Varken 88 december 2017

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

GD-magazine - december 2017 - nummer 88

varken

AFRIKAANSE VARKENSPEST

Wint steeds meer terrein in Europa

CASUS UIT DE PRAKTIJK

Gezondheidsproblemen oplossen

ENQUÊTE PRRS

De uitkomsten


AL JAREN

AL AL JAREN JAREN

2010 - 2014

2010 2010 -- 2014 2014

MEEST 1 GEBRUIKT

MEEST 11 GEBRUIKT

DOOR VARKENSHOUDERS EN DIERENARTSEN

DOOR VARKENSHOUDERS EN DIERENARTSEN

VERS GEMENGD KLASSE

BESCHERMD

Ingelvac MycoFLEX® mengfles om vers te mengen met Ingelvac CircoFLEX® Ingelvac MycoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Werkzaam bestanddeel: Geïnactiveerd mycoplasma hyopneumoniae, J-stam isolaat B-3745, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 3 wk ter vermindering van longlaesies als gevolg van infectie met m.hyo. Bescherming begint vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt ten minste 26 wk aan. Contra-indicaties: Geen. Bijwerkingen: Bijwerkingen zijn zeldzaam: een voorbijgaande zwelling met een diameter tot 4 cm, soms samengaand met roodheid van de huid, kan worden waargenomen op de plek van injectie. Deze zwelling kan tot 5 dagen aanhouden. Een voorbijgaande gemiddelde toename van de rectale lichaamstemperatuur van ongeveer 0,8°C kan tot 20u na vaccinatie worden waargenomen. Dosering: Enkelvoudige i.m. injectie van 1 dosis (1 ml). Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac CircoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac CircoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: (Orgaan)vlees: 0 dg. REG NL 104086 UDD. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com, telefoon: +31 (0)72 566 24 11 Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen - inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande zen milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. REG NL 102672 UDD. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com, telefoon: +31 (0)72 566 24 11. 1) Agridirect HokdierScanner 2010 t/m 2014.


voorwoord

INNOVATIEVE TOEKOMST De Varken staat vaak vol verhalen en adviezen, maar er is ook een andere tak van activiteiten waar GD actief in is: innovatie- en onderzoeksprojecten. Die activiteiten geef ik, samen met collega’s, vorm. Zo houden we ons bezig met interne innovatieprojecten en onderzoeksprojecten in opdracht van bijvoorbeeld de overheid, farmaceuten en veevoerbedrijven. Uiteindelijk staat in alle projecten het verder verbeteren van de varkensgezondheid centraal. Een van de onderwerpen die centraal staat in onze innovatieprojecten is PRRS. Door het ontwikkelen van nieuwe producten willen we varkenshouders en dierenartsen praktisch en doelgericht ondersteunen in de PRRS-beheersing op bedrijven. Dat PRRS een belangrijk onderwerp is blijkt uit een recent gehouden enquête onder zeugenhouders (zie p.13). Een praktisch voorbeeld van een ander innovatieproject dat nu loopt, zijn de Pakketten Diarree. Dit pakket is nu al beschikbaar voor biggen in de kraamstal, maar het

wordt ook voor speenbiggen en vleesvarkens ontwikkeld. Samen met Lucía Dieste Perez (zie p.24) werk ik samen aan de projecten en daarmee ook aan de ontwikkeling van producten. Bedrijfsbezoeken gericht op onderzoeksprojecten komen minder vaak voor dan bezoeken gericht op ‘reguliere’ varkensgezondheidszorg. Heel soms kunt u mij tegenkomen op uw bedrijf. Vaak gaat het dan om een veldstudie waaraan u, als varkenshouder, uw medewerking verleent. Hier leest u verder niks over in de Varken, want dit is meestal vertrouwelijke informatie. De innovatie- en onderzoeksprojecten zijn van groot belang voor verdere verbetering van de varkensgezondheid. Daarom blijft GD zich hier ook in 2018 voor inzetten. De komende jaren liggen onze pijlers op zaken rondom de geboorte van biggen, zoals biestopname en bigvitaliteit. Maar ook vermindering van antibioticumgebruik, met als kapstok PRRS, en darmgezondheid blijven belangrijke aandachts- en ontwikkelgebieden. Daar zien we niet alleen nu, maar ook in de toekomst, een groot belang in. Jobke van Hout, dierenarts varken

inhoud

04 Actueel 06 Uit het lab: ‘Van bouw tot beter’ Bereikbaarheid

08 Casus uit de praktijk: hoe lossen we

U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.

Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten.

gezondheidsproblemen op?

06

13 Antibioticumresistentie

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal

14 Afrikaanse varkenspest

Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

18 Nieuwe informatie Online Monitor

COLOFON

21 Uitkomsten enquête PRRS

Varken is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Manon Houben, Theo Geudeke, Monica van Eelen, Eva Onis | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Anne Taverne | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@ gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Marketing, Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Abonnementen Varken wordt gratis toege­zonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (vier nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 15,55 euro (excl. btw en verzendkosten) | Advertenties PSH Media Sales, T. 0314 35 58 00 | Verschijnings­frequentie vier keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

08

23 De boer op 24 Diergezondheid volgens Lucía Dieste Perez

14

Varken, december 2017 - 3


Belang van goed drinkwater Tegenvallende resultaten in zowel de zeugen- als vleesvarkenshouderij kunnen worden veroorzaakt door minder goed drinkwater. Laat daarom bij tegenvallende resultaten altijd de waterkwaliteit beoordelen. Het watermonster moet worden genomen bij het drinkpunt. Dit geldt zowel voor bron- als leidingwater. Hard water is minder gewenst voor varkens. Kalkaanslag kan aan drinknippels gaan zitten en daardoor voor verstoppingen of juist constant doorstromen zorgen. Ontharden van water is pas zinvol bij een hardheid van meer dan 25° D.

Hoe vaak komen darmprobemen voor bij gespeende biggen en vleesvarkens? Uit de telefonische vragen die de GD Veekijker ontvangt, blijkt dat in de laatste drie jaar gemiddeld 9,7 procent van de vragen betrekking had op diarreeproblemen. Op vragen over kreupelheid na, wordt hier het meest over gevraagd. In de Online Monitor, die door dierenartsen wordt ingevuld na het afleggen van bedrijfsbezoeken, heeft 19 procent van de gemelde ziekteproblemen betrekking op maagdarmproblemen. Het vaakst worden problemen door PIA gemeld. E. coli werd het meest als ziekteverwekker genoemd, vooral in verband met geboortediarree, speendiarree of slingerziekte. Als we kijken naar de categorieën gespeende biggen en vleesvarkens, stond het maagdarmapparaat bij de gespeende biggen qua belang op de derde plaats. Bij vleesvarkens stond het op de tweede plaats. De meest vastgestelde oorzaken van darminfecties zijn E. coli, PIA en clostridium. Dit blijkt zowel uit de bij GD uitgevoerde secties als uit de gegevens van de Online Monitor.

Behalve erg hard water, is ook te zacht water niet goed voor varkens. Zacht water zorgt ervoor dat leidingen sneller roesten en dat de roest in het water komt. Daarnaast nemen dieren een deel van het benodigde calcium en magnesium op via het drinkwater. Zacht water bevat echter zeer weinig van deze stoffen. Tot slot maakt een lage hardheid het water minder smakelijk. GD adviseert ter voorkoming van problemen een hardheid van minimaal 4 °D voor het drinkwater van dieren. MEER OVER WATERONDERZOEK BIJ VARKENS WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ WATERONDERZOEKVARKENS

4 - Varken, december 2017

In de afgelopen drie jaar had 21 procent van de voor sectie ingezonden gespeende biggen, en 26 procent van de voor sectie ingezonden vleesvarkens, een probleem in het maagdarmkanaal. Bij de gespeende biggen werd 84 procent van de maagdarmproblemen veroorzaakt door een bacterie of virus en bij de vleesvarkens was dat 59 procent. Bij beide leeftijdsgroepen werden in afnemende volgorde van belangrijkheid vooral gevonden: E. coli, PIA, salmonella en rotavirus.

