Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 22 • MEI 2016
Vitamines voor de vruchtbaarheid en de weerstand Bij de aanpak van vruchtbaarheids- en weerstandsproblemen bij koeien is het belangrijk goed te kijken naar de vitaminevoorziening. Vooral vitamine E, A en bètacaroteen kunnen hierbij een rol spelen. Dat vitamine E belangrijk is voor de weerstand, is onderhand wel bekend. Vitamine E is een vetoplosbaar vitamine dat een functie heeft als antioxidant. Maar zowel een verhoogd als een verlaagd vitamine E in bloed is ongunstig voor koeien. Bij allebei is de kans op mastitis en andere 'gebruikelijke' aandoeningen hoger. Bij de vruchtbaarheid kunt u letten op bètacaroteen. Bètacaroteen is een voorloper van vitamine A en beiden spelen een grote rol bij een goede vruchtbaarheid, een goede groei en onderhoud van weefsel. Daarnaast is vitamine A vooral bekend van de rol bij het gezichtsvermogen. Bètacaroteen heeft net als vitamine E een rol als antioxidant en kan direct het immuunsysteem beïnvloeden. De kans op mastitis is een stuk groter als bètacaroteen verlaagd is. Als zowel vitamine E als bètacaroteen aan de lage kant zijn, is de kans op problemen na het afkalven aanmerkelijk verhoogd. De kans om aan de nageboorte te blijven staan is sterk verhoogd bij koeien met een laag bètacaroteen in bloed. De vruchtbaarheid is ook beter bij een hoger bètacaroteengehalte in het bloed. Vers gras bevat de hoogste gehalten aan vitamine E en bètacaroteen. Granen daarentegen zijn relatief arm aan zowel vitamine E als bètacaroteen. Dan kan het zinvol zijn om bètacaroteen extra aan het rantsoen toe te voegen. Dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog
Rhinopneumonie: komt het vaker voor? De incidentie van neurologische problemen door Rhinopneumonie Equine Herpesvirus Myeloencephalopathie (EHM) lijkt in diverse landen toe te nemen. In de afgelopen maanden hebben zich ook in Nederland weer diverse gevallen voorgedaan. In hoeverre dit een reële toename is valt nog te bezien: de transparantie is ook sterk toegenomen en EHM-uitbraken worden steeds vaker, uiteraard na toestemming van de eigenaar, aan de Sector Raad Paarden (SRP) gemeld en op de SRP-website gepubliceerd. Ook is er steeds vaker overleg met de Helpdesk Paard, bemenst door GD en FD, wordt er vaker en adequater diagnostiek gedaan en nemen de eigenaren van getroffen bedrijven na overleg met hun dierenarts passende maatregelen. Abortus door EHV1 is van alle tijden en wereldwijd een van de belangrijkste infectieuze oorzaken van abortus bij het paard. De incidentie wisselt van jaar tot jaar, in het voorjaar van 2016 hebben we vrij veel bevestigde gevallen gezien. De beschikbaarheid van toegankelijke en goede diagnostiek in de vorm van een abortuspakket paard en goede realtime PCR’s speelt daarbij ook een rol. In de eerste vier maanden van 2016 werden al 2,5 keer zoveel monsters ingezonden voor EHV1- en EHV4PCR’s als in dezelfde periode in 2013 en 70 procent meer monsters dan in dezelfde periode in 2015.
Veterinair
05
Dr. Kees van Maanen, specialist veterinaire microbiologie
GD Ophaaldienst: nu ook online aanmelden
Bij de GD Ophaaldienst sectiemateriaal kunnen dieren 24 uur per dag aangemeld worden voor pathologisch onderzoek om de ziekte- of doodsoorzaak vast te stellen. Aanmelden van dieren kan naast telefonisch nu ook online via www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst. De GD Ophaaldienst monstermateriaal is een nachtdistributie voor dierenartspraktijken van diagnostische monsters uitgevoerd door TNT Innight. Om het ophaalproces van monsters te vereenvoudigen kunt u de monsters vanaf nu via de TNT Innight App aanmelden. Binnenkort ontvangt u een informatiepakket met uw inloggegevens en een handleiding. Veterinair | mei 2016 |
1
Dr. Ruth Bouwstra Sectormanager Pluimvee
PCR rotkreupelbacterie beschikbaar Sinds kort kunt u bij GD een test laten doen die de rotkreupelbacterie, Dichelobacter nodosus, aantoont. Hierdoor kunt u de rotkreupel gericht bestrijden.
