VOOROP IN DIERGEZONDHEID NIEUWSBRIEF VOOR PRACTICI • JAARGANG 27 • NUMMER 12 • DECEMBER 2021
Veterinair Samen werken om brucellose-vrijstatus te behouden
Ophaaldienst tijdens feestdagen
Nederland is sinds 1999 vrij van runderbrucellose. Deze status is belangrijk voor onbelemmerde export van dieren en producten. De bewaking van de vrijstatus gebeurt door bloedonderzoek van verwerpers.
Onze ophaaldienst voor monstermateriaal haalt op vrijdag 24 en 31 december 2021 geen monstermateriaal op. U kunt monstermateriaal wel aanmelden via 0900-2020 012. De ophaaldienst haalt de monsters dan de eerstvolgende nacht dat weer wordt gereden op. Op 24 en 31 december rijdt de ophaaldienst voor sectiemateriaal de reguliere route en verrichten onze pathologen secties. Indien nodig kunt u in het weekend gebruikmaken van de consignatiedienst. We halen dan tegen het vaste spoedtarief de dieren op en bewaren ze gekoeld tot de eerstvolgende werkdag. Kijk voor meer informatie op: www.gddiergezondheid.nl/ ophaaldienst-feestdagen.
De bacterie Brucella abortus kan verwerpen veroorzaken. Deze bacterie is ook besmettelijk voor mensen. Veehouders zijn verplicht om van alle runderen die verwerpen tussen de 100 en 260 dagen dracht, binnen zeven dagen na het verwerpen een bloedmonster te laten nemen voor onderzoek op brucellose. Het zogenoemde ‘verwerpersbloedje’ biedt u ook de kans te zoeken naar andere infectieuze oorzaken van verwerpen. Voor veehouders die deelnemen aan de GD-programma’s voor IBR, leptospirose, neosporose en salmonellose wordt het bloedmonster automatisch en zonder extra kosten onderzocht op de ziekte waarop het programma betrekking heeft. De kosten van de visite, het bloedtappen door de dierenarts en de kosten van het brucella-onderzoek worden vergoed vanuit het Diergezondheidsfonds. dr. Thomas Dijkstra, dierenarts rund
Stand van zaken aviaire influenza in Nederland In Nederland is vanaf eind oktober 2021 vogelgriep van het zeer besmettelijke type H5N1 ontdekt bij meerdere bedrijven die commercieel pluimvee houden, bij hobbymatig gehouden gevogelte en bij wilde vogels. De Rijksoverheid heeft maatregelen genomen om verspreiding van het virus te voorkomen en om het risico op besmetting tegen te gaan. De Tweede Kamer is met een kamerbrief door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geïnformeerd. De belangrijkste punten waren dat het gevonden H5N1-virus verschilt van het virus van vorig jaar. De genetische code van het huidige virus is het meest verwant aan een virus dat in september in het zuidwesten van Rusland is aangetroffen. Het is heel waarschijnlijk dat dit virus met trekvogels vanuit Rusland naar Nederland is gekomen. Het gevonden H5N1-virus vormt geen risico voor mensen. Het risico voor Nederlandse pluimveebedrijven op insleep wordt als zeer hoog beoordeeld. Door de veranderde Europese regelgeving (Animal Health Regulation) wordt nu eerder een beperkingsgebied ingesteld rondom een besmette locatie. Het beperkingsgebied van tien kilometer wordt ingesteld bij een besmet verklaard koppel van meer dan vijftig dieren.