Urineonderzoek bij blaasontsteking Blaasontstekingen bij zeugen komen vrij vaak voor. Hierbij spelen hygiëne, waterkwaliteit en -hoeveelheid en bewegingsvrijheid een rol. Een blaasontsteking kan zich uitbreiden naar de baarmoeder en de nier. Urineonderzoek toont de ontstekingen aan. Een sneltest geeft al aanwijzingen, maar beter is labonderzoek op bacteriën en ontstekingscellen. Monsters moeten wel snel en gekoeld op het lab zijn.


actueel

Btw-landbouwregeling per 1 januari 2018 afgeschaft Door het nieuwe Belastingplanpakket 2018 wordt de btw-landbouwregeling in de Wet op de omzetbelasting met ingang van 1 januari 2018 afgeschaft. Tot nu toe betaalde u voor facturen van GD als veehouder 6 procent btw, maar de wijziging betekent dat u vanaf 1 januari 2018, net als andere ondernemers, 21 procent btw gaat betalen. Meer informatie over deze wijziging staat op de website van de rijksoverheid.

Samen werken aan diergezondheid

Slachtlijnbemonstering Meer gemak, minder werk!

Bloedmonsters voor de verschillende monitoringsprogramma’s kunt u laten nemen door uw eigen dierenarts of aan de slachtlijn. Slachtlijnbemonstering is een makkelijke methode die u veel werk uit handen neemt, zonder extra kosten. In een aantal gevallen is bloedtappen in de stal niet meer nodig.

Welke onderzoeken? Bij deelname aan slachtlijnbemonstering onderzoekt GD de monsters die aan de slachtlijn worden genomen, op de volgende ziekten: • Ziekte van Aujeszky • SVD (blaasjesziekte, afhankelijk van IKB­deelname) • Salmonella (alleen bij vleesvarkens) • Schurft (alleen bij deelname GD SchurftScan of Schurft­vrij Certificering)

Let op: A-, C- en E-bedrijven mogen volgens de regelgeving van de overheid alleen Aujeszky- en klassieke varkenspest-onderzoek laten doen op monsters die door de dierenarts getapt zijn. Zij mogen hiervoor geen gebruikmaken van monsters genomen aan de slachtlijn.

Antwoordkaart slachtlijnbemonstering UBN:

Bemonsteren aan de slachtlijn: meer gemak, minder werk! Naam:

Adres:

Postcode/plaats:

Telefoonnummer:

Gewenste onderzoeken: Ziekte van Aujeszky SVD (blaasjesziekte, afhankelijk van IKB­deelname) Salmonella (alleen bij vleesvarkens) Schurft (alleen bij deelname GD SchurftScan of Schurft­vrij Certificering)

GD heeft met een aantal slachterijen afspraken gemaakt over bemonsteren aan de E­mailadres: slachtlijn. De slachterij neemt bloedmonsters aan de slachtlijn en GD kan deze monIk wil mijn uitslagen graag per mail ontvangen Ik geef u toestemming om mijn e­mailadres te gebruiken het toesturen vanzit productinformatie en andere mailingen van GD sters voor onderzoeken. Als bijlage bijvoor deze Varken het aanmeldformulier Slachtlijnbemonstering. U kuntwatzich met dit Ik wil deelnemer worden aan: (aankruisen van toepassing is) formulier aanmelden voor slachtlijnbemonsteringSlachtlijnbemonstering en doorgevenzeugen waar de monsters op onderzocht mogen worden. Slachtlijnbemonstering vleesvarkens Slachtlijnbemonstering is een makkelijke methode die u, zonder extra kosten, veel werk Hieronder kunt u aangeven aan welke slachterij(en) u uw varkens/zeugen levert uit handen neemt. In veel gevallen is bemonstering in de stal niet meer nodig. Datum:

Manon Houben benoemd tot Europees specialist varkensgezondheid Manon Houben, dierenarts bij GD, staat nu officieel geregistreerd als Europees specialist varkensgezondheid. De officiële titel van dit specialisme is Diplomate of the European College of Porcine Health Management. Dit is het hoogste Europese specialisme voor dierenartsen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg voor varkens, en de titel als zodanig is beschermd. Manon heeft de afgelopen jaren hard gewerkt om aan de eisen van dit specialisme te voldoen. Alle inspanningen zijn nu succesvol afgerond met haar registratie als Europees specialist. Nederland telt nu tien Europees specialisten varkensgezondheid, waarvan zowel Manon Houben als Theo Geudeke werkzaam zijn bij GD. In totaal zijn er op dit moment 158 Europees specialisten varkensgezondheid, in 19 landen wereldwijd.

Handtekening:

Op de onderzoeken zijn de algemene voorwaarden van GD, gedeponeerd bij de KvK onder nummer 08117636, van toepassing. Deze voorwaarden zijn reeds in uw bezit. U kunt een extra exemplaar opvragen via www.gddiergezondheid.nl, infovarkens@gddiergezondheid.nl of via 0900­1770 (optie 2)

Varken, december 2017 - 5


RONDLEIDING VERNIEUWD GD-LAB

Van bouw naar beter Na een lange, gedegen voorbereiding en anderhalf jaar verbouwen is ons vernieuwde laboratorium eindelijk klaar. Een resultaat om trots op te zijn! Hoe ziet dat nieuwe lab er nu uit en welke verbeteringen zijn er aangebracht? U leest en ziet het hier.

Digitalisering Digitalisering wordt steeds belangrijker; veel dingen gaan automatisch en er staan steeds meer schermen in het lab. Ook blijkt het digitaal inschrijven essentiëel. Door monsters digitaal in te schrijven wordt de foutkans heel erg verkleind en het gaat ook nog eens veel sneller. Ook is het voor labmedewerkers direct duidelijk wat de klant wil. In het nieuwe lab wordt daarom zoveel mogelijk digitaal gewerkt.

Efficiëntie Tijdens het opstellen van het nieuwe labplan bleek één ding erg belangrijk: kortere looplijnen. Minder muren, logische aansluitingen tussen afdelingen en overzichtelijke werkplekken. Zo ligt de afdeling immunologie, waar verreweg de meeste monsters worden onderzocht, nu veel dichter bij de afdelingen monsterverdeling en lablogistiek. Hierdoor zijn er veel minder transportbewegingen. Dit werkt door op de doorlooptijden, dat betekent dat u uw uitslagen sneller ontvangt.

6 - Varken, december 2017


Anne Taverne en Margreet Pasman, redacteurs

uit het lab

Innovatie Het oude lab stamde uit 1992. Natuurlijk heeft de ontwikkeling van het lab in die 25 jaar niet stilgestaan: er zijn nieuwe apparaten aangeschaft en de kennis is verbeterd. Maar installaties als de koeling, verwarming en de ventilatie waren toe aan een fikse opknapbeurt. Dit leek al zó’n ingrijpende verbouwing te worden, dat er werd gekozen voor een volledige vernieuwing van het laboratorium. Alles is op de schop gegaan, maar nu is het GD-lab helemaal klaar voor de toekomst.

Hygiëne De vernieuwde sectiezaal is een stuk ruimer opgezet en biedt de mogelijkheid om meer secties tegelijk te doen. Er is een koelruimte, waar voor sectie aangeboden dieren koel kunnen worden bewaard. De nieuwe sectietafels zijn verrijdbaar en van rvs, dat goed en gemakkelijk te reinigen is. Ook is het digitaliseringsproces op deze afdeling in volle gang. De sectiezaalmedewerkers en de pathologen kunnen nu beter, sneller en hygiënischer werken.

Duurzaamheid In zo’n groot lab staat duurzaamheid natuurlijk centraal. Op het lab is voor veel activiteiten warmte nodig. Deze warmte wordt teruggewonnen uit de ventilatielucht en hergebruikt. Ook de nieuwe mediakoeling draagt bij aan een duurzamer lab. De afdeling mediabereiding gebruikt een doorgeefkoelcel richting bacteriologie. Hierin kunnen voedingsbodems worden geplaatst. Op de afdeling bacteriologie kunnen de medewerkers door een glazen ruit precies zien wat er in de koeling ligt. Zo hoeven er geen deuren meer open te staan. Dit voorkomt veel energieverlies en ook de looplijnen zijn korter.

