VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 27 • NUMMER 8 • AUGUSTUS 2021
Veterinair Keurmerk Zoönosen wordt digitaal
Wijziging test Brucella-onderzoek verwerpers rundvee Nederland is sinds 1999 vrij van runderbrucellose. Deze status is belangrijk voor onbelemmerde export van dieren en producten. De bewaking van de vrijstatus gebeurt door bloedonderzoek op antistoffen van verwerpers. Door het ingaan van de nieuwe Animal Health Regulation moet de testmethode voor het onderzoek op runderbrucellose bij verwerpers worden veranderd. GD gaat over van de MAT (agglutinatietest) naar de Rose Bengal-test (RBT). De RBT wordt op dit moment al ingezet om op Brucella melitensis bij schapen en geiten te onderzoeken en voor Brucella-onderzoek bij KI-stieren en wordt vanaf 1 augustus 2021 ook gebruikt voor verwerpers. De RBT-uitslag wordt weergegeven als 'aangetoond' of 'niet aangetoond'. De inschrijving en afwikkeling blijven ongewijzigd. Bij het inschrijven van een verwerper kunt u vanaf 1 augustus het volgende onderzoek kiezen: 12048 Brucellose abortus-antistoffen-RBT (serum) (verwerper) gesubsidieerd tarief.
Voor het keurmerk van 2022 zullen niet meer standaard papieren checklists worden verstuurd naar de praktijk. In plaats daarvan krijgt u van GD bericht over de klanten binnen uw praktijk die deelnemen aan het keurmerk, zodat u de checklists hiervoor digitaal kunt invullen via VeeOnline. Uitzondering op de regel zijn de bedrijven met een administratief UBN: hiervoor ontvangt u nog steeds de papieren checklist. Probeer het digitaal invullen alvast en laat ons weten wat u ervan vindt! Wilt u volgend jaar toch de papieren checklists ontvangen, neem dan vóór 1 oktober 2021 contact met ons op via 0900-1770, optie 3. Horen we niets? Dan gaan wij ervanuit dat u in 2022 met ons overgaat op de digitale checklist. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/ keurmerkzoonosen.
Wees alert op de rode lebmaagworm Vanaf begin juli zijn meerdere lammeren voor pathologisch onderzoek bij GD aangeboden waarbij haemonchose, ziekte van de rode lebmaagworm, is vastgesteld.
De Veekijker: voor uw veterinaire vragen
Haemonchose zorgt voor vermagering, bloedarmoede (dit zorgt voor bleke slijmvliezen), oedemen en sterfte. Diarree is geen verschijnsel van deze aandoening. Lammeren zijn gevoeliger dan volwassen dieren. Dit komt doordat volwassen dieren vaak al weerstand hebben opgebouwd tegen deze parasiet. Wanneer de infectiedruk te hoog is of wanneer dieren onvoldoende weerstand hebben, kunnen naast lammeren ook oudere dieren ziek worden.
Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900-7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden:
Wij adviseren u om alert te zijn op verschijnselen van haemonchose. Door middel van mestonderzoek kunt u de aanwezigheid van deze maagdarmworm inzichtelijk maken. Behandel alleen met een ontwormmiddel wanneer daar op basis van mestonderzoek aanleiding voor is. Onnodige behandelingen werken resistentieontwikkeling in de hand. Het is verstandig om 10 tot 14 dagen na een behandeling mestonderzoek uit te voeren om te achterhalen of de ingestelde behandeling effectief is geweest. Bij diergeneeskundige vragen kunt u op werkdagen tussen 15.00 en 17.00 uur contact opnemen met de Veekijker via 0900-7100 000.
Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Rund UGA: 15.00 – 17.00 uur Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): alleen voor infectieuze aandoeningen 15.00 – 17.00 uur
dr. René van den Brom, dierenarts kleine herkauwers Veterinair, augustus 2021 -
1
dr. Theo Geudeke dierenarts varken
BIGinzicht: meer dan duizend biggen beoordeeld Sinds de introductie van BIGinzicht afgelopen voorjaar zijn al ruim duizend biggen van bijna twintig verschillende UBN’s beoordeeld. Tijd voor een update van de belangrijkste resultaten dus. Het overgrote deel (ongeveer 85 procent) van de ingestuurde biggen en mummies zijn doodgeboren biggen, zo’n 15 procent zijn mummies. Toch kan het aantal mummies per inzending duidelijk groter zijn, tot wel 50 procent van de ingestuurde dieren. Een duidelijk voorbeeld van 'elk bedrijf en elk probleem is anders en vraagt om een bedrijfsspecifieke aanpak'. Alle ingestuurde doodgeboren biggen worden gewogen in de sectiezaal, waarbij de gehanteerde grenswaarde voor 'te lichte biggen' bij 800 gram ligt. Het gemiddelde gewicht van alle biggen in de dataset is 1.056 gram, zo’n 25 procent van de doodgeboren biggen is echter lichter dan 800 gram. Geboortegewicht is dus geregeld een belangrijk aandachtspunt op het bedrijf. Naast het wegen wordt ook bepaald op welk moment de biggen zijn uitgevallen; meerdere dagen voor, vlak voor, tijdens of na de geboorte. Over het algemeen valt het grootste gedeelte van de biggen uit tijdens het geboorteproces, maar ook hier is duidelijk te zien dat het per bedrijf anders kan zijn. Zo zijn er ook inzendingen waarvan zo’n 20 procent van de ingestuurde biggen meerdere dagen voor de geboorte gestorven is. Voor een dergelijk bedrijf ligt het zwaartepunt van de maatregelen dan uiteraard niet bij het geboorteproces, maar in de overgang van de zeugen van de dracht- naar de kraamstal. Meer weten en aanvragen: www.gddiergezondheid.nl/biginzicht.
Oppervlaktewater en salmonellaverspreiding Veedrinkwater is een belangrijke route van verspreiding van Salmonella spp. bij runderen. Niet alleen binnen een besmet rundveebedrijf, ook tussen rundveebedrijven. Hierbij speelt oppervlaktewater soms een rol. Oppervlaktewater kan besmet raken met salmonella door afspoeling van mest van het land na uitrijden van mest of na weidegang. De salmonellabacteriën kunnen gedurende een aantal maanden in oppervlaktewater overleven. Het gebruik van dergelijk water als veedrinkwater kan leiden tot salmonella-infecties. Het advies is daarom om het gebruik van oppervlaktewater als drinkwater zoveel mogelijk te vermijden. Een veilig alternatief (leidingwater of gecontroleerd bronwater) is niet in alle situaties voorhanden. Vanwege de risico’s op verspreiding via oppervlaktewater krijgen wij geregeld de vraag van veehouders en dierenartsen of het mogelijk is om een watermonster te onderzoeken op Salmonella spp. GD biedt hiervoor een kweek aan (artikelnr. 11650 Veedrinkwater Salmonella-onderzoek, tarief per monster € 24,95 exclusief btw en basiskosten).
Salmonella Pullorum bij leghennen In juni werd een infectie met een onbeweeglijke salmonella uit serogroep D vastgesteld bij leghennen. Op basis van het sectiebeeld gaat het waarschijnlijk om een Salmonella Pullorum, de definitieve typering is bij het schrijven van dit artikel nog niet bekend. De hennen werden opgestuurd vanwege een verminderde voeropname, verminderde productie, bol zitten en nerveuze verschijnselen zoals draainekken. De uitval was verhoogd. Op sectiebeeld waren milt- en leverzwelling te zien waarbij de levers soms wat groen verkleurd waren, daarnaast waren de eierstokken uit productie met in meerdere hennen gesteelde follikels en ontstoken follikels. Uit deze follikels werd salmonella gekweekt. Kweken van de lever en milt waren negatief, de afwijkingen aan deze organen kwamen voort uit stuwing, als onderdeel van een ontstekingsreactie. Salmonella Pullorum wordt actief bestreden bij vermeerderingspluimvee om verticale overdracht (overdracht van moeder naar nakomelingen via het ei) te voorkomen. Bij legpluimvee of niet-commercieel pluimvee wordt Salmonella Pullorum een enkele keer per jaar gevonden. Naar aanleiding van een aantal gevallen in de afgelopen jaren werden vijf Salmonella Pullorum-isolaten, afkomstig van verschillende gevallen, getypeerd door middel van whole genome sequencing. Drie isolaten behoorden tot hetzelfde genotype, terwijl de andere twee isolaten elk tot een ander genotype behoorden. Van de drie overeenkomstige isolaten werden er twee in hetzelfde jaar geïsoleerd bij niet-commercieel pluimvee van verschillende eigenaren. Het derde isolaat was afkomstig van commerciële leghennen uit dezelfde regio als één van de niet-commerciële koppels. Dit geval speelde echter enige jaren later. Omdat de eerste koppels (niet-commercieel) destijds werden geëuthanaseerd om verdere verspreiding te voorkomen, is een rechtstreeks verband onwaarschijnlijk. Het is echter niet uit te sluiten dat zich in de omgeving een bron van Salmonella Pullorum bevindt. Dragers zijn een belangrijke bron voor Salmonella Pullorum-infecties. Naast verticale overdracht is horizontale overdracht (van diergroep naar diergroep, al dan niet via versleping of vectoren) mogelijk. Behalve kippen en kalkoenen kunnen onder andere patrijzen, kwartels, fazanten, mussen, papegaaien, kanaries en goudvinken drager zijn van Salmonella Pullorum. drs. Christiaan ter Veen, dierenarts pluimvee
2
Bloedoren bij biggen Bloedoren bij varkens komen geregeld voor en een enkele keer manifesteert het zich als een bedrijfsprobleem. Vaak wordt de oorzaak gezocht in irritatie van het oor (bijvoorbeeld door vliegen, oorontsteking, bepaalde scherpe geluiden) of in trauma door oorflapperen, wat een uiting van opwinding kan zijn. Recent was de Veekijker betrokken bij een zeugenbedrijf waar biggen van 2 tot 10 weken oud regelmatig dikke oren kregen. De hoogste prevalentie was op een leeftijd van 7 tot 9 weken. De inhoud van de verdikkingen was in de beginfase lichtrood of bloederig en later vlokkerig en purulent. Voor nader onderzoek zijn biggen ingezonden naar GD voor pathologisch onderzoek. Daarbij werd een chronische aspecifieke ontsteking van de oorschelp vastgesteld. Van ontsteking in het binnen- en middenoor was geen sprake. Ontsteking van de oorschelp als gevolg van oorbijten was de belangrijkste verdenking maar leek niet de enige oorzaak, zeker niet bij de zuigende biggen. Als vervolgstap zijn huidbiopten voor histologie genomen van biggen met dikke oren in de kraamstal. Bij enkele huidbiopten ontstond de verdenking van trauma door hitte en bij enkele andere was sprake van een aspecifiek beeld dat ook zou kunnen passen bij hitteschade. Op het bedrijf is daarom extra aandacht besteed aan de afstelling van mogelijke hittebronnen zoals warmtelampen en warmtematjes. dr. Theo Geudeke, dierenarts varken
Schmallenbergvirus signaleren via tankmelkonderzoek Vorige winter werden door meerdere dierenartsenpraktijken kalveren gemeld met aangeboren afwijkingen. Hierbij is ook schmallenbergvirus (SBV) aangetoond. Het knuttenseizoen komt er nu weer aan en het is wellicht interessant voor veehouders om via tankmelkonderzoek een toename aan antistoffen tegen SBV te kunnen vaststellen. Als veehouders in juli/augustus een tankmelkmonster laten onderzoeken op antistoffen tegen SBV en in december/januari weer, dan geeft dat een indruk van de mate van blootstelling en van eventuele recente besmettingsgolven. Met die informatie kunt u veehouders adviseren op het gebied van preventieve maatregelen op managementniveau. Preventieve maatregelen Wordt een toename van het antistoffenniveau aangetoond, dan verklaart dat mogelijk recente problemen met koorts, diarree, opbrekers of verwerpers. Bovendien is de veehouder dan beter voorbereid op geboorteproblemen door misvormde kalveren. Een veehouder die weet dat hij in gebied met besmettelijke knutten zit, kan overwegen om daar volgend seizoen preventief meer aandacht aan te besteden. Er is in Nederland geen geregistreerd vaccin beschikbaar. Wel zijn er mogelijkheden om de kans op een infectie te verminderen in de kwetsbaarste groep, namelijk de dieren zonder antistoffen die 0-5 maanden drachtig zijn: • jongvee blootstellen aan infectie vóór de eerste inseminatie, bijvoorbeeld door te weiden in de knuttenperiode; • i n het knuttenseizoen opstallen van dieren zonder antistoffen tot 5 maanden dracht; • rekening houden met het knuttenseizoen bij het inseminatiebeleid van jongvee; • goed ventileren; • vliegenbestrijding optimaliseren.
Blijf op de hoogte van uitbraken bij paarden met SEIN SEIN is het monitoringsplatform voor bevestigde uitbraken van de infectieuze aandoeningen droes, rhinopneumonie en influenza bij paarden in Nederland. Dit betreft een samenwerking tussen GD, Cluster paard (KNMvD) en Boehringer Ingelheim Animal Health. Veel dierenartsen zijn al aangesloten bij SEIN. Heeft u zich al aangemeld? SEIN voorziet deelnemende dieren artsen middels wekelijkse e-mailalerts over bevestigde uitbraken van droes, rhinopneumonie en influenza. Na een positief testresultaat wordt zo nodig contact opgenomen met de betreffende dierenarts voor nadere informatie, zoals symptomen en vaccinatiehistorie. Vervolgens wordt deze informatie en de locatie (op tweecijferig postcodeniveau) verspreid via een geanonimiseerde e-mailmelding. Onderstaand kaartje geeft weer hoeveel dierenartsenpraktijken al zijn aangesloten bij SEIN ten opzichte van het aantal (bij GD bekende) praktijken dat paarden behandelt per postcodegebied. Hoe meer praktijken deelnemen, hoe beter we uitbraken in Nederland in kaart kunnen brengen! Aanmelden voor SEIN kan via www.seinalerts. nl. Daar vindt u een voorbeeld van een e-mailalert en grafische overzichten van de uitbraken die zijn gemeld in de afgelopen kwartalen. Tara de Haan MSc, projectleider paard
Inzicht in de besmettingsgraad op koppelniveau is te krijgen via de semi-kwantitatieve tankmelk SBV-antistoffen-ELISA van GD, een eenvoudige bedrijfsscreening naar antistoffen op koppelniveau, artikelnummer 10325, 29,95 euro (tarief 2021). drs. Jasper het Lam, dierenarts rundvee Veterinair, augustus 2021 -
3
Nieuws en mededelingen Geitenbedrijven gezocht voor testen tool lammeropfok Heeft u geitenbedrijven binnen de praktijk die het leuk zouden vinden om een tool te testen waarmee gegevens rond de lammerperiode makkelijk geregistreerd kunnen worden? Laat het dan weten via 0900- 1770 optie 3. Naar ons idee is het analyseren van bedrijfsdata een sterke manier om een bedrijf naar een hoger niveau te brengen. Het geeft inzicht in waar verbetering mogelijk is, maar ook waar de kracht van het bedrijf zit. Het goed bijhouden van gegevens is echter niet eenvoudig en het interpreteren van de data kan helemaal ingewikkeld zijn. Hier wil GD bij helpen. In het najaar van 2021 willen we een pilot draaien met geitenhouders die onze tool willen testen en feedback willen geven. De houder legt met de tool gegevens van de lammeren vast en GD analyseert deze. Bel ons gerust voor meer informatie.
Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie Marian Aalberts, Tara de Haan, Daphne de Leeuw, Rob Nijland, Theo Geudeke, Katrien van den Brink | Eindredactie Jessica Fiks | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever GD | Verschijningsf requentie 12 keer per jaar Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
Haal meer uit VeeOnline: digitaal inschrijven Onderzoeken voor rund, paard, pluimvee, varken, schaap en geit kunt u digitaal inschrijven op VeeOnline. Zo heeft u altijd een actueel overzicht van de onderzoeken met bijbehorende informatie bij de hand. Voor rundvee staan ook alle stallijsten op VeeOnline, voor schapen en geiten alleen de stallijsten waarvoor de veehouder een machtiging heeft gegeven. U kunt naast bloed ook materialen zoals spoelsels, biopten, melk en mest digitaal inschrijven. Combineert u meerdere materialen in één inschrijving, dan betaalt de veehouder slechts eenmaal de basiskosten. Bij het inschrijven van poolmonsters kunt u direct de pool aangeven waar het monster bij hoort. VeeOnline berekent het aantal pools en de hoeveelheid monsters per pool. De verplaatsingen van kippen die pluimveehouders melden bij AVINED zijn meteen beschikbaar op VeeOnline. Zo kunt u eenvoudig monsters aan een koppel toewijzen. Ook hebben pluimveehouders via VeeOnline direct toegang tot hun eigen Antibiotica Benchmark Pluimvee en de Centrale Registratie Antibiotica. Heeft u vragen? Onze klantenservice helpt u graag verder via Teamviewer of tijdens een van de maandelijkse online VeeOnline-demonstraties. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/demo.
PPID-actieperiode najaar 2021 Ook dit jaar kunt u in het najaar weer paarden op PPID laten testen met 50 procent korting (exclusief basiskosten). Boehringer Ingelheim biedt deze actie samen met GD aan in de periode van 1 september tot en met 31 oktober 2021. Vermoedt u PPID en wilt u dit laten testen? De PPID-voucher die u nodig heeft voor een inzending naar GD kunt u aanvragen via 09001770, optie 5 of via KCApaard@ gddiergezondheid.nl. Meer achtergrondinformatie over PPID vindt u op www.gddiergezondheid.nl/ppid.
Wijziging reglement Salmonella Jongvee AntistoffenMonitor Per 1 juli 2021 is het reglement voor Salmonella Jongvee AntistoffenMonitor gewijzigd. Het betreft een wijziging in paragraaf 7.3.2, de situatie dat een veehouder een aangevoerd rund ondanks een ongunstige uitslag van aanvoeronderzoek aanhoudt. Hierbij is het nu ‘vanaf minimaal 6 maanden na de einddatum van de afvoertermijn’ geworden, waar voorheen werd gesproken over ‘vanaf minimaal 6 maanden na de aanvoerdatum’. Meer informatie: www.gddiergezondheid.nl/reglementen.
Poultry Health Science Wilt u alles weten over de pluimveegezondheidszorg? Dan zijn de online-modules van het postacademisch pluimveeonderwijs misschien wat voor u. Deze worden aangeboden door de faculteit Diergeneeskunde en Royal GD. De primaire doelgroep van deze Engelstalige modules zijn dierenartsen en academici met een achtergrond in Life Sciences die werkzaam zijn in de pluimveegezondheidszorg, zowel nationaal als internationaal. De modules duren 2 tot 4 weken en het vergt van de deelnemers naar verwachting gemiddeld 12 uur per week. De tweede module start in september en gaat over Mycoplasma gallisepticum (M.g.) en Mycoplasma synoviae (M.s.). Veel landen zijn betrokken bij de monitoring van deze ziekten en zetten zich in om deze te bestrijden. Deze module geeft een uitgebreid overzicht van de kennis over zowel pathogenen als de factoren die de klinische uitingen van de ziekte beïnvloeden. Het omvat ook de epidemiologie en transmissieroutes, overlevingskenmerken en de rol van de gastheren. Daarnaast is er aandacht voor de diagnostische aspecten van beide pathogenen en de rol van antibioticumbehandelingen. Kijk voor meer informatie op: www.uu.nl/en/professionals/programmes/poultry-health-science.