Veterinair 12 - december 2018

Page 1

Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 24 • DECEMBER 2018

ACTH en PPID: richtlijnen en interpretatie aangepast Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar PPID (pituitary pars intermedia dysfunction). Hierdoor is de kennis over en ervaring met het testen van paarden met deze aandoening enorm toegenomen. Reden voor de ‘Equine endocrinology group’, een groep internationale experts, om aangepaste aanbevelingen te doen ten aanzien van de diagnostiek en de interpretatie van testuitslagen. In de aangepaste aanbevelingen hangt de aanpak van PPID onder andere af van de symptomen en de anamnese van het te testen paard. Een Nederlandse samenvatting van deze adviezen is te vinden op www.gddiergezondheid.nl/ppid. Symptomen PPID, voorheen bekend als de ziekte van Cushing, wordt veroorzaakt door een slecht functionerend middendeel van de hypofyse. PPID komt naar schatting voor bij ongeveer 15 procent van de paarden ouder dan 15 jaar. De symptomen die optreden bij PPID zijn te verklaren door verhoogde hormoonconcentraties en soms door de directe drukverhoging van de vergrote hypofyse op de omliggende hersendelen. Het bekendste symptoom van PPID is een lange en krullerige vacht, met soms een afwijkende kleur. Ook treedt bij ongeveer een kwart van de paarden hoefbevangenheid op. drs. Linda van den Wollenberg, dierenarts, Nederlands specialist inwendige ziekten paard en dr. Guillaume Counotte, veterinair toxicoloog

Nieuw: test op Mortellaro in Klauwgezondheid Tankmelk Om aan te tonen in welke mate Mortellaro een rol speelt op een melkveebedrijf heeft GD een nieuwe test ontwikkeld. Deze test geeft aan hoeveel antistoffen tegen het oorzakelijke agens van de ziekte van Mortellaro (Treponema spp.) aanwezig zijn in de koppel melkkoeien. Hiermee is het voor het eerst mogelijk om in één oogopslag inzicht te krijgen in Mortellaro op koppelniveau. Vanaf 2019 is de test standaard onderdeel van het abonnement Klauwgezondheid Tankmelk. Bij de tankmelkronde in maart wordt bij bestaande deelnemers automatisch de aanwezigheid van antistoffen tegen Mortellaro op het bedrijf onderzocht. Op de uitslag van de test staat of er weinig, veel of zeer veel antistoffen zijn aangetroffen. De veehouder krijgt hierbij een passend advies om Mortellaro op zijn bedrijf nog beter terug te dringen. En dat is belangrijk, want 78 procent van de vee­ houders ervaart Mortellaro als de meest vervelende klauwaandoening (onderzoek GD, 2018). Klauwgezondheid Tankmelk meet het gehalte van het vitamine biotine en de spoorelementen zink en mangaan, die een essentiële rol spelen bij het vormen van gezonde, sterke klauwen. Met de toevoeging van de test op Mortellaro-antistoffen kunnen veehouders, met ondersteuning van u als dierenarts, gerichter bijsturen in de aanpak van Mortellaro.

Veterinair

12

dr. Menno Holzhauer, dierenarts, specialist rundergezondheid

Dierenartsensessie Hogere Varkensgezondheid

De dierenartsensessie, die GD traditiegetrouw voorafgaand aan het symposium Hogere Varkensgezondheid organiseert, gaat dit jaar over de rol van de dierenarts in ketenmodellen. Vragen die tijdens deze sessie, op 15 januari in het Evoluon in Eindhoven, centraal staan zijn: hoe ziet de Nederlandse varkenshouderij er in de toekomst uit en waarom is het zo belangrijk om als dierenarts een visie te hebben op ontwikkelingen in de sector? Maar ook: welke toekomstige rol kennen de ketenpartners toe aan dierenartsen? Op het programma staan lezingen van René Veldman (projectmanager Food & Agri bij Rabobank), Patrick Köhlen (Pigflow BV) en Jaap de Wit (chairman Stichting Keten Duurzaam Varkensvlees). Meer informatie en aanmelden: www.hogerevarkensgezondheid.nl. Veterinair, december 2018 -

1


drs. Klaas Peperkamp, patholoog drs. Debora Smits, dierenarts rundvee

Boosaardige catarrhaalkoorts bij een geit In september werd een geit ingestuurd voor pathologisch onderzoek. Uitgebreid vervolgonderzoek leidde tot de diagnose ‘boosaardige catarrhaalkoorts’. De betreffende geit had contact met schapen.

Haal meer uit een sectie! Een van uw veehouders heeft een dood dier op het bedrijf en wil graag de doodsoorzaak achterhalen. Pathologisch onderzoek biedt dan aanknopingspunten om samen met uw veehouder het probleem te detecteren en aan te pakken en, bij een infectieuze oorzaak, uitbreiding te voorkomen. Om zoveel mogelijk resultaat uit een sectie te halen is een goede beschrijving van de ziektegeschiedenis (anamnese), van zowel het ingezonden dier als de koppel, op het inzendformulier belangrijk. GD voert altijd een algehele macroscopische sectie uit. Met een volledige anamnese met onder andere leeftijd, klinische verschijnselen, verloop, behandelingen, eventueel rantsoen en vraagstelling kan de patholoog aanvullende laboratoriumtesten gerichter inzetten om de doodsoorzaak of het diergezondheidsprobleem te achterhalen. Gaat het om een bedrijfsprobleem, zorg er dan voor dat het ingezonden dier een representant is van dit bedrijfsprobleem. Voor nader laboratoriumonderzoek (bacteriologisch, histologisch en virologisch onderzoek) is het belangrijk dat het te onderzoeken kadaver zo vers mogelijk is. Het ontbindingsproces beïnvloedt het onderzoeksresultaat namelijk negatief. Kortom: hoe verser het kadaver en hoe vollediger de anamnese, hoe waardevoller het resultaat van het pathologisch onderzoek.

Bij het pathologisch onderzoek werd een worminfectie vastgesteld. Histologisch werd tevens een huidafwijking vastgesteld. Vanwege twijfels over het belang van de huidaandoening is toen contact opgenomen met de praktiserend dierenarts. Op basis van de beschrijving van de dierenarts werd er besloten histologisch onderzoek van nier en lever uit te voeren. Hierbij werden lymfohistiocytaire ontstekingshaarden gezien, aanleiding om leverweefsel door middel van PCR op boosaardige catarrhaalkoorts (BCK) te laten onderzoeken. Bij dit onderzoek is ovine herpesvirus type 2 aangetoond, waarmee de diagnose BCK werd bevestigd. BCK is maar zelden beschreven bij geiten en wordt met enige regelmaat ook bij runderen vastgesteld. Om BCK te voorkomen wordt geadviseerd om aflammende schapen niet met runderen en geiten onder één dak te huisvesten. dr. René van den Brom, dierenarts, Europees specialist gezondheidszorg kleine her­kauwers

Welke swab voor welk pluimvee-onderzoek? GD krijgt regelmatig de vraag welke swab gebruikt moet worden voor de detectie van micro-organismen bij pluimvee. Het aanbevolen swab-type hangt af van het micro-organisme en de techniek die wordt gebruikt voor de detectie. Hieronder een overzicht met de aanbevolen swabs voor de verschillende kweekmethoden (bacteriën en virussen) en PCR. Bacteriologie

2

PCR

Mycoplasma

Aeroob

Anaeroob

Hout 1)

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Aluminimum

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja

Kunststof

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja

Flocked/nylon Kunststof

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja

Type swab

Type steel

Droge swab Katoen

Swab met transportmedium Gel

Kunststof

Nee

Ja

Ja

Nee

Nee

Koolstof

Kunststof

Nee

Ja

Ja

Nee

Nee

Amies

Kunststof

Nee

Ja

Ja

Nee

Ja

ME boullion

Kunststof

Ja

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja2)

Ja

Virus-medium Kunststof

Ja = aanbevolen swab voor dit onderzoek; Nee = swab niet aanbevolen door dit onderzoek 1)

Tot slot reikt het belang van een diagnose soms verder dan het individuele bedrijf. Er kunnen aandoeningen voorkomen die overdraagbaar zijn van dier op mens, maar ook aandoeningen die gevolgen hebben voor contact- of buurtbedrijven, wat de hele sector kan raken. Vanwege het collectieve belang wordt pathologisch onderzoek op runderen, varkens, pluimvee, schapen en geiten bij GD financieel ondersteund vanuit de diergezondheidsmonitoring.

Viruskweek

2)

lleen geschikt voor salmonella-monstername A Graag vooraf overleg

Nieuwe gevallen van ILT bij vleeskuikens Recent zijn er in Groningen en Drenthe (aan de grens met Duitsland) twee nieuwe uitbraken van ILT vastgesteld bij vleeskuikens. GD publiceert een actuele kaart met locaties op basis van tweecijferige postcode om de sector te informeren op www.gddiergezondheid.nl/ilt-actueel. Ook het aantal Coryza-uitbraken nam de laatste tijd toe. De actuele kaart van Coryza vindt u op www.gddiergezondheid.nl/coryza-actueel.


Interpretatie wisselende uitslagen van salmonella-tankmelkonderzoek Als een melkveebedrijf binnen het Salmonella Programma Onverdacht een positieve salmonella-tankmelkuitslag heeft, wordt na een maand een nieuw tankmelkmonster onderzocht. Als bij dit nieuwe monster de uitslag negatief is, vragen veehouders en dierenartsen vaak een verklaring. In het Salmonella Programma Onverdacht wordt gebruikgemaakt van de periodieke tankmelkuitslagen van Qlip. Alléén na een positieve tankmelkuitslag van Qlip wordt een heronderzoek van tankmelk bij GD uitgevoerd. Hieruit ontstaat weleens het beeld dat er een verschil zou kunnen zijn tussen de onderzoeksmethoden van beide laboratoria. Dat is niet het geval: beide laboratoria voeren de tankmelktest op dezelfde wijze uit en vergelijkend onderzoek op dezelfde monsters laat steeds een goede overeenkomst tussen de tankmelkuitslagen van beide laboratoria zien. Heronderzoek na een positieve tankmelkuitslag vindt ook plaats op bedrijven die al langere tijd positieve tankmelkuitslagen hebben. Wisselende tankmelkuitslagen zijn op deze bedrijven de eerste indicatie dat de concentratie antistoffen tegen salmonella daalt tot rondom de detectielimiet. Wij adviseren op deze bedrij-

ven volop aandacht te blijven geven aan preventieve maatregelen in de bedrijfsvoering om de weerstand tegen salmonella te verhogen en om de scheiding tussen verschillende diergroepen en de bedrijfshygiëne te verbeteren. Op langdurig (≥ twaalf maanden) besmette melkveebedrijven adviseren we met intervallen van zes maanden salmonelladragers op te sporen en af te voeren. Is er op zo’n bedrijf sprake van wisselende tankmelkuitslagen, beoordeel dan zes maanden na het laatste koppelonderzoek of een volgend koppelonderzoek nodig is. Betrek in uw beoordeling, naast de tankmelkuitslagen, ook de uitslag van een recent steekproefbloedonderzoek van de vijf jongste kalveren van ouder dan negentig dagen. dr. Maarten Weber, dierenarts, specialist rundergezondheid

Monitoring kreupelheid zonder infectieuze oorzaken bij varkens Dierenartsen en veehouders stellen de laatste jaren veel vragen over kreupelheid aan de Veekijker varken. Sinds 2013 staat kreupelheid met 17 procent bovenaan de lijst van alle vragen over gezondheidsproblemen. Vaak betreft het jonge vlees- en opfokvarkens en zeugen.

