Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 25 • JUNI 2019
Verhogen weerstand en verlagen infectiedruk cruciaal bij aanpak mastitis door Klebsiella Tijdens mijn UGA-telefoondienst werd ik gebeld door een veehouder die zijn koeien melkt met een automatisch melksysteem (AMS). Hij had problemen met ernstige mastitis, veroorzaakt door Klebsiella spp. en wilde weten wat hij moest doen. Bij deze vaak ernstige vorm van mastitis speelt de infectiedruk in de omgeving samen met de weerstand van de koe een belangrijke rol. Door samen met de veehouder de Klebsiella-beslisboom te doorlopen bleek al snel dat het op dit bedrijf vrij eenvoudig was om een aantal verbeteringen door te voeren. Naast aanpassingen in de ventilatie en het ligbedmanagement werd de hygiëne geoptimaliseerd door het scheren van de uiers. Om de infectiedruk in de ligboxen te bepalen werden monsters van het strooisel genomen en werden alle koeien met een verhoogd celgetal bemonsterd om te achterhalen of er ook Klebsiella-dragerdieren aanwezig waren. Er bleek bovendien dat de Klebsiella-besmette koeien na het afkalven wat meer conditie waren kwijt geraakt en dat daarnaast het percentage koeien met ketose hoger was dan normaal. Dit duidt op een ernstigere negatieve energiebalans, waardoor de weerstand van de koe tegen infecties af kan nemen. Om deze reden is in overleg met de veehouder geadviseerd om samen met de eigen dierenarts onder andere de Droogstandscheck uit te voeren. Zo wordt duidelijk of de transitieperiode geoptimaliseerd kan worden, zodat te veel conditieverlies na afkalven kan worden voorkomen. Meer informatie over Klebsiella vindt u via: www.gddiergezondheid.nl/klebsiella. Drs. Ryan van Egmond, dierenarts rundvee
Haemonchose bij jaarlingen In het voorjaar van 2019 werd door middel van pathologisch onderzoek haemonchose aangetoond bij schapen. In de regel betrof het jaarlingen die hadden afgelamd en op dat moment al langere tijd op stal stonden. Het betrof dus geen recente infectie, maar een Haemonchus-infectie die op het moment van opstallen in 'winterslaap' was. Door de spring rise rondom het aflammen werden de L4-larven volwassen en zijn ze massaal bloed gaan consumeren in de lebmaag, waardoor anemie en sterfte optrad. Dit fenomeen wordt reeds een aantal jaren gezien. Daarnaast werd al vroeg in het jaar melding gemaakt van hoge EPG’s voor strongylustype-eieren. Regelmatig raadplegen houders en dierenartsen de Veekijker over maagdarmworminfecties en interpretatie van uitslagen van mestonderzoek. Dat problemen al vroeg in het voorjaar beginnen en later in het jaar eindigen, is iets dat al enkele jaren wordt gezien. Op meerdere bedrijven lijkt sprake van multiresistentie voor de beschikbare anthelmintica. Het belang van preventieve maatregelen en controle op het voorkomen van infecties door middel van mestonderzoek is nodig om sterfte door maagdarmworminfecties te voorkomen.
Veterinair
06
Dr. René van den Brom, dierenarts kleine herkauwers
Training Pathologie en vervolgonderzoek (varken) 27 juni
Tijdens deze eendaagse training kunt u onder leiding van een patholoog van GD zelf oefenen in het uitvoeren van een sectie en het verzamelen van materiaal voor aanvullende diagnostiek. De bijeenkomst is op 27 juni van 9.00 tot 17.00 uur en kost 449 euro. Dit is inclusief digitaal cursusmateriaal, een certificaat en een lunch. Aanmelden: www.gddiergezondheid.nl/training-pathologie-varkensdierenartsen. Veterinair, juni 2019 -
1
Carlijn ter Bogt MSc Project- en productmanager Paard
Wat u moet weten over AI-PCR-inzendingen Gezien de actuele status van aviaire influenza (AI) in België (AI-H3N1) is alertheid en nadruk op preventie gewenst, onder andere bij het transporteren van koppels. Klinische inspectie (door de dierenarts) van koppels voor transport is essentieel. Om de onverdacht-status te bevestigen kan daarnaast aanvullend onderzoek in de vorm van PCR worden gedaan.