Betrouwbaarheid Wandelend door de gangen blijkt er één ding: betrouwbaarheid is belangrijk. Het nieuwe lab heeft veel accreditaten en is aantoonbaar betrouwbaar. Jaarlijks toetst een extern bureau het laboratorium en eventueel daaruit voortkomende adviezen neemt GD ter harte. Zo blijven we doorlopend verbeteren. Voor het GD-lab draait alles om het zo snel en betrouwbaar mogelijk onderzoeken van monsters voor de klant.

Varken, december 2017 - 7


“Voor we antwoorden hebben, is het belangrijk om eerst de goede vragen te stellen.�

8 - Varken, december 2017


casus uit de praktijk

GEZONDHEIDSPROBLEMEN OPLOSSEN

Hoe pakken we dit aan?

De GD-dierenartsen van de afdeling varkensgezondheid gaan geregeld naar bedrijven die last hebben van gezondheidsproblemen. Dit kan bijvoorbeeld zijn om een ‘second opinion’ te geven. Soms is er namelijk sprake van een hardnekkig of langdurig probleem waarbij een frisse blik nieuwe inzichten kan opleveren. Hoe gaan we op zo’n moment te werk? We willen natuurlijk duidelijk in beeld hebben wat nou eigenlijk het gezondheidsprobleem is. Dat lijkt logisch, maar het valt soms niet mee om dat voor elkaar te krijgen. Voor we antwoorden hebben, is het belangrijk om eerst de goede vragen te stellen: dit heet ook wel ‘de anamnese’. Het begint vaak met vage omschrijvingen zoals ‘de varkens doen het niet goed’ of ‘ons bedrijf heeft last van een najaarsdip’ of ‘we hebben de laatste tijd iets te veel kreupele vleesvarkens, verwerpers bij de zeugen of diarree bij de biggen’. Dan is het zaak voor de dierenarts om zo precies mogelijk door te vragen wat men bedoelt. Daarbij is het belangrijk om na te gaan of de gegeven antwoorden kloppen. Dat blijkt ook uit het volgende voorbeeld: op zeugenbedrijven met matige of onvoldoende vruchtbaarheid, vragen we altijd naar het voerschema bij de zeugen en naar de jaarlijkse voergift volgens de voerleverancier of het managementprogramma. Op basis van het voerschema is uit te rekenen wat de voergift globaal per jaar is. Het is te verwachten dat de voergift volgens het schema en volgens de administratie min of meer hetzelfde is. Toch is dat in de praktijk vrijwel nooit het geval. Vaak blijkt bovendien dat het opgegeven voerschema royaler is dan de werkelijke voergift. Ook kunnen de antwoorden op de vragen al ingekleurd zijn doordat men zelf al lang heeft nagedacht over mogelijke oorzaken.

Varken, december 2017 - 9


Op een zeugenbedrijf met plotseling veel late verwerpers meldde de zeugenhouder bijvoorbeeld direct al dat men de zeugen volgens een strak schema entte tegen PRRS. Daarmee bedoelde hij eigenlijk dat PRRS volgens hem niet de oorzaak kon zijn, hoewel de verschijnselen op stal daar wel heel erg aan deden denken. Het probleem precies beschrijven Door goed door te vragen, maar ook door zoveel mogelijk aanvullende informatie te benutten, kan men tot een precieze omschrijving van het probleem komen. Dus bijvoorbeeld: “Afgelopen maand hebben op ons bedrijf (grootte: zeshonderd zeugen) zes zeugen verworpen, vijf daarvan rond zeven weken na inseminatie en één op acht weken; dit waren allemaal derdetot zesdeworpszeugen en allemaal in dezelfde afdeling.” Door verder te vragen kan dan bijvoorbeeld blijken dat de zeugen geen andere symptomen, zoals koorts, slechte eetlust, diarree of hoesten, hadden.

Het is belangrijk om alle informatie­bronnen te gebruiken.

10 - Varken, december 2017

Een analyse van het voer kan voor nieuwe inzichten zorgen.

Mogelijke oorzaken? Om de oorzaak van een probleem te achterhalen is het van belang om zoveel mogelijk relevante informatie te verzamelen. Maar hoe wordt duidelijk of informatie relevant is? In het wilde weg testen uitvoeren of uitdraaien maken uit het managementprogramma is in elk geval niet de juiste weg. Dat kost alleen maar tijd en geld. In feite is er eerst een lijst nodig van de mogelijke oorzaken van een probleem. Vervolgens kan men daarvan de meest onwaarschijnlijke oorzaken gaan wegstrepen tot er uiteindelijk één overblijft. Om mogelijke oorzaken weg te kunnen strepen is er gericht extra onderzoek nodig. Bijvoorbeeld bloedonderzoek of pathologisch onderzoek. Daarbij hoort ook een kosten-batenanalyse: hoeveel testen is zinvol en betaalbaar? Extra onderzoek kan ook een uitgebreide analyse van het managementprogramma, (stal)klimaatonderzoek of voer- en/of wateronderzoek zijn. Soms kan het zelfs nuttig zijn om bewakingscamera’s op te hangen om het gedrag van de dieren te observeren. Praktijkvoorbeeld: verwerpers Neem de verwerpers rond zeven weken uit ons eerder genoemde voorbeeld; daarbij zijn heel veel mogelijke oorzaken op te noemen. Meestal denken we eerst aan infecties, bijvoorbeeld met virussen (griep, PRRS) of bacteriën (vlekziekte, Mycobacterium avium, leptospiren), maar heel soms ook met parasieten of schimmels. Eigenlijk kunnen alle infecties waarbij zeugen flinke koorts krijgen leiden tot verwerpen, dus ook acute App of PIA. Heel vaak, namelijk in ongeveer driekwart van de gevallen, zijn de oorzaken niet infectieus. Denk aan vergiftigingen zoals mycotoxinen, schadelijke gassen uit de mestput, nitriet of


Theo Geudeke, dierenarts varken

casus uit de praktijk

watersulfide in vervuild water, bestrijdingsmiddelen of verkeerd gedoseerde geneesmiddelen. Extreme tekorten in de voeding (bijvoorbeeld met Vit A, C, K, B2, B9, B12) of mineralen (Ca, Mn, I2, Fe) komen in Nederland zelden voor. Allerlei stressfactoren wel: denk aan vechten (in kleine, volle groepen), het verplaatsen van zeugen, pijn (bijvoorbeeld klauwkreupelheid), een slecht stalklimaat, een kapotte voercomputer of soms zelfs ‘zwerfspanning’ op de inventaris.

aangevuld met een analyse van het voer of de wijze van voeren. Maar het is ook goed om door te spreken wat de gang van zaken is in de dragende zeugenstal om mogelijke stressoorzaken te kunnen achterhalen. Bij verwerpers halverwege de dracht kan het tot slot nuttig zijn om gedrag te observeren. Dan kan bijvoorbeeld blijken dat één dominante zeug de sfeer verpest in een groep door voortdurend anderen weg te jagen bij de ingang van het voerstation.

Gericht onderzoek Als de lijst met mogelijke oorzaken duidelijk is, kan door gericht nader onderzoek het afstrepen beginnen. Soms is dat heel simpel: in het voorbeeld van de verwerpers was geen sprake van zeugen met slechte eetlust of koorts, dus nader onderzoek naar acute App of PIA was niet nodig. De zeldzame oorzaken bewaren we voor als we er echt niet uitkomen met de meest voorkomende oorzaken. Bij de verwerpers wordt eerst naar bijvoorbeeld het stalklimaat en drinkwater gekeken, eventueel

Zeldzame problemen komen érg weinig voor Het lijkt logisch, maar inventariseer altijd eerst de voor de hand liggende en simpele verklaringen voor een probleem. Roep er andere experts bij als het vinden van een oorzaak niet direct lukt. Vaak helpt de frisse blik van de buitenstaander. Het is ten slotte geruststellend dat veel problemen vanzelf voorbij gaan: varkens bouwen weerstand op tegen een bepaalde infectie, stressfactoren kunnen verdwijnen, het weer verandert en een ongunstig seizoen gaat voorbij.

