mogelijkheid om samen met dierenarts en, specialisten en wetenschappers van GD aan de slag te gaan om haar idee verder uit te werken, te testen en te schalen.
WhatsApp-groep: (hoe) kom je erbij?
Speciaal voor zeugenhouders en vleesvarkenhouders zijn wij gestart met een WhatsApp-groep. Wij merken dat deze directe manier van communiceren veel voordelen biedt. Voor jou als ontvanger, want de berichten zijn kort én hebben nieuwswaarde. Ook voor ons, omdat we natuurlijk graag willen dat interessante diergezondheidinformatie bij jou terecht komt.
Wat mag je van ons verwachten? Wij sturen je informatie over interessante secties, opvallendheden uit onze monitoring en informatie over de voortgang van mooie projecten. Wil je deel uitmaken van onze WhatsApp-groep? Kom erbij! Stuur een appje naar onze varkensdierenarts Karlijn Eenink via 06 57 69 14 42. Vermeld in het bericht je naam, bedrijfsnaam, hoeveel varkens je op je bedrijf hebt en of je zeugenhouder of vleesvarkenhouder bent.
Volg ons op Facebook en Instragram
Wist je dat je ons ook kunt volgen op Facebook en Instagram? Op die kanalen staan inzichten op het gebied van diergezondheid, verhalen, interviews, tips en quizzen. Volg ons ook en blijf zo op de hoogte!
Maandelijkse update ‘Het Nationale PRRS-plan’
Ben jij varkenshouder, dierenarts of erfbetreder en wil jij graag onze maandelijkse update ontvangen over ‘Het Nationale PRRS-plan’? Dat kan! We vertellen daarin bijvoorbeeld over de PRRS-aanpak in andere landen, de ontwikkeling van de PRRSbiosecurityscan en stellen betrokkenen aan je voor.
Jury-voorzitter en CEO van GD Ynte Schukken: “Ik kijk zeer tevreden terug op deze eerste Innovation Challenge. De inzendingen van binnen en buiten GD en uit verschillende landen waren zeer divers en het niveau was hoog. Als jury hebben we mooie discussies gevoerd over de inzendingen en de pitches. Desondanks was de uitslag unaniem! We hebben veel mooie en grappige ideeën gezien, veel inzendingen met artificial intelligence en veel inzendingen van mogelijke partners. Daarnaast zagen we veel innovaties op het gebied van dierenwelzijn en natuurlijk gedrag. De meest concrete innovatie en waar we als GD de meeste aansluiting bij hebben is met de inzending van IRTA uit Spanje om door middel van realtime geautomatiseerde gedragsanalyse bij varkens vroegtijdige ziekte- en welzijnsproblemen op te sporen. Wij kijken uit naar een mooie samenwerking.”
De Veekijker werd begin dit jaar gebeld door een praktijkdierenarts van een zeugenbedrijf. Het belangrijkste probleem op het bedrijf? Te veel kreupele biggen in de kraamstal. Samen gingen we aan de slag om de oorzaak van dit probleem te achterhalen. Hiermee kan de varkenshouder een plan van aanpak maken.
Na verder uitvragen blijkt het te gaan om kreupele biggen van ongeveer twee weken leeftijd. Vaak zijn er meerdere kreupele biggen in één toom. Bij deze biggen ziet de dierenarts verdikkingen in of rondom de gewrichten. Soms is maar één gewricht aangetast, in andere gevallen gaat het om meerdere gewrichten. Er zijn geen beschadigingen, zoals wondjes, aan de pootjes van de biggen te zien. Tomen van gelten lijken vaker aangetast dan tomen van oudere worp zeugen. Het bedrijf gebruikt in de strijd tegen de kreupelheid bij de zuigende biggen een autovaccin bij de zeugen met daarin verschillende bedrijfseigen stammen van de bacterie Streptococcus suis. De dierenarts vraagt zich af of we met een ander serotype Streptococcus suis te maken hebben, of dat er misschien een heel andere oorzaak te vinden is voor de kreupelheid bij de biggen.
In overleg besluiten we om drie onbehandelde biggen te selecteren die typisch zijn voor het probleem, de zogenaamde acute fase representanten, en deze in te sturen naar ons laboratorium voor pathologisch onderzoek en aanvullend microbiologisch onderzoek.
Verschillende afwijkingen
De patholoog ziet op de sectietafel geen afwijkingen aan de organen van de buik- en borstholte van de drie biggen. Wel ziet hij bij alle dieren afwijkingen aan meerdere gewrichten:
• overvulling: te veel vocht in het gewricht;
• periarthritis: ontsteking rondom het gewricht, soms met pus;
• arthritis: ontsteking in het gewricht met te veel vocht en in sommige gevallen ook fibrinedraden.
De patholoog denkt in dit geval aan een bacteriële oorzaak voor de ontstekingen in en rondom de gewrichten. Hij neemt mon-
sters uit de afwijkende gewrichten om de oorzakelijke bacterie te identificeren. Bij het bacteriologisch onderzoek worden diverse bacteriën gekweekt namelijk: Streptococcus suis, Staphylococcus hyicus en Streptococcus dysgalactiae spp. equisimilis. Er wordt nog een vervolgonderzoek ingezet om van de gevonden Streptococcus suis het serotype te bepalen, het blijkt geen serotype 1, 2, 4, 7, 8 of 9 te zijn.
Deze eerste resultaten bieden stof tot nadenken en zijn een goede basis voor het overleg tussen de bedrijfsdierenarts en de Veekijkerdierenarts. Er zijn diverse bacteriën gevonden die de kreupelheid bij deze biggen kunnen veroorzaken, maar er is niet één duidelijke veroorzaker. Er worden vooral opportunistische bacteriën gevonden, oftewel bacteriën die hun kans grijpen als dieren om een of andere reden verzwakt zijn. Bij deze jonge biggen van twee weken leeftijd in het kraamhok denken we dan onder andere aan de biestvoorziening, het overlegbeleid en
Bij de Quickscan Biestmanagement wordt van vijf of tien zeugen een biestmonster genomen tijdens het werpproces. Van diezelfde zeugen wordt van vijf biggen bloed afgenomen als de biggen twee of drie dagen oud zijn. We onderzoeken de kwaliteit van de biest van de zeug en of de biggen voldoende antistoffen en energie op hebben genomen. Door het aanbod van de zeug en de opname van de biggen in beeld te brengen, kunnen we specifieke aandachtspunten voor het bedrijf identificeren. Middels een dashboard wordt vervolgens aangegeven waar op het bedrijf verbeterpunten liggen.
