Samen werken aan diergezondheid
GD-magazine - maart 2018 - nummer 89
varken
INTERVIEW
Kees van der Meijden over brandveiligheid en gezonde dieren
CASUS UIT DE PRAKTIJK
Aanpak van biggenuitval voor spenen
PED IN NEDERLAND
Typering, risico’s en aanpak
Voorop in vaccineren!
Naaldloos vaccineren met de IDAL heeft de toekomst. De IDAL is veilig, eenvoudig in gebruik, diervriendelijk en geschikt voor vaccinatie tegen circo, mycoplasma of PRRS. Innoveer mee en vraag een gratis demonstratie aan bij u op het bedrijf.
www.probeer-idal.nu
Nu gr in geb atis ruik!
voorwoord
WAAROM MONITORING? We verzamelen wat af aan informatie. Maar soms denk je: waarom eigenlijk? Worden we daar echt wijzer van of gaat het alleen nog om het verzamelen zelf? Om het maken van mooie gekleurde grafiekjes en strakke tabellen, die daarna wellicht in een bureaula verdwijnen? Ook in het kader van de varkensgezondheidsmonitor verzamelen we een hoop informatie. Van inzendingen voor pathologisch onderzoek tot alle telefonische vragen. Ook staat de Online Monitor alweer twee jaar in dat rijtje. Maar wat schiet de varkenshouder daar eigenlijk mee op? Die wordt daar hopelijk wijzer van. Het is bijvoorbeeld nuttig te weten dat dierenartsen heel veel verschillende oorzaken noemen van niezen bij biggen, maar dat enten tegen snuffelziekte bepaald niet de meest voor de hand liggende maatregel is. Gewoon eerst maar eens terug naar
de basis: een goed stalklimaat met weinig stof en ammoniak. Ook interessant om te weten: ‘speendiarree’ komt, zo blijkt uit de Online Monitor, soms voor bij vleesvarkens en dan relatief vaak in het najaar. Misschien een aansporing voor voerproducenten om het grondstoffengebruik onder de loep te nemen? In het artikel over het nut van secties, leest u andere voorbeelden van verzamelde kennis die van belang is voor meer dan alleen de inzender van gestorven varkens, bijvoorbeeld over zout- en nitrietvergiftigingen en leverdraaiingen. Elders in deze Varken vindt u nog informatie over maagzweren bij varkens. In de discussie over de betekenis daarvan is het wederom goed om de feiten te kennen. Kortom: ja, we verzamelen veel informatie en maken mooie grafieken, maar uiteindelijk kan de hele sector hier zijn voordeel mee doen. Theo Geudeke, dierenarts varken
inhoud
04 Actueel 07 Monitoring: Niezen bij biggen
Bereikbaarheid U kunt GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.
Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.
09 Casus uit de praktijk: 12
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal
12 Diarree: alle mogelijke veroorzakers in
Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
beeld
15 Typering, risico’s en aanpak van PED in
COLOFON Varken is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Manon Houben, Theo Geudeke, Monica van Eelen, Eva Onis | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Anne Taverne | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@ gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Marketing, Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Abonnementen Varken wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (vier nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 15,55 euro (excl. btw en verzendkosten) | Advertenties Dock35 Media, T. 0314-35 58 52 | Verschijningsfrequentie vier keer per jaar | Suggesties Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever. ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.
Hoe pakken we biggenuitval voor het spenen aan?
Nederland
20 Uit het lab: het nut van sectie 15
23 Interview Kees van der Meijden 27 De boer op 28 Diergezondheid volgens Linda Peeters
23
Varken, maart 2018 - 3
GD-cursus over bigvitaliteit De afdeling varkensgezondheid van GD organiseerde op dinsdag 30 januari een cursus over het actuele onderwerp bigvitaliteit. De cursus was bedoeld voor dierenartsen en andere adviseurs van varkens houders. Dierenarts Manon Houben besprak onder het motto ‘Vitale biggen voor een gezonde start’ het geboorteproces en hoe dat in goede banen te leiden. Veel aandacht ging ook uit naar de biest; het levenselixer voor biggen. Dierenarts Tom Duinhof stond stil bij gezondheids aspecten en biochemicus Guillaume Counotte en dierenarts Theo Geudeke deden uit de doeken op welke wijze het best kan worden onderzocht wat de oorzaken van eventuele problemen zijn: de diagnostiek. Naderhand bespraken de deelnemers en inleiders nog een aantal interessante praktijkgevallen. Iedereen ging met een tevreden gevoel richting huis: het was een goede mix van wetenschappelijke achtergronden en praktijkgerichte uitwerking.
Vier belangrijke feiten over antistoffen in biest Biest is cruciaal voor biggen. Als ze het onvoldoende binnenkrijgen zijn ze zo goed als kansloos. Waarom is biest zo belangrijk en wat kunt u als varkenshouder doen om de opname te bevorderen? Biggen komen ter wereld zonder antistoffen tegen ziektekiemen. Ze krijgen die antistoffen uitsluitend binnen via biest. Biest bevat de eerste dag veel antistoffen en alleen in de eerste levensdag kunnen die antistoffen de darmwand van een big passeren en in het bloed terechtkomen. Daarna lukt dat niet meer. Vier belangrijke feiten over antistoffen in biest: • vaccineren van zeugen resulteert in antistoffen in de biest; • antistoffen blijven meestal zes tot acht weken aanwezig in de biggen, maar vaak daalt de concentratie al fors rond de vier weken; • biggen gaan zelf actief afweer opbouwen vanaf ongeveer zes weken leeftijd; • en in de periode na spenen zit er dus een dip in de afweer van de biggen. Het is belangrijk dat elke big in een toom minstens 250 cc biest drinkt en dat doen ze normaal gesproken in zes drinkbeurten. Veel variatie binnen een toom is ongunstig, omdat er dan te veel kwetsbare biggen in de toom zitten die infecties kunnen verspreiden naar hun toomgenoten.
Hoe werkt de Pool ESwab? GD biedt twee soorten ESwabs aan in de GD Webshop: enkelvoudige ESwabs (voor enkele monsters) en Pool Eswabs (1:3). In de verpakking van de Pool ESwab zitten 2 roze en 1 witte ESwab. Dierenartsen kunnen de monsters als volgt nemen: neem eerst een mestmonster met een roze swab, breng deze in de vloeistof in de buis en wel zodanig dat er voldoende mestmateriaal in de vloeistof komt. Herhaal dit met de tweede roze swab. Gooi deze twee roze swabs na gebruik weg. Neem daarna een mestmonster met de witte ESwab (net zoals bij de enkelvoudige ESwab) en breek de swab af bij de breekrand. Sluit hierna het buisje af.
4 - Varken, maart 2018
actueel
Informatieavonden over Afrikaanse varkenspest Samen met MS Schippers (Bladel) organiseerde de afdeling varkensgezondheid van GD op 6 en 7 februari twee informatieavonden over de dreiging van Afrikaanse Varkenspest (AVP) in Europa. De avonden zijn goed bezocht door in totaal ongeveer honderd erfbetreders en varkenshouders. Onder voorzitterschap van de heer Han Swinkels gaf Theo Geudeke, dierenarts bij GD, de aanwezigen eerst een overzicht van de actuele stand van zaken over AVP. Sinds 2007 verspreidt het virus zich vanuit Georgië in Rusland en van daaruit richting Oost-Europa. Het virus handhaaft zich in de wilde zwijnen en er vinden geregeld besmettingen op gehouden varkens plaats. De zwijnen vormen een risico voor de gestage verspreiding van het varkenspestvirus, maar de grootste dreiging gaat uit van menselijk handelen. Omdat het virus zeer lang kan overleven in varkensproducten (bijvoorbeeld ham of worst) is de kans aanwezig dat het op die manier plotseling kan opduiken op grote afstand van eerdere uitbraken, zoals is gebeurd in Rusland en recent in Tsjechië. Behandeling van AVP is onmogelijk en een vaccin bestaat niet. Vandaar de aandacht voor de externe biosecurity, die vaak nog voor verbetering vatbaar is. Arjan Wermink, hygiënespecialist van MS Schippers, belichtte de praktische maatregelen die men kan nemen op het eigen bedrijf met daarbij veel aandacht voor het schone/vuile weg-beginsel en voor de ongediertebestrijding. Zijn advies is om dat preventief uit te besteden aan een professioneel bedrijf en niet pas als het ongedierte al zichtbaar aanwezig is op een bedrijf.
