VOOROP IN DIERGEZONDHEID
varken Juni 2021 - nummer 97
REPORTAGE
John van der Wielen en Sanne Hermans praten over bigvitaliteit
KREUPELHEID
Het belang van vitamine D3
MONITORING
Influenza onder een vergrootglas
voorwoord
‘ZO SIMPEL IS HET. OF TOCH NIET?’ Elke dag leren we weer wat nieuws. Ook over varkensgezondheid. Maar er blijven nog genoeg raadsels over. Neem bijvoorbeeld Streptococcus suis. Het is de bacterie die het vaakst genoemd wordt als oorzaak van uiteenlopende gezondheidsklachten bij varkens en op vrijwel alle varkensbedrijven komt de bacterie voor. Een echt goed vaccin is nog steeds niet ontwikkeld. Desondanks weten veel varkenshouders door hun vakmanschap de gevolgen van de besmettingen binnen de perken te houden. Het onderzoek naar Streptococcus suis gaat ondertussen stug door en inmiddels weten we weer wat meer over de ziekmakende eigenschappen van de bacterie, zoals elders is te lezen in deze uitgave. Onderzoek hoeft niet altijd groots en meeslepend te zijn. Ook kleine onderzoeken kunnen verhelderende inzichten opleveren,
zoals het onderzoek naar vitamine D3 bij vleesvarkens. Vitamine D3 is niet alleen belangrijk voor de botstofwisseling, maar ook voor de afweer tegen infectieziekten. Het blijkt dat tussen bedrijven flinke verschillen bestaan in de vitamine D3-concentratie in het bloed van slachtvarkens. Kennis die ons weer een stap vooruit helpt. Ten slotte de varkensziekte die de sector het meest bezighoudt: PRRS. Dat virus is dertig jaar geleden opgedoken en roept nog steeds veel vragen op. De aanpak van PRRS vraagt om vakmanschap, inzicht en kennis. Hopelijk leidt de steeds grotere kennis over vaccins op termijn ook tot betere PRRS-vaccins. Voor wie op de hoogte wil blijven: GD organiseert 24 juni een mini-symposium over dertig jaar PRRS in Nederland met een doorkijkje naar de toekomst. Meer informatie hierover vindt u op onze website: www.gddiergezondheid.nl/prrs-symposium. Theo Geudeke, varkensdierenarts
inhoud 04 Actueel 07 Europese Animal Health Regulation in werking getreden Bereikbaarheid Royal GD is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 07.30 tot 19.00 uur via 0900-1770.
11
08 Influenza onder een vergrootglas
Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.
11 Handvatten om de bigoverleving
Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal
94
21910 21791 21810 21795 21880 2185 9 218 6 218 7 7 218 4 218 57 6 4 21 8 22 53 22 029 22 009 22 014 0 21 44 99 9
COLOFON
21935 21909 21903 21914 21941 21920 3 2193 21 219 6 2 218 4 1 218 01 218 04 8 21 41 8 21 888 21 892 21 047 22 004 22
Aanmelden: telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. 22 22 019 22 057 0 22 54 05 01 9 24 0
15 Samenwerken voor een nieuwe streptokokken virulentie-PCR
16 Population group BAPS 1 BAPS 2 BAPS 3 BAPS 4 BAPS 5 BAPS 6 BAPS 7 BAPS 8 BAPS 9 BAPS 10
8 21 067 2 98 GD 196 0 -0 0 21 051 95 3 2 GD 1951 -00 219 80 77 G GD-0 D1 106 2198 GD-007 3 6 21996 GD-0088 21995 21952
ISSN: 1875-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770, vraag naar klantdatabeheer (lokaal tarief) of mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.
9 03 22 899 21 900 21 895b 21 95 5-7 8 21 0346 15S 57 219 -1 DOP GD5 GD3 21965 8 GD-001 DOP-3 DOP-4 GD-0072 GD-0079 21958 9406160 GD-0004 GD-008 5 21968 2198 1 219 4 219 9 5 GD- 4 GD 0007 21 0003 8 21 32 21 848 21 847 GD 982 -0 00 2
Farm origin B_2 B_3 B_4 B_5 B_6 B_7 Isolate type Carriage Invasive
1 08 -0 GD OP-2 84 D 9 21 P-5 DO 961 21 1 3 27 0 274 1 5 218 78 219 GD4 2 1381 15767 16428 13813 GD-0054 GD-0117 21975
Varken is een uitgave van Royal GD Redactie Manon Houben, Theo Geudeke, Linda Peeters, Annemieke Medema en Eva Onis | Beeldredactie Wendy van de Streek | 2197 9 Eindredactie Jessica Fiks | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 21970 940237 2 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid. GD-0052 GD-0021 nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem GD2 B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. |GD-0012 Druk GD-0006 21971 Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Varken wordt gratis 21969 toege0 GD-010 zonden aan relaties van GD. | Advertenties Dock35 Media, T. 0314-35 972 52 | 2158 6 2197 034 Verschijningsfrequentie twee keer per jaar | Suggesties Als u suggesties GD-0 74 heeft 219 7 6 219 64 voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan de redactie. Overname 219 66 van artikelen is uitsluitend toegestaan na toestemming van de uitgever. |2D19-011155 9 G 21 087 -0 63aanDisclaimer Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet GD 219 sprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials.
verbeteren
Tree scale: 0.01
19
18 De aanpak van kreupelheid en het belang van vitamine D3
23 De boer op 24 Diergezondheid volgens onze nieuwe dierenarts Karlijn Eenink
Varken, juni 2021 - 3
Praat u over depop-repop aan de keukentafel? Een ingrijpende maar effectieve manier om de diergezondheid structureel te verbeteren, is depop-repop (depopulatie-repopulatie). Oftewel: het compleet leegdraaien en opnieuw opstarten van een bedrijf. Aan de keukentafel is deze mogelijkheid wellicht eens besproken, maar hoe weet u zeker of het iets voor u is? Depop-repop vergt een goede voorbereiding en begeleiding om het tot een succes te maken. Denk aan aanpassingen op het bedrijf, de planning, de uitvoering en de manier om het bedrijf na opstart vrij van dierziekten te houden. Op 1 maart jongstleden organiseerden wij samen met ABAB Accountants en Adviseurs een webinar over dit onderwerp. Er waren 305 deelnemers, waarvan 226 live hebben gekeken. Wilt u het webinar graag nog eens terugkijken? Ga dan naar: www.gddiergezondheid.nl/webinars, of scan de qr-code. Wilt u zich aanmelden voor een quickscan om te bepalen of depoprepop iets voor uw bedrijf is? Stuur dan een e-mail naar infovarkens@gddiergezondheid.nl.
Bijdrages ESPHM Vanwege de COVID-19-pandemie vond de twaalfde editie van het European Symposium of Porcine Health Management (ESPHM) afgelopen april online plaats, in plaats van in Bern (Zwitserland). De varkensdierenartsen van GD hebben hieraan verschillende wetenschappelijke bijdrages geleverd in de vorm van een poster of presentatie. Deze zijn nog te downloaden.
Terugblik Anne Veenbaas-penning december 2020 De eerste Anne Veenbaas-penning is voor varkensdierenarts Rudolf Raymakers. “Hij verdient deze penning vanwege zijn enorme bijdrage aan de verbetering van de varkensgezondheid in Nederland. Zo was hij betrokken bij het terugdringen van het antibioticumgebruik in deze sector en is hij een enorme verbinder van dierenartsen, varkenshouders, bestuurders en wetenschap”, aldus voorzitter Geart Benedictus van het Anne Veenbaas Fonds. Rudolf werd voorgedragen door zijn collega’s van De Varkenspraktijk. “Hij is van grote betekenis geweest voor de varkenshouderij, de diergeneeskunde van het varken én ook voor de volksgezondheid”. De Anne Veenbaas-penning is in het leven geroepen in 2019, het jaar waarin Royal GD het honderdjarig bestaan vierde en het Anne Veenbaas Fonds werd opgericht.