Zodra een deel van de mogelijke oorzaken weg­ gestreept is, is gerichter nader onderzoek mogelijk.

Varken, december 2017 - 11


Shigatoxine:

Nog steeds aan het koorddansen ?

Beëindig deze bedreiging compleet. Krijg vaste voet aan de grond. Eenmalige injectie voor bescherming tot in de vleesvarkensperiode: ● neutraliseert de oorzaak van oedeem ziekte ● verbeterde groei en betere kwaliteit biggen ● minder antibiotica en medicijnen IDT Biologika BV Ceresstraat 13 4811 CA Breda benelux@idt-biologika.com www.idt-animal-health.com Naam: ECOPORC® SHIGA suspensie voor injectie voor varkens. Samenstelling: dosis van 1 ml bevat Werkzaam bestanddeel: genetisch gemodifi ceerd, recombinant Stx2e antigeen: 3,2 x 10 6 ELISAeenheden; Adjuvans: aluminiumhydroxide max. 3,5 mg; Hulpstof: thiomersal max. 0,115 mg. Voorkomen na schudden: geelachtige tot bruinachtige, homogene suspensie. Doeldiersoort: varkens Indicaties: actieve immunisatie van biggen vanaf de leeftijd van 4 dagen om mortaliteit en klinische symptomen van oedeëmziekte veroorzaakt door het Stx2e-toxine geproduceerddoor E. coli (STEC) te reduceren. Begin van immuniteit: 21 dagen na vaccinatie. Duur van immuniteit: 105 dagen na vaccinatie. Contra-indicaties: niet gebruiken bij overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel, het adjuvans of een van de hulpstoff en. Speciale waarschuwing: vacccineer alleen gezonde dieren. Bijwerkingen: vaak kunnen zeer kleine lokale reacties zoals mildezwelling op de injectieplaats (max. 5 mm) worden waargenomen, maar deze reacties zijn tijdelijk en verdwijnen zonder behandeling binnen korte tijd (tot max. zeven dagen). Na toedieningvan ECOPORC® SHIGA kunnen soms klinische symptomen, zoals tijdelijke milde gedragsstoornissen, worden waargenomen. Vaak kan na injectie een kleine verhoging in lichaamstemperatuur (max. 1,7° C) voorkomen. Maar deze reacties verdwijnen, zonder behandeling, binnen korte tijd (max. twee dagen). Gebruik tijdens dracht of lactatie: de veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens dracht of lactatie. Interactie met andere geneesmiddelen: Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en werkzaamheid van dit vaccin bij gebruik in combinatie met enig ander diergeneesmiddel. Ten aanzien van het gebruik van dit vaccin vóór of na enig ander diergeneesmiddel dient per geval een besluit te worden genomen door de verantwoordelijke dierenarts. Dosering en toedieningsweg: één enkele intramusculaire injectie (1ml) aan varkens vanaf de leeftijd van 4 dagen. De geprefereerde injectieplaats is de nekspier achter het oor. Het wordt aanbevolen een naald te gebruiken die geschikt is voor de leeftijd van de biggen (bij voorkeur maat 21G lengte 16 mm). Voorafgaand aan de toediening, het vaccin voorzichtig schudden. Wachttermijn: nul dagen. Voorschriftplichtig. Vergunninghouder: IDT Biologika GmbH, Am Pharmapark,D-06861 Dessau-Roßlau, Duitsland. Registratie: EU/2/13/149/001, EU/2/13/149/002, REG NL 111263. Verdere informatie beschikbaar op aanvraag.


wetenschap

Theo Geudeke, dierenarts varken

ANTIBIOTICUMRESISTENTIE

GOED OP WEG, MAAR WE ZIJN ER NOG NIET Als GD bij onderzoek ziekteverwekkende bacteriën kweekt, wordt een gevoeligheidsbepaling uitgevoerd om na te gaan voor welke antibiotica de bacterie gevoelig is. Op deze manier kan de dierenarts de goede keuze maken voor een bepaald antibioticum ter behandeling van een infectie. GD voegt de resultaten samen om over langere perioden de ontwikkeling van de gevoeligheidspatronen van bacteriën te volgen.

te behandelen zijn. Het percentage multiresistente bacteriestammen uit materiaal van varkens is vorig jaar gelukkig significant lager dan voorheen. Maar nog altijd was in 2016 een fors deel van de aangetoonde bacteriën multiresistent. Van de gevonden E. coli- en salmonellabacteriën is dat zelfs meer dan 80 procent. Bij Streptococcus suis is helaas wel sprake van een toename van de multiresistentie (nu ongeveer 50 procent).

De afgelopen jaren heerst er een gunstig beeld wat betreft de gevoeligheden voor antibiotica. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het afnemende antibioticumgebruik. De percentages ongevoelige bacteriestammen zijn de afgelopen jaren, met hier en daar een uitzondering, aan het dalen. Het aantal Bordetellastammen dat ongevoelig is voor doxycycline (OTC) is wel toegenomen, net als de ongevoeligheid van App voor sulfonamiden.

ESBL’s ESBL’s zijn enzymen geproduceerd door bacteriën zoals salmonella en E. coli. Deze enzymen maken de bacteriën resistent tegen belangrijke antibiotica, zoals penicilline en cefotaxim. Bij mensen zijn dit zijn vaak de laatste reserve-antibiotica bij ernstige infecties. Ook bij GD vonden we een enkele keer een bacteriestam die ongevoelig is voor cefotaxim. Dit betekent dat die waarschijnlijk een ESBL produceert. Gelukkig lijkt ook hierin een gunstige tendens te zitten (zie tabel 2).

Multiresistentie van ziekteverwekkers Als bacteriën ongevoelig zijn voor drie of meer verschillende antibiotica, dan noemt men dat multiresistent. Dit is een serieus probleem, omdat bepaalde infecties daardoor zeer moeilijk

Actinobacillus pleuro­ pneumoniae (App) Bordetella bronchiseptica E. coli Pasteurella multocida

Kortom: de tendens van de gevoeligheid van bacteriën voor antibiotica lijkt gunstig, maar we zijn er nog niet.

tiamuline, tulathromycine sulfonamiden trimethoprim-sulfonamiden doxycycline /oxytetracycline

Jaar Resistentie

amoxicilline-clavulaanzuur

2016 2 / 295 (0,7%)

colistine

2015 7 / 426 (1,6%)

colistine

2014 6 / 377 (1,6%)

sulfonamiden, tilmicosine

2013 9 / 213 (4,2%)

Tabel 1: ongevoeligheid van bacteriën voor enkele antibiotica.

Tabel 2: E. coli uit materiaal GD ongevoelig voor cefotaxim.

Varken, december 2017 - 13


AFRIKAANSE VARKENSPEST

Het komt steeds dichterbij Afrikaanse varkenspest (AVP) is een virusziekte die voorkomt bij Afrikaanse wilde varkens, zoals wrattenzwijnen en bosvarkens. Als deze dieren besmet raken met het AVP-virus worden ze daar niet of nauwelijks ziek van. Door onoplettendheid van de mens heeft het virus zich nu ook buiten Afrika, met name in Oost-Europa, verspreid. Deze varkens worden er wél erg ziek van en de meeste varkens met AVP sterven er uiteindelijk aan. De ziekte is voor het eerst geïdentificeerd in Kenia in 1921. In de jaren zestig kwam het virus vanuit Angola, wat destijds een Portugese kolonie was, naar Portugal en verspreidde het zich vooral in Zuid-Europa. Ook in enkele landen in Latijns-Amerika vonden uitbraken plaats. In 1985 en 1986 kregen België en Nederland te maken met uitbraken. In alle gevallen is het op den

duur gelukt om de ziekte uit te roeien, behalve op het Italiaanse eiland Sardinië. Oost-Europa sinds 2007 Vanaf 2007 ging het helaas opnieuw mis. Deze keer kwam het AVP-virus naar Europa via een haven in Georgië. Het betreffende virus kwam sterk overeen met het type dat voorkomt op Madagaskar en in Oost-Afrika. In de eerste jaren na de introductie verspreidde AVP zich in de Kaukasus en in het zuiden van Rusland onder wilde zwijnen, maar er waren ook uitbraken bij gehouden varkens. In 2011 maakte het virus een verdacht grote sprong naar het noorden van Rusland. De afstand die de ziekte heeft afgelegd kon niet verklaard worden door besmettingen en overdracht van wilde zwijnen. Zij lopen geen paar duizend kilometer, zeker niet