Workshop 'Té gek om pluimveedierenarts te zijn!’ Een opleiding van zes jaar stoomt de dierenarts klaar voor het vak. Alle disciplines die nodig zijn voor het stellen van de juiste diagnose komen voorbij. Aan u de schone taak om al deze kennis paraat te hebben op het moment dat u in de praktijk wordt geroepen bij een klinisch probleem. In de dagelijkse praktijk maakt u voortdurend keuzes op het gebied van diagnostiek die van invloed kunnen zijn op uw diagnose. Gaat u op zoek naar de pathogeen zelf, of is het beter om antilichamen op te sporen? Neemt u een bloedmonster of gaat u voor swabs? Welke dieren selecteert u voor diagnostiek en hoeveel? Kortom, laat u zich gek maken of houdt u het hoofd koel? Daar willen we graag samen met u bij stilstaan tijdens de workshop 'Té gek om pluimveedierenarts te zijn' op 26 mei, 's ochtends op het Pluimvee Symposium in Eersel. GD organiseert deze workshop in samenwerking met het Central Veterinary Institute (CVI) en DierGezondheidsZorg Vlaanderen (DGZ). Er is een praktijkcasus en drie lezingen: •
•
•
2
'Er als de kippen bij zijn' (diagnostiek bij bestrijdingsplichtige aandoeningen), door Eefke Weesendorp van CVI. 'Bloedserieus' (serologische testen voor routinediagnostiek), door Philippe Gelaude van DGZ. 'Kip ik heb je' (interpretatie van labuitslagen), door Sjaak de Wit van GD.
Rotkreupel is een lastig te bestrijden, besmettelijke tussenklauwaandoening die regelmatig bij schapen voorkomt en zorgt voor groeivertraging, verhoogd antibioticagebruik en bovendien het dierenwelzijn aantast. Wanneer we de literatuur van de afgelopen veertig jaar bekijken, zijn er betrekkelijk weinig succesvolle nieuwe inzichten beschreven. Wellicht is dat ook niet verwonderlijk. Het gaat namelijk om een factorenziekte: de aandoening wordt veroorzaakt door een samenspel van de bacteriën Dichelobacter nodosus en Fusobacterium necrophorum. D. nodosus is de eigenlijke rotkreupelbacterie die zich alleen kan vermenigvuldigen onder zuurstofarme omstandigheden op de klauwhuid. F. necrophorum behoort tot de normale darmflora en is dus altijd aanwezig in de omgeving. De factoren vocht, temperatuur (hoger dan 10 graden Celsius) en klauwverzorging spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van rotkreupel. Daarom zien we problemen vaak in het voor- en najaar. Diagnose stellen Tot voor kort was het aantonen van de rotkreupelbacterie en daarmee het stellen van de diagnose niet eenvoudig. Dit bemoeilijkte het inzichtelijk maken van de infectie en dus effectieve en verantwoorde bestrijding op bedrijven. Met de nieuwe PCR wordt het makkelijker een diagnose te stellen. Na de diagnose is voor de aanpak een totaalpakket aan maatregelen nodig dat zorgvuldig moet worden uitgevoerd. Bedenk dat de aanpak van rotkreupel, behalve tijd en inspanning, vooral veel doorzettingsvermogen en stiptheid vereist. Daarnaast is preventie van insleep van de rotkreupelbacterie alleen mogelijk door strikte quarantaine en hygiëne toe te passen. Op DAP Contact vindt u meer informatie over rotkreupel. Dr. René van den Brom, Europees specialist gezondheidszorg kleine herkauwers
Sneltest voor biggendiarree beschikbaar Sinds kort kunt u bij GD een sneltest (lateral flow op mest) laten doen, die tijd bespaart, meer verwekkers detecteert dan andere methoden en verschillende E. coli’s onderscheidt. Biggendiarree is een veelvoorkomend probleem, waarvan u als dierenarts graag snel de oorzaak wilt kunnen achterhalen. Met de nieuwe sneltest bespaart u tijd omdat geen kweek nodig is. Hij is geschikt voor pasgeboren, zuigende en gespeende biggen met diarree en geeft inzicht in de aanwezigheid van de lastig te kweken kiem Clostridium difficile, maar ook Clostridium perfringens, Cryptosporidium, rotavirus en Escherichia coli F4, F5, F18 en F41 zijn ermee aan te tonen. De testuitslag kan richting geven aan de keuze voor een vaccin. Voor een antibiogram blijft een kweek wel noodzakelijk.
Meer informatie en aanmelden: www.hogerepluimveegezondheid.nl
De sneltest is separaat aan te vragen, maar wordt ook ingezet bij pathologisch onderzoek. In beide gevallen is een combinatie met bacteriologisch onderzoek mogelijk. De sneltest is getest voor monstermateriaal genomen met een fecespotje (met lepel). Enkele milliliters mest is voldoende. De test kost 39 euro, exclusief basiskosten.
We kijken ernaar uit om u op 26 mei te begroeten!
Drs. Manon Houben, hoofd dierenartsen varken Dr. Erik van Engelen, onderzoeker R&D
Aandacht voor droge koeien De droogstand is de cruciale periode in de aanloop naar de volgende lactatie. Helaas komen we in de praktijk nog steeds regelmatig tegen dat de zorg voor de droge koeien een sluitpost is op het bedrijf. En dat terwijl veel ziekten aan het begin van de lactatie zijn terug te voeren op de droogstand. Een optimaal (voer)management in de droogstand is essentieel om ervoor te zorgen dat de negatieve energiebalans zo klein mogelijk is en zo kort mogelijk duurt. Hét ideale droogstandsrantsoen dat op elk bedrijf en onder alle omstandigheden werkt, bestaat niet. Er is wel een aantal belangrijke voorwaarden voor een goed rantsoen voor droogstaande koeien. De belangrijkste daarvan is misschien wel dat het rantsoen geoptimaliseerd is voor droogstaande koeien en dat het dagelijks vers wordt gemengd en verstrekt. Het monitoren van de conditie en voeropname (pensvulling) van de dieren en het waarborgen van voldoende rust en ruimte in de stal zijn daarnaast belangrijke onderdelen van een goed droogstandsmanagement.
droogstand is het maken van een plan van aanpak met de veehouder. Bespreek met elkaar wat de kritische punten zijn op het bedrijf, wat u samen wilt bereiken en hoe jullie dit gaan evalueren. Vanuit onderzoek is bekend dat koeien die tijdens de droogstand verhoogde concentraties NEFA (niet-veresterde vetzuren) en BHBZ (beta-hydroxy-boterzuur) in het bloed hebben, na afkalven meer risico lopen om een aandoening te ontwikkelen. Dit biedt dus mogelijkheden om de energiestatus van de koeien te monitoren in deze kritische periode. Zet de droogstand als een vast punt op de agenda van de bedrijfsbegeleiding en geef de droge koeien daarmee de aandacht die ze hard nodig hebben. De droogstand vormt de basis voor een goede lactatie!
Bij het optimaliseren van de droogstand kunt u veel toegevoegde waarde bieden. Een goed startpunt voor het verbeteren van de
Dr. Saskia van der Drift, onderzoeker R&D
BVD-virus op gemiddeld 6,8 maanden leeftijd aangetoond Wanneer binnen het BVD-virusvrijprogramma een cohortonderzoek wordt uitgevoerd naar aanleiding van een ongunstig bewakingsonderzoek, wordt in bijna de helft van de gevallen een BVD-virusdrager gevonden (cijfers 2007 tot 2013). Deze viruspositieve kalveren hebben een gemiddelde leeftijd van 6,8 maanden. Een mogelijkheid om het BVD-vrij certificaat te bewaken is via halfjaarlijks steekproefbloedonderzoek op BVD-antistoffen bij vijf kalveren van acht tot twaalf maanden oud. Wanneer bij drie of meer kalveren BVD-antistoffen worden aangetoond, volgt cohortonderzoek: onderzoek op BVD-virus bij alle kalveren van een tot en met zestien maanden oud. In 47 procent van alle cohortonderzoeken uitgevoerd in de periode 2007 tot 2013 werden een of meerdere BVD-viruspositieven gevonden. De gemiddelde leeftijd op het moment van onderzoek was 6,8 maanden. Oudere viruspositieven In sommige gevallen zijn de gevonden viruspositieve dieren een stuk ouder; er zijn BVD-virusdragers van zestien maanden oud gevonden. Dit onderstreept het belang van het tijdig uitvoeren van de bewaking om geen dragers te missen. Daarnaast is het van belang om de juiste dieren te selecteren voor het steekproefbloedonderzoek op BVD-antistoffen. Als er bijvoorbeeld twee groepen zijn, is het belangrijk om uit beide groepen dieren te selecteren voor de bewaking. Dragerschap eerder detecteren Hoe eerder dragers gedetecteerd worden, hoe minder economische schade ontstaat. Dit kan bij gescheiden huisvesting van het jongvee (kalveren tot drie maanden staan apart) reden zijn om af te stappen van bewaking op basis van antistoffen en bewaking via BVD-virusonderzoek bij alle aangehouden kalveren. Zo voorkom je dat je het dragerschap in een later stadium pas detecteert. Dit kan in bloed vanaf een leeftijd van één maand of direct na de geboorte door middel van oorbiopten. Zo voorkomt u dat vóórdat
een kalf verplaatst wordt vanuit een eenlingbox naar de jongveestal, een eventuele drager al opgespoord en afgevoerd is. Drs. Linda van Duijn, dierenarts rundvee
PCR-testen voor varkens De PCR voor H. parasuis is nu voor routinediagnostiek beschikbaar. Op de uitslag staat niet alleen standaard ‘aangetoond’ of ‘niet aangetoond’, maar nu ook of de gevonden stam de virulentiefactoren bevat. De Hps-PCR kan worden ingezet op organen bij sectie, of op reincultuur vanuit bacteriologisch onderzoek. Voor Streptococcus suis heeft GD de volgende mogelijkheden: • algemene identificatie van de S. suis (MALDI-TOF); • typering met PCR voor de typen 1, 2, 7 en 9; • verdere typering van de typen 4 en 8, door middel van agglutinatie. De PCR voor S. suis kan worden ingezet voor de volgende materialen: reincultuur vanuit bacteriologisch onderzoek, tonsilswabs en mestmonsters. De maximale poolingsgraad voor de PRRS-PCR wordt verhoogd naar vijf serummonsters per pool. Uit de berekeningen van GD blijkt dat de gevoeligheid van deze gepoolde test gehandhaafd blijft op het huidige niveau.
Veterinair | mei 2016 |
3
Nieuws en mededelingen Cursus Groepshuisvesting zeugen
FIT-bijeenkomsten over optimale droogstand
Varkensdierenartsen die meer willen weten over groepshuisvesting voor zeugen kunnen op 22 juni bij GD een eendaagse cursus volgen. Er wordt gesproken over de voor- en nadelen van diverse huisvestingssystemen en de relatie van groepshuisvesting met gezondheid en duurzaamheid, met een focus op maagdarmaandoeningen, luchtwegaandoeningen en klauw- en pootproblemen. Vervolgens bespreken we de reproductie in samenhang met groepshuisvesting en het (on-) gewenst gedrag van zeugen in groepen. Na het buffet komen praktische oplossingen en ervaringen aan de orde en tevens de ontwikkelingen in omringende EU-landen, naar een ‘gelijk speelveld’. Inleiders van de cursus zijn onderzoekers Nienke Dirx (VIC Sterksel) en Herman Vermeer (WUR) en varkensdierenartsen Manon Houben (GD) en Theo Geudeke (GD). De cursus duurt van 13.00 tot ongeveer 20.00 uur, met tussendoor een buffet. Aanmelden kan bij Ineke Horsman (i.horsman@gddiergezondheid.nl of 0570-66 03 39). De cursus wordt aangemeld bij het CKRD voor accreditatie en kost 495 euro exclusief btw, inclusief een dinerbuffet.
Het wordt steeds duidelijker dat management en rantsoen vóór het afkalven, van grote invloed zijn op het al dan niet ontstaan van problemen ná het afkalven. Optimalisatie van de droogstand blijft daarom een van de grootste uitdagingen op een melkveebedrijf. Rond dit thema organiseert het FIT Team van GD eind juni een aantal bijeenkomsten, speciaal voor rundveedierenartsen en veevoeradviseurs. Sprekers zijn Saskia van der Drift (onderzoeker R&D) en Guillaume Counotte (veterinair toxicoloog) of Ryan van Egmond (rundveedierenarts). Data en locaties: • Donderdag 2 juni, Partycentrum en Zalencentrum ’t Haske, Joure • Dinsdag 7 juni, Restaurant Pijnappel, Klarenbeek • Donderdag 16 juni, ’t Zand, Oirschot De bijeenkomsten zijn van 13.00 tot 15.30 uur. Aanmelden kan eenvoudig via www.gddiergezondheid.nl/agenda. U bent van harte welkom! Deelname is kosteloos, maar vol is vol.
Workshop plan van aanpak M. bovis
Veterinair is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren | Redactie Guillaume Counotte, Linda van Duijn, Theo Geudeke, Carlijn Kappert, Yoni Pasman, Helen de Roode, Sylvia Greijdanus - van der Putten, Jeanine Wiegel | Basisontwerp de PLOEG communicatie | Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Uitgever GD Deventer | Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD.
Een plan opstellen voor de aanpak van M. bovis: dat is het thema van een drietal workshops. De workshops, in de regio’s Noord- (16 juni), Midden- (23 juni) en Zuid-Nederland (30 juni), beginnen om 13.00 uur met een lunch. Na de inleiding worden in groepen verschillende casussen uitgewerkt, deze casussen bespreken we vervolgens klassikaal. Door de praktische insteek kunt u dus direct met de stof aan de slag. Het programma duurt tot 17.00 uur. Deelname kost 249 euro exclusief btw. De workshop wordt aangemeld bij het CKRD voor accreditatie. Kijk voor verdere informatie en om u aan te melden op www.gddiergezondheid.nl/gdacademy. Graag tot ziens!
BVD QuickScan compleet inzenden
ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00 Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Samen werken aan diergezondheid
In 10 procent van de gevallen wordt een QuickScan BVD niet compleet ingezonden naar GD. Zeker nu de subsidie van ZuivelNL geldt, is het belangrijk dat u alle gevraagde monsters in één pakket naar GD stuurt in het door GD aangeleverde verpakkingsmateriaal, met het juiste inzendformulier. Als de QuickScan BVD niet compleet wordt ingezonden, worden de monsters afgerekend als losse diagnostiek, wat betekent dat de subsidie niet wordt verrekend. Mochten er op een bedrijf geen vijf kalveren tussen acht en twaalf maanden aanwezig zijn, tap dan bloed van oudere pinken of van de vijf jongste melkgevende vaarzen. Denkt u er ook aan om via VeeOnline.nl een stallijst op te vragen en daarop aan te geven van welke dieren er op het moment van monstername melk in de tank zit. Hiervan heeft de veehouder voordeel bij de intake voor het programma BVD-vrij Certificering.