Samen werken aan diergezondheid NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 25 • AUGUSTUS 2019
Zomertip over spenendip De (na)zomermaanden zijn risicomaanden voor het celgetal. Hogere temperaturen en een hoge luchtvochtigheid maken de kans op infecties groter. Bovendien kan hittestress zorgen voor een verhoogde vatbaarheid voor klinische uierontsteking. Het UGA-team krijgt met name in de zomermaanden vragen over speendesinfectiemiddelen. De meest voorkomende werkzame stoffen (jodium, melkzuur en chloorhexidine) zijn effectief in het desinfecteren van de tepelhuid, mits op de juiste wijze en in de juiste concentratie toegediend. Rundveedierenartsen in het veld kunnen een belangrijke rol spelen in de advisering over dip- en spraymiddelen. Daarnaast kan diagnostiek de praktijk ondersteunen. Mastitis Tankmelk geeft veehouders een zeer goed beeld van de effectiviteit van de speendesinfectie van koeien op het bedrijf. Wanneer de aantallen omgevingsstreptokokken (te) hoog zijn en de aantallen coliformen laag, is er een sterke aanleiding om de toepassing, concentratie en het type speendesinfectiemiddel tegen het licht te houden in combinatie met een consult over ligboxmanagement. Op de Nederlandse markt zijn veel speendesinfectiemiddelen toegelaten en verkrijgbaar in zeer uiteenlopende concentraties. Naast de werkzame stof is ook de toevoeging van speenverzorgende componenten zoals lanoline en glycerine cruciaal om een mogelijk verschralend effect van een hoge(re) concentratie desinfectans of een verschraling vanuit een ligbed met veel ‘kalk’ op te vangen. Ook de viscositeit (en daarmee verpompbaarheid in bijvoorbeeld een AMS) is belangrijk bij de keuze voor het juiste (contact- of barrière-)middel. En de zomertip? Misschien is bovenstaande wel een goed onderwerp voor de eerstvolgende nieuwsbrief van uw dierenartsenpraktijk? dr. Christian Scherpenzeel, dierenarts rundvee
Online Monitor: trend verhoogde uitval bij zeugen In de Online Monitor melden dierenartsen relatief weinig gezondheidsproblemen bij zeugen. Bij ongeveer 10 procent van de zeugenbedrijven blijkt sprake te zijn van gezondheidsklachten. Vaak kan geen waarschijnlijkheidsdiagnose worden gegeven. Veel genoemde oorzaken van gezondheidsklachten bij zeugen zijn infecties met Infl uenza, PRRS, stafylokokken of Brachyspira. Daarnaast noemt men vaak zoötechnische oorzaken zoals voeding, huisvesting of dekmanagement. In juni van dit jaar meldt men opvallend vaak dat bij zeugen sprake is van verhoogde uitval. Gemiddeld betreft ruim 3 procent van de gezondheidsklachten bij zeugen verhoogde uitval. Sinds februari ligt het percentage rond of boven de 4 procent en in juni stijgt het naar 18 procent. De kans dat een dergelijke stijging op toeval berust is zeer klein. Dierenartsen melden uiteenlopende waarschijnlijkheidsdiagnoses als oorzaak, maar zelden een infectieziekte. Wel noemt men zoötechnische oorzaken zoals voeding, klimaat en hartedood door stress. De geografische verdeling van meldingen van verhoogde uitval bij zeugen komt overeen met de varkensdichte gebieden van Nederland. Aan de Veekijkertelefoon gaan eveneens vrij veel vragen over verhoogde uitval als klacht bij zeugen. Het percentage meldingen van verhoogde uitval als gezondheidsprobleem bij biggen vertoont geen stijgende lijn, bij vleesvarkens loopt het wel enigszins op. Het is nog afwachten wat het effect zal zijn van de uitzonderlijk warme periode in juli.
Veterinair
08
dr. Theo Geudeke, dierenarts varken
StartSEIN is gegeven!
