GD Veterinair mei 2017

Page 1

Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 23 • MEI 2017

IBR: overstappen van onverdacht naar vrij Op 93 procent van de melkveebedrijven die na minimaal twee jaar gunstige tankmelkuitslagen overstappen van IBR Tankmelk Onverdacht naar IBR-vrij Certificering worden géén runderen met IBR-antistoffen gevonden. Voor overstappers is de kans dus groot dat de IBR-vrijstatus zonder afvoer van runderen behaald kan worden. Melkveebedrijven die minimaal twee jaar met gunstige tankmelkuitslagen deelnemen aan IBR Tankmelk Onverdacht hoeven, om vrij te worden, alleen bloed te laten onderzoeken van runderen van zes jaar en ouder en aangevoerde dieren van niet-vrije bedrijven. Wanneer tijdens de overstap op een bedrijf wél IBR-antistoffen worden aangetoond, zijn gemiddeld 24 runderen onderzocht waarbij gemiddeld 1,4 rund van gemiddeld 9,3 jaar positief is bevonden. In ongeveer 50 procent van de gevallen zijn deze positieve runderen ooit aangevoerd. Voor het bloedonderzoek IBRgE-antistoffen geldt momenteel een ZuivelNL-subsidie van 2 euro per bloedmonster. Daarnaast geldt een subsidie van 200 euro wanneer de IBR-vrijstatus wordt bereikt vóór 30 juni 2017. Deze 200 euro wordt pas uitgekeerd als de complete intake, dus inclusief het afvoeren van eventueel positieve dieren en het daarop volgend tankmelkonderzoek, is afgerond en de vrijstatus is bereikt vóór 30 juni. Tap de dieren dus tijdig, maar wacht wel tot u de stickers ontvangt. De vrijstatus wordt vervolgens bewaakt via automatisch tankmelkonderzoek, zoals de melkveehouder al gewend was. Het enige dat verandert is het verplichte bloedonderzoek bij aanvoer van niet-vrije bedrijven. Drs. Frederik Waldeck, rundveedierenarts

Teken: de moeite van het verwijderen waard Teken zijn actief tussen maart en oktober. Er zijn meerdere soorten teken, die op paarden verschillende ziekten kunnen overbrengen. In Nederland leeft van oudsher de Ixodus ricinus (de schapenteek), die de ziekte van Lyme kan overdragen. Deze teek moet minstens achttien uur op het paard aanwezig zijn om de ziekte van Lyme over te dragen. Het oorzakelijke verband tussen een infectie met Borrelia burgdorferi (de veroorzaker van de ziekte van Lyme) en de ziekteverschijnselen is echter bij paarden moeilijk aan te tonen. Een voor paarden serieuzere bedreiging is de komst van de tekensoort Dermacentor reticulatus, die piroplasmose kan overbrengen. Er zijn twee vormen van piroplasmose: equine babesiose (veroorzaakt door Babesia caballi) en equine theileriose (veroorzaakt door Theileria equi). Ixodes- en Dermacentor-teken kunnen ook Anaplasma phagocytophilum overdragen. Vaak vindt spontaan klinisch herstel plaats binnen zeven tot 21 dagen, maar een infectie kan ook dodelijk verlopen.

Veterinair

05

GD heeft PCR-testen beschikbaar voor deze belangrijkste, door teken overgebrachte, ziekten. Het meest complete PCR-pakket is het Pakket teekgebonden ziektes (EDTA). Dit pakket bestaat uit onderzoek op Anaplasma phagocytophilum, Theileria equi en Babesia caballi. Dr. Kees van Maanen, veterinair microbioloog