PED in Nederland lijkt endemisch Het aantal PED-uitbraken in Nederland loopt op. Sinds 8 november 2017 zijn acht uitbraken vastgesteld, waarvan twee in januari 2018. In 2017 heeft GD in totaal 58 bedrijven positief getest op PED. Daaruit kan afgeleid worden dat de ziekte inmiddels endemisch is in Nederland: PED heeft zich gevestigd in de Nederlandse varkenssector. GD heeft de PED virusstammen die nu in Nederland voorkomen vergeleken met de stammen die in andere landen voorkomen; het artikel op pagina 15 gaat hier verder op in. Om goed overzicht te kunnen houden, is het van belang om PED-uitbraken te melden aan de Veekijker Varken van GD (tel. 0900-7100 000) en de Online Monitor voor dierenartsen. Varkenshouders kunnen zelf veel doen om besmettingen te voorkomen. Het blijft van groot belang om hygiënemaatregelen in acht te nemen en alert te blijven om insleep van PED te voorkomen. Vermoedt u dat uw varkens ziek zijn door het PED-virus, probeer de diagnose dan te bevestigen via laboratoriumonderzoek. GD biedt, naast een PCR-test om virus aan te tonen in mest, ook een ELISA-test aan voor het aantonen van antilichamen tegen het PED-virus in serum. Overleg vooraf met uw dierenarts of neem contact op met de Veekijker Varken. MEER OVER PED WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PED
Varken, maart 2018 - 5
DIT IS WAAROM…
Ingelvac CircoFLEX®
Ingelvac MycoFLEX®
Ingelvac PRRSFLEX® EU
VERTROUWEN IN GOEDE RESULTATEN “Gezonde dieren zijn de basis voor gezonde relaties. Door vaccinatie met de FLEX vaccins heb ik vertrouwen in goede resultaten. Want voorspelbaarheid van spenen tot slacht is het allerbelangrijkste, voor de hele sector.”
Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen - inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande en milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. REG NL 102672 UDD. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@ boehringer-ingelheim.com, telefoon: +31 (0)72 566 24 11. 1) Agridirect HokdierScanner 2010 t/m 2014. Ingelvac MycoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Werkzaam bestanddeel: Geïnactiveerd mycoplasma hyopneumoniae, J-stam isolaat B-3745, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 3 wk ter vermindering van longlaesies als gevolg van infectie met m.hyo. Bescherming begint vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt ten minste 26 wk aan. Contra-indicaties: Geen. Bijwerkingen: Bijwerkingen zijn zeldzaam: een voorbijgaande zwelling met een diameter tot 4 cm, soms samengaand met roodheid van de huid, kan worden waargenomen op de plek van injectie. Deze zwelling kan tot 5 dagen aanhouden. Een voorbijgaande gemiddelde toename van de rectale lichaamstemperatuur van ongeveer 0,8°C kan tot 20u na vaccinatie worden waargenomen. Dosering: Enkelvoudige i.m. injectie van 1 dosis (1 ml). Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac CircoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac CircoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: (Orgaan)vlees: 0 dg. REG NL 104086 UDD. 11 Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen Inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande zen milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. REG NL 102672 UDD. Ingelvac PRRSFLEX EU lyofilisaat en suspendeervloeistof voor suspensie voor injectie voor varkens. Per dosis van 1 ml: Levend geattenueerd PRRSV, EU stam Indicatie Voor actieve immunisatie van klinisch gezonde varkens vanaf een leeftijd van 17 dgn en ouder op bedrijven die positief zijn voor PRRSv. Ter vermindering van virale belasting van het bloed in seropositieve dieren onder veldcondities. Tijdens experimentele challenge studies werd na vaccinatie een vermindering van de longleasies, van de virusbelasting in bloed en longweefsels en van de negatieve effecten van de infectie op de dagelijkse gewichtstoename aangetoond. Ook kon een significante vermindering van de klinische ademhalingssymptomen worden aangetoond bij de aanvang van de immuniteit. Contra-indicaties: Niet gebruiken bij fokdieren. Niet gebruiken in PRRS naïeve koppels waarin de aanwezigheid van PRRSv niet is vastgesteld met betrouwbare diagnostische methoden. Bijwerkingen: Zeer vaak kunnen lichte voorbijgaande stijgingen van de lichaamstemperatuur (niet meer dan 1,5 °C) worden waargenomen na vaccinatie. De temperatuur keert terug naar de normale waarde zonder aanvullende behandeling na 1 tot 3 dgn. Reacties op de injectieplaats komen zelden voor. Een milde voorbijgaande zwelling of roodheid van de huid kan waargenomen worden. Dit verdwijnt spontaan zonder enige aanvullende behandeling. Dosering: Eénmalige intramusculaire injectie van één dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. REG NL 115061 UDD. Voor meer informatie: Boehringer Ingelheim bv, vetmedica.nl@boehringer-ingelheim.com, www.boehringer-ingelheim-ah.nl, +31(0)725662411.
monitoring
Theo Geudeke, dierenarts varken
ONLINE MONITOR
Niezen bij biggen De Online Monitor voor de varkensgezondheid bestaat nu ruim twee jaar. Dat betekent dat we over de tijd heen een beter beeld krijgen van de gezondheidsstatus van de Nederlandse varkens en steeds nieuwe inzichten krijgen. Dit keer staan de luchtwegproblemen centraal. Bij 35 tot 40 procent van de bedrijfsbezoeken melden de dierenartsen gezondheidsproblemen en in 39 procent van de gevallen zijn dat luchtwegproblemen. Dierenartsen melden ook vaak welke oorzaak men vermoedt bij een bepaalde aandoening: App wordt hierbij het meest genoemd. Dit komt overeen met wat we zien bij de varkens die voor sectie zijn ingezonden naar GD. Dierenartsen schrijven ongeveer de helft van alle luchtwegproblemen toe aan bacteriële infecties en ruim een kwart aan virussen, zoals griep. In de overige gevallen noemt men stalklimaat als oorzaak of is er geen oorzaak vermeld. Vrij vaak wordt niezen als belangrijkste symptoom bij luchtwegklachten genoemd. Daarin zit wel een seizoensfluctuatie; in het voorjaar wordt het meer genoemd (zie figuur 1). Meestal betreft het niezen de gespeende biggen (ruim 75 procent). In de helft van de gevallen gaat men dan uit van een bacteriële oorzaak. Naast de voor de hand liggende bacteriële oorzaken, zoals Bordetella en Pasteurella, wordt een infectie met App of streptokokken opvallend vaak als oorzaak genoemd (zie figuur 2). Dit 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
Figuur 1: Percentage UBN’s waar niezen als bevinding is genoteerd
App 7,9%
AR 2,1% Bordetella 13,1%
Hps 3,4% Streptococcen 10,1%
Pasteurella 9,7% Mycoplasma 5,9%
Figuur 2: Bacteriële oorzaken volgens dierenarts
zijn ziekteverwekkers die in dit kader niet genoemd worden in de literatuur. App veroorzaakt toch vooral (eenzijdige) ernstige longontsteking en borstvliesontsteking. Streptokokken kunnen van alles veroorzaken: gewrichtsontsteking, hersenvlies ontsteking, bloedvergiftiging, hartklepontsteking en longontsteking. Maar, als oorzaak van neusontsteking staan ze niet bekend. Het is natuurlijk mogelijk dat de biggen, naast het niezen, ook hoestklachten hadden en dat er wellicht ook een longontsteking aanwezig was. Ook aan de Veekijkertelefoon krijgen we geregeld vragen over niezen. Zo kregen we onlangs de vraag of endotoxinen een rol kunnen spelen bij het niezen. Endotoxinen zijn structuren afkomstig van de celwand van bijvoorbeeld E. coli, die vrij kunnen komen bij het sterven van de bacteriën. Het is bekend dat die afbraakproducten zelf ook ziekteverschijnselen (longproblemen) kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld als ze in grote hoeveelheden in stof in de stallucht rondzweven en door de dieren ingeademd worden. Voor zover bekend is er bij varkens geen onderzoek gedaan naar de relatie met niesklachten. Volgens de boeken zijn de belangrijkste oorzaken van neusontsteking en niezen bij biggen (in afnemende volgorde van belang) Bordetella bronchiseptica, cytomegalovirus (een veel voorkomend, vrij onschuldig ver familielid van het Aujeszky-virus), griepvirus, stof, ammoniak en toxinevormende Pasteurella multocida (snuffelziekte).
Varken, maart 2018 - 7
TRUE FUSION TRUE FUSI DRIEVOUDIGE BESCHERMING
tegen vlekziekte, parvovirus en PRRS BESCHER DRIEVOUDIGE tegen vlekziekte, parvovirus e
MINDER INJECTIES, MINDER WERK MINDER INJECTIES, MINDE vermindert stress en bespaart tijd
vermindert stress en bespa
EEN UNIEKEEEN COMBINATIE VOOR COMBINATIE ZEUGENBEDRIJVEN VOOR ZEUGE UNIEKE
advies worden verkregen van de veterinaire voorschrijver. Meer informatie vindt u ook in de Samenvatting van de productkenmerken (SPC) en op www.hipra.com.
