GD Veterinair september 2016

Page 1

Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 22 • SEPTEMBER 2016

Overzichten antibioticumgevoeligheidspatronen van pluimveepathogenen Samen met pluimveedierenartsen verzamelt GD isolaten van specifieke pluimveepathogenen. Gevoeligheden voor antimicrobiële middelen worden bepaald met een microbouillon-verdunningsmethode. Dit leidt tot de bepaling van een minimale inhibitoire concentratie (MIC) per antimicrobieel middel. Regelmatig worden er overzichten van de gevoeligheden van de verschillende pathogenen opgesteld. Deze zijn terug te vinden op DAP Contact. Met deze overzichten kan over een langere periode de ontwikkeling van gevoeligheidspatronen worden gevolgd. De overzichten worden onder andere gebruikt bij het opstellen van de formularia. Ook geven de resultaten inzicht in bepaalde vraagstukken. Een van de onderzochte pluimveepathogenengeslachten is de genus Enterococcus. Uit de resultaten blijkt dat binnen het geslacht Enterococcus duidelijke speciesverschillen bestaan met betrekking tot de antimicrobiële gevoeligheden. Met name de gevoeligheden van Enterococcus cecorum verschillen duidelijk van andere Enterococcus spp. Op basis van de resultaten lijkt de intrinsieke resistentie voor clindamycine, die bekend is voor E. faecalis, E. gallinarum en E. casseliflavus, niet te gelden voor E. cecorum. Drs. Jeanine Wiegel, dierenarts pluimvee

Pandemische influenza H1N1 (2009) bij varkens Het pandemische H1N1 (2009) influenzavirus heeft naar alle waarschijnlijkheid in het begin van 2009 voor het eerst een humane infectie veroorzaakt. Nooit eerder heeft een influenzavirus met een varkensachtergrond zich vervolgens zo wijd verspreid in de humane populatie. Onduidelijk is in hoeverre dit type voorkomt bij varkens in Nederland. Het is destijds niet gelukt om in varkensbedrijven in Mexico of Amerika sterk gerelateerde influenzavirussen te vinden. Tot op heden zijn de meest waarschijnlijke voorlopers van het pandemische virus geïdentificeerd in Azië. Uitgebreide sequentieanalyses van influenzavirussen afkomstig van Mexicaanse varkensbedrijven hebben duidelijk gemaakt dat het pandemische varkensvirus zich evolueerde in Centraal-Mexico, in een regio die niet verondersteld werd een risico te vormen voor het ontstaan van het virus. In de betreffende regio was echter sprake van een grote diversiteit aan influenzavirussen, met componenten van Amerikaanse en Euraziatische voorlopers. Dat laatste is waarschijnlijk mede het gevolg van handel in levende varkens met Azië. Het is nooit precies opgehelderd hoe en wanneer het virus de overstap heeft gemaakt naar de humane populatie. Behalve bij de mens, komt het virus inmiddels ook wereldwijd in de varkenspopulatie voor als veroorzaker van voornamelijk luchtwegproblemen. Het is niet duidelijk in hoeverre het pandemische H1N1 (2009) type voorkomt bij varkens in Nederland. Binnenkort komt bij GD specifieke diagnostiek beschikbaar om dat te onderzoeken.

Veterinair

09

Drs. Tom Duinhof, dierenarts varken

Promotie GD-onderzoeker Remco Dijkman

Remco Dijkman, onderzoeker bij de afdeling R&D van GD, verdedigde dinsdag 20 september zijn proefschrift aan de Universiteit Utrecht. Titel van zijn promotieonderzoek is ‘Ontwikkelingen in de diagnostiek en moleculaire typering van Mycoplasma synoviae’. Remco heeft onder andere twee nieuwe DNA-testen ontwikkeld die accurate opsporing van infecties en brononderzoek mogelijk maken. Dankzij de eerste test is het voor het eerst mogelijk om onderscheid te maken tussen de vaccinstam en veldstammen van M. synoviae. De tweede test maakt brononderzoek naar M. synoviae mogelijk. Veterinair | september 2016 |

1


Drs. Sanne Carp – van Dijken, dierenarts rundvee

Casus: afwijkende pootstand runderen Na een melding bij de Veekijker begin 2016 over afwijkende beenstanden bij een aantal jongere koeien en pinken, werd er vanuit monitoring een bedrijfsbezoek gedaan. Uit eerder bloedonderzoek op spoorelementen kwamen geen afwijkingen naar voren. Aangedane dieren herstelden niet en moesten voortijdig worden afgevoerd. Op het bedrijf bleek dat de afwijking zich al openbaarde bij kalveren in de eenlingboxen en verergerde naarmate de dieren ouder werden. De afwijking was niet bij alle dieren zichtbaar. Opvallend was de afwijkende stand van de achterbenen (voor foto's, zie DAP Contact). De dieren plaatsten de achterbenen voor elkaar in plaats van naast elkaar en in beweging was de gang slordig. Ook waren de aangedane dieren opvallend groot en wat smal gebouwd. Bij de hele melkveekoppel viel een zeer steile beenstand op.

