Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 24 • FEBRUARI 2018
Nieuwe routes IBR en BVD De landelijke aanpak van IBR en BVD gaat op 1 april 2018 de volgende fase in. Om beide infectieziekten collectief te kunnen bestrijden heeft ZuivelNL vier routes naar een BVD-vrij bedrijf en drie routes naar een IBR-vrij bedrijf vastgesteld. GD is momenteel bezig de bestaande IBR- en BVD-programma’s aan te passen aan deze nieuwe routes. Voor veehouders die al deelnemen aan een BVD- en IBR-programma bij GD geldt dat hun deelname automatisch door GD wordt omgezet naar deelname aan een vergelijkbaar nieuw programma. Zij hoeven hiervoor zelf geen actie te ondernemen en worden tijdig door GD op maat geïnformeerd over eventuele voor hen specifieke wijzigingen. In dit kader zijn al een aantal brieven verstuurd. Wij houden u als rundveedierenarts per mail op de hoogte van deze communicatie. Voor veehouders die nog niet deelnemen aan een BVD-programma is het advies eerst een QuickScan BVD uit te voeren om zo inzicht te krijgen in de BVD-situatie op het bedrijf. Op basis van de Uitslagtabel QuickScan BVD kan dan een passende route worden gekozen. U vindt deze tabel op www.gddiergezondheid.nl/quickscan. Veehouders die nog niet deelnemen aan een IBR-programma kunnen het best eerst een eenmalig tankmelkonderzoek op IBR-antistoffen laten doen. Alle routes staan beschreven op www.gddiergezondheid.nl/bvd en www.gddiergezondheid.nl/ibr. Bert de Roo, hoofd binnendienst sector rund
Toelichting verplichte monitoring AI De invulling van de verplichte monitoring voor aviaire influenza staat beschreven in de regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s, in artikel 85 t/m 94. Over de interpretatie van deze regelgeving kan wat verwarring bestaan. Daarom lichten we enkele onderdelen toe. Van vleeskuikens, parelhoenders, loopvogels, kwartels, vermeerderingsdieren en leghennen dienen jaarlijks per bedrijf dertig bloedmonsters onderzocht te worden op de aanwezigheid van antistoffen tegen AI (subtype H5 of H7). Deze moeten worden verdeeld over de verschillende stallen, met minimaal vijf monsters per stal. Een bedrijf met zeven of meer stallen dient dus meer dan dertig monsters te laten onderzoeken. Van vleeskalkoenen moeten iedere ronde minimaal dertig bloedmonsters onderzocht worden; van vleeseenden en ganzen minimaal veertig bloedmonsters per bedrijf. Bedrijven met vrije uitloop moeten ieder kwartaal ten minste dertig bloedmonsters laten onderzoeken. Dit verdeeld over alle stallen met minimaal vijf monsters per stal, ook de eventuele niet-uitloopstallen. Bij opfokkoppels dienen van ieder koppel minimaal dertig bloedmonsters onderzocht te worden. In het geval van opfokleghennen op een leeftijd van acht weken of ouder, bij opfokvermeerderingsdieren bij vijftien weken of ouder. Daarnaast geldt dat dieren alleen verplaatst mogen worden naar een ander bedrijf als bloed is onderzocht op antistoffen tegen AI (H5/H7) en de uitslag hiervan bekend is. Voor de meest actuele versie van de regelgeving verwijzen we naar www.wetten.overheid.nl.
Veterinair
02
Drs. Jeanine Wiegel, pluimveedierenarts
Stal Obelix als eerste in Nederland Droes-vrij
GD en Dierenartsenpraktijk Zeddam reikten recent het eerste Droes-certificaat uit aan Stal Obelix in Westendorp. Stal Obelix is hiermee het eerste Droes-vrij bedrijf van Nederland. Droescertificering betreft een vrijwillig abonnement voor paardenbedrijven om eventuele besmetting met Streptococcus equi subs. equi, de bacterie die droes veroorzaakt, vast te stellen. De deelnemende bedrijven volgen een helder protocol om droes op hun bedrijf te voorkomen of te bestrijden. De vaste dierenarts van het bedrijf is betrokken bij iedere stap, zoals monstername, advisering en behandeling. Veterinair, februari 2018 -
1
Drs. Teun Fabri, dierenarts pluimvee
Diagnostiek E. coli: nieuwe methoden en interpretatie GD heeft de methoden voor diagnostiek van E. coli vernieuwd. Hieronder een overzicht van het actuele pakket van testen voor E. coli.
Ochtendsessie voor erfbetreders pluimveebedrijven De afgelopen jaren verzorgde GD een ochtendprogramma speciaal voor pluimveepractici bij ‘het Pluimvee Symposium’. Dat is ook dit jaar weer het geval, maar wel met een klein verschil: naast dierenartsen zijn alle andere erfbetreders ook van harte welkom. We hopen daarmee op een bijeenkomst met veel interactie. Pluimveedierenartsen hebben op de bedrijven die zij begeleiden geregeld te maken met adviezen van andere erfbetreders. Iedereen heeft zijn eigen expertise, en door samen te werken kunnen grote stappen worden gemaakt.
PCR-pakket voor zuigende en gespeende biggen Het bestaande Pakket Diarree Big is gesplitst in een pakket voor zuigende en een pakket voor gespeende biggen. In het pakket voor zuigende biggen zijn de PCR’s opgenomen die zijn gericht op de virulentiegenen voor F4, F5, F6 en F41 voor detectie van enterotoxinogene E. coli. De PCR’s voor de virulentiegenen voor F18, F4 en Stx2e zijn opgenomen in het pakket voor gespeende biggen en zijn gericht op E. coli-speendiarree en oedeemziekte. Kweek GD voert bij sectie de kweek routinematig uit op darminhoud, of op aanvraag op ingezonden faecesmonsters. Dit is een niet-selectief bacteriologisch onderzoek. Als E. coli wordt aangetroffen, kan typering volgen van de betreffende kolonies. De typering met het polyvalente agglutinatie-serum wordt uitgevoerd als er sprake is van een hemolytische E. coli, maar ook als sprake is van een reincultuur van een niet-hemolytische E. coli, omdat ook die stammen pathogeen kunnen zijn. De uitslag ‘pathogene E. coli’ wordt weergegeven als de stam agglutineert met het polyvalente serum. Dit kan dus van toepassing zijn op zowel hemolytische als niethemolytische E. coli-stammen. De typering met agglutinatieserum is gericht op de volgende typen: O138K81, O141K85ac, O8K87, O139K82, O147K89, K88 (F4), O141K85ab en O149K91. Meer informatie over het verschil tussen de typering van E. coli met PCR of met polyvalent agglutinatie-serum en het verschil in detectieniveau tussen kweek en PCR-onderzoek vindt u op www.gddiergezondheid.nl/dapcontact. Drs. Tom Duinhof, dierenarts varkensgezondheid
Voor een goede bedrijfsbegeleiding is goede communicatie tussen de verschillende adviseurs essentieel. Ook is het belangrijk om adviezen op elkaar af te stemmen. Met de ochtendsessie op het Pluimvee Symposium met het thema ‘Moet het anders?’ willen we met een aantal pakkende inleidingen de verantwoordelijkheden van de verschillende erfbetreders scherp laten stellen. De ochtendsessie vindt plaats op de dag van het legpluimveesymposium, op 17 mei 2018. Zoals ieder jaar wordt het gehouden op de Venco Campus in Eersel. Het programma en de sprekers worden binnenkort bekendgemaakt via onder meer de GD-website en de website van Agrio: www.pluimveeweb.nl
Abortus door Rhinopneumonie? Bij Rhinopneumonie als mogelijke oorzaak van abortus, is het belangrijk de diagnose te stellen. Dit omdat juist dan extra hygiëne- en quarantainemaatregelen nodig zijn om verdere verspreiding te voorkomen. Vooral op bedrijven met meerdere drachtige merries. Met een PCR-test is het mogelijk om te onderzoeken of rhinopneumonie een rol heeft gespeeld bij het aborteren. Als dit het geval is, gaat het in 96 procent van de gevallen om EHV-1. In 4 procent van de verworpen veulens wordt EHV-4 gevonden. Voor abortusdiagnostiek adviseren wij u om een vaginaalswab van de merrie en een longaspiratiebiopt van het veulen in te sturen. Aanvragen EHV-1-test met of zonder spoed Er bestaat de mogelijkheid om de test EHV-1 met spoed aan te vragen. Hiervoor kunt u in de webshop speciale spoedstickers bestellen. Monsters dienen dan ’s morgens vóór 09.00 uur bij ons op het laboratorium binnen te zijn. We versturen dan dezelfde werkdag de uitslag. Een spoed PCR-test kost 75 euro per monster. Het is ook een mogelijk om de onderzoeken zonder spoed aan te vragen. Hierbij hanteren we een maximale doorlooptijd van drie werkdagen. De kosten hiervoor bedragen 34,50 euro per monster. Tevens kunt u het volledige veulen ter sectie insturen. De kosten hiervoor zijn 372,75 euro, exclusief ophaalkosten. Dierenartsen kunnen bij GD kosteloos abortuspakketten met materialen en instructies aanvragen in de webshop, via www.gdwebshop.nl. Carlijn ter Bogt, productmanager paard
2
Pakket Vitaminen: de eerste resultaten Omdat er aanwijzingen zijn dat een tekort aan bètacaroteen tegenwoordig in de praktijk vaker een rol van betekenis kan spelen, zit deze bepaling sinds afgelopen jaar ook in het Pakket Vitaminen. GD heeft van dit pakket de resultaten van het afgelopen jaar op een rij gezet. Een tekort aan bètacaroteen uit zich bij volwassen runderen in verminderde voeropname, ruige vacht (haarverlies), verminderde vruchtbaarheid, aan de nageboorte blijven staan, verminderde weerstand, wazige visie en leverschade. Bij jongvee kan een tekort aan bètacaroteen verstoorde botgroei en trage groei veroorzaken. Bij volwassen runderen is bovendien de kans op mastitis groter. Door het jaar heen constant Vers gras bevat de hoogste gehalten vitamine E en bètacaroteen. Granen daarentegen zijn relatief arm aan deze vitaminen. Je zou daarom verwachten dat in de weideperiode (mei-oktober) een hoger gehalte aan vitamine E en betacaroteen wordt gevonden dan in de stalperiode. Dat is niet het geval. De gehalten waren over het jaar genomen heel constant: zowel vitamine E als bètacaroteen zaten gemiddeld rond de 10 µmol/L. Dit wil niet zeggen dat de concentratie bètacaroteen altijd gelijk is aan die van vitamine E. De correlatie tussen beide was 0,45; 20 procent van de variatie in
vitamine E kon verklaard worden door de variatie in bètacaroteen. Van de onderzochte rundermonsters was er bij 3,4 procent sprake van een te laag vitamine E-gehalte (< 4 µmol/L), terwijl 25 procent van de monsters een laag vitamine E-gehalte had (< 7,4 µmol/L voor individuele dieren en < 7,9 µmol/L voor poolmonsters). De afkapwaarde voor bètacaroteen is 6,5 µmol/L. Van de onderzochte rundermonsters was bij 27,5 procent het bètacaroteengehalte lager dan 6,5 µmol/L. Ongeveer 10 procent van de dieren had zowel een tekort aan bètacaroteen, als een tekort aan vitamine E. Dit zijn de dieren die extra gevoelig zijn voor infecties. Vitamine E en bètacaroteen worden voor runderen met het Pakket Vitaminen samen bepaald; dit kan zowel in serum als in plasma, en gepooled of individueel. Dr. Guillaume Counotte, toxicoloog
Abortusdiagnostiek kleine herkauwers: belang van dier- en volksgezondheid Abortus bij kleine herkauwers heeft besmettelijke en niet-besmettelijke oorzaken. Beide kunnen, naast abortus, zorgen voor vroeggeboorte, doodgeboorte en geboorte van slappe lammeren. De meest geëigende manier om de diagnose van abortus te stellen is pathologisch onderzoek. Uit de monitoring blijkt dat Chlamydia spp., Campylobacter spp., Listeria spp., Yersinia spp., Salmonella spp. en Toxoplasma gondii in de afgelopen jaren het meest werden aangetoond als besmettelijke oorzaken van abortus bij kleine herkauwers. Veel van de besmettelijke oorzaken van abortus zijn zoönosen. Wanneer uw klanten te maken krijgen met abortus, kunt u de verworpen of doodgeboren vrucht met de nageboorte en anamnese voor pathologisch onderzoek laten ophalen door GD. Laagdrempelige diagnostiek Sinds 2016 heeft GD het ‘Pakket Abortus PCR en BO’ voor kleine herkauwers (zie inzendformulier). Door het nemen van twee diepe keel swabs van een verworpen vrucht krijgt u op laagdrempelige wijze een indruk over aanwezigheid van de belangrijkste bacteriële oorzaken van abortus. Het abortuspakket is bijvoorbeeld ook zeer geschikt wanneer de nageboorte ontbreekt. In sommige gevallen kan bloed onderzoek aanvullende informatie over de oorzaak van abortus verschaffen. Voor een afwijkend aantal abortussen geldt een meldplicht bij de NVWA (zie www.nvwa.nl). Meer informatie over abortus(diagnostiek) en over het product ‘Pakket Abortus PCR en BO’ kunt u vinden op www.gddiergezondheid.nl/abortus. Dr. René van den Brom, dierenarts en Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers
Nieuws en mededelingen Update Wormsleutel Op veel melkveebedrijven worden de Bedrijfsgezondheidsplannen (BGP’s) in deze periode weer bijgewerkt. Wellicht gaf de tankmelkuitslag Worminfecties van afgelopen najaar op sommige bedrijven aanleiding om vóór aanvang van het komende weideseizoen het weidemanagement eens onder de loep te nemen en eventueel aan te passen. Maak via www.gddiergezondheid.nl/wormsleutel samen met uw melkveehouder gebruik van de recent geüpdatete Wormsleutel. Deze geeft op basis van de bedrijfsspecifieke beweidingsinformatie advies over het beste moment om diagnostiek, en eventueel een behandeling tegen wormen in te zetten bij jongvee dat dit jaar voor het eerst wordt geweid.
Nieuw: Klauwgezondheid Tankmelk GD heeft een nieuw tankmelkonderzoek ontwikkeld, waarmee u meer grip krijgt op klauwproblemen op bedrijfsniveau. Het nieuwe tankmelkonderzoek meet biotine, zink en mangaan, die een essentiële rol spelen bij het vormen van gezonde, sterke klauwen. Lees meer over Klauwgezondheid Tankmelk in de bijlage van deze Veterinair.
Veterinair, februari 2018 -
3
Nieuws en mededelingen Nieuw: Pakket Diarree Vleesvarkens GD biedt, als aanvulling op het bestaande Pakket Diarree BIG voor zuigende en gespeende biggen, nu ook een Pakket Diarree Vleesvarkens aan. Deze pakketten brengen per diercategorie in één keer de mogelijke bacteriële of virale veroorzakers van de diarree in beeld. De gecombineerde PCR-test van het Pakket Diarree Vleesvarkens kan Lawsonia intracellularis, Brachyspira hyodysenteriae, Brachyspira pilosicoli, Salmonella spp. en PED-virus aantonen. Het pakket is ook verkrijgbaar zonder test voor PED-virus. Het PCR-onderzoek wordt uitgevoerd op ESwabs en mestmonsters. Kijk voor meer informatie op www.gddiergezondheid.nl/pakketdiarree.
Papieren inzendformulier? Schrijf het levensnummer op de buis. Schrijft u bloedmonsters nog niet digitaal in, denk er dan aan dat u op het inzendformulier én op de buis altijd het volledige levensnummer vermeldt. Het levensnummer is de enige unieke identificatie van een rund. Dit geldt niet voor het oornummer, het halsbandnummer of de naam van het rund. Door het levensnummer te gebruiken wordt de buis aan het juiste dier gekoppeld, iets dat ook in het kader van de certificerings programma’s van groot belang is. Altijd zeker weten dat de buizen juist geïdentificeerd worden en fouten voorkomen? Kies dan voor digitaal inschrijven. Ga voor meer informatie naar www.gddiergezondheid.nl/veeonline
Nu ook digitaal inschrijven voor varkens Schrijf onderzoeken voor varkens nu ook digitaal in via VeeOnline. Bij de poolonderzoeken kunt u zelf aangeven hoeveel en welke monsters bij elkaar in een pool horen. VeeOnline bepaalt het maximaal aantal monsters per pool. Met uitzondering van klinische chemie en leptospirosebe palingen kunt u acht onderzoeken per buisje aanvragen. Wilt u meer onderzoeken? Dan heeft u twee buisjes nodig. De geplande onderzoeken komen op een later moment ook in VeeOnline te staan.
Veterinair is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Carlijn ter Bogt-Kappert, Guillaume Counotte, Linda van Duijn, Theo Geudeke, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Marjolijn Waanders, Jeanine Wiegel | Eindredactie Margreet Pasman| Basisontwerp de PLOEG communicatie | Vormgeving Dock35 Marketing Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Uitgever GD Deventer | Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD.
Aanpassingen PTS modules 'Identificatie' en 'ABG Rundvee' Al jaren biedt GD de mogelijkheid om via PTS (proficiency testing schemes), oftewel rondzendingen, het bacteriologisch onderzoek en de kwaliteit van gevoeligheidsbepalingen in de praktijk te toetsen. Omdat we als GD de modules ‘Identificatie’ en ‘Antibiogram’ ook internationaal willen aanbieden, wordt deze niet meer in abonnementsvorm aangeboden. Per ronde inschrijven U kunt zich vanaf dit jaar per ronde inschrijven voor de rondzending(en) van uw keuze. Voor rundvee zijn er twee rondzendingen per jaar. De sectoren varken, pluimvee en gezelschapsdieren hebben elk één rondzending per jaar. Het praktijkonderdeel van een PTS wordt door iedere sector apart als praktijkbijeenkomst Bacteriologie aan dierenartsen aan geboden. Zodra hierover meer duidelijkheid is, wordt u hierover apart geïnformeerd. Via www.gdanimalhealth.com/pts kunt u zich aanmelden. Hier vindt u ook meer informatie over de inhoud van de PTS en de planning voor komend jaar.
ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00 Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Samen werken aan diergezondheid
Staat uw post al uit? In VeeOnline staan alle actuele aansturingen en dieren (runderen, schapen, geiten en pluimvee) met de betreffende onderzoeken voor u klaar. Zo kunt u monsters voor aangestuurde onderzoeken eenvoudig en direct inschrijven. VeeOnline combineert meerdere aangestuurde onderzoeken tot één inschrijving. Dit bespaart u veel uitzoekwerk. U kunt vervolgens nog extra runderen en/of onderzoeken aan de inschrijving toevoegen. Er zijn geen stickers meer nodig. Stap dus nu over naar digitaal en zet uw poststroom voor rund, schaap en geit uit via www.gddiergezondheid.nl/postuit. Doet u dit vóór 31 maart 2018, dan ontvangt u een leuke gepersonaliseerde attentie.