Het email alertsysteem Surveillance Equine Infectieziekten Nederland (SEIN) is met succes gestart. Op basis van een tweecijferig postcodegebied voorziet dit systeem dierenartsen wekelijks van informatie over de belangrijkste infectieuze aandoeningen bij het paard. In Nederland zijn dit: droes, rhinopneumonie en infl uenza. Het is fijn om te weten waar infectieuze ziekten op een bepaald moment voorkomen, zodat u hier alert op kunt zijn. Samen met de leden van Cluster Paard van de KNMvD en mede mogelijk gemaakt door Boehringer Ingelheim Animal Health is dit systeem opgezet. Ontvangt u de alerts nog niet? Ga naar www.SEINalerts.nl en meld u kosteloos aan! Veterinair, augustus 2019 -
1
prof. dr. Ynte Schukken Algemeen Directeur GD
Wees alert op de rode lebmaagworm Vanaf begin juli zijn meerdere lammeren voor pathologisch onderzoek bij GD aangeboden waarbij haemonchose, ziekte van de rode lebmaagworm, is vastgesteld. Haemonchose zorgt voor vermagering, bloedarmoede (dit zorgt voor bleke slijmvliezen), oedemen en sterfte. Diarree is geen verschijnsel van deze aandoening.
Onze relatie Als bedrijf vinden we het belangrijk om dichtbij onze klanten te staan en zo veel mogelijk te leren van de feedback die we krijgen. Er zijn continu veranderingen in onze wereld. Daar hebben wij als GD maar ook u als dierenartsen en dierenartsenpraktijken dagelijks mee te maken. Niet alle veranderingen zijn makkelijk en dat leidt soms tot een 'schurende relatie' tussen GD en de partners in de praktijk. Dat is uiteraard niet onze ambitie. We willen bekend staan als een bedrijf dat niet alleen gedreven is door diergezondheid, betrouwbaar is met uitslagen en werkzaamheden, maar ook open staat voor verbeteringen. Uiteraard horen we regelmatig van u via de telefoontjes die we krijgen en via de bezoeken van onze buitendienst. Die informatie is voor ons heel belangrijk en voor zover mogelijk proberen we daar ook op te acteren. Vaak lukt dat, maar soms ook niet. Soms kan het niet vanwege regelgeving vanuit de overheid of de belangrijke sectorpartners, soms kan het niet omdat de technische mogelijkheden nog niet zo flexibel zijn als we zouden willen. En soms zijn wij ook gewoon niet goed of alert genoeg om alle problemen voor te zijn. Daar willen we uiteraard wat aan doen. Buiten de contacten zoals hierboven aangegeven willen we ook graag wat breder horen hoe we het als GD doen. Wat u vanuit de praktijk belangrijk vindt en hoe wij ons kunnen verbeteren. In de komende maanden gaan we daarom actief op zoek naar uw mening en ervaringen. Ofwel via een enquĂŞte, ofwel via een bezoek aan u en de praktijk. We waarderen uw mening enorm en zullen ons uiterste best doen om verbeterslagen te maken met de informatie die we ophalen. U kunt mij natuurlijk ook altijd benaderen: y.schukken@gddiergezondheid. nl of 06 1062 5040. Alvast bedankt voor uw tijd en hopelijk tot ziens!