De Veekijker: voor uw veterinaire vragen Voor veterinaire vragen kunt u de Veekijker rechtstreeks bellen op 0900-7100 000. Via het keuzemenu kiest u de diersoort waar u informatie over wilt hebben. Voor de verschillende diersoorten gelden andere openingstijden: Rund: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Rund UGA: 15.00 – 17.00 uur Kleine Herkauwers: 15.00 – 17.00 uur Varken: 08.30 – 12.00 uur en 12.45 – 17.00 uur Pluimvee: 08.30 – 17.00 uur, spoedgevallen 24/7 Paard (Helpdesk): alleen voor infectieuze aandoeningen 15.00 – 17.00 uur
drs. Marieke Augustijn, manager afdeling pluimvee Veterinair, december 2021 -
1
Sjaak de Wit en Willem Dekkers, pluimveedierenartsen
Vernieuwde score VIR-check De VIR-check is al ruim twee jaar een behulpzame tool om de virusdruk in de pluimveestal vast te stellen. GD voerde met ForFarmers De Hoop en dierenartsen veldstudies uit naar het verband tussen de VIR-checkscore en de technische resultaten bij reguliere vleeskuikens. Naar aanleiding van dit onderzoek is de VIR-checkscore verder aangescherpt van drie naar vier categorieën. Dit geeft dierenarts en voeradviseur meer handvatten voor het gericht aanpakken van de bedrijfshygiëne, reiniging en desinfectie op een bedrijf. Er was bovendien een trend te zien: in stallen met een groene score, presteerden de kippen beter dan in stallen met een rode score. Met name de groei. Het verschil liep op tot 100 gram per kip per ronde. Zo’n darmvirus maakt het kuiken niet heel ziek, maar het kost natuurlijk wel energie. Daardoor is het kuiken ook vatbaarder voor andere kiemen. En waar de vijf onderzochte darmvirussen de ontsmetting en reiniging hebben overleefd, kunnen ook andere pathogenen nog rondgaan, zoals het Gumboro- en Marekvirus. Die virusdruk is ook van belang bij opfokbedrijven. Daar kan de VIRcheck dan ook inzicht in geven. We zien grote verschillen tussen bedrijven. Een groene uitslag betekent ook hier dat het kuiken een betere start heeft gehad dan kuikens uit koppels met een rode uitslag. Het geeft weer hoeveel virus er op jonge leeftijd door de stal heen gaat en biedt daarmee een indicatie van de mate van succes van de schoonmaak en desinfectie van de stal.
Update Mortellaro op het melkveebedrijf CRV en GD presenteerden eind oktober het nieuwe scoresysteem voor Mortellaro (digitale dermatitis, DD) aan de circa 150 aanwezige klauwverzorgers, aangesloten bij de Vereniging van rundveepedicures. Vanaf dat moment wordt door alle klauwverzorgers en veehouders die met Digiklauw werken, DD gescoord volgens het in de hele wereld gebruikte M-scoresysteem. M1: een beginnende laesie (<0,5 cm) en niet pijnlijk; M2: de klassieke pijnlijke laesie (meestal >2 cm) en M4: een chronische laesie, niet pijnlijk. Als de klauwverzorger niets scoort, dan is het een M0. Deze nieuwe score maakt het mogelijk de acute en chronische Mortellaro beter van elkaar te onderscheiden. Dat heeft vooral invloed op het plan van aanpak; focus op nieuwe M2-laesies en deze zo snel als mogelijk lokaal behandelen. In het geval van veel M4: preventief behandelen via voetbaden of met de rugspuit om transitie naar M2 te voorkomen. Bij • • • • • •
risicofactoren voor het optreden van M2-laesies kunt u denken aan: te lage frequentie gebruik mestschuif; verkeerde afstelling van de boxen (schoftboom); suboptimale mineralen- en biotinevoorziening; te lage frequentie van het gebruik van voetbad of onjuiste concentratie; niet nauwkeurig behalen van M2-laesies (bijv. nat behandelen); te vochtige roostervloer, rubber gaat beter.
Met het bespreken van de risicofactoren helpt u de veehouder verder in het verbeteren van klauwgezondheid op het bedrijf. dr. Menno Holzhauer, dierenarts rund
Relatief veel gevallen van leverbot in oktober GD heeft in oktober meerdere signalen binnengekregen van leverbotziekte op schapenbedrijven. Pathologisch onderzoek wees uit dat het in vrijwel alle gevallen om een chronische infectie ging, waaronder ook bij lammeren van zes à zeven maanden oud. De infecties zijn waarschijnlijk reeds in het voorjaar van 2021 opgedaan. Bij de Veekijker werden daarnaast vragen gesteld over resistentie van de leverbot voor triclabendazol, de enige geregistreerde werkzame stof tegen alle stadia van de leverbot. Resistentie voor triclabendazol is eind jaren negentig voor het eerst vastgesteld en is daarna op veel meer plaatsen in Nederland aangetoond. In 2020 is voor het eerst sinds de jaren zestig niet meer actief gemonitord op leverbot, vanwege het stopzetten van de subsidie voor de Landelijke Werkgroep Leverbotprognose. Leverbotziekte wordt veroorzaakt door de parasiet Fasciola hepatica. De leverbotslak maakt een essentieel onderdeel uit van de leverbotcyclus. In veel gebieden in Nederland bestaat het risico op infectie met leverbot en dit is onder andere afhankelijk van de bodemvochtigheid. Verhoging van het grondwaterpeil creëert mogelijk gunstige leefomstandigheden voor de leverbotslak, waardoor de kans op het voorkomen van leverbotinfecties groeit. Momenteel is er, naast basismonitoring, geen zicht op de ontwikkeling van leverbotinfecties en het voorkomen van resistentie voor ingezette middelen in Nederland. Veehouders met schapen in een bekend leverbotgebied worden geadviseerd een inschatting te maken van de mate van infectie aan de hand van onderzoek. Dit kan op verschillende manieren. Vanaf ongeveer vier weken na opname van besmettelijke cysten kan bij herkauwers een infectie worden aangetoond met een serum-ELISA. Van tien tot twaalf weken na opname van besmettelijke cystes komen leverboteieren in de mest voor en zijn met mestonderzoek aantoonbaar. Mestonderzoek kan bij individuele dieren worden uitgevoerd, maar ook bij groepen dieren via een mengmonster. drs. Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers
2
PRRS-radar-app voorspelt kans op uitbraak Hoe groot is de kans dat in mijn regio de komende weken een PRRS-uitbraak plaatsvindt? Op deze vraag krijgt u eenvoudig een antwoord via de PRRS-radar, een nieuwe app van GD die u nu gratis kunt downloaden via Google Play en de App Store. De voorspellingen die de app geeft zijn gebaseerd op verschillende factoren, zoals uitslagen van laboratoriumonderzoeken van GD, weersomstandigheden en varkensdichtheid. De combinatie van deze factoren geeft concrete informatie over de ontwikkeling van de varkensziekte PRRS en de invloeden van buitenaf. Dit houdt de app-gebruiker scherp en biedt daarmee de mogelijkheid om met preventieve maatregelen de diergezondheid nog verder te verbeteren. Waarschuwingsmelding Het risico op een PRRS-uitbraak wordt per regio weergegeven door middel van kleur intensiteit: hoe donkerder de kleur, hoe groter de kans op een PRRS-uitbraak. De app geeft een waarschuwingsmelding (met een !) wanneer het risico op een uitbraak verhoogd is. Advies op maat PRRS is een lastig virus, maar niet onmogelijk om te bestrijden. Met maatwerk is het virus goed aan te pakken. Naast de PRRS-radar biedt GD varkenshouders daarom ook de PRRS-scan. Hiermee krijgen zij, door op regelmatige basis monsters te laten onderzoeken, inzicht in de PRRS-status van hun bedrijf. Dit inzicht wordt gekoppeld aan een maatadvies over mogelijkheden om de status te verbeteren, bijvoorbeeld door maatregelen op het gebied van externe of interne biosecurity. Kijk voor meer informatie en de downloadlinks op www.gddiergezondheid.nl/prrs. drs. Manon Houben dip. ECPHM, manager afdeling varken
Keurmerk Zoönosen checklist 2022 beschikbaar Als één of meerdere van uw klanten deelneemt aan het Keurmerk Zoönosen, dan heeft u inmiddels de aansturing voor 2022 ontvangen en kan uw klant een afspraak met u maken voor het invullen van de nieuwe checklist. U, als dierenarts, heeft dit jaar niet meer standaard de papieren checklist ontvangen, maar wordt gevraagd om deze digitaal in te vullen via VeeOnline. Voor administratieve UBN’s heeft u wel een papieren checklist ontvangen en ook wanneer u aangaf nog niet te willen of kunnen digitaliseren. De digitale checklist voor 2022 staat vanaf nu online en kunt u invullen. De checklist van 2021 is in VeeOnline gesloten. Wilt u deze toch nog invullen? Neem dan contact op met onze klantenservice via 0900-1770, optie 3. Houd er rekening mee dat de nieuwe checklist van 2022 een aantal veranderingen heeft ten opzichte van de vorige. Denk hierbij aan het toevoegen van nieuwe relevante vragen en het weghalen, herformuleren of samenvoegen van andere vragen. Dit heeft met name betrekking op de vragen uit de dieronderdelen. Op onze website www.gddiergezondheid.nl/keurmerkzoonosen vindt u een voorbeeld-pdf van de nieuwe en de oude checklist, om de wijzigingen alvast in te zien. Geef dit indien nodig door aan uw deelnemende klant, zodat ook deze niet voor verrassingen komt te staan bij het invullen van de nieuwe checklist. Op onze website kunt u tevens precies lezen hoe u de checklist eenvoudig digitaal via VeeOnline invult en vindt u een filmpje met uitleg. Heeft u vragen over het Keurmerk Zoönosen? Neem dan contact op met 0900-1770, optie 3. Tara de Haan MSc, projectmedewerker kleine herkauwers
Goede voeropname belangrijk voor vitamine E-voorziening Schothorst Feed Research en GD gaven afgelopen juni een webinar over vitamine E bij melkkoeien. Hierbij kwamen ook de resultaten van een gezamenlijk onderzoeksproject aan de orde. In dit artikel brengen we het belangrijkste resultaat van dit project nog een keer onder de aandacht. Vitamine E helpt om het lichaam te beschermen tegen oxidatieve stress en is op die manier onder meer belangrijk voor een goede vruchtbaarheid na afkalven. In de transitieperiode treedt echter een daling op in de vitamine E-concentratie van het bloed als gevolg van een lagere voeropname, veranderingen in de stofwisseling en de biestproductie. Onderzoek bij transitiekoeien Voor een goede vitamine E-voorziening in de transitieperiode is het van belang dat de voeropname zoveel mogelijk op peil blijft. In het webinar werd dit geïllustreerd aan de hand van de resultaten van een voederonderzoek met transitiekoeien (n=55). Bij eenzelfde rantsoen met een vitamine E-gehalte van 108 IE/ kg DS werd een significante associatie aangetoond tussen de opname van vitamine E en de concentratie in het bloed van de koeien vlak voor afkalven. De DS-opname van de koeien varieerde in de laatste weken van de droogstand van ruim 10 kg tot bijna 20 kg en de concentratie vitamine E in het bloed liep uiteen van ongeveer 5 μmol/L tot ruim 20 μmol/L. De kans op een te laag vitamine E-gehalte in het bloed rondom afkalven vermindert dus, behalve door supplementatie, ook door een goede voeropname in de droogstand. Daarnaast is het bij de interpretatie van (gepoolde) bloeduitslagen van vitamine E bij transitiekoeien belangrijk om in te schatten of (grote) verschillen in de voeropname een rol kunnen spelen op het betreffende bedrijf. dr. Saskia van der Drift, onderzoeker R&D Veterinair, december 2021 -
3
Nieuws en mededelingen Meer IBR-viruscirculatie De laatste jaren was berichtgeving over IBR in de GD Veterinair goed nieuws: toenemend percentage IBR-vrije en -onverdachte bedrijven, weinig tankmelkomslagen en minder positieve neusswabs. Het afgelopen halfjaar zien we daar echter verslechtering in. Tot en met oktober zijn er al negentien tankmelkomslagen op vrije bedrijven geweest, in heel 2020 waren dat er twaalf en in 2019 in totaal zeventien. Wat met name opvalt is dat in bepaalde regio’s meer virus circuleert dan in andere. Lokale verspreiding is dus zeer aannemelijk. Doe bij twijfel altijd direct diagnostiek, los van de status of het type bedrijf en let extra op hygiënemaatregelen om versleep tussen bedrijven te voorkomen. Treed daarnaast in contact met buurtpraktijken en deel kennis van uitbraken in hetzelfde werkgebied. Tijdens bezoeken op uitbraakbedrijven die GD-dierenartsen voor ZuivelNL uitvoeren, blijkt dat dit soort informatie mondjesmaat wordt gedeeld, terwijl het juist nu belangrijk is virusverspreiding tegen te gaan, om niet achterop te raken in de bestrijding. drs. Frederik Waldeck, dierenarts rund
Veterinair is een uitgave van Royal GD | Redactie: Marian Aalberts, Tara de Haan, Daphne de Leeuw, Rob Nijland, Theo Geudeke, Katrien van den Brink | Eindredactie: Jessica Fiks | Vormgeving: Dock35 Media B.V. | Druk: Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Uitgever: GD | Verschijningsf requentie: 12 keer per jaar Overname van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van GD. ISSN 1388-4042 Postbus 9, 7400 AA Deventer T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl info@gddiergezondheid.nl Alle genoemde tarieven zijn exclusief btw en basiskosten.
WNV-surveillance Afgelopen transmissieseizoen (juli tot en met november) heeft GD een surveillance ten behoeve van het westnijlvirus (WNV) uitgevoerd. Het was hierbij mogelijk om van paarden met neurologische klachten gratis een serummonster in te sturen voor onderzoek op antistoffen tegen WNV, in het kader van uitsluitingsdiagnostiek. Deze diagnostiek werd middels een ministeriële subsidie gefinancierd. Alle ingestuurde serummonsters in het kader van deze surveillance waren negatief. In 2020 is WNV voor het eerst in Nederland aangetoond en de komende jaren zal op diverse manieren worden geprobeerd om WNV-circulatie zo vroeg mogelijk op te sporen. Volgend jaar zal GD deze surveillance opnieuw uitvoeren.
Meer gemak met onze digitale tarievenbrochure Benieuwd naar onze producten en tarieven voor 2022? U vindt ze op onze website en ze zijn voortaan alleen digitaal beschikbaar. Zo heeft u altijd de meest actuele tarieven bij de hand. Met de zoekfunctie kunt u een selectie maken van de voor u relevante producten en bijbehorende tarieven. Zo kunt u producten binnen diersoorten zoeken, maar is het ook mogelijk om het hele aanbod voor die diersoort als pdf te downloaden en uit te printen: www.gddiergezondheid.nl/tarieven.
Nieuw pakket voor verse koeien GD biedt vanaf nu het 'Pakket Verse koeiencheck' (artikelnr. 12068) aan: een pakket bepalingen voor serum van koeien in de eerste paar weken na afkalven. Met dit pakket kunt u in één serummonster de concentratie NEFA, BHBZ, ureum, calcium, magnesium, fosfor en CPK laten bepalen om zo een indruk te krijgen van de energievoorziening en macromineralenstatus van de verse koeien. Met de introductie van deze ‘Verse Koeiencheck’ vervallen ‘Pakket Energiestatus Verse koe (artikelnr. 11508)’ en ‘Pakket Liggende koe (artikelnr. 11507)’.
PCR-swabs inleveren buiten kantoortijden Ten tijde van de EHV-1-uitbraak eerder dit jaar is ingericht dat paardendierenartsen hun monsters ook ‘s avonds en in het weekend naar GD kunnen brengen, door deze in de hiervoor bestemde brievenbus achter te laten. Deze service blijft bestaan. U kunt uw monsters buiten kantoortijden inleveren in de brievenbus aan Rigastraat 25, Deventer. Let op: deze service is enkel geschikt voor swabs voor PCR-onderzoek en deponeren in deze brievenbus is voor eigen risico.
Nascholingsonderwijs E. coli in pluimvee Voor professionals in de pluimvee-industrie die meer willen leren over Escherichia coli, biedt GD en de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht een online module aan over E. coli bij pluimvee. De module richt zich op de pathogenese van colibacillose met aandacht voor vraagstukken die van belang zijn voor pluimveeproductie zoals antimicrobiële resistentie, een schijnbare toename in virulentie en een toename van het productiepotentieel van kippen, waardoor zij vatbaarder worden voor ziekte. De module is in het Engels, start op 17 januari 2022 en vindt online plaats. Kijk voor meer informatie op www.gddiergezondheid.nl/trainingsaanbod.
Emma Strous nieuwe rundveedierenarts Emma Strous is per 1 november 2021 bij GD begonnen als rundveedierenarts binnen het team infectieziekten. Emma is in 2012 in Utrecht afgestudeerd en heeft daarna een Farm Animal Health internship gedaan aan de universiteit van Cambridge. Vervolgens heeft zij twee jaar gewerkt als rundveepracticus in Dierenkliniek ’t Leidse Land in Leiderdorp, waarna ze als docent/dierenarts op de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht is begonnen. Daar heeft zij ook de opleiding tot Europees rundveespecialist van het European College of Bovine Health Management doorlopen. Afgelopen september heeft zij het specialistenexamen met goed gevolg afgerond. De kennis en ervaringen opgedaan in haar afwisselende carrière, zijn een welkome aanvulling voor het team rundveedierenartsen van GD.