AVP-update Om u zo goed mogelijk te informeren over Afrikaanse varkenspest hebben wij een speciale informatiepagina op onze website. Hierop staat de actuele (AVP)situatie in Duitsland en andere landen. En er staat informatie over het preventieteam, de risico’s op een uitbraak en er wordt antwoord gegeven op de veelgestelde vragen. Eén van die vragen is: wat gebeurt er bij een verdenking? Het antwoord: als u of uw dierenarts, op basis van klinische verschijnselen, een verdenking hebt gemeld bij de NVWA dan wordt uw bedrijf bezocht door een specialistenteam. Dit team bestaat uit uw eigen dierenarts, een dierenarts van de NVWA en een GD-dierenarts. Op het bedrijf kunnen monsters worden genomen en het bedrijf gaat op slot tot de resultaten bekend zijn. Omdat de monsters altijd met spoed worden onderzocht, kan het bedrijf bijna altijd nog dezelfde dag weer open. Een verdenking kan ook ontstaan als bij sectie van gestorven varkens verdachte afwijkingen zijn gevonden. Dit kan gebeuren in de sectiezaal van de dierenartsenpraktijk of in onze sectiezaal. Ook in dergelijke gevallen gaat het bedrijf tijdelijk op slot en bezoekt het specialistenteam het varkensbedrijf. De organen van het varken worden direct opgestuurd naar Lelystad (WBVR) waar onderzoek op AVP plaatsvindt. De uitslag is vaak dezelfde dag bekend.
MEER INFORMATIE OVER ONZE BIJDRAGES VINDT U HIER:
MEER ANTWOORDEN OP VEELGESTELDE VRAGEN STAAN OP:
WWW.GDANIMALHEALTH.COM/ESPHM
WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/AVP
4 - Varken, juni 2021
actueel
Jaarverslag monitoring 2020 Via het jaarverslag monitoring informeren wij u graag over de trends en bijzonderheden die wij op het gebied van diergezondheid hebben gesignaleerd. Met een tijdlijn bespreken we per diersoort kort opvallende ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Daarnaast gaan we middels interviews in gesprek met de mensen achter de monitoring, zoals dierenartsen en veehouders, over casussen van het afgelopen jaar. Zo ook met dierenarts Theo Geudeke (GD) over leverlobtorsies. Arco van der Spek (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit), Stephanie Wiessenhaan en Yvonne de Nas (ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport) vertellen over hun rol binnen de monitoring. En we spreken met Jolianne Rijks (Dutch Wildlife Health Centre) en George Caldow (Scotland’s Rural College) over de rol die vee, wildlife en mensen spelen in elkaars gezondheid. LEES HET JAARVERSLAG OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/MONITORING
Symposium ‘30 jaar PRRS: de zorgen van toen en de kennis van nu’ Wij nodigen u van harte uit om ons PRRS-symposium bij te wonen op donderdagmiddag 24 juni 2021, van 14.00 tot 17.30 uur. Wij blikken terug, kijken naar het heden en samen naar de toekomst. We laten diverse specialisten aan het woord: dr. Gert Wensvoort, prof. Tomasz Stadejek, dr. Cesar Corzo, POV-voorzitter Linda Janssen en in het bijzonder onze PRRS-specialist drs. Tom Duinhof. De presentatie is in handen van Manon Houben. Het symposium vindt plaats in het Parkgebouw (Herman Wessels zaal), Oosterhofweg 49 in Rijssen. In verband met de coronamaatregelen hanteren wij een maximum aantal bezoekers. Daarom bieden wij u graag de mogelijkheid aan om het symposium digitaal bij te wonen. U kunt bij uw aanmelding zelf kiezen of u fysiek of digitaal aanwezig wilt zijn. KIJK VOOR HET VOLLEDIGE PROGRAMMA EN OM AAN TE MELDEN OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PRRS-SYMPOSIUM
Hittestress
Trichine-onderzoek wilde zwijnen Trichinella is een rondworm (nematode) die bij de mens de ziekte trichinellose kan veroorzaken. Bekende verschijnselen zijn maagdarmklachten, maar ook koorts, hoofdpijn, vergrote lymfeklieren en spierpijn. Omdat de larven van de Trichinellaworm in het spierweefsel van wilde zwijnen kunnen voorkomen, is het belangrijk om het vlees van geschoten wilde zwijnen te onderzoeken op de aanwezigheid van deze parasiet. Onlangs hebben wij een nieuw laboratorium geopend om het vlees van varkens en wilde zwijnen te onderzoeken op de aanwezigheid van Trichinella-larven. Het is voor jagers mogelijk dit onderzoek door ons te laten uitvoeren.
Als de buitentemperatuur boven de 20 graden Celsius uitkomt en de luchtvochtigheid hoog is, neemt het risico op hittestress toe. Door tijdig de juiste maatregelen te nemen wordt stress bij mens en dier voorkomen. Er is steeds meer informatie beschikbaar over wat u per diersoort het beste kunt doen.
MEER HIEROVER STAAT OP
PRAKTISCH TOEPASBARE INFORMATIE OP
WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/WILDEZWIJNEN
WWW.HITTESTRESSCHECK.NL
Varken, juni 2021 - 5
MINDER DIARREE MEER GROEI
GEEN NAALD HYGIËNISCH
MINDER UITVAL MENGEN MET PORCILIS PCV ID IS MOGELIJK
BETER DIERENWELZIJN1,2 DOOR KLEIN INJECTIEVOLUME MINDER KANS OP BIJWERKINGEN3
www.pia-preventie.nl
1. Goller et al, ESPHM 2015 2. Scollo, et al 2020. Livestock Science 3. Temple et al. Porcine Health Management (2017) 3:9 Porcilis Lawsonia ID, lyofilisaat en suspendeervloeistof voor emulsie voor injectie voor varkens, - Lawsonia intracellularis stam SPAH-08 ≥ 5323 U - indicaties actieve immunisatie vanaf een leeftijd van 3 weken ter vermindering van, diarree, verlies van dagelijkse gewichtstoename, intestinale laesies, bacteriële uitscheiding en mortaliteit veroorzaakt door Lawsonia intracellularis infectie. - contra-indicaties Geen. - bijwerkingen Verhoging van de lichaamstemperatuur (gemiddeld 0,1 °C, bij individuele varkens tot 1,4 °C) die binnen 1 dag weer normaliseert en reacties op de toedieningsplaats, in de vorm van zwelling (gemiddelde diameter +/- 1 cm, individueel tot 5 cm) die binnen 4 weken verdwijnen, kunnen zeer vaak optreden. - dosering en toedieningsweg Enkelvoudige dosis (0,2 ml) gereconstitueerd vaccin, intradermaal - wachttijd Nul dagen. - voorzorgsmaatregelen. Raadpleeg in geval van accidentele injectie onmiddellijk een arts. Beschikbare gegevens ten aanzien van de veiligheid en werkzaamheid, behalve voor bescherming tegen mortaliteit, tonen aan dat dit vaccin kan worden gemengd met Porcilis PCV ID en toegediend. - UDD - MSD Animal Health - REG NL 125976 - verdere informatie op aanvraag beschikbaar – 11 feb 2021
NL-IDA-210300002
Porcilis Lawsonia ID, bescherm tegen PIA met naaldloze vaccinatie
Jessica Fiks, redacteur
informatief
WAT VERANDERT ER?