2
Lammeren gevoeliger voor rode lebmaagworm Lammeren zijn gevoeliger dan volwassen dieren. Dit komt doordat volwassen dieren vaak al weerstand hebben opgebouwd tegen deze parasiet. Wanneer de infectiedruk te hoog is of wanneer dieren onvoldoende weerstand hebben, kunnen naast lammeren ook oudere dieren ziek worden. Mestonderzoek Wij adviseren u om alert te zijn op verschijnselen van haemonchose. Door middel van mestonderzoek kunt u de aanwezigheid van deze maagdarmworm inzichtelijk maken. Behandel alleen met een ontwormingsmiddel wanneer daar op basis van mestonderzoek aanleiding voor is. Onnodige behandelingen werken resistentieontwikkeling in de hand. Het is verstandig om 10 tot 14 dagen na een behandeling mestonderzoek uit te voeren om te achterhalen of de ingestelde behandeling effectief is geweest. Indien u diergeneeskundige vragen heeft kunt u op werkdagen tussen 15.00-17.00 uur contact opnemen met GD Veekijker via 0900-7100000. dr. RenĂŠ van den Brom, dierenarts kleine herkauwers
7-puntenplan Aanpak Klauwgezondheid In navolging van het 5-7-10-puntenplan uiergezondheid heeft GD nu voor de klauwgezondheid een 7-puntenplan ontwikkeld om systematisch te werken aan de verbetering van de klauwgezondheid. Recent onderzoek van GD ondersteunt de volgende inzichten: 1. Schone en droge stalvloer en comfortabele ligboxen Stalvloeren op bedrijven met weinig Mortellaro (zonder gebruik van een doorloopbad oid.) hadden meestal een schone vloer (ook op de plaatsen waar de mestschuif niet kwam), maar vooral ook een droge vloer. 2. Behandel kreupele koeien direct Direct behandelen geeft een verlaging van de infectiedruk van bijvoorbeeld Mortellaro en een kleinere kans op besmetting van nieuwe dieren. 3. Strategische klauwverzorging Dit geeft een betere kans op terugdringen van de problemen dan twee keer per jaar klauwverzorging van het hele koppel en registratie van de diagnose. 4. Ruim koeien met steeds terugkerende klauwaandoeningen Dit verlaag de infectiedruk in de stal en voorkomt de kans op besmetting van gezonde klauwen. 5. Ontsmetten van de klauwen Volg de adviezen uit het onderzoek Klauwgezondheid Tankmelk. Vier keer per jaar wordt de tankmelk gecontroleerd en krijgt de veehouder een passend behandeladvies. 6. Optimaliseer de voeding voor macro- en spoorelementen en vitaminen voor een goede klauwhoornkwaliteit en huidweerstand Controleer de vitamine- (biotine) en mineralen-(zink en mangaan) voorziening voor goede klauwhoornkwaliteit en huidweerstand. 7. Controleer de lichaamsconditie op moment van afkalven (3-3,5 punten BCS op een schaal van 1-5) en zorg dat de afname van de lichaamsconditie na afkalven maximaal 0,5-1 punt is. dr. Menno Holzhauer, dierenarts rundvee
Onderzoek naar afwijkend gedrag bij melkvee Naar aanleiding van ruim vijftig meldingen via GD Veekijker en ‘LTO meldpunt afwijkend gedrag’ over koppels koeien die zich tijdens de zomermaanden overdag verzamelden in één deel van de ligboxenstal, heeft GD in opdracht van ZuivelNL een inventariserend onderzoek uitgevoerd in de zomer van 2018. Dit onderzoek bestond uit drie onderdelen: (1) literatuuronderzoek en gesprekken met deskundigen, (2) noteren van omstandigheden en gedrag van koeien gedurende een drietal weken op bedrijven met klachten (casebedrijven), (3) het enquêteren van casebedrijven en bedrijven zonder afwijkend gedrag bij de koeien (controlebedrijven), waarbij werd gevraagd naar factoren die te maken hebben met onder andere huisvesting, klimaat, apparatuur (bijvoorbeeld robot, zonnepanelen), ongedierte en geluid. Het afwijkende gedrag begon meestal in juni, trad overdag op en duurde gemiddeld zes tot acht uur per dag. Daarbij gaf de meerderheid van de veehouders aan dat het afwijkende gedrag gepaard ging met gezondheidsklachten, waaronder productiedaling en klauwproblemen. Uit het onderzoek kwamen meerdere risicofactoren naar voren. Zo bleken het in gebruik nemen van een nieuwe stal en het hebben van ventilatoren geassocieerd met het afwijkende gedrag. Dit duidt mogelijk op een associatie met veranderingen in de aanwezige apparatuur in een stal. Verder werd op de casebedrijven vaker onderzoek gedaan naar lekstromen dan op de controlebedrijven en zijn er aanwijzingen dat insectendruk en afwijkend stalklimaat geassocieerd zijn met het optreden van afwijkend gedrag. Met de aanwezigheid van zonnepanelen op het bedrijf, of zendmasten en hoogspanningsleidingen in de omgeving zijn geen associaties gevonden. Mogelijk heeft het afwijkende gedrag niet één oorzaak, en zijn de oorzaak/oorzaken per bedrijf verschillend. Op bedrijven waar afwijkend gedrag wordt waargenomen, wordt geadviseerd om in eerste instantie nader onderzoek te doen naar de mogelijke rol van de volgende factoren: stalklimaat, insectendruk en aanwezigheid van lekstroom en/of elektromagnetische velden. dr. Jan Muskens, specialist rundergezondheid
PRRS-PCR-bepalingen: keuze uit materialen en poolingsgraad uitgebreid Er zijn voor PRRS nu meer mogelijkheden om de PCR in te zetten. In de tabel hiernaast vindt u een overzicht van de te onderzoeken materialen en poolvarianten. Een doorlooptijd van één werkdag is standaard bij spoedaanvragen en kan aangevraagd worden voor sperma (individueel of gepoold per vijf monsters). Via DAP Contact kunt u alle details over de testen en de prijzen opvragen.