Hipra Benelux N.V. Adequat Business Center. Brusselsesteenweg 159. 9090 Melle. BELGIË. (+32) 9 324 21Center. 58 · Brusselsesteenweg Fax: (+32) 9 324 59 · benelux@hipra.com · www.hipra.com HipraTel.: Benelux N.V. Adequat Business 159. 909021 Melle. BELGIË. Tel.: (+32) 9 324 21 58 · Fax: (+32) 9 324 21 59 · benelux@hipra.com · www.hipra.com
S/A/2017/03
ERYSENG®PARVO. Elke stoffen: dosisGeïnactiveerd van 2 ml bevat: Werkzame stoffen: porcien parvovirus, stam RP > 1,15 *. Geïnactiveerd Er ERYSENG®PARVO. Samenstelling: Elke Samenstelling: dosis van 2 ml bevat: Werkzame porcien parvovirus, stam NADL-2, RP > 1,15 *.Geïnactiveerd Geïnactiveerd Erysipelothrix rhusiopathiae, stam R32E11, ELISANADL-2, > 3,34 log2 IE50%**.* RP – relatieve potentie (ELISA). **IE50% –Adjuvans: Remming ELISA 50%. Adjuvans: Aluminiumhydroxide, DEAE-Dextran, Ginseng. Indicaties: Voor de actieve immunisatie van vrouwelijke vark potentie (ELISA). **IE50% – Remming ELISA 50%. Aluminiumhydroxide, DEAE-Dextran, Ginseng. Indicaties: Voor de actieve immunisatie van vrouwelijke varkens voor de bescherming van nakomelingen tegen transplacentale infectie veroorzaakt het porcien Voorvan de actieve immunisatie mannelijke vrouwelijke varkens om door de Erysipelothrix klinischerhusiopathiae symptomen te verminderen van erysipelas veroo door door het porcien parvovirus. Voorparvovirus. de actieve immunisatie mannelijke en vrouwelijke varkens omvan de klinische symptomenen te verminderen van erysipelas veroorzaakt serotypen 1 en 2. Begin van de immuniteit: Porcien vanaf het E. begin van drie de weken draagtijd. E. van rhusiopathiae: drie weken na voltooiing het vaccinatie basisvaccinatieschema. van immuniteit: Porcien parvovirus:parvovirus: vanaf het begin van de draagtijd. rhusiopathiae: na voltooiing het basisvaccinatieschema. Duur van de immuniteit: Porcienvan parvovirus: biedt foetusbescherming voor Duur de duur van de de dracht. E. rhusiopathiae: Porcien parvov vaccinatie beschermt erysipelal tot het moment van aanbevolen hervaccinatie (ongeveer zes maanden na Dosering en toedieni vaccinatie beschermt tegen erysipelal tottegen het moment van de aanbevolen hervaccinatie (ongeveer zesde maanden na het basisvaccinatieschema). Dosering en toedieningsweg: Dien één dosis vanhet 2 ml basisvaccinatieschema). toe via een intramusculaire injectie in de nekspieren in overeenstemming met het volgende schema: Basisvaccinatie: Varkens vanaf 6 maanden oud die nog niet eerder gevaccineerd zijn met het product dienen twee in in overeenstemming met het volgende schema: Basisvaccinatie: Varkens vanaf 6 maanden oud die nog niet eerder gevaccineerd zijn met het product dienen twee injecties te ontvangen met een tussentijd van 3-4 weken. De tweede injectie dient 3-4 weken vóór de paring worden toegediend. Hervaccinatie: Een enkele injectie dient 2-3 weken vóór elke volgende paring te worden toegediend (ongeveer elke 6 maande weken vóór de paring worden toegediend. Hervaccinatie: Een enkele injectie dient 2-3 weken vóór elke volgende paring te worden toegediend (ongeveer elke 6 maanden). Voor simultaan gebruik met UNISTRAIN®PRRS bij fokzeugen vanaf 6 maanden oud mag de gemengde toediening van ERYSENG®PARVO en UNISTRAIN®PRRS alleen worden toegediend bij het vaccineren van dieren vóór de paring. Interactie met and mag die de gemengde toediening van ERYSENG® PARVOkan en UNISTRAIN® PRRS alleen wordenmet toegediend bij het vaccinerenPRRS van dieren vóórtoegediend de paring. Interactie andere medische producten: Raadpleeg Er zijn veiligheids- en werkzaamheidsgegevens beschikbaar aantonen dat dit vaccin worden gemengd UNISTRAIN® en opmet één injectieplaats. de productverpakking/informatiefolders die aantonen dat dit vaccin van kan worden met UNISTRAIN® PRRS en toegediendzoals op één injectieplaats. Raadpleeg de productverpakking/informatiefolders voor na informatie bijwerkingen, en contra-indicaties. De houdbaarheid het gemengd veterinaire medische product verpakt voor verkoop: 2 jaar. Houdbaarheid het over openen van voorzorgsmaatregelen de primaire verpakking: onmiddellijk gebruik houdbaarheid van 25 het veterinaire product zoals verpakt 2 jaar. Houdbaarheid na het van de primaire verpakking:LABORATORIOS onmiddellijk gebruiken. Houdbaarheid na het mengen metvertegenwoordiger: UNISTRAIN®PRRS: 2 uur. Verpakking: Flesjes van 10, en 50medische doses. Houder vanvoor deverkoop: vergunning voor het inopenen de handel brengen: HIPRA, S.A. Lokale Hipra Benelux N.V. Ade van 10, 25 en 50 doses. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: LABORATORIOS HIPRA, S.A. Lokale vertegenwoordiger: Hipra Benelux N.V. Adequat Business Center, Brusselsesteenweg 159, 9090 Melle, België. Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen: EU/2/14/167/001-007. Juridische categorie: Op diergeneeskundig voorschrift (Belgium) or UDD (Netherlands). Gebruik vergunning voor het invan de handel brengen: EU/2/14/167/001-007. Juridische categorie: Op diergeneeskundig voorschrift (Belgium) or UDD (Netherlands). Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Op recept - er moet advies worden verkregen de veterinaire voorschrijver . Meer informatie vindt u ook in de Samenvatting van de productkenmerken (SPC) enveterinair op www.hipra.com. verkregen van de veterinaire voorschrijver. Meer informatie vindt u ook in de Samenvatting van de productkenmerken (SPC) en op www.hipra.com. UNISTRAIN® PRRS. Samenstelling per dosis: Levend verzwakt reproductief en ademhalingssyndroomvirus bij varkens (PRRSV), stam VP-046 BIS 103.5-105.5 3.5 5.5 UNISTRAIN® PRRS. Samenstelling per dosis: Levend verzwakt reproductief en ademhalingssyndroomvirus bij varkens (PRRSV), stam VP-046 BIS 10 -10 CCID (celcultuur infectueuze dosis). Fosfaatbufferoplossing. Indicaties: Zogende zeugen: Voor actieve immunisatie van zogende zeugen van boerderijen getroffen door het Europees 50 PRRS-virus om de reproductieve aandoeningen, incidentie e zeugen: Voor actievesymptomen immunisatie van zogende zeugen van met boerderijen doormet het Europees PRRS-virus omhet de reproductieve aandoeningen, incidentie en duur Onder van viremie, transplacentale virusoverdracht, weefsellading van het virus en de vaccinati klinische in verband de getroffen infectie tekenen van PRRS-virus te verminderen. laboratoriumomstandigheden reduceerde klinische symptomen in verband met de gewichtstoename) infectie met tekenen van het PRRS-virus verminderen. reduceerde de vaccinatie vanimmuniteit: zeugen de negatieve impact van dena PRRS-virusinfectie op de prestaties biggen (mortaliteit en binnen tede eersteOnder 28 laboratoriumomstandigheden dagen van hun leven. Begin van de 30 dagen de vaccinatie. Duur van van de immunite actieve van biggen boerderijen getroffen het PRRS-virus om de klinische symptomen verbonden met de biggen (mortaliteitimmunisatie en gewichtstoename) binnen de eersteop 28 dagen van hun leven. Begin van de door immuniteit: 30Europese dagen na de vaccinatie. Duur van de immuniteit: 16 weken aangetoond door proefbesmetting. Biggen van 4een wekenPRRS-virusinfectie, oud: Voor de dieren te verminderen. Bij getroffen experimenten werd aangetoond datsymptomen vaccinatie de met weefsellading vandehet virus in de longen vermindert. Bij experimenten actieve immunisatie van biggen op boerderijen door het Europese PRRS-virus om de klinische verbonden een PRRS-virusinfectie, incidentie en duur van viremie en de duur van virusuitscheiding door geïnfecteerdewaar een PRR en de negatieve effecten de infectie op dagelijkse Begin van de immuniteit: 4 weken naeen de vaccinatie. Duur van de immunit dieren te verminderen. Bij experimenten werd van aangetoond dat vaccinatie de de weefsellading van het gewichtstoename virus in de longen vermindert.aangetoond. Bij experimenten waar een PRRSV-infectie optrad tijdens de mestperiode, werd vermindering van de mortaliteit hulpmiddel. ml intramusculaire injectie of 0,2 4ml via toediening. 2 ml/dier. Interactie met andere medische producte en degeschikt negatieve effecten van de infectieDosering: op de dagelijkse2 gewichtstoename aangetoond. Begin van de immuniteit: weken na intradermale de vaccinatie. Duur van de immuniteit: 24Gebruik: weken. Toedieningsweg: Intramusculair of intradermaal met behulp van een vaccin kanDosering: worden en toegediend op Interactie één injectieplaats. productliteratuur ERYSENG® PARVO worden geschikt hulpmiddel. 2 mlgemengd intramusculairemet injectieERYSENG®PARVO of 0,2 ml via intradermale toediening. Gebruik: 2 ml/dier. met andere medischeDe producten: Er zijn veiligheids- envan werkzaamheidsgegevens beschikbaarmoet die aantonen dat dit geraadpleegd informatiefolders voor informatie over op bijwerkingen, voorzorgsmaatregelen en moet contra-indicaties. Verpakking: IM: flacons van Raadpleeg 10, 25, 100 en 125 doses plu vaccin kan worden gemengd met ERYSENG®PARVO en toegediend één injectieplaats. De productliteratuur van ERYSENG® PARVO worden geraadpleegd vóór de toediening van de gemengde producten. de 50, productverpakking/ de vergunning voor in de voorzorgsmaatregelen handel brengen: LABORATORIOS HIPRA, S.A. Lokale vertegenwoordiger: Hipra Benelux Adequat Center, informatiefolders voor informatie overhet bijwerkingen, en contra-indicaties. Verpakking: IM: flacons van 10, 25, 50, 100 en 125 doses plus oplosmiddel. ID: flacons van 50, N.V 100,.125 doses plusBusiness oplosmiddel. Houder van Brusselseste brengen: NL: REG NL 110841. BE: HIPRA, BE-V435477, BE-V435486, BE-V485902. Juridische categorie: Op or UDD (Netherlan de vergunning voor het in de handel brengen: LABORATORIOS S.A. Lokale vertegenwoordiger: Hipra Benelux N.V. Adequat Business Center, Brusselsesteenweg 159, diergeneeskundig 9090 Melle, België. Nummer voorschrift van de vergunning(Belgium) voor het in de handel advies worden verkregen van de veterinaire voorschrijver. Meer informatie vindt u ook in de Samenvatting van de productkenmerken (SPC) en op www.hipra.com. brengen: NL: REG NL 110841. BE: BE-V435477, BE-V435486, BE-V485902. Juridische categorie: Op diergeneeskundig voorschrift (Belgium) or UDD (Netherlands). Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Op veterinair recept - er moet
casus uit de praktijk
GEZONDHEIDSPROBLEMEN OPLOSSEN
Hoe pakken we biggenuitval voor spenen aan?
