Veterinair Februari 2016

Page 1

Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 22 • FEBRUARI 2016

02

Veterinair

Klinisch-chemisch bloedonderzoek bij varkens: pakketten In veel gevallen is het zinvol om diverse klinisch-chemische testen te combineren om een beter totaalbeeld te krijgen van de achtergrond van een niet-infectieuze aandoening. In de praktijk valt het niet mee om een goede combinatie te maken. Bovendien kan het opstapelen van testen een forse kostenpost opleveren: daarom heeft GD pakketten samengesteld, in het bijzonder voor onderzoek van metabole stoornissen bij varkens. Pakketten kunnen een bijdrage leveren aan de diagnostiek doordat het totale onderzoeksresultaat meer is dan de som der delen. Bovendien zijn de combinaties van testen per bepaling goedkoper als ze in een pakket zitten. Enkele pakketten die in de praktijk hun diagnostisch nut inmiddels hebben bewezen zijn: • ‘Biestvoorziening’ bij biggen die het ‘niet goed doen’: IgG, totaal eiwit, albumine en α-/ β- / γ-globuline; • ‘Calciummetabolisme’ bij zeugen met trage partus of bij varkens met beenwerkproblemen: Ca, P, Mg, CTx en osteocalcine; • ‘Eiwit- en energievoorziening’ bij zeugen met trage partus: AST, ureum, creatinine, Ca, P, Mg, bilirubine, albumine en NEFA’s; • ‘Tekorten in de Voeding’ bij tegenvallende groei

bij vleesvarkens als het vorige pakket, aangevuld met totaal eiwit en GSH-Px; • ‘Spierproblemen’ bij varkens met locomotieproblemen: CPK, GSH-Px en Mg. Bij vermoeden van infectieuze problemen of allergische reacties kan sporadisch een bepaling van het bloedbeeld en een differentiatie van leukocyten aanvullende informatie opleveren. Bij de selectie van te onderzoeken dieren is het doorgaans nuttiger om dieren ‘at risk’ uit te zoeken dan klinisch zieke dieren, aangezien die vaak al sterk afwijkende testresultaten laten zien. Bel de Veekijker voor overleg over de keuze van dieren en het aantal te onderzoeken monsters. Drs. Tom Duinhof, specialist varkensgezondheid

Abortusdiagnostiek: nu ook laagdrempelige indicatie GD heeft een fl yer gemaakt met een overzicht van de mogelijkheden van abortusdiagnostiek bij kleine herkauwers. Hierin staat welke diagnostiek wij u kunnen aanbieden als een schapen- of geitenhouder te maken heeft met abortus bij zijn dieren. Abortus bij kleine herkauwers heeft besmettelijke en niet-besmettelijke oorzaken. Deze veroorzakers kunnen naast aborteren ook zorgen voor vroeggeboorte, doodgeboorte en geboorte van slappe lammeren. Veel van de besmettelijke oorzaken van abortus bij schaap en geit zijn zoönosen. De oorzaak achterhalen is niet alleen van belang voor de bedrijfsinkomsten en fokkerij, maar ook voor de gezondheid van iedereen op het bedrijf en soms zelfs de omgeving. Uit onderzoek blijkt dat Chlamydia spp., Campylobacter spp., Listeria spp., Yersinia spp., Salmonella spp., Coxiella burnetii en Toxoplasma gondii het vaakst worden aangetoond als besmettelijke oorzaken van abortus bij kleine herkauwers.

De meest geëigende manier van abortusdiagnostiek is pathologisch onderzoek op verworpen vrucht én nageboorte. Daarnaast geeft het onlangs ontwikkelde abortuspakket een indruk van het voorkomen van de belangrijkste bacteriële verwekkers. Hiervoor wordt een diepe keelswab van de verworpen vrucht ingestuurd. Naast bovenstaande twee methoden, kan bloedonderzoek soms ook inzicht geven. De nieuwe flyer kunt u vinden op www.gddiergezondheid.nl/schaapgeit Dr. René van den Brom, dierenarts en specialist kleine herkauwers