Europese regelgeving sinds april actief Europese regelgeving rond diergezondheid klinkt soms ver weg van uw bed. Toch heeft het ook consequenties voor de varkenshouderij. De nieuwe Animal Health Regulation (Europese diergezondheidsverordening) is op 21 april in werking is getreden. Hoe is deze regelgeving ontstaan en wat betekent het voor u? Marieke Augustijn legt het uit. Zij was vanuit GD jarenlang betrokken bij de diergezondheidsmonitoring en daarmee met de nieuwe regelgeving. Marieke: “De Europese regelgeving rond diergezondheid was op sommige gebieden verouderd en versnipperd over vele richtlijnen en besluiten. Dus heeft de Europese Commissie deze onder de loep genomen en met de lidstaten besloten welke dierziekten moeten worden gemeld, van welke dierziekten we vrij willen zijn, waar we als EU op inzetten met monitoring, welke handelseisen er gelden en nog veel meer.” Categorieën dierziekten In 2016 hebben alle lidstaten de nieuwe Animal Health Regulation omarmd. Er zijn vijf dierziekteklassen opgesteld: A tot en met E. Marieke: “A-ziekten willen we in de EU niet hebben, denk aan de Afrikaanse varkenspest. Dat is nu binnengekomen, maar we willen zo snel mogelijk weer vrij worden. Als lid-
staat heb je de plicht om een A-ziekte direct te bestrijden. De B-ziekten komen in delen van de EU voor en vastgelegd is dat de EU daar geleidelijk vrij van wil worden. Voor C-ziekten mag een lidstaat zelf bepalen of ze er vrij van wil worden en regels opstellen om deze vrijstatus te behouden, zoals de ziekte van Aujeszky. D-ziekten zijn de handelsziekten waar je geen vrijstatus voor kunt aanvragen; maar wel handelseisen aan mag stellen. PRRS valt in deze categorie. E-ziekten zijn de meldingsplichtige dierziekten: dat wil zeggen alle eerder genoemde categorieën A tot en met D en daarnaast nog een aantal dierziekten, die gemeld moeten worden maar waarvoor geen extra regels gelden.” In de praktijk PRRS valt vanaf 21 april 2021 in de D-categorie en SVD (Swine vesicular disease, blaasjesziekte) is van de lijst verdwenen. Marieke: “Dit heeft gevolgen voor bijvoorbeeld KI-stations. In het intraverkeer (de handel van dieren en dierlijke producten tussen EU-landen) kunnen eisen worden gesteld, bijvoorbeeld over testbeleid. Voor KI-organisaties die sperma willen exporteren is het verplicht om PRRS-vrij te zijn en is voorgeschreven hoe vaak en met hoeveel monsters dit onderzocht moet worden. SVD was bestrijdingsplichtig, omdat de klinische verschijnselen op MKZ lijken. Inmiddels kunnen we door de PCR-test binnen enkele uren uitsluiten dat het MKZ is en is het gerechtvaardigd om SVD van de lijst met aangifteplichtige ziekten af te halen.
Varken, juni 2021 - 7
VARKENSGEZONDHEID MONITOREN
Influenza onder een vergrootglas Influenza is een ziekte die op varkensbedrijven kan leiden tot verminderde productiviteit. Omdat influenza een zoönose is, ligt het onder een vergrootglas. In dit artikel bespreken we het belang van influenza, de verzamelde informatie uit de monitoring en maatregelen om influenza tegen te gaan. GD monitort de varkensgezondheid in Nederland voor de sector en de overheid. Dit doen we door informatie te combineren uit sectie-inzendingen, de Online Monitor en de vragen die aan de Veekijker worden gesteld. Influenza (varkensgriep) is één van de ziekten die we nauwlettend volgen. Influenza: wat is het precies? Influenza komt bij verschillende diersoorten en ook bij de mens voor. Per diersoort bestaan verschillende virusvarianten. Soms vindt een besmetting plaats van de ene naar de andere diersoort of van dier naar mens (zoönose). Influenzavirussen zijn onderverdeeld in typen met een bepaald oppervlakte-eiwit H (1 tot en met 18) en een oppervlakte-enzym N (1 tot en met 11). Deze oppervlaktestructuren zijn mede bepalend voor het ziekmakend karakter van het virus. Bij varkens zijn vooral H1N1, H1N2 en H3N2 bekend. Bij vogels onder meer H5N1, bij paarden H7N7 en H3N8 en bij honden een aparte variant van H3N2. Influenza is een belangrijk virus
8 - Varken, juni 2021
omdat er steeds nieuwe combinaties met verschillende H-eiwitten en N-enzymen kunnen ontstaan. Daarbij ontstaan soms typen die ernstige ziekteverschijnselen veroorzaken. Omdat het een luchtweginfectie is, kan influenza zich makkelijk verspreiden. Het is dus geen toeval dat in de afgelopen winter in grote delen van de wereld geen griepgolf was, doordat de meeste mensen zich aan de coronamaatregelen hielden. Deze maatregelen zijn namelijk ook effectief tegen de overdracht van het influenzavirus.
Diagnostiek Het is mogelijk om antistoffen tegen diverse typen influenza aan te tonen in bloed of speeksel. Met PCR-testen is het virus zelf aan te tonen bij pathologisch onderzoek (longweefsel) of in neusswabs van acuut zieke dieren. Bij dieren die reeds zijn opgeknapt, is het virus vaak niet meer aantoonbaar in neusswabs. Het influenzavirus heeft een zeer sterke voorkeur voor de luchtwegen en is niet aan te tonen in het bloed of in verworpen vruchten.
monitoring
Theo Geudeke, dierenarts varken
0% Pasteurella multocida
Figuur 1: in de Online Monitor gemelde oor-
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Actinobacillus pleuropneurnoniae
zaken van
6%
Streptococcus suis Bordetella bronchiseptica Trueperella pyogenes
8% 1% 2%
Enzoötische pneumonie (M. hyopneurnoniae)
12%
Influenza Pneumonie interstitieel (viraal)
8% 3%
PRRS
12%
In de afgelopen jaren zijn in Nederland enkele gevallen beschreven van mensen die met een influenzavirus waren besmet dat zeer waarschijnlijk afkomstig was van varkens. Sinds de coronapandemie liggen zoönosen, en dus ook de mogelijke overdracht van influenzavirussen tussen varkens en mensen, onder een vergrootglas.
9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
Informatie uit inzendingen pathologisch onderzoek Uit inzendingen voor pathologisch onderzoek blijkt al jaren dat ongeveer een vijfde van het totaal aantal ingestuurde varkens luchtwegaandoeningen heeft. De meest aangetoonde oorzaak van deze aandoeningen is Actinobacillus pleuropneumoniae (App, zie figuur 1). Influenza als ziekteoorzaak wordt gediagnosticeerd bij 8 procent van de varkens met een luchtwegprobleem. Daarin zit een geleidelijk stijgende lijn, deels doordat er steeds meer diagnostische mogelijkheden zijn (zie kader). In de praktijk vinden we vaak combinaties van ziekteverwekkers, wat het lastig maakt om aan te tonen welke de eerste aanzet gaf tot de luchtwegklachten. Informatie uit de Online Monitor: seizoensvariatie In de Online Monitor vertoont het percentage meldingen van influenza als oorzaak van gezondheidsklachten een duidelijke seizoensvariatie: meer in de winter (zie figuur 2). De dierenartsen melden als ziekteverschijnselen bij influenza vooral luchtwegklachten (zie figuur 3).
0% Conjunctivitis Neusuitvloeiing Niezen Hoesten Longontsteking Borstvliesontsteking Algemeen ziek Koorts Uitval te hoog Verlies uniformitiet Terugkomers Verwerpen begin dracht Verwerpen midden dracht Verwerpen einde dracht
10%
20%
45%
39%
Glaesserella (Haemophilus) parasuis
luchtwegklachten.
40%
8%
30%
J
F M A M J J A S O N D 2016
J
F M A M J J A S O N D 2017
J
F M A M J J A S O N D 2018
J
F M A M J J A S O N D 2019
J
F M A M 2020
Figuur 2: trend influenza
Maatregelen om influenza tegen te gaan Terugkerende influenza-infecties bij varkens hebben een negatief effect op de productiekengetallen, zeker in combinatie met andere luchtweginfecties zoals PRRS, App, Mycoplasma hyopneumoniae, Glaesserella (Haemophilus) parasuis (Ziekte van Glässer) of opportunistische ziekteverwekkers zoals Pasteurella multocida, Trueperella pyogenes of streptokokken. Het influenzavirus kan lang blijven rondgaan binnen een varkensbedrijf, vooral bij de (grotere) gesloten bedrijven met veel verschillende afdelingen. In subgroepen met een matige afweer kan het virus lang circuleren. Zeker gespeende biggen waarvan de maternale immuniteit al is teruggelopen en de actieve eigen immuniteit nog moet worden opgebouwd, kunnen de viruscirculatie op een bedrijf in stand houden. Bekende maatregelen, zoals strikte allin all-out van afdelingen en het zo min mogelijk mengen van dieren helpen om de infectiecyclus te onderbreken. Een goed stalklimaat is daarbij een randvoorwaarde. Als ondersteuning kan vaccinatie worden ingezet, maar de bescherming door vaccinatie is geen 100 procent.
40%
50%
60%
70%
Figuur 3: door dierenartsen gemelde ziekteverschijnselen bij influenza.