In de vorige editie van Varken stonden we stil bij het oplossen van een probleem met verwerpers halverwege de dracht. Deze keer bespreken we de biggenuitval in de kraamperiode. Dat is een probleem dat zelfs buiten de varkenssector nogal wat aandacht kreeg de laatste tijd.
Andersom is ook mogelijk. Dus de manier van registratie kan al uitmaken in hoe erg het probleem lijkt of is. Ook van belang is de leeftijdsopbouw van de zeugenstapel. Bij oudere zeugen worden vaak meer niet-levensvatbare biggen geboren met meer kans op uitval en doodgeboorte.
Het begint er altijd mee dat we duidelijk willen hebben wat het probleem is. Hoe hoog is de biggenuitval precies? Is de uitval verschillend bij zeugen van verschillende leeftijden? Maar ook: hoeveel biggen worden doodgeboren? Dat laatste is belangrijk om in samenhang met de biggenuitval te analyseren. Sommige veehouders noemen een slap geboren big die binnen enkele uren na de geboorte overlijdt, een doodgeboren big. In dat geval kan het uitvalspercentage nog best meevallen, terwijl het aantal doodgeboren biggen tegenvalt.
Precieze beschrijving probleem Door goed door te vragen kan men tot een precieze omschrijving van het probleem komen. Bijvoorbeeld: “In de loop van de laatste drie jaar is op een conventioneel zeugenbedrijf het aantal doodgeboren biggen per worp opgelopen, terwijl tegelijkertijd ook het uitvalspercentage zuigende biggen toegenomen is. Negen van de tien uitgevallen biggen overlijden binnen anderhalve dag na werpen. Het probleem speelt bij zeugen van alle leeftijden, maar minder bij de gelten. De zeugen zijn niet ziek rond het werpen, maar sommigen hebben een matige eetlust en een vrij hoge lichaamstemperatuur (39,5 graden Celsius).“
Varken, maart 2018 - 9
“Door goed door te vragen kan men tot een precieze omschrijving van het probleem komen” Mogelijke oorzaken op een rij Graag willen we zoveel mogelijke relevante informatie verzamelen. Het is belangrijk om eerst een lijst te maken van de mogelijke oorzaken om daarna te proberen zoveel mogelijk van de lijst af te strepen, zodat uiteindelijk de meest voor de hand liggende oorzaak boven komt drijven. Mogelijke oorzaken van te veel doodgeboorte en veel slappe, niet levensvatbare biggen (en dus veel uitval op de eerste dagen na werpen) zijn: 1. Infecties: PRRS, Parvo, Circo, EMCV. 2. Geboorteproblemen/traag werpen: conditie zeugen; energie-, eiwit-, of calciumstofwisseling. 3. Intoxicaties: mestgassen; nitriet; organofosfaten. 4. Water en voeding: gedurende hele voorgaande cyclus, obstipatie. 5. Stress: toezicht; verplaatsen zeugen; onrust; stalklimaat; nestmateriaal. 6. Zeugfactoren: leeftijdsopbouw zeugenstapel; lijn zeug en beer. Extra informatie verzamelen Informatie is dus belangrijk en dat hoeft niet direct te betekenen dat er allerlei dure laboratoriumtesten nodig zijn. Het begint met informatie verzamelen over het bedrijf en de precieze gang van zaken rond het werpen. Dat gaat dan over zaken
zoals toomgrootte, geboortegewicht, drachtlengte, conditie van de zeugen bij werpen, voeding en water rond werpen, aanwijzingen voor obstipatie, tijdstip verplaatsen naar kraamstal, toezicht rond het werpen, geboortehulp, geboorte-inductie, indruk van het stalklimaat en vooral ook de duur van het geboorteproces. Daarna kan het nuttig zijn om gericht nader onderzoek uit te voeren, zoals sectie op doodgeboren vruchten en de bijbehorende nageboortes, bloedonderzoek bij zeugen op ziekteverwekkers of op stofwisselingsproblemen, zoals kalkstofwisseling, energie- of eiwitstofwisseling, lever- of nierproblemen. Ons voorbeeld… Zoals gezegd: “De zeugen zijn niet ziek rond het werpen, maar sommigen hebben een vrij hoge lichaamstemperatuur (39,5 graden Celsius).“ Zeugen krijgen het altijd warm van werpen en die temperatuur van 39,5 graden Celsius is dus niet afwijkend. Het is geen reden om gelijk te gaan zoeken naar een infectieziekte, dus het insturen voor pathologisch onderzoek van doodgeboren biggen is dan ook niet de eerste optie. De zeugenhouder heeft op de zeugenkaarten bijgehouden hoe snel het werpproces verloopt. Dat was in dit geval vrij lang: gemiddeld bijna zes uur, met uitschieters naar meer dan acht uur. Uit de technische cijfers blijkt dat de drachtlengte ook wat langer is dan gemiddeld. Kortom, het werpproces duurt te lang.
10 - Varken, maart 2018
Theo Geudeke, dierenarts varken
Een bekende oorzaak kan de calciumstofwisseling zijn. Rond het werpen is er namelijk plotseling veel calcium nodig, zowel voor het goed samentrekken van de baarmoeder als voor het op gang komen van de melkgift. Zeugen moeten dus goed kunnen schakelen. Uit bloedonderzoek blijkt dat de zeugen dat hier goed lijken te doen. In het onderzoekspakket voor bloedonderzoek zitten ook testen die wat zeggen over de energie- en eiwitstofwisseling. Bij die uitslagen vielen twee zaken op: voor het werpen hadden vijf van de tien onderzochte zeugen een hoge concentratie vrij-vetzuren in het bloed en bij alle onderzochte zeugen was de concentratie albumine (transporteiwit) in het bloed aan de hoge kant. Dat eerste wijst erop dat de zeugen langere tijd (meer dan tien uur) niet hadden gegeten, terwijl de bloedmonsters toch echt binnen een paar uur na de voerverstrekking waren genomen. De hoge albumine wijst op enige bloedindikking, wat het gevolg kan zijn van een matige wateropname. Niet te ingewikkeld denken Ook in ons voorbeeld blijkt maar weer eens dat je ook bij slepende kwesties niet meteen te ingewikkeld moet redeneren. Kennelijk namen de zeugen kort voor werpen weinig water en voer op, waardoor ze tijdens het werpen snel energie tekort komen. Dit resulteert in traag werpen en daardoor relatief veel niet-levensvatbare en dode biggen. De matige voeropname was
casus uit de praktijk
“Bij slepende kwesties hoef je niet direct ingewikkeld te redeneren” niet gekoppeld aan ziekte van de zeugen. In dit geval bleek dat de opbrengst van de drinknippels niet constant was en daarnaast functioneerde het ‘frisse neuzen’-systeem niet optimaal. Verder is op het bedrijf ook nog besproken hoe de gang van zaken is rond de controle van zeugen bij werpen. Die controle is belangrijk, maar moet voor de zeugen ‘voorspelbaar’ zijn. Als de zeugen zich iedere keer bij het onverwacht binnenkomen van de verzorger in de stal een hoedje schrikken, zullen ze geneigd zijn het werpen uit te stellen tot het wel rustig is op de afdeling. Zeldzame problemen komen érg weinig voor Het lijkt logisch, maar inventariseer altijd eerst de veel voor komende, simpele verklaringen voor een probleem. Roep er deskundigen bij als dat niet direct lukt. Vaak helpt een frisse blik van de buitenstaander. Tot slot is het geruststellend dat veel problemen vanzelf voorbijgaan.
