Veekijkernieuws varken - december 2024

Page 1


Diercategorie zeugen in de verschillende monitoringsinstrumenten

De gezondheid van zeugen is belangrijk omdat die ook indirect de gezondheid, het welzijn en de groei van de biggen kan bepalen. In de verschillende monitoringsinstrumenten wordt informatie over de zeugen verzameld, met een wisselende uitkomst. Aan de Veekijkertelefoon gaat ongeveer een kwart van de vragen over zeugen. Vaak gaat het hierbij over PRRS.

In de data van de Online Monitor valt op dat, bijvoorbeeld in het derde kwartaal, bij 91 procent van de meldingen wordt ingevoerd dat er geen gezondheidsklachten zijn bij de zeugen. In september 2024 is echter wel een duidelijke piek zichtbaar in het aantal gezondheidsklachten bij zeugen, in lijn met de herfstmaanden in voorgaande jaren (figuur 1).

van een gezondheidsklacht (periode 2021-Q3 2024).

Meer dan de helft van de gemelde gezondheidsklachten heeft te maken met reproductie. Verwerpen, te veel doodgeboren biggen en terugkomers worden relatief vaak gemeld als verschijnsel. Op basis van de ingevulde waarschijnlijkheidsdiagnoses blijkt er geen eenduidige oorzaak voor deze piek te zijn. Uit de meldingen blijkt de oorzaak in de hoek van zoötechnische factoren zoals voeding en huisvesting te worden gezocht. Ook managementfactoren zoals dekmanagement worden vaker gemeld.

Samenvattend worden op basis van data uit de Online Monitor en pathologie relatief weinig problematiek gezien bij de diercategorie zeugen. Er worden wél vaker vragen gesteld over zeugen aan de Veekijkertelefoon. Een deel van deze vragen komt voort uit het effect van de gezondheid en behandelingen (bijvoorbeeld vaccinatie) van de zeug op de biggen.

Via VeekijkerNieuws houden wij u elk kwartaal op de hoogte van nieuws uit de monitoring van diergezondheid bij varkens. Mocht er tussendoor iets belangrijks spelen dan sturen wij u daarover een e-mail.

Aanmelden

sectiemateriaal

U kunt dieren 24 uur per dag, 7 dagen per week aanmelden voor pathologisch onderzoek via www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst of 088 20 25 500. Wij halen dieren die ’s avonds voor 22.00 uur zijn aangemeld de eerstvolgende werkdag op. Voor een optimaal onderzoek is het belangrijk om een volledige anamnese toe te voegen. Ook is het van belang vers materiaal in te sturen (koelen in warme tijden en bij strenge vorst op een droge afgeschermde plek binnen plaatsen) en een dier te selecteren dat representant is van het probleem. Varken |

Figuur 1: Percentage meldingen in de Online Monitor in de diercategorie zeugen waarbij sprake is

Bel de Veekijker

Bijzondere bevindingen

De Veekijker Varken werd in het derde kwartaal van 2024 door een practicus om hulp gevraagd bij een complexe casus met aanhoudende hoge uitval van gespeende biggen. Op een vermeerderingsbedrijf met 900 zeugen was sprake van hoge uitval van gespeende biggen vanaf ongeveer twee weken na het spenen. De gespeende biggen werden per weekgroep in een afdeling voor gespeende biggen gelegd, tussen de 600-700 per afdeling. All-in-all-out werd niet strict toegepast. De problemen werden veroorzaakt door een combinatie van infectie door PRRSv, Streptococcus suis, Influenza, PCV3 en E. coli F4. Uit eerdere secties van biggen kwamen aanwijzingen voor Glässer en oedeemziekte. De betreffende kiemen konden echter recent niet worden aangetoond. Daarnaast speelde het klimaat in de gespeende biggenstal een belangrijke rol. Tijdens het bedrijfsbezoek ontstond de indruk dat de ventilatie te hoog was en sprake was van koude luchtval. Er vond geen voorverwarming van binnenkomende lucht plaats. Dit werd later bevestigd bij een onderzoek van een klimaatdeskundige.

De zeugen, een rotatiekruising van Deense zeugen en een Duroc eindbeer, werden met een autovaccin van S. suis en Glässerella parasuis en intensief tegen PRRSv gevaccineerd. Daarnaast kregen zij vaccinaties tegen App, Pasteurella, Influenzavirus, Rotavirus, E. coli, Parvovirus en Erysipelotrix (vlekziekte). Het aantal levend geboren biggen was zeer hoog, met regelmatig tomen met meer dan twintig biggen. De biggen werden bij de eerste behandelingen in de kraamstal ook met PRRSv gevaccineerd. Voor het einde van de kraamperiode kregen zij ook nog een PCV2- en Mycoplasma-enting. De gespeende biggen kregen zuur door voer en drinkwater om E. coli onder controle te houden na het spenen. Daarnaast werd het speenvoer en biggenvoer permanent gemedicineerd met doxycycline en ampicilline.