Nieuw: PCR-pakketten paard GD heeft drie nieuwe PCR-pakketten paard geïntroduceerd: - Pakket Respiratoir paard (neusswab): EHV-1, EHV-4, influenza, Streptococcus equi; verkooptarief 70 euro. - Pakket Respiratoir veulen (neusswab) EHV-1, EHV-4, influenza, Streptococcus equi, Rhodococcus equi; verkooptarief 80 euro. - Pakket Teekgebonden ziektes (EDTA): Anaplasma phagocytophilum, Theileria equi (piroplasmose), Babesia caballi (piroplasmose); verkooptarief 60 euro. Met deze betaalbare en meer praktijkgerichte pakketten hopen we u als dierenarts nog beter te kunnen ondersteunen in diagnostiek en eventuele behandeling. Drs. Linda van den Wollenberg, dierenarts paard

Spoedprocedure droes en EHV-1 Op verzoek van veel dierenartsen kunnen PCR-testen voor droes en EHV-1 nu ook met een zeer korte doorlooptijd uitgevoerd worden. Hiervoor heeft GD een speciale spoedprocedure ingesteld. Als een monster voor 11.00 uur wordt aangeleverd, dan is de uitslag diezelfde dag aan het eind van de middag beschikbaar. Voor droes en EHV-1 is in bepaalde situaties een snelle uitslag gewenst. Op deze manier kan een uitbraak zoveel mogelijk beperkt worden en de verspreiding zoveel mogelijk worden tegengaan. Dierenartsen kunnen monsters aanleveren via TNT Innight of door ze zelf te brengen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van het normale inzendformulier, dat te downloaden is op onze website (www.gddiergezondheid.nl/formulieren). Op het inzendformulier hebben we twee kolommen: links de reguliere inzendingen en rechts de spoedinzendingen. Zorg dat u het kruisje op de goede plaats zet. Voor deze spoedprocedure hanteren we, wegens extra werk en materialen omdat monsters apart worden getest, een tarief van 75 euro exclusief btw en basiskosten. Drs. Linda van den Wollenberg, dierenarts paard

CRV heeft gekeken naar gemeenschappelijke voorouders, maar die werden in de laatste drie generaties niet gevonden. De kliniek van de aangedane dieren lijkt sterk op een aandoening bij melkgeiten beschreven door GD in 2014 als ‘progressieve bilaterale (spastische) parese, ataxie posterior en afgenomen perineum tonus’. Een oorzaak van het syndroom bij de melkgeiten is niet vastgesteld. De afgenomen perineum tonus werd bij de runderen niet waargenomen maar de overige symptomen komen wel sterk overeen. Er bestaat daarom het vermoeden dat het om dezelfde aandoening kan gaan. Er vindt nog nadere diagnostiek plaats om te onderzoeken of het pathologisch beeld bij de runderen overeenkomt met het beschreven beeld bij melkgeiten. Mocht u als dierenarts een vergelijkbaar bedrijfsprobleem zien, meld dit dan bij de Veekijker.

2

Veel problemen door haemonchose in 2016 Bij pathologisch onderzoek wordt haemonchose sinds eind juni 2016 het meest vastgesteld als doodsoorzaak van lammeren. Ook het aantal vragen dat de Veekijker krijgt over haemonchoseproblemen is hoog. Naast een infectie met maagdarmwormen blijken ook tekorten aan vitaminen en mineralen vaak voor te komen. In jaren met ernstige maagdarmworminfecties komen ook vaker meldingen van mogelijke resistentie voor. Resistentie voor maagdarmwormmiddelen is wereldwijd een punt van zorg en in Nederland is resistentie vastgesteld voor middelen uit de groepen 1 (benzimidazolen), 3 (ivermectine, doramectine en moxidectine) en 4 (monepantel). Van de in Nederland beschikbare anthelmintica is geen resistentie voor middelen uit groep 2 (imidazothiazolen) aangetoond. Het nadeel van deze groep middelen is de minder goede werking tegen geïnhibeerde larven van H. contortus. Het uitvoeren van managementmaatregelen is belangrijk om infecties te voorkomen. Daarnaast speelt mestonderzoek een belangrijke rol bij het vaststellen van de mate van infectie. Mestonderzoek dient tevens tien tot veertien dagen na een behandeling als therapiecontrole te worden uitgevoerd zodat resistentie in een vroeg stadium kan worden vastgesteld. Dr. René van den Brom, dierenarts kleine herkauwers