Geeft u ons ook een SEINtje? Het is als dierenarts fijn om weten waar infectieuze ziekten op een bepaald moment voorkomen, zodat u hier extra alert op kunt zijn. Samen met de leden van Cluster Paard van de KNMvD, en mede mogelijk gemaakt door Boehringer Ingelheim Animal Health, hebben we een nieuw alertsysteem opgezet voor de paardendierenarts: Surveillance Equine Infectieziekten Nederland (SEIN). Monitoren van dierziekten is één van de hoofdtaken van GD. Wij kijken met onze partners binnen de professie constant hoe we u als dierenarts beter en gerichter kunnen informeren over bepaalde ziekten. Monitoren geeft ons een totaalbeeld van de diergezondheid in Nederland; voor paard is daar nu een mooie stap in gemaakt! Op basis van een tweecijferig postcodegebied voorziet SEIN deelnemende dierenartsen wekelijks via een betrouwbare e-mailalert van anonieme informatie over de belangrijkste infectieuze aandoeningen bij het paard. In Nederland zijn dit: droes, rhinopneumonie en influenza. Zo blijft u eenvoudig op de hoogte van veelvoorkomende infectieuze paardenziekten. SEIN sluit internationaal aan bij vergelijkbare initiatieven in Europa, zoals RESPE (Frankrijk), Equine Focus Point (België) en het International Collating Center (UK). Deelname is vrijwillig. Bij deelname geeft u toestemming dat uw eigen testresultaten ook via dit alertsysteem worden gedeeld. Makkelijker kunnen wij het niet voor u maken. Geeft u ons ook een SEINtje? U kunt zich eenvoudig inschrijven via www.SEINalerts.nl.
2
Het advies rondom de PCR is om zo kort mogelijk voor transport trachea- en cloaca swabs van minimaal zestig dieren per koppel te laten onderzoeken in de AI-PCR (twaalf pools van tien swabs). Het onderzoek van deze swabs kan door GD worden uitgevoerd. De werkwijze is als volgt: 1. Monsters moeten altijd telefonisch worden aangemeld bij de Pluimveeplanning 0900-1770 optie 4. • Indien de monsters vóór 10.00 uur binnen zijn bij GD, wordt getracht dezelfde dag een uitslag bekend te kunnen maken. • De test wordt op dit moment alleen uitgevoerd op werkdagen. 2. Stuur per stal zestig trachea- en zestig cloacaswabs in pools van tien (per stal krijgt u dus twaalf PCR-resultaten). 3. Vul het inzendformulier volledig in of meld de monsters digitaal aan via VeeOnline (inclusief extra adressanten naar wie de uitslag toe moet). • Voor een snelle afhandeling is het van belang dat de extra adressant de uitslag per e-mail ontvangt. Dit moet vooraf ingeregeld zijn. Inregelen kan door te bellen naar de Pluimveeplanning 0900-1770 optie 4. Lever de zending onder vermelding van 'Spoed AI' af bij de balie. Indien de monsters met een koerier worden verstuurd, zorg dan dat de inzending herkenbaar wordt aangeleverd. Rob Nijland, hoofd binnendienst pluimvee
Kweek voor aantonen listeria GD introduceert specifiek bacteriologisch onderzoek voor de diagnostiek van listeriose. Deze test biedt dierenartsen en veehouders de kans om deze zoönoseverwekker op te sporen in melk, mest en voer. De belangrijkste pathogene Listeria spp. voor herkauwers zijn Listeria monocytogenes en Listeria ivanovii. Deze veroorzaken onder andere encefalitis, abortus, metritis, septicaemie en plotselinge sterfte. Geiten zijn hier gevoeliger voor dan schapen en runderen. Als gevolg van listeriose komen regelmatig abortus en hoge uitvalsperscentages voor op melkgeitenbedrijven. De bron van besmetting zijn meestal listeria-bacteriën in slecht of matig geconserveerde