Tabel: keuzemogelijkheden PRRS-PCR
Materiaal
Individueel testen
Gepoold testen
Doorlooptijd (werkdagen)
Serum
x
tot 5 of 10 monsters
3
Serum spoed
x
tot 5 monsters
1
Sperma
x
N.v.t.
1
Speeksel
x
N.v.t.
3
Weefsel
x
N.v.t.
3
Buikvocht
x
N.v.t.
3
Lichaamsvloeistof
x
tot 5 monsters
3
Doekje
x
tot 5 monsters
3
Eswab
x
tot 5 monsters
3
FTA card
x
tot 4 monsters per card
3
Runderziekte besnoitiose nadert Noordwest-Europa De Vlaamse diergezondheidsdienst Diergezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) maakte onlangs in een nieuwsbericht bekend dat op een bedrijf de runderziekte besnoitiose is aangetoond. Besnoitiose is een ziekte die (vaak endemisch) voorkomt in Noord-Afrika en Zuid-Europa en die nog niet in Nederland is gediagnosticeerd. De ziekte wordt veroorzaakt door de protozoaire parasiet Besnoitia besnoiti. Cysten in de huid en daardoor verdikking van de huid is het belangrijkste klinische beeld. Een infectie met de parasiet hoeft geen ziektebeelden te geven, maar kan productieverlies veroorzaken en kan leiden tot sterfte bij ernstig aangetaste dieren en tast het welzijn van de dieren aan. Daarnaast ontstaat schade door onvruchtbaarheid van stieren en kan abortus optreden. Er is geen vaccin of medicijn in Europa beschikbaar. Vooral de handel in besmette, maar niet-klinisch aangetaste dieren speelt een belangrijke rol in de verspreiding van de ziekte. Het is belangrijk om insleep door import van (subklinisch) besmette runderen te voorkomen. Let dus goed op bij aankoop van runderen uit het buitenland. Koop bij voorkeur geen dieren aan uit risicogebieden of laat de dieren via bloedonderzoek testen op de ziekte en houd ze tijdens de loop van het onderzoek in quarantaine. drs. Linda van Wuijckhuise, dierenarts rundvee Veterinair, augustus 2019 -
3
Nieuws en mededelingen Test paarden op PPID tijdens actieperiode
GD op het WVPA-congres in september
Hoewel de zomer in volle gang is, staat de herfst weer voor de deur: de optimale tijd voor testen op PPID. Daarom biedt Boehringer Ingelheim, in samenwerking met GD, in september en oktober tegen een gereduceerd tarief PPID-testen aan.
Iedere vier jaar organiseert de World Veterinary Poultry Association (WVPA) een congres waar de meest recente ontwikkelingen in pluimveegezondheidszorg worden gedeeld met experts en wetenschappers. GD heeft de mogelijkheid gekregen om bij het aankomende congres in Bangkok (16-20 september) resultaten vanuit de monitoring en onderzoeken te presenteren. In totaal worden er zeven presentaties verzorgd door medewerkers van GD en hangen er posters met onderzoeksresultaten.