Varken, maart 2018 - 11
PAKKET DIARREE VOOR BIGGEN EN VLEESVARKENS
Alle mogelijke veroorzakers in beeld
12 - Varken, maart 2018
Tom Duinhof, dierenarts varken en Eva Onis, communicatieadviseur varken
Diarree komt in de varkenshouderij veel voor en is één van de grootste ziekteproblemen. Maar wat is de oorzaak hiervan en hoe kunt u samen met uw dierenarts geschikte maatregelen nemen? U leest het hier. Op ongeveer twintig procent van de zeugenbedrijven komt geregeld diarree in het kraamhok voor. Ook bij gespeende biggen is het één van de grootste ziekteproblemen. Speendiarree staat in de top drie van meest gemelde problemen bij de Online Monitor voor varkensgezondheid. De diarree bij biggen leidt tot veel schade door vochtverlies, verminderde groei en kan zelfs tot verhoogde uitval leiden. Diarree bij biggen in de kraamstal wordt meestal veroorzaakt door een infectie met E. coli of Clostridium perfringens, eventueel gecombineerd met een rotavirus. Veel voorkomende problemen bij gespeende biggen zijn speendiarree en slingerziekte. Beide ziektes worden veroorzaakt door verschillende ziekteverwekkende E. coli’s.
Monsters nemen met de ESwab De ESwab is een eenvoudige, snelle en hygiënische manier om mestmonsters te nemen. De ESwab is een wattenstaafje met haren van nylon. Door de kunststof haren wordt het mestmonster goed opgenomen en daarna ook weer goed afgegeven aan het vloeibare bewaarmiddel in het bijbehorende buisje. Om kennis te maken met het Pakket Diarree BIG of het Pakket Diarree Vleesvarkens kan uw dierenarts een gratis monsternamepakket, met onder meer drie ESwabs, aanvragen via www.gddiergezondheid.nl/pakketdiarree.
Pakket Diarree BIG Het Pakket Diarree BIG voor biggen in het kraamhok geeft u op basis van een gecombineerde PCR-test een betrouwbaar en compleet overzicht van de mogelijke bacteriële of virale veroorzakers van diarree bij zuigende biggen. Het pakket voor gespeende biggen maakt een onderscheid tussen de E. coli’s die verantwoordelijk zijn voor speendiarree en slingerziekte. Voor gespeende biggen is het onderzoek op Rotavirus A beschikbaar in een test die apart aangevraagd kan worden. Diarree bij vleesvarkens Van alle telefonische vragen die de Veekijker-dierenartsen van GD ontvangen, ging de laatste drie jaar gemiddeld 10 procent over diarreeproblemen. Bovendien had afgelopen jaar maar liefst 26 procent van de voor sectie ingezonden vleesvarkens een probleem in het maagdarmkanaal. De maagdarmproblemen werden in 59 procent van de gevallen veroorzaakt door een bacterie of virus. De infectie leidt tot weefselbeschadiging van het darmslijmvlies. Hierdoor verliest het varken vocht en soms ook bloed, waardoor groeivertraging en soms zelfs sterfte optreedt. Lawsonia intracellularis, Brachyspira hyodysenteriae, Brachyspira pilosicoli, Salmonella spp. en het PED-virus zijn belangrijke veroorzakers van diarree bij vleesvarkens. Wat doet het Pakket Diarree Vleesvarkens? Het Pakket Diarree Vleesvarkens brengt in één keer de mogelijke bacteriële of virale veroorzakers van de diarree in beeld. De gecombineerde PCR-test kan Lawsonia intracellularis, Brachyspira hyodysenteriae, Brachyspira pilosicoli, Salmonella spp. en het PED-virus aantonen. Het pakket is ook verkrijgbaar zonder test voor het PED-virus. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PAKKETDIARREE
Varken, maart 2018 - 13
ADVERTORIAL
Rust bij de dieren door full spectrum zonlicht verlichting met ionisatie... Dat merken varkenshouders op met de producten van FreshlightAgri. Dit is een van de genoemde ervaringen wat de ledverlichting in combinatie met ionisatie doet bij de dieren. Full spectrum zonlicht De ledverlichting van FreshlightAgri biedt het kleurenspectrum van het zonlicht aan, inclusief UV-A, UV-B en infrarood. Dit spectrum zorgt voor de vorming van vitamine D. Vitamine D zorgt ervoor dat de dieren zich vitaler voelen en minder vatbaar voor ziekten zijn. Verder zijn de dieren over het algemeen rustiger en hebben ze minder stress.
A
®
www.freshlightagri.com
Luchtzuiverende agrarische verlichting
Luchtzuiverende verlichting A Schone lucht
Luchtzuiverende agrarische verlichting
GezondeAdieren
Luchtzuiverende agrarische verlichting
®
Luchtzuiverende agrarische verlichting
®
A Minder antibioticum ®
A Vermindering van pathogenen ®
Luchtzuiverende agrarische verlichting
Ionisatie Aan de verlichting zitten koolstofborsteltjes. Deze koolstofborsteltjes stoten 24/7 negatief geladen ionen uit. De ionen verspreiden zich als een wolk door de stal en hechten zich aan stofdeeltjes. Door de ionisatie wordt fijnstof en de pathogene druk gereduceerd wat zorgt voor een gezonder stalklimaat en een betere werkomgeving voor de boer. Het resultaat is een reductie van minimaal 30%. De verlichting en ionisatie kan apart van elkaar aan- en uitgeschakeld worden. Wanneer in de avond de verlichting uitgaat, blijft de ionisatie zijn werk doen. Ervaringen Door de jaren heen heeft FreshlightAgri al vele diverse stallen mogen inrichten met de verlichting. Door navraag te doen bij een aantal varkenshouders leer men dat de ervaringen positief zijn.
A Top rendement
®
Luchtzuiverende agrarische verlichting
De ledverlichting is zeer energiezuinig (dit levert een besparing op van wel 75% op energiekosten) en geeft de hoogste lichtopbrengst per opgenomen Watt in de verlichtingsbranche. Daarmee komt de verlichting in de juiste omstandigheden in aanmerking voor fiscale regelingen zoals de EIA en de MIA/Vamil.
HDT1221
De ervaringen met het licht zijn dat de dieren actiever zijn, minder stress hebben en beter groeien. Verder treedt er minder huidbeschadigingen op. Betreft de ionisatie zijn de positieve ervaringen dat de lucht in de stal of afdeling schoner en frisser is waardoor het ademen gemakkelijker gaat. “Er is minder stof en geur in de stal, alleen al voor de boer zelf en de medewerkers heeft ionisatie al meerwaarde” aldus een varkenshouder.
055 - 302 00 22
Nagelpoelweg 86, 7333 NZ Apeldoorn
info@freshlightagri.com
Meer informatie over de producten van FreshlightAgri? Tel: 055 - 302 00 22 E-mail: info@freshlightagri.com Website: www.freshlightagri.com
onderzoek
PED IN NEDERLAND
Typering, risico’s en aanpak Het PED-virus veroorzaakt sinds november 2014 problemen op varkensbedrijven in Nederland. In eerste instantie kwamen vooral besmettingen in het oosten van het land voor, maar afgelopen winter waren er ook veel problemen op bedrijven in Noord-Brabant. Op de meeste bedrijven zorgt een PED-besmetting een paar weken voor problemen, waarna het weer rustig wordt en er vaak nog weinig klinische verschijnselen te zien zijn. Over het algemeen begint het met diarree, wat zich snel verspreidt naar verschillende dieren. Dit artikel gaat dieper in op de achtergronden en aanpak van een PED-infectie, zoals die zich op uw bedrijf voor kan doen. Typering van het virus in Nederland PED wordt veroorzaakt door een virus. Door middel van sequencing is te achterhalen uit welk genetisch materiaal het virus opgebouwd is. Met de sequentie kan bekeken worden of verschillende gevonden PED-virussen dezelfde oorsprong hebben of juist heel erg van elkaar verschillen. Om te onderzoeken hoe het PED-virus zich ontwikkelt, heeft GD onlangs gevonden stammen vergeleken met de bewaarde stammen uit 2014-2015. Hiervoor is de sequentie van het zogenaamde S-gen van het virus bepaald. De sequentie geeft de volgorde van de bouwstenen weer in het genetisch materiaal. Omdat het PED-virus, net als het Influenza- en PRRS-virus, een RNA-virus is, treden er continu veranderingen op in het genetisch materiaal. Op basis van die veranderingen kunnen virussen in clusters ingedeeld worden.