Varken, juni 2021 - 9
DRIEVOUDIGE BESCHERMING TEGEN: 1. Neonatale diarree veroorzaakt door E. coli 2. Necrotische enteritis door C. perfringens type C 3. Plotselinge zeugensterfte door C. noyi
SPEELT CLOSTRIDIUM NOVYI EEN ROL BIJ ZEUGENSTERFTE? SUISENG® Samenstelling: Elke dosis van 2 ml bevat: F4ab fimbria-adhesine van E. coli ≥65% ER60 *F4ac fimbria-adhesine van E. coli ≥78% ER70; F5 fimbria-adhesine van E. coli ≥79% ER50; F6 fimbria-adhesine van E. coli ≥80% ER25; LT Enterotoxoide van E. coli ≥55% ER70; Toxoide Clostridium perfringens, type C ≥35% ER25. Toxoide Clostridium novyi ≥50% ER120 *% ERx: Percentage van geimmuniseerde konijnen met een X-serologische EIA-respons. Adjuvans: Aluminiumhydroxide (0,5 mg) en ginsengextract (4 mg). Indicaties: Biggen: Voor de passieve bescherming van neonatale biggen via actieve immunisatie van fokzeugen en biggen om de mortaliteit en klinische symptomen van neonatale enterotoxicose te verminderen, zoals diarree veroorzaakt door enterotoxigene Escherichia coli, wat zich uit in F4ab (K88ab), F4ac (K88ac), F5 (K99) of F6 (987P) adhesinen. Het voortbestaan van deze antilichamen is niet vastgesteld. Voor de passieve immunisatie van neonatale biggen tegen necrotische enteritis via actieve immunisatie van fokzeugen en biggen om de seroneutraliserende antilichamen tegen het β-toxine van Clostridium perfringens type C te induceren. Het voortbestaan van deze antilichamen is niet vastgesteld. Zeugen en jonge zeugen: Voor de actieve immunisatie van fokzeugen en biggen om de seroneutraliserende antilichamen tegen α-toxine van Clostridium novyi te induceren. Toedieningsweg: Intramusculair, in de nekspieren. Varken: 2 ml/dier. Interactie met andere medische producten: Er is geen informatie beschikbaar over de veiligheid en doeltreffendheid van dit vaccin wanneer gebruikt met een ander veterinair medisch product. Een beslissing om dit vaccin te gebruiken vóór of na een ander veterinair medisch product moet voor elk geval afzonderlijk worden genomen. Gelieve de productverpakking/informatiefolders te raadplegen voor informatie over bijwerkingen & contra-indicaties en voorzorgsmaatregelen. Houdbaarheid: In het spierweefsel op de injectieplaats kan een klein granuloom ontstaan. De vaccinatie kan een voorbijgaande lichte verhoging van de lichaamstemperatuur veroorzaken in de periode na de vaccinatie (4-6 uur na de injectie). Houdbaarheid na het openen van de primaire verpakking: 8-10 uur. Verpakking: Flesjes van 10, 25, 50 en 125 doseringen. Bewaren en vervoeren bij 2°C – 8°C (in een koelkast).Beschermen tegen licht. Niet in de vriezer bewaren. Vergunningshouder: LABORATORIOS HIPRA, S.A. Avda. La Selva, 135 17170- AMER (Girona) SPANJE Tel. +34 972 430660 Fax. +34 972 430661. Vergunningsnummer: REG NL 103101. BE - V347295. Op veterinair recept UDD. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. Meer informatie vindt u ook in de Samenvatting van de productkenmerken (SPC) en op http://www.hipra.com.
HIPRA BENELUX N.V. Nieuwewandeling 62, 9000 Gent, Belgium Tel. +32 (0)9 296 44 64, benelux@hipra.com, www.hipra.com
Advert_Novyi_A4_DE_NL 220x280.indd 1
ADV-SWI-SUISE-NL-NL-2021-009
VRAAG NAAR ONZE DIAGNOSTISCHE KIT
20/05/2021 18:03
Jessica Fiks, redacteur
reportage
Handvatten om bigoverleving te verbeteren
Inzetten op het verminderen van doodgeboren biggen en het verminderen van de uitval van levendgeboren biggen is voor de varkenssector van groot belang, zowel op maatschappelijk als economisch vlak. De QuickScan Biestmanagement en BIGinzicht helpen hierbij. Varkensarts John van der Wielen: “Je kunt met de uitslagen gerichter aan de slag, het probleem wordt getrechterd.”
Varken, juni 2021 - 11
Op diverse bedrijven is de QuickScan Biestmanagement en BIGinzicht ingezet. In overleg met praktijkdierenartsen en voerleveranciers zijn deelnemers geselecteerd. Sanne Hermans, werkzaam bij voerleverancier Fransen Gerrits, en varkensarts John van der Wielen zijn betrokken bij de pilot. Beiden vinden het fijn dat je met de uitslag gericht aan de slag kunt. “Er bestaan veel mogelijke oorzaken van verhoogde uitval of Sanne Hermans sterfte van biggen, door het doen van één van deze onderzoeken krijg je een richting waar het probleem zich bevindt. En waar je dus interventies kunt toepassen. Je hebt een betere probleemdefinitie en kunt dus gerichter onderzoek doen om tot de juiste interventies te komen.” Testen in de praktijk Voordatnieuw onderzoek voor de praktijk beschikbaar komt, is het belangrijk om het te testen in de praktijk. Sanne en John hebben bedrijven aangedragen waar doodgeboren biggen een probleem waren. Sanne: “Zo waren er bedrijven bij met tot wel twee doodgeboren biggen per toom, waarbij het frustrerende is dat het vaak om kwalitatief goede biggen gaat die niet levend ter wereld komen. We hebben met GD besproken of de onderzoeken hier konden worden ingezet.” Ook John komt op bedrijven waar bigvitaliteit soms een probleem is. “Elke varkenshouder wil zo min mogelijk doodgeboren biggen en een goede opstart van de biggen. Door inzicht te krijgen in waar in het traject de problemen ontstaan, kun je gericht verder onderzoek doen.” BIGinzicht Door te achterhalen waar in het proces van dracht tot geboorte een big sterft (meerdere dagen voor, vlak voor, tijdens of kort na de geboorte), kunnen we kijken welke gerichte managementaanpassingen het aantal doodgeboren biggen op het bedrijf terug kunnen dringen. Dit kan variëren van bijvoorbeeld voeding tijdens de dracht, het optimaliseren van het werpproces of het verbeteren van zorg na de geboorte. Het is van belang te weten wanneer de doodgeboren biggen gestorven zijn. Elk moment vraagt om een andere aanpak. Behalve het moment van uitval is het ook belangrijk om de mate van rijpheid van de doodgeboren biggen te bepalen: waren de biggen voldoende ontwikkeld om levensvatbaar te zijn?
Als je weet dat het probleem al voor de geboorte op is getreden, kun je daarop ingrijpen en een oplossing zoeken 12 - Varken, juni 2021
Al voor geboorte gestorven “Op een van de bedrijven uit de pilot kwamen we erachter dat de biggen al enkele dagen voor de geboorte waren gestorven, terwijl wij dachten dat er in het werpproces iets verkeerd ging. Als je weet dat het probleem al voor de geboorte op is getreden, kun je daarop ingrijpen en een oplossing zoeken. In dit geval was het helemaal John van der Wielen niet nodig om in het werpproces in te grijpen, maar hebben we gefocust op de laatste twee weken van de dracht. En bij een ander bedrijf hebben we nu aanpassingen in het stalklimaat gemaakt om het probleem hopelijk op te lossen”, vertelt John. Sanne vult aan: “Je krijgt concrete informatie en cijfers. Met het rapport kun je om de tafel met de dierenarts en varkenshouder. Doordat je inzicht hebt in waar in het proces problemen zich voordoen, kun je op dat specifieke onderdeel focus-
BIGinzicht Wanneer zijn de biggen gestorven: meerdere dagen voor de geboorte, vlak voor of tijdens de geboorte, of vlak erna? Het moment van sterven geeft duidelijke aanwijzingen over de oorzaken. Ook is het, om de juiste aanpak te bepalen, belangrijk om de mate van ‘rijpheid’ van de biggen te weten. Waren ze voldoende ontwikkeld om levensvatbaar te kunnen zijn? BIGinzicht van GD brengt dit allemaal voor u in kaart. Op basis van de inzichten én het advies dat u van ons ontvangt, kunt u het probleem - samen met uw dierenarts en eventueel uw voeradviseur - gericht aanpakken. Zo werken we samen aan een goede bigvitaliteit op uw bedrijf. U kunt kiezen uit twee verschillende pakketten: BIGinzicht tot en met 50 biggen of BIGinzicht vanaf 51 biggen. Kijk op www.gddiergezondheid.nl/biginzicht voor meer informatie
Jessica Fiks, redacteur
sen. Op een bedrijf zagen we bij de QuickScan Biestmanagement dat de kwaliteit van de biest goed was, maar dat er bij sommige tomen tussen de biggen veel spreiding zat in IgG-waardes, dit gaf aanleiding om nog eens kritisch naar het management rondom het werpen te kijken.” Gezonde start Een gezonde start is essentieel voor vitale biggen. Om gezond op te groeien moet een big zo snel mogelijk na de geboorte biest drinken. Gemiddeld doet een big er een half uur tot een uur over om zijn eerste slokken biest binnen te krijgen. Op dat moment is de voorraad energie waarmee hij geboren is al ver uitgeput. Voor een goede bigoverleving is de biestopname belangrijk, maar ook de melkinname de dagen erna. Krijgt een big een plek aan de uier en zo voldoende melk binnen om zich goed te ontwikkelen? Of is de start goed, maar ontstaan er later problemen? Om dat te weten te komen, kan de QuickScan Biestmanagement worden ingezet. Ook deze is getest op diverse bedrijven.