Bij paarden met PPID geeft het pars intermedia van de hypofyse te veel hormonen af. Dit teveel aan hormonen kan verschillende symptomen geven. Het meest bekend is de lange, krullerige vacht en het slechte verharen. Dit symptoom maakt, in het gevorderde stadium van de ziekte, een snelle herkenning mogelijk. In de fase daarvoor, waarin de ziekte zich langzaam ontwikkelt, kunnen ook andere, minder specifieke symptomen voorkomen. Een voorbeeld daarvan is dat bij paarden met PPID, zelfs nog voordat een overduidelijke krullerige vacht zichtbaar is, hoefbevangenheid kan optreden. Vermindering van prestaties en/of slomer gedrag vallen ook onder de eerste symptomen. Andere symptomen die bij PPID gezien kunnen worden zijn: veel drinken en veel plassen, gevoeligheid voor infecties, onvruchtbaarheid, verlies van spiermassa, een buikig model en abnormaal zweten. Vermoedt u PPID en wilt u laten testen? De voucher die u nodig heeft voor een inzending naar GD kunt u aanvragen via 0900-1770 optie 5 of via KCApaard@gddiergezondheid.nl. Meer informatie vindt u op www.gddiergezondheid.nl/ppid.
Veterinair is een uitgave van Royal GD Redactie Marian Aalberts, Carlijn ter Bogt, Linda van Duijn, Sylvia Greijdanus-van der Putten, Daphne de Leeuw, Jeanine Wiegel, Theo Geudeke | Eindredactie Jessica Fiks | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever GD Deventer | Verschijnings frequentie 12 keer per jaar | Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04 www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900 - 7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Rund UGA: 15.00 – 17.00 Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 Varken: 08.30 – 12.00 en 12.45 – 17.00 Pluimvee: 08.30 – 17.00, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): 15.00 – 17.00 Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten. Samen werken aan diergezondheid
Nieuw: Vaccinatiemodule nu met keuzelijst Bij het invullen van de vaccinatiemodule op VeeOnline kunt u vanaf nu het vaccin uit een keuzelijst selecteren. Het vrije invoerveld voor de vaccinnaam is daarmee komen te vervallen. U kunt de vaccinatiemodule op VeeOnline gebruiken om eenvoudig vaccinaties tegen IBR, BVD, pinkengriep en blauwtong te registeren en te raadplegen. In een paar stappen koppelt u met de stallijst vaccinaties aan de juiste dieren en aan het eind van de registratie kunt u een vaccinatieverklaring afgeven.
Nieuwe datum Praktijkbijeenkomst Bacteriologie De praktijkbijeenkomst van GD, voor dierenartsen en assistenten die deelnemen aan de rondzending (PTS) rund, is verplaatst van 12 naar 2 september van 14.00 tot 18.30 uur. Annet Heuvelink, GD, en Kees Veldman, WBVR, bespreken de laatste uitkomsten van de rondzendingen ‘Identificatie bacteriestammen’ en ‘Antibioticumgevoeligheidsbepaling bacteriestammen rundvee’. Vervolgens neemt Christian Scherpenzeel van GD u mee in de meest recente inzichten op het gebied van mastitisonderzoek en wat daarbij relevant is voor de praktijk. Het theoretische gedeelte wordt afgesloten met een interactieve sessie en vragenrubriek over bacteriologie en uiergezondheid in de praktijk. Om nog meer routine/ervaring te krijgen in het beoordelen van mastitismonsters en opvallende zaken op de plaat te leren herkennen bespreken we onder meer de (door u zelf meegebrachte) moeilijk te interpreteren platen in het laboratorium. De kosten voor deze bijeenkomst zijn 495 euro. Interesse? Neem contact op: 0900-1770, optie 1 Rund.
Verbetering uitslag Droogstandscheck Sinds kort kunt u op VeeOnline in één PDF de overzichtelijke koppeluitslag en standaarduitslag van de Droogstandscheck raadplegen. De koppeluitslag geeft het percentage koeien met een afwijkende uitslag voor energie-, eiwit- en magnesiumvoorziening en haptoglobine weer. De uitslag wordt, afhankelijk van uw keuze, per e-mail of per post verstuurd.