Varken, maart 2018 - 15
Het blijkt dat de Nederlandse stammen uit 2017 onderling nauwelijks verschillen (99 procent gelijk), maar wel zeer verschillend zijn van de in 2014 en 2015 gevonden stammen. De Nederlandse stammen uit 2017 clusteren samen met stammen uit Slovenië en Hongarije (figuur 1). Het blijkt dat soortgelijke stammen ook circuleren in Duitsland en Oostenrijk. Er lijkt in Europa nu dus een andere PED-virusstam te circuleren dan de stam die de veroorzaker was van de eerste uitbraken in 2014-2015. Insleep risico’s GD heeft vastgesteld dat er in het winterseizoen 2017–2018 alweer minimaal acht nieuwe uitbraken zijn gevonden (stand 19 januari 2018). Dit is eigenlijk het topje van de ijsberg, omdat er ook in andere laboratoria monsters worden onderzocht. Daarnaast worden niet op alle bedrijven met diarree mestmonsters genomen om te onderzoeken op PED. We kunnen dus wel stellen dat het virus zich heeft gevestigd in de Nederlandse varkenshouderij. Op een aantal bedrijven is er voor de tweede maal een uitbraak van PED vastgesteld. Het is niet bekend of op deze bedrijven sprake is van een opleving van de eerste infectie of dat er een nieuwe infectie heeft plaats gevonden. Het PED-virus wordt bij een uitbraak in erg grote hoeveelheden uitgescheiden door een geïnfecteerd varken en er is slechts een geringe hoeveelheid virus nodig om ziekte te veroorzaken. Dat maakt dat het versleeprisico groot is.
Monstername mest
Spoedonderzoek mogelijk Met spoed een PED-uitslag nodig? GD biedt ook een PCR-test aan met een doorlooptijd van één dag. De test is geschikt voor zowel individueel als gepoold (tot drie monsters) onderzoek.
16 - Varken, maart 2018
Gereinigde stallen
Hoe kun je insleep met het PED virus voorkomen? Denk vooral aan een goede scheiding tussen de schone (interne bedrijfs-)weg en de vuile (externe) weg. De schone weg is verboden terrein voor personen die niet door de omkleedruimte en douche zijn gegaan; dus ook voor al het verkeer, inclusief vrachtwagens. Het valt op dat er bij veel bedrijven nog een kruising van deze twee ‘wegen’ optreedt. Wat betreft interne biosecurity: bedenk dat het virus tot zes weken kan overleven
onderzoek
Tom Duinhof, dierenarts varken
Bedrijfskleding
BEUCV777/1978 AF353511 CH/LZC/2007 EF185992 KOR/SM98/2011 GU937797 KOR/DR13/2012 JQ023161 CH/SD-M/2012 JX560761 ITA/7239/2009 KR061458 VN/HUA-PED55/2014 KP455315 USA/OH851/2014 KJ399978 GER/L00721/2014 LM645057 GER/L00719/2014 LM645058 BEL/15V010/2015 KR003452 AUT/548-1/2015 KT895907 AUT/25-10/2015 KT206204 NED/G0001/2015 MF974246 ITA/1842/2016 KY111278 NED/UU/2015 KU985229 SLO/JH-11/2015 KU297956
in mest. Afdelingen die leeg komen moeten daarom erg goed gereinigd en ontsmet worden voordat nieuwe biggen in de speen- of vleesvarkensstal worden opgelegd. Door goed schoon te maken, en vooral de afdelingen goed te laten opdrogen en te verwarmen tijdens de leegstand, kan de infectiecyclus worden doorbroken.
NED/G0001/2014 KR011121 AUT/914/2015 KT895908 NED/GD002/2014 KR011122 FR/001/2014 KR011756 HUN/5031/2016 KX289955 SLO/reBAS-1/2015 KY019623 NED/GD001/2017 MF974247
Aanpak: Is het PED-virus nog aanwezig? Hoe kan ik dat vaststellen? Na een uitbraak zal er in de eerste fase door het varken veel virus worden uitgescheiden. Na ongeveer drie weken stopt de uitscheiding van het virus, omdat het varken steeds meer antistoffen aanmaakt. Niet alle varkens op het bedrijf worden tegelijkertijd besmet, waardoor het virus veel langer dan drie weken op het bedrijf aanwezig kan blijven. Na een uitbraak komt dan ook de vraag: lever ik nu biggen of fokvarkens uit die niet meer besmet zijn met het PED virus? En hoe kan dat aangetoond worden? Het onderzoek om aan te tonen of het PED-virus nog wel of niet meer voorkomt op het bedrijf valt uiteen in een paar stappen: • Controleer of de dieren die ziek zijn geweest geen virus meer uitscheiden door mest met de PCR te onderzoeken. • Controleer of zeugen voldoende immuniteit hebben opgebouwd door middel van bloedonderzoek op antistoffen. • Controleer of de biggen na het spenen niet alsnog een PEDinfectie doormaken (met PCR voor virusonderzoek op mest en met ELISA voor bloedonderzoek op antistoffen).
NED/G0002/2017 MF974248 USA/Iowa/16465/2013 KF452322 CH/GD-1/2011 JX647847 CH/LC/2011 JX489155 CH/FJZZ-9/2012 KC140102 CH/AH/2012 KC210145 THA/P1915-NPF-071511A/2015 KX981900 USA/Ohio129/2014 KJ645698 KOR/KUIDL/2014 KJ588063 MEX/124/2014 KJ645700 UKR/Poltava01/2014 KP403954 USA/Nebraska108/2015 KU982978 USA/Kansas29/2013 KJ645637 ECU/Cotopaxi/2014 KT336490 MEX/104/2013 KJ645708
Figuur 1: Het onderste panel bestaat uit hoog virulente PEDV-stammen die verantwoordelijk zijn voor uitbraken in Azië en Amerika. Het bovenste panel bestaat uit vaccinstammen en minder virulente PEDVstammen, waaronder de stammen verantwoordelijk voor de Europese uitbraken vanaf 2014. In totaal zijn vijf Nederlandse PED-virus stammen bij GD onderzocht: drie geïsoleerd in 2014-2015 (oranje driehoekjes) en
Het blijkt goed mogelijk om een PED-infectie op het bedrijf te laten doodlopen, maar dat vraagt een plan van aanpak, uitstekende biosecurity, een goede scheiding van diergroepen en een goede controle met behulp van laboratoriumonderzoek. GD kan u adviseren over de aanpak in uw situatie.
twee geïsoleerd in 2017 (oranje bolletjes). De twee in 2017 gevonden stammen zijn verwant aan stammen in Slovenië en Hongarije. Deze figuur laat zien dat de huidige circulerende stam in Europa anders is dan de stam verantwoordelijk voor de uitbraken in 2014-2015.
Varken, maart 2018 - 17
Foto: Ben Grib Design// Flickr/GettyImages
Alles via één leverancier ● Ontwikkelen … ● Produceren … ● Ondersteunen … … Europa’s trivalente bescherming tegen influenza.
10/16 1.0 FK NL
Europa’s toonaangevende griepvaccin Wilt u meer weten: wij helpen u graag verder op www.swine-influenza.com of mail naar Benelux@IDT-Biologika.com.
IDT Biologika BV Ceresstraat 13 4811 CA Breda www.idt-animal-health.com
11.01.18 15:57
180111_idt-resp_0396_anz_NL_126x190_RZ.indd 1
Zorg voor uw varkens. Hoogwaardige voedersystemen Duurzaam Trog en voorplaat uit solide rvs
ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE?
Stalko is ruim 46 jaar actief in het produceren van voederbakken en heeft naam gemaakt met het leveren van zeer betrouwbare producten. Wij streven er voortdurend naar om onze producten te optimaliseren door kennis en innovatie samen te smelten zodat wij onze klanten een meerwaarde kunnen blijven bieden.
www.stalko.nl
Neem contact op met: Marcel Koot T+31 (0)314 - 355 852 E marcel.koot@dock35media.nl I www.dock35media.nl Part of Groba feeding systems
Het nut van sectie
Jaarlijks ontvangt GD bijna 2.500 inzendingen van gemiddeld twee varkens voor sectie. Eigenlijk moeten we zeggen pathologisch onderzoek, want sectie betekent slechts ‘opensnijden’. De pathologen doen echter veel meer, want na sectie volgen vrijwel altijd vervolgonderzoeken. Maar hoe nuttig is al dat onderzoek eigenlijk?