Campagne Neospora

Onder het motto ‘Waak voor Neospora’ houdt GD momenteel een actie waarbij melkveehouders tegen een voordelig tarief vrijblijvend kunnen checken in hoeverre Neospora op hun bedrijf een rol speelt. Een groot aantal melkveehouders is hier in de afgelopen weken, onder andere via een antwoordkaart, over geïnformeerd. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/neospora GD Veterinair | februari 2016 |

1


Sylvia Greijdanus, veterinair patholoog

Een ‘black box’ op poten? Van acute sterfte is sprake als een ogenschijnlijk gezond dier binnen 24 uur na het optreden van de eerste ziektesymptomen doodgaat. In veel gevallen is het moeilijk (soms zelfs onmogelijk) om bij deze dieren de doodsoorzaak vast te stellen, omdat er te weinig tijd is om macroscopische of microscopische letsels te vormen. Ook treedt vaak zeer snel postmortaal verval oftewel autolyse op, waardoor de beoordeling van de organen bemoeilijkt wordt.

Autovaccins voor varkens nu ook beschikbaar met adjuvans Sinds 1 januari is het mogelijk om de autovaccins voor varkens met adjuvans te laten produceren. Er is gekozen voor een nieuw type adjuvans dat ook in bestaande commerciële vaccins wordt toegepast. U kunt dit autovaccin bestellen door op het nieuwe aanvraagformulier te kiezen voor ‘Autovaccin adjuvans’. Natuurlijk kunt u de vaccins ook gewoon zonder adjuvans blijven aanvragen. Andere praktische zaken • Er is een nieuw aanvraagformulier Autovaccins beschikbaar op www.gddiergezondheid.nl/formulieren • Stuur uw aanvraag per email naar autovaccin@gddiergezondheid.nl. • Aanvragen die per post of fax zijn ingezonden worden vanaf 1 februari niet meer in behandeling genomen. • Stuur uw aanvraag vóór vrijdag 12.00 uur in, zodat uw aanvraag nog in diezelfde week beoordeeld kan worden. Het productieproces loopt dan geen vertraging op. • U ontvangt van ons een bericht over goedkeuring of afkeuring van de aanvraag. • Goedgekeurde aanvragen worden in de week na goedkeuring ingezet voor productie, ook indien de aanvraag niet wordt goedgekeurd, nemen wij contact met u op. Dr. Theo Geudeke, dierenarts varkens

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen een dier dat dood aangetroffen wordt door de eigenaar en een dier dat daadwerkelijk plotseling sterft. Een dier kan immers al enige tijd ziek zijn geweest voordat het ‘plots dood’ aangetroffen werd. Er zijn veel differentiaal diagnoses mogelijk voor het plotseling dode dier, waarbij intoxicatie vaak voorop staat bij de eigenaar. Soms is dit ook aan te tonen, zoals in het geval van taxus, waarbij dieren vaak onbedoeld vergiftigd worden door het eten van taxus-snoeisel dat in de wei gegooid is door een ‘opgeruimde’ buurtbewoner. Inwendige bloedingen, acute mastitiden en septische symptomen zijn macroscopisch vaak al te zien, maar gevallen van botulisme zijn veel lastiger om vast te stellen. Dit doet mij wel eens verlangen naar een Crime Scene Investigation (oftewel CSI) - achtige werkwijze, waar in een uur tijd de spannendste zaken keurig opgelost worden. Helaas blijft het plotseling dode dier voor ons toch nog wel eens een ‘black box’, met een binnenkant die we dan wel gezien en vaak uitgebreid onderzocht hebben, maar zonder bevredigende uitkomst.