Tenslotte blijkt uit de Online Monitor dat in 2018 2 tot 2,5 procent van de gemelde gezondheidsproblemen bij varkens vanaf vier weken leeftijd kreupelheid betreft, waarbij geen infectieuze oorzaak als waarschijnlijkheidsdiagnose kan worden vastgesteld (zie figuur). Het lijkt erop dat kreupelheid met een metabole oorzaak bij varkens in de loop der tijd wat vaker wordt vastgesteld. De

prevalentie is echter nog altijd niet zeer hoog. Het probleem roept vooral veel vragen op, met name over de diagnostiek. dr. Theo Geudeke, dierenarts, specialist varkensgezondheid

3,5% % kreupelheid met niet-infectieuze oorzaak

De vragen gaan vooral over het stellen van een diagnose en de metabole oorzaken van kreupelheid, in het bijzonder osteochondrose en de ontwikkeling van het locomotie-apparaat bij snel en efficiënt groeiende varkens. Dat er veel telefonische vragen zijn, wil nog niet zeggen dat het ook een veelvoorkomend probleem is. Analyse van de gegevens over pathologisch onderzoek van ingezonden varkens leert ons dat 15 procent van de inzendingen betrekking heeft op locomotieproblemen. Daaronder vallen overigens ook hersenverschijnselen als gevolg van Streptococcus suis bij gespeende biggen (7,5 procent). Bij 2,5 procent van alle secties is de diagnose ‘kreupelheid door een niet-infectieuze of metabole oorzaak’. Dit percentage stijgt sinds 2013, deels door meer aandacht voor niet-infectieuze oorzaken, zoals osteochondrose en ‘metabolic bone disease’. Er zullen relatief weinig kreupele dieren aangeboden worden voor sectie, omdat kreupelheid doorgaans niet tot sterfte leidt. Het genoemde percentage is dan ook wellicht een onderschatting van de omvang van het probleem.

3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% jan 2018 febr

maart

april

mei

juni

juli

aug

sept

Figuur: percentage van in de Online Monitor gemelde gezondheidsproblemen bij varkens ouder dan vier weken waarbij kreupelheid is gediagnosticeerd zonder een infectieuze oorzaak (periode januari - september 2018).

Europese specialisten Gezondheidszorg Kleine Herkauwers Karianne Lievaart-Peterson, Piet Vellema en René van den Brom hebben alle drie het herregistratieproces van het ECSRHM met succes doorlopen. Zodoende zijn zij tot 2023 opnieuw Europees specialist Gezondheidszorg Kleine Herkauwers (officieel Diplomate of the European College of small ruminant health management).

Veterinair, december 2018 -

3


Nieuws en mededelingen Belangrijke wijzigingen in aanbod GD

Ophalen monster-/sectiemateriaal feestdagen

Alle dierenartspraktijken ontvangen het nieuwe producten- en tarievenboekje van 2019. Ook vindt u een actuele lijst van ons aanbod op www.dapcontact.nl. Hieronder enkele belangrijke wijzigingen die ingaan op 01 januari 2019: • De CEM PCR voor paard zit niet meer in ons aanbod. Wel kunt u nog de CEM kweek aanvragen. Voor deze test is het GD-lab door NVWA erkend en geaccrediteerd volgens ISO 17025:2005 scope L120. • De doorlooptijd en het tarief van Droes ELISA paard zijn aangepast naar vijf werkdagen en €22,50 per monster. • Het Drinkbakcheck-abonnement stopt. De Drinkbakcheck blijft als los onderzoek wel bestaan. • De QuickScan Uiergezondheid stopt. • De QuickScan BVD is niet meer als pakket verkrijgbaar. De losse onderzoeken uit dit pakket kunt u gewoon blijven aanvragen. • Het BGP en BBP hebben nu één tarief voor vleesvee en melkvee.

Nox haalt tijdens Kerst (24 t/m 26 december) en Oud en Nieuw (31 december en 1 januari) geen monstermateriaal op. U kunt het wel aanmelden zoals u gewend bent via 0900-2020012 of de Innight App. Nox haalt de monsters dan de eerstvolgende nacht dat er weer gereden wordt op.

Tot slot heet Uiergezondheid Tankmelk + Bedrijfsantiobiogram Mastitis nu Mastitis Tankmelk. Er is keuze uit pakket Optimaal (tien metingen + bedrijfsantibiogram) en pakket Basis (zes metingen + bedrijfsantibiogram), daarnaast zijn beide pakketten ook mogelijk exclusief het bedrijfsantibiogram.

Veterinair is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Carlijn ter Bogt-Kappert, Guillaume Counotte, Linda van Duijn, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Daphne de Leeuw, Marjolijn Waanders, Jeanine Wiegel | Eind­redactie Margreet Pasman | Basisontwerp de PLOEG communicatie | Vormgeving Dock35 Marketing Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Uitgever GD Deventer | Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuze­menu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00 Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.

Samen werken aan diergezondheid

Op 24, 27 en 28 december rijdt de ophaaldienst voor sectie­ materiaal de reguliere route en verrichten onze pathologen ook secties. Met Kerst (25 en 26 december) en op Nieuwjaarsdag (1 januari) gelden de spoed- en consignatiediensten. De ophaaldienst haalt dan tegen het vaste spoedtarief de dieren op en bewaart ze gekoeld tot de eerstvolgende werkdag.

Nieuwe samenstelling Happy Bite-pakket Happy Bite monitort de gezondheidsstatus van varkens. Dit gaat als volgt: varkenshouders hangen speciale touwen op waar de varkens graag op kauwen. Het speeksel dat in deze touwen achterblijft kan worden onderzocht op verschillende virussen, waaronder PRRS, Circovirus (PCV2) en het influenzavirus, maar ook op antistoffen tegen verwekkers van luchtwegklachten, zoals APP, influenza, Mycoplasma, PRRSv en PCV2. Het Happy Bite-monsternamepakket (VDGEB086) bevat nu alle materialen voor het nemen van vijf speekselmonsters, waaronder handige opvangzakken met buis om het speeksel gemakkelijk op te vangen. Het speeksel dient gekoeld verstuurd te worden.

Mastitis Tankmelk blijkt goede aanvulling Het product Mastitis Tankmelk blijkt op veel bedrijven een waardevolle aanvulling voor inzicht in de mastitisverwekkende bacteriën en hun antibioticagevoeligheid. Tankmelkdiagnostiek verstoort de arbeidsroutine van de veehouder niet, terwijl er toch nuttige informatie over de uiergezondheid op het bedrijf beschikbaar komt. U krijgt op een laagdrempelige manier inzicht of de door u voorgeschreven antibiotica nog goed werkzaam zijn. Ook kunt u op bedrijfsniveau afwegen of aanvullend individueel bacteriologisch onderzoek noodzakelijk is voor optimalisatie van de therapie.

Accorderen IBR-vaccinatie op VeeOnline Het is nu ook mogelijk IBR-vaccinaties te registeren zonder direct een verklaring af te geven. Dit is vooral belangrijk als u een koppel op verschillende dagen vaccineert. U geeft de verklaring af zodra de koppelvaccinatie volledig is afgerond en u de vaccinatie van de laatste dieren registreert. Bent u vergeten akkoord te geven, dan kunt u dit via het aanmaken van een (nieuwe) registratie alsnog doen. Klik dan op de knop 'Vorige vaccinatie accorderen'.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.