Varken, maart 2018 - 19
Pathologisch onderzoek is om twee redenen erg nuttig. Ten eerste is het belangrijk voor de individuele inzender (varkenshouder en dierenarts), maar daarnaast is het ook van belang voor de sector. Nut voor inzender Bij een gezondheidsprobleem willen we graag een diagnose. Niet eens zozeer voor dat ene ingezonden varken, maar juist
voor een eventueel overkoepelend bedrijfsprobleem. Om de kans op een goede diagnose te vergroten, is het belangrijk om dieren in te sturen die goede vertegenwoordigers zijn van dat bedrijfsprobleem. Dat betekent dus dat er geen chronische slijters moeten worden ingestuurd als het bedrijf last heeft van acute longontsteking. Als extra service voor de inzenders van varkens, stuurt GD altijd op de eerste dag van het onderzoek direct een e-mail naar de dierenarts van het bedrijf. Hierin vindt hij of zij een overzicht van de geplande vervolgonderzoeken. Op deze manier kan de dierenarts snel reageren als er nog andere vervolgonderzoeken gewenst zijn. Ook op het inzendformulier kan men al aanvinken welke specifieke extra onderzoeken de inzender graag wil. “Er komt niks uit!�, is iets wat pathologen weleens horen. Het is inderdaad niet altijd mogelijk om een ziekteverwekker aan te tonen bij een bepaald probleem. Maar daarnaast kan het ook erg nuttig zijn om te weten welke oorzaken niet aan de orde zijn. Dingen uitsluiten betekent dat overbodige behandelingen of vaccinaties achterweg kunnen blijven. Als er geen enkele infectieuze oorzaak wordt gevonden, moet men de oorzaak wellicht zoeken in bedrijfsomstandigheden, voeding of het management. Belang voor de sector De informatie over pathologisch onderzoek is tevens een cruciaal onderdeel in de monitoring van varkensgezondheid in Nederland. Zeker als er iets bijzonders gaande is, kan dat vaak goed opgepikt worden door het onderzoeken van ingezonden dieren. Wat niet iedereen weet, is dat bovendien van elk ingezonden varken materiaal wordt opgestuurd naar Lelystad (WBVR). De materialen worden hier onderzocht op varkenspest. Vanwege dit grote algemeen belang, betalen overheid en bedrijfsleven mee aan het pathologisch onderzoek dat bij GD wordt uitgevoerd. Zo wordt het voor een varkenshouder niet te duur om iets in te sturen. Een volledige sectie met vervolg onderzoek (bacteriologie, antibiogram maken, microscopie en PCR-testen) is namelijk tijdrovend en kostbaar.
Monsters verzamelen
20 - Varken, maart 2018
Wat doet GD met de informatie die verkregen wordt? Vier keer per jaar maakt GD een overzicht van de bijzondere bevindingen uit de sectiezaal voor de overheid (ministerie van LNV) en het bedrijfsleven (POV). Daarnaast wordt de informatie ook gebruikt om artikelen voor varkenshouders en dierenartsen te maken. Als het nodig is, wordt er tevens gewaarschuwd voor
Theo Geudeke, dierenarts varken
bepaalde opvallende kwesties. Zo werd in een zeer warme periode duidelijk dat er plotseling opvallend veel varkens waren ingezonden met als doodsoorzaak zoutvergiftiging, oftewel watergebrek. Daar springt GD op in door een WhatsApp-bericht naar de varkensdierenartsen te sturen. Zo worden zij geattendeerd op dit eenvoudig te vermijden risico. Een andere opvallende bevinding waarover de laatste jaren geregeld is bericht, zijn de gevallen van nitrietvergiftiging door lekkage van vervuild water uit luchtwassers. Of bijvoorbeeld dit:
uit het lab
in het najaar van 2016 waren er opvallend veel gevallen van leverdraaiingen bij zeugen. Dat leek heel bijzonder, maar was eigenlijk gekoppeld aan maag-darmdraaiingen en vooral maagverwijdingen op bedrijven waar zeugen eenmaal daags werden gevoerd met (te veel) brijvoer. Ook heeft GD de start van de Nederlandse PED-epidemie in 2014 precies in beeld door de combinatie van een oplettende dierenarts, de GD-Veekijker en het pathologisch onderzoek dat is gedaan. Nog een opvallend resultaat: in de zomer van 2017 hadden we voor het eerst in Nederland een aantal uitbraken van bloedvergiftiging bij jonge biggen door infecties met Klebsiella pneumoniae, iets wat voorheen alleen in Engeland bekend was. Dit soort bijzonderheden komen allemaal aan het licht door pathologisch onderzoek. Door over deze bijzonderheden te berichten, kunnen varkenshouders en dierenartsen bepaalde dingen herkennen, hier rekening mee houden en bijtijds ingrijpen. Het insturen van dieren en samen met verschillende partijen tot een conclusie komen is een belangrijke stap in het werken naar een betere diergezondheid in Nederland.
De sectiezaal
MEER OVER PATHOLOGISCH ONDERZOEK WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PATHOLOGIE
Varken, maart 2018 - 21
VITALE BIGGEN. GEZONDE START.
Pakket Diarree BIG Ziekteverwekkers in één keer in beeld
Nu ook voor gespeende biggen
Heeft u te maken met diarree bij uw biggen? Breng dan met het Pakket Diarree BIG in één keer mogelijke ziekteverwekkers in beeld. Samen met uw dierenarts gaat u voor vitale biggen. Zo werkt u aan een gezonde start van de biggen op uw bedrijf. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/pakketdiarree
Kies voor BIG van GD: Vitale biggen, gezonde start. GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl/pakketdiarree
interview
Een nieuwe optimale start
Een prettige omgeving voor mens en dier staat centraal op het innovatieve SPF-bedrijf van Kees en Wilma van der Meijden. Zo zijn er op het ruim opgezette bedrijf in Oirschot niet alleen veilige en gezonde stallen voor de duizend zeugen gerealiseerd, ook het personeel krijgt de aandacht die het verdient. Na een enorme brand in 2013 gooiden ze het roer om. “Dit nooit meer”, vertelt Kees. “Bij de opbouw van de stallen stonden brandpreventie en hoge diergezondheid dan ook bovenaan ons lijstje.” Nu, bijna vijf jaar later, zie je dit overal in de stallen terug. Niet alleen zijn de varkens gezond, ook wordt er gebruiktgemaakt van allerlei nieuwe snufjes ter preventie van brand en voor een gezonde leefomgeving.
Varken, maart 2018 - 23
Prettige en brandveilige leefomgeving Zo wordt mest opgevangen en gekoeld tot onder de vijftien graden. Hierdoor komt er minder ammoniak, geur en fijnstof vrij. “Aan het klimaat in de stal kunnen we zien dat het voor mens en dier veel beter is. Ook de technische resultaten en het antibioticumgebruik laten dit zien”, aldus Kees. De warmte die vrijkomt bij het koelen van de mest wordt elders in het bedrijf ingezet om de publieke ruimtes te verwarmen. “Misschien een gek idee als iemand bij ons een lekker broodje zit te eten in het restaurant met uitzicht op de zichtstal, maar wel erg duurzaam.”
Om de luchtkwaliteit optimaal te houden is er een innovatief ventilatiesysteem aangebracht in alle stallen. Op die manier worden de varkens bij een stijging van temperatuur constant voorzien van frisse en zuurstofrijke lucht. Stijgt de temperatuur binnen korte tijd fors? Dan wordt de vernevelingsinstallatie automatisch ingeschakeld. “Slechts één van de vele snufjes ter preventie van brand in deze stal”, vertelt Kees trots. Tijdens de bouw zijn de beste brandwerende materialen gebruikt. Ook kom je, tijdens een ronde over de afdelingen, geen stopcon-
Alles voor een gezonde en veilige stal • Ammoniak reduceren door het opvangen van mest • Altijd een goede luchtkwaliteit door innovatief ventilatiesysteem • Stroom aangesloten op netwerk buiten stal Brandveiligheid • Afdelingen gescheiden door betonnen wanden • Beste brandwerende materialen • Geen stopcontacten op afdelingen • Elektra hangt vrij van brandvertragend plafond • Vernevelingsinstallatie bij snelle stijging temperatuur
24 - Varken, maart 2018
interview
Anne Taverne, redacteur
tacten tegen en hangt elektra vrij van het brandvertragende plafond. Er zijn vijf kraamafdelingen binnen het bedrijf en elke afdeling wordt gescheiden door betonnen wanden en de vloerroosters zijn voorzien van een brandwerende coating. “Dit geeft de pasgeboren biggen op dat gebied een goede start.” Alles voor vitale biggen Een goede start voor biggen en bigvitaliteit zijn sowieso dingen die op elk vlak belangrijk zijn op het bedrijf van Van der Meijden. “We zorgen dat de biggen krijgen wat ze nodig hebben. Is de conditie van een zeug niet optimaal? Dan leggen we er minder biggen bij. Je merkt dan dat de vitaliteit van de biggen steeds beter wordt”, legt hij uit. “Daarnaast proberen we, in samenwerking met GD, het biestmanagement zo goed mogelijk te houden. We verleggen de biggen pas na 24 uur en biggen die al biest hebben gehad, maken plaats voor biggen die iets extra’s nodig hebben. Dit is onderdeel van het overlegbeleid.”
“Er zijn vele snufjes ter preventie van brand terug te vinden in onze stallen”
Blijven ontwikkelen Hoewel het biestmanagement en het overlegbeleid op orde zijn, is dit nog niet voldoende voor Kees van der Meijden. Volgens hem moet je verder gaan. “Zeugen zijn net sportvrouwen en moeten beschermd worden. Ze moeten kunnen blijven eten en ontwikkelen. Ook de gezondheid van de biggen moet goed zijn en we doen er alles aan om dit te realiseren.” Daarom heeft hij samen met een biggenmelkproducent nieuwe melk geproduceerd, zodat de darmen op orde blijven. Het resultaat? “We zien de biggenuitval teruglopen. Door de constante ontwikkeling zien we steeds nieuwe positieve resultaten. Alles kan beter en als ondernemer moet je nooit tevreden zijn. De kwaliteit en de gezondheid van mens en dier moeten altijd gewaarborgd blijven.”