kuil. Bacteriologische kweek van listeria-bacteriën was bij GD al mogelijk bij pathologisch onderzoek (kadavers, verworpen vruchten en placenta’s). Ook werd listeria sporadisch gekweekt uit melkmonsters. Melkgeitenhouders hebben GD het afgelopen jaar benaderd omdat bij onderzoek door melkverwerkers te veel listeria-bacteriën in hun tankmelk waren aangetoond. Naar aanleiding van die vraag onderzoekt GD nu ook mest-, voer- en melkmonsters specifiek op listeria, met of zonder selectieve ophoping. Voor de kweek wordt gebruikgemaakt van voedingsmedia die overgroei van andere bacteriën tegengaan. De gevoeligste methode voor het aantonen van listeria-bacteriën is kweek met ophoping. Voor mest en voer is deze methode duidelijk superieur. Voor melk is het beter om te kweken zonder ophoping, omdat dit gevoelig genoeg is en dan ook een telling kan worden uitgevoerd. Dr. Marian Aalberts, veterinair microbioloog i.o. en Dr. ir. Erik van Engelen, veterinair microbioloog
Aanvoer IBR-vrije runderen op vaccinerende bedrijven Alleen al in april van dit jaar is op drie bedrijven met de status ‘vaccinerend’ op basis van een viruspositieve neusswab een IBR-uitbraak aangetoond. In alle drie gevallen was sprake van klinische symptomen bij kort daarvoor aangevoerde IBR-vrije runderen. Zeer waarschijnlijk zorgde stress door mengen van dieren voor reactivatie van IBR-virus bij al op de bedrijven aanwezige besmette, gevaccineerde koeien. Sinds de invoering van de landelijke aanpak IBR in april 2018 kennen we bedrijven met de status ‘vaccinerend’. Dit zijn meestal bedrijven waar besmette dieren aanwezig zijn. Vaccinerende melkveebedrijven mogen voor IBR zonder restricties runderen aanvoeren. Om niet verder achterop te raken in de bestrijding van de ziekte is het aan te raden alleen IBR-vrije runderen aan te kopen. Dat het belangrijk is deze dieren direct te vaccineren blijkt uit bovengenoemde recente uitbraken, waar juist de aangevoerde IBR-vrije dieren besmet werden. Deze gevallen maken duidelijk dat het belangrijk is ook op vaccinerende bedrijven alert te blijven op klinische verschijnselen passend bij IBR en bij het waarnemen daarvan neusswabs te nemen. Stress en weerstandsvermindering In het algemeen geldt dat stress en weerstandsvermindering kunnen leiden tot reactivatie bij besmette runderen. Dus ook het toevoegen van aangekochte dieren in een koppel kan hiervoor zorgen. Onder gevaccineerde runderen leidt nieuwe virusspreiding niet of nauwelijks tot symptomen. Vaccinatie met geïnactiveerd
Jubileumactie Neospora Tankmelk Bijna vierhonderd veehouders gaven zich op voor onze neosporajubileumactie. Zij kregen een 100-dagen-proefabonnement op Neospora Tankmelk en in die periode kosteloos neospora-onderzoek van ingezonden verwerpersbloed. Een deel van deze veehouders zette het abonnement na de proefperiode voort. Ook binnen uw praktijk kunnen er één of meerdere nieuwe deelnemers aan Neospora Tankmelk zijn. Met de interpretatie van de uitslag van het tankmelkonderzoek kunt u hen helpen bij de monitoring van neospora. Plan van aanpak Worden er bij het tankmelkonderzoek antistoffen tegen neospora aangetoond, dan wordt het onderzoek na één maand opnieuw uitgevoerd. De uitslag daarvan is bepalend voor de vervolgstappen. In de tabel hiernaast staat een plan van aanpak in het kader van de monitoring van neospora met behulp van het tankmelkabonnement. Voert een veehouder dieren aan? Laat ze altijd op neospora onderzoeken.
vaccin zorgt bij reactivatie in besmette dieren voor minder virus uitscheiding, zowel door een verkorte tijdsduur als een kleinere hoeveelheid. Levend vaccin beschermt effectiever tegen nieuwe infecties dan geïnactiveerd vaccin. Vrije dieren eerder beschermen Behalve de schade die deze bedrijven lijden, raken ze ook achterop in de bestrijding. Conform het protocol statusbeheer IBRvrij (route vaccinatie) worden aangevoerde runderen in ieder geval bij de eerstvolgende aansturing meegenomen in de koppelenting. Op bedrijven met de status ‘vaccinerend’ is het advies daarom om aangevoerde runderen gevaccineerd toe te voegen aan de koppel of ze ‘van de kar af’ (intranasaal) te vaccineren. Dit in combinatie met managementmaatregelen rondom de introductie van nieuwe dieren verkleint de kans op nieuwe uitbraken en de gevolgen daarvan op besmette bedrijven.
Drs. Frederik Waldeck, dierenarts rundvee
Categorie
1
Neosporaantistoffenonderzoek
Interpretatie van de uitslag neospora
Uitslag tankmelk
Verwerpersbloed (% aangetoond bij ten minste 5 verwerpers)
Bedrijfsprobleem
Verwerpersprobleem
Niet aangetoond
<60%
nee
nee
Advies categorie 1: indien neospora in verwerpersbloed is aangetoond alleen familielijn-onderzoek van verwerper. 2
Niet aangetoond
≥60%
nee
ja
Advies categorie 2: indien neospora in verwerpersbloed is aangetoond alleen familielijn-onderzoek van verwerper, óf bij >3% verwerpers bedrijfsscreening om de besmette dieren op te sporen. 3
Aangetoond
<60%
ja
nee
Advies categorie 3: steekproef van twintig willekeurige dieren voor inschatting besmettingsgraad. Bij besmettingsgraad van ≤20% blijven monitoren via tankmelkabonnement: indien neospora in verwerpersbloed is aangetoond alleen familielijnonderzoek van verwerper. Bij hoge besmettingsgraad van >20%: bedrijfsscreening individueel melk- en bloedonderzoek om besmette dieren op te sporen.
Dr. Thomas Dijkstra, dierenarts rundvee 4
Aangetoond
≥60%
ja
ja
Advies categorie 4: bedrijfsscreening individueel melk- en bloedonderzoek om besmette dieren op te sporen.
Veterinair, juni 2019 -
3
Nieuws en mededelingen EBC-congres: profiteer van early bird-tarief
BVD-steekproefbloed: let op de juiste leeftijd
Tijdens het European Bovine Congress zoeken gerenommeerde rundveespecialisten uit heel Europa antwoord op de vraag welke kennis en vaardigheden de praktiserende rundveedierenarts anno 2025 nodig heeft om haar klanten te dienen. Het congres is bedoeld voor dierenartsen en andere geïnteresseerden in rundveegeneeskunde en vindt plaats in Congrescentrum 1931 te ‘s-Hertogenbosch. U kunt nog tot 30 juni profiteren van het early bird-tarief. Ga naar www.ebc2019.nl voor meer informatie.
Op veel bedrijven wordt de BVD-situatie bewaakt door halfjaarlijks steekproefbloedonderzoek op BVD-antistoffen. Om te voorkomen dat veehouders hun BVD-status verliezen, is het belangrijk dat zij op het aangegeven moment vijf ongevaccineerde dieren van de juiste leeftijd laten tappen (acht tot en met twaalf maanden, op het moment van bloedtappen). Gebruik het ingeplande onderzoek op VeeOnline. VeeOnline doet een voorstel van dieren van de stallijst in de juiste leeftijdscategorie. Kijk voor een handleiding op www.gddiergezondheid.nl/hoewerktdigitaalinschrijven.