reportage
Het geeft een boost om met de resultaten aan de slag te gaan en deze te kunnen verbeteren Sanne: “Ook ons bedrijf is bezig met bigvitaliteit, bijvoorbeeld met het Vito-programma. Hoe krijg je een bepaald toomgewicht en een zo zwaar mogelijk speengewicht? Hoe sturen we op uniformiteit en kwaliteit van de volgende toom? Hoe zorg je voor betere zuurstofvoorziening van de zeug, maar ook een betere zuurstofvoorziening van de biggen tijdens het werpproces en hoe verkort je dit? Alles gericht om uiteindelijk de bigvitaliteit te verbeteren. De QuickScan Biestmaangement past dus binnen onze uitgangspunten. Hiermee kijk je naar de biest,
Varken, juni 2021 - 13
reportage
de biestopname en de energieopname van de biggen. Zijn er voldoende antistoffen in de biest van de zeug aanwezig? Hoe staat het met het biestmanagement en dus de biestopname? Je ziet bijvoorbeeld regelmatig verschil tussen de eerst- en laatstgeboren big. Aan de hand van de resultaten en het dashboard krijg je inzicht en kun je inspelen op problemen en eventuele aanpassingen in gang zetten. Dit zijn vaak adviezen die op korte termijn toepasbaar zijn”
QuickScan Biestmanagement Een gezonde start is essentieel voor vitale biggen. Om gezond op te groeien moeten biggen zo snel mogelijk na de geboorte gaan drinken. Deze eerste slokken biest zorgen er vooral voor dat ze niet verkleumd raken. Naast een belangrijke energiebron, is de biest ook de enige bron voor hun antistoffen (IgG). Vandaar de QuickScan Biestmanagement. Via biest- en bloedonderzoek krijgt u inzichten waar u direct mee aan de slag kunt. U kunt kiezen uit een pakket voor de bemonstering van 5 of 10 zeugen en hun biggen (5 biggen per zeug). Kijk voor meer informatie op www.gddiergezondheid.nl/ quickscanbiestmanagement
14 - Varken, juni 2021
Jessica Fiks, redacteur
Inzetten onderzoeken Het inzetten van de QuickScan Biestmanagement is wat arbeidsintensiever dan het inzetten van BIGinzicht. Zo moet er binnen vier uur na de geboorte van de eerste big biest van de zeug verzameld worden en twee tot drie dagen na de geboorte bloed afgenomen worden van vijf biggen per toom waarvan biest van de zeug verzameld is. John: “Voor BIGinzicht verzamel je de doodgeboren biggen en deze verzend je in speciale zakken. Er zit een duidelijke instructie bij, waardoor je BIGinzicht makkelijk kunt inzetten. Ik adviseer het uitvoeren van de QuickScan vooral bij bedrijven als er niet duidelijk signalen zijn dat de opstart en melkgift van de zeugen niet op orde is, maar er toch veel biggen terug- dan wel uitvallen in de kraamstal. Er kunnen zoveel problemen spelen, je weet soms niet waar te beginnen. Je krijgt heldere rapportages. Met BIGinzicht en QuickScan Biestmanagement krijg je een goede richting waar het probleem speelt en kunnen we het samen verbeteren.” Sanne: “Bedrijven doen het al heel goed en willen vaak nog beter presteren. Met de gegevens van deze onderzoeken heb je ook data en concrete informatie. Het geeft een boost om met de resultaten aan de slag te gaan en deze te kunnen verbeteren. Je hebt als het ware een paar extra ogen die met je meekijken om een probleem op te lossen.”
uit het lab
Jessica Fiks, redacteur
SAMEN ONDERZOEKEN LOONT
Streptokokken virulentiePCR nu inzetbaar De bacterie Streptococcus suis (S. suis) kan ernstige ziekteverschijnselen veroorzaken bij varkens. Er zijn veel verschillende types, in Nederland komt serotype 9 het meest voor. Om dit specifieke probleem te kunnen aanpakken, is het belangrijk meer te weten te komen over S. suis serotype 9. Doordat verschillende bedrijven hun krachten bundelden is er nu een differentiërende PCR-test ontwikkeld. Daarmee is te bepalen of op een bedrijf de ziekmakende stam aanwezig is. In een publieke-private samenwerking met onder meer GD en de Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) is ingezoomd op het ziekmakende karakter (virulentie) van S. suis serotype 9. Streptokokken en specifiek S. suis serotype 9 komen zeer waarschijnlijk op bijna alle Manon Houben varkensbedrijven voor. Maar niet alle bedrijven hebben evenveel problemen met streptokokken. GD-dierenarts Manon Houben: “We hebben veel streptokokkenstammen met elkaar vergeleken en daarbij een aantal vragen gesteld. Kun je aan het genetische materiaal van de bacterie zien of dieren wel of niet ziek worden? Kunnen we iets ontwikkelen zodat je als varkenshouder weet in hoeverre de ziekmakende stam op je bedrijf voorkomt en in hoeverre de niet-ziekmakende stam? Zo kun je gerichter maatregelen nemen om minder problemen in de biggenstal te hebben.” Toepassingsgericht onderzoek Streptokokken kunnen in allerlei organen van varkens ziekteverschijnselen veroorzaken, zoals hersenvlies-en gewrichtsontstekingen. Maar ook bloedvergiftiging (met plotselinge sterfte), longontsteking, hartklepontsteking en overige ontstekingen. Manouk Vrieling Onderzoeker Manouk Vrieling werkt bij WBVR. Zo’n vijf jaar geleden diende WBVR samen met GD en andere partners een aanvraag in bij de overheid, om een publiek-private samenwerking te starten rond S. suis. Toepassingsgericht onderzoek, waarmee een probleem in de veehouderij wordt opgelost. In dit geval voor de varkenssector.
Doorbraak: verschil in stammen te zien Manouk: “We hebben eerst het hele genoom van S. suis serotype 9 in kaart gebracht, dus de volledige DNA-code. Wat zijn het voor stammen? Hoe zien ze eruit in een zieke en in een gezonde big? Hiervoor hebben we tientallen monsters onderzocht. We zagen dat een stukje DNA anders is bij bacteriën die werden gevonden in biggen die erg ziek waren, dan bij bacteriën die voorkomen bij gezonde biggen. Een belangrijke constatering. Als er verschillen zijn tussen ziekmakende en niet-ziekmakende stammen, dan kun je daar wellicht op testen.” Ontwikkeling PCR-test Na deze eerste doorbraak gingen de onderzoekers verder. Omdat er een onderscheid is tussen ziekmakende en niet-ziekmakende serotype 9-stammen, was het mogelijk om een test te ontwikkelen om dit aan te tonen.