Kazachstan Oekraine

Georgië Rusland

Azerbaidjan Armenië Turkije Uitbraken in 2007 wilde zwijnen gehouden varkens

14 - Varken, december 2017

Iran

Georgië

Uitbraken in 2009 wilde zwijnen gehouden varkens

Azerbaidjan Armenië Turkije

Iran


samenleving

Theo Geudeke, dierenarts varken

Varkenspestuitbraken in 2017 opgelost bij wilde zwijnen opgelost bij gehouden varkens voortdurend bij wilde zwijnen voortdurend bij gehouden varkens

0 50

km

WitRusland

Polen

Tsjechië 400

Slowakije als ze varkenspest hebben. Waarschijnlijk is de ziekte dan ook verspreid door menselijk handelen, bijvoorbeeld door besmette transportmiddelen of door besmette varkens-vleesproducten die als keukenafval aan varkens zijn gevoerd. Het AVP-virus kan namelijk prima en langdurig overleven in vlees, zelfs in vleeswaren zoals gedroogde worst. Europese Unie sinds 2014 Vanuit Rusland kwam het virus in 2013 naar Oekraïne en WitRusland en in 2014 naar de Baltische staten en het oosten van Polen (zie de kaartjes). Een ideaal woongebied voor wilde zwijnen en dus ook voor het AVP-virus. Vervolgens verspreidde het virus zich verder in de Europese Unie. Alleen al in de eerste helft van 2017 zijn meer dan 1300 uitbraken gemeld in EU.

Hongarije

aantal uitbraken eerste halfjaar 2017 Land

wilde zwijnen

gehouden varkens

Estland

374

1

Litouwen

246

5

Letland

398

2

Polen

217

25

Italië (Sardinië)

28

15

Tsjechië

3

-

Estland

Estland

Letland

Letland

Litouwen

Litouwen

Polen

Oekraine

km

Wit-Rusland

Polen

Rusland

Wit-Rusland

Rusland

Kazachstan

Kazachstan Oekraine

Oekraine

Rusland

Rusland

Uitbraken in 2011 wilde zwijnen gehouden varkens

Georgië Azerbaidjan Armenië Turkije

Iran

Uitbraken in 2014 wilde zwijnen gehouden varkens

Georgië Azerbaidjan Armenië Turkije

Iran

Varken, december 2017 - 15


samenleving Een zeer verontrustende ontwikkeling zijn de uitbraken in Tsjechië, waar sinds de eerste gevallen in juni tientallen zwijnen met AVP zijn aangetroffen. De ziekte heeft dus opnieuw een enorme sprong gemaakt: de dichtstbijzijnde uitbraken op het moment van de eerste melding uit Tsjechië, waren in Oekraïne en Polen. Dat is meer dan vierhonderd kilometer verderop (zie het kaartje). Zo ver lopen zwijnen niet en waarschijnlijk is ook in dit geval menselijk handelen de oorzaak. Het is niet voor niets dat de Tsjechen een justitieel onderzoek doen naar de achtergrond van de verspreiding. De jacht op wilde zwijnen en het vervolgens meebrengen van vleesproducten van die wilde zwijnen naar elders in Europa vormt een serieus risico. Andere wijze van verspreiding In Afrika wordt het virus ook overgebracht door zachte teken. Het soort teken dat daarvoor verantwoordelijk is, komt hooguit voor in Zuid-Europa. Van andere Europese teken is niet bewezen dat ze AVP kunnen overdragen. Theoretisch gezien kunnen bloedzuigende

16 - Varken, december 2017

insecten of ander ongedierte het virus van het ene op het andere varken overdragen, maar dat zou dan hoogstens over korte afstanden zijn. Ook is wel gespeculeerd dat het virus door trekvogels meegenomen kan zijn, maar daarvoor bestaat evenmin bewijs. Het feit dat alle uitbraken in Europa sinds 2007 zijn veroorzaakt door hetzelfde type van het virus, betekent dat het zeer waarschijnlijk is dat al die uitbraken met elkaar verband houden en allemaal zijn gerelateerd aan het virus dat in 2007 in Georgië arriveerde. De uitbraken op Sicilië, die allemaal veroorzaakt worden door het type virus dat daar sinds 1978 aanwezig is, vormen een uitzondering. Hoe herken ik AVP? AVP is een zeer ernstige ziekte voor varkens. De varkens worden erg ziek en de meesten sterven eraan. Bij ernstige ziekteverschijnselen is het dus altijd verstandig om AVP als oorzaak uit te sluiten. Dat kan snel, want er zijn uitstekende testen beschikbaar. De dreiging van AVP maakt opnieuw duidelijk hoe belangrijk hygiëne- en biosecuritymaatregelen zijn.


VITALE BIGGEN. GEZONDE START.

Pakket Diarree BIG Ziekteverwekkers in één keer in beeld

Heeft u te maken met diarree bij uw biggen in het kraamhok? Breng dan met het Pakket Diarree BIG in één keer mogelijke ziekteverwekkers in beeld. Samen met uw dierenarts gaat u voor vitale biggen. Zo werkt u aan een gezonde start van de biggen op uw bedrijf. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/pakketdiarree

Kies voor BIG van GD: Vitale biggen, gezonde start. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl/pakketdiarree


Wat zijn de belangrijkste ziekteverwekkers? Uit de gegevens van de Online Monitor blijkt dat infectieziekten nog steeds heel vaak worden gemeld door dierenartsen. Belangrijke ziekteverwekkers die naar voren komen zijn: streptokokken, App en PRRS. Op ruim 35 procent van de bezochte varkensbedrijven worden door de dierenarts afwijkingen geconstateerd. Veruit het vaakst zijn dat ademhalingsproblemen (zie figuur 1). Bovendien blijkt dat men, als een aandoening is gemeld op een bedrijf, dat in tweederde van de gevallen toeschrijft aan een infectieziekte. De meest genoemde ziekteverwekkers zijn streptokokken, App, Influenza, E.coli, PRRS en PIA/IleĂŻtis (zie figuur 2). Van al die ziekteverwekkers is 80 procent een bacterie, ruim 19 procent een virus en minder dan 1 procent een parasiet (coccidiĂŤn, wormen). Van alle gemelde gezondheidsproblemen is dan ook per saldo ongeveer de helft in theorie te behandelen met antibiotica.

0%

5%

10%

15%

20%

25%

maag-darmkanaal 15%

algemeen (o.a. koorts)

9%

locomotie (kreupelheid) vruchtbaarheid huid

40%

19%

zenuwstelsel

8% 3% 3%

afwijkend gedrag 2% urinewegen 0%

Figuur 1. Orgaansystemen die door de dierenartsen in de Online Monitor zijn gemeld indien er sprake was van een gezondheidsprobleem.

Streptococcus suis In de Online Monitor melden dierenartsen bij 19 procent van alle aandoeningen dat een streptokokkeninfectie de waarschijnlijke oorzaak is. Bij ruim driekwart daarvan betreft het gespeende biggen. De aandoeningen die het meest genoemd worden bij gespeende biggen zijn hersenverschijnselen (door hersenvliesontsteking) en kreupelheid (zie figuur 3). 0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

27,0%

App

14,0%

Influenza (griep)

8,8% 8,6%

E.coli

18 - Varken, december 2017

35%

39%

Streptokokken

Al sinds 2002 houdt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van EZ, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

30%

ademhaling

PRRS

7,8%

Lawsonia (PIA)

7,8%

Clostridium

4,0%

Pasteurella

4,0%

Mycoplasma hyopneumoniae

3,7%

Haemophilus parasuis 2,8%

Figuur 2 Meest gediagnosticeerde ziekteverwekkers bij infectieziekten, zoals gemeld door dierenartsen in de Online Monitor


monitoring

Theo Geudeke, dierenarts varken

Bij varkens die ingezonden worden voor pathologisch onderzoek bij GD stelt de patholoog in 16 procent van de gevallen een streptokokkeninfectie vast. Dat zijn meestal gespeende biggen en ook hier gaat het vaak over hersenvliesontsteking. Ook ziet de patholoog vaak gevallen van acute sterfte door bloedvergiftiging. Dat is voor een dierenarts in de praktijk veel lastiger vast te stellen, omdat pas bij nader bacteriologisch onderzoek blijkt welke bacterie de verschijnselen van bloedvergiftiging heeft veroorzaakt. De dierenarts stelt de diagnose vooral op basis van de ziekteverschijnselen. Zowel de dierenartsen als de pathologen van GD zien heel veel problemen door streptokokken, maar pas bij een nader onderzoek wordt echt duidelijk of ook andere bacteriĂŤn, zoals Haemophilus parasuis of E. coli, een rol spelen. Voor de aanpak is het wel belangrijk om dat onderscheid te kunnen maken.