Mycoplasma-antibioticumgevoeligheidsbepaling bij luchtweginfecties Het is nu mogelijk om een antibioticagevoeligheidsbepaling te doen op gevonden mycoplasmabacteriën in longspoelselmonsters van kalveren. Met dit antibiogram kunt u luchtwegproblemen door Mycoplasma nog effectiever behandelen. Het aantal inzendingen van longspoelselmonsters voor bacteriologisch onderzoek (BO) en bijbehorende antibioticagevoeligheidsbepaling, of antibiogram (ABG) is het afgelopen jaar flink gestegen. Van de in 2015 ingezonden longspoelselmonsters werd bij maar liefst 86 procent van de monsters een pathogeen aangetroffen (Pasteurella multocida, Mannheimia haemolytica of Mycoplasma). Het percentage positieve monsters is dus heel hoog. Hoewel BO bij postmortaal onderzoek zeer waardevol is, heeft BO op longspoelselmonsters als voordeel dat monsters genomen kunnen worden in het acute stadium van de ziekte, bij dieren die nog niet behandeld zijn. Na sectie worden namelijk ook vaak niet-primair pathogene bacteriën gekweekt, hetgeen de interpretatie van de bevindingen kan bemoeilijken. Het was al mogelijk om een antibioticagevoeligheidsbepaling aan te vragen voor Pasteurella multocida en Mannheimia haemolytica, en nu dus ook specifiek voor Mycoplasma. Zo kan nu voor alledrie de belangrijkste bacteriën een antibioticagevoeligheidsbepaling worden uitgevoerd wanneer ze via kweek in longspoelsels van runderen worden gevonden. Met een ABG, het formularium en het bedrijfsbehandelplan is een effectievere aanpak van pneumonie mogelijk. Daarnaast kunt u op basis van het ABG het bedrijfsbehandelplan aanpassen. De twee ABG’s zijn apart aan te vragen; algemeen voor Pasteurella multocida en Mannheimia haemolytica (10570) en specifiek voor Mycoplasma (11327). U vraagt altijd één of beide ABG's aan als aanvulling op BO luchtweginfecties (10514). Een antibioticagevoeligheidsbepaling voor Mycoplasma uit artritis of mastitismonsters wordt alleen ingezet na overleg met de Veekijker. Dr. Menno Holzhauer, specialist rundergezondheid Dr. ir. Erik van Engelen, bacterioloog en onderzoeker R&D

2


Bijna 50% QuickScans BVD heeft volledig gunstige uitslag Het aantal ingezonden QuickScans BVD met een volledig gunstige uitslag is in 2015 gestegen naar 48,8 procent (2014: 41 procent). Voor bedrijven met deze uitslagcombinatie kan het aantrekkelijk zijn de gunstige situatie te bewaken met BVD Tankmelk Onverdacht. Op termijn kan men dan relatief eenvoudig BVD-vrij certificeren. Op bedrijven waar maar een klein deel van de koeien BVD-antistoffen heeft is het ook belangrijk vaccinatie tegen BVD te bespreken. De QuickScan BVD bestaat uit een tankmelkonderzoek (op antistoffen en op virus) en bloedonderzoek op antistoffen bij vijf kalveren. In onderstaande tabel zijn de acht mogelijke uitslagcombinaties weergegeven en is te zien welk percentage van de inzendingen in 2015 in welke uitslagcombinatie viel. Ter vergelijking zijn ook de percentages van 2014 toegevoegd. In 2015 zijn 10 procent meer QuickScans ingestuurd dan in 2014. Door de stijging van het aantal volledig gunstige uitslagen (uitslagcombinatie 1) is met name het aantal uitslagcombinaties 2 gedaald, waarbij alleen antistoffen in de tankmelk zijn aangetoond. Daarnaast is ook het aantal inzendingen met aanwijzingen voor viruscirculatie bij het jongvee (uitslagcombinatie 3, 4, 7 en 8) gedaald van 18,5 procent naar 15,9 procent. Ook het percentage bedrijven met viruscirculatie bij de melkgevende koeien (uitslagcombinatie 5 tot en met 8) is gedaald van 4,5 naar 4,0 procent.

Mogelijke uitslagcombinaties 1 2 3 4 5 6 7 8

Bij een kwart van de inzendingen werd ook ander tankmelkonderzoek aangevraagd. Dat ging voornamelijk om IBR. Op het vernieuwde formulier kan bijvoorbeeld ook Neospora aangekruist worden. Drs. Linda van Duijn, rundveedierenarts

Virus in tankmelk aangetoond Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja

Antistoffen in tankmelk aangetoond Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee

Bloedonderzoek: Antistoffen aangetoond* Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja

Percentage 2015

Percentage 2014

48,8 34,6 12,0 0,6 0,3 0,4 3,3 0

41,0 40,0 14,0 0,5 0,0 0,5 4,0 0

*Aangetoond - indien in 3 of meer van de 5 bloedmonsters antistoffen zijn aangetoond.