Onderzoek naar Streptokokken Suis serotype 9 In het onderzoeksproject dat vijf jaar geleden is gestart bundelden GD, WBVR, Amsterdam UMC, MSD Animal Health, Topigs Norsvin, De Varkenspraktijk, Schothorst Feed Research en Dopharma hun krachten. De uitkomst is onder meer deze nieuwe PCR-test. Het onderzoek stopt niet. Om de gezondheid en het welzijn van biggen te verbeteren en het antibioticumgebruik in de varkenssector te verlagen, is kennis over het vóórkomen en de ziekmakende eigenschappen van S. suis serotype 9 belangrijk. In april 2021 is een nieuw, vierjarig project gestart, deze keer met GD, WBVR, Amsterdam UMC, MSD Animal Health, Topigs Norsvin, De Varkenspraktijk, Trouw Nutrition, VION en Biochek.
Varken, juni 2021 - 15
BEDREIGINGEN PA SS E N Z I C H AAN…
…JOUW BESCHERMING OOK?
E
VACCIN IN EUROPA
MET DUBBEL
PCV2-GENOTYPE
Het PCV2-type verandert snel. Bescherm je biggen daarom met Europa’s eerste en enige vaccin met een dubbel PCV2-genotype. BREEDSTE EN LANGSTE BESCHERMING TEGEN DE COMBINATIE VAN PCV2 EN MHYO ENKELE DOSIS - KLAAR VOOR GEBRUIK Vraag ernaar bij je dierenarts.
circoverandert.nl CircoMax Myco emulsie voor injectie voor varkens •Uitsluitend voor diergeneeskundig gebruik - REG NL 125737 - EU/2/20/264/001-006 UDD •Werkzame bestanddelen: Geïnactiveerd recombinant chimerisch porcine circovirus type 1, dat het porcine circovirus type 2a ORF2 en 2b ORF2 eiwit bevat; Geïnactiveerd Mycoplasma hyopneumoniae, stam P-5722-3. •Doeldier: Varken (vleesvarkens). •Indicaties: Actieve immunisatie tegen porcine circovirus type 2 ter vermindering van de virale belasting in het bloed en lymfoïde weefsels, fecale uitscheiding en laesies in lymfoïde weefsels geassocieerd met PCV2 infectie. Bescherming werd aangetoond tegen porcine circovirus types 2a, 2b en 2d. Actieve immunisatie tegen Mycoplasma hyopneumoniae ter vermindering van longlaesies veroorzaakt door infectie met M. hyopneumoniae. Aanvang immuniteit: 3 weken na (de laatste) vaccinatie. Duur van immuniteit: 23 weken na (de laatste) vaccinatie. Bovendien werd aangetoond dat vaccinatie het verlies van gewichtstoename onder veldomstandigheden vermindert. • Toedieningswijze en dosering: IM, in de nek achter het oor. Goed schudden vóór toediening en met tussenpozen gedurende het vaccinatieproces. Vaccinatieschema’s: met enkele dosis: één dosis (2 ml), vanaf een leeftijd van 3 weken; met gesplitste doses: twee injecties elk van 1 ml vanaf een leeftijd van 3 dagen met een interval van ongeveer 3 weken. Bij de keuze van het vaccinatieschema moet rekening worden gehouden met de omstandigheden op het bedrijf. Zie bijsluiter. •Contra-indicaties: Geen. •Wachttijd: 0 dagen. •Bijwerkingen: Zeer vaak: een voorbijgaande stijging van de lichaamstemperatuur (niet hoger dan 2,1°C) gedurende de eerste 24 uur na vaccinatie. Vaak: lokale weefselreacties in de vorm van zwelling op de injectieplaats; deze kunnen tot 10 dagen aanhouden. Soms: erytheem, overgevoeligheidsreacties, braken, incoördinatie, lethargie en geforceerde ademhaling. Zie bijsluiter. •Speciale waarschuwingen & Bijzondere voorzorgen: Vaccineer alleen gezonde dieren. Niet gebruiken tijdens dracht en lactatie. Niet gebruiken bij fokberen. Zie bijsluiter. •Nadere informatie: zie verpakking/bijsluiter of op aanvraag beschikbaar bij de lokale vertegenwoordiger: Zoetis B.V. - Postbus 81055 - 3009 GB Rotterdam (e-mail: info.nl@zoetis.com)
MM-13070
D E D U B B E L B E S C H E R M I N G D I E H E T L A N G ST E F F EC T I E F I S
uit het lab
Jessica Fiks, redacteur
21910 21791 21810 21795 21880 2185 9 218 67 218 7 218 4 5 7 218 2 1 64 8 2 2 53 0 2 22 9 22 009 0 22 14 21 044 99 9
21935 21909 21903 21914 21941 21920 3 2193 21 219 26 218 4 1 2 1 8 01 218 0 4 8 21 4 1 8 21 88 8 21 892 21 47 0 22 004 22
22 22 019 0 22 57 0 22 54 94 059 01 24 0
8 21 067 9 8 2 GD 196 0 -0 0 21 051 9 21 53 GD 951 -00 219 80 77 G GD-0 D1 106 2198 GD-00 3 76 21996 GD-0088 21995 21952
Population group BAPS 1 BAPS 2 BAPS 3 BAPS 4 BAPS 5 BAPS 6 BAPS 7 BAPS 8 BAPS 9 BAPS 10
Tree scale: 0.01
Manon: “Het mooie van een dergelijk samenwerkingsproject is dat er vele experts bij elkaar komen. GD kan de vertaling naar de praktijk doen, heeft veel contacten en gespecialiseerde dierenartsen. WBVR is erg goed in onderzoek doen op dit specifieke gebied. Zij hebben daarnaast samen met het Amsterdam UMC weer gewerkt aan het opzetten van een PCR-test. Prachtig hoe al die resultaten dan ontstaan als een kettingreactie.” Manouk beaamt dit: “We pakken samen problemen aan en creëren zo een vliegwiel. We hebben inderdaad met het Amsterdam UMC een test in het lab opgezet. We kenden nu de genetische verschillen en hebben een PCR-test ontwikkeld die specifiek het DNA van de ziekmakende streptokokken aantoont. Deze test bepaalt of de ziekmakende streptokokken aanwezig zijn, en hoeveel het er
Farm origin B_2 B_3 B_4 B_5 B_6 B_7 Isolate type Carriage Invasive
1 08 -0 GD OP-2 D 984 21 P-5 DO 1 6 9 21 1 3 27 0 274 1 5 218 78 219 GD4 2 1381 15767 16428 13813 GD-0054 GD-0117 21975
2197 9 21970 940237 2 GD-0052 De klinische (invasive) isolaten GD-0021 zijn met zwarte bolletjes GD2 aangegeven. Deze zijn genetisch GD-0012 anders dan de ‘carriage’ isolaten GD-0006 (drager, niet-klinische) 21971 weergegeven met open bolletjes. 21969 0 0 1 0 D G 21972 Bron: https://www.nature.com/ 6 2197 articles/s41598-019-51576-0 034 GD-0 74 219 7 6 219 64 219 66 9 21 11 -01 5 GD 195 7 2 08 -0 63 GD 219
9 03 22 899 21 900 21 895b 21 95 5-7 8 21 0346 15S 57 219 -1 DOP GD5 GD3 21965 8 GD-001 DOP-3 DOP-4 GD-0072 GD-0079 21958 9406160 GD-0004 GD-008 5 21968 2198 1 219 49 219 5 GD- 4 0 0 07 GD 21 0003 83 21 2 21 848 21 847 GD 982 -0 00 2
zijn. Dit hebben we goed gevalideerd op honderden keelswabs van biggen. Door veel te testen, bij te stellen en weer te testen hebben we nu een PCR-test ontwikkeld die onderscheid tussen ziekteverwekkende en niet-ziekteverwekkende S. suis serotype 9-stammen kan maken.” En nu verder Manon: “De PCR-test gaan we nu in de praktijk inzetten om meer te weten te komen over het vóórkomen van de ziekmakende serotype 9-stammen en het effect op klinische verschijnselen bij biggen. Daarbij willen we vooral onderzoeken of het mogelijk is om de niet ziekteverwekkende stammen te bevoordelen en de ziekteverwekkende stammen juist te onderdrukken of op een andere manier aan te pakken.”
