Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 23 • DECEMBER 2017
Scherp-in bij koeien
Veterinair
12
Bij koeien die worden aangeboden voor pathologisch onderzoek wordt in de sectiezaal met enige regelmaat de diagnose ‘scherp-in’ gesteld. Vaak betreft het plotseling gestorven dieren, of koeien met vage klinische klachten als conditieverlies, verminderde voeropname en melkproductiedaling.
Bij scherp-in dringt een scherp metalen voorwerp door de wand van de netmaag heen, om vervolgens een ontsteking in de buik- en eventueel borstholte te veroorzaken. De gevonden voorwerpen zijn spijkers, krammen, schroeven, metalen fragmenten en vooral metaaldraad van autobanden en afrastering. Deze scherpe draadfragmenten kunnen via de lever, het middenrif en het hartzakje tot in de hartspier migreren, met een peritonitis, pleuritis, pericarditis of myocarditis als gevolg. Meestal is er sprake van een chronische ontsteking met een steekkanaal; als een arterie is geraakt komt soms een harttamponade voor. In een enkel geval prikt de metaaldraad door de pens- of netmaagwand heen de milt aan, waardoor een abcederende splenitis ontstaat, de zogenaamde ‘moddermilt’. Meestal blijft de schade niet beperkt tot één koe. Ter preventie van scherp-in dient een risico-inventarisatie en –evaluatie gemaakt te worden, zodat onnodig leed kan worden voorkomen. Op DAP Contact kunt u meer lezen over scherp-in. Drs. Klaas Peperkamp, patholoog
Rhinopneumonie: een ziekte met grote impact GD organiseerde afgelopen maand in samenwerking met de Faculteit Diergeneeskunde en Zoetis de cursus ‘Rhinopneumonie voor dierenartsen’. Drs. Linda van den Wollenberg, dr. Kees van Maanen en prof. dr. Marianne Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan namen de aanwezigen mee in de wereld van rhino pneumonie: een ziekte met grote impact. Het waren twee leuke, leerzame en interactieve avonden.
Er werd veel gesproken over de gevolgen van een infectie met EHV-1 en EHV-4. Met name jonge paarden kunnen klinische verschijnselen van een voorste luchtweginfectie vertonen, drachtige merries kunnen na een infectie met dit virus verwerpen. Vooral de neurologische vorm (EHM) is voor paarden en hun eigenaren erg vervelend. Het kan leiden tot neurologische verschijnselen die variëren van lichte ataxie tot volledige verlamming. Het is belangrijk om een duidelijke diagnose te stellen en te weten wat je als dierenarts op zo’n moment qua therapie en management het beste kunt doen. Op het gebied van diagnostiek is de PCR-test een goed instrument. Een geaborteerd of doodgeboren veulen kan ook voor sectie worden aangeboden. Omdat dit onderzoek door zijn omvang nogal prijzig is wordt hiervoor, op verzoek van de markt, een alternatief aangeboden: een PCR-onderzoek (aspiratiebiopt uit de longen in combinatie met vaginaalswab van de merrie). Rhinopneumonie is geen aangifteplichtige ziekte, maar vrijwillig melden bij de Sectorraad Paarden is wel verstandig. Op die manier kan informatievoorziening richting de paardensector correct en gecontroleerd plaatsvinden. Drs. ing. Emiel Schiphorst MBA, marktmanager paard
Ophalen monstermateriaal en sectie rond de feestdagen
Nox haalt tijdens Kerst (25-26 december) en op Nieuwjaarsdag (1 januari) geen monstermateriaal op. U kunt het wel gewoon aanmelden zoals u gewend bent, via 0900-202 0012 of de Innight App. Als er geen distributie is, vindt deze alsnog de aansluitende nacht plaats. Tussen Kerst en Oud & Nieuw (27, 28, en 29 december) rijdt de ophaaldienst de reguliere route en verrichten onze pathologen ook secties. Tijdens Kerst (25-26 december) en Oud & Nieuw (31 december en 1 januari) gelden de spoed- en consignatiediensten. De ophaaldienst komt dan tegen het vaste spoedtarief van 465 euro (excl. btw) dieren ophalen en bewaart ze gekoeld tot de eerstvolgende werkdag. Veterinair, december 2017 -
1
Drs. Frederik Waldeck rundveedierenarts
Cel- en weefselpathologie: de ins en outs Diagnostisch onderzoek van het uitgebreide scala van aandoeningen, variërend van uiterlijk zichtbare laesies tot onzichtbare inwendige ziekten, is essentieel voor de gezondheid en het welzijn van de patiënt. We zetten de belangrijkste wijzigingen en aandachtspunten voor u op een rij.
Positieve vibe IBR-BVD vleesvee De Federatie Vleesveestamboeken Nederland, CRV, Boehringer Ingelheim en GD organiseerden afgelopen maand op drie locaties symposia voor vleesveehouders over IBR en BVD. In totaal bezochten 150 veehouders deze avonden. Naast een veterinaire uitleg van beide ziekten, was er aandacht voor preventieve maatregelen en de aanpak van IBR en BVD. De rol van vaccinatie werd voor beide virussen ook toegelicht. Voor IBR-vrijcertificering geldt het advies om het intakeonderzoek in twee delen op te splitsen, of op z’n minst vooraf een representatieve steekproef te doen om de besmettingsgraad vast te stellen. Voor BVD kan steekproefbloedonderzoek op antistoffen uitgevoerd worden (bij vijf pinken van 8-12 maanden en vijf vaarzen) om te zien of BVD op het bedrijf speelt, alvorens te certificeren. Voor kleine vleesveebedrijven geldt dat bloedonderzoek voor IBR en BVD het best in één intakeonderzoek gedaan kan worden. Op alle avonden werd een veehouder uit de regio geïnterviewd over zijn ervaringen met IBR en BVD. Opvallend was hoezeer zij allen een appèl deden op het collectief aanpakken van de ziekten, en hun collega’s aanspoorden om morgen te beginnen. Zij gaven aan dat de kosten van het voorkomen van een uitbraak ruimschoots opwegen tegen de baten. Ondanks dat veel veehouders in de zaal nog niet waren gecertificeerd, waren zij gemotiveerd om ermee aan de slag te gaan. GD ondersteunt graag praktijken die een boerenavond willen houden voor hun vleesveeklanten. U kunt hiervoor contact opnemen met onze Marktmanager infectieziekten Helen de Roode via info@gddiergezondheid.nl
2
Voor het stellen van een diagnose kunt u gebruik maken van aanvullend onderzoek op een levend dier, zoals het cytologisch onderzoek van dunne naald(aspiratie)biopten en het histopathologisch onderzoek van incisie- en excisie biopten. Mede aan de hand van de resultaten van het pathologisch onderzoek kunt u een juiste beslissing nemen over de verdere behandeling. GD biedt cel- en weefselpathologie overigens niet alleen aan voor hond en kat, maar ook voor rund, varken, kleine herkauwers, paard, pluimvee en andere vogels. Belangrijke wijzigingen en aandachtspunten • Het pakket ‘histologie maag-/darmbiopten’ wordt uitgebreid naar pakket ‘histologie maag-/darm, mondholte- of huidbiopten’. Voor de bepalingen in dit pakket geldt een hoger tarief. • Bij weefselmonsters afkomstig uit organen, anders dan de hierboven genoemde pakketten geldt een lager tarief. Wanneer meer dan vijf biopten worden ingestuurd zijn wij daarentegen genoodzaakt het dubbele tarief in rekening te brengen, vanwege het extra benodigde werk voor het prepareren, onderzoeken en rapporteren van de uitslagen van deze monsters. • GD heeft een instructievideo waarin de dunne naald-biopsietechniek wordt gedemonstreerd. Kijk hiervoor op www.gddiergezondheid.nl/gezelschapsdieren • Voor de interpretatie van het cytologisch en histopathologisch onderzoek is het noodzakelijk dat op het inzendformulier de klinische verschijnselen en de vraagstelling worden aangegeven. Inzendformulieren vindt u op: www.gddiergezondheid.nl/formulieren Kijk voor tarieven op: www.gddiergezondheid.nl/dapcontact/tarieven GD beschikt over een team van geregistreerde specialisten veterinaire pathologie, waardoor kwaliteit, continuïteit en korte doorlooptijden zijn gewaarborgd. Carlijn ter Bogt, productmanager gezelschapsdieren
Promotie Christian Scherpenzeel Op donderdag 14 december 2017 is Christian Scherpenzeel, dierenarts in het UGA Team van GD, gepromoveerd op zijn onderzoek naar de balans tussen antibioticumgebruik bij het droogzetten van melkkoeien en de gevolgen daarvan voor diergezondheid en het daarmee samenhangende dierenwelzijn. De promotor was prof. dr. T.J.G.M. Lam. Christian inventariseerde een aantal methodes om koeien te selecteren voor antibioticabehandeling bij het droogzetten, de daarmee samenhangende gevolgen voor de uiergezondheid en het antibioticumgebruik, en de economische effecten ervan. Tevens werd aandacht besteed aan de mindset van melkveehouder en dierenarts. Mede op basis daarvan is een grote verandering in het uiergezondheidsmanagement in de melkveehouderij succesvol geïmplementeerd. Het standaard met antibiotica droogzetten is vervangen door ‘selectief droogzetten’: het selecteren van melkkoeien om met antibiotica te behandelen in de droogstandsperiode. Vrijwel alle 17.000 melkveehouders voerden dit in, zonder dat dit nadelige gevolgen had voor de uier- en diergezondheid. Het onderzoek vormt mede de basis van het in korte tijd sterk gedaalde antibioticagebruik in de melkveehouderij in Nederland. GD feliciteert Christian van harte met zijn promotie!
Onderzoek longspoelsels en neusswabs wijzigt Met ingang van 2018 verandert het onderzoek van longspoelsels en neusswabs. Werd eerst altijd één bacteriologisch pakket uitgevoerd, vanaf dan wordt aan de inzender gevraagd om op het inzendformulier het algemene, bacteriologische onderzoek en/of het onderzoek op mycoplasma apart aan te kruisen. Bij acute, ernstige luchtweginfecties van runderen van alle leeftijden is bacteriologisch onderzoek van longspoelsels een goede diagnostische methode. Voor optimalisatie van de therapie is het advies om dit te combineren met het uitvoeren van een of meerdere antibioticumgevoeligheidsbepalingen (ABG’s) van de geïsoleerde kiemen. Het advies is om per zieke leeftijdsgroep drie longspoelsels van acuut zieke, niet behandelde, dieren in te sturen. Neusswabs zijn een alternatief voor longspoelsels, maar het onderzoeken van longspoelsels heeft de voorkeur. Bij neusswabs is het advies om deze altijd in een bewaarmedium in te sturen. In droge swabs gaan kiemen als bijvoorbeeld mycoplasma namelijk snel dood. Algemeen bacteriologisch onderzoek Bij algemeen bacteriologisch onderzoek wordt op het laboratorium altijd gericht gekeken naar Mannheimia haemolytica, Pasteurella multocida en Histophilus somni, en worden ook reinculturen
van bijvoorbeeld salmonella, E. coli en Trueperella pyogenes weergegeven op de uitslag. Bij het insturen is het belangrijk dat u vermeldt of van één rund of van meerdere runderen ABG’s gewenst zijn. Indien meer kiemen worden geïsoleerd dan het aantal aangevraagde ABG’s, wordt de volgende volgorde per totale inzending aangehouden voor het uitvoeren van ABG: salmonella, M. haemolytica, P. multocida en E. coli. Van elk van deze kiemen wordt per inzending maar één ABG uitgevoerd, ook als deze bij meerdere dieren wordt geïsoleerd. Van H. somni en T. pyogenes wordt geen ABG uitgevoerd. Mycoplasmaonderzoek apart aanvragen Vraag het onderzoek op mycoplasma dus voortaan apart aan bij het inzenden. De monsters, met een maximum van drie, worden dan als pool onderzocht. Dit bespaart kosten. Per pool kan dan één ABG worden aangevraagd. Dr. Jan Muskens, rundveedierenarts
Spoorelementen in bloed: het verschil tussen referentie- en afkapwaarden Om een uitslag goed te kunnen interpreteren moet een laboratorium een referentie-interval beschikbaar hebben. Deze staat bij GD achter het laboratoriumresultaat. Tegenwoordig worden hier echter steeds vaker afkapwaarden vermeld. Wat is nu het verschil tussen referentiewaarden en afkapwaarden? Een uitslag buiten het referentie-interval wil nog niet zeggen dat klinische symptomen ook daadwerkelijk worden veroorzaakt door een resultaat (net) buiten het referentie-interval. Daarom worden tegenwoordig steeds meer ‘afkapwaarden’ (clinical decision values) gebruikt. Een resultaat dat buiten de afkapwaarden valt, wordt wel als ‘klinisch significant’ beschouwd. Het gebied van de afkapwaarden zal in het algemeen veel ruimer zijn dan het gebied van de referentiewaarden. Een referentie-interval wordt berekend op basis van de doelpopulatie en omvat per definitie 95% van de populatie. Bepaling spoorelementen in plasma Voor steeds meer bepalingen is het beter om achter een uitslag afkapwaarden te zetten in plaats van een referentie-interval. Dat geldt zeker voor de bepaling van spoorelementen in plasma (koper, zink, seleen en jodium). Dit levert soms ook verwarring op, omdat GD nog geen onderscheid kan maken tussen uitslagen met afkapwaarden en uitslagen met een referentie-interval. Het lijkt daardoor soms alsof de meetresultaten afwijkend zijn, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Een voorbeeld: de afkapwaarden voor jodium in plasma van volwassen runderen zijn 0,4 – 5,5 µmol/L. Dit betekent dat als een resultaat onder de 0,4 of boven de 5,5 ligt, dit wijst op een tekort of een overmaat aan jodium. Maar het referentie-interval van jodium in plasma van volwassen runderen is 0,4 – 1,7 µmol/L met een
gemiddeld gevonden waarde van 0,7 µmol/L. Een resultaat van bijvoorbeeld 0,6 µmol/L lijkt bij afkapwaarden aan de lage kant, terwijl het in werkelijkheid gewoon goed is. Voor spoorelementen in plasma zijn de getoonde waarden achter de uitslag dus geen referentiewaarden maar afkapwaarden. Dr. Guillaume Counotte, toxicoloog
Digitaal inschrijven van poolmonsters In VeeOnline is het digitaal inschrijven van poolmonsters geïntegreerd in het scherm waar monsters worden gescand, zodat u voor elk monster direct kunt aangeven bij welke pool het hoort. VeeOnline berekent het aantal pools en de hoeveelheid monsters per pool. Door het toewijzen van een poolnummer kunt u uw eigen pool indeling vasthouden. Een aantal onderzoeken voor paard kunt u niet alleen als pool, maar ook individueel inschrijven. Geef dan elk monster een ander poolnummer, zodat ze niet samen een pool vormen. Veterinair, december 2017 -
3
Nieuws en mededelingen GD-laboratoriumonderzoek salmonella rundvee opnieuw op witte lijst
GD Academy: cursusaanbod rundveedierenartsen januari
De laboratoriumtesten van GD die actieve salmonelladragers kunnen opsporen zijn opnieuw door het WBVR als geschikt beoordeeld. GD is daarom door NZO, tot nu toe als enige, wederom op de witte lijst geplaatst. Deze lijst geeft melkveehouder en dierenarts inzicht in welke laboratoria goede prestaties leveren ten aanzien van salmonellaonderzoek. Om tot de samenstelling van een witte lijst te komen toetste WBVR de kwaliteit van de laboratoria door validatierapporten te beoordelen en rondzendoefeningen uit te voeren.
Het aanbod van GD Academy voor rundveedierenartsen wordt steeds verder uitgebreid. We beginnen 2018 goed met twee actuele en zeer praktijkgerichte cursussen:
Uitbreiding Pakket Diarree BIG Het Pakket Diarree BIG wordt in januari 2018 uitgebreid. Op dit moment omvat dit pakket een gecombineerde PCR die meerdere, verschillende diarreeverwekkers kan aantonen in mestmonsters/ ESwabs van biggen met diarree in het kraamhok. Volgend jaar komt er ook een variant beschikbaar voor gespeende biggen. Het pakket voor biggen in het kraamhok wordt dan aangepast, met een nog specifieker aanbod testen. Varkensdierenartsen ontvangen hierover binnenkort nog een speciale mailing. Later in 2018 lanceert GD ook een Pakket Diarree Vleesvarkens.
Veterinair is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Carlijn ter Bogt-Kappert, Guillaume Counotte, Linda van Duijn, Theo Geudeke, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Helen de Roode, Marjolijn Waanders, Jeanine Wiegel | Eind redactie Margreet Pasman | Basisontwerp de PLOEG communicatie | Vormgeving Dock35 Marketing Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Uitgever GD Deventer | Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00 Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Samen werken aan diergezondheid
• 18 januari - Uiergezondheid: een uitgemolken thema? • 25 januari - Fosfaatadvies op Maat Beide cursussen zijn aangemeld voor accreditatiepunten en worden georganiseerd bij GD in Deventer. De kosten bedragen 295 euro (excl. btw), inclusief lunch of diner. Meer informatie over het programma en de sprekers vindt u in de bijlage bij deze Veterinair. Ga voor uitgebreide informatie en aanmelden naar www.gdacademy.nl.
GD Academy: cursusaanbod varkensdierenartsen januari Ook met varkensdierenartsen en andere adviseurs in de varkenssector delen wij aan het begin van het nieuwe jaar graag onze kennis. GD Academy organiseert daarom in januari een dierenartsensessie over zoönosen en een cursus over bigvitaliteit. Beide cursussen worden bij het CKRD aangemeld voor accreditatie. Dierenartsensessie 'Een andere kijk op zoönosen' Op dinsdag 16 januari organiseren wij, voorafgaand aan het symposium Hogere Varkensgezondheid in Eindhoven, de dierenartsensessie 'Een andere kijk op zoönosen'. Verschillende zoönosen worden vanuit een humaan perspectief belicht, wat naar verwachting interessante inzichten gaat opleveren. Vragen die deze ochtend centraal staan zijn onder andere: Welke rol speelt varkensvlees in de overdracht van hepatitis E? En: Welke risico’s vormen influenza en vlekziekte voor mensen die veel in contact komen met varkens? Deelname bedraagt 249 euro (excl. btw), inclusief lunch en toegang tot het praktijksymposium 'Antibiotica 0,0%'. Zie bijgevoegde flyer voor meer informatie. Cursus Bigvitaliteit Op dinsdag 30 januari kunnen dierenartsen en andere adviseurs uit de varkenssector bij GD de cursus Bigvitaliteit bijwonen. Tijdens deze cursus bespreken we actuele casuïstieken en gaan we in op risicofactoren die spelen bij grote tomen, hoe management kan bijdragen aan vitale biggen en hoe gezondheidsproblemen kunnen worden aangepakt. Na deze cursus kunt u varkenshouders nog beter en gerichter adviseren. De kosten voor deze cursus bedragen 495 euro (excl. btw). Dit is inclusief een dinerbuffet. Aanmelden kan via www.gdacademy.nl.