Trilziekte bij leghennen, diagnose via serologie Wees alert op trilziekte wanneer u productiedalingen bij leghennen ziet. Omdat sectie niet altijd voldoende uitsluitsel geeft, is het aan te raden om gepaarde bloedmonsters te nemen en naar GD te sturen. Onze ELISA-test kan helpen bij het stellen van de diagnose. Een koppel leghennen vertoonde in korte tijd een productiedaling van ruim 20 procent. Macroscopisch onderzoek, histologie en aanvullende onderzoeken op enkele ingestuurde dieren lieten weinig bijzonderheden zien. Omdat de productieproblemen aanhielden is anderhalve week later opnieuw sectie uitgevoerd en zijn bloedmonsters afgenomen. Deze monsters, en die van eerder onderzoek, zijn onderzocht op seroconversie voor onder andere Aviaire Encephalomyelitis; oftewel trilziekte. Het serologisch onderzoek door middel van ELISA liet een duidelijke seroconversie zien. Zo was er een toename in het aantal dieren met aantoonbare antilichamen (titer van 1 of hoger), een stijging van het aantal hoge titers en een stijging van de gemiddelde ELISA-titer (gebaseerd op achttien bloedmonsters). Het koppel is tijdens de opfok gevaccineerd voor trilziekte (middels drinkwatervaccinatie). Naast trilziekte is bij het koppel ook IB-virus aangetoond, wat waarschijnlijk het herstel van de productie belemmert. Trilziekte is lastig te diagnosticeren. Tijdens macroscopische sectie zijn geen specifieke afwijkingen te verwachten en histologisch onderzoek en aanvullend immuunhistochemisch onderzoek kunnen soms ook onvoldoende resultaten opleveren. Serologisch onderzoek van gepaarde sera (twee keer minimaal achttien bloedmonsters met drie weken tussentijd) door middel van de AE-ELISA kan uitsluitsel

geven. Deze ELISA is ook geschikt om de bescherming van het koppel na vaccinatie te controleren. GD adviseert om alert te zijn op trilziekte als mogelijke oorzaak van productiedalingen bij leghennen. Neem bloedmonsters bij aanvang van de problemen, aangezien u dan later nogmaals bloedmonsters kunt nemen, en gepaard bloedonderzoek kan helpen bij het stellen van een definitieve diagnose bij gevaccineerde koppels. Drs. Naomi de Bruijn, veterinair patholoog Drs. Jeanine Wiegel, dierenarts pluimvee

PTS wordt GD Labservices Vanaf dit jaar worden de Proficiency testing schemes (PTS), voorheen ook bekend als rondzendoefeningen, voor alle sectoren ge端niformeerd. De oude BO Labservice is hiermee in een nieuw jasje gestoken en uitgebreid met pluimvee, varken en gezelschapsdieren. Aanmelden kan via online aanmeldformulier via de link op de website: gddiergezondheid.nl/labservices.

GD Veterinair | februari 2016 |

3


Nieuws en mededelingen Masterclasses voor dierenartsen over IBR Speciaal voor rundveedierenartsen organiseert GD in samenwerking met MSD Animal Health in maart en april op vier locaties in Nederland een masterclass over IBR. De masterclass IBR wordt verzorgd door dierenarts Frederik Waldeck, GD-deskundige op het gebied van IBR, en Henk Kuijk, dierenarts bij MSD Animal Health. De masterclass IBR wordt gehouden op de volgende data en locaties: Dinsdag 15 maart: Dairy Campus, Leeuwarden Woensdag 16 maart: Van der Valk Hotel, De Bilt Woensdag 23 maart: Hotel De Druiventros, Berkel-Enschot Woensdag 6 april: GD, Deventer Alle bijeenkomsten zijn van 12.00 tot 16.00 uur zijn inclusief lunch. Kosten: 50 euro per persoon (excl. btw). Accreditatiepunten zijn aangevraagd bij CKRD. Voor meer informatie en aanmelden: www.gddiergezondheid.nl/agenda