Varken, juni 2021 - 17
OORZAKEN, DIAGNOSTIEK EN DE ROL VAN VITAMINE D3
Aanpak van kreupelheid Het aantal vragen dat de Veekijker krijgt over kreupelheid is in tien jaar tijd verdubbeld. Het aantal varkens met kreupelheid dat wordt ingezonden voor pathologisch onderzoek stijgt ook. Daar zitten veel biggen met gewrichtsontsteking bij, maar steeds vaker ook vleesvarkens, gelten en soms zeugen met stofwisselingsstoornissen. Tijd voor extra informatie over dit onderwerp. Want wat zijn de oorzaken, hoe ziet de aanpak eruit en welke rol speelt vitamine D3? De impact van kreupelheid kan ingrijpend zijn: verhoogde uitval, verminderde groei en reproductie en welzijnsproblemen zoals pijn en stress.
Een scheur in het kraakbeen.
18 - Varken, juni 2021
Oorzaken kreupelheid Infecties kunnen leiden tot gewrichtsontstekingen. Ontstoken gewrichten zijn gezwollen, warm en pijnlijk. Oorzaken van gewrichtsontstekingen zijn bijvoorbeeld streptokokken, Haemophilus parasuis (gleaserella), mycoplasma’s, Trueperella pyogenes of vlekziekte. Bij zeugen of zware vleesvarkens zien we ook geregeld kreupelheid door beschadigde of ontstoken klauwen, maar dan niet gekoppeld aan een specifieke ziekteverwekker. Klauwkreupelheid is vaak gerelateerd aan de vloerkwaliteit: ruwe betonroosters of met mest bevuilde vloeren. Ook voedingsaspecten kunnen meespelen bij klauwproblemen.
Theo Geudeke, dierenarts varken
Stofwisselingsstoornissen die kunnen leiden tot kreupelheid, zijn in te delen in twee hoofdgroepen. Ten eerste verstoringen van het calciummetabolisme. Daaronder vallen rachitis (Engelse ziekte) en osteoporose. Hierbij vindt onvoldoende verkalking
Praktijkvoorbeeld: kreupele jonge vleesvarkens Een vleesvarkensbedrijf kampte al geruime tijd met vrij veel kreupele dieren. Dat waren vooral jonge vleesvarkens die enkele weken na opleg kreupel werden. Daarbij kregen sommige dieren zelfs kromme voorpoten. Verder was geen sprake van gezondheidsproblemen en de groei van de dieren was hoog: meer dan duizend gram per dag, met ook een zeer goede jeugdgroei. Uit sectie-onderzoek en het ingezette histologische onderzoek bleek dat bij kreupele dieren sprake was van osteochondrose. Vervolgens is bij dieren in de risicogroep bloedonderzoek gedaan. Daaruit bleek dat de calciumvoorziening niet optimaal was en vooral dat de concentratie van vitamine D3 in het bloed erg laag was. Vervolgens is de vitamine D3-voorziening van de varkens aangepakt, wat een gunstig effect had op enerzijds de concentratie van vitamine D3 in het bloed van de varkens en anderzijds op de kreupelheidsklachten.
informatief
plaats van het botweefsel waardoor botten buigzaam, breekbaar en poreus worden. Dit gebeurt onder andere bij een gebrek aan vitamine D3. De tweede stofwisselingsstoornis is osteochondrose. Daarbij is de vorming van botweefsel vanuit het kraakbeen in de groeischijven, dan wel in de gewrichten verstoord. Dit komt behalve bij varkens ook voor bij mensen, paarden, sommige hondenrassen en kippen. Vooral snel en efficiënt groeiende varkens lopen een risico. Ook trauma door uitglijden op een gladde vloer of door vechten is riskant. Voedingsfactoren die genoemd worden in wetenschappelijke artikelen en die een rol kunnen spelen bij osteochondrose zijn onder andere: zeer energie- en eiwitrijke voeding, onbalans tussen calcium en fosfor, gebrek aan vitamine A en een tekort aan vitamine D3. Osteochondrose is dus echt een multifactorieel probleem. Als het op jonge leeftijd optreedt, is herstel vaak nog mogelijk, maar het kan uiteindelijk leiden tot ernstige beenwerkproblemen zoals het loslaten van een heupkop of artrose. De aanpak van kreupelheidsklachten Kreupelheid is een multifactorieel probleem en dus bestaat er geen simpele therapie. Goede diagnostiek is het uitgangspunt: eerst uitzoeken waar we het precies over hebben, daarna starten met de aanpak. Belangrijke aandachtspunten bij de aanpak zijn: de vloerkwaliteit, het type varken, de groeisnelheid en de voeding. In de voeding zijn mineralen en eiwitten van belang en is een sleutelrol weggelegd voor vitamine D3. Onderzoek vitamine D3 Vitamine D3 is in de eerste plaats bekend vanwege de rol die het heeft bij de opname van calcium uit de darm. Daarnaast is vitamine D3 belangrijk om de effecten van osteochondrose te beperken. Tenslotte is het cruciaal voor een goede afweer tegen ziekteverwekkers.
Varken, juni 2021 - 19
Verzeker jezelf van optimale bio security in jouw bedrijf Dé ultieme tools voor dieptereiniging, desinfectie, onderhoud en veiligheid
LEARN MORE
Meer weten? Ga naar www.intracare.nl
15-04-2021 10:55
2021_intra_hygiene_pigs_190x126_adv_nl_01_d01.indd 1
Hygiënisch & efficiënt bewaren van dierlijk afval en kadavers
ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? Neem contact op met: Marcel Koot T +31 (0)314 - 355 852 E marcel.koot@dock35media.nl I www.dock35media.nl
Koelunits
Opslag en transport
Afvalkoeling
Lange levensduur Gemakkelijk te reinigen Laag energieverbruik
Bekijk de producten in onze webshop Good storage, Healthy business
www.flexxstore.nl
Theo Geudeke, dierenarts varken
Omdat in de praktijk nogal eens getwijfeld wordt aan de vitamine D3-voorziening van varkens, heeft GD recent onderzoek uitgevoerd bij slachtvarkens om te kijken hoe het is gesteld met de concentratie aan vitamine D3 in die diercategorie. Van bijna
Diagnostische mogelijkheden, in overleg met de dierenarts • Uitgebreide inspectie: klauwen, gewrichten, punctie gewrichten voor onderzoek van gewrichtsvloeistof. • Pathologisch onderzoek: onbehandelde dieren met typische verschijnselen. • Bloedonderzoek bij dieren in risicogroep: pakket calciummetabolisme (incl. uitbreiding kreupelheid); pakket algemene screening; pakket spoorelementen. • Slachtlijnonderzoek: beoordeling van klauwen.
informatief zeshonderd varkens afkomstig van 49 conventionele bedrijven en zeven biologische bedrijven zijn bloedmonsters verzameld bij slachten en onderzocht op het gehalte aan vitamine D3. Gemiddeld was de concentratie in het bloed van de conventioneel gehouden varkens 88 nmol vitamine D3 per liter. Dat is niet bijster hoog als je bedenkt dat meer dan 100 nmol per liter wenselijk is en dat minder dan 75 nmol per liter als onvoldoende wordt beschouwd. De kans op ziektekundige problemen is vooral verhoogd als de concentratie lager is dan 50 nmol per liter. Bij negen conventionele bedrijven was de gemiddelde concentratie van de onderzochte varkens lager dan 75 nmol per liter. Bij negen andere bedrijven was dat duidelijk boven de 100 nmol per liter. Bij de biologische bedrijven was de gemiddelde concentratie van vitamine D3 133 nmol per liter. Tussen de biologische bedrijven bestonden grote verschillen, maar bij alle bedrijven was de concentratie hoger dan 90 nmol per liter. Kortom, er zijn bedrijven die behoorlijk in de gevarenzone zitten en bedrijven die het prima doen. Het maakt daarbij niet uit of men droogvoer of brijvoer met bijproducten verstrekt. Biologische varkens, die deels buiten lopen, kunnen onder invloed van zonlicht (UV) zelf vitamine D3 aanmaken in de huid. Niet vreemd dus, dat de concentraties op deze bedrijven hoger waren.
In de voeding zijn mineralen en eiwitten van belang. Een sleutelrol is weggelegd voor Vitamine D3.
Varken, juni 2021 - 21
Advertentie
Zonlicht is essentiëel Zonlicht is enorm van belang bij het biologisch ritme, de hormoonhuishouding en een optimale leefomgeving van varkens om het productiepotentieel waar te kunnen maken. Normale lampen geven dan wel licht, maar produceren lang niet alle zichtbare frequenties van natuurlijk zonlicht.