Cursus ‘Infectieuze oorzaken voor acute diarree bij het volwassen paard’
Meer inzichten door leverbiopt
GD organiseert op 20 juni 2019 een cursus voor dierenartsen over enkele belangrijke infectieuze oorzaken van diarree bij paarden: salmonella, Clostridium perfringens en Clostridium difficile en Equine coronavirus. Drs. Tresemiek Picavet, dr. Kees van Maanen en dr. Erik van Engelen besteden aandacht aan de pathogenese, diagnostiek, behandeling, management en preventie van deze infectieziekten. Ook biosecurity en het al dan niet inzetten van antibiotica komen aan bod. Kosten zijn 295 euro en deze cursus is aangemeld bij het CKRD voor accreditatiepunten. Aanmelden: www.gddiergezondheid.nl/gdacademy.
Veterinair is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Marian Aalberts, Carlijn ter Bogt, Linda van Duijn, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Daphne de Leeuw, Jeanine Wiegel, Theo Geudeke | Eindredactie Anne Taverne | Basisontwerp de PLOEG communicatie | Vormgeving Dock35 Marketing Doetinchem | Druk Senefelder Misset Doetinchem | Uitgever GD Deventer | Verschijningsfrequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00 Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Samen werken aan diergezondheid
Een leverbiopt is een levermonster van 150 tot 200 milligram dat wordt genomen bij het levende dier. De analyses van leverbiopten geven inzicht in de (voorraad)status van bepaalde spoorelementen; men weet of het dier nog een voorraad heeft, een dreigend tekort of overmaat. Daarnaast geeft het inzicht in de concentraties zware metalen, bijvoorbeeld bij een verdenking van verontreinigingen uit het milieu. Het advies is drie tot vier biopten te nemen bij dieren in een vergelijkbaar lactatiestadium. Bent u van plan binnenkort leverbiopten te nemen? Maak dan gebruik van het Monsternamepakket Leverbiopten (artikel nr. VDGEB088). In dit pakket vindt u de materialen voor het op de juiste wijze insturen van een leverbiopt van drie dieren. Tevens zit er een handleiding bij voor het nemen van leverbiopten. Let op: er zit geen leverbiopsienaald in het pakket. Deze kunt u los bij ons bestellen.
Aanvullend onderzoek zoogdiersecties Tijdens het uitvoeren van pathologisch onderzoek vraagt de patholoog vaak vervolgonderzoeken aan die zinvol zijn om tot een diagnose te komen. Als u aanvullend laboratoriumonderzoek wilt dat afwijkt van de door de patholoog geselecteerde vervolgonderzoeken, kunt u deze aanvinken op het inzendformulier. De meest actuele inzendformulieren sectie rund/varken/kleine herkauwer/pluimvee staan op onze website: www. gddiergezondheid.nl/inzendformulieren. Let wel: GD brengt de kosten voor de extra aangevraagde onderzoeken in rekening bij degene die de factuur betaalt. Ga voor de actuele tarieven naar: www.gddiergezondheid.nl/producten-en-tarieven.
Vaccinatiemodule VeeOnline Via het menu registratie, vaccinaties kunt u na het kiezen van het juiste vaccin en het invullen van een batchnummer eenvoudig de toegepaste vaccinaties vastleggen. Voor het gebruik van de vaccinatiemodule betaalt de veehouder 15 cent per geregistreerd gevaccineerd dier (met uitzondering van deelnemers aan het IBRprogramma route ‘Vaccinatie’). De vaccinatiemodule kunt u gebruiken voor vaccinaties tegen IBR, BVD, pinkengriep en blauwtong.