15, 16 en 20 juni: bijeenkomsten voeding en uiergezondheid

Op 15, 16 en 20 juni organiseert GD drie bijeenkomsten voor rundveedierenartsen rondom voeding en uiergezondheid. In het eerste deel van deze middagen staat biest(management) centraal en praten we u graag bij over de resultaten van een interessante pilot van ForFarmers en GD. Daarna bespreken we verschillende gevoeligheidstesten op het gebied van uiergezondheid, met aandacht voor de kansen die het Bedrijfsantibiogram biedt. We sluiten af met een praktisch verhaal over boxbedekking en uiergezondheid. Kijk voor de locaties en aanmelden op www.gddiergezondheid.nl/agenda. Deelname is kosteloos, maar vol is vol. Veterinair, mei 2017 -

1


Dr. Ruth Bouwstra Sectormanager Pluimvee

Antistoffen BVD-/BD-virus op melkgeitenbedrijf Het houden van runderen, schapen en geiten onder één dak brengt risico’s met zich mee. Kortgeleden werden op een startend melkgeitenbedrijf door de begeleidend dierenarts vruchtbaarheidsproblemen bij de geiten gemeld. Op dit bedrijf staan lammeren en vleesvee onder één dak.

Internationalisering Een wereld die globaliseert, ook op veterinair vlak. Kris van Malderen, onze nieuwe directeur operations, schreef er in de vorige Veterinair al over. De Nederlandse veterinaire kennis is goud waard. Dat wisten wij natuurlijk al, maar andere landen zien dat ook steeds meer in. En daar zijn we trots op. Nederlandse dierenartsen voelen zich niet beperkt door landsgrenzen en voeren hun werkzaamheden steeds verder van huis uit. Naast in hun eigen land, werken veel van hen tegenwoordig ook in andere landen. Niet alleen binnen de EU, ook ver daarbuiten. GD werkt graag met deze dierenartsen mee, onder andere door ervoor te zorgen dat buitenlandse monsters ook bij GD getest kunnen worden. Het insturen van monsters vanuit het buitenland heeft echter wel wat voeten in de aarde. Zo zijn er aandachtspunten met betrekking tot de houdbaarheid van bepaalde monsters, kunnen sommige materialen eisen voor het transport met zich meebrengen en zijn er regels verbonden aan het versturen van biologisch materiaal over de landsgrenzen. GD denkt met u mee door te zorgen dat het monstermateriaal veilig en efficiënt kan aankomen bij ons laboratorium. Op de internationale website en via het e-mailadres support@gdanimalhealth.com kunt u meer informatie krijgen over de procedure rondom insturen.

Na overleg met de Veekijker is besloten om van een aantal geiten bloedmonsters te verzamelen voor onderzoek op antistoffen tegen bovine virus diarree virus (BVDvirus) of border disease virus (BD-virus). Er bleken meerdere dieren positief te zijn. Het advies was om in geval van abortus, doodgeboorte en geboorte van slappe lammeren pathologisch onderzoek te laten verrichten. Omdat de veehouder al had besloten om zijn vleesvee af te voeren zodra het slachtrijp zou zijn, blijven de runderen nog enkele maanden in dezelfde ruimte als de geiten staan. Daarom is geadviseerd om te controleren of er BVD-dragende runderen aanwezig zijn en deze dan in elk geval af te voeren. Ook kreeg de veehouder het advies om het aflamseizoen nauwgezet te volgen, vanwege mogelijke geboorte van BVD-/BD-virusdragers. Deze lammeren hebben een verminderde weerstand. Dr. René van den Brom, dierenarts kleine herkauwers

Nieuwe weiders: aandacht voor worminfecties Elk jaar kiezen vele melkveebedrijven ervoor om (opnieuw) om te schakelen van jaarrond opstallen naar deelweidegang of volledige weidegang. Starten met weidegang heeft impact op worminfecties bij het jongvee en melkvee. Het verloop van het eerste weideseizoen is cruciaal voor een optimale weerstandsopbouw voor maagdarmwormen en longwormen. Stel, een bedrijf heeft jarenlang het jongvee geweid terwijl de koeien op stal stonden, en besluit nu ook de koeien weer weidegang te geven. De vaarzen op dit bedrijf hebben, als het vorig jaar bij het jongvee goed is gegaan, wel weerstand tegen maagdarmwormen, maar zeer waarschijnlijk niet tegen longwormen. De oudere koeien hebben zeer waarschijnlijk nog maar een matige weerstand tegen beide type worminfecties. Mestonderzoek Voor wat betreft longworm is het hier van belang alert te zijn op hoestklachten. Voor bevestiging van de diagnose longworm kan mestonderzoek worden uitgevoerd (op verse mest) of, indien sprake is van een koppelprobleem, kan tankmelkonderzoek worden gedaan. Houd er rekening mee dat verschijnselen in een enkel geval al kunnen optreden voordat het mestonderzoek de aanwezigheid van de parasiet aantoont. De rol die mestonderzoek op maagdarmwormen bij deze volwassen dieren (die eerder al ooit geweid hebben) zou kunnen hebben is onvoldoende bekend. Voor zowel longworm- als maagdarmworminfecties kan tankmelkonderzoek (abonnement Worminfecties Tankmelk) een goede manier van monitoren zijn. Meer casuïstieken GD heeft de aandachtspunten van longworm- en maagdarmworminfecties ook beschreven voor andere situaties: een bedrijf waarbij het jongvee en de koeien voor het eerst in jaren weer naar buiten gaan, een bedrijf waarbij de vaarzen als pink geweid zijn bij een opfokker en nu in de wei gaan op het eigen bedrijf en een bedrijf waar alleen het jongvee altijd op stal stond maar nu voor het eerst wordt geweid. Bekijk de uitgewerkte voorbeelden op www.gddiergezondheid.nl/nieuweweiders Drs. Debora Smits, dierenarts rund

2


Eindresultaten pilot zware metalen in drinkwater In maart 2016 werd een pilot afgerond, waarin werd onderzocht of er een mogelijk verband is tussen verhoogde koper- en zinkgehaltes in het drinkwater van melkkoeien en het gebruik van voorkoelwater, in combinatie met een ontharder en metalen leidingen. De resultaten van het onderzoek zijn bekend. In de pilot zijn 51 drinkwatermonsters onderzocht, van 48 bedrijven. Van de 48 bedrijven gebruikten 14 bedrijven een ontharder in de vorm van een ionenwisselaar. Op de andere bedrijven werd het water niet onthard. Op 24 van de 51 bedrijven werd water gerecycled uit de voorkoeler. De leidingen waren op 30 bedrijven van kunststof en op 18 van een combinatie van metaal en kunststof. De gehaltes koper varieerden van 0,4 tot 91 µg/L, waarbij <50 µg/L goed is. Twee monsters waren licht verhoogd (50-100 µg/L). De gehaltes zink varieerden van 2 tot 588 µg/L, waarbij <100 µg/L goed is. Zeven monsters waren licht verhoogd (100-500 µg/L) en één monster was verhoogd (>500 µg/L). Geen significant verband Er was geen significant verband tussen de hoogte van de koper- en

zinkwaardes in de watermonsters en het gebruik van ontharders op basis van een ionenwisselaar. Gebruik van gerecycled water uit de voorkoeler gaf wel significant hogere koperwaardes, maar deze waardes lagen nog binnen de norm van <50 µg/L. Er was geen significant verband tussen het gebruik van gerecycled water uit de voorkoeler en verhoogde zinkwaardes. Ook zijn er geen aanwijzingen voor een verband tussen verhoogde zinkwaardes in het drinkwater en het gebruik van gegalvaniseerde drinkbakken. Een uitgebreider artikel over dit onderzoek vindt u op DAP Contact. Drs. Sanne Carp van Dijken, dierenarts rund

Vitale Big, Gezonde Start Mede gevoed door publieke onrust, heeft de varkenssector eind 2016 een Werkgroep Bigvitaliteit aan het werk gezet om het probleem rond mortaliteit van biggen aan te pakken. Om te beginnen zijn Nederlandse practici, aan de hand van een enquête die GD, samen met WUR en practici ontwikkelde, dit voorjaar bezig om risicofactoren in relatie tot biguitval in beeld te brengen. GD kan voor dit onderzoek vooral een rol spelen bij de diagnostiek rond verhoogde biggenuitval.

GD voor de diagnostiek van diarree onlangs het nieuwe diarreepakket BIG geïntroduceerd.

Trage partus Een belangrijk aspect bij matige bigvitaliteit is de duur van het geboorteproces. Een trage partus kan een gevolg zijn van metabole problemen bij de zeug. Door bloedonderzoek is een beeld te vormen van het calciummetabolisme, maar ook van het energie- en eiwitstofmetabolisme. Dankzij nieuwe technieken zijn de klinisch chemische onderzoekspakketten hiervoor tegenwoordig beduidend goedkoper dan voorheen.

Vaststellen dat de uitval bij biggen omlaag moet is één. Goede diagnostiek bedrijven om de oorzaak vast te stellen is minstens zo belangrijk.

Biestopnamecheck Om vast te stellen of pasgeboren biggen voldoende immunoglobulinen uit colostrum hebben opgenomen, kan IgG in het serum worden bepaald. GD valideerde onlangs een nieuw testsysteem waarmee dit betrouwbaar en betaalbaar kan. Voor een goed beeld van de bedrijfssituatie, adviseert GD om ten minste vijf tomen te onderzoeken, en per toom vier biggen van drie dagen oud. Als de IgG-spiegel lager is dan 15 gram/liter, dan is dat onvoldoende. Zeker zo belangrijk is de spreiding binnen de tomen. Bij een variatiecoëfficiënt groter dan 50 procent is de kans op uitval sterk verhoogd. Meer diagnostiek Onvoldoende IgG-opname door biggen kan ook komen door matige kwaliteit van de biest zelf. De IgG-concentratie in colostrum is eveneens te meten. Verder werkt GD aan een onderzoeksprotocol bij pathologisch onderzoek van gestorven biggen. Tot slot heeft

Dr. Theo Geudeke, dierenarts varken

Toelichting column Veterinair 04 In de vorige Veterinair sprak Kris Van Malderen, directeur operations bij GD, in de column ‘Honderd jaar’ over niet stilstaan in een steeds verder globaliserende wereld. Hij vertelde dat koeien, maar ook andere dieren zoals varkens en pluimvee, tegenwoordig niet meer van dorp naar dorp gaan, maar van land naar land. En dat met deze dieren, als we niet alert zijn, dierziekten en zoönosen kunnen meereizen. In dezelfde alinea sprak hij over sperma en embryo’s. Door een ongelukkige formulering lijkt het alsof we een link leggen tussen het transport van sperma en embryo’s en de verspreiding van dierziekten en zoönosen over de wereld. Dit is nooit de bedoeling geweest. Sterker nog: de diergezondheidsmonitoring in Nederland is van hoog niveau en het transport van sperma en embryo’s gebeurt zeer zorgvuldig, onder uiterst hygiënische omstandigheden en voldoet aan de hoogste veterinaire eisen.

Veterinair, mei 2017 -

3


Nieuws en mededelingen Datum terugkomdag PTS gewijzigd

Digitaal inschrijven, weer een stapje verder

De datum voor het bespreken van de resultaten van de PTS voor rundvee, pluimvee en gezelschapsdieren is gewijzigd van 27 juni naar 4 juli a.s. Tijdens deze bijeenkomst worden de resultaten van de PTS modules Identificatie bacteriestammen en Antibioticumgevoeligheidsbepaling bacteriestammen rundvee, pluimvee en gezelschapsdieren besproken. Ook bediscussiëren we de moeilijk te interpreteren platen die u meebrengt. U kunt het bewaarde monstermateriaal of de bewaarde cultuur één dag voor de cursus opnieuw uitenten (trage groeiers twee dagen). Stuur voor vragen of aanmelden een e-mail naar het secretariaat: pts@gddiergezondheid.nl

Digitaal inschrijven is continu in beweging. U kon eerder al monsters inschrijven voor rundvee en paarden, maar wist u dat u nu ook monsters voor pluimvee digitaal kunt inschrijven? Vanaf 1 mei kunt u zowel individuele monsters als groepsmonsters digitaal aanmelden via www.veeonline.nl. Voor Schaap en Geit kunt u de onderzoeken voor Brucella melitensis digitaal inschrijven. Vanaf 1 mei is de snelheid van de laatste twee schermen, het totaaloverzicht van de monsters en het orderoverzicht (laatste scherm voor het verzenden) verder verbeterd. Om de drie weken is er op maandag een onderhoudsmoment om dergelijke verbeteringen door te voeren.

Galtest op mycotoxinen

Onderzoek Veedrinkwater zware metalen uitgebreid met ijzer

Sinds enige tijd voert GD bepalingen uit die de aanwezigheid van DON- en T2-mycotoxinen kunnen aantonen in galvloeistof van voor sectie ingezonden pluimvee. De uitslagen van deze testen worden weergegeven op de sectie-uitslagen. Voor deze testen zijn geen referentiewaarden bekend. In de volgende editie van Veterinair gaan we nader in op de gevonden waarden en de interpretatie van deze testuitslagen. In de tussentijd kunt u met vragen terecht bij de Pluimveekijker.

Veterinair is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Carlijn ter Bogt-Kappert, Guillaume Counotte, Linda van Duijn, Theo Geudeke, Sylvia Greijdanus - van der Putten, Helen de Roode, Jeanine Wiegel | Eindredactie Margreet Pasman | Basisontwerp de PLOEG communicatie | Vormgeving X-Media Solutions Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Uitgever GD Deventer | Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuze­menu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00 Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.

Samen werken aan diergezondheid

Paarden kunnen heel efficiënt ijzer opnemen uit water. Teveel ijzer in water zorgt voor een ijzervergiftiging. Het is dus verstandig om drinkwater voor paarden dat geen leidingwater is, te testen op kwaliteit en de aanwezigheid van zware metalen. Recent is het onderzoek Veedrinkwater zware metalen (10960) daarom uitgebreid met ijzer. Een uitgebreid artikel over ijzervergiftiging bij paarden via het drinkwater leest u op DAP Contact via www.gddiergezondheid.nl/dapcontact/actueel. Bij andere diersoorten is de aanleiding om dit onderzoek aan te vragen vaak specifiek, bijvoorbeeld bij gerichte verdenking van verontreinigingen uit het milieu.

Subsidie ZuivelNL: monsters insturen vóór 15 juni Melkveehouders kunnen nog gebruik maken van de subsidie van ZuivelNL voor BVD- en IBR-diagnostiek. In VeeOnline ziet u welke bedrijven nog in aanmerking komen voor een diergezondheidsprogramma (instappen of overstappen). Vervolgens handelt u als volgt: 1. Meld het bedrijf aan, 2. Wacht met tappen tot de werkopdracht er is (in VeeOnline en/of per post) en 3. Zorg ervoor dat alle monsters uiterlijk 15 juni bij GD zijn. Als de inzending vóór 15 juni compleet bij GD binnen is en de uitslagen vervolgens gunstig zijn, kan vóór 1 juli de vrijstatus nog worden bereikt. Dat betekent dat de geldende subsidie wordt uitgekeerd. Voor melkveehouders die instappen in het BVD-vrij programma geldt dat de intake vóór 1 juli volledig moet zijn afgerond. Wanneer monsters ná 15 juni binnenkomen bij GD is het mogelijk dat de afhandeling niet op tijd plaatsvindt en de gewenste gezondheidsstatus niet vóór 1 juli 2017 wordt bereikt en de subsidie niet wordt uitgekeerd. Kijk voor de geldende subsidies en de voorwaarden op www.gddiergezondheid.nl/rund.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.