Bij sectie op varkens wordt de diagnose PRRS al jaren vastgesteld bij gemiddeld drie procent van de inzendingen. Aan de Veekijkertelefoon blijft PRRS de ziekteverwekker waarover jaar in jaar uit de meeste vragen zijn gesteld. Kortom: ondanks alle inspanningen is en blijft PRRS een zeer constant en groot probleem voor de varkenshouderij. De belangrijkste pijler van de aanpak is het sterk opvoeren van de biosecurity. Een vaccinatie kan daarbij helpen, maar is zeker niet het enige recept.

zeugen: luchtwegen 2%

luchtwegproblemen 7%

algemene verschijnselen 9%

kreupelheid (gewrichtsontsteking) 29%

PRRS In de Online Monitor melden dierenartsen bij ongeveer 5 procent van alle aandoeningen dat PRRS de waarschijnlijke oorzaak is. Dat percentage is opvallend constant. Meestal gaat het om ademhalingsproblemen bij gespeende biggen en vleesvarkens en in mindere mate om verwerpers bij zeugen (zie figuur 4).

zenuwstelsel (hersenvliesonsteking) 55%

ongespeende biggen 3% zeugen: fertiliteit 9%

vleesvarkens 39%

gespeende biggen 47%

Figuur 3. Verschijnselen die, bij een streptokokkeninfectie, door dieren-

Figuur 4. DiercategorieĂŤn waarbij de diagnose PRRS is vastgesteld, zoals

artsen zijn gemeld in de Online Monitor.

gemeld door dierenartsen in de Online Monitor

Varken, december 2017 - 19


monitoring

0%

5%

10%

15%

App 14,0%

PRRS

12,5%

Pasteurella

7,1%

Stalklimaat

6,9%

Mycoplasma hyopneumoniae

6,5%

Bordetella bronchiseptica

4,1%

Streptokokken

3,6%

Haemophilus parasuis

Atrofische Rhinitis PCV2

25% 22,8%

Influenza

Mycoplasma hyorhinis

20%

2,8% 1,6% 0,8% 0,6%

Hokbezetting

0,2%

IBR (cytomegalovirus)

0,1%

Verzorging

0,1%

Worminfecties

0,1%

Hygiëne

0,1%

PRCV

0,0%

Figuur 5.

App De meest gemelde diagnose in de Online Monitor bij ademhalingsproblemen is App (zie figuur 5). Vooral bij vleesvarkens en sporadisch bij biggen. Bij varkens die zijn ingezonden voor pathologisch onderzoek wordt bij 8 procent een App-infectie vastgesteld. Hier is al jaren een duidelijk stijgende lijn zichtbaar. Vorig jaar leek het erop dat relatief veel jonge, zuigende biggen een App-infectie hadden, maar in de loop van dit jaar is

niet gebleken dat die tendens zich doorzet. Aan de Veekijkertelefoon gaat het ook steeds vaker over App. Het percentage vragen over de ziekte is sinds 2003 gestegen van 5 naar 12 procent. Of App daadwerkelijk ziekteproblemen veroorzaakt, hangt niet alleen af van het type App, maar ook van de bedrijfsomstandigheden. Het is dan ook nuttig om bij Appproblemen naast nader onderzoek naar het type, vooral ook stalklimaatonderzoek te doen.

Ook toegang? Inloggen op VeeOnline is gratis voor veehouders. Ook de meeste modules kunt u kosteloos bekijken. Geïnteresseerd, maar geen login? Ga dan naar www.veeonline.nl en klik op ‘login aanvragen’ en volg de stappen. U ontvangt uw toegang tot VeeOnline direct per e-mail.

20 - Varken, december 2017


Eva Onis, communicatieadviseur varken en Tom Duinhof, dierenarts varken

RESULTATEN PRRS-ENQUÊTE

PRRS op driekwart zeugenbedrijven in top 3 Maar liefst 149 zeugenhouders gaven in augustus gehoor aan de oproep om hun visie op PRRS met GD te delen. Op de vraag ‘Is PRRS een probleem?’ antwoordden 116 varkenshouders -driekwart van de deelnemers- dat PRRS in de top 3 van aandoeningen op hun bedrijf staat. Naar hun mening spelen de PRRS-problemen vooral bij biggen en zeugen en iets minder bij hun vleesvarkens. De ziekte PRRS heeft volgens ruim veertig procent van de 116 varkenshouders invloed op andere ziekten, of invloed op kosten of bedrijfsresultaten. Veertig procent van de varkenshouders ervaart de inzet van vaccins, als onderdeel van de aanpak, als een probleem. Verder worden de aanpak van PRRS in de eigen bedrijfssituatie en de preventie van insleep van PRRS binnen het bedrijf door ruim 30 procent van de varkenshouders als een probleem ervaren. Informatiebehoefte Varkenshouders zoeken vooral een antwoord op vragen over bedrijfsvoering (risico’s voor insleep of interne ziekteproblemen), maar de status van afgeleverde biggen, het aanwezige virustype op het bedrijf en samenwerken met collega’s in een regio scoren ook redelijk hoog. Mag de ondersteuning in de aanpak van PRRS ook geld kosten? Een groot deel van de varkenshouders heeft hier positief op geantwoord. Bedrijfsdierenarts belangrijkste adviseur Op de vraag wie de belangrijkste adviseur is noemt de overgrote meerderheid de eigen bedrijfsdierenarts (dit werd door 145 varkenshouders aangegeven) en die staat dus met stip op nummer één. Daarna worden, ook in afnemende volgorde, de website van GD, Internet, vakbladen, studieclubs en voorlichters genoemd. GD als partner Volgens 74 procent van de varkenshouders die de enquête hebben ingevuld, is GD een partner voor de aanpak van PRRS. Als u ook vragen heeft over dit onderwerp, dan kunt u GD benaderen via Veekijker Varken (0900-7100000 keuze 2).

Varken, december 2017 - 21


TRUE FUSION TRUE FUSI DRIEVOUDIGE BESCHERMING

tegen vlekziekte, parvovirus en PRRS BESCHER DRIEVOUDIGE tegen vlekziekte, parvovirus e

MINDER INJECTIES, MINDER WERK MINDER INJECTIES, MINDE vermindert stress en bespaart tijd

vermindert stress en bespa

EEN UNIEKEEEN COMBINATIE VOOR COMBINATIE ZEUGENBEDRIJVEN VOOR ZEUGE UNIEKE

advies worden verkregen van de veterinaire voorschrijver. Meer informatie vindt u ook in de Samenvatting van de productkenmerken (SPC) en op www.hipra.com.