Iedere zeug heeft een beperkte hoeveelheid biest te vergeven en het is belangrijk dat deze zo goed mogelijk wordt verdeeld onder
hygiënemaatregelen rondom de behandeling van de biggen.
Biestverdeling onder de loep
Om een goede indruk te krijgen van de biestopname van de biggen besluiten we om een Quickscan Biestmanagement uit te voeren. Het probleem van de kreupele biggen lijkt meer voor te komen bij geltentomen dan bij tomen van oudere worps-zeugen, daarom wordt de scan uitgevoerd bij vijf geltentomen en vijf tomen van oudere worps-zeugen. Uit het onderzoek blijkt dat de biestvoorziening niet optimaal is. De antistoffenvoorziening van de biggen komt als duidelijk aandachtspunt naar voren uit de uitslag.
Biestopname, hoe zat het ook al weer?
Biggen worden geboren zonder specifieke afweerstoffen tegen ziekteverwekkers en zijn voor hun antistoffen afhankelijk van de opname via de biest, deze biest is dan ook van levensbelang. Ook wanneer zeugen gevaccineerd worden tegen bepaalde ziekteverwekkers waar we de biggen tegen willen beschermen, moet deze bescherming via de biest worden opgenomen. Het valt in deze casus op dat de resultaten van de Quikscan
Biestmanagement van de geltentomen beduidend slechter zijn dan de antistoffenvoorziening bij de tomen van oudere worpszeugen, in de geltentomen waren er drie keer zoveel biggen die te weinig antistoffen hadden opgenomen. Er is dus werk aan de winkel om de biestvoorziening te verbeteren, zeker die van de geltentomen. Iedere zeug heeft een beperkte hoeveelheid biest te vergeven en het is belangrijk dat deze zo goed mogelijk wordt verdeeld onder de (soms grote aantallen) biggen. De varkenshouder en bedrijfsdierenarts stippelen samen de route uit hoe zij dat dit nu het beste aan kunnen pakken.
FLEXIBEL VACCINEREN TEGEN PIA WAS NOG NOOIT ZO SIMPEL
Maak van een onzichtbare vijand zichtbare winst met Porcilis Lawsonia!
BEWEZEN EFFECTIEF:
HOGERE GROEI
MINDER UITVAL
VERLAAGT INFECTIEDRUK
MINDER DIARREE EN DARMBESCHADIGINGEN NA LAWSONIA INTRACELLULARIS INFECTIE.
Maak PIA zichtbaar!
Helaas is PIA en de schade door PIA niet altijd zichtbaar. Spoor PIA op in uw stal. Scan bovenstaande QR-code en vraag nu een gratis speekselset aan waarmee u in overleg met uw dierenarts gemakkelijk speekselmonsters neemt voor onderzoek naar PIA op uw bedrijf.
www.pia-preventie.nl
Het hele jaar gezonde dieren, daar streven we met elkaar naar. Elk seizoen kent daarin uitdagingen en daarnaast zijn er problemen die het hele jaar spelen. Wij zetten op deze pagina’s op een rij wat veelvoorkomende gezondheidsproblemen zijn. Om deze voor te zijn, vergen ze vaak al aandacht in het seizoen ervoor. Dit overzicht helpt je tijdig alert te zijn, problemen te voorkomen en daarmee de varkensgezondheid te verbeteren.
Waarom aanpakken? Van nature is de vruchtbaarheid van zeugen in het najaar suboptimaal. Belangrijkere oorzaken van de verminderde fertiliteit zijn de afname van de daglichtlengte en het (stal)klimaat. Nadelige effecten van een hete zomer kunnen ook van invloed zijn op de fertiliteit in het najaar. Risico’s: verminderde berigheid, terugkomers, verwerpers, geboorteproblemen en uitval van biggen.
Preventie: maak met technische cijfers uit het zeugenmanagementsysteem het profiel heel concreet: dus spreek bijvoorbeeld niet van 12 procent terugkomers de afgelopen tijd, maar van 8 procent regelmatig en 4 procent onregelmatig in de afgelopen 3 maanden, ongeacht het cyclusnummer van de zeug. Probeer mogelijke stressoren die van invloed zijn op de fertiliteit structureel te elimineren. Zorg dat zeugen in de zomer niet overmatig conditie verliezen in de kraamstal. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor de eicelkwaliteit en daarmee embryo-overleving in de volgende dracht. Zorg er evenwel ook voor dat zeugen niet te mager de zomer ingaan. Een toename van conditie (opbouwen vetreserves) in de zomer kan de zeug laten denken dat het nog even duurt voordat het voortplantingsseizoen start. Zorg dat de verlichting in de dekstal voldoende werkt (minimaal 100 Lux) door lampen tijdig te vervangen en schoon te maken. Laat de lichtopbrengst controleren. In de kraamstal en drachtstal is goed werkende verlichting ook noodzakelijk.
Waarom aanpakken? Varkens kunnen drager zijn van de bacterie zonder ziekteverschijnselen te vertonen, maar ze kunnen de bacterie op dat moment wel verspreiden. Onder omstandigheden die ongunstig zijn voor het varken kunnen streptokokken toeslaan en ziekte veroorzaken. Denk hierbij aan onderliggende infecties, maar ook voer, klimaat, bijtgedrag en onvoldoende biestopname kunnen een rol spelen.
Risico’s: de gevolgen van streptokokkeninfecties voor de technische prestaties en voor het antibioticagebruik zijn groot. De klachten veroorzaakt door een streptokokkeninfectie lopen uiteen van gewrichtsontsteking en hersenvliesontsteking tot longontsteking, sepsis (bloedvergiftiging), hartklepontsteking en uitval.