Meer dan 50% deelname IBR-programma’s Steeds meer melkveehouders maken werk van IBR. Begin dit jaar werd de 50 procent-grens gepasseerd: zo’n 5.500 melkveehouders (31 procent) in Nederland zijn nu IBR-vrij gecertificeerd en 3.800 melkveehouders (22 procent) hebben de status IBR Tankmelk Onverdacht. Via VeeOnline kunt u eenvoudig zien hoe hoog het deelnamepercentage binnen uw praktijk is. GD kan u op verschillende manieren ondersteunen bij het onder de aandacht brengen van IBR bij uw melkveehouders. Neem voor meer informatie contact op met uw relatiebeheerder.

Interpretatie testuitslagen PCV2 PCR bij varkens Na de invoering van de KASpRT-PCR-test voor PCV2 bij varkens, is de interpretatie van de gevonden aantallen DNA-kopieën veranderd. De aantallen worden niet meer weergegeven per microliter onderzocht materiaal, maar per gram of per milliliter onderzocht weefsel, mest of speeksel. De reden hiervoor is dat de hoeveelheid onderzocht materiaal per monstertype wezenlijk anders is. Voor serum blijft de test ongewijzigd. In de tabel staan de nieuwe grenzen waarboven het aantal aangetoonde DNA-kopieën klinisch relevant wordt geacht. Monstertype

aantal DNA kopieën klinisch relevant

Mest

107 / gram

Foetussen

107 / gram

Organen

108 / gram

Speeksel

107 / milliliter

Serum

10 4 / milliliter

Let op: deze tabel vervangt de onlangs in de Veterinair weergegeven incorrecte tabel.

Aandacht voor lepto-risico bij aankopen uit het buitenland Sinds het vierde kwartaal van 2014 hebben leptospirosevrije melkveebedrijven twee tot vijf keer zo veel dieren per kwartaal aangevoerd, waarvan een deel is geïmporteerd. Bij het aanvoeronderzoek bleken besmette dieren te zitten, die moesten worden afgevoerd. Helaas blijkt dat de aanvoeren op drie bedrijven ondanks de maatregelen tot een uitbraak van de ziekte hebben geleid. Het is belangrijk dat veehouders zich bewust zijn dat aanvoer van bedrijven met een onbekende of lagere diergezondheidsstatus voor elke ziekte het grootste risico inhoudt op introductie. Leptospirose is een ziekte die in Nederland succesvol bestreden is, maar in het buitenland nog om aandacht vraagt, zodat import voor vervelende verrassingen kan zorgen.

Redactie Guillaume Counotte Linda van Duijn Theo Geudeke Carlijn Kappert Yoni Pasman Helen de Roode Sylvia Greijdanus - van der Putten Jeanine Wiegel

Basisontwerp de PLOEG communicatie

ISSN 1388-4042

Uitgever GD Deventer

GD-laboratoriumonderzoek salmonella rundvee op witte lijst

Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar

De laboratoriumtesten zoals GD die uitvoert om actieve salmonelladragers op te sporen zijn opnieuw door het CVI als geschikt beoordeeld. GD is daarom door NZO, tot nu toe als enige, wederom op de witte lijst geplaatst. Deze lijst geeft melkveehouder en dierenarts inzicht in welke laboratoriums goede prestaties leveren ten aanzien van salmonellaonderzoek. Om tot de samenstelling van een witte lijst te komen heeft CVI de validatierapporten beoordeeld en rondzendoefeningen uitgevoerd om de kwaliteit van de laboratoriums te toetsen.

Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de GD.

Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem Productiecoördinatie, prepress en drukwerk Senefelder Misset Doetinchem

Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 Voor veterinaire vragen: GD Veekijker, T. 0900-7100 000 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. Samen werken aan diergezondheid


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.