De aanpak bevat onder andere de volgende belangrijkste punten:

• Een onderkruip realiseren voor de gespeende biggen of een tussenplafond aanbrengen om koude luchtval te voorkomen;

• Extra voer en drinkbakken plaatsen direct na het afspenen en deze langer in de hokken laten totdat alle biggen goed voer en water opnemen;

• Het hok in de afdeling met de allerkleinste biggen en hokken met zieke dieren die nog niet zijn overgeschakeld langer op het speenvoer laten staan;

• Zieke biggen individueel behandelen met pijnstillers en antibiotica;

• Strikte all-in-all-out hanteren bij de gespeende biggen;

• Een andere zeugenlijn overwegen om het aantal levend geboren biggen te verminderen en het aantal beschikbare tepels te vergroten.

Uit camerabeelden bleek later dat de biggen niet op de dichte vloer gingen liggen. Na meting bleek de vloer te warm omdat deze permanent aanstond om de ruimtetemperatuur op peil te brengen. Naar aanleiding hiervan is de ventilatie teruggebracht en is het maximum beperkt tot 25 m3 per big per uur. De vloerverwarming is lager afgesteld. Als gevolg hiervan steeg de afdelingstemperatuur naar 28 °C en gingen de biggen meer op de dichte vloer liggen. De biestcheck liet een goed resultaat zien. De eerste afdelingen die na aanpassing van de ventilatie en verwarming waren gespeend, hadden minder uitval, maar nog wel teveel. Verdere optimalisatie van de ventilatie en verwarming moet nog verdere verbeteringen opleveren zodat het antibioticagebruik uiteindelijk tot een minimum kan worden teruggebracht.

Deze casus laat zien dat een combinatie van factoren zoals veel pasgeboren biggen met een marginale biestopname, een hoog infectierisico en een verkeerd afgesteld klimaat tot grote problemen kan leiden die lastig op te lossen zijn.

Op werkdagen kunt u rechtstreeks contact opnemen met de Veekijker: 088 20 25 555. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Het Veekijkerteam varken is bereikbaar op werkdagen tussen: 08.30-12.00 uur en 12.45-17.00 uur.

Royal GD

Arnsbergstraat 7

Postbus 9, 7400 AA Deventer

T. 088 20 25 500

info@gddiergezondheid.nl www.gddiergezondheid.nl

Varkensgezondheid

Ziekte/aandoening/ gezondheidskenmerk

in Nederland, derde kwartaal 2024

Situatie in Nederland/Europa

Artikel 15 ziekten (aangifte- en bestrijdingsplichtig)

Mond-en-klauwzeer (MKZ) Nederland is vrij sinds 2001. Derde kwartaal 2024 geen uitbraken in Europa.

Klassieke varkenspest (KVP) Nederland is vrij sinds 1997. Sinds 2015 geen uitbraken meer in Europa.

Afrikaanse varkenspest (AVP) Nederland is vrij sinds 1986.

Brucellose Nederland is vrij sinds 1973.

Ziekte van Aujeszky (ZvA) Nederland is vrij sinds 2007.

Artikel 100 ziekten (aangifteplichtig)

Salmonella

Monitoring: Veekijker

Pathologisch onderzoek 2 keer vastgesteld. Ingezonden mestmonsters 1 keer aangetoond.

PRRS Toename in aantal vragen in derde kwartaal 2024. Lawsonia Toename in aantal vragen derde kwartaal 2024.

Monitoring: pathologisch onderzoek

Streptococcus suis

Bloedvergiftiging en hersenvliesontsteking door infectie met Streptococcus suis staan respectievelijk op de tweede en derde plek van meeste gestelde diagnoses.

Luchtwegaandoeningen Bij vleesvarkens valt het merendeel van de diagnoses onder luchtwegklachten.

Online Monitoring

Aanwezigheid gezondheidsklachten In 79 procent van de meldingen in de Online Monitor is er geen sprake van een gezondheidsklacht. Zeugen Bij zeugen wordt het minst vaak gezondheidsklachten vastgesteld, bij 91 procent van de bezoeken worden er geen gezondheidsklachten geconstateerd.

Monitoring Diergezondheid

Sinds 2002 voert Royal GD de diergezondheidsmonitoring in Nederland uit in nauwe samenwerking met onder andere de diersectoren, het bedrijfsleven, het ministerie van LVVN, dierenartsen en veehouders. De informatie die in de monitoring wordt gebruikt, wordt op verschillende manieren verzameld waarbij het initiatief gedeeltelijk bij dierenartsen en veehouders en gedeeltelijk bij Royal GD ligt. De informatie wordt integraal geïnterpreteerd om de doelstellingen van de monitoring, het snel signaleren van diergezondheidsproblemen enerzijds en het volgen van trends en ontwikkelingen anderzijds, te bereiken. Samen werken we aan diergezondheid in belang van dier, dierhouder en samenleving.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.