Preventie: het is belangrijk om verspreiding van streptokokken op het bedrijf zoveel mogelijk te voorkomen. De belangrijkste verspreidingsroute is direct contact (neus-neuscontact) tussen varkens, maar ook mensen en andere dieren kunnen de bacterie mechanisch verspreiden. Een goede biosecurity, hygiëne en biestvoorziening zijn
daarom van essentieel belang in het beperken van de verspreiding van streptokokkeninfecties door het bedrijf.
Waarom aanpakken? Veel stoffen komen van nature voor in water, zoals ammonium, nitraat, sulfaat, ijzer, mangaan, zout, calcium en magnesium. Het kan schadelijk zijn als de concentraties van deze stoffen te ver oplopen. Daarnaast zijn er stoffen die ontstaan door biologische processen en die een schadelijk effect op de gezondheid
kunnen hebben. Dat zijn bijvoorbeeld nitriet, waterstofdisulfide (voorheen zwavelwaterstof genoemd) en schimmelof bacteriën.
Risico’s: verminderde smakelijkheid of vervuiling kan resulteren in een lagere wateropname. Dan worden voedingsstoffen niet goed opgenomen en ervaart het varken onbehagen. Daardoor kan de afweer van de dieren worden aangetast, wat nadelige gevolgen heeft voor de diergezondheid. Vervuilingen of intoxicaties kunnen directe nadelige invloeden hebben op de diergezondheid.
Preventie: er kunnen verschillende redenen zijn waarom je wateronderzoek wilt laten uitvoeren. Dit kan zijn in het kader van een certificeringsprogramma (als IKB), omdat je de waterkwaliteit op de drinkplek wilt monitoren, omdat het water niet goed ruikt, zichtbaar verontreinigd is, om het effect van toevoegingen aan water te beoordelen of bij tegenvallende productie of diergezondheidsproblemen. Laat altijd wateronderzoek uitvoeren bij twijfel over de waterkwaliteit op jouw bedrijf.
Waarom aanpakken? De lente doet haar intrede en dat heeft invloed op de varkensstal. Het wordt eerder licht en steeds later donker, de zon heeft meer kracht en daarmee wordt het steeds warmer. Zo ontstaan er grotere temperatuursverschillen in de varkensstal. Een gezond stalklimaat heeft rechtstreekse invloed op de gezondheid van jouw varkens. Meer frisse lucht en minder ammoniak betekent minder aantasting van de luchtwegen, een aangenamere omgeving en minder competitie om een fijne ligplek.
Risico’s: in de nacht koelt het af en overdag kan het vochtig en warm zijn. De ventilatiebehoefte wordt overdag groter, maar in de nacht kan de ventilatie nog te hoog zijn. Door gebrek aan ventilatie kunnen varkens verminderd actief zijn. Dit vergroot het risico op luchtwegproblemen (waaronder PRRS en griep), onrust, ooren staartbijten en hokbevuiling. Varkens kunnen hierdoor een groeiachterstand oplopen, de uitval kan hoger zijn en door optreden van ziekte is mogelijk vaker antibiotica nodig.
Preventie: aandacht voor het klimaat in de varkensstal, met name het CO 2 -gehalte (mate van luchtverversing), NH 3 (ammoniakgehalte) en windinvloeden (voorkom tocht). Na de winter is het tijd voor de ‘voorjaarsschoonmaak’. Reinig de kanalen voor ingaande èn uitgaande lucht, ijk de klimaatapparatuur en de klimaatvoelers opnieuw. Repareer gebreken. Zorg dat het klimaatsysteem is voorbereid op een langere periode waarin het maximaal moet kunnen draaien.
Waarom aanpakken? Luchtwegproblemen kunnen worden veroorzaakt door virussen, bacteriën en parasieten. Denk aan: het influenzavirus, het PRRS-virus, het PCV2-virus, of bacteriën als Actinobacillus pleuropneumoniae , Mycoplasma hyopneumoniae of de spoelworm-parasiet. Zoötechnische factoren spelen vaak een belangrijke rol, zoals onvoldoende luchtverversing, verhoogde ammoniak concentraties, tocht, afwijkende relatieve luchtvochtigheid, etc.
Risico’s: bij gebrekkige ventilatie of ventilatieproblemen is eerder sprake van uitbraken van longontsteking. Uitbraken van longontsteking worden gekenmerkt door hoge koorts, sloomheid, gebrek aan eetlust, hoesten en plotselinge sterfte. Wanneer condensvorming optreedt, is sprake van een groot temperatuurverschil over een bepaald oppervlakte waardoor vocht uit warme lucht condenseert tegen het koude oppervlakte. Dit kan enerzijds een teken zijn van onvoldoende ventilatie of van tekortschieten van isolerende werking van wanden of plafonds. Condens kan ook een bron zijn van vocht voor schimmels en bacteriën. In de winter is reiniging en desinfectie soms lastiger. Reiniging en desinfectie is echter bewezen effectief om bepaalde pathogenen te bestrijden. Preventie: zorg voor voldoende verversing van lucht, ondanks een mogelijk koudere buitentemperatuur. Overweeg of voorverwarming van de lucht nodig is om het gevoel van tocht te voorkomen. Bij verwarming in de stal is het noodzakelijk om te voorkomen dat het CO2 (en CO)-gehalte niet oploopt. Voorkom overbezetting, omdat weliswaar de warmte behoefte sneller kan worden gedekt, maar soms niet in de ventilatiebehoefte kan worden voorzien. Ondanks de koudere temperaturen is reiniging en desinfectie en voldoende nadrogen van de stal essentieel om de overleving van ziektekiemen in de stalomgeving tegen te gaan. In geval van terugkerende problematiek in risicovolle periodes, zoals het najaar of de winter, is een risico-gerichte vaccinatie aanpak soms het overwegen waard. Pas dan op tijd vaccinatieschema’s aan in overleg met je dierenarts.
Waarom aanpakken? Het aanscherpen van biosecurity op jouw var-
kensbedrijf leidt tot verkleining van het risico op insleep van ziekteverwekkers.
Risico’s: de ziekteverwerkkers met de grootste financiële impact zijn
infecties met Actinobacillus pleuropneumoniae, Lawsonia intracellularis, PRRS-virus en Streptococcus suis . Preventie: Bekijk de dagelijkse werkzaamheden die op en rond jouw erf plaatsvinden. Welke werkzaamheden kun je verbeteren? Is het erf schoon en opgeruimd? Is de scheiding tussen het schone en vuile bedrijfsdeel duidelijk en houdt iedereen zich eraan? Details zijn erg belangrijk. Probeer de beoordeling van de werkzaamheden stap voor stap te doen, dan zie je vaak zelf direct de verbeterpunten.
Waarom aanpakken? Bij elk varkensbedrijf zijn knaagdieren op het erf aanwezig, maar tegelijkertijd wil iedereen de overdracht van ziekteverwekkers weghouden. Dat begint bij de aanpak van knaagdieren op jouw eigen bedrijf. Is jouw erf schoon en opgeruimd, kortom heb jij het overzicht?
Risico’s: knaagdieren kunnen op verschillende manieren schade aanbrengen aan jouw bedrijf. Denk aan het overbrengen van ziekteverwekkers, schade aan je stal of inrichting én ze geven zichzelf graag toegang tot je voervoorraad. Voorbeelden van ziektekiemen die insecten en (knaag)dieren kunnen overbrengen zijn: salmonella, streptokokken, E. coli , Staphylokokken, Brachyspira en Afrikaanse varkenspestvirus.
Preventie: Het tijdig opmerken en aanpakken van knaagdieren maken klachten beter beheersbaar. Zorg dat je een plaag voorkomt. Wees kritisch en laat je adviseren. Ons advies is om knaagdieren samen met een specialist te bestrijden.
Waarom aanpakken? Vliegen zijn irritant en kunnen varkens en mensen bijten.
Risico’s: sommige vliegen kunnen ook ziekteverwekkers verspreiden, zoals PRRSv of Hepatitis E-virus.
Preventie: professionele vliegenbestrijding moet starten vóór er een plaag is. Algemene netheid en verwijderen van voerresten, wegpompen van mest en voorkomen van stilstaand water in de stal of mestkelder zijn voorbeelden van maatregelen. Wanneer maden worden waargenomen kunnen die specifiek worden bestreden. Vliegen komen meer voor in warme jaargetijden, maar de aanpak kan het hele jaar nodig zijn.
Waarom aanpakken? Periodes van extreem warm weer kunnen we niet voorkomen. Met een goede voorbereiding kunnen we er wel voor zorgen dat de gevolgen voor varkens zo beperkt mogelijk blijven.
Risico’s: De belangrijkste risicogroepen voor hittestress zijn kraamzeugen en zware vleesvarkens. Bij (te) hoge
temperaturen in de zomermaanden is de voeropname lager, waardoor een tekort ontstaat aan nutriënten wat de groei en productie vertraagt. Ook heeft hittestress negatieve gevolgen op de weerstand en gezondheid van de varkens of van de zogende biggen.
Preventie: wees goed voorbereid op hitte; ga niet pas
handelen als het al warm is in de stal. Als de buiten-
temperatuur boven de 20 graden Celsius uitkomt en de luchtvochtigheid hoog is, neemt het risico op hittestress al toe! Bekijk op onze website in twee stappen de voorspelling voor de komende 7 dagen, de temperaturen in de verschillende weerstations van Nederland óf bereken zelf het hittestressrisico in de stal met de rekentool.
Lawsonia is een bacterie in de darmen bij varkens. Het is een ziekte die tot heftige diarree of uitval kan leiden. Lawsonia komt het hele jaar voor, maar piekt vaak in de zomer. Het is dan binnen èn buiten warm, de varkens eten op andere momenten en drinken meer.
Waarom aanpakken?
Risico’s: Bij hittestress kunnen varkens het hok bevuilen en daarbij meer in contact komen met de bacterie. De varkens kunnen erg ziek worden van de Lawsoniabacterie. Het kan leiden tot ernstige diarree, of uitval en groeiachterstanden bij varkens die overleven.
Preventie: Monitor de kwaliteit van het stalklimaat zorgvuldig (dagelijks bereikte maximum temperatuur, de maximale instelling van de ventilatie). Vertrouw niet alleen op de metingen, maar kijk ook naar het liggedrag van de dieren en tekenen van hittestress. Bij optreden van hokbevuiling bij warm weer is het raadzaam het klimaat en de instellingen nader te onderzoeken. Zie toe op de voerkwaliteit in samenspraak met je voeradviseur. Houd je strak aan de biosecurity-maatregelen.
Vertonen de varkens klachten zoals zwarte mest of bleekheid? Laat dan onderzoek doen om zeker te weten wat de oorzaak is.
Monitoring van de varkensgezondheid door de Veekijker heeft verschillende doelen: we moeten alert zijn op aangifteplichtige ziekten, we kijken naar trends in bekende aandoeningen en we signaleren bijzonderheden die misschien kunnen duiden op een nieuwe, nog onbekende aandoening.
De dierenartsen en veehouders die vragen stellen aan de Veekijker, bellen nogal eens naar aanleiding van iets opmerkelijks of onbegrijpelijks op het gebied van varkensgezondheid. Vandaar dat de Veekijker een goed middel is om bijzonderheden te signaleren. De verwachting is ook dat de Veekijker, zeker
door de combinatie met onderzoek in de sectiezaal, in een vroeg stadium signalen van een uitbraak van een ernstige en/of besmettelijke varkensziekte kan oppikken.
Veekijkertelefoon
Alle dierenartsen hebben veel ervaring in de varkensdiergeneeskunde in de praktijk. Zij kijken er naar uit je te spreken en te helpen met allerhande vragen. Heb je veterinaire vragen die je graag wilt bespreken met een van onze Veekijkerdierenartsen? Wij zijn elke werkdag bereikbaar van 8.30 tot 12.00 uur en van 12.45 tot 17.00 uur via telefoonnummer 088 20 25 555.
Wetgeving beschrijft de controle en bestrijding van slechts enkele dierziekten, op Europees en nationaal niveau. Zo staan bijvoorbeeld Afrikaanse en klassieke varkenspest, PRRSv en mond-en-klauwzeer wel beschreven, terwijl overheden voor App en Mycoplasma niets hebben vastliggen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ook deze ziekten worden aangepakt? Daarvoor slaan we de handen ineen met het DECIDE-project.
Behoeften varkensdierenarts GD heeft interviews gehouden met varkensdierenartsen om te achterhalen welke behoeften zij hebben en welke kansen zij zien om meer of andere gezondheidsdata te ontsluiten die beslissingen over gezondheid op het varkensbedrijf kunnen verbeteren. Uit deze interviews werd duidelijk dat dierenartsen vaak wel inzicht krijgen in bijvoorbeeld slachtdata van vleesvarkens per periode (per kwartaal of jaar), maar zelden tot nooit inzicht in de variatie tussen afdelingen of rondes. Tevens bleek dat data vaak niet real-time of snel in een goed overzicht beschikbaar zijn voor dierenartsen. Uit de discussies worden een aantal aanbevelingen gefilterd voor toekomstige dataproviders/ dashboard-ontwikkelaars.
Krachtig. Snelwerkend. Flexibel. Veelzijdig inzetbaar.
Gemakkelijk te reinigen
Bescherming tegen klinische en subklinische ziekten
Kies een effectief desinfectiemiddel voor biosecurity.
Virkon® S is onafhankelijk bewezen effectief tegen ziekteverwekkende organismen die de gezondheid en productiviteit van de varkens beïnvloeden.
Virkon® S is effectief in aanwezigheid van organische vervuiling, hard water en bij lage temperaturen (4°C).
biosecurity.nl/varkens
+316 1365 1010
© 2023 LANXESS. LANXESS, the LANXESS Logo, Virkon®, Biosolve® PLUS, and any associated logos are trademarks or copyrights of LANXESS Deutschland GmbH or its affiliates. All trademarks are registered in many countries worldwide.In het ‘Europese Horizon 2020 DECIDE-project’ ontwikkelen we nieuwe datatools voor een betere beheersing van de ziekten waarvoor de bestrijding niet wettelijk geregeld is. De focus van het project ligt op jonge dieren: biggen, kalveren, vleeskuikens en zalm in de aquacultuur. GD werkt vanuit meerdere diersectoren mee aan het DECIDE-project.
Data de sleutel
App en Mycoplasma komen op het merendeel van de varkensbedrijven voor. Die ziekten beïnvloeden wel de diergezondheid en kennen bijkomende kosten door beheers- en controlemaatregelen. Een beter gebruik, uitwisseling en combinatie van bestaande data kan bijdragen aan een betere ziektebeheersing. Dit is dan ook het uitgangspunt van het DECIDE-project.
In DECIDE worden verschillende voorbeelddashboards ontwikkeld waarbij bestaande data worden gecombineerd. In Spanje ontwikkelen ze een dashboard voor naleving van hygiënerichtlijnen en een dashboard voor klimaatmetingen in relatie tot slachtdata. In Ierland wordt gekeken naar dashboards voor welzijnsparameters en bioveiligheid. In Nederland ontwikkelt GD, in samenwerking met Vion, een conceptdashboard op data van een handvol bedrijven die het interessant vinden om mee te denken. In dit dashboard ligt de focus op longaandoeningen. Er wordt een combinatie gemaakt tussen de resultaten van laboratoriumdiagnostiek en relevante karkas- en orgaanafwijkingen uit het slachthuis. De conceptdashboards worden daarna voorgelegd aan experts en dierenartsen uit de focusgroep met de vraag of de weergave van dergelijke informatie aanvullende waarde heeft en aansluit bij hun behoefte.
Binnen de verschillende diersectoren zijn veel en diverse data beschikbaar. Deze zijn belangrijk bij een betere beheersing van ziekten. Op bedrijfsniveau zijn er data over bijvoorbeeld dekken en werpen, het aantal geboren biggen, de uitval en vaccin- en medicijngebruik. Nieuwe sensortechnieken kunnen deze data verrijken, zoals metingen van het klimaat, hoestfrequentie of drinkwateropname.
De real-time-toepassing van deze gecombineerde data staat nog in de kinderschoenen. In diagnostische laboratoria worden uitslagen op bedrijfsniveau opgeslagen en individueel teruggekoppeld aan bedrijven en in enkele gevallen voor monitoringsdoeleinden op nationaal niveau geanalyseerd. Slachterijen verzamelen data over gewicht, karkaskwaliteit en afwijkingen en koppelen die terug aan veehouders. De slachthuis- en diagnostiekdata worden nog niet routinematig, real-time en systematisch gecombineerd en geanalyseerd voor het verbeteren van de diergezondheid.
Relatie tussen slachthuisdata en laboratoriumdiagnostiek
Parallel aan de dashboard-ontwikkeling kijken GD, UU en Vion naar de relatie tussen slachtlijnbevindingen, uitslagen van laboratoriumtesten en zogenaamde ‘open source data’, zoals data van het KNMI over het weer. In deze verkennende studie op strikt geanonimiseerde data wordt onder andere onderzocht of de voor de hand liggende seizoensinvloeden die dierenartsen en veehouders vaak melden op basis van waarnemingen in de stal, ook zichtbaar en voorspelbaar te maken zijn met de verschillende data. Deze pilot heeft ook tot doel om te verkennen welke technische stappen er nodig zijn om de data te koppelen voor de toekomst.
Samen werken, samen leren
Het vijfjarige DECIDE-project startte in 2021 en daarin zijn GD, de Universiteit Utrecht (UU) en Lely de Nederlandse partners, met Vion als onderaannemer. GD is betrokken bij enkele activiteiten, waaronder discussiegroepen met varkensdierenartsen, de ontwikkeling van data-dashboards en de verkenning van de waarde van het combineren van lab- en slachtdata (zie kaders).
Binnen DECIDE onderzoeken negentien onderzoeksinstituten en private partijen uit elf Europese landen hoe data beter kunnen worden ingezet. Hoe gebruik en combinatie van bestaande data tot betere beslissingen kunnen leiden om uiteindelijk de diergezondheid te verbeteren. Er worden data-gestuurde tools ontwikkeld die moeten leiden tot vroege signalering van diergezondheidsproblemen op bedrijfs- of regionaal niveau, met een duidelijk handelingsperspectief. Daarnaast wordt de impact van enkele endemische varkensziekten op economisch vlak en dierenwelzijn onderzocht.
In de loop van het project worden nieuwe resultaten onder andere via Varken gecommuniceerd.
Deelname enquete
Graag nodigen wij je uit om deel te nemen aan bijgaande enquête voor varkenshouders. Deze enquête heeft tot doel om huidig gebruik van data en behoefte van databenutting te peilen onder varkenshouders in verschillende landen. De enquête is in het Nederlands en het invullen ervan duurt ongeveer 15 minuten. De gegevens worden vertrouwelijk en anoniem verwerkt. Je kunt deelnemen aan deze enquête via bijgaande QR-code.
Alvast hartelijk dank!
PRRS aanpakken is goed mogelijk, maar het is maatwerk en daarmee op elk bedrijf anders. Er zijn voldoende maatregelen beschikbaar die op varkensbedrijven uitvoerbaar en nuttig zijn. Wil jij het initiatief nemen om PRRS aan te pakken? Welke maatregelen pas jij nu al toe? En met welke andere maatregelen kun jij PRRS op jouw bedrijf aanpakken? Om je inzicht te geven en van adviezen te voorzien, ontwikkelde GD in opdracht van CoViVa de PRRS-biosecurityscan.
Met de PRRSv-biosecurityscan worden jouw bedrijfsprocessen uitgelicht die voor een effectievere PRRSv bestrijding van belang zijn. Denk aan je dagelijkse (verdeling van) werkzaamheden, de aan- en afvoer van varkens, de erfbetreders die jou bezoeken, maar ook aan periodiek onderhoud, reiniging en desinfectie en de indeling van je erf. Welke factoren bevorderen of belemmeren de aanpak van PRRS? Met welke zekerheden en onzekerheden krijg jij te maken? Wij willen je inspireren om hierover na te denken. Het invullen hoef je niet alleen te doen, dit kan goed in samenwerking met je dierenarts of adviseur, dat maakt de uitkomst zelfs extra waardevol.
De scan bestaat uit een online vragenlijst. De vragenlijst is gericht op alle diercategorieën: gespeende biggen, zeugen en vleesvarkens/opfokgelten. Karlijn Eenink, dierenarts bij GD en betrokken bij het Nationaal PRRS-plan licht de PRRS-
biosecurityscan toe: “Je start de vragenlijst met het geven van bedrijfsinformatie: welke diercategorie en hoeveel dieren zijn op jouw bedrijf aanwezig? Vervolgens zoomen wij in op de bedrijfsprocessen. Voorbeelden van vragen zijn: wat is de minimale duur van de quarantaineperiode voor zeugen/opfokgelten (in dagen)? Van hoeveel verschillende aanvoer adressen heb je de afgelopen 12 maanden speenbiggen aangevoerd? Wat is de PRRS-status van de aangevoerde vleesbiggen? Werkt er personeel op het bedrijf dat ook thuis of elders met varkens werkt? Worden kadavers gehanteerd met handschoenen aan, of worden de handen na hanteren van kadavers gereinigd en gedesinfecteerd?
Geef antwoorden die het best weergeven wat er op jouw bedrijf gebeurt. Wees oprecht bij het invullen van de vragenlijst. Het is menselijk om soms een antwoord te geven in je eigen voordeel. Door oprecht te zijn creëer je een startpunt voor jezelf, je dieren, je personeel en je erfbetreders.
Een voorgeprogrammeerd advies staat klaar voor het verbeteren van de situatie wat betreft ‘Aanvoer van dieren’, daaronder is het ook mogelijk om eigen actiepunten toe te voegen aan jouw plan van aanpak.
In 2021 is het Nationaal PRRS-plan aangekondigd door CoViVa. In 2022 zijn we daadwerkelijk van start gegaan met de PRRS-aanpak in de zeven voorlopergroepen (bestaand uit in totaal 49 voorloper-varkensbedrijven). Deze voorloperbedrijven gaan op hun eigen bedrijf ervaring op doen met een standaard monitoringssystematiek voor PRRS en vooral ook met hun eigen PRRS-aanpak.
Aanbevelingen voor de sector om de PRRS-aanpak landelijk uit te rollen
Er is veel kennis beschikbaar over de aanpak van PRRS op varkensbedrijven, zowel in Nederland als internationaal. En het is diverse bedrijven gelukt om, met inzet van verschillende interventies en strategieën, hun bedrijf vrij te maken van PRRS-virus. Als we lijken te weten hoe het moet, waarom zijn we dan nog niet PRRS-vrij als Nederland? Blijkbaar zijn er factoren of onzekerheden die ons tegenhouden om die stap te zetten, op het individuele bedrijf of in de regio. Waar maken we ons dan zorgen over? Wat belemmert ons om die stap te zetten? En wat zou ons motiveren? Als we beter weten wat iedereen wil, wat de verschillen zijn en eventuele angsten (deels) weg kunnen nemen, zullen we met alle Nederlandse varkenshouders samen op weg kunnen gaan naar een PRRS-vrij Nederland.
Na het invullen van de scan krijg je in een overzicht te zien wat jouw score per onderdeel is (0-100%) en bij welk onderdelen jouw kansen voor verbetering liggen. Via ‘Advies’ kun je voorgeprogrammeerde of eigen actiepunten toevoegen aan jouw plan van aanpak.
Na het invullen van de vragenlijst krijg je meteen het resultaat te zien. In het resultaat staan ook adviezen, waarmee je een eigen actieplan kunt opstellen. In het actieplan kun je de
voortgang van de acties bijhouden. In een oogopslag is dan terug te vinden welke acties zijn afgesproken, uitgevoerd en afgehandeld.
Verschil AVP-scan en PRRS-biosecurityscan
Op de CoViVa-website kun je naast de PRRS-biosecurityscan ook een AVP scan vinden. De AVP scan richt zich op het voorkomen van een introductie van Afrikaanse Varkenspest. De PRRSBiosecurityscan richt zich op de totale bedrijfsvoering. Daarom worden er andere vragen gesteld en is de beoordeling ook verschillend.
Wij willen je inspireren om hierover na te denken.
Wij nodigen jullie uit om de vragenlijst in te vullen en je eigen startpunt te creëren. Bel gerust voor vragen met Karlijn Eenink, bereikbaar via 088 20 25 500.
Welke factoren bevorderen of belemmeren de aanpak van PRRS en met welke (on)zekerheden krijg jij te maken?
De gezondheid en het welzijn van gehouden varkens is afhankelijk van vele factoren, waaronder de aan- en afwezigheid van ziekteverwekkers, alsmede zoötechnische factoren. Hoe zien we dit terug in de monitoring van varkensgezondheid in Nederland? We hebben de gegevens van 2022 op een rijtje gezet.
In de Online Monitor melden dierenartsen de aan- en afwezigheid van gezondheidsklachten op een bedrijf. In 2022 was er bij gemiddeld 75 procent van de bedrijfsbezoeken geen sprake van gezond-
heidsklachten. Bij 25 procent van de bedrijfsbezoeken waarbij wel gezondheidsproblemen werden geconstateerd, werd meestal een infectieuze oorzaak benoemd. Zo zijn in 2022 de drie, door dierenartsen, meest gemelde waarschijnlijke verwekkers streptokokken, App en influenzavirus. Pas op de vierde en zesde plek worden respectievelijk ‘voeding’ en ‘klimaat’ als mogelijke oorzaak gemeld. Dit zien we ook terug in de gegevens van de Veekijkertelefoon. De vragen die daar worden gesteld gaan meestal over ziektes of problemen, zoals over App of over te hoge uitval en zelden over specifieke onderwerpen als huisvesting, klimaat of biosecurity.
Zoötechnische oorzaken vastgelegd
Er worden in de Online Monitor ook meldingen gedaan waarbij het voersysteem, hokbezetting of huisvesting als oorzaak van gezondheidsklachten wordt aangegeven. In de praktijk kunnen ook meerdere oorzaken gelijktijdig voorkomen en elkaar beïnvloeden. De dierenartsen zullen meestal de, in hun ogen, meest relevante aandachtspunten ingeven in de monitor. Hieronder staan enkele trends in de gerapporteerde ‘zoötechnische oorzaken’.
Sinds 2019 stijgt het percentage van het gemelde gezondheidsklachten per maand waarbij aan een zoötechnische oorzaak wordt gedacht (figuur 1). In 2022 werd gemiddeld 10 procent van de gezondheidsklachten toegeschreven aan zoötechniek.
Klimaat en voeding zijn samen verantwoordelijk voor het grootste deel van deze meldingen. Het wisselende percentage gemelde gezondheidsklachten toegeschreven aan zoötechnische oorzaken varieert per seizoen, waarbij in de herfst een hoger percentage meldingen wordt gedaan.
Meldingen waar het klimaat is ingevoerd als veroorzaker worden vaak genoemd bij respiratieklachten, zoals hoesten en longontsteking. De klachten die het meest worden genoemd met voeding als oorzaak betreffen meestal algemene ziekteverschijnselen, klachten van het maagdarmstelsel en aan het beenwerk.
Waar in de Online Monitor dierenartsen een direct verband leggen tussen de klachten en eventuele zoötechnische oorzaken, is dit bij pathologisch onderzoek vaak onmogelijk. Pathologisch onderzoek is bij uitstek geschikt voor het aantonen van pathologische processen en veranderingen in dieren. De oorzaak van deze veranderingen kunnen van infectieuze of zoötechnische oorsprong zijn. Zonder kennis van het bedrijf is het ingewikkeld om pathologische veranderingen direct te herleiden naar noninfectieuze oorzaken. Een uitgebreide anamnese kan hierbij al veel helpen.
In 2022 zagen we dat bij dieren ingestuurd voor pathologisch onderzoek het vaakst een diagnose werd gesteld die was gerela-
teerd aan het maagdarmstelsel, ongeacht de leeftijdscategorie. Bepaalde aandoeningen, zoals maag- en darmdraaiingen kunnen gerelateerd zijn aan zoötechnische oorzaken, zoals voeding en voeropname. Bekende risicofactoren van maagdarmdraaiingen zijn onder andere eenmaal daags voeren, gisting in het voer of onrust tijdens het voeren. Ook factoren zoals vitaminering van het voer kunnen effect hebben, bijvoorbeeld een te hoog of te laag gehalte van vitamine B12, vitamine D3 of vitamine E, met gezondheidsklachten tot gevolg. Bij het aantonen van een infectieziekte door de patholoog kunnen zoötechnische factoren nog steeds een belangrijke rol spelen, onder andere bij de verspreiding van het infectieuze agens of op de vatbaarheid voor een infectieziekte. Dat verklaart mede waarom de betreffende ziekteverwekker op het bedrijf meer of minder problemen veroorzaakt.
Trends duiden met informatie
Er spelen dus veel factoren een rol bij de oorzaken van varkensgezondheidsklachten. De informatie over veranderende zoötechnische omstandigheden en de betrokkenheid ervan bij gezondheidsklachten is dan ook waardevol om trends te kunnen duiden en signalen vroegtijdig te detecteren. Desalniettemin is de proportionele stijging van zoötechnische oorzaken zoals weergegeven in figuur 1 niet volledig verklaard. Het kan zijn dat er minder problemen door infectieuze oorzaken gezien worden, ofwel er is mogelijk meer aandacht voor niet-infectieuze oorzaken onder de dierenartsen.
Bij het aantonen van een infectieziekte door de patholoog kunnen zoötechnische factoren een belangrijke rol spelen
ZIJN ER SIGNALEN DIE KUNNEN WIJZEN OP PROBLEMEN MET DE DRINKWATERVOORZIENING?
Afhankelijk van de leeftijd hebben vleesvarkens 5 tot 15 liter water per dag nodig. Een vuistregel is dat varkens per dag 50 tot 70 milliliter water per kilogram lichaamsgewicht nodig hebben. Bij zeugen is de behoefte sterk
afhankelijk van het cyclusstadium. Hoogdrachtige zeugen en zeugen in de kraamstal hebben tot 40 liter per dag nodig. De laatste 12 uur voor het werpen is het drinken van groot belang, dan drinken zeugen wel 30 liter.
HOE STAAT HET MET HET DRINKWATER?
Je vindt de benodigdheden voor het wateronderzoek in de GD-webshop (www.gdwebshop.nl). Met je Z-login kun je de benodigdheden bestellen.
Werkt de waterbehandelingsinstallatie naar behoren?
Water voor mens en dier moet smakelijk zijn, altijd beschikbaar en het mag niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Speciaal voor onze landbouwhuisdieren geldt bovendien dat de waterkwaliteit de voedselveiligheid (vlees, ei, melk) niet in gevaar mag brengen.
De kwaliteit van het drinkwater is allereerst gerelateerd aan de herkomst. Als het leidingwater betreft, is de kwaliteit goed, zeker in Nederland. Bij veedrinkwater uit een eigen bron ben je zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit. Bronwater moet vaak worden gezuiverd om het geschikt te maken als veedrinkwater. Je kunt wateronderzoek inzetten om te controleren of de installatie goed werkt. Of om bijvoorbeeld te controleren of de reiniging en desinfectie goed zijn uitgevoerd.
Heb je een breektank? Deze is bedoeld als buffer om te voorkomen dat mogelijk vuil water uit de stal terug kan lopen in het waterleidingnet.
Welk onderzoek zet je in om de waterbehandelingsinstallatie en de waterfilter te controleren?
• Wil je de werking van je installatie controleren of de kwaliteit na het slaan van een nieuwe bron? Kies dan voor ‘Veedrinkwater chemisch onderzoek’ (artikelcode 10524).
• Wil je leidingen controleren na desinfectie? Gebruik dan het pakket ‘Veedrinkwater bacteriologisch onderzoek’ (artikelcode 10519).
• Wil je zowel de bacteriologische als de chemische aspecten controleren? Dan kun je kiezen voor het pakket ‘Veedrinkwater bacteriologisch en chemisch onderzoek’ (artikelcode 10522).
Jeroen Koks groeide op tussen de varkens en koeien, zijn ouders hadden een gemengd bedrijf. Hij werkt inmiddels alweer enkele jaren bij GD als businessmanager, waar hij contacten onderhoudt met externe partijen. Diergezondheid vindt hij belangrijk en hij zet zich er graag voor in. “Als we elkaar net wat meer vasthouden, dan kunnen we ook op de lange termijn mooie stappen zetten.”
Gezonde varkens, die vrij van stress en ziektes zijn, in Nederland lopen we al voorop met een hoge varkensgezondheid. Jeroen: “Ik zie het belang van de samenwerking zoeken met elkaar. Soms betekent een keuze voor de korte termijn kosten en op de lange termijn een betere varkensgezondheidsstatus. Daarom zoek ik binnen GD ook de samenwerking, met dierenartspraktijken, veevoerleveranciers, de varkenshouder en andere ketenpartners. Als we samen aan projecten werken, dan zien we welke kansen er in onze mooie sector liggen. De tijd dat iedereen alleen met zijn eigen bedrijf bezig was, is wel voorbij. We zijn als sector verantwoordelijk voor de varkensgezondheid. Elke schakel is daarbij nodig, niemand is een eiland.”
Monitoren diergezondheid belangrijk
“GD heeft het overzicht als het gaat om diergezondheidsmonitoring. Zo krijgen we als sector trends in beeld. Wat is er aan de hand, moeten we schakelen? Zijn er bedreigingen? Wat komt er op ons af? Ik vind het goed dat die informatie wordt gebundeld. Ook het insturen van dieren voor pathologisch onderzoek is belangrijk, dan kunnen we tot in de celwand zien wat er aan de hand is bij een dier. En of het dan nodig is om je bedrijfsmanagement aan te passen. Of dat nieuwe technieken moeten worden ontwikkeld om de speci eke ziekteveroorzaker aan te pakken. Dat we die informatie allemaal hebben, zorgt ervoor dat we stappen kunnen zetten in het verder verhogen van de varkensgezondheid in ons land. Als alle partijen hun kennis en krachten bundelen, is dat alleen maar goed voor de sector.”
In de praktijk
Hij besloot na zijn studie om buiten de deur te gaan werken, maar het boeren begon toch te kriebelen. Binnen het Zonvarken-concept lag er een kans om toch op het ouderlijk bedrijf boer te worden. De kennis die hij bij GD opdoet en de praktijkkennis als varkenshouder versterken elkaar. Jeroen wil graag korte lijntjes tussen GD en klanten en werkt daar hard aan. “Om samen te kunnen werken is het belangrijk de afstand te verkleinen. Door praktische handvatten, tips, advies en uitleg bij de uitslagen te geven bijvoorbeeld. Waar loopt iemand tegenaan en hoe kan ik vervolgens ondersteunen?
Omdat ik naast mijn werk bij GD ook varkenshouder ben, leer ik ook veel van de praktijk! Zo was ik benieuwd naar de biestopname bij onze biggen en heb ik de QuickScan Biestmanagement laten doen. De biggen kunnen bij ons namelijk pendelen tussen twee zeugen in de kraamfase. Met de uitslag krijg ik vervolgens inzicht in de biestkwaliteit en -opname. Daar kan ik het management op afstemmen.”