Hipra Benelux N.V. Adequat Business Center. Brusselsesteenweg 159. 9090 Melle. BELGIË. (+32) 9 324 21Center. 58 · Brusselsesteenweg Fax: (+32) 9 324 59 · benelux@hipra.com · www.hipra.com HipraTel.: Benelux N.V. Adequat Business 159. 909021 Melle. BELGIË. Tel.: (+32) 9 324 21 58 · Fax: (+32) 9 324 21 59 · benelux@hipra.com · www.hipra.com

S/A/2017/03

ERYSENG®PARVO. Elke stoffen: dosisGeïnactiveerd van 2 ml bevat: Werkzame stoffen: porcien parvovirus, stam RP > 1,15 *. Geïnactiveerd Er ERYSENG®PARVO. Samenstelling: Elke Samenstelling: dosis van 2 ml bevat: Werkzame porcien parvovirus, stam NADL-2, RP > 1,15 *.Geïnactiveerd Geïnactiveerd Erysipelothrix rhusiopathiae, stam R32E11, ELISANADL-2, > 3,34 log2 IE50%**.* RP – relatieve potentie (ELISA). **IE50% –Adjuvans: Remming ELISA 50%. Adjuvans: Aluminiumhydroxide, DEAE-Dextran, Ginseng. Indicaties: Voor de actieve immunisatie van vrouwelijke vark potentie (ELISA). **IE50% – Remming ELISA 50%. Aluminiumhydroxide, DEAE-Dextran, Ginseng. Indicaties: Voor de actieve immunisatie van vrouwelijke varkens voor de bescherming van nakomelingen tegen transplacentale infectie veroorzaakt het porcien Voorvan de actieve immunisatie mannelijke vrouwelijke varkens om door de Erysipelothrix klinischerhusiopathiae symptomen te verminderen van erysipelas veroo door door het porcien parvovirus. Voorparvovirus. de actieve immunisatie mannelijke en vrouwelijke varkens omvan de klinische symptomenen te verminderen van erysipelas veroorzaakt serotypen 1 en 2. Begin van de immuniteit: Porcien vanaf het E. begin van drie de weken draagtijd. E. van rhusiopathiae: drie weken na voltooiing het vaccinatie basisvaccinatieschema. van immuniteit: Porcien parvovirus:parvovirus: vanaf het begin van de draagtijd. rhusiopathiae: na voltooiing het basisvaccinatieschema. Duur van de immuniteit: Porcienvan parvovirus: biedt foetusbescherming voor Duur de duur van de de dracht. E. rhusiopathiae: Porcien parvov vaccinatie beschermt erysipelal tot het moment van aanbevolen hervaccinatie (ongeveer zes maanden na Dosering en toedieni vaccinatie beschermt tegen erysipelal tottegen het moment van de aanbevolen hervaccinatie (ongeveer zesde maanden na het basisvaccinatieschema). Dosering en toedieningsweg: Dien één dosis vanhet 2 ml basisvaccinatieschema). toe via een intramusculaire injectie in de nekspieren in overeenstemming met het volgende schema: Basisvaccinatie: Varkens vanaf 6 maanden oud die nog niet eerder gevaccineerd zijn met het product dienen twee in in overeenstemming met het volgende schema: Basisvaccinatie: Varkens vanaf 6 maanden oud die nog niet eerder gevaccineerd zijn met het product dienen twee injecties te ontvangen met een tussentijd van 3-4 weken. De tweede injectie dient 3-4 weken vóór de paring worden toegediend. Hervaccinatie: Een enkele injectie dient 2-3 weken vóór elke volgende paring te worden toegediend (ongeveer elke 6 maande weken vóór de paring worden toegediend. Hervaccinatie: Een enkele injectie dient 2-3 weken vóór elke volgende paring te worden toegediend (ongeveer elke 6 maanden). Voor simultaan gebruik met UNISTRAIN®PRRS bij fokzeugen vanaf 6 maanden oud mag de gemengde toediening van ERYSENG®PARVO en UNISTRAIN®PRRS alleen worden toegediend bij het vaccineren van dieren vóór de paring. Interactie met and mag die de gemengde toediening van ERYSENG® PARVOkan en UNISTRAIN® PRRS alleen wordenmet toegediend bij het vaccinerenPRRS van dieren vóórtoegediend de paring. Interactie andere medische producten: Raadpleeg Er zijn veiligheids- en werkzaamheidsgegevens beschikbaar aantonen dat dit vaccin worden gemengd UNISTRAIN® en opmet één injectieplaats. de productverpakking/informatiefolders die aantonen dat dit vaccin van kan worden met UNISTRAIN® PRRS en toegediendzoals op één injectieplaats. Raadpleeg de productverpakking/informatiefolders voor na informatie bijwerkingen, en contra-indicaties. De houdbaarheid het gemengd veterinaire medische product verpakt voor verkoop: 2 jaar. Houdbaarheid het over openen van voorzorgsmaatregelen de primaire verpakking: onmiddellijk gebruik houdbaarheid van 25 het veterinaire product zoals verpakt 2 jaar. Houdbaarheid na het van de primaire verpakking:LABORATORIOS onmiddellijk gebruiken. Houdbaarheid na het mengen metvertegenwoordiger: UNISTRAIN®PRRS: 2 uur. Verpakking: Flesjes van 10, en 50medische doses. Houder vanvoor deverkoop: vergunning voor het inopenen de handel brengen: HIPRA, S.A. Lokale Hipra Benelux N.V. Ade van 10, 25 en 50 doses. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: LABORATORIOS HIPRA, S.A. Lokale vertegenwoordiger: Hipra Benelux N.V. Adequat Business Center, Brusselsesteenweg 159, 9090 Melle, België. Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen: EU/2/14/167/001-007. Juridische categorie: Op diergeneeskundig voorschrift (Belgium) or UDD (Netherlands). Gebruik vergunning voor het invan de handel brengen: EU/2/14/167/001-007. Juridische categorie: Op diergeneeskundig voorschrift (Belgium) or UDD (Netherlands). Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Op recept - er moet advies worden verkregen de veterinaire voorschrijver . Meer informatie vindt u ook in de Samenvatting van de productkenmerken (SPC) enveterinair op www.hipra.com. verkregen van de veterinaire voorschrijver. Meer informatie vindt u ook in de Samenvatting van de productkenmerken (SPC) en op www.hipra.com. UNISTRAIN® PRRS. Samenstelling per dosis: Levend verzwakt reproductief en ademhalingssyndroomvirus bij varkens (PRRSV), stam VP-046 BIS 103.5-105.5 3.5 5.5 UNISTRAIN® PRRS. Samenstelling per dosis: Levend verzwakt reproductief en ademhalingssyndroomvirus bij varkens (PRRSV), stam VP-046 BIS 10 -10 CCID (celcultuur infectueuze dosis). Fosfaatbufferoplossing. Indicaties: Zogende zeugen: Voor actieve immunisatie van zogende zeugen van boerderijen getroffen door het Europees 50 PRRS-virus om de reproductieve aandoeningen, incidentie e zeugen: Voor actievesymptomen immunisatie van zogende zeugen van met boerderijen doormet het Europees PRRS-virus omhet de reproductieve aandoeningen, incidentie en duur Onder van viremie, transplacentale virusoverdracht, weefsellading van het virus en de vaccinati klinische in verband de getroffen infectie tekenen van PRRS-virus te verminderen. laboratoriumomstandigheden reduceerde klinische symptomen in verband met de gewichtstoename) infectie met tekenen van het PRRS-virus verminderen. reduceerde de vaccinatie vanimmuniteit: zeugen de negatieve impact van dena PRRS-virusinfectie op de prestaties biggen (mortaliteit en binnen tede eersteOnder 28 laboratoriumomstandigheden dagen van hun leven. Begin van de 30 dagen de vaccinatie. Duur van van de immunite actieve van biggen boerderijen getroffen het PRRS-virus om de klinische symptomen verbonden met de biggen (mortaliteitimmunisatie en gewichtstoename) binnen de eersteop 28 dagen van hun leven. Begin van de door immuniteit: 30Europese dagen na de vaccinatie. Duur van de immuniteit: 16 weken aangetoond door proefbesmetting. Biggen van 4een wekenPRRS-virusinfectie, oud: Voor de dieren te verminderen. Bij getroffen experimenten werd aangetoond datsymptomen vaccinatie de met weefsellading vandehet virus in de longen vermindert. Bij experimenten actieve immunisatie van biggen op boerderijen door het Europese PRRS-virus om de klinische verbonden een PRRS-virusinfectie, incidentie en duur van viremie en de duur van virusuitscheiding door geïnfecteerdewaar een PRR en de negatieve effecten de infectie op dagelijkse Begin van de immuniteit: 4 weken naeen de vaccinatie. Duur van de immunit dieren te verminderen. Bij experimenten werd van aangetoond dat vaccinatie de de weefsellading van het gewichtstoename virus in de longen vermindert.aangetoond. Bij experimenten waar een PRRSV-infectie optrad tijdens de mestperiode, werd vermindering van de mortaliteit hulpmiddel. ml intramusculaire injectie of 0,2 4ml via toediening. 2 ml/dier. Interactie met andere medische producte en degeschikt negatieve effecten van de infectieDosering: op de dagelijkse2 gewichtstoename aangetoond. Begin van de immuniteit: weken na intradermale de vaccinatie. Duur van de immuniteit: 24Gebruik: weken. Toedieningsweg: Intramusculair of intradermaal met behulp van een vaccin kanDosering: worden en toegediend op Interactie één injectieplaats. productliteratuur ERYSENG® PARVO worden geschikt hulpmiddel. 2 mlgemengd intramusculairemet injectieERYSENG®PARVO of 0,2 ml via intradermale toediening. Gebruik: 2 ml/dier. met andere medischeDe producten: Er zijn veiligheids- envan werkzaamheidsgegevens beschikbaarmoet die aantonen dat dit geraadpleegd informatiefolders voor informatie over op bijwerkingen, voorzorgsmaatregelen en moet contra-indicaties. Verpakking: IM: flacons van Raadpleeg 10, 25, 100 en 125 doses plu vaccin kan worden gemengd met ERYSENG®PARVO en toegediend één injectieplaats. De productliteratuur van ERYSENG® PARVO worden geraadpleegd vóór de toediening van de gemengde producten. de 50, productverpakking/ de vergunning voor in de voorzorgsmaatregelen handel brengen: LABORATORIOS HIPRA, S.A. Lokale vertegenwoordiger: Hipra Benelux Adequat Center, informatiefolders voor informatie overhet bijwerkingen, en contra-indicaties. Verpakking: IM: flacons van 10, 25, 50, 100 en 125 doses plus oplosmiddel. ID: flacons van 50, N.V 100,.125 doses plusBusiness oplosmiddel. Houder van Brusselseste brengen: NL: REG NL 110841. BE: HIPRA, BE-V435477, BE-V435486, BE-V485902. Juridische categorie: Op or UDD (Netherlan de vergunning voor het in de handel brengen: LABORATORIOS S.A. Lokale vertegenwoordiger: Hipra Benelux N.V. Adequat Business Center, Brusselsesteenweg 159, diergeneeskundig 9090 Melle, België. Nummer voorschrift van de vergunning(Belgium) voor het in de handel advies worden verkregen van de veterinaire voorschrijver. Meer informatie vindt u ook in de Samenvatting van de productkenmerken (SPC) en op www.hipra.com. brengen: NL: REG NL 110841. BE: BE-V435477, BE-V435486, BE-V485902. Juridische categorie: Op diergeneeskundig voorschrift (Belgium) or UDD (Netherlands). Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Op veterinair recept - er moet


de boer op

16 …IS HET AANTAL BEKENDE APP-TYPEN, WAARVAN TYPE 2 EN 9 DE MEESTE PROBLEMEN VEROORZAKEN

HOE ERG IS APP EIGENLIJK? App (Actinobacillus pleuropneumoniae) veroorzaakt serieuze luchtwegproblemen. In het ernstigste geval ontstaat er een acute longontsteking met een borstvliesontsteking waar vooral vleesvarkens aan sterven. De kosten van App worden bepaald door verminderde groei (25 tot 100 gram per dag), slechtere voervoerconversie (0,1 tot 0,3), extra uitval en medicijnkosten. In totaal kost App tussen 2 en 20 euro per afgeleverd vleesvarken. De ernst van de verschijnselen hangt mede af van het type App en van de soort geproduceerde toxinen. In totaal zijn zestien typen App bekend en vier verschillende toxinen genaamd Apx I, II, III en IV. In Nederland veroorzaken App type 2 en 9 samen 95 procent van de problemen, maar bij onderzoek in de Nederlandse

Algemeen Als ziektevoorkomen App-typen verwekker in aangetoond Nederland 1/9/11

6%

25%

2

35%

70%

3/6/8

17%

4/7

22%

5ab

< 1%

10

<1%

12

28%

13/14/15

onbekend

5%

varkensstapel maken die twee samen maar 41 procent van alle voorkomende App-typen uit. Anderzijds veroorzaakt het veel voorkomende type 12 zelden problemen (zie tabel).

vraag & antwoord

VRAAG: HOE KOM IK ERACHTER OF DE APP OP MIJN BEDRIJF ZIEKTEVERWEKKEND IS? ANTWOORD: THEO GEUDEKE

App komt op vrijwel alle Nederlandse bedrijven voor. Om vast te stellen of een varken is gestorven door een Appinfectie is het goed om sectie te laten verrichten. Dan kan ook eventueel vastgesteld worden om welke type App het gaat. Bij levende dieren kunnen, door bloedonderzoek met de algemene ApxIV Elisatest, antistoffen tegen alle ziekteverwek-

kende App’s aangetoond worden. Wil men meer weten, dan zijn er specifieke antistoftesten tegen de groepen App’s die de meeste problemen veroorzaken: type 1 / 9 /11, type 2 of type 5ab. Als duidelijk is dat op een bedrijf een ernstig ziekmakende App longontsteking en sterfte veroorzaakt, dan kan vaccineren helpen. Daarnaast is het altijd verstandig om het stalklimaat te optimaliseren. WAT KAN GD VOOR U BETEKENEN BIJ APP?

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/DIERGEZONDHEID/DIERZIEKTEN/ROL-VAN-GDBIJ-APP

Varken, december 2017 - 23


diergezondheid volgens Lucía Dieste Perez Lucía Dieste Perez, Spaanse van origine, is na haar studie en promotie richting Nederland gekomen om te werken aan de Universiteit Utrecht. Na twee jaar kwam er een vacature van GD langs en die mogelijkheid kon ze niet laten liggen. “Het was niet zomaar een kans; het was een enorme kans. Ik moest dit wel doen.” Tijdens haar promotie richtte ze zich voornamelijk op het onderzoek naar Brucella suis. Ook in Utrecht lag haar focus twee jaar lang bij varkensgezondheid, maar daar had ze wel de mogelijkheid om haar expertise uit te breiden naar andere dierziekten en managementproblemen. Dat er bij GD een functie vrijkwam, trok haar aandacht direct. “Toen ik nog in Spanje woonde, kende ik het bedrijf al. Het is een grote speler op het gebied van diergezondheid.” Andere focus Diergezondheid is volgens Lucía gericht op het welzijn van de dieren en de afwezigheid van infecties. “Als we diergezondheid in het geheel bekijken denk ik dat het gaat om de mogelijkheid dat dieren kunnen groeien, reproduceren en dat ze zich kunnen gedragen zoals het van hun soort verwacht wordt.” “Mijn werk bij GD richt zich vooral op infectieziekten. Toch probeer je tijdens bedrijfsbezoeken ook vast te stellen of de andere twee aspecten, welzijn en normaal diergedrag, gedekt zijn. Dit is net een iets andere focus.” In Utrecht richtte ze zich veel op onderzoek en onderwijs, maar nu probeert Lucía ook een meer adviserende rol te vervullen. “Toch blijft het onderzoek voor mij ook erg belangrijk.” Bewust met antibiotica Omdat Lucía ook bekend is met een andere Europese markt, vallen haar een aantal dingen op in Nederland. “Nederland loopt op het vlak van diergezondheid altijd een stapje voor op bijvoorbeeld Spanje. Het controleren van antibiotica is hier al veel verder uitgediept. Wat ik ook interessant vind, is dat veehouders hier daardoor een stuk bewuster omgaan met antibiotica. Ze weten echt wat er speelt. Ook op het gebied van dierwelzijn en milieu.” Verbetering en advies “We zetten altijd volop in op innovaties, maar ik denk dat het belangrijk is dat we niet vergeten dat de basis, zoals voedsel, water en goede huisvesting, erg belangrijk is. Zorg dat deze dingen gedekt zijn, voordat er nagedacht wordt over complexere dingen. Het is essentieel dat preventie voor controle of behandeling komt. Hier is altijd ruimte voor verbetering.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.