Bloedonderzoek vitaminen uitgebreid met bètacaroteen Het bloedonderzoek op vitamine E is uitgebreid met bètacaroteen en wordt nu aangeboden onder de naam Pakket Vitaminen. Bètacaroteen is van belang voor de voeropname, vruchtbaarheid en weerstand van koeien. Er zijn aanwijzingen dat bètacaroteen een steeds belangrijker rol speelt bij koeien. Een tekort aan bètacaroteen uit zich bij volwassen runderen in verminderde voeropname, ruige vacht (haarverlies), verminderde vruchtbaarheid, aan de nageboorte blijven staan, verminderde weerstand, wazige visus en leverschade. Bij jongvee kan een tekort aan bètacaroteen verstoorde botgroei en trage groei veroorzaken. Bij volwassen runderen is bovendien de kans op mastitis een stuk groter. Vers gras bevat de hoogste gehalten aan vitamine E en bètacaroteen. Granen daarentegen zijn relatief arm aan deze vitaminen. Vitamine E en bètacaroteen zijn nogal gevoelig voor licht, zuurstof en temperatuur en worden daarom snel afgebroken. Vers gras bevat zo’n twee keer zoveel vitaminen als een kuil van zes weken oud. In een kuil van meer dan een half jaar oud is het vitamine E- en bètacaroteengehalte soms met een factor tien gedaald. Omdat er een trend is dat steeds meer koeien niet alleen vers gras

krijgen, maar ook allerlei andere producten waarin nauwelijks bètacaroteen of vitamine E zit, kan het nodig zijn om een keer de voorziening te bepalen. Voor zowel bètacaroteen als vitamine E geldt dat een koe hiervan niet veel kan opslaan: het is bijna dagelijks nodig. Hoe aan te vragen? Bloedmonsters voor het Pakket Vitaminen kunt u zowel individueel (serum, artikelnummer 11488 of heparine, artikelnummer 11489) als gepoold (pool vier tot zes dieren; serum, artikelnummer 11490 of heparine artikelnummer 11491) laten onderzoeken voor respectievelijk 47,50 euro per monster en 58,25 euro per pool (exclusief btw en inzendkosten). Kijk voor meer informatie op www.gddiergezondheid.nl/FIT. Dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog

Schapen en geiten: afkapwaarden spoorelementen in melk en bloedplasma Spoorelementen zijn essentieel voor het goed functioneren van schapen en geiten. Net als bij koeien geldt voor schapen en geiten dat zowel een tekort als een overmaat schadelijk kan zijn. Een correcte voorziening van spoorelementen is dan ook van groot belang. Voor runderen bestaat veel literatuur over onderzoek naar het juiste gehalte van spoorelementen in bloed en melk. Voor geiten en schapen is veel minder bekend. Als er al getallen bekend zijn, dan is het voor schapen- en geitenrassen die in Nederland nauwelijks voorkomen. We weten dat het ras veel invloed heeft op de opname en het gewenste niveau van spoorelementen. Daarom kunnen referentiewaarden of afkapwaarden (clinical decision values) niet zomaar uit buitenlandse literatuur worden overgenomen. Recent heeft GD onderzoek gedaan naar de gehalten van spoorelementen in melk van geiten en bloedplasma van geiten en schapen. Op basis van de beschikbare literatuur en met de zelf gemeten gehalten, zijn afkapwaarden vastgesteld.

SCHAAP – plasma (afkapwaarden) element verlaagd normaal

verhoogd

seleen

≥ 3,0

< 0,4

0,4- 3,0

koper

< 10

10 – 25

≥ 25

zink

< 9

9 – 25

≥ 25

jodium

< 0,4

0,4 – 5,0

≥ 5,0

GEIT – plasma (afkapwaarden) element verlaagd normaal

verhoogd

seleen

≥ 3,0

< 0,8

0,8 – 3,0

koper

< 11

11 – 30

≥ 30

zink

< 9

9 – 25

≥ 25

jodium

< 0,5

0,5 – 5,0

≥ 5,0

SCHAAP - tankmelk

Een afkapwaarde is iets anders dan een referentiewaarde. De referentiewaarden (ook soms normaalwaarde genoemd) zijn de waarden waarbinnen 95 procent van de populatie valt. Afkapwaarden zijn waarden waarboven of -onder klinische betekenis kan worden gehecht aan het resultaat. Afkapwaarden zijn meestal ruimer dan referentiewaarden. Voor schapen en geiten heeft GD de afkapwaarden vastgesteld zodat onderzoek van bloedplasma en melk van schapen en geiten nu een beeld kan geven van de voorziening van spoorelementen bij deze diersoorten. Dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog

element verlaagd laag normaal normaal

hoog normaal verhoogd

seleen

< 10

10 – 20

20 – 40

40 – 50

≥ 50

koper

< 50

50 – 100

≥ 100

(*)

(*)

zink

< 2000

2000 – 2500 2500 – 3500 3500 – 4000

≥ 4000

jodium

< 50

50 – 75

≥ 500

75 – 300

300 – 500

GEIT – tankmelk element verlaagd laag normaal normaal

hoog normaal verhoogd

seleen

< 10

10 – 16

16 – 35

35 – 45

≥ 45

koper

< 20

20 – 35

> 35

(*)

(*)

zink

< 1400

1400 – 1600 1600 – 2000 2000 – 2500

≥ 2500

jodium

< 25

25 – 100

≥ 500

100 – 300

300 – 500

(*): niet te beoordelen, advies: neem leverbiopten.

Veterinair | september 2016 |

3


Nieuws en mededelingen Tijdelijk pakket: QuickScan Neospora

Cursus droes voor dierenartsen

Op ruim 80 procent van de Nederlandse melkveebedrijven lopen één of meer met neospora besmette runderen rond. Veel melkveehouders weten niet hoe de neospora-situatie op hun bedrijf is. Om een goede indruk te krijgen is het zinvol om tankmelkonderzoek te combineren met steekproefbloedonderzoek; zo ziet u of neospora op bedrijfsniveau een rol speelt én zoomt u meteen in op de rol van neospora bij ‘verdachte’ dieren of families. Om melkveehouders te stimuleren deze combinatie van onderzoeken te laten uitvoeren biedt GD tijdelijk het QuickScan Neospora-pakket aan, met daarin een tankmelkbuisje, vijf bloedbuizen, inzend- en verpakkingsmateriaal en een uitleg over welke dieren het best getapt kunnen worden. Melkveehouders kunnen het pakketje bestellen via een antwoordkaart of online via www.gddiergezondheid.nl/neospora. Voor het nemen van de monsters wordt uiteraard verwezen naar u als dierenarts. Tot 15 december 2016 kost de combinatie van tankmelkonderzoek en vijf keer bloedonderzoek (één keer Neospora antistoffen ELISA tankmelk en vijf keer Neospora antistoffen ELISA serum) 59,95 euro (exclusief btw en basis-kosten) in plaats van 72 euro. Uw GD-relatiebeheerder laat binnenkort een QuickScan Neospora-pakketje bij u achter.

Van alle infectieziekten die paarden kunnen krijgen, wordt droes in het GD-laboratorium het meest aangetoond. GD biedt daarom op 29 november (in Boxmeer) en 1 december (in Deventer) de cursus 'Droes voor dierenartsen' aan. In de cursus presenteren we actuele kennis over droes, bespreken we ervaringen over het toepassen van diagnostiek en therapie én brengen we een praktisch plan van aanpak voor probleembedrijven voor het voetlicht. Ook passeren een aantal ‘tips en tricks’ en praktijkervaringen van andere dierenartsen de revue, die naar voren zijn gekomen uit de discussies op de masterclasses afgelopen jaar. Kijk voor meer informatie op www.gddiergezondheid.nl/gdacademy.

Veterinair is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren | Redactie Guillaume Counotte, Linda van Duijn, Theo Geudeke, Carlijn Kappert, Yoni Pasman, Helen de Roode, Sylvia Greijdanus - van der Putten, Jeanine Wiegel | Basisontwerp de PLOEG communicatie | Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Uitgever GD Deventer | Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD.

Verwerpers volledig digitaal inschrijven Het Brucellose Verwerpersonderzoek kunt u nu volledig digitaal inschrijven in VeeOnline. Met digitaal inschrijven hoeft u niets meer te printen en op te sturen en houdt u automatisch een archief bij. Het enige wat u nodig hebt is een buisje met een barcode, een scanner en VeeOnline. Omdat het inschrijven digitaal verloopt, vervalt per januari 2017 de mogelijkheid om in VeeOnline een inzendformulier Verwerpers aan te maken.

Cursus diagnostiek voor varkensdierenartsen

ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuze­menu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00 Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.

Samen werken aan diergezondheid

De afdeling Varkensgezondheidszorg van GD organiseert voor varkensdierenartsen een eendaagse cursus over diagnostiek, op woensdag 28 september. De cursus duurt van 9.30 tot 16.30 uur met een lunchbuffet als onderbreking. ’s Ochtends vinden pathologiedemonstraties plaats in de sectiezaal. ’s Middags wordt aandacht besteed aan serologisch en biochemisch bloedonderzoek. De betekenis van serologie wordt in de praktijk soms overschat en het nut van biochemie blijft vaak wat onderbelicht. Tijd voor een recapitulatie. Aanmelden voor de cursus kan bij Ineke Horsman (i.horsman@gddiergezondheid.nl of 0570-660339). De kosten bedragen 495 euro (exclusief btw) per persoon. Een lunchbuffet is hierbij inbegrepen. De cursus wordt aangemeld bij het CKRD voor accreditatie.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.