De mestkoeling
Varken, maart 2018 - 25
A V
N
A
F
NIEUW
G A 1D
P R R S VA C
CIN
AT I
E
VACCINEREN OP MAAT
DE SPRONG VOORWAARTS IN PRRS AANPAK • Unieke flexibiliteit in vaccinatietijdstip en -leeftijd • Biggen vaccineren vanaf 1 dag leeftijd • Vroegst mogelijke bescherming tot aan de slacht • Eén effectief PRRS-vaccin voor biggen, gelten en zeugen
www.vaccinerenopmaat.nl Inlog: varkenshouder - Wachtwoord: 1234
VOOR BIGGEN, GELTEN EN ZEUGEN Zoetis BV Postbus 81055 3009 GB Rotterdam info.nl@zoetis.com www.zoetis.nl © 2018 Zoetis B.V.
MM-02883
SUVAXYN PRRS MLV lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie voor varkens • Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 119564 - EU/2/17/215/001-003 UDD • Werkzame bestanddelen: Gemodificeerd levend PRRSV, stam 96V198 •Doeldier: Vleesvarkens, gelten en zeugen •Indicaties: Actieve immunisatie van klinisch gezonde varkens vanaf 1 dag oud in een met Porcine Respiratory and Reproductive Syndrome (PRRS) virus geïnfecteerde omgeving, ter vermindering van viremie en nasale uitscheiding veroorzaakt door infectie met Europese stammen van het PRRS virus (genotype 1). Aanvang immuniteit: 28 dagen na vaccinatie. Duur van immuniteit: 26 weken (vleesvarkens), 16 weken (gelten, zeugen) na vaccinatie. Zie bijsluiter. •Toedieningswijze en dosering: IM in de nek. Vleesvarkens: vanaf 1 dag oud één enkele dosis (2 ml). Gelten en zeugen: één enkele dosis (2 ml) voorafgaand aan introductie in de zeugengroep, ongeveer 4 weken vóór het dekken. Eén enkele boosterdosis iedere 4 maanden. Zie bijsluiter. •Contra-indicaties: Niet gebruiken bij: groepen waarbij Europees PRRS virus niet is vastgesteld door middel van betrouwbare diagnostische methodes; - sperma producerende beren; -seronegatieve drachtige zeugen tijdens de tweede helft van de dracht. •Wachttijd: 0 dagen. •Bijwerkingen: Zeer vaak: een voorbijgaande stijging van de rectale temperatuur binnen 4 uur – 4 dagen na vaccinatie. Zeer vaak: lokale reacties in de vorm van zwellingen; deze verdwijnen spontaan binnen 3-32 dagen. Soms: anafylaxie-achtige reacties (braken, tremoren en/of milde depressie) bij biggen kort na toediening; deze verdwijnen zonder behandeling binnen enkele uren. Zie bijsluiter. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: Vaccineer alleen gezonde dieren. Er dient zorg gedragen te worden om te voorkomen dat de vaccinstam geïntroduceerd wordt in een gebied waar het PRRS virus nog niet aanwezig is. Gevaccineerde dieren kunnen de vaccinstam gedurende meer dan 16 weken na de vaccinatie uitscheiden. De vaccinstam kan zich verspreiden naar contactdieren. Speciale voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om verspreiding van de vaccinstam naar niet-gevaccineerde dieren die vrij moeten blijven van PRRS virus, te vermijden. Nieuw geïntroduceerde PRRS virus-naïeve dieren dienen vóór de dracht gevaccineerd te worden. Het wordt aangeraden om alle doeldieren binnen een groep te vaccineren vanaf de laagst aanbevolen leeftijd. Kan gebruikt worden bij seronegatieve gelten en zeugen vóór het dekken of tijdens de eerste helft van de dracht en bij seropositieve zeugen tijdens de tweede helft van de dracht. De veiligheid van het vaccin is niet bewezen tijdens de lactatie. Gebruik wordt afgeraden tijdens de lactatie. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking/bijsluiter of op aanvraag beschikbaar bij de lokale vertegenwoordiger: Zoetis B.V. -Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (e-mail: info.nl@zoetis.com)
de boer op
0.15% …IS HET PERCENTAGE VLEESVARKENS DAT BIJ RECENT GD-ONDERZOEK AAN DE SLACHTLIJN EEN ECHTE MAAGZWEER HAD
MAAGWANDBESCHADIGINGEN In de maag van varkens komen geregeld beschadigingen van het slijmvlies voor. Dat is vooral te zien in het gedeelte van de maag waar de slokdarm uitkomt, dus bij de ingang van de maag. De bekende maagzweren bij mensen zitten juist bij de uitgang van de maag. Maagwandbeschadigingen bij varkens ontstaan in feite door de inwerking van maagzuur op het slijmvlies en het deel bij de ingang is daar het gevoeligst voor. Als reactie op het maagzuur ontstaan bij wel 90 procent van de varkens in meer of mindere mate korsten (‘eelt’). Daardoor kan de wand soms zó stug worden, dat scheurtjes en wondjes, en in extreme gevallen zelfs een echte maagzweer, in het slijmvlies ontstaan. Uit recent onderzoek dat GD bij 682 vleesvarkens heeft gedaan, bleek één dier een echte maagzweer te hebben (0,15 procent). Het risico op het ontstaan van maagwandbeschadigingen is verhoogd bij een lege maag, bijvoorbeeld bij zieke dieren die geen eetlust hebben. Verder is bekend dat te fijn gemalen voer een van de belangrijkste oorzaken is van maagwandbeschadigingen. Herstel is mogelijk, maar soms ontstaat daarbij littekenweefsel waardoor de maagingang ernstig wordt vernauwd, wat de voeropname bemoeilijkt. Dit gaat ten koste van de groei. In het onderzoek was dit bij 0.9 procent het geval.
vraag & antwoord
VRAAG: HEBBEN VARKENS LAST VAN MAAGWANDBESCHADIGINGEN? ANTWOORD: THEO GEUDEKE
Dat is lastig te beantwoorden. Als varkens daadwerkelijk een maagzweer hebben, dan hebben ze daar last van. Soms komen er ernstige maagbloedingen voor en die kunnen dodelijk zijn. Bij dergelijke ernstige gevallen ziet men soms varkens met zwarte mest (door oud bloed) en dat kan op acute PIA lijken. Als een maagwandbeschadiging is hersteld, maar de maagingang door littekenweefsel ernstig is vernauwd, kunnen var-
kens niet voldoende voer opnemen en ook daar hebben ze last van. Slechte groei, vermageren en soms zelfs braken kunnen dan optreden. Bij geringe beschadigingen is niet te zeggen in hoeverre varkens daar last van hebben. Vaak is de groei gewoon prima en vertonen de dieren geen ziekteverschijnselen. Of ze bij geringe beschadigingen bijvoorbeeld toch maagpijn hebben, is niet bekend.
Varken, maart 2018 - 27
diergezondheid volgens Linda Peeters Volgens Linda Peeters moeten dieren als vanzelfsprekend goed kunnen presteren en het welzijnsniveau moet in orde zijn. Toch speelt er volgens haar meer. “Mensen moeten zich ervan bewust zijn dat een goede diergezondheid bijdraagt aan veilig voedsel en zo ook aan een goede volksgezondheid.” Daarom dook ze na haar studie Diergeneeskunde in Utrecht met haar promotieonderzoek de wereld van salmonella in. De link met volksgezondheid is hier volgens haar heel duidelijk aanwezig; het is een kiem waar veehouders (bijna) niks van merken, maar een positief varken in het slachthuis kan grote risico’s voor de volksgezondheid met zich meebrengen. “Juist die link met volksgezondheid maakt dat dit onderzoek, gericht op de controlemaatregelen tegen salmonella en uitgevoerd voor de faculteit Diergeneeskunde in Gent, precies in mijn straatje past. Het is een praktisch onderzoek dat direct te vertalen is naar de praktijk.” Weg naar hogere diergezondheid Onderzoek is volgens Linda een heel belangrijk onderdeel van de weg naar een hogere diergezondheid. Hoewel er in Nederland op dit gebied op allerlei vlakken al van alles gebeurt, kan het altijd beter. “Hoe mee diagnostiek en secties er gedaan worden en hoe gerichter dit gebeurt, hoe meer informatie we hebben”, vertelt ze. “Iedereen heeft hier zijn aandeel in en het is een kwestie van samenwerken. Met een diagnostisch plan kun je soms veel meer boven tafel krijgen dan nu gebeurt en dit is iets waar samen met de dierenarts en veehouder aan gewerkt kan worden.” Zoeken naar mogelijkheden en kansen Dat is één van de dingen waar Linda tijdens haar nieuwe functie bij GD mee aan de slag wil gaan: samen met veehouders en dierenartsen de weg naar een hogere dier- en volksgezondheid bewandelen. “Bij de Veekijker wil ik graag samen met de veehouder en dierenarts op zoek naar mogelijkheden en kansen. Samen een plan opstellen en de sector bewuster maken van de mogelijkheden die er zijn. Ik denk dat daar toch weer die onderzoekerskant in mij naar boven komt.”
Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-634104, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl