Veterinair 09 - september 2018

Page 1

Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 24 • SEPTEMBER 2018

Coccidiose-controlemaanden najaar 2018 Coccidiosemonitoring maakt inzichtelijk welke Eimeria-typen op een pluimveebedrijf aanwezig zijn, hoe groot de infectiedruk is en hoe het staat met de gevoeligheid van de gebruikte anti-coccidiosemiddelen. Deelnemende pluimveehouders ontvangen van GD een uitgebreide rapportage, op basis waarvan zij samen met hun dierenarts hun strategie kunnen bijsturen. Van oktober tot en met december 2018 heeft GD een speciale actie: twee opeenvolgende koppels monitoren voor de prijs van één. De monitoringsabonnementen van GD brengen de uitscheiding van de zeven belangrijkste Eimeriasoorten in beeld: E. acervulina, E. brunetti, E. maxima, E. necatrix, E. tenella, E. mitis en E. praecox. Er zijn abonnementen voor drie tot en met acht testen per koppel. Standaard adviseert GD om te starten met bemonsteren vanaf een leeftijd van 14 dagen tot de slachtleeftijd. Mocht een pluimveehouder vaccineren tegen coccidiose of eerder problemen verwachten, kan vanaf 0 of 7 dagen worden bemonsterd. Bemonsteren gebeurt drie keer per week, insturen van de monsters één keer per week. GD mengt de monsters van één week, zodat de pluimveehouder per week maar één uit­slag ontvangt. Dierenartsen die dat willen, ontvangen deze uitslag ook. Houd voor meer informatie over de coccidiose-controlemaanden de GD-website en nieuwsbrieven in de gaten. Op www.gddiergezondheid.nl/coccidiose-monitoring vindt u meer informatie over de monitoringsabonnementen. Drs. Christiaan ter Veen, dierenarts pluimvee

Test in september en oktober gratis op PPID GD biedt ook dit jaar weer gratis PPID-testen aan, in samenwerking met Boehringer Ingelheim. Gebruik hiervoor bij papieren inzendingen de speciale voucher of vink bij digitaal inschrijven het projectnummer aan en vul de korte vragenlijst in. Grofweg zien we PPID vaker bij paarden en pony’s die ouder zijn dan 15 jaar, maar het kan ook bij jongere paarden voorkomen. Het is daarom verstandig dieren die hoefbevangen worden zonder duidelijke aanleiding, of die andere verschijnselen vertonen van PPID, zoals bijvoorbeeld vermageren ondanks goed eten, veel plassen, drinken en/of vachtproblemen, te laten testen bij GD. Het is mogelijk zowel EDTA-volbloed als EDTA-plasma aan te leveren. Bij de voucher zitten duidelijke instructies hoe het monstermateriaal voor inzending te behandelen. De gratis PPID-testen worden in september en oktober aangeboden. Bent u nog niet in het bezit van de gratis vouchers of heeft u PPID-materialen nodig voor inzending naar GD? Vraag ze aan bij onze klantenservice 0900-1770 (optie 5), of bij Maaike Lafeber via e-mail: KCApaard@gddiergezondheid.nl. U ontvangt dan gratis afnamemateriaal voor tien monsters uit uw praktijk. Meer achtergrondinformatie over PPID vindt u op www.gddiergezondheid.nl/ppid

Veterinair

09

Carlijn ter Bogt MSc, product- en projectmanager paard

Tegemoetkoming voor zoogkoehouders bij deelname aan BVD-bestrijding Om zoogkoehouders te stimuleren de strijd aan te gaan met BVD, stelt ZuivelNL aan hen een tegemoetkoming beschikbaar van 25 euro per bedrijf per kwartaal. De regeling geldt vanaf het laatste kwartaal van 2018 tot eind 2020 en is beschikbaar voor de eerste 2.500 zoogkoebedrijven die zich aanmelden bij GD en voldoen aan de voorwaarden die zijn omschreven op www.ibrbvd.nl. GD is uitvoerder van de BVD-routes en zal bij bedrijven die zich aanmelden én voldoen aan de voorwaarden, per kwartaal 25 euro in mindering brengen op de abonnementsfactuur. Zowel nieuwe als bestaande deelnemers kunnen zich aanmelden via www.gddiergezondheid.nl/bvd Veterinair, september 2018 -

1


Sabine Tijs, zoötechnisch specialist uiergezondheid

Trots! Afgelopen zomer organiseerde het National Mastitis Council (NMC, een wereldwijde non-profit organisatie op het gebied van uiergezondheid en melkkwaliteit) haar jaarlijkse internationale mastitiscongres. Voor de tweede keer werd dit congres georganiseerd in Europa, dit jaar in Milaan. Het UGA-team was erbij. In drie intensieve dagen kon je de nieuwste inzichten en meest recente onderzoeksresultaten tot je nemen. En hoewel we ook zoveel nog niet weten heb ik weer eens geleerd dat we als Nederland veel kennis hebben als het gaat over uiergezondheid en melkkwaliteit, en dat werpt zijn vruchten af. Want de kwaliteit van onze melk is hoog en de uiergezondheid goed! GD-directeur Ynte Schukken en ondergetekende mochten spreken namens GD en ook andere onderzoekers uit Nederland kwamen aan het woord. Wat opvalt en de internationale collega’s aanspreekt is de Nederlandse zorgvuldige inzet van antibiotica op het moment van droogzetten en bij de behandeling van mastitis. In relatief korte tijd is er in ons land ontzettend veel kennis en ervaring opgedaan op het gebied van selectief droogzetten bijvoorbeeld. Met veel trots hebben we mogen vertellen over onze grote stappen op het gebied van antibioticumreductie, waarbij de uiergezondheid van de Nederlandse melkveestapel zelfs iets verbeterde. En niet onbelangrijk, onze melkveehouders en dierenartsen hebben over het algemeen positieve ervaringen met deze toch wel grote verandering op het gebied van het uiergezondheidsmanagement. Dit werkt ongetwijfeld inspirerend voor anderen. Informatie delen en samenzijn met gepassioneerde ‘vakidioten’, waarbij je al pratend tot briljante ideeën komt, is wat mij betreft onontbeerlijk om verder te komen en het is ook nog eens enorm inspirerend!

2

Leververvetting bij verse koeien Leververvetting is een stofwisselingsziekte bij melkvee die ontstaat door een (te) uitgebreide mobilisatie van lichaamsvet tijdens de negatieve energiebalans. De vrije vetzuren (NEFA) die door het vetweefsel worden afgegeven aan de circulatie worden gedeeltelijk door de lever opgenomen en opgeslagen als triglyceriden. De aandoening ontwikkelt zich doorgaans rondom het afkalven. De referentietest (‘gouden standaard’) om leververvetting vast te stellen is het bepalen van het vetgehalte (triglyceriden) in een leverbiopt. Deze procedure wordt in de praktijk echter niet routinematig toegepast. Als alternatief worden een aantal klinisch-chemische parameters in het bloed gebruikt om leververvetting vast te stellen. Deze aanpak is minder betrouwbaar dan analyse van het vetgehalte in leverbiopten, maar kan bij verse koeien wel een indicatie geven of leververvetting in de koppel een rol speelt. Concentratie NEFA lijkt beste voorspeller Bij verdenking op leververvetting kan serum van verse koeien tussen de 2 tot 21 dagen na afkalven ingestuurd worden voor het ‘Pakket Leverfunctie’. De concentratie in NEFA lijkt de beste voorspeller te zijn voor de aanwezigheid van leververvetting bij verse koeien. Als de concentratie NEFA in serum tussen 2 en 21 dagen na afkalven ≥ 1,0 mmol/L is, dan is de kans groot dat er sprake is van leververvetting. Andere bloedparameters die afwijkend kunnen zijn bij verse koeien met leververvetting zijn AST (afkapwaarde ≥ 95 IU/L) en bilirubine (afkapwaarde ≥ 7 µmol/L). Houd er bij de interpretatie van de uitslag rekening mee dat koeien zonder afwijkend bloedbeeld toch een verhoogd gehalte triglyceriden in de lever kunnen hebben (fout-negatieve uitslag). Dr. Saskia van der Drift, dierenarts R&D

PTS varken, hoe scoort uw laboratorium? Proficiency testing schemes (PTS) of 'laboratorium evaluerende onderzoeken' zijn geaccrediteerd volgens de internationale standaard en leveren u waardevolle informatie over het functioneren van uw laboratorium. Graag nodigen wij u uit om deel te nemen aan de PTS voor varken. Er zijn meerdere modules, waarvoor u zich apart kunt aanmelden. Zo zijn er modules gericht op serologie, bacteriologie of antigeenherkenning. Dit najaar kunt u nog deelnemen aan de module voor bacteriologie, bestaande uit twee onderdelen: 1. Identificatie van bacteriën Hierbij ontvangt u per diersoort vijf gevriesdroogde monsters met een duidelijke instructie hoe deze te behandelen. U zet de monsters in volgens de in uw laboratorium gebruikelijke kweek- en identificatiemethoden en stuurt de uitslagen digitaal naar GD. GD analyseert uw uitslagen en koppelt de resultaten middels een eindrapportage aan u terug. 2. Antibiogram De systematiek hiervan is gelijk aan de module Identificatie. U ontvangt per diersoort vier gevriesdroogde reinculturen voor het bepalen van de gevoeligheid voor verschillende antibiotica. De uitslagen stuurt u digitaal naar GD. WBVR analyseert uw uitslagen en GD koppelt de resultaten middels een eindrapportage aan u terug. Aanmelden Aanmelden kan tot en met 28 september 2018. Voor aanmelden en meer informatie over PTS gaat u naar onze internationale website www.gdanimalhealth.com/pts. Hier wordt binnenkort ook het schema voor 2019 gepubliceerd. Paul van Gasselt, relatiebeheerder varken


Salmonella: percentage positieve individuele melkmonsters op tankmelkpositieve melkveebedrijven 350

Wanneer op bedrijven met langdurig positieve salmonella-tankmelk­ uitslagen onderzoek wordt gedaan naar salmonelladragers, worden in gemiddeld 13 procent van de individuele melkmonsters antistoffen tegen salmonella aangetoond. Dit percentage verschilt echter sterk tussen bedrijven (zie figuur). Veehouders en dierenartsen stellen hierover regelmatig vragen.

Concentratie antistoffen in tankmelk De uitslag van het tankmelkonderzoek wordt bepaald door de concentratie antistoffen tegen salmonella in de tankmelk. Deze concentratie antistoffen hangt niet alleen af van het percentage runderen dat een infectie heeft doorgemaakt, maar ook van de concentratie antistoffen in de melk van deze individuele runderen en van de hoeveelheid melk die deze runderen bijdragen aan de tankmelk. Daardoor varieert het percentage test-positieve runderen waarbij ook de tankmelk test-positief wordt.

250 Aantal inzendingen

Op sommige tankmelkpositieve bedrijven wordt in slechts 2 of 3 procent van de individuele melkmonsters antistoffen tegen salmonella aangetoond. Een beperkt aantal hoogproductieve runderen met een hoge concentratie antistoffen in hun melk kan leiden tot een positieve tankmelkuitslag.

300

200 150 100 50 0 0%

10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Percentage ELISA-positieve melkmonsters

80%

Figuur: Verdeling van het percentage Salmonella B/D LPS ELISA-positieve individuele melkmonsters. Gegevens van 2.562 inzendingen met tenminste

dr. Maarten Weber, dierenarts, specialist rundergezondheid

vijftig melkmonsters afkomstig van 1.585 Nederlandse melkveebedrijven.

Nu ook virologisch onderzoek longspoelsels mogelijk Vanaf nu is het mogelijk om longspoelsels bij GD virologisch te laten onderzoeken. Hierbij worden de monsters met behulp van de PCR-techniek gepoold onderzocht op de volgende drie virussen: BRSV, PI3 en Corona.

Longspoelsels konden bij GD tot op heden bacteriologisch worden onderzocht middels algemeen bacteriologisch onderzoek (voor met name Mannheimia haemolytica, Pasteurella multocida en Histo­ philus somni) en/of onderzoek op mycoplasma. Het algemeen bacteriologisch onderzoek wordt uitgevoerd per individueel dier, het mycoplasma-onderzoek gepoold. Daarbij is het mogelijk om één of meer antibiogrammen aan te vragen. Van H. somni wordt geen antibiogram uitgevoerd. Bij deze onderzoeken is het belangrijk dat de onderzochte dieren niet met een antibioticum zijn behandeld. Drie virussen onderzocht Bij virologisch onderzoek worden de monsters gepoold onderzocht op de volgende drie virussen met behulp van de PCR-techniek: BRSV, PI3 en Corona. BRSV is als veroorzaker van pinkengriep een belangrijke oorzaak van luchtwegproblemen bij kalveren. Een infectie met alleen PI3-virus geeft meestal een mild klinisch beeld, maar kan samen met andere virussen en/of bacteriën een ernstiger ziektebeeld geven. Het klinisch belang van een infectie met

corona­v irus op de luchtwegen is nog niet duidelijk, maar niet uitgesloten mag worden dat dit virus een rol speelt bij luchtwegproblemen, al dan niet samen met andere virussen en/of bacteriën. Drie dieren bemonsteren Net als bij het bacteriologisch onderzoek, is ook bij het virologisch onderzoek het advies om per leeftijdsgroep drie acuut zieke dieren te bemonsteren. Bij inzenden kunt u kiezen of u algemeen bacteriologisch, mycoplasma- en/of virologisch onderzoek wenst. Het advies is om voor zowel het virologisch als de bacteriologische onderzoeken PBS-spoelvloeistof te gebruiken. Ook neusswabs van kalveren kunnen op bovenstaande wijze worden ingezonden en onderzocht, waarbij het onderzoek van longspoelsels de voorkeur heeft boven neusswabs. Indien gekozen wordt voor neusswabs, is het noodzakelijk dat de monstername plaatsvindt met Eswabs met vloeibaar medium. dr. Jan Muskens, dierenarts rund

Veterinair, september 2018 -

3


Nieuws en mededelingen Nieuw: toevoegen vaste ontvanger en zoekfunctie materialen

Digitaal inschrijven oorbiopten doodgeboren kalveren

Digitaal inschrijven op VeeOnline heeft nu twee nieuwe handige opties: voor een UBN waarvan de rekening en uitslag bijvoorbeeld altijd naar een integratie gaan, kunt u op het homescherm onder ’Gegevens rund’ (of een andere diersoort) van het UBN de integratie toevoegen als vaste ontvanger. Daarnaast is er nu een zoekfilter bij het scannen van de barcode. Als u het materiaal of de materiaalgroep van een onderzoek niet weet kunt u de naam van het onderzoek in­ vullen. VeeOnline vult dan de juiste gegevens in.

Als u een oorbiopt van een doodgeboren kalf of verworpen vrucht neemt, let er dan op dat u dit monster op de juiste manier digitaal inschrijft. In het Oorbioptnamepakket (webshop, VDTRA160) vindt u een handleiding en voorgestickerde buizen. Op www.gddiergezondheid.nl/hoewerktdigitaalinschrijven vindt u de handleiding ook. Alleen als u deze werkwijze volgt weten wij waar het monster vandaan komt en dat het een monster van een doodgeboren kalf of verworpen vrucht betreft.

Keuzetabel salmonella-onderzoeken rund Welke salmonella-onderzoeken zijn er allemaal en wanneer zet u welk onderzoek in? Om u inzicht te geven in de verschillende mogelijkheden zit bij deze Veterinair de ‘Keuzetabel salmonella-onderzoeken’. De tabel geeft een overzicht van de verschillende mogelijkheden en vertelt per indicatie welk onderzoek geschikt is. U kunt de tabel ook digitaal downloaden via www.gddiergezondheid.nl/salmonella

Veterinair is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Carlijn ter Bogt-Kappert, Guillaume Counotte, Linda van Duijn, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Daphne de Leeuw, Marjolijn Waanders, Jeanine Wiegel | Eind­redactie Margreet Pasman | Basisontwerp de PLOEG communicatie | Vormgeving Dock35 Marketing Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Uitgever GD Deventer | Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuze­menu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00 Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.

Samen werken aan diergezondheid

Let er bij het digitaal inschrijven op dat u de knop ‘Toevoegen monster’ gebruikt en dus niet de knop ‘Toevoegen oorbiopt’. De knop ‘Toevoegen oorbiopt’ is namelijk bedoeld voor het inschrijven van oorbiopten van levende kalveren. Gebruik niet het levensnummer van het moederdier en stuur geen stukjes oor in.

Aanpassing salmonella-onderzoek pluimvee Het salmonella-onderzoek 'Salmonella Ophoping MSRV/Biochemie (pluimvee)' is gewijzigd naar ' Salmonella Ophoping MSRV/ MALDI-TOF (pluimvee)'. Door gebruik van MALDI-TOF gaat de identificatie bij positieve monsters iets sneller dan via biochemie. Deze methode voldoet voor monsters in het kader van monitoring, is geaccrediteerd en gelijkwaardig aan ISO 6579-1 (wettelijk vereist).

Goed om te weten Heeft u monster- of sectiemateriaal dat u zelf wilt afleveren bij GD? Hiervoor kunt u terecht aan het volgende adres: Rigastraat 25, 7418 EW Deventer. Vanaf dit punt volgt u de bewegwijzeringsborden ‘Route monstermateriaal’ of ‘Route sectiemateriaal’. U kunt uw auto parkeren op de daarvoor aangewezen plekken en vervolgens naar één van de twee servicebalies lopen. Hier helpen onze medewerkers u graag verder.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.