Het belang van de juiste verlichting Zonlicht heeft een positieve invloed op het biologische ritme en op de hormoonhuishouding van varkens. Het kan het gedrag en de productieresultaten van varkens positief beïnvloeden. Uit onderzoek blijkt dat het bijvoorbeeld een positief effect heeft op het gedrag en stress bij gespeende biggen.
Freshlight FSSL LED-lampen* veroorzaken een rustgevend effect. Dit komt het groeiproces en de voedselopname ten goede. Maar dat niet alleen, ook is er minder agressiviteit en het stresslevel daalt. Boeren vertellen uit ervaring dat hun varkens merkbaar rustiger zijn, en dat zij minder last hebben van geur overlast.
Pieter Loeff uit het Brabantse Sterksel deelt zijn ervaring met FSSL Freshlight lampen: “Als we door de afdelingen lopen hebben we minder geurhinder. Dat werkt gewoon prettig. En ze zeggen niet voor niets, iets wat gunstig is voor de boer is dat automatisch ook goed voor het varken”, lacht Loeff. In alle afdelingen ziet de vleesvarkenshouder hetzelfde beeld. “En het zegt ook iets, dat er geen onderlinge verschillen meer zijn tussen de varkens.”
FSSL met ionisatie Ioniserende FSSL LED-lampen benaderen het zonlicht zo dicht mogelijk: ze maken namelijk alle zichtbare en ook onzichtbare kleuren die in zonlicht zitten. De onzichtbare straling (infrarood, UV-A+B) heeft als positief effect dat de dieren veel lichaamseigen vitamine D3 aanmaken. Daardoor is de opname van fosfaat en calcium veel beter. Dit zorgt weer voor sterkere botten en een hogere immuniteit.
Dat is niet het enige: de lampen zuiveren ook de lucht. De techniek van Freshlight zorgt voor de ionisatie van vijf tot vijftig miljoen ionen per seconde per vierkante staloppervlak. Hierdoor is er een reductie van dertig tot vijftig procent van ammoniak, (fijn-) stof, geur, bacteriën en virussen. Die schonere lucht zorgt uiteindelijk voor vitalere varkens en minder uitval. Het toepassen van deze ioniserende daglichttoetreding draagt ook bij om in aanmerking te komen voor subsidies. Freshlight staat genoteerd op de RAV lijst met BWL-nummer 2020.03.
*Full-spectrum sunlight
Wilt u meer informatie over de ioniserende FSSL LED-lampen van Freshlight? Neem dan gerust contact met ons op!
info@freshlightgroup.com +31 55 30 20 021
Maagdenburgstraat 56
www.freshlight.eu
7421 ZG Deventer
FSSL Freshlight
de boer op
37,2%
…VAN ALLE GEMELDE GEZONDHEIDS KLACHTEN IN DE ONLINE MONITOR BETREFT DE LUCHTWEGEN.
Bij ruim driekwart van de meldingen vermeldt de dierenarts een diagnose. Dat is meestal App of griep (allebei één op vijf). PRRS wordt als oorzaak van luchtwegklachten iets minder vaak vastgesteld (één op elf). Naast infectieuze oorzaken van luchtwegklachten noemt de dierenarts ook soms een slecht stalklimaat als oorzaak. In de praktijk is het natuurlijk vaak een opeenstapeling van oorzaken,
want infectieziekten resulteren bij een ondermaats stalklimaat waarschijnlijk in meer serieuze gezondheidsklachten. In de Online Monitor blijkt duidelijk dat luchtwegklachten meer worden gemeld in de winter dan in de zomer. Het duidelijkst is de seizoensvariatie te zien in het percentage meldingen van griep als oorzaak van gezondheidsklachten. Elders in deze uitgave staat meer informatie over influenza bij varkens in Nederland.
vraag & antwoord
VRAAG: WAT KAN IK ALLEMAAL MET VEEONLINE?
Wist u dat uw dierenarts de beschikking heeft over een interactief dashboard? Hierop kan hij of zij zien hoeveel bepaalde gezondheidsproblemen binnen de praktijk of de regio voorkomen. Vraag uw dierenarts voor meer informatie!
Via VeeOnline krijgt u een actueel overzicht van de diergezondheid op uw bedrijf. U vindt er onder andere het overzicht van de laboratoriumuitslagen en geplande onderzoeken, maar ook de maandrapportage van de Online Monitor. Op de kaartjes van het maandelijkse overzicht ziet u hoe een paar specifieke infectieziekten, namelijk PRRS en Influenza, zich in de afgelopen maand over Nederland hebben verspreid. Zo krijgt u een beeld van de mate van dreiging van de ziekten. Hoe donkerder de regio is ingekleurd, des te hoger het percentage meldingen van de ziekte door dierenartsen. Nog niet eerder ingelogd of hulp nodig? Een login vraagt u eenvoudig aan op www.veeonline.nl met de knop ‘Login
aanvragen’. U ontvangt uw toegang direct per e-mail. Mocht u hulp nodig hebben kunt u contact opnemen met onze klantenservice via 0900-1770 (optie 2). De klantenservice kan u met Teamviewer helpen op afstand. De medewerkers kijken met u mee en beantwoorden uw vragen zonder dat ze daarbij in uw persoonlijke bestanden kunnen kijken. Wij helpen u graag! KIJK OP WWW.VEEONLINE.NL
Varken, juni 2021 - 23
diergezondheid volgens Karlijn Eenink Wanneer u of uw dierenarts de hulp inschakelt van GD, kan het zo maar zijn dat Karlijn Eenink u advies geeft. Zij versterkt sinds maart ons team varkensdierenartsen en wil graag haar steentje bijdragen aan het nog verder verbeteren van de varkensgezondheid. “Ik vind dat we het in Nederland al heel goed doen, varkenshouders mogen best wat trotser zijn op hun prestaties.” Karlijn woont in Brabant, houdt van korfballen, doet aan hardlopen en tuiniert in haar vrije tijd ook in haar kleine ‘postzegeltuin’. Na de studie diergeneeskunde werkte ze enkele jaren als dierenarts bij het Varkensgezondheidsteam Zuid. “Ik kwam bij diverse bedrijven, de bedrijfsbegeleiding vond ik erg mooi om te doen. Je bent met dieren bezig en met het vooruit helpen van de varkenshouder. Bijvoorbeeld door structuur aan te brengen in de vaccinaties, of door met goede diagnostiek de oorzaak van een gezondheidsklacht in kaart te brengen. Als je dan na een half jaar hoort dat het een stuk beter gaat en er minder diergezondheidsklachten zijn, geeft dat een goed gevoel.” Aan de slag met ‘open eindjes’ Karlijn: “Als practicus los je het ‘probleem’ van een bedrijf op. Zelf bleef ik nog wel met vragen zitten. Waarom werkt wat we hier hebben gedaan? Zou het op andere bedrijven ook kunnen helpen? Is dit misschien wel de oplossing voor meer varkenshouders met dit probleem? Of zijn er specifieke factoren op een bedrijf, waardoor het werkte? Ik merkte dat ik graag een helikopterview heb. Bij GD kan ik de kennis uit de praktijk, combineren met wetenschap om zo het hele plaatje in kaart te brengen en de sector in het algemeen vooruit te helpen.” Inmiddels is ze een tijdje aan de slag en vindt haar weg. “Ik ken veel dierenartsen die bellen, het is enorm leuk om met hen te sparren. Zelf moest ik die eerste weken wel even de specialisten van GD leren kennen. Gelukkig is het team heel behulpzaam. De vragen die je aan de telefoon krijgt gaan wat dieper. Bijvoorbeeld samen met een patholoog bespreken hoe we het beste resultaat uit een sectie halen of de practicus helpen bij het opstellen van diagnostisch plan, zodat die de juiste dieren of monsters instuurt. Ontzettend interessant en ik help graag verder!” Trots op sector “Er gaat heel veel goed in de Nederlandse varkenssector. De varkenshouder mag daar echt trots op zijn. Ik zie mooie dingen gebeuren, varkenshouders die met passie werken en ik zou echt willen zeggen: ‘ga zo door’. Er kunnen natuurlijk altijd dingen beter en laten we samen vooral verder werken aan het voorop blijven lopen in diergezondheid. Daarnaast blijven we samen werken aan inzicht krijgen in ingewikkelde problemen, zoals PRRS en influenza, zodat we daar oplossingen voor bedenken. Ik zet